Datum: 7 september 2017 Onderwerp: Raadsvoorstel Ruimtelijk-economische koers en uitvoeringsagenda U10

Transcriptie

1 1 BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 7 september 2017 Onderwerp: Raadsvoorstel Ruimtelijk-economische koers en uitvoeringsagenda U10 Aanwezig: Voorzitter: dhr. P. Lakerveld Griffier: mevr. H.R.E. Hofland Leden: dhr. A.W. Viskil, dhr. H.J. Hoitink, mevr. H.J. Visser Portefeuillehouder: mevr. H.M. Spil Ambtelijke ondersteuning: dhr. F. Odijk Insprekers: - Korte samenvatting bespreking: De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom Hij licht toe dat dit agendapunt als doel heeft de Ruimtelijke-economische koers van de U10-gemeenten vast te stellen. Van de uitvoeringsagenda van de Ruimtelijk-economische koers U10 wordt kennis genomen. De voorzitter heeft een vraag aan wethouder Spil. De afgelopen week was er onduidelijkheid over de portefeuillehouder m.b.t. dit raadsvoorstel. Hij vraagt aan mevr. Spil in welke rol zij bij deze vergadering aanwezig is. Mevr. Spil antwoordt dat Ruimte in haar portefeuille zit en Economie bij wethouder Eijbersen. Er komen in het raadsvoorstel veel onderwerpen voor die beide portefeuilles kruisen. Mevr. Spil zal vanavond de toelichting geven. Het raadsvoorstel is een visie op de ruimtelijke-economische koers van de U10, op de ruimtelijke inbedding en alles wat daarbij komt. Het voorstel is door de gemeente Bunnik samen met de U10-gemeenten opgesteld. Gezamenlijk is besloten dat de uitvoeringsagenda geen raadsbesluit wordt. Dhr. Hoitink licht desgevraagd toe dat het een genoegen was om de voorliggende U10-nota Ontmoetingsplaats voor Healthy Urban Living te lezen. Het geeft een inspirerend beeld van de toekomst van onze regio. En het geeft de koers en de strategie aan waardoor wij, als U10 gemeenten, kunnen kiezen op welke wijze we willen meebouwen aan de toekomst. Wilt u mijn complimenten doorgeven aan de opstellers? Onze eigen Bunnikse strategische agenda en de motie van 9 maart sluiten vrijwel naadloos aan bij de in de nota geschetste ruimtelijk-economisch koers. Door de realisatie van deze ideeën kan Bunnik zonder meer een bijdrage leveren aan deze regionale ontwikkeling: substantieel, maar toch op Bunnikse maat en schaal. Dorps dus. Het college zegt dat ook met zoveel woorden in het raadsvoorstel. Het maakt daarbij wel een kanttekening t.a.v. Odijk-West. De realisatie van deze uitbreiding lijkt in tegenspraak te zijn met de doelstelling om vooral binnenstedelijk te bouwen. Maar volgens het college is dit niet het geval en ze noemt daarvoor een aantal argumenten: Bunnik doet waar mogelijk ook aan inbreiding. Het is onmogelijk om de gehele regionale woningbouwopgave binnenstedelijk te realiseren.

2 2 Bunnik spaart het groene buitengebied en bouwt dichtbij de belangrijkste werkgever van de regio, het USP. De Liberalen zijn het daar volledig mee eens. En dhr. Hoitink zou er nog een paar argumenten aan willen toevoegen: Door dichtbij het USP te bouwen leveren we een belangrijke bijdrage aan duurzame mobiliteit. Odijk-West ligt maar een kwartiertje fietsen van het USP. En fietsen is gezond en zodoende wordt ook een bijdrage geleverd aan het thema gezondheid. En Odijk-West biedt de kans om duurzaam en betaalbaar te bouwen, vooral ook voor de middeninkomens (ook één van de speerpunten in de nota). Binnenstedelijk bouwen kost immers extra geld en de woningen zijn al zo duur in het oosten van de regio Utrecht. Onze fractie is er voorstander van om ook betaalbare huurwoningen voor starters en jonge tweeverdieners te bouwen. Die komen namelijk niet in aanmerking voor sociale huur, en kunnen of willen niet kopen vanwege de veelal tijdelijke arbeidscontracten. Door het bouwen van betaalbare huurwoningen in de vrije sector kunnen onze kinderen in onze gemeente blijven wonen of weer terugkomen. Binnenstedelijk bouwen is verder niet alleen relatief duur, het heeft ook zijn grenzen. De nota stelt op blz. 39 dat de kwaliteit van het binnenstedelijke c.q. binnendorpse gebied gewaarborgd moet blijven. Dat knelt soms, ook in Bunnik. Bijvoorbeeld als het gaat om het behoud van het openbaar groen in de dorpen. Graag wil ik ook nog een paar andere punten uit de nota onderstrepen: Samenwerken over de gemeentegrenzen heen is absoluut noodzakelijk. Zonder deze samenwerking komt er weinig van de grond. De Liberalen pleiten vooral voor een intensivering van de samenwerking met de gemeenten rondom het USP m.n. op het gebied van ruimtelijke ordening, economie en volkshuisvesting. Het gaat daarbij om Houten, Zeist, De Bilt en Utrecht. De U5 aan de oostkant van Utrecht. We moeten als U5 proberen complementair te zijn en niet elkaar beconcurreren. Dhr. Hoitink vraagt in hoeverre er al overleg wordt gevoerd met deze gemeenten over afstemming op het gebied van de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting? De nota stelt dat iedere gemeente op zoek moet naar zijn eigen unieke profiel en van daaruit moet bijdragen aan het regionale geheel. Bunnik heeft het unieke profiel al benoemd in de strategische agenda. We zijn een gemeente met een dorps karakter in een landelijke groene omgeving. En dat willen we blijven. De nota stelt verder dat het niet alleen gaat om economie, maar ook om geluk, gezondheid en welzijn. Daar zijn we het mee eens. Daarom willen wij, wil Bunnik de dorpen leefbaar en levensvatbaar houden met goede voorzieningen en daarvoor is groei nodig, uiteraard op Bunnikse maat en schaal. Mensen willen wonen en werken waar het leven goed is (blz. 21). Bunnik scoort niets voor niets als beste woongemeente in de regio en daarbuiten. Houden zo. Goede bereikbaarheid en duurzaamheid zijn begrippen die vaak terugkomen in de nota. Het is daarom goed dat Bunnik daaraan bijdraagt door in te zetten op het faciliteren van het gebruik van de fiets en van het OV (NSstation). Een goede verbinding tussen het station en het USP is bovendien noodzakelijk voor het behoud van het NS-station voor Bunnik. De Liberalen vinden het behoud van het openbaar groen in de dorpen essentieel. Hij noemde het al eerder. Dat is bovendien van belang voor de opvang van het water tijdens de steeds vaker voorkomende heftige stortbuien. Stenen absorberen immers geen water. De nota zegt het zo: het groen in de kernen is belangrijk voor de klimaatadaptie.

3 3 Dhr. Hoitink vraagt op welke wijze het college ervoor zorgt dat onze strategische agenda onderdeel wordt van de uitvoeringsagenda van deze U10-nota? Dhr. Viskil merkt desgevraagd op de hij een aantal inspirerende bijeenkomsten m.b.t. de ruimtelijk economische koers heeft bijgewoond. De koers draagt bij aan het op een hoger plan brengen van de regio. P21 vindt het een mooie stap in de goede richting. Er zijn sinds 2013 grote stappen voorwaarts gemaakt. Dat is een compliment aan de deelnemende gemeenten. Er ontstaan allerlei mooie initiatieven. De koers geeft een doorkijk naar Voorrang geven aan duurzame mobiliteit wordt steeds belangrijker. Het wordt steeds voller en drukker. De bereikbaarheid van het USP is belangrijk. Station Bunnik kan daar een belangrijke rol in spelen. Aandacht houden voor groen, het landschap en de cultuurhistorie (de Limes, de Noord-Hollandse waterlinie) is hierbij belangrijk. De U10-gemeenten moeten economisch complementair zijn aan elkaar. Bunnik is een kleine gemeente. Binnenstedelijk bouwen met behoud van groen is een van de uitgangspunten. Kan er buitenstedelijk gebouwd worden? Onderzocht moet worden of we kunnen gaan bouwen bij Odijk met behoud van zoveel mogelijk groen. Het zal steeds lastiger worden om met de auto de regio in en uit te komen. Het gebruik van de (OV) fiets wordt belangrijk. Het is belangrijk om te kiezen voor een klimaatneutrale regio door het gebruik van duurzame energie. Het mooie is dat de gemeenten zaken met elkaar afstemmen, waarbij verschillen mogelijk zijn. Bunnik heeft andere dingen te bieden dan bijvoorbeeld Zeist en Houten. We kunnen met zijn vijven iets moois neerzetten. Dhr. Viskil vraagt op welke wijze dit raadsvoorstel zich verhoudt met de op 9 maart ingediende motie over de hoofdlijn van de uitvoeringsstrategie Bunnik Kan de wethouder nog iets zeggen over de toegevoegde waarde van Vijfheerenlanden? Dhr. Viskil geeft tot slot aan dat P21 voornemens is om akkoord te gaan met het raadsvoorstel. Mevr. Visser merkt desgevraagd op dat veel inhoudelijke onderwerpen al aan de orde zijn geweest. Het was een genoegen om het raadsvoorstel te lezen. Het is mooi en logisch geschreven. Het is door een groot aantal partijen gezamenlijk opgesteld. Het is hierdoor eigenlijk onmogelijk om hier tegen te zijn. Mevr. Visser vraagt hoe de gemeente Bunnik hierin zit. Hoe wordt ons eigen verhaal hierin gewaarborgd? Bunnik wil nog buiten de rode contour bijbouwen. Dit wordt nergens genoemd. De woningbouwlocatie richting Utrecht langs de A12 wordt wel genoemd. Waarom worden de Bunnikse plannen niet genoemd? Hoe worden de Bunnikse wensen gewaarborgd in dit plan? Bunnik heeft ook eigen ideeën m.b.t. het creëren van werkgelegenheid. Hoe krijgen deze ideeën een plek in het gehele proces. De wethouder heeft aangegeven dat van de uitvoeringsagenda alleen kennis wordt genomen. Hierin wordt een aantal concrete acties genoemd. Deze acties kosten geld. Mevr. Visser is verbaasd over het feit dat de rest van het traject uitsluitend als collegebesluit door kan gaan. Wanneer krijgt de raad de gelegenheid om hier inhoudelijk iets over te zeggen? Mevr. Visser heeft een vraag over hetgeen gezegd wordt over de regionale woonvisie op pagina 14 van de uitvoeringsagenda. Er staat dat de regionale woonvisie kan dienen als paraplu boven uiteenlopende trajecten en als onderlegger voor de gemeentelijke woonvisies binnen de U16. Kan de wethouder een antwoord geven op de vraag hoe deze twee visies verband houden met elkaar. Tot slot vraagt mevr. Visser welke wethouder de uitbreiding van Odijk in zijn portefeuille heeft. Deze vraag komt straks ook terug in de raadsvergadering.

4 4 Mevr. Spil bedankt de raadsleden voor de complimenten. Zij is verheugd over de samenwerking van de U10 gemeenten m.b.t. dit raadsvoorstel. Er was een vraag over het proces en de plek van Bunnik. Bunnik heeft een strategische agenda opgesteld. Het opstellen van de strategische agenda viel samen met het opstellen van deze visie. De strategische agenda komt hierdoor terug in dit raadsvoorstel. Dat is niet hetzelfde als de uitvoeringsstrategie. Voor de uitvoering werkt Bunnik samen met de U10 en met de U16 voor een deel van de onderwerpen. Wijk bij Duurstede en Utrechtse Heuvelrug willen ook graag tot de U10 toetreden. Dat verzoek ligt er. De vraag is, levert dit voor alle partijen voldoende op? Dat is afwachten. Ook het proces met betrekking tot Vijfheerenlanden is afwachten. De uitvoeringsagenda van deze visie is een organische agenda waarbij de gemeenten elkaar vinden op onderdelen. Op het gebied van duurzaamheid werken we met de U16 gemeenten samen. Bij andere onderdelen zoeken we het dichter bij huis. Op het gebied van ruimtelijke ordening werken we samen met Houten, De Bilt Zeist en Utrecht. Verkend wordt of we de uitvoeringsagenda voor de ruimtelijke ordening met deze vier gemeenten samen kunnen doen. De raad van de gemeente Bunnik loopt ver vooruit op de andere gemeenten. De gemeenten hebben onderling veel contact. Uit dit contact blijkt dat alle vijf de gemeenten behoefte hebben aan samenwerking. Ook de provincie onderschrijft de ideeën zoals beschreven in de U10-nota Ontmoetingsplaats voor Healthy Urban Living. Mevr. Spil licht desgevraagd toe dat er binnen de U16 wordt samengewerkt op het gebied van woonbeleid. De U16 hebben gezamenlijk een woonvisie. Met de U16 kijken we ook naar duurzaamheid. De U10 gaan over alle andere zaken zoals mobiliteit en economie. Een deel van deze tafels zijn nog verkennend. Een deel is al concreter. Binnen de samenwerking van U10 zoeken wij als gemeente Bunnik samenwerking met de partners die in de buurt zitten (De Bilt, Zeist, Houten en Utrecht). Mevr. Visser vraagt of dat overeenkomt met hetgeen in de uitvoeringsagenda wordt gemeld over het regionaal knooppuntensysteem. Hierin staat iets over de afstemming en de samenwerking met lopende trajecten als de Gebiedsverkenning Utrecht-Oost. Mevr. Spil antwoordt dat de samenwerking op dat gebied iets verder gaat dan uitsluitend de vijf genoemde gemeenten. Dit heeft te maken met de mobiliteit rond het USP. Alle omliggende gemeenten werken op dit gebied samen. Als deze visie wordt vastgesteld dan is de uitvoering een organisch proces. Mevr. Spil benadrukt hierbij dat het college niets zal beslissen waar de raad niet bij is betrokken. Dhr. Viskil voegt toe dat de uitvoeringsagenda niet door 10 raden hoeft te worden vastgesteld. Mevr. Spil licht toe dat de motie van 9 maart jl. naadloos in het verhaal past. De reden dat het gebied langs de A12 wel wordt genoemd en Odijk-West niet is dat, op het moment dat het stuk een aantal maanden geleden werd geschreven, de raad had besloten dat er voorlopig in Odijk-West niet gebouwd zou gaan worden. Onlangs is tijdens een U10-overleg besloten om onderzoek te doen naar de woningopgaaf in dit gebied. Het gaat hierbij om woningen. Een deel hiervan betreft autonome groei. Het andere deel betreft economische groei. Binnen het USP worden de komende jaren nieuwe banen gecreëerd. Onderzocht zal worden wat de inbrei-locaties zijn. Er is afgesproken om hierbij niet heel behoudend te zijn. Er zal realistisch worden bekeken wat mogelijke inbrei-locaties zijn. Als dat onderzoek is verricht, kan worden bezien wat op de

5 5 korte en middelkorte termijn gerealiseerd kan worden. Vervolgens kan worden bezien wat er op andere plekken en in Odijk-West gebouwd kan worden. Met betrekking tot de inbrei-locaties en met betrekking tot de uitplaatsing van de bedrijvigheid is de gemeente met verschillende partijen in gesprek. De wens voor het creëren van lokale werkgelegenheid hangt hiermee samen en hier kijkt de gemeente ook naar. Mocht er een wens zijn bij de raad op dit gebied dan kan deze wens altijd worden meegenomen. Mits de wens concreet is. Dus duidelijke antwoorden op de vragen: Wat wil Bunnik en wat is hiervoor nodig? Mevr. Spil antwoordt desgevraagd dat dit geen toezegging is, maar een verwachting richting de raad. Mevr. Spil antwoordt desgevraagd dat nu, door het vertrek van burgemeester Ostendorp, opnieuw naar de portefeuilleverdeling moet worden gekeken. Elke portefeuillehouder blijft hierbij verantwoordelijk voor zijn eigen portefeuille. Zo is zij verantwoordelijk voor wonen en is dhr. Eijbersen verantwoordelijk voor Het Burgje. Dhr. Hoitink merkt op dat het niet zo interessant is welke wethouder waarvoor verantwoordelijk is. Het college is gezamenlijk verantwoordelijk. Mevr. Spil gaf aan dat de provincie de ideeën onderschrijft. Hij wantrouwt dit enigszins. Hoe kijkt de provincie tegen de ideeën aan en wat gaat zij ermee doen? Dhr. Hoitink is verrast door de opmerking dat de U10 blijkbaar richting de U16 gaat. Dat andere gemeenten zoals Utrechtse Heuvelrug graag aan willen sluiten. Hij vraagt om een toelichting. Hij is verheugd over het feit dat er binnen U10-verband wordt samengewerkt. Wat betreft de bereikbaarheid van het USP is de problematiek in Utrecht-oost anders dan in Utrecht-west. Bunnik heeft in dit verband vooral te maken met Zeist, De Bilt en Houten. Mevr. Spil antwoordt dat de provincie de nota Ontmoetingsplaats voor Healthy Urban Living zo interessant vindt, dat zij het in de toekomst wil gebruiken als onderlegger voor bijvoorbeeld omgevingsvisies. De provincie gaat medewerkers uitlenen aan de gemeente Bunnik om de recreatie verder te ontwikkelen. De gemeente Bunnik krijgt goede ondersteuning van de provincie, bijvoorbeeld bij de knooppuntontwikkeling van station Bunnik. De provincie is hierbij een goede en betrouwbare partner. Wat betreft de U5, U10, U12 en U16 merkt mevr. Spil op dat er wordt samengewerkt op verschillende onderwerpen. Dit is een organisch proces. Zo is het USP met name belangrijk voor de U5. Wat betreft mobiliteit zal ook samengewerkt moeten worden met de gemeenten in Utrecht-west. Door gebrek aan informatie zijn niet alle gemeenten aangehaakt. Deze gemeenten willen graag aansluiten. Het is hierbij belangrijk dat deze gemeenten niet alleen informatie komen halen, maar ook informatie komen brengen en een goede gesprekspartner zijn. Mevr. Visser constateert verheugd dat er binnen de raad consensus is over veel onderwerpen. Er wordt op een constructieve manier samengewerkt. Zij vraagt of, als is onderzocht waar de mogelijke inbreidingslocaties zijn, en wat er dan nog overblijft aan wensen, de raad eind 2018 een beeld kan krijgen van wat er mogelijk is? Of moet worden afgewacht tot het gehele proces is afgerond? Ook vraagt mevr. Visser of de constatering juist is dat, door het aannemen van deze visie, niets wordt uitgesloten. Mevr. Spil bevestigt dat niets wordt uitgesloten. De raad neemt uiteindelijk de beslissing over Bunnik. De opmerking van mevr. Visser over het proces is juist. De gemeente Bunnik holt ver voor de troepen uit en zal moeten wachten op de gemeenten die ach-

6 6 terblijven. Hierdoor zal eind dit jaar nog niet bekend zijn wat we gaan doen. Waarschijnlijk is eind 2018 wel bekend hoe het proces zal gaan verlopen. Bunnik is hierbij afhankelijk van wat de omliggende gemeenten doen. De aankomende verkiezingen kunnen invloed hebben op de voortgang van het proces. De voorzitter constateert dat het voorstel als debatpunt naar de raad van 5 oktober gaat. De voorzitter bedankt de aanwezigen en sluit de vergadering. Besproken in technisch overleg d.d. 5 oktober 2017 Vastgesteld d.d. 5 oktober 2017