Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Krulder

Transcriptie

1 Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Krulder

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting Vraagstelling Plan van aanpak Afbakening project Stappen Stap Stap Stap Stap Bevindingen Algemeen Fotocollage Algemene indruk Technische staat Binnenmilieu Functionele staat Conclusies Aanbevelingen Uitgangspunten ambitieniveau Kostenopgave aanbevelingen Bijlage I, Plattegrond gebouw Begane grond e Verdieping Bijlage II, Condtiemeting Bijlage III, Binnenmilieu Bijlage IV, Functionele kwaliteitscriteria

3 1 Inleiding en samenvatting Voor de Gemeente Katwijk en het primair onderwijsbestuur, Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek, heeft Asset Facility Management een quickscan uitgevoerd. De quickscan heeft betrekking op de functionele en kwalitatieve staat van het gebouw waarin De Krulder is gehuisvest. Een functioneel, veilig en gezond schoolgebouw is een voorwaarde voor een goede leeromgeving. Een schoolgebouw dient aan diverse aspecten te voldoen om een fijne leeromgeving te kunnen bieden. In de loop der tijd is de manier waarop onderwijs in schoolgebouwen wordt gegeven veranderd. De voorzieningen in de (oudere) schoolgebouwen sluiten hierdoor niet meer in voldoende mate aan op de functionele behoeften. Dit rapport is het resultaat van een quickscan naar de functionele en kwalitatieve staat van het schoolgebouw. De belangrijkste conclusies uit de quickscan zijn: De technische staat van het gebouw voldoet aan de minimale conditiescore 3 conform de NEN Wel is het zo dat het gebouw esthetisch gezien een gedateerde, sobere uitstraling heeft. Het gebouw voldoet op luchtkwaliteit in de leslokalen niet aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen Het binnenmilieu in de lokalen en de thermische schil van het gebouw dient verbeterd te worden. Het functionele kwaliteitsniveau van het schoolgebouw is matig tot slecht te noemen. Het gebouw voldoet niet aan de eisen van het kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs op het gebied van veiligheid, representativiteit, compartimentering, flexibiliteit, voorzieningen en toegankelijkheid. Om te voldoen aan het kwaliteitskader zullen er diverse verbouwingen en uitbreidingen gerealiseerd moeten worden. 3

4 In hoofdstuk 4 en bijlage 2 t/m 4 van dit rapport treft u de onderbouwing en uitgebreide onderzoeksresultaten aan die voor dit onderzoek zijn opgesteld. 2 Vraagstelling Voor de Gemeente Katwijk en het primair onderwijsbestuur, Stichting Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek, heeft Asset Facility Management een quickscan uitgevoerd naar de functionele en kwalitatieve staat van het schoolgebouw. Deze quickscan bestaat uit drie onderdelen: Beoordeling technische kwaliteitsniveau schoolgebouw; Beoordeling energie en binnenmilieu prestatie schoolgebouw; Beoordeling functioneel kwaliteitsniveau schoolgebouw. Het doel van deze quickscan is het huidige technische en functionele kwaliteitsniveau van het gebouw in kaart te brengen. De resultaten worden getoetst aan een vooraf gesteld ambitieniveau (kwaliteitseisen). Het verschil tussen feitelijk en gewenste kwaliteit maken we inzichtelijk en hiervan maken we een kostenraming om het gebouw te verbeteren naar het gewenste ambitieniveau. 3 Plan van aanpak Hieronder beschrijven we de aanpak van de advieswerkzaamheden. 3.1 Afbakening project De quickscan naar de functionele en kwalitatieve staat heeft betrekking op De Krulder te Katwijk. 3.2 Stappen Voor de quickscan worden een aantal stappen doorlopen die hieronder worden toegelicht. De adviseur voert de quickscan op locatie uit. Hierbij worden geen (digitale) metingen verricht. Elke quickscan begint met een interview met de schooldirectie. Tijdens dit gesprek bespreken we de knelpunten die de schooldirectie ervaart tussen gewenste prestaties (technisch en functioneel) van het gebouw en de feitelijke prestaties. 4

5 3.2.1 Stap 1 Conditiemeting Door middel van een visuele inspectie bepalen we de bouwtechnische staat van het gebouw conform de methodiek Conditiemeting NEN2767. Hiervoor inspecteren we alle zwaarwegende bouw- en installatiedelen (). Het huidige meerjarenonderhoudsplan gebruiken we als onderlegger, zodat alle bruikbare informatie op een efficiënte wijze wordt ingezet. Op basis van de conditiemeting bepaalt de adviseur op een objectieve wijze de technische staat (conditie) van het bouw- en installatiedeel. Dit resulteert in een overzicht van alle condities per bouw- en installatiedeel. De belangrijkste bevindingen brengen we in beeld door middel van een fotoreportage. Onder de zwaarwegende gebouwelementen wordt verstaan: dak(constructie), gevel, fundering, overige draagconstructies, vloer- en plafondafwerking, warmteopwekking en distributie, eventuele luchtbehandeling en elektra installatie Stap 2 Levensduurverlengende maatregelen Uit de conditiemeting volgen eventuele levensduurverlengende onderhoudsmaatregelen. De onderhoudsmaatregelen hebben als doel het gebouw minimaal 20 jaar in stand te houden. Het investeringsplan omvat een opsomming van onderhoudsmaatregelen (alléén groot onderhoud), inclusief een globale kostenraming van benodigde investeringen om de levensduur van het gebouw te verlengen. De geadviseerde onderhoudsmaatregelen vloeien voort uit de geconstateerde gebreken of elementen met een restlevensduur van minder dan 10 jaar (conditie 3 of slechter) Stap 3 Binnenmilieu In deze stap brengen we de benodigde maatregelen in kaart, gericht op het verminderen van het energieverbruik en het verbeteren van het binnenmilieu. Simpelweg door isoleren en ventileren. In 2009 zijn door derden Energie en Binnenmilieu Adviezen (EBA) opgesteld. Deze rapportage gebruiken wij als onderlegger voor deze quickscan. De rapportage toetsen wij aan de huidige situatie en vullen deze waarnodig aan. Hieruit volgen eventuele verbetermaatregelen. Het investeringsplan omvat een opsomming van verbetermaatregelen inclusief een globale kostenraming van benodigde investeringen om de prestaties van het gebouw te verbeteren. Het uitgangspunt 5

6 voor de verbetermaatregelen is minimaal het bereiken van ambitieniveau C, in overeenstemming met het Programma van Eisen Frisse Scholen Stap 4 Functionele staat Voor de quickscan naar de functionele staat van het gebouw hanteren we het kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs (VNG / PO-Raad) als onderlegger. In het kwaliteitskader is de gewenste basiskwaliteit vastgesteld. Met het onderzoek toetsen we de gewenste gebouwprestaties aan de feitelijke situatie. Hiermee krijgen we inzicht in de functionele staat van het gebouw. De toetsing heeft voornamelijk betrekking op de onderdelen die van invloed zijn en/of relatief eenvoudig aanpasbaar zijn én bijdragen aan de onderwijsvisie van het schoolbestuur. De functionele kwaliteitscriteria hebben betrekking op geschiktheid van ruimte op basis van de activiteiten die er nu plaatsvinden. 6

7 4 Bevindingen 4.1 Algemeen Adresgegevens Gebouwgegevens Naam: De Krulder Bouwjaar: 1972 Adres: Van Lierestraat 2 Verbouwing/renovatie: 1996 Postcode: 2221 BC Bruto vloeroppervlak: 1384 m2 Plaats: Katwijk Aantal bouwlagen: 2 BRIN-nummer: 20BW Plattegrond: Bijlage I Organisatie gegevens Organisatiesoort: Primair onderwijs Type onderwijs: Openbaar Onderwijs (OBODB) Kinderopvangvorm: Peuterspeelzaal Leerlingenaantal: circa 120 Personeelsaantal: fte 4.2 Fotocollage Exterieur (gevel) Exterieur (dak) Exterieur (terrein) Interieur (lokaal) Interieur (speellokaal) Interieur (lokaal) 7

8 4.3 Algemene indruk Het interieur is functionele opgezet en heeft een sobere uitstraling. Centraal in het gebouw is een patio, waaraan de gangen en 8 lokalen grenzen. De temperatuur op de verdieping kan in de zomer flink oplopen. Het gebouw is op één plek uitgebreid (1996): dit deel is bouwtechnisch gezien beter vanwege de toegepaste isolatiegraad van de gevels, daken en beglazing. 4.4 Technische staat Het schoolgebouw verkeert bouwtechnisch en installatietechnisch gezien in een goede staat van onderhoud. Het gebouw dateert uit In 1996 is er een uitbreiding aan de rechterzijde gerealiseerd. Het gebouw is degelijk gebouwd en bestaat uit gemetselde gevels voorzien van houten kozijnen en de lichthellende daken afgewerkt met een bitumineuze dakbedekking. De aanbouw uit 1996 is afgewerkt met EPDM dakbedekking. Het buitenschilderwerk is in een matige tot redelijke staat. De toiletgroepen zijn gedateerd en aan vervanging toe. Diverse tegels zitten los en het sanitair is verouderd. De verlichting in het gebouw betreffen conventionele armaturen. De binnenzijde geeft over het algemeen een gedateerde indruk, maar is technisch gezien in een goede conditie. Daarnaast zijn enkele gebreken geconstateerd welke zijn opgenomen in de fotorapportage in bijlage II. Het buitenschilderwerk is over het algemeen aan het verpoederen en plaatselijk aan het afbladderen (onder andere aan de voorzijde van het gebouw). Elementen welke de komen de 10 jaar zullen moeten worden aangepakt Schilderwerk Buitenkozijnen, herstellen houtrot Armaturen vervangen Toiletgroepen vervangen Overige elementen waarvan verwacht worden dat deze tussen 10 en 20 jaar vervangen moeten worden, zijn de zonwering, vloerafwerking, de plafondafwerking, de cv-ketel, de radiatoren, de lichtgroepenkast en de keuken. 8

9 4.5 Binnenmilieu Om te kunnen beoordelen of een school veel of weinig energie verbruikt is in 2009 een EBA rapportage (d.d ) opgesteld waarin een indicatief energielabel is berekend. Een gebouw met een A++ label is zeer energiezuinig en een gebouw met een G label is zeer energie onzuinig. Uit de EBA rapportage komt naar voren dat het gebouw een indicatief energielabel heeft met een score F. Dit houdt in dat de energetische waarde van het schoolgebouw slecht is en dat het gebouw niet energiezuinig is. Daarnaast is een kwalificatie gegeven aan de luchtkwaliteit en het thermisch conform in de winter en het thermisch comfort in de zomer. De kwalificatie A t/m C is acceptabel, de kwalificatie D is niet acceptabel. De kwalificaties zijn hieronder weergegeven. De luchtkwaliteit van het binnenmilieu is onvoldoende (D). Het thermisch comfort in de winter is matig (C). Het thermisch comfort in de zomer is matig (D). Sinds de EBA opname is de cv-ketel vervangen, waardoor er al een lichte verbetering is opgetreden. Gebouweigenschappen Isolatie De isolatiegraad van het gebouw is, met uitzondering op de uitbreiding (1996), matig. Zowel de spouwmuren, de daken als de begane grondvloer zijn niet of minimaal geïsoleerd. Ook de beglazing bestaat grotendeels uit enkel glas en voor een deel uit dubbel glas (géén HR++ beglazing). Hierdoor wordt de gevoelstemperatuur minder aangenaam en ontstaat er tocht bij de ramen. Verwarming In het gebouw is een energiezuinige cv-ketel, die de temperatuur regelt via (kolom)radiatoren. De radiatoren zijn voorzien van thermostatische radiatorknoppen, waardoor de temperatuurregeling per ruimte bijgesteld kan worden. Ventilatie In de gehele school is geen mechanische ventilatie aanwezig. Dat wil zeggen dat de lokalen alleen de mogelijkheid hebben om op natuurlijke wijze te ventileren. Verlichting De verlichting in de lokalen bestaat uit conventionele verlichting en er is geen daglichtafhankelijke regeling of bewegingsdetectie aanwezig. 9

10 Zonnepanelen Er zijn geen zonnepanelen op het dak aanwezig voor het opwekken van elektriciteit. Dit zou een bijdrage leveren aan het verlagen van de elektriciteitskosten. 4.6 Functionele staat Het onderzoek naar de functionele staat van het schoolgebouw richt zich op een gewenste basiskwaliteit, waarbij het gebruikersbelang centraal staat. De aandachtspunten zijn hieronder opgesomd. Functionele en technische aandachtspunten Veiligheid Op basis van een visuele quickscan is er geen brandcompartimentering aanwezig. Representativiteit De algemene uitstraling van het schoolgebouw is gedateerd en sober. De architectuur kenmerkt zich door de toepassing van licht rode baksteen, gericht op een functionele invulling. De later aangebrachte uitbreiding sluit hierbij aan. De bezoekersentree en met name de toiletgroepen zijn gedateerd. Logistiek Het schoolgebouw beschikt over meerdere ingangen en heeft een duidelijke looproute. De kleuters hebben een eigen entree. Compartimentering Het schoolgebouw is zo ingedeeld dat het klassikaal onderwijs voldoende ondersteunt. Wanneer een andere opzet zou worden nagestreefd ontstaan er knelpunten op het gebied van draagconstructies. Verder is het gebruik door derden redelijk goed mogelijk, aangezien er aparte toegangen zijn en delen van het gebouw afsluitbaar zijn. Flexibiliteit Het schoolgebouw is statisch gebouwd en het is niet zonder meer mogelijk om de lokalen aan te passen aan een andere vorm van onderwijs (bijv. adaptief onderwijs) dan de huidige klassikale vorm. Alleen de aula is met flexibele wanden afsluitbaar. Voorzieningen binnen In het schoolgebouw zijn verschillende ondersteunende ruimten voorzien zoals een lerarenkamer, een IB-/bespreekkamer, een directiekamer, een keukenruimte, een speellokaal en enkele bergruimten. Het gebouw heeft geen gymruimte. 10

11 Toegankelijkheid Het schoolgebouw is niet toegankelijk voor mindervalide bezoekers, leerlingen of leerkrachten. De 1e verdieping is enkel per trap bereikbaar. Verkeersveiligheid Het schoolgebouw is redelijk gesitueerd als het gaat om verkeersveiligheid en rust. Het ligt in een woonwijk en is bereikbaar via een doorgaande straat. De parkeervoorzieningen zijn op de weg zelf, direct aan het schoolplein. Het aantal parkeermogelijkheden is aan de krappe kant. Hoe de verkeerssituatie op piekmomenten (brengen en halen van de leerlingen) is, kon op moment van opname (vakantieperiode) niet worden beoordeeld. Voorzieningen terrein De school beschikt over een ruim bemeten schoolplein rondom de gebouwen. Op het schoolplein is een buitenberging te vinden voor speelgoed en een overdekte fietsenstalling. Het schoolplein is afgezet met een afsluitbaar hekwerk van circa 1 meter hoog. Verder is het schoolplein afwisselend ingericht met verharding, speeltoestellen en groenvoorzieningen (struiken, volwassen bomen). 11

12 5 Conclusies Op dit moment voldoet de school niet aan de gestelde criteria en zullen er diverse bouwkundige verbouwingen/uitbreidingen moeten plaatsvinden wil men hieraan voldoen. Technische staat Het technische kwaliteitsniveau van het schoolgebouw voldoet aan de minimale conditiescore 3 conform NEN Dit houdt in dat de zwaarwegende gebouwelementen in een acceptabele conditie verkeren. In bijlage II treft u een overzicht aan met de conditiescore per zwaarwegend gebouwelement. Binnenmilieu Het gebouw voldoet niet aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen In 2009 was het resultaat van de EBA rapportage een indicatief energielabel F, wat geclassificeerd kan worden met slecht. Inmiddels is er een energiezuinige CV-ketel aangebracht voor de verwarming van de school en zijn de radiatoren voorzien van thermostaat kranen. Er is geen mechanische ventilatie aanwezig in het gebouw, waardoor het binnenklimaat matig is. Daarnaast is de thermische gebouwschil van het gebouw matig. De gevels, de vloeren en de beglazing zijn niet of nauwelijks geïsoleerd. Om te voldoen aan klasse C zullen ingrijpende renovaties moeten plaatsvinden, zoals het aanbrengen van isolatie en HR++ beglazing. Een andere positief effect op de energetische waarde van het gebouw is het aanbrengen van zonnepanelen op het dak. Functionele staat Het functionele kwaliteitsniveau van het schoolgebouw is matig tot slecht te noemen. Het gebouw voldoet niet aan de eisen van de moderne tijd op het gebied van veiligheid, representativiteit, compartimentering, flexibiliteit, voorzieningen en toegankelijkheid. Om te voldoen aan het kwaliteitskader representatief en flexibel zullen er diverse verbouwingen en uitbreidingen gerealiseerd moeten worden. 12

13 6 Aanbevelingen 6.1 Uitgangspunten ambitieniveau Voor het ambitieniveau dat wordt nagestreefd, hanteren we de volgende uitgangspunten: Technische staat De technische staat van de bouwkundige en installatietechnische elementen die onderhoud behoeven, moeten minimaal voldoen aan een conditiescore 3 (NEN 2767). Dit komt overeen met een redelijke staat van onderhoud, waarbij de functievervulling van de elementen niet in gevaar komt. Uitgangspunt hierbij is dat de levensduur van het gebouw tenminste met 20 jaar verlengd wordt. De toiletgroepen voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd en zijn aan vervanging toe. Elementen welke de komen de 10 jaar zullen moeten worden aangepakt Schilderwerk Buitenkozijnen, herstellen houtrot Armaturen vervangen Toiletgroepen vervangen Overige elementen waarvan verwacht worden dat deze tussen 10 en 20 jaar vervangen moeten worden, zijn de zonwering, vloerafwerking, de plafondafwerking, de cv-ketel, de radiatoren, de lichtgroepenkast en de keuken. Binnenmilieu Het binnenmilieu moet voldoen aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen Om aan deze klasse te voldoen, moet onder ander de thermische schil verbeterd worden, moet de ventilatievoorziening aangepast worden en de verlichting. Verbeteringen die aangebracht moeten worden zijn bijvoorbeeld het isoleren van de daken en gevels, het aanbrengen van isolerend glas, het aanbrengen van gebalanceerde ventilatie en het vervangen van de TL-armaturen. 13

14 Functionele kwaliteitscriteria De functionele staat van de school moet voldoen aan het kwaliteitskader representatief en flexibel. Op dit moment voldoet de school niet aan de gestelde criteria en zullen er diverse bouwkundige verbouwingen/uitbreidingen moeten plaatsvinden wil men hieraan voldoen. Functionaliteit Het ontbreekt de school aan: een overblijflokaal; een extra ruimte voor leerkrachten; een spreekkamer; een keukenvoorziening voor multifunctioneel gebruik; een aparte ruimte voor kopieerapparatuur. Flexibiliteit Een kritisch punt is de starre indeling van de ruimtes, waardoor er geen flexibiliteit is om diverse ruimtes te creëren voor verschillende werkvormen of groepsgroottes. Om hieraan te voldoen, zijn bouwkundige aanpassingen noodzakelijk. Toegankelijkheid Het gebouw is niet rolstoelvriendelijk en is het niet mogelijk om met een rolstoel op de eerste verdieping te geraken. 14

15 6.2 Kostenopgave aanbevelingen Op basis van de geconstateerde punten kunnen we stellen dat het gebouw op diverse gewenste kwaliteitscriteria niet voldoet. Om het gebouw wel goed te laten aansluiten op de huidige en toekomstige behoeften zijn aanpassingen noodzakelijk. Hiervoor zijn meerdere bedenkbare scenario s mogelijk. Het verdient de voorkeur dat het schoolbestuur een langetermijnvisie op het gebied van onderwijs en huisvesting heeft. Op basis van deze visie is het mogelijk een passend scenario op te stellen. Hiervoor is echter een breder onderzoek nodig dan waarin deze quickscan voorziet. De quickscan is een eerste hulpmiddel bij het scherp krijgen van uw prioriteiten en maken van keuzes. In deze quickscan hebben wij de feitelijke situatie in beeld gebracht en getoetst aan de kwaliteitscriteria. Om het gebouw aan de minimale eisen te laten voldoen zijn de volgende aanpassingen noodzakelijk: Technische staat en levensduurverlengde maatregelen Aanbevolen maatregelen (exclusief terugkerende planmatige en correctieve onderhoudsmaatregelen): Schilderen van de buitenkozijnen en boeiboorden Houtrotreparatie van de buitenkozijnen 500 Behandelen van de PU sportvloer Corrigeren betontegels terrein Vervangen dakbedekking kunststof Renoveren toiletgroepen Vervangen radiatoren Vervangen verlichtingsarmaturen Totale geraamde kosten aanpassing Binnenmilieu Aanbevolen maatregelen: Aanbrengen ventilatievoorziening t.b.v. kopieerapparaat 500 Spouwisolatie aanbrengen Isolatieglas aanbrengen Mechanische ventilatie CO2 gestuurd per onderwijsruimte Optimaliseren cv-regeling 500 Zonnepanelen aanbrengen Vloerisolatie aanbrengen

16 Energiezuinige hoogfrequente verlichting aanbrengen Daglichtregeling armaturen Totale geraamde kosten aanpassing Functionele kwaliteitscriteria Aanbevolen maatregelen: Brandcompartimentering aanbrengen Traplift aanbrengen Aircosysteem aanbrengen op verdieping Uitbreiden keukenvoorziening voor multifunct. gebruik Uitbreiden met spreekkamer/ouderruimte Uitbreiden met geventileerde ruimte voor kopieerapp Het aanbrengen van flexibele wanden Renoveren toiletgroepen Totale geraamde kosten aanpassingen Totale geraamde kosten, technische staat, binnenmilieu en functionaliteit (excl. BTW en prijspeil 2015)

17 7 Bijlage I, Plattegrond gebouw Begane grond 1 e Verdieping 17

18 8 Bijlage II, Condtiemeting Stap 1 en 2 De inspectie voor de conditiemeting en bepaling levensduur verlengende maatregelen is uitgevoerd volgens de methodiek NEN2767 Conditiemeting. De NEN2767 is een objectieve en betrouwbare methode voor het inspecteren van de technische staat van bouw- en installatiedelen op basis van een gebreken opname. Uit de gebreken opname komt een conditiescore tot stand. 18

19 19

20 20

21 21

22 9 Bijlage III, Binnenmilieu Stap 3 Een Energie en Binnenmilieu Advies (EBA) beoordeelt de huidige situatie van de energie en het binnenmilieu. De beoordeling van de energetische kwaliteit en de kwaliteit van het binnenmilieu gebeurt op een uniforme wijze. Voor energie is het EBA vooral gebaseerd op de EPA-U methodiek en voor het binnenmilieu vooral op de ISSO 89 en de eendagsmethode van de GGD. Energiemaatregelen & binnenmilieumaatregelen hoeveelheden geschatte Investering [Euro] besparing Energie [%] euro [per jaar] Terugver dientijd [jaar] Uitvoeren isoleren schuin dak 1 post % ,0 Wordt geadviseerd. gevelisolatie 1 post % ,4 Wordt geadviseerd. glasisolatie 1 post % ,2 Wordt geadviseerd. gebalanceerde mechanische ventilatie met WTW energiezuinige hoogfrequente verlichting daglichtregeling (slechts i.c.m. nieuwe verlichting) optimaliseren cvregeling zonnepanelen aanbrengen 1 post % 0 - Wordt geadviseerd. 1 post ,83% 275 Op natuurlijk - vervangingsmoment Optioneel bij 1 post % ,6 vervanging armaturen 1 post 500 9% ,3 Wordt geadviseerd. 1 post % ,5 Wordt geadviseerd. 22

23 10 Bijlage IV, Functionele kwaliteitscriteria Stap 4 Kwaliteitskader huisvesting: resultaten quickscan Voor de quickscan hanteren we het Kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs (VNG / PO-Raad) als onderlegger. In overleg met het schoolbestuur stellen wij het belang van de kwaliteitscriteria vast en bespreken we de knelpunten die de functionaliteit van de school belemmeren. Hierbij worden geen metingen verricht. In het kwaliteitskader is de gewenste basiskwaliteit vastgesteld. Het kwaliteitskader stelt de gebruiker centraal en is een hulpmiddel om gewenste ambities bespreekbaar te maken en eventuele keuzes te maken. Door middel van de quickscan toetsen we de gewenste gebouwprestaties aan de feitelijke situatie. Hiermee wordt inzicht verkregen in de functionele en kwalitatieve staat van het gebouw. Om de functionele staat van het gebouw inzichtelijk te maken kijken we naar de basiskwaliteitseisen die gesteld worden aan de gebruikswaarde van het gebouw. Het betreft de te verwachten prestaties van onder andere de omvang, situering en geschiktheid van ruimten, op basis van de activiteiten die er plaatsvinden. Als methodiek om de belangen te registreren hanteren we de gebruikswaarde analyse. Met deze methodiek is het mogelijk om per uit te voeren maatregel, het belang van het schoolbestuur tot uiting te brengen. Per beoordelingsaspect (uit te voeren maatregel) wordt de Prioriteit (weging) door het schoolbestuur vastgesteld. De Score, de mate waarin het aspect voldoet aan de gestelde functionaliteit, stellen wij na afstemming op locatie vast. Prioriteit: 6 = ZH (zeer hoog) 3 = R (redelijk) 5 = H (hoog) 2 = L (laag) 4 = M (matig) 1 = ZL (zeer laag) Score: 8 = (onacceptabel) 4 = (storend) 0 = goed 6 = (overlast/stress) 2 = (kan beter) Belang: Het belang, de noodzaak voor de uitvoering van aanpassing, is Prioriteit x Score. 23

24 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 1 Architectonische kwaliteitscriteria ten aanzien van belevingswaarde / beeld- en sfeerverwachting BELEVING 1.1 Exterieur (beeldverwachting buitenkant) 1 B02. Entree(s) (gewenste benaderbaarheid) 2 Entreebenadering, uitnodigend, karakter, herkenbaarheid, representatieve ontvangst b Bezoekersentree is ruim (>12m2) en representatief van opzet Nee Entree is 7,6 m2 en gedateerd c Scholen groter dan 200 leerlingen beschikken over meerdere entrees Ja entree's 1.2 Interieur (beeldverwachting binnenkant) 1 B03. Zichtlijnen (gewenste ruimtelijkheid) 0 Ruimtelijkheid, aantrekkingskracht, transparantie (glaswanden) wandopeningen en doorzichten (openheid/ beslotenheid) Om gevoel sociale veiligheid te vergroten zijn wanden langs verkeersruimten altijd voorzien a van ramen >zie ook D13 Ja B04. Kleur / materiaal (gewenste representativiteit) 3 Aantrekkelijkheid, stimulerend (rust- drukte), identiteit, leesbaarheid a Kleur/materiaal gebruik ondersteunt oriëntatie in het gebouw Nee veel schoonmetselwerk, gangen wel vloertegels i.p.v. linoleum c Kleur/materiaalgebruik ondersteunt functie van ruimte > zie ook D1 t/m D9 Nee schoon metselwerk en HWC plafond B05. Trappen (gewenste verbindingen) 0 Ruimtelijkheid, uitnodigend, speelaanleiding, verticale ver- bindingen, traptype (open -gesloten) a Trappen zijn zodanig gesitueerd dat onnodig geloop door het gebouw wordt voorkomen Ja trappen in het midden B06. Routing (gewenste looplijnen) 1 Vindbaarheid, oriëntatie, herkenbaarheid, veiligheidsgevoel verkeersruimten Logistiek (routing) van gebouw is afgestemd op gebruikstijden van (afzonderlijke) a gebruikersgroepen Indien gangen gebruikt worden voor het geven van onderwijs zijn deze minimaal drie meter c breed Ja Kleuters hebben eigen entree n.v.t N.v.t.; Gang wordt niet gebruikt voor onderwijs d Looproutes in het gebouw zijn kort en duidelijk (bijdrage gevoel van sociale veiligheid) Ja gangen waaraan lokalen grenzen B07. Schaal (gewenste geborgenheid) 2 Geborgenheid, betekenisvol, toeeigening, domeinvorming (leeftijdsgroepen/ zonering) Gebouw heeft een schaal waarin gebruikers zich niet snel verloren voelen. Kinderen voelen a zich er veilig. Ja kleuters hebben een aparte hoek 1

25 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 2 Functionele kwaliteitscriteria ten aanzien van gebruikswaarde / geschiktheid en omvang GEBRUIK 2.2 Omgeving (buitenactiviteiten) 2 C02. Ligging (gewenste locatie) 0 bereikbaarheid d Gebouw is gelegen op meer dan 50 meter van drukke weg (binnenstedelijk, provinciaal) Nee ligt naast drukke weg C03. Verkeersveiligheid (gewenste aanrijroutes) 4 Verkeerscirculerende maatregelen b Verkeersstromen rondom het gebouw leveren geen onveilige situaties op Nee school ligt in een wijk C04. Buitenruimte (gewenste terreininrichting) 1 Inrichting, afwerkingsniveau, diversiteit De inrichting van de buitenruimte dient uit te nodigen tot sport en spel en waar mogelijk a natuurbeleving Ja meer natuur mogelijk b Voorziet in minimaal 3 m2 per leerling (4-12 jarigen) Ja c Voorziet in afzonderlijke stallingsruimte voor fietsen; 1m2 per te stallen fiets Ja g Speelplaats voor kinderen tot 6 jaar is direct vanuit de eigen onderwijsruimte toegankelijk Ja h Speelplaats heeft toegang tot minstens een toilet en een buitenkraan Nee Niet aanwezig C05. Openbaarheid 4 Openbaarheid, terreinafscheiding, vandalisme a Gebouw, terreininrichting en afscheiding dient niet uit te nodigen tot vandalisme Ja b Openbaar toegankelijke delen van de buitenruimte zijn uitgerust met slagvaste buitenverlichting > zie ook D2 Ja Gebruikersgroepen (gebruikstijden) 3 C06. Toegankelijkheid 6 Gebouwbeheer, intercom, toegangsdeuren, afsluitbaarheid, bergruimten derden, openingstijden (gebruik na schooltijd) a Bezoekersentree is voorzien van elektrische deuropener Nee b Entreedeuren (met drangers) kunnen door kinderen zelfstandig worden geopend Ja deur wel, 2 andere niet Bedieningsknoppen (sluitwerk en apparaten) bevinden zich op een hoogte tussen de 900 en c 1200 mm Toegangsruimte(n) rondom entree, lift, miva, groepsruimten hebben voldoende d manoeuvreerruimte voor rolstoelgebruikers Ja Sommige boven ramen +/- 1,50 m Ja e Bezoekersentree is (vanuit oogpunt veiligheid) voorzien van videofoon/ intercom Nee Niet aanwezig Niveauverschillen mogen geen belemmering opleveren voor f rolstoelgebruikers/slechtzienden Netto breedte van verkeersruimte voor loopverkeer, exclusief garderobe/ werkplekken, is g tenminste 1.80 m Nee Verdieping niet bereikbaar Nee varieert van 1,25 tot 2,30 m 2

26 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding C07. Multifunctionaliteit 1 Compartimentering, opdeelbaarheid, paneelwanden, openingstijden a b c Het gebouw dient samenwerking te faciliteren door waar kan uit te gaan van dubbel ruimtegebruik Het gebouw kent een compartimentering die multifunctioneel/gemeenschappelijk gebruik mogelijk maakt Compartimentering brandveiligheid dient (zo veel als mogelijk) samen te vallen met gebruikscompartimentering Nee deels mogelijk Nee veel dragende muren? Functionaliteiten (binnenactiviteiten) 4 C08. Leren 4 onderwijsvisie, werkvormen, collectieve ruimten, groepsgrootten De ruimten voor onderwijsactiviteiten zijn afgestemd op minimaal 2m2 per leerling en 4m2 a voor de leerkracht Het gebouw voorziet in divers ruimteaanbod voor verschillende werkvormen/ b groepsgroottes Ja Nee Lokalen hebben zelfde afmeting c Het gebouw kan zowel klassikaal als omgevingsgericht onderwijs in zich opnemen Nee d Een ruimte waar klassikale instructie wordt gegeven biedt ruimte voor ten minste 25 leerlingen Ja C10. Sport 0 Losse inrichting / afmetingen sportvoorziening a c Het gebouw heeft een speellokaal (84 m2) met bergruimte (6m2) en vrije hoogte van minimaal 3,5 m1 In het gebouw (of in de directe nabijheid) is ruimte aanwezig voor het geven van bewegingsonderwijs Klassikaal wel, omgevingsgericht niet, tenzij bouwkundige aanpassingen Ja speellokaal = 84m2 en berging = 5,85 m2 Ja speellokaal aanwezig C11. Cultuur 7 Bibliotheek, ontmoetingsruimte, voorstellingsruimte, expositieruimte c Het gebouw biedt ruimte om het werk van kinderen te exposeren Ja Alleen in de gang, aula en in de klas d Het gebouw kent onderwijsruimten ingericht voor creatieve, muzikale, technische en-of expressieve activiteiten Nee C12. Overblijven 8 Tussenschoolse opvang, lunchvoorzieningen, centrale of decentrale voorziening a Het gebouw beschikt over adequate overblijfruimte Ja aula Het gebouw beschikt over centraal gelegen keukenvoorziening voor multifunctioneel b gebruik (geen grootkeuken) Nee alleen keuken voor personeel Keukenvoorziening is voorzien van kookgelegenheid (afzuiging), vaatwasser, oven, koeling c en opslagruimte Nee alleen losse koelkast C13. Werken 5 Werkplekken, teamkamer a Het gebouw beschikt over een teamruimte (2m2 per fte)? op slot b Het gebouw beschikt minstens over een spreekkamer annex ouderruimte voor overleg met individuele leerlingen/ouders Ja

27 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding c Het gebouw beschikt over ruimte voor directie, administratie, intern begeleider en ICTbeheer (8m2 per fte) Ja geen administratie e Minimale omvang van ondersteunende ruimten is 12m2 (per ruimte) Nee geen 12 m2 per ruimte f Werkplekken leerkrachten (4m2) zijn nabij ramen/daglicht gesitueerd > zie ook C8b Ja g Het gebouw beschikt over separate werkplekken voor leerkrachten, buiten de groepsinstructieruimte, indien deze na schooltijd voor andere doeleinden dan onderwijs wordt gebruikt > zie ook C7 Ja C14. Overig 2 Garderobe, bergings- en watervoorzieningen Onderwijsruimten hebben minimaal 12m2 vrij wandoppervlak om werk van leerlingen op te a hangen (prikborden o.g.) Ja c Garderobes moeten voorzien in jashaken en opberg/hang mogelijkheid voor tassen Ja Het gebouw heeft (verspreid door het gebouw), voldoende bergruimte, tenminste 1m2 per 4 d Ja leerlingen e Kopieerapparaten zijn in aparte, geventileerde ruimten geplaatst Nee

28 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 3 Technische kwaliteitscriteria ten aanzien van gebouwwaarde /gezondheid en duurzaamheid 3.1 Gezondheid (binnenmilieu) 2 TECHNIEK D01. Daglicht > groot effect op B3, D2, D8 en D15 3 Visueel comfort, gevelopeningen, daglichtfactor, zon- en lichtwering c In ruimten met digitale schoolborden is helderheidswering (met blijvend uitzicht naar buiten) aanwezig Ja jaloezieen e Daglichttoetreding bij voorkeur van links, vanuit het kindperspectief gezien, en van boven Ja f Kleuren op wanden, vloeren en plafonds hebben bij voorkeur hoge reflectiewaarde (lichte tinten) Nee veel schoon metselwerk D02. Kunstlicht > groot effect op D10 2 Visueel comfort, verlichting, lichtsysteem, lichtniveau, aanwezigheidsdetectie en daglichtafhankelijke regeling c Verlichting in onderwijsruimten is in twee zones te schakelen Ja Verlichting in verblijfsruimten is voorzien van daglichtafhankelijke regeling en d aanwezigheidsdetectie Nee e Verlichting in toiletten is voorzien van aanwezigheidsdetectie Nee f Verlichtingsniveau op werkvlakniveau onderwijsruimten is minimaal 300 lux Nee (aanname; niet gemeten) D03. Luchtverversing i.s.m. D4 0 Binnenluchtkwaliteit, ventilatiecapaciteit, centraal- of decen- traal ventilatiesysteem; bedieningsgemak; nachtventilatie; Het gebouw is zodanig ontworpen dat het een natuurlijke trek van lucht (dus verversing/ a verkoeling) bevordert Ja zijden ramen b Ventilatie is per ruimte regelbaar Ja D04. Luchtkwaliteit i.s.m. D3 4 Binnenluchtkwaliteit, kwaliteit toevoerlucht, beïnvloeding; onderhoud; monitoring; vrije hoogte (m1) a CO2 concentratie in onderwijsruimten is in 95% van de gebruikstijd maximaal 950 ppm Nee (aanname; niet gemeten) c Onderwijsruimten kennen gemiddelde vrije hoogte onder plafond van 3,2 m Ja ,95m f Ventilatiesystemen hebben een gedegen gebruiksinstructie. Bij oplevering monitoring gedurende 1e jaar Nee geen ventilatiesysteem aanwezig D05. Ruimteakoestiek i.s.m. D6 1 Akoestisch comfort, akoestiek, nagalmtijd (sec.); spraakverstaanbaarheid, installatiegeluid In het gebouw zijn maatregelen getroffen voor het vergroten van de g spraakverstaanbaarheid Nee Niet aanwezig D06. Geluidsniveau i.s.m. D5 0 Akoestisch comfort, luchtgeluidisolatie tussen ruimten onderling, contactgeluid, geluidsisolatiewaarde gevel Geluidsintensieve ruimten (speellokaal, muzieklokaal of installatieruimten) grenzen niet e direct aan onderwijsruimten Ja D07. Wintertemperatuur 2 5

29 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding Thermisch comfort, verwarmingssysteem (laag temp. verw.); beïnvloeding; tocht; verticale temp. gradient (K/m) a Entrees zijn voorzien van tochtsluizen met minimale diepte van 3m Ja ,35m b Verwarmingssysteem heeft aanvoertemperatuur van maximaal 50 C Ja De verwarming kan per ruimte eenvoudig, doch beperkt (plus en min 2 grd), worden d (na)geregeld Ja thermostaatknoppen g Luchtsnelheden in onderwijsruimten zijn 's winters niet hoger dan 0,16 m/s Nee (aanname; niet gemeten) D08. Zomertemperatuur 6 Thermisch comfort, zonregulering, elektrisch bedienbare zonwering (ter voorkoming overhitting), koeling a Op alle gevels behalve noordgevel is buitenzonwering (screens of uitvalschermen) aanwezig Nee alleen zuid en westgevel b Buitenzonwering is automatisch en vanuit de onderwijsruimte bedienbaar (of te overrulen) Nee handmatig c In het gebouw wordt maximaal gebruik gemaakt van zomernachtventilatie Nee d Operatieve temperatuur bij buitentemperatuur > 20 C maximaal 3 C boven buitentemperatuur in 90% gebruikstijd Nee veel te warm 3.2 Duurzaamheid (toekomstbestendigheid) 5 D10. Energieprestatie 1 Luchtdichtheid, energievraag, energieopwekking, Isolatiewaarde gebouwschil, bemetering, compartimentering h Ramen en buitendeuren hebben een dubbele kierdichting Nee enkele kierdichting i Minimaal 20% van de energievraag wordt met niet-fossiele brandstof opgewekt (duurzame energieopwekking) Nee niet aanwezig D11. Flexibiliteit 4 Draagstructuur flexibiliteit; paneelwanden; installaties; draagstructuur, scheiding casco- gevel- afbouw Het gebouw dient ruimte te bieden aan verschillende werkvormen en (wisselende) a groepsgroottes Nee dragende muren Omwille van gewenste bouwkundige flexibiliteit worden zoveel mogelijk niet dragende b binnenwanden toegepast Nee veel dragende muren De gebouwindeling maakt het mogelijk om instructieruimten samen te voegen of op te c splitsen Nee alleen aula met paneelwand af te sluiten 3.3 Onderhoud (afwerkingsniveau) 5 D13. Materialisatie 1 Afwerkingsnivo afwerking van vloeren, binnenwanden (schilderwerk), plafonds, deuren, ramen en trappen Materiaalkeuzes zijn afgestemd op intensief gebruik, bedoelde functie en b schoonmaakbaarheid Ja m Vloeren in toiletruimten hebben een urinedichte afwerking Ja weinig onderhoud aan linoleum, HWC en schoon metselwerk nog enkele toiletten met vloertegels (personeelstoiletten) 6

30 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D14. Hygiëne 3 Schoonmaakbaarheid, schoonloopzones en sanitaire installaties a Op iedere bouwlaag is schoonmaakkast van 3m2 met warmwatervoorziening aanwezig Nee ongeveer 2,4 m2 Ter plaatse van entrees zijn buiten verdiepte schraaproosters toegepast over volledig c breedte van de doorgang Nee niet aanwezig d Toiletten zijn voorzien van hangtoiletten met inbouwreservoir Nee hooghangend reservoir Toiletten (kinderen tot 6 jaar) grenzen direct aan onderwijsruimten en zijn voorzien van grenzen niet aan lokaal en hebben wel e Nee raam voor toezicht raam Mivatoilet is tevens voorzien van douchemogelijkheid (ten behoeve van volwassenen en g kleine kinderen) Nee Geen douche aanwezig in MIVA Iedere onderwijsruimte heeft ten minste beschikking over een wastafel met h koudwatervoorziening Ja D15. ICT 1 Datanetwerken ICT datavoorzieningen; beveiligingsklasse (Marsch); data-, telefoon-, elektra-aansluitingen, printplaatsen a ICT voorzieningen zijn afgestemd op pedagogisch concept Nee