Registratienummer

Transcriptie

1 Verslag Vergadering Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen Aanwezig L.H.M. Kohsiek (voorzitter), J.D. Kramer (portefeuillehouder), R. Maarschall (portefeuillehouder), S.A. van Balen Blanken (VVD), J. van Beek (Vereniging van Bos- en natuurterreineigenaren), M.J. Hartvelt (Kamer van Koophandel), E.F. Jongmans (CDA), J.R. Kielstra (LTO), mw. E.A. Koning-Bruijn (Boeren, Burgers, Waterbelang), A. Lap (Groen, Water & Land), mw. M.A. Leijen (PvdA), P.J. Marees (VVD), G.J.M. Meuwese (50PLUS), mw. P. van Ollefen (CDA), F. Sanders (Algemene Waterschapspartij), mw. E.M. Tannehill (Water Natuurlijk), R.C.P.E. Wiese (Kamer van Koophandel) B. Minks (accountant EY), P.F.D. ten Doeschate (concerncontroller), A.L.J.Hugens (directeur Bedrijfsvoering) (gedeeltelijk) Mw. M.J.L. van de Vondervoort (secretaris) G.J. van der Kroon (notulist) Tevens aanwezig, maar geen lid van de commissie S.J. Schenk (portefeuillehouder), ir. C.J.M. Stam (portefeuillehouder), R. Veenman (portefeuillehouder) Kopie aan Van M. Brabander Doorkiesnummer vergadering Onderwerp Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen welkom. Het is een bijzondere vergadering omdat: voor deze commissie het de eerste keer is dat de jaarverantwoording én de meerjarenbegroting besproken worden; het ook de eerste keer voor het nieuwe DB is; de jaarverantwoording en meerjarenbegroting dit jaar vanwege de verkiezingen in dezelfde vergadering worden behandeld. 2. Mededelingen Er hebben zich zeven potentiële leden gemeld voor de Rekenkamercommissie. Tijdens het van 17 juni zal een stemming worden gehouden. 18 juni a.s. is er een excursie. Mocht men zich nog niet opgegeven hebben, dan is het verzoek dat alsnog te doen. 3. Gelegenheid tot inspreken Inspreekster is mevrouw Kramer-Pepping van LTO Land van Leeghwater. Zij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Postbus 250, 1700 AG Heerhugowaard Bevelandseweg 1, 1703 AZ Heerhugowaard T F info@hhnk.nl

2 2 van 18 is benaderd in verband met onduidelijkheden ten aanzien van de wettelijke uitvoering van de uitspraak van de Hoge Raad over het dispuut tussen terreinbeherende organisaties en de waterschappen inzake de kwalificatie van natuurland in agrarisch gebruik. Die uitspraak is ten gunste van de TBO s, die het te veel betaalde dan ook gaan terugvorderen bij de waterschappen. Het dispuut betreft het tarief, omdat HHNK de grond als agrarisch kenmerkt en het volgens de pachters gaat om natuurterreinen. De pachters willen graag weten waar zij aan toe zijn wat het tarief betreft. Vragen naar aanleiding van de inspraak De heer Lap (GWL) wil weten of er een groot verschil in gebruik bestaat tussen het agrarisch gebied van Landschap Noord-Holland en de terreinen die van de boeren zelf zijn. Of worden die agrarische terreinen straks ook vrijgesteld van de 100%-regeling? Antwoord van inspreekster Zij spreekt over de TBO-terreinen, die in het relatienotagebied liggen (westelijke en oostelijke Eilandspolder). Er zijn boeren die eigendomsland hebben in die polders: particulier gebruik. Het land van de terreinbeherenden is al natuur. De boeren gebruiken dat land met pachtcontracten op natuurbasis. Een kleine groep heeft een bijzondere status (pachtcontracten van voor december 1977) en mag daarom gebruikmaken van de subsidie Natuur en landschap agrarisch. Van al het andere land, dat na die datum is uitgegeven door de terreinbeherenden, declareren de terreinbeherenden zelf subsidie Natuur en landschap. De voorzitter meldt dat deze problematiek op dit moment in onderzoek is. Er is een grijs gebied, waarin niet duidelijk is of er wel of niet moet worden terugbetaald. Hij verwacht na de zomer meer duidelijkheid hierover. Ter vaststelling 4. Verslag commissie BMW van 29 april 2015 (15.424) Er zijn geen opmerkingen. Het verslag is hiermee vastgesteld. De actiepunten worden behandeld. Om advies 5. Jaarverslag 2014 ( ) De voorzitter zet de aanpak van de behandeling uiteen. Portefeuillehouder Kramer wijst erop dat er een goed resultaat behaald is over het vorige jaar. De accountant, de heer Minks, geeft een korte presentatie aan de hand van lichtbeelden. Hij besteedt daarbij aandacht aan het controleproces, de uitkomsten controle 2014 (goedkeurende verklaring), het resultaat en financiële positie (positief resultaat), onderwerpen HHNK

3 3 van 18 (Projectbeheersing, de brede (interne) audit, de beheersing belastingen en de informatievoorziening. Vragen en opmerkingen naar aanleiding van de inleiding door de accountant Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) hoort graag wat de voor- en nadelen zijn van de door de accountant gehanteerde wijze van berekenen van het begrip solvabiliteit. De heer Marees (VVD) hoort graag nader wat de accountant bedoelt met het redelijk op orde zijn van het begrotingsbeheer. De heer Lap (GWL) hoort graag wat de resterende controleverschillen (pagina 6) zijn. Hij constateert dat uit pagina 12 blijkt dat een aantal zaken op oranje staan. Dat was zowel in 2013 als in 2014 het geval. Betekent dit dat er nog onvoldoende verbetering is? Vooruitlopend op het besluit ten aanzien van het begrotingswijzigingsvoorstel wijst hij erop dat er 8 miljoen euro gecorrigeerd wordt op de jaarrekening Hoe staat de accountant daar tegenover dat mechanisme? De heer Sanders (AWP) wil weten hoe het risicoprofiel wordt bepaald. Heeft de accountant inzicht in hoe dat risico wordt berekend en wordt daarbij rekening gehouden met stresstesten en de cumulatie van problemen? De heer Hartvelt (KvK) verneemt allereerst graag hoe hij het risico van een waterschap definieert voor een organisatie die ook zelfstandig belastingen kan heffen. Heeft de accountant voorts het simulatiemodel Naris hierbij beoordeeld? Hoe serieus mag dit nog genomen worden, want heeft de accountant zich vergewist van het risico of het systeem van de algemene reserve voldoet? Ten derde weet hij dat er een risico van 5 miljoen euro bestaat met betrekking tot de voorbereidingskosten van de Prins Hendrikdijk, die mogelijk niet door het Rijk vergoed gaat worden. Had de accountant dit niet als dispuut in zijn controleverklaring moeten vermelden? Hij is van mening dat dat in ieder geval wel had moeten gebeuren. Beantwoording door de accountant Ten aanzien van solvabiliteit; financiering vereist een totaalbenadering, aldus de heer Mink: dat is eigen vermogen, lang vreemd vermogen en kort vermogen. Daarmee wordt aan de creditzijde van de balans de totale vermogensbehoefte gedekt, die aan de debetzijde veroorzaakt wordt (activa, vorderingen, liquide middelen). Voor de financiering is het belangrijk de kaders vast te stellen als en commissie. Hij heeft op dit moment niet paraat hoe dat in het verleden binnen Treasury is vastgelegd. Over de redelijkheid van het begrotingsbeheer; men kan zich afvragen wat op een begroting van 240 miljoen euro een aanvaardbare afwijking is. Van dat bedrag van 15 miljoen euro moet allereerst worden vastgesteld of dat incidenteel of structureel is. Alleen structurele afwijkingen hebben een effect op het meerjarenperspectief. Deze afwijking is relatief gezien niet veel (5% á 6%), absoluut gezien is het een groot bedrag. Dat maakt dat hij van mening is dat het niet perfect is en dat het dus beter zou kunnen. Een algemene uitspraak over de redelijkheid van een afwijkingspercentage is lastig. De portefeuillehouder heeft aangegeven naar verbetering van de afwijking te streven.

4 4 van 18 Ten aanzien van de controleverschillen; dat zijn verschillen, die na het controleproces toch niet meer gecorrigeerd zijn door de organisatie. Die verschillen worden gerapporteerd. Die zijn niet ernstig (komt overal voor), maar moeten wel gemeld worden. Ten aanzien van pagina 11/12; het is geen stoplichtenmodel (volgend jaar gaat het anders gedaan worden). Het gaat om de vermelde sensitiviteit. In elke jaarrekening zitten schattingen. Er is hier aangegeven hoe gevoelig die schattingen zijn. Het systeem van begrotingswijziging; die systematiek vindt hij heel goed. Hij vindt dat begrotingswijzigingen inderdaad zo snel mogelijk naar het gecommuniceerd moeten worden. Weerstandsvermogen, stresstest; stresstesten komen veel voor en gaan vaak veel verder dan accountants doen. Begrotingen geven aan of men in staat is om jaarlijks de voorzieningen in stand te houden. Een stresstest heeft niet zo zeer met de risicobeheersing te maken, maar met de onderbouwing van de begroting. Daarom wordt zo n test in sommige gemeenten slechts eenmaal in de vier jaar uitgevoerd. Het besluit tot het uitvoeren van een dergelijke test is aan het. De koppeling met het weerstandsvermogen, de risico s; de accountant beoordeelt de financiële positie op het cijfer dat hij gecontroleerd heeft op de balans. De risicoanalyse is geen controleobject. Hij kent Naris heel goed. Elke methodiek van risicobeheersing is echter subjectief. De vertaling naar geld is daardoor lastig. Risicomanagement is veel belangrijker dan het inventariseren van risico s. Of de risicobeoordeling een vertalen naar geld is, die blijft binnen de buffers zoals het in het verleden heeft vastgesteld, kan hij niet beoordelen. Dat is een subjectieve beoordeling. Er is ook geen controle mogelijk op risico s. Hij beoordeelt wel op plausibiliteit, dat is wat anders dan controleren. Dat is wel gedaan en daarbij zijn geen afwijkingen geconstateerd. Risicobeheersing; beheersing zit in de verbetering van de processen. In de huidige situatie van de organisatie doen risico s zich niet langer onverwachts voor. Streven naar verbetering is een permanent proces. Had het risico van 5 miljoen euro op Texel meegenomen moeten worden in de beoordeling van de jaarrekening? Het project verkeert niet in het stadium dat er voor dat risico een schuld, een voorziening of een reserve moet worden gehanteerd. De voorzitter vult hier nog op aan dat de risicobeheersingsmaatregelen besproken zijn. Die maatregelen worden op dit moment uitgevoerd. Portefeuillehouder Stam benadrukt nog dat het om een plan gaat. Als men niet uit die risicobeheersingsmaatregelen komt, dan gaat het plan niet door. Er wordt dus tot nu toe geen enkel risico gelopen. Bevindingen en aanbevelingen bij de jaarstukken 2014 ten behoeve van het AB van de concerncontroller. Vragen De heer Hartvelt (KvK) vraagt zich af of er niet een andere begrotingssystematiek moet worden gehanteerd, waardoor mee- en tegenvallers wat scherper tot uitdrukking komen. Over het BAW wordt opgemerkt dat die 30 miljoen euro vol tegenstrijdigheden zit. Hij hoort graag wat die onzekerheden zijn. Ten derde wordt de portefeuillehouder

5 5 van 18 voorgesteld om rondom HWBP een voorstel te maken over de flexibele schil en meer mensen in vaste dienst te gaan nemen. Gesteld wordt dat dat geld gaat kosten, zonder te vermelden hoeveel. Hij hoort van de portefeuillehouder graag wat diens visie is in dezen. Zijn vierde vraag betreft HWBP. Heeft men voldoende know-how in huis om de slimme juristen van de marktpartijen in het kader van die alliantie voldoende tegenwicht te bieden? Mevrouw Van Ollefen (CDA) benadrukt ten aanzien van de aanbeveling op pagina 6 over de personeelsformatie het belang om jonge mensen in huis te halen en intern op te leiden en minder gebruik te gaan maken van externen. Dat geldt ook voor het in huis halen van expertise met betrekking tot Europese subsidies. Mevrouw Leijen (PvdA) is het helemaal eens met de aanbeveling op pagina 4. Zij hoopt dat de organisatie er een stuk wijzer van wordt. Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) sluit zich aan bij de eerste vraag van de heer Hartvelt. De heer Van Beek (VBNE) vraagt zich af wat het DB gaat doen met de aanbevelingen van de concerncontroller. Beantwoording door de concerncontroller, de heer Ten Doeschate. De heer Ten Doeschate gaat in op de begrotingssystematiek en de vraag waarom er geld wordt overgehouden. De essentie met betrekking tot de gevolgde begrotingssystematiek is dat bij overheden risico s snel geëscaleerd worden, terwijl in geval van meevallers men voorzichtig is om dat geld terug te geven. In plaats van dat met een begrotingstechnische exercitie op te lossen, zoekt hij de oplossing meer in een verandering van mentaliteit. Men zal elkaar scherper moeten aanspreken in geval van regelmatige overschotten (en belonen in geval van tekort, omdat er scherp begroot is). Er wordt steeds meer geïnvesteerd in de systematiek (er wordt meer onderbouwing van de begroting gevraagd). Betreffende de bezuiniging 30 miljoen euro; de aanbevelingen uit de commissie Peijs zijn opgepakt en voor de vijf kringen zijn plannen gekomen. Hij benadrukt echter de gemeenten scherp te houden. Vandaar zijn waarschuwing. Dan het voorstel HWBP voor flexibele schil; dat heeft te maken met de inhuur van buiten en de veranderde inzichten in de voor- en nadelen van externe versus interne medewerkers. Men heeft geleerd dat externe krachten minder loyaal zijn aan de organisatie en snel weer verdwijnen als ze ergens anders meer geld kunnen verdienen, waardoor er kennis weglekt. Vandaar de aanbeveling om externe kennis vaker voor vast in dienst te nemen. Op termijn verdienen die medewerkers zich terug. Voldoende know-how in huis ten opzichte van juristen in de markt? Grote advocatenkantoren met relevante kennis worden ingehuurd. Beantwoording door portefeuillehouder Kramer met betrekking tot de aanbevelingen in het stuk van de concerncontroller Allereerst extra aandacht geven aan de prognoses in het boekjaar. Er wordt scherper opgelet op afwijkingen. Intern wordt er steviger doorgevraagd in geval van verschillen. Onderzoeken van de effecten van het verschuiven van activiteiten

6 6 van 18 tussen de verschillende boekjaren. Dat gaat inderdaad onderzocht worden. Het inhuren van HWBP-medewerkers; dat wordt zo veel mogelijk gedaan. Bij HWBP gaat het vaak om maatwerk en zijn specialisten slechts kortdurend nodig. Die mensen kunnen intern niet opgeleid worden. Er wordt wel aan gewerkt om hun kennis binnen de organisatie behouden te laten blijven. Toch wordt er zo veel mogelijk naar gestreefd om de eigen mensen intern ook zelf op te leiden. Beleidsevaluatie volledig integreren in de jaarrekening; op dit moment kan dat nog niet. Het betekent dat veel meer inhoudelijkheid en details in de jaarrekening zou worden gebracht, hetgeen de leesbaarheid niet ten goede komt. Als er met kwartaalrapportages gewerkt zou worden, is de jaarrekening niet meer nodig om inzicht te krijgen. De meting van doeltreffendheid; dat gebeurt op dit moment. De subsidiespecialist; dat gaat gebeuren. Er wordt een aanbesteding gedaan. De voorzitter vult ten aanzien van het hoogwaterbeschermingsprogramma aan dat de waterschappen een pool hebben opgericht van deskundigen. Indien nodig kan ook een beroep op Rijkswaterstaat worden gedaan. De hoofdstuksgewijze behandeling van het Jaarverslag 2014 ( ) Hoofdstuk 2 De heer Wiese (KvK) herinnert de portefeuillehouder met betrekking tot de planprocedures betreffende de bouw van de vermelde gemalen aan de wens van de commissie een overzicht te krijgen van de partijen aan wie is aanbesteed en of dat op zijn Noord-Hollands is gegaan. De heer Kielstra (LTO) hoort graag wat er met de besparing op de kosten voor elektriciteit bij gemalen in de Schermer van 15% gedaan gaat worden. Mevrouw Leijen (PvdA) constateert met betrekking tot het gestelde, namelijk dat het positieve resultaat in belangrijke mate te danken is aan zonder dat dit ten koste is gegaan van de gestelde doelstellingen uit de begroting. Volgens haar is zojuist afgesproken dat dat onderzocht gaat worden en dat men daar dus nu niet zo veel met zekerheid over kan zeggen. Beantwoording door de portefeuillehouders Kramer en Maarschall Portefeuillehouder Kramer meldt dat hij het overzicht aan wie aanbesteed is nu niet heeft. Hij zal bezien in hoeverre dat openbaar gemaakt mag worden en zal de commissie daar dan van op de hoogte brengen. Portefeuillehouder Maarschall kan de vraag wat er met die besparing gedaan wordt niet beantwoorden. Hij zoekt het uit. De voorzitter vult aan dat die pilot gebruikt wordt om die besparing breder uit te zetten bij de overige gemalen, omdat men ervan uitgaat dat daar nog veel energie bespaard kan worden. Over die aanpak zal de commissie later geïnformeerd worden. Hij benadrukt dat sommige dingen niet te voorzien zijn.

7 7 van 18 De voorzitter vult aan te denken dat voor zover nu te overzien valt, het waar is wat er staat. De toezegging was om daar beter naar te gaan kijken. Hoofdstuk 4.3 De heer Lap (GWL) vraagt om een overzicht van de sanering van de bestaande riooloverstorten en het maken van nieuwe overstorten. Over het afkoppelen van het water (gescheiden riolering) wil hij weten in hoeverre dat ook inderdaad wordt aangesloten op ons systeem. Mevrouw Leijen (PvdA) wil weten waarom er een blauwe smiley staat bij de prestatie-indicator: "Iin 2015 zijn de lozingen afgestemd op de kwaliteit van het ontvangende watersysteem." Beantwoording door portefeuillehouder Maarschall Allereerst zegt hij het door de heer Lap gevraagde overzicht toe. Hij heeft begrepen dat het overstorten voor gemeenten vaak een groot probleem is. Wat het afkoppelen betreft, is hij van mening dat daar waar de realiteit afwijkt van hetgeen gerapporteerd wordt, dat bijgesteld moet worden. Het afkoppelen moet wel reëel mogelijk zijn, want dat is het lang niet altijd. Hij zal bij de betreffende gemeenten echter benadrukken resultaat te boeken. Volgens de voorzitter is dit nu ook een onderwerp van de rekenkamercommissie. Dus daar krijgt de commissie vanzelf meer informatie over. De voorzitter licht desgevraagd toe dat een blauwe smiley betekent dat het noch slecht noch goed is. Hij meldt daarbij dat er op dit moment onderzoek wordt gedaan naar de achtergrondbelasting. Die naar de polders is voor een deel gedaan. Het onderzoek naar achtergrondbelasting op de boezemwateren is nog niet klaar. Om te beoordelen of de smiley terecht is, moeten eerst de onderzoeksresultaten afgewacht worden. Hoofdstuk 6.1 De heer Kielstra (LTO) meldt dat over de ontwikkeling van de schuldenpositie staat dat het maximaal om 650 miljoen euro gaat en in 2030 om 550 miljoen euro. In het meerjarenplan staat echter op pagina 6 dat het in 2030 om maximaal 314 miljoen gaat. Hij vraagt de portefeuillehouder dat te corrigeren. Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) wijst erop dat afgesproken is niet langer circa in het meerjarenplan te gebruiken, maar maximaal. Weer staat er circa. Beantwoording door portefeuillehouder Kramer en de voorzitter Als afgesproken is dat dat maximaal zou moeten zijn, dan gaan we dat gewoon corrigeren. Ten aanzien van de afwijking in de omvang van de schuld, waarbij er in het meerjarenplan een ander bedrag staat dan in het voorliggende stuk, meldt de voorzitter dat het in het voorliggende stuk gaat om de uitgangspunten die het heeft vastgelegd; die zijn niet gewijzigd. In het MJP staat de raming van hoe het over de jaren gaat lopen. Dat is de werkelijke schatting.

8 8 van 18 Hoofdstuk 10 De heer Hartvelt (KvK) heeft behoefte van de portefeuillehouder te horen hoe het systeem precies in elkaar zit via Naris en de risicosimulatie en hoe het mogelijk is dat men dan steeds op die 25 miljoen euro uitkomt. Hij vraagt om een notitie waarin deze berekeningsproblematiek uitgelegd wordt. De heer Sanders (AW) herhaalt met nadruk zijn vraag of er gekeken wordt naar de cumulatie van problemen in het kader van risicoanalyse. Beantwoording portefeuillehouder Kramer Zegt de gevraagde notitie toe. Ingaande op de vraag van de heer Sanders met betrekking tot een stresstest in verband met klimaatwijzigingen, wijst hij erop dat de klimaatwijziging een geleidelijk verlopend verhaal is. Een stresstest gaat in op zaken die een directe impact hebben. Hij zal bezien in hoeverre hij die vraag kan beantwoorden in de toegezegde notitie. De voorzitter vult aan dat er een viertal jaren geleden een Deltavisie gemaakt is over wat de klimaatontwikkelingen voor dit gebied zouden betekenen. Die ontwikkelingen zijn vervolgens ook vertaald in termen van wat dit betekent voor het werk. Dus die vraag is voor een groot deel meegenomen in het Waterprogramma. Hoofdstuk 12 De heer Van Balen Blanken (VVD) leest op pagina 70 ondanks het negatieve saldo van 84 miljoen is toch aan de eisen voldaan. Hij wil weten of dat betekent dat daarmee nu in de pas gelopen wordt, af dat het gefragmenteerde cijfers zijn. Beantwoording portefeuillehouder Kramer en Stam Legt uit dat de verhoging eenmalig is geweest. Het betreft een voorfinanciering voor het HWBP. Dat is ook heel snel hersteld. Er wordt veel aandacht aan besteed dat men binnen de limiet blijft. Portefeuillehouder Stam licht nog toe dat over deze te laat binnengekomen inkomsten in december 2013 een apart besluit is genomen. Er is toen kort geld voor geleend tegen heel weinig rente, zodat het uiteindelijk heel weinig gekost heeft. Hoofdstuk 13 De heer Van Balen Blanken (VVD) meent dat gezien de resultaten van HVC (pagina 71) niet helder vermeld staat welke effecten dat zou hebben. Dat wil hij wel weten. Beantwoording door de portefeuillehouders Maarschall en Kramer Portefeuillehouder Maarschall meldt dat HHNK voor 0,21% meedoet in HVC en men staat garant voor 0,24%. Dat betekent 1,5 miljoen euro garantstelling. Het effect is dat HHNK invloed heeft op de samenwerking. Portefeuillehouder Kramer meldt dat HHNK nu 3 jaar meedoet en dat

9 9 van 18 men ongeveer 0,5 miljoen euro per jaar bespaart. Dus dat risico van die 1,5 miljoen euro is al binnengehaald. Dat betekent dat HHNK vanaf nu positief draait. Hoofdstuk 14 De heer Sanders (AWP) herinnert zich dat HHNK aandacht zou besteden aan waterschapsmonumenten. Nu mist hij de vermelding van deze monumenten. De beantwoording door portefeuillehouder Kramer Dit punt wordt volgende keer meegenomen. Hoofdstuk 15 Mevrouw Leijen (PvdA) wil graag van het college een keer nadere uitleg krijgen over het EMU-saldo. Beantwoording door portefeuillehouder Kramer Als het niet helder is, dan zal het beter uitgelegd moeten gaan worden. Vervolgens stelt de voorzitter de jaarrekening Hoofdstukken in één keer aan de orde. Vragen en opmerkingen De heer Hartvelt (KvK) heeft behoefte om de argumentatie te horen achter de controleverschillen, die opgemerkt zijn door de accountant en die niet verwerkt zijn. De heer Jongmans (CDA) vraagt zich af of het niet voor de hand ligt dat er ook een reactie komt van het DB op de bevindingen van zowel de accountant als die van de concerncontroller. De heer Van Beek (VBNE) constateert dat uit de jaarrekening blijkt dat er behoorlijk wat geld over is. Het voorstel is om dat aan de reserves toe te voegen. Dat roept bij hem de vraag op toe hoe ver die reserves dan opgekrikt worden in relatie tot het terugbrengen van de schulden. (Deze vraag mag bij het hierna te behandelen besluit beantwoord worden) Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) sluit zich daar bij aan. Zij komt wat de verschillen betreft tot andere getallen dan de accountant. Zij krijgt daar graag een toelichting op. Bovendien wil zij weten wat met het resultaat gedaan gaat worden. Desgevraagd zegt zij toe deze vraag schriftelijk te zullen indienen. Beantwoording door portefeuillehouder Kramer Het dispuut met de accountant over de twee punten; wat de voorziening Pensioenen betreft, daarin gaat het voor een groot deel om een renteverschil. Door de dalende rente moet er meer gereserveerd worden. Daarnaast is er een post van euro betreffende organisatieontwikkeling. Dat is ooit gegarandeerd, maar dat loopt nog door. Het vervalt echter langzaam maar zeker. Vandaar dat dat verschil gewoon geaccepteerd wordt. Wat de gevraagde reactie van het DB betreft antwoordt de voorzitter

10 10 van 18 dat het hem goed lijkt dat er in de toekomst in de bijlage van het besluitstuk aangegeven wordt wat het DB met de belangrijkste aanbevelingen gaat doen. Het Voorstel ( ) en het Besluit ( ) Vragen en opmerkingen (naast de reeds door de heer Van Beek (VBNE) gestelde vraag) Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) vraagt om bij het besluit nog niet direct een afweging te maken om het aan de reserves toe te voegen, maar eerst te kijken hoe het lopend resultaat gaat worden in De heer Jongmans (CDA) heeft dezelfde vraag als de heer Van Beek. Daar voegt hij nog aan toe dat ook de eerste resultaten van 2015 daarbij betrokken kunnen worden. Dat leidt dan tot een fors bedrag, dat hij niet kan vinden in de bestemmingsreserves, zoals aangegeven staat. Hij kan zich voorstellen dat nog eens bekeken wordt door de commissie hoe dat precies moet gebeuren. De heer Marees (VVD) ziet graag dat punt 4 aangepast wordt. In de komende -vergadering verneemt hij graag welke aanbevelingen wel en niet overgenomen gaan worden. De voorzitter geeft aan dat dat niet is wat hij heeft toegezegd. Hij heeft toegezegd dat dat in de volgende jaren zal gebeuren. Er is net geprobeerd om daar antwoord op te geven en daaruit blijkt dat het DB de aanbevelingen op één na allemaal overneemt. De voorzitter geeft voor het vervolg van de discussie als context mee dat de commissie weliswaar de wens kenbaar heeft gemaakt de schuld verder omlaag te brengen, maar dat de bedoeling van de ophoging van de bestemmingsreserves is om daarmee op de een of andere manier de schuld een stuk naar beneden te krijgen. Beantwoording door portefeuillehouder Kramer Het positief resultaat gaat naar de bestemmingsreserve, omdat heel veel zaken niet op 31 december stoppen, maar gewoon doorgaan. Dat betekent dat de daarvoor bestemde middelen in de bestemmingsreserves terechtkomen. Incidentele baten worden inderdaad gebruikt om de schulden omlaag te brengen. In die gevallen krijgt de commissie het voorstel voorgelegd. Naar aanleiding van het meerjarenprogramma gaat er gewerkt worden richting de begroting Dan zal ook de positie van de bestemmingsreserves bediscussieerd worden. Incidentele baten zullen bij voorkeur in aanmerking komen voor het aflossen van schulden. Het verlagen van de bestemmingsreserve zou met zich mee kunnen brengen dat er afgelost gaat worden. 6. Meerjarenplan ( ) Dit agendapunt begint met een toelichting door de directeur Bedrijfsvoering, de heer Hugens. Portefeuillehouder Kramer licht toe dat met dit meerjarenplan naar de

11 11 van 18 nieuwe begroting zal worden toegewerkt, waarin ook het collegeprogramma zal worden verwerkt. 1. Inleiding Mevrouw Tannehill (WN) vraagt zich af in hoeverre het coalitieakkoord hierin al verwerkt is. De heer Van Beek (VBNE) gaat ervan uit dat het collegeprogramma leidend is voor de begroting en dat niet opnieuw de discussie gevoerd gaat worden over 3,5% of 3%. Het is gewoon 3%, want dat is gewoon afgesproken. De heer Hartvelt (KvK) wijst erop dat portefeuillehouder Kramer bij het coalitieakkoord heeft opgemerkt dat die 3% exclusief cao-verhogingen en inflaties zou zijn. Dat was niet de bedoeling. Daarom hoort hij graag van de portefeuillehouder of deze tot een ander inzicht is gekomen. Beantwoording door portefeuillehouder Kramer en de voorzitter Portefeuillehouder Kramer benadrukt dat het coalitieakkoord hierin nog niet is verwerkt. De voorzitter meldt dat het meerjarenprogramma allang in voorbereiding was. Daarbij is uit de commissie het verzoek gekomen ook even te kijken naar 3,5%. Daarna heeft het coalitieakkoord gezegd dat het 3% wordt. Dan is het wel netjes in de volgorde dat men nu laat zien wat het betekent. Bij de begrotingsbehandeling wordt natuurlijk het coalitieakkoord als uitgangspunt genomen. Hij heeft inderdaad gezegd dat die 3% exclusief de cao-verhoging en de inflatie zou zijn. Hij weet dat er hard gewerkt wordt aan het verwerken van de inflatie hierin. Hij weet niet hoe het staat met de cao-verhoging. Hij erkent dat die 3% een eigen leven gaat leiden. Hij neemt zijn uitspraak in het daarom terug. 2. Onze omgeving en onze koers Geen opmerkingen of vragen. 7. Schoon water De heer Lap (GWL) wil weten of er een goede toekomstvisie bestaat voor de investeringen die worden gedaan in de slibverwerking. Mevrouw Leijen (PvdA) wijst erop dat in de tabellen exploitatielasten en investeringsvolumes (pagina 19) wordt gesproken over baten en inkomsten. Zij hoort graag waar die baten en inkomsten uit bestaan. Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) meldt dat bij indicatoren staat dat het afvalwater wordt gezuiverd en dat er gestreefd wordt naar het terugwinnen van grondstoffen. Is er inmiddels al een kostenbatenanalyse bekend? Beantwoording door de portefeuillehouders Maarschall en Stam Portefeuillehouder Maarschall meldt dat de slibverwerking in Beverwijk minimaal tot 2020 in werking blijft. Tot die tijd zal het huidige beleid gelden. Hij heeft begrepen dat er gewerkt moet gaan worden aan een nieuwe strategie. Die zal zo tijdig mogelijk worden ingezet. Het lijkt erop dat de huidige manier van werken succesvol is. Er komt een onderbouwde reactie wanneer tot een nieuwe slibstrategie wordt

12 12 van 18 besloten. Hij weet niet tot welk jaar de huidige slibstrategie werkzaam zal zijn. Portefeuillehouder Stam wijst erop dat de slibstrategie pas afgelopen december is vastgesteld. Daarop is dit hele meerjarenprogramma gebaseerd. Er is dus geen oude of nieuwe strategie. Er is alleen die strategie, die is vastgesteld. Er komt dus geen verandering. De voorzitter vult aan dat er voor in 2017 een evaluatie is afgesproken. Portefeuillehouder Maarschall gaat voort met zijn beantwoording. De baten en inkomsten (pagina 19): Het eigen slib wordt verwerkt en dat van anderen. De baten komen uit de verwerking ten dienste van anderen. De inkomsten behelzen subsidies. De vraag van mevrouw Koning; hij weet dat er uitgebreid onderzoek is gedaan naar de potentie van zowel de energie als de grondstoffen. Hij zegt toe daar de volgende keer de gegevens van te zullen aanleveren. De voorzitter vult aan dat het ook gaat om maatschappelijke kosten/baten en niet alleen over geld. 9. Crisisbeheersing Mevrouw Leijen (PvdA) wijst erop dat op pagina 23 wordt gesproken over 3Di om het modelleringsprogramma in te zetten om overstromingsrisico s in kaart te brengen. Zij wil weten of dat ook in de crisisbeheersing wordt meegenomen. Beantwoording door de voorzitter. 3Di is zeker voor overstromingen. Voor het hele gebied kunnen nu ook regenbuien gesimuleerd worden. Wel moeten de rioleringen van sommige gemeenten er nog in. Daar wordt nog aan gewerkt. 10. Bestuur en organisatie Mevrouw Tannehill (WN) wil weten waarom de begroting voor 2015 bijna 5 miljoen meer is dan de realisatie van Hier lijkt weinig ambitie uit te spreken. Zij krijgt graag een nadere verklaring. Wat haar fractie betreft zou er minder inzet op gepleegd kunnen worden. Verder wil zij weten hoe het verschil in de verschillende begrotingen voor de komende jaren kan worden verklaard. De heer Hartvelt (KvK) merkt ten aanzien van de bestemmingsreserves op dat daar de allocatie van de 15 miljoen euro van 2014 nog bijkomt. Dus voor 2019 gaat het richting de 70 miljoen euro. Is men niet overmatig bezig met het creëren van potjes, terwijl men al barst van de buffers? Wordt daarom de ingezetenen en de bedrijven niet te veel geld gevraagd en kan er niet anders mee omgegaan worden? Dat komt aan de orde bij de begrotingsbespreking Hij wil er wel op attenderen dat die 15 miljoen euro weer een missing link betekent, want die wordt niet gemeld. De heer Van Beek (VBNE) wil weten of hij het goed heeft dat er jaarlijks op de structurele kosten quitte gelopen wordt, maar dat het de incidentele kosten zijn, waardoor de schulden toenemen. Naar zijn mening moet er daarom iets gedaan worden aan de investeringen voor de lange termijn. Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) sluit aan bij de heer Hartvelt. Die 15

13 13 van 18 miljoen die nu over is, komt natuurlijk wel bij de bedrijven en de ingezetenen vandaan. Zijn er niet te hoge aanslagen opgelegd? Zij vindt het lastig nu het meerjarenplan te bespreken, terwijl men weet dat het niet in overeenstemming is met het huidige collegeprogramma. Dat maakt het vervelend voor haar. De heer Jongmans (CDA) meent dat de signalen vanuit het college heel helder zijn. Zijn fractie onderstreept dat als het iets minder kan, het hem wel zo lief is. Beantwoording door portefeuillehouder Kramer Het ongebreideld potjes maken (de heer Hartvelt); dat is zeker niet de bedoeling. Bij de begroting 2016 wordt hierop teruggekomen. De structurele kosten lijken gelijk te lopen; uit de BBVW (Besluit Begroting en Verantwoording Waterschap) blijkt welke zaken men wel en niet mag opnemen. De vraag van mevrouw Tannehill wordt beantwoord door de heer Hugens. Richting mevrouw Koning meldt hij bij de begroting 2016 te zullen terugkomen op haar vraag of er wegens het gunstige resultaat niet te hoge heffingen zijn opgelegd aan de ingezetenen en bedrijven. De voorzitter wijst er hierbij op dat er richting de begroting 2016 keuzes gemaakt gaan worden. Dan zullen al deze vragen en suggesties van een antwoord worden voorzien. Beantwoording door de heer Hugens In 2014 is men begonnen met de bezuinigingen op het personeel van de organisatie. Dat verliep verrassend gunstig. De begroting 2015 is daar niet op aangepast. Nu wordt een aantal van de elementen hersteld in de begrotingswijziging voor De schommelingen in de verschillende begrotingen worden veroorzaakt door onder andere de verkiezingen. De voorzitter vraagt de heer Jongmans hem te helpen in verband met diens vraag. Het gaat nu om een (eerste) raadpleging, waarin het D&H meekreeg iets meer aan schuldreductie te doen. Het D&H komt met een getrouw voorstel om dat te doen. Nu wordt gevraagd te komen met een verlaging van de percentages. Het coalitieakkoord is 3%, dus laten we ons daar aan vasthouden op dit moment. 11. Bijlage Geen vragen of opmerkingen Het Voorstel ( ) en het Besluit ( ) Vragen en opmerkingen De heer Sanders (AWP) heeft begrepen dat opgeroepen wordt iets aan de schulden te doen. Het is de landelijke trend om de schuldenlast in verhouding te zien tot de harde activa. Landelijk wordt mensen die een woning hebben, geadviseerd hun schuldenlast te stabiliseren op 90% van de waarde. Namens de AWP wil hij zeggen dat dat een statement is waar de nieuwe coalitie iets mee kan om die schuldenlast wat harder te

14 14 van 18 formuleren. Mevrouw Tannehill (WN) heeft een opmerking ten aanzien van de jaarschijf 2016 richtinggevend te laten zijn voor de begroting Gezien eerdere opmerkingen over het coalitieakkoord, vraagt zij zich af of het niet verstandig is dit besluit later te nemen bij de begroting na de zomer. De heer Van Balen Blanken (VVD) benadrukt er vertrouwen in te hebben dat, voordat in november een beslissing wordt genomen over de begroting 2016, de heffingen met een behoorlijk percentage verlaagd kunnen worden, gezien de resultaten en de verwachtingen. Zijn fractie zal over twee weken haar standpunt bekendmaken. Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) is van mening dat de jaarschijf niet leidend kan zijn voor de begroting, omdat er in het coalitieakkoord en ook gehoord wat nu allemaal wordt gezegd, heel andere geluiden zijn. Zij stelt voor dat D&H met een aangepast voorstel komt voor 17 juni a.s. Mevrouw Leijen (PvdA) lijkt het goed dat in het D&H besproken wordt wat de bedoeling is met die opgepotte bestemmingsreserves. Zij denkt dat dat de gewenste helderheid verschaft over de aanpak van de schulden. Beantwoording door portefeuillehouder Kramer en de voorzitter Voor de portefeuillehouder is het duidelijk dat de vergadering het D&H oproept zich nog eens te beraden op 1) de termen in het besluit en 2) de verhoging van de belastingen en de vermindering van de schulden. Bij de begroting zal daartoe met een voorstel gekomen worden, hetgeen in lijn zal zijn met het collegeprogramma. Hij gaat nu niet schrappen in de jaarschijf of in besluitpunt 2. Daarover gaat hij in overleg en komt er mogelijk op terug. De voorzitter lijkt het een goede zaak dat het D&H zich beraadt of er duidelijkheid verkregen kan worden door aan de voorliggende tekst enige woorden over het coalitieakkoord toe te voegen. Als dat zo is, zal hij daar de commissie voor het over inlichten. Hij dankt mevrouw Leijen voor haar suggestie, die neemt hij mee. 7. Eerste begrotingswijziging 2015 ( ) Portefeuillehouder Kramer is het duidelijk dat, gezien hetgeen daarover reeds gezegd is, tijdig begrotingswijzigingen ingediend kunnen worden. Vragen en opmerkingen Mevrouw Leijen (PvdA) wijst op verschillen in de cijfers bij de berekening van het positief resultaat, waardoor zij op een ander resultaat uitkomt. Voor de duidelijkheid zal zij deze opmerking schriftelijk indienen. Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) stelt voor het op dit moment bij een melding te laten en eerst te bekijken hoe het in het vervolg van 2015 loopt in verband met eventuele mee- en tegenvallers. Daarna zou bezien kunnen worden of er een oplossing is. De heer Hartvelt zit in deze kwestie met de verantwoording naar zijn achterban. Hij maakt zich zorgen wat die snel oplopende

15 15 van 18 bestemmingsreserves betreft. Zijn achterban zal zich afvragen waar dat voor nodig is. Daarom pleit hij ervoor in de tabel te laten zien dat die 15 miljoen euro reeds bestemd is (pagina 4 van de voorliggende notitie). Beantwoording door portefeuillehouder Kramer en de voorzitter Benadrukt richting mevrouw Koning dat hij zojuist heeft aangegeven dat het wel van belang is dat dit soort zaken regelmatig goed wordt vastgesteld. Dit alles is het resultaat van het feit dat men het allemaal goed in kaart heeft. Om een helder zicht te houden is daarom besloten al die positieve middelen in de bestemmingsreserve te zetten. Om dat heldere beeld te handhaven is het nodig zo n begrotingswijziging wél uit te voeren. Daarom houdt hij dit besluit gestand en wordt het voor stemming voorgelegd. De voorzitter komt in zijn samenvatting terug op de woorden van mevrouw Leijen, die er voor pleitte om ervoor te zorgen dat eenieder hetzelfde beeld heeft met betrekking tot de bestemmingsreserves. Zij heeft gelijk wat de correctie betreft (die 15,4 miljoen euro), maar hij weet niet of dat moet worden aangepast. 8. Vervangen slibinnamepompen SDI te Beverwijk, aanvullend uitvoeringskrediet Portefeuillehouder Maarschall stelt voor de twee negentien jaar oude pompen in Beverwijk te vervangen. Het huidige voorstel is het resultaat van een offerteaanvraagprocedure en heeft geleid tot de meest voordelige oplossing. Vragen en opmerkingen De heer Jongmans (CDA) vervangt de pompen liever niet, maar men zit met de vingers tussen de deur. Mevrouw Koning-Bruijn (BBW) weet dat de slibinstallatie is afgeschreven en dat vervanging gewoon noodzakelijk is. Daarom zegt haar partij gewoon doen!. De heer Hartvelt (KvK) is groot voorstander van vervanging. Hij pleit er wel voor om niet in vijftien jaar af te schrijven, maar een versnelde afschrijving tot 2020 toe te passen. Beantwoording door portefeuillehouder Maarschall Hij laat onderzoeken wat de financiële consequenties zijn van een versnelde afschrijving. 9. Verordening op de factie ondersteuning Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ( ) De voorzitter meldt dat dit onderwerp van gesprek is, omdat gebleken is dat ook grotere fracties behoefte hebben aan ondersteuning. Dat onderwerp is neergelegd bij de commissie die ook naar het huishoudelijk reglement kijkt. Het voorliggende voorstel is daarom niet anders bedoeld dan om de twee steunfractieleden van de eenmanspartijen een legale status te geven. Vragen en opmerkingen

16 16 van 18 De heer Meuwese (50PLUS) meldt dat in het Reglement van orde (2010) het nodige geregeld is met betrekking tot de fractieondersteuning. Een fractie kan ter ondersteuning meerdere personen aanwijzen. Dus alles lijkt voor álle fracties goed geregeld. Daarom vraagt hij zich af waarom nu het DB met een voorstel komt, waarin die ondersteuningsmogelijkheid beperkt lijkt te worden. In tegenstelling tot wat in het DB-voorstel wordt gezegd, is het niet de commissie, maar de fractie zelf die bepaalt wie de fractie ondersteunt. Alleen het commissielid moet door het DB benoemd worden. Verder vraagt hij zich af of het wel verstandig is om de secretarisdirecteur te machtigen nadere regels te stellen. De heer Jongmans (CDA) vraagt zich af wat het weerhoudt om de ondersteuning ook mogelijk te maken voor fracties die uit meer personen bestaan. Over de verdere uitwerking daarvan kan besloten worden als daar draagvlak voor is. De heer Balen Blanken (VVD) benadrukt dat het aan de fracties zelf is om te bepalen wie ondersteunend commissielid wordt. Dat zal naar zijn mening wel van invloed zijn op de commissie, die toch uit leden bestaat met voldoende inhoudelijke kennis. Hij is er geen voorstander van hier de hele verordening voor te veranderen. De heer Kielstra (LTO) steunt het voorstel. Daar slechts één commissielid het woord mag voeren, vraagt hij zich af waarom fracties van twee leden en meer ook nog een fractie-ondersteuner willen. Mevrouw Leijen (PvdA) vindt de regeling zoals die de afgelopen tijd is geweest ook prima, zij het dat zij wel kan meegaan in een verdere verfijning ervan. Van een fractiebijdrage heeft zij nog nooit gehoord. Zij heeft een hele lijst gevonden van dingen die níet met die bijdrage gedaan mogen worden. Daarom hoort zij graag nader waar die bijdrage wel voor bedoeld is. De heer Hartvelt (KvK) pleit ervoor om in plaats van de datum van 10 juni 2015 een -datum te kiezen. De heer Lap (GWL) denkt dat het voorstel een goede zaak is voor de kleine partijen. Hij benadrukt niet uit het oog te verliezen dat de huidige fractievertegenwoordigers de mensen zijn die door hun achterban daartoe gekozen zijn. Beantwoording door de voorzitter Hij benadrukt dat het aan de commissie zelf is om deze kwestie te regelen. Er is alleen geprobeerd om datgene wat er was een formeel kader te geven. Hij stelt voor het te houden zoals het is en ziet graag een voorstel van de commissie zelf tegemoet. Het voorstel is daarmee voor nu van tafel. Ter informatie 10. Q Concernrapportage ( ) Er zijn geen vragen. 11. Q Waterketen ( ) Er zijn geen vragen.

17 17 van Q Regieprogramma s ( ) Is aan de andere commissie. 13. Q Uitvoeringsprogramma Baggeren ( ) Is aan de andere commissie. 14. Rondvraag De heer Kielstra (LTO) neemt aan dat de commissieleden de zeven namen van de kandidaten voor de rekenkamercommissie krijgen vóór de vergadering. Hij neemt aan dat er de volgende vergadering ook over een vice-dijkgraaf gesproken gaat worden. Verder meldt hij een pakketje te hebben ontvangen met een fles wijn en een brief, waarin hij bedankt wordt voor zijn inspanningen voor het waterschap, dat afscheid van hem genomen zou hebben. Hij had de fles al open, dus hij stuurt hem niet terug. De heer Lap (GWL) wil weten of de problemen met het storten van slib zijn opgelost. Verder vraagt hij met betrekking tot de aanbesteding van het vervoer van het slib of die aanbesteding opgedeeld kan worden in delen. Portefeuillehouder Maarschall antwoordt dat die vraag beter aan het DB gesteld kan worden. Het is aan de hoofdaannemer en de eventuele onderaannemer om met elkaar tot overeenstemming te komen. De voorzitter wijst op de aanbestedingsregels. Het moet dus altijd binnen die regels passen. De door de heer Kielstra gevraagde namen zullen geleverd worden. Het voorstel is om ook een voorstel te doen voor een loco-dijkgraaf op de vergadering van het. De voorzitter sluit de vergadering om uur.

18 18 van 18 Actie Door vergadering en agendapunt 1. De zeven namen van de kandidaten voor de rekenkamercommissie bekendmaken 2. Bezien in hoeverre aan partijen bekendgemaakt kan worden aan wie de bouw van gemalen is uitbesteed 3. Leveren van overzicht van de sanering van bestaande riooloverstorten 4. Notitie leveren over de berekeningsproblematiek weerstandsvermogen, daarbij ook aandacht besteden aan de stresstest 5. Het punt van de waterschapsmonumenten meenemen in de tekst 6. Gegevens aanleveren met betrekking tot kostenbatenanalyse met betrekking tot terugwinnen van grondstoffen L.H.M. Kohsiek J.D. Kramer R. Maarschall J.D. Kramer J.D. Kramer L.H.M. Kohsiek Gereed Memo d.d. 11 juni 2015 via ibabs Zie memo beantwoording diverse vragen uit de commissies ( ) idem Presentatie of notitie in het najaar Bij de Begroting 2016, als eerstvolgend P&Cproduct Zie info in memo