Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Windvang (hfd gebouw)

Transcriptie

1 Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Windvang (hfd gebouw)

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting Vraagstelling Plan van aanpak Afbakening project Stappen Stap Stap Stap Stap Bevindingen Algemeen Fotocollage Algemene indruk Technische staat Binnenmilieu Functionele staat Conclusies Aanbevelingen Uitgangspunten ambitieniveau Kostenopgave aanbevelingen Bijlage I, Plattegrond gebouw Bijlage II, Conditiemeting Bijlage III, Binnenmilieu Bijlage IV, Functionele kwaliteitscriteria

3 1 Inleiding en samenvatting Voor de Gemeente Katwijk en het primair onderwijsbestuur, de Aloysius Stichting, heeft Asset Facility Management een quickscan uitgevoerd. De quickscan heeft betrekking op de functionele en kwalitatieve staat van het gebouw waarin De Windvang is gehuisvest. Een functioneel, veilig en gezond schoolgebouw is een voorwaarde voor een goede leeromgeving. Een schoolgebouw dient aan diverse aspecten te voldoen om een fijne leeromgeving te kunnen bieden. In de loop der tijd is de manier waarop onderwijs in schoolgebouwen wordt gegeven veranderd. De voorzieningen in de (oudere) schoolgebouwen sluiten hierdoor niet meer in voldoende mate aan op de functionele behoeften. Dit rapport is het resultaat van een quickscan naar de functionele en kwalitatieve staat van het schoolgebouw. De belangrijkste conclusies uit de quickscan zijn: De technische staat van het gebouw voldoet aan de minimale conditiescore 3 conform de NEN Het gebouw voldoet op luchtkwaliteit in de leslokalen niet aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen Dit betekent dat de luchtkwaliteit in de lokalen onvoldoende is. Het thermisch comfort in de zomer en winter voldoen volgens de EBA uit 2009 wel. In de lokalen is het thermisch comfort in de zomer echter niet acceptabel omdat de ventilatievoorzieningen niet kunnen worden gebruikt gelijktijdig met de screens. Hierdoor kunnen de lokalen onvoldoende worden gekoeld met de buitenlucht. Het functionele kwaliteitsniveau van het schoolgebouw is slecht te noemen. Het gebouw voldoet niet aan de eisen van het kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs op het gebied van representativiteit, logistiek/routing, functionaliteit & binnenmilieu. Om te voldoen aan het kwaliteitskader zullen er ingrijpende aanpassingen, verbouwingen en/of uitbreidingen gerealiseerd moeten worden. Overwogen kan worden het gebouw te renoveren of te vervangen. 3

4 In hoofdstuk 4 en bijlage 2 t/m 4 van dit rapport treft u de onderbouwing en uitgebreide onderzoeksresultaten aan die voor dit onderzoek zijn opgesteld. 2 Vraagstelling Voor de Gemeente Katwijk en het primair onderwijsbestuur, de Aloysius Stichting, heeft Asset Facility Management quickscan uitgevoerd naar de functionele en kwalitatieve staat van het schoolgebouw. Deze quickscan bestaat uit drie onderdelen: Beoordeling technische kwaliteitsniveau schoolgebouw; Beoordeling energie en binnenmilieu prestatie schoolgebouw; Beoordeling functioneel kwaliteitsniveau schoolgebouw. Het doel van deze quickscan is de huidige technische en functionele kwaliteitsniveau van het gebouw in kaart te brengen. De resultaten worden getoetst aan een vooraf gesteld ambitieniveau (kwaliteitseisen). Het verschil tussen feitelijke en gewenste kwaliteit maken we inzichtelijk en hiervan maken we een kostenraming om het gebouw te verbeteren naar het gewenste ambitieniveau. 4

5 3 Plan van aanpak Hieronder beschrijven we de aanpak van de advieswerkzaamheden. 3.1 Afbakening project De quickscan naar de functionele en kwalitatieve staat heeft betrekking op De Windvang gelegen aan Van Lierestraat 6 te Katwijk aan Zee. 3.2 Stappen Voor de quickscan worden een aantal stappen doorlopen die hieronder worden toegelicht. De adviseur voert de quickscan op locatie uit. Hierbij worden geen (digitale) metingen verricht. Elke quickscan wordt gestart of afgesloten met een interview met de schooldirectie. Tijdens dit gesprek bespreken we de knelpunten die de schooldirectie ervaart tussen gewenste prestaties (technisch en functioneel) van het gebouw en de feitelijke prestaties Stap 1 Conditiemeting Door middel van een visuele inspectie bepalen we de bouwtechnische staat van het gebouw conform de methodiek Conditiemeting NEN2767. Hiervoor inspecteren we alle zwaarwegende bouw- en installatiedelen (*). Het huidige meerjarenonderhoudsplan gebruiken we als onderlegger, zodat alle bruikbare informatie op een efficiënte wijze wordt ingezet. Op basis van de conditiemeting bepaalt de adviseur op een objectieve wijze de technische staat (conditie) van het bouw- en installatiedeel. Dit resulteert in een overzicht van alle condities per bouw- en installatiedeel. De belangrijkste bevindingen brengen we in beeld door middel van een fotoreportage. * Onder de zwaarwegende gebouwelementen wordt verstaan: dak(constructie), gevel, fundering, overige draagconstructies, vloer- en plafondafwerking, warmteopwekking en distributie, eventuele luchtbehandeling en de elektra installatie Stap 2 Levensduurverlengende maatregelen Uit de conditiemeting volgen eventuele levensduurverlengende onderhoudsmaatregelen. De onderhoudsmaatregelen hebben als doel het gebouw minimaal 20 jaar in stand te houden. Het investeringsplan omvat een opsomming van onderhoudsmaatregelen (alléén groot onderhoud), inclusief een 5

6 globale kostenraming van benodigde investeringen om de levensduur van het gebouw te verlengen. De geadviseerde onderhoudsmaatregelen vloeien voort uit de geconstateerde gebreken of elementen met een restlevensduur van minder dan 10 jaar (conditie 3 of slechter) Stap 3 Binnenmilieu In deze stap brengen we de benodigde maatregelen in kaart, gericht op het verminderen van het energieverbruik en het verbeteren van het binnenmilieu. Simpelweg door isoleren en ventileren. In 2009 zijn door derden Energie en Binnenmilieu Adviezen (EBA) opgesteld. Deze rapportage gebruiken wij als onderlegger voor deze quickscan. De rapportage toetsen wij aan de huidige situatie en passen deze waar nodig aan. Hieruit volgen eventuele verbetermaatregelen. Het investeringsplan omvat een opsomming van verbetermaatregelen inclusief een globale kostenraming van benodigde investeringen om de prestaties van het gebouw te verbeteren. Het uitgangspunt voor de verbetermaatregelen is minimaal het bereiken van ambitieniveau C, in overeenstemming met het Programma van Eisen Frisse Scholen Stap 4 Functionele staat Voor de quickscan naar de functionele staat van het gebouw hanteren we het kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs (VNG / PO-Raad) als onderlegger. In het kwaliteitskader is de gewenste basiskwaliteit vastgesteld. Met het onderzoek toetsen we de gewenste gebouwprestaties aan de feitelijke situatie. Hiermee krijgen we inzicht in de functionele staat van het gebouw. De toetsing heeft voornamelijk betrekking op de onderdelen die van invloed zijn en/of relatief eenvoudig aanpasbaar zijn én bijdragen aan de onderwijsvisie van het schoolbestuur. De functionele kwaliteitscriteria hebben betrekking op geschiktheid van ruimte op basis van de activiteiten die er nu plaatsvinden. 6

7 4 Bevindingen 4.1 Algemeen Adresgegevens Gebouwgegevens Naam: De Windvang Bouwjaar: 1963 Adres: Van Lierestraat 6 Verbouwing/renovatie: onbekend Postcode: 2221 SC Bruto vloeroppervlak: 1562 m2 Plaats: Katwijk aan Zee Aantal bouwlagen: 2 BRIN-nummer: 01JQ Plattegrond: Bijlage I Organisatie gegevens Organisatiesoort: Primair onderwijs (speciaal) Type onderwijs: Speciaal basisonderwijs Kinderopvangvorm: Niet aanwezig Leerlingenaantal: 169 Personeelsaantal: 23 fte 4.2 Fotocollage Exterieur (gevel) Exterieur (dak) Exterieur (terrein) Interieur (verkeersruimte) Interieur (aula) Interieur (lokaal) 7

8 4.3 Algemene indruk Het interieur maakt een licht gedateerde indruk. Het gebouw is in fases uitgebreid en is voorzien van twee eerste verdiepingen, waarvan de verkeersruimtes niet aan elkaar grenzen en er dus geen doorloop mogelijk is. De oorspronkelijke kleuterschool is bij het pand getrokken waardoor, in combinatie met de latere uitbreidingen, een onlogische routing in het gebouw is ontstaan. Het gebouw en de uitbreidingen zijn ontworpen voor klassikaal onderwijs. In het gebouw is vrijwel geen ruimte voor onderwijs voor individuele leerlingen. Ook is in het gebouw geen teamkamer aanwezig. Het team zit nu noodgedwongen in de relatief kleine aula / verkeersruimte. Het gebouw is op de begane grond rolstoelgeschikt. De verdiepingen zijn niet bereikbaar voor rolstoelgebruikers. 4.4 Technische staat Het schoolgebouw verkeert bouwtechnisch en installatietechnisch gezien in een uiteenlopende staat van onderhoud. Het gebouw dateert uit Later is het gebouw meerdere keren uitgebreid. In 2010 is het gebouw uitgebreid met een noodlokaal. Het noodlokaal is in een separate rapportage beschreven. De buitengevels en binnenwanden zijn gemetseld. De oude gevels zijn nageïsoleerd. De recentere gevels zijn met de bouw geïsoleerd. De kozijnen zijn deels uitgevoerd in hout en deels in kunststof. De kozijnen zijn nog niet overal voorzien van dubbele/isolerende beglazing. Op de zonbelaste gevels is buitenzonwering aanwezig. Door de toepassing van zonwering in de vorm van screens kunnen de ventilatievoorzieningen in de lokalen niet meer worden gebruikt. De ventilatievoorzieningen draaien naar buiten, bij gesloten zonwering worden deze geblokkeerd door de screens. De platte daken zijn grotendeels afgewerkt met bitumineuze dakbedekking. De bitumineuze dakbedekking verkeert deels in een matige conditie. Enkele daken zijn afgewerkt met kunststof dakbedekking. De kunststof dakbedekking verkeert in een goede conditie. Daarnaast zijn enkele gebreken geconstateerd welke zijn opgenomen in de fotorapportage in bijlage II. Het buitenschilderwerk verkeert plaatselijk in een slechte conditie. Vermoedelijk is het schilderwerk gefaseerd uitgevoerd. Het interieur maakt een licht gedateerde en plaatselijk een donkere indruk. 8

9 Elementen welke de komende 10 jaar zullen moeten worden aangepakt Schilderwerk: binnen & buiten (één volledige beurt opgenomen) Terreinverharding vervangen/herstraten Dakbedekking bitumineus incl. loodwerken, lichtkoepels en valbeveiliging Vloerafwerkingen vervangen Buitenriolering vervangen gelijktijdig met bestrating Gevelbekleding vervangen Plafondafwerkingen vervangen gedeeltelijk. Stelpost Boeiboorden vervangen Hemelwaterafvoeren vervangen Metselwerk, voegwerk en lateien herstellen. Stelpost Keukenblokjes vervangen deels Groepenkasten vervangen Radiatoren + leidingen vervangen Dakventilator Ontruimingsinstallatie vervangen Boiler vervangen Noodverlichtingsarmaturen vervangen Elementen waarvan wordt verwacht dat deze tussen 10 en 20 jaar vervangen moeten worden zijn de sanitaire voorzieningen, de kunststof dakbedekking, de zonwering (afhankelijk van oplossing ventilatievoorzieningen), de waterslagen, een deel van de houten kozijnen en de cv-installatie. Daarnaast komt de inbraakinstallatie in aanmerking voor revisie. 4.5 Binnenmilieu Om te kunnen beoordelen of een school veel of weinig energie verbruikt is in 2009 een EBA rapportage (d.d ) opgesteld waarin een indicatief energielabel is berekend. Een gebouw met een A++ label is zeer energiezuinig en een gebouw met een G label is zeer energie onzuinig. Uit de EBA rapportage komt naar voren dat het gebouw een indicatief energielabel heeft met een score E. Dit houdt in dat de energetische waarde van het schoolgebouw matig is en dat het gebouw niet heel energiezuinig is. Daarnaast is een kwalificatie gegeven aan de luchtkwaliteit en het thermisch conform in de winter en het thermisch comfort in de zomer. De kwalificatie A 9

10 t/m C is acceptabel, de kwalificatie D is niet acceptabel. De kwalificaties zijn hieronder weergegeven. De luchtkwaliteit van het binnenmilieu is onvoldoende (D). Het thermisch comfort in de winter is voldoende (C). Het thermisch comfort in de zomer is voldoende (C). In de lokalen is het thermisch comfort in de zomer echter niet acceptabel omdat de ventilatievoorzieningen niet kunnen worden gebruikt gelijktijdig met de screens. Hierdoor kunnen de lokalen onvoldoende worden gekoeld met de buitenlucht. Gebouweigenschappen Isolatie De isolatiegraad van het gebouw loopt uiteen. De vloeren zijn vermoedelijk niet geïsoleerd, de gevels zijn na-geïsoleerd en de daken zijn conform de EBA goed geïsoleerd. De isolatiegraad van de uitbreiding na 1992 zijn goed gezien de vanaf 1992 geldende bouwbesluit eisen betreffende isolatie. De kozijnen zijn deels voorzien van dubbele/isolerende beglazing. Een gedeelte van de kozijnen is nog voorzien van enkele beglazing. Verwarming In het gebouw is een energiezuinige cv-installatie (HR-107) aanwezig, die de temperatuur distribueert via radiatoren. De radiatoren zijn grotendeels voorzien van thermostatische radiatorknoppen, waardoor de temperatuur per ruimte geregeld kan worden. De stooktijden van de cv-installaties zijn vermoedelijk geoptimaliseerd. Zo wordt onnodig verwarmen voorkomen. Ventilatie In de lokalen is sprake van natuurlijke dwarsventilatie. De ventilatiecapaciteit is volgens de EBA onvoldoende. Omdat de kozijnen deels zijn voorzien screens kunnen de naar buiten draaiende ventilatievoorzieningen in de lokalen niet worden geopend wanneer de screens zijn gesloten. De lokalen kunnen dan vrijwel niet meer geventileerd worden. Verlichting De verlichting bestaat grotendeel nog uit conventionele TL en PL verlichting. De verlichting is in de lokalen in twee zones te schakelen. Er is geen daglichtafhankelijke regeling of aanwezigheidsdetectie aanwezig. Zonder het verrichten van (digitale) metingen lijkt de verlichting te voldoen aan de minimale lichtsterkte. 10

11 Zonnepanelen Er zijn geen zonnepanelen op het dak aanwezig voor het opwekken van elektriciteit. Het plaatsen van zonnepanelen zou een bijdrage leveren aan het verlagen van de elektriciteitskosten en het verbeteren van het energielabel. 4.6 Functionele staat Het onderzoek naar de functionele staat van het schoolgebouw richt zich op een gewenste basiskwaliteit, waarbij het gebruikersbelang centraal staat. De aandachtspunten zijn hieronder opgesomd. Functionele en technische aandachtspunten Veiligheid Op basis van een visuele quickscan is er brandcompartimentering aanwezig tussen het hoofdgebouw en het voormalig kleutergebouw. Representativiteit De algemene uitstraling van het schoolgebouw is licht gedateerd. De entree is onvoldoende representatief. De materialen zijn gedeeltelijk verouderd en/of versleten. Logistiek Het schoolgebouw beschikt over verschillende ingangen. De routing in het gebouw is inefficiënt. De voormalige kleuterschool is zeer onlogisch bereikbaar. De looproutes in het gebouw zijn relatief lang doordat niet rond kan worden gelopen en de verkeersruimtes zijn smal. Eén kantoorruimte is bereikbaar via een sanitaire ruimte, dit is niet wenselijk. Compartimentering Het gebouw is ontworpen voor klassikaal onderwijs. In het gebouw is te beperkt ruimte aanwezig voor individuele leerlingen. Ook is in het gebouw geen teamkamer aanwezig. Nu wordt een deel van de kleine aula gebruikt als teamkamer. Flexibiliteit Het schoolgebouw is voorzien van veel dragende binnenwanden. Het is daardoor niet zonder meer mogelijk om de lokalen aan te passen aan een andere vorm van onderwijs dan de huidige klassikale vorm. Ook is het niet eenvoudig de lokalen samen te voegen. Voorzieningen binnen In het schoolgebouw zijn verschillende ondersteunende ruimten voorzien zoals een speellokaal, een kleine aula / verkeersruimte, diverse kantoorruimte, een directiekamer, een keukenruimte en enkele bergingen. Het ontbreekt het 11

12 gebouw aan een voldoende ruime centrale ruimte (aula). Daarnaast is er geen teamkamer aanwezig. Toegankelijkheid Het gebouw is op de begane grond grotendeels rolstoelgeschikt. De verdiepingen zijn niet bereikbaar voor rolstoelgebruikers. Verkeersveiligheid Veel leerlingen komen met personenbussen. Er is geen kiss and ride aanwezig. Er zijn echter geen onveilige situaties bekend. Voorzieningen terrein De school beschikt over een schoolplein. Op het schoolplein is stallingsruimte voor fietsen aanwezig. Het schoolplein is omheind met een afsluitbaar hekwerk van circa 1,2 meter hoog. Op het schoolplein is beperkt groenbeleving aanwezig. 12

13 5 Conclusies Op dit moment voldoet de school niet aan de gestelde criteria en zullen er diverse bouwkundige aanpassingen, verbouwingen en uitbreidingen moeten plaatsvinden wil men hieraan voldoen. Technische staat Het technische kwaliteitsniveau van het schoolgebouw voldoet aan de minimale conditiescore 3 conform NEN Dit houdt in dat de zwaarwegende gebouwelementen in een acceptabele conditie verkeren. In bijlage II treft u een overzicht aan met de conditiescore per zwaarwegend gebouwelement. Binnenmilieu Het gebouw voldoet op het vlak luchtkwaliteit niet aan klasse C (C = acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen In 2009 was het resultaat van de EBA rapportage een indicatief energielabel E. Uit de EBA rapportage komt naar voren dat het gebouw een indicatief energielabel heeft met een score E. Dit houdt in dat de energetische waarde van het schoolgebouw matig is en dat het gebouw niet heel energiezuinig is. In de lokalen is het thermisch comfort in de zomer niet acceptabel omdat de ventilatievoorzieningen niet kunnen worden gebruikt gelijktijdig met de screens. Hierdoor kunnen de lokalen onvoldoende worden gekoeld met de buitenlucht. Om te voldoen aan klasse C zullen aanpassingen moeten worden gedaan. Een van de aanpassingen kan zijn, het verbeteren van de luchtkwaliteit en het thermisch comfort in de zomer in de lokalen door het toevoegen van mechanische afzuiging in de lokalen. Hiermee wordt het lokaal beter geventileerd en daarmee ook beter gekoeld met buitenlucht in de zomer. Het vervangen van de conventionele verlichtingsarmaturen door energiezuinige verlichting vermindert ook de opwarming van de lokalen en verlaagt tevens het elektriciteitsverbruik. Daarnaast moeten de ventilatievoorzieningen en/of zonwering aangepast worden zodat deze gelijktijdig kunnen worden gebruikt. In het gebouw is deels nog enkele beglazing aanwezig. Dit heeft een ongunstige invloed op het binnenklimaat. Daarnaast gaat door de enkele beglazing veel warmte verloren. 13

14 Functionele staat Het gebouw voldoet niet aan de eisen van het kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs op het gebied van representativiteit, logistiek/routing, functionaliteit & binnenmilieu. Het gebouw en de entree zijn niet voldoende representatief. De routing in het gebouw is onlogisch en de looproutes zijn relatief lang en smal. Het ontbreekt het gebouw aan voldoende werkruimte voor individuele leerlingen. In het gebouw is geen teamkamer/docentenkamer aanwezig. Om te voldoen aan het kwaliteitskader zullen er aanpassingen, verbouwingen en mogelijk ook uitbreidingen gerealiseerd moeten worden. Overwogen kan worden het gebouw volledig te renoveren of te vervangen. 14

15 6 Aanbevelingen 6.1 Uitgangspunten ambitieniveau Voor het ambitieniveau dat wordt nagestreefd, hanteren we de volgende uitgangspunten: Technische staat De technische staat van de bouwkundige en installatietechnische elementen die onderhoud behoeven, moeten minimaal voldoen aan een conditiescore 3 (NEN 2767). Dit komt overeen met een redelijk staat van onderhoud, waarbij de functievervulling van de elementen niet in gevaar komt. Om de levensduur van het gebouw met 20 jaar te verlengen moeten in de toekomst onderhoud wordt gepleegd. Elementen welke de komende 10 jaar zullen moeten worden aangepakt Schilderwerk: binnen & buiten (één volledige beurt opgenomen) Terreinverharding vervangen/herstraten Dakbedekking bitumineus incl. loodwerken, lichtkoepels en valbeveiliging Vloerafwerkingen vervangen Buitenriolering vervangen gelijktijdig met bestrating Gevelbekleding vervangen Plafondafwerkingen vervangen gedeeltelijk. Stelpost Boeiboorden vervangen Hemelwaterafvoeren vervangen Metselwerk, voegwerk en lateien herstellen. Stelpost Keukenblokjes vervangen deels Groepenkasten vervangen Radiatoren + leidingen vervangen Dakventilator Ontruimingsinstallatie vervangen Boiler vervangen Noodverlichtingsarmaturen vervangen Elementen waarvan wordt verwacht dat deze tussen 10 en 20 jaar vervangen moeten worden zijn de sanitaire voorzieningen, de kunststof dakbedekking, de zonwering (afhankelijk van oplossing ventilatievoorzieningen), de waterslagen, 15

16 een deel van de houten kozijnen en de cv-installatie. Daarnaast komt de inbraakinstallatie in aanmerking voor revisie. Binnenmilieu Het binnenmilieu moet voldoen aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen Om aan deze klasse te voldoen moeten de ventilatievoorziening aangepast worden. Een van de aanpassingen kan zijn het verbeteren van de luchtkwaliteit in de lokalen door het toevoegen van mechanische afzuiging in de lokalen. Hiermee wordt het lokaal beter geventileerd en daarmee ook gekoeld door buitenlucht in de zomer. Gebruikersgedrag is in deze situatie zeer belangrijk. De natuurlijke ventilatieopeningen en mechanische afzuiging moeten handmatig bediend worden. Om de gebruikers van het leslokaal (docent en leerlingen) een instrument te geven wat aangeeft wanneer (extra) geventileerd moet worden, wordt geadviseerd C02 meters in de leslokalen te plaatsen. Daarnaast moeten de ventilatievoorzieningen en/of zonwering aangepast worden zodat deze gelijktijdig kunnen worden gebruikt. Een mogelijk kan zijn het vervangen van de screens door uitvalschermen. Hierdoor kunnen de ventilatievoorzieningen wel geopend worden. Een andere mogelijkheid is het aanpassen van de kozijnen zodat de ventilatievoorzieningen naar binnen draaien. In het gebouw zijn nog conventionele TL- en PL-armaturen aanwezig. Geadviseerd wordt de conventionele verlichtingsarmaturen te vervangen door T- 5 of LED verlichting. Dit vermindert de opwarming van de lokalen en verlaagt het elektriciteitsverbruik. In het gebouw is deels nog enkele beglazing aanwezig. Geadviseerd wordt de enkele beglazing te vervangen door isolerende beglazing. Hiermee worden temperatuurschommelingen verminderd en wordt het gebouw energiezuiniger. Op enkele radiatoren na zijn nog geen thermostaatkranen aanwezig. Geadviseerd wordt deze aan te brengen. Bij het kopieerapparaat is geen directe afzuiging aanwezig. Geadviseerd wordt deze te realiseren. 16

17 Functionele kwaliteitscriteria Het gebouw voldoet niet aan de eisen en wensen van de moderne tijd op het gebied van representativiteit, logistiek/routing, functionaliteit & binnenmilieu. Om te voldoen aan het kwaliteitskader zullen er ingrijpende aanpassingen, verbouwingen en mogelijk ook uitbreidingen gerealiseerd moeten worden. Geadviseerd wordt de representativiteit te verbeteren in combinatie met de logistieke en functionele aanpassingen welke worden geadviseerd. De kosten voor deze combinatie van aanpassingen zijn niet in te schatten. Voor de aanpassingen is een PM post opgenomen. Representativiteit De entree is weinig sprekend, onopvallend en niet erg representatief. De algemene uitstraling van het schoolgebouw is licht gedateerd. De materialen zijn gedeeltelijk verouderd en/of versleten. Logistiek De routing in het gebouw is inefficiënt. De voormalige kleuterschool is zeer onlogisch bereikbaar. De looproutes in het gebouw zijn relatief lang doordat niet rond kan worden gelopen en de verkeersruimtes zijn relatief smal. Eén kantoorruimte is bereikbaar via een sanitaire ruimte, dit is niet wenselijk. Functionaliteit Het ontbreekt het gebouw aan een voldoende ruime centrale ruimte waar de hele school in kan worden verzameld. Daarnaast is er geen teamkamer aanwezig en zijn er onvoldoende / geen werkplekken voor individuele leerlingen aanwezig. 17

18 6.2 Kostenopgave aanbevelingen Op basis van de geconstateerde punten kunnen we stellen dat het gebouw op enkele gewenste kwaliteitscriteria niet voldoet. Om het gebouw wel goed te laten aansluiten op de huidige en toekomstige behoeften zijn aanpassingen nodig. Hiervoor zijn meerdere bedenkbare scenario s mogelijk. Het verdient de voorkeur dat het schoolbestuur een langetermijnvisie op het gebied van onderwijs en huisvesting heeft. Op basis van deze visie is het mogelijk een passend scenario op te stellen. Hiervoor is echter een breder onderzoek nodig dan waarin deze quickscan voorziet. De quickscan is een eerste hulpmiddel bij het scherp krijgen van uw prioriteiten en maken van keuzes. In deze quickscan hebben wij de feitelijke situatie in beeld gebracht en getoetst aan de kwaliteitscriteria. Om het gebouw aan de minimale eisen te laten voldoen zijn de volgende aanpassingen noodzakelijk: Technische staat en levensduur verlengde maatregelen Aanbevolen maatregelen (exclusief terugkerende planmatige en correctieve onderhoudsmaatregelen): Schilderwerk: binnen & buiten (één volledige beurt opgenomen) Terreinverharding vervangen/herstraten Dakbedekking bitumineus incl. loodwerken, lichtkoepels en valbeveiliging Vloerafwerkingen vervangen Buitenriolering vervangen gelijktijdig met bestrating Gevelbekleding vervangen Plafondafwerkingen vervangen gedeeltelijk. Stelpost Boeiboorden vervangen Hemelwaterafvoeren vervangen Metselwerk, voegwerk en lateien herstellen. Stelpost Keukenblokjes vervangen deels Groepenkasten vervangen Radiatoren + leidingen vervangen Dakventilator Ontruimingsinstallatie vervangen Boiler vervangen Noodverlichtingsarmaturen vervangen Sanitair renoveren Dakbedekking kunststof

19 Zonwering vervangen (afhankelijk van aanpassing ivm ventilatie) Waterslagen vervangen Houten kozijnen gedeeltelijk vervangen. Stelpost Cv-installatie vervangen Inbraakinstallatie reviseren Verlichting vervangen. Opgenomen bij binnenmilieu - Globale raming kosten Onderhoud; Totaal (incl. BTW) Binnenmilieu Aanbevolen maatregelen: Aanbrengen thermostaatkranen 500 Toevoegen mechanische afzuiging klasse C + plaatsen CO2 meters in lokalen Aanpassen zonwering of kozijnen zodat de ventilatieopeningen in iedere situatie benut kunnen worden. Stelpost opgenomen Vervangen conventionele verlichting door HF-T5 verlichting Enkele beglazing vervangen door dubbele beglazing Zonnepanelen aanbrengen PM Globale raming kosten aanpassingen Binnenmilieu; Totaal (incl. BTW) Functionele kwaliteitscriteria Aanbevolen maatregelen: Gebouw aanpassen aan de huidige onderwijsvisie met werkplekken voor kleine groepjes, verbeteren van de routing door het gebouw, het realiseren van een teamkamer en het veranderen van de entree voor meer representativiteit. Kosten niet in de schatten zonder ontwerp. PM. PM Aanpassen zonwering of kozijnen zodat de ventilatieopeningen in iedere - situatie benut kunnen worden. Opgenomen bij binnenmilieu. Afzuiging direct bij kopieerapparaat aanbrengen Verbeteren materiaalgebruik (lichtere materialen en kleuren). - Opgenomen bij onderhoudskosten. Verbeteren luchtkwaliteit opgenomen bij binnenmilieu - Globale raming kosten aanpassing Kwaliteitscriteria; Totaal (incl. BTW)

20 7 Bijlage I, Plattegrond gebouw Begane grond (zonder noodgebouw) 1 e Verdieping(en) 20

21 8 Bijlage II, Conditiemeting Stap 1 en 2 De inspectie voor de conditiemeting en bepaling levensduur verlengende maatregelen is uitgevoerd volgens de methodiek NEN2767 Conditiemeting. De NEN2767 is een objectieve en betrouwbare methode voor het inspecteren van de technische staat van bouw- en installatiedelen op basis van een gebreken opname. Uit de gebreken opname komt een conditiescore tot stand. 21

22 22

23 23

24 24

25 25

26 26

27 9 Bijlage III, Binnenmilieu Stap 3 Een Energie en Binnenmilieu Advies (EBA) beoordeelt de huidige situatie van de energie en het binnenmilieu. De beoordeling van de energetische kwaliteit en de kwaliteit van het binnenmilieu gebeurt op een uniforme wijze. Voor energie is het EBA vooral gebaseerd op de EPA-U methodiek en voor het binnenmilieu vooral op de ISSO 89 en de eendagsmethode van de GGD. Energiemaatregelen & binnenmilieumaatreg elen hoeveelhe den geschatte Investerin g energie [%] Besparing euro [per jaar] terugv er dientij d [jaar] Glasisolatie 105 m % 840,00 17 Uitvoeren Wordt geadviseerd. Thermostaatkranen plaatsen Energiezuinige HF T5 verlichting aanbrengen 9 st 500 nvt nvt nvt 140 st % 355,00 > 20 Wordt geadviseerd. Wordt geadviseerd. Afzuiging klasse C incl. C02 meters. Gebalanceerde ventilatie met WTW klasse A Optie: gebalanceerde ventilatie klasse B 11 lok nvt nvt nvt 11 lok nvt nvt nvt 11 lok nvt nvt nvt Optie: koeling 11 lok nvt nvt nvt Wordt geadviseerd. Optie ipv afzuiging klasse C Optie ipv afzuiging klasse C Optie als aanvulling op mechnische afzuiging klasse C. 27

28 10 Bijlage IV, Functionele kwaliteitscriteria Stap 4 Kwaliteitskader huisvesting: resultaten quickscan Voor de quickscan hanteren we het Kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs (VNG / PO-Raad) als onderlegger. In overleg met het schoolbestuur stellen wij het belang van de kwaliteitscriteria vast en bespreken we de knelpunten die de functionaliteit van de school belemmeren. Hierbij worden geen metingen verricht. In het kwaliteitskader is de gewenste basiskwaliteit vastgesteld. Het kwaliteitskader stelt de gebruiker centraal en is een hulpmiddel om gewenste ambities bespreekbaar te maken en eventuele keuzes te maken. Door middel van de quickscan toetsen we de gewenste gebouwprestaties aan de feitelijke situatie. Hiermee wordt inzicht verkregen in de functionele en kwalitatieve staat van het gebouw. Om de functionele staat van het gebouw inzichtelijk te maken kijken we naar de basiskwaliteitseisen die gesteld worden aan de gebruikswaarde van het gebouw. Het betreft de te verwachten prestaties van onder andere de omvang, situering en geschiktheid van ruimten, op basis van de activiteiten die er plaatsvinden. Als methodiek om de belangen te registreren hanteren we de gebruikswaarde analyse. Met deze methodiek is het mogelijk om per uit te voeren maatregel, het belang van het schoolbestuur tot uiting te brengen. Per beoordelingsaspect (uit te voeren maatregel) wordt de Prioriteit (weging) door het schoolbestuur vastgesteld. De Score, de mate waarin het aspect voldoet aan de gestelde functionaliteit, stellen wij na afstemming op locatie vast. Prioriteit: 6 = ZH (zeer hoog) 3 = R (redelijk) 5 = H (hoog) 2 = L (laag) 4 = M (matig) 1 = ZL (zeer laag) Score: 8 = (onacceptabel) 4 = (storend) 0 = goed 6 = (overlast/stress) 2 = (kan beter) Belang: Het belang, de noodzaak voor de uitvoering van aanpassing, is Prioriteit x Score. 28

29 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 1 Architectonische kwaliteitscriteria ten aanzien van belevingswaarde / beeld- en sfeerverwachting BELEVING 1.1 Exterieur (beeldverwachting buitenkant) B0 2. Entree(s) (gewenste benaderbaarheid) * Entreebenadering, uitnodigend, karakter, herkenbaarheid, representatieve ontvangst b Bezoekersentree is ruim (>12m2) en representatief van opzet N ,0 m2. Weinig representatief c Scholen groter dan 200 leerlingen beschikken over meerdere entrees nvt 3 0 < 200 leerlingen 1.2 Interieur (beeldverwachting binnenkant) B0 3. Zichtlijnen (gewenste ruimtelijkheid) * a Ruimtelijkheid, aantrekkingskracht, transparantie (glaswanden) wandopeningen en doorzichten (openheid/ beslotenheid) Om gevoel sociale veiligheid te vergroten zijn wanden langs verkeersruimten altijd voorzien van ramen >zie ook D13 N Gangen deels centraal in gebouw B0 4. Kleur / materiaal (gewenste representativiteit) * Aantrekkelijkheid, stimulerend (rust- drukte), identiteit, leesbaarheid a Kleur/materiaal gebruik ondersteunt oriëntatie in het gebouw J 2 0 c Kleur/materiaalgebruik ondersteunt functie van ruimte > zie ook D1 t/m D9 N Veel materialen zijn versleten of komen gedateerd over. B0 5. Trappen (gewenste verbindingen) * Ruimtelijkheid, uitnodigend, speelaanleiding, verticale ver- bindingen, traptype (open -gesloten) a Trappen zijn zodanig gesitueerd dat onnodig geloop door het gebouw wordt voorkomen N Twee trappen/verdiepingen. Tussen de verschillende verdiepingen zit geen verbinding (enkel via 2 lokalen). 1

30 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding B0 6. Routing (gewenste looplijnen) * Vindbaarheid, oriëntatie, herkenbaarheid, veiligheidsgevoel verkeersruimten a Logistiek (routing) van gebouw is afgestemd op gebruikstijden van (afzonderlijke) gebruikersgroepen N De routing in het gebouw is inefficient. De voormalige kleuterschool is zeer onlogisch bereikbaar. c Indien gangen gebruikt worden voor het geven van onderwijs zijn deze minimaal drie meter breed N Gangen te smal voor geven van onderwijs. Geen onderwijs in de gangen. d Looproutes in het gebouw zijn kort en duidelijk (bijdrage gevoel van sociale veiligheid) N Uitgestrekt gebouw met onlogische verdiepingen en onlogische verbindingsroutes tussen de verschillende bouwdelen. Eén kantoorruimte is bereikbaar via een sanitaire ruimte. B0 7. Schaal (gewenste geborgenheid) * a Geborgenheid, betekenisvol, toeeigening, domeinvorming (leeftijdsgroepen/ zonering) Gebouw heeft een schaal waarin gebruikers zich niet snel verloren voelen. Kinderen voelen zich er veilig. J Functionele kwaliteitscriteria ten aanzien van gebruikswaarde / geschiktheid en omvang GEBRUIK 2.2 Omgeving (buitenactiviteiten) C0 2. Ligging (gewenste locatie) * bereikbaarheid d Gebouw is gelegen op meer dan 50 meter van drukke weg (binnenstedelijk, provinciaal) J 1 0 2

31 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding C0 3. Verkeersveiligheid (gewenste aanrijroutes) * Verkeerscirculerende maatregelen b Verkeersstromen rondom het gebouw leveren geen onveilige situaties op N Veel leerlingen komen met busjes. Er is geen kiss and ride aanwezig. C0 4. Buitenruimte (gewenste terreininrichting) * Inrichting, afwerkingsniveau, diversiteit De inrichting van de buitenruimte dient uit te nodigen tot sport en spel en waar mogelijk a natuurbeleving J 4 0 b Voorziet in minimaal 3 m2 per leerling (4-12 jarigen) J 4 0 c Voorziet in afzonderlijke stallingsruimte voor fietsen; 1m2 per te stallen fiets J 2 0 g Speelplaats voor kinderen tot 6 jaar is direct vanuit de eigen onderwijsruimte toegankelijk N Via gang. C0 5. Openbaarheid * Openbaarheid, terreinafscheiding, vandalisme a Gebouw, terreininrichting en afscheiding dient niet uit te nodigen tot vandalisme N b Openbaar toegankelijke delen van de buitenruimte zijn uitgerust met slagvaste buitenverlichting > zie ook D2 J 3 0 Een enkele keer overlast door vandalisme. 3

32 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 2.3 Gebruikersgroepen (gebruikstijden) C0 6. Toegankelijkheid * * Gebouwbeheer, intercom, toegangsdeuren, afsluitbaarheid, bergruimten derden, openingstijden (gebruik na schooltijd) a Bezoekersentree is voorzien van elektrische deuropener N Niet aanwezig b Entreedeuren (met drangers) kunnen door kinderen zelfstandig worden geopend J 3 0 c d Bedieningsknoppen (sluitwerk en apparaten) bevinden zich op een hoogte tussen de 900 en 1200 mm Toegangsruimte(n) rondom entree, lift, miva, groepsruimten hebben voldoende manoeuvreerruimte voor rolstoelgebruikers N J 3 0 e Bezoekersentree is (vanuit oogpunt veiligheid) voorzien van videofoon/ intercom J 3 0 f g Niveauverschillen mogen geen belemmering opleveren voor rolstoelgebruikers/slechtzienden Netto breedte van verkeersruimte voor loopverkeer, exclusief garderobe/ werkplekken, is tenminste 1.80 m N N Schakelaars: 1,25 m1 hoog. Ramen: 1,25 m1 hoog. Begane grond volledige toegankelijk. Verdiepingen niet. Geen miva-toilet aanwezig. Verdiepingen (2 st.) niet toegankelijk voor mindervalide. Doorgang tussen hoofdgebouw en voormalige kleuterschool is te smal (< 1.0 m). C0 7. Multifunctionaliteit ** * Compartimentering, opdeelbaarheid, paneelwanden, openingstijden a b c Het gebouw dient samenwerking te faciliteren door waar kan uit te gaan van dubbel ruimtegebruik Het gebouw kent een compartimentering die multifunctioneel/gemeenschappelijk gebruik mogelijk maakt Compartimentering brandveiligheid dient (zo veel als mogelijk) samen te vallen met gebruikscompartimentering N Enkel voor onderwijs vooralsnog. N N Tussen hoofdgebouw en voormalige kleuterschool is een compartimenting te realiseren. Brandcompartimentering tussen hoofdgebouw en kleutergebouw 4

33 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 2.4 Functionaliteiten (binnenactiviteiten) C0 8. Leren * onderwijsvisie, werkvormen, collectieve ruimten, groepsgrootten a De ruimten voor onderwijsactiviteiten zijn afgestemd op minimaal 2m2 per leerling en 4m2 voor de leerkracht J 4 0 Voldoende ruimte. Maar ongeveer leerlingen per lokaal (speciaal onderwijs) b Het gebouw voorziet in divers ruimteaanbod voor verschillende werkvormen/ groepsgroottes J 4 0 Voldoende ruimte. Maar ongeveer leerlingen per lokaal (speciaal onderwijs) c Het gebouw kan zowel klassikaal als omgevingsgericht onderwijs in zich opnemen N Te beperkt individuele onderwijsruimte beschikbaar in het gebouw. d Een ruimte waar klassikale instructie wordt gegeven biedt ruimte voor ten minste 25 leerlingen J 4 0 Voldoende ruimte. Maar ongeveer leerlingen per lokaal (speciaal onderwijs) C1 0. Sport * Losse inrichting / afmetingen sportvoorziening a c Het gebouw heeft een speellokaal (84 m2) met bergruimte (6m2) en vrije hoogte van minimaal 3,5 m1 In het gebouw (of in de directe nabijheid) is ruimte aanwezig voor het geven van bewegingsonderwijs N m2. Berging > 6 m2. Plafondhoogte varieert: 2,6 m1 tot 3,7 m1. J 4 0 Naast schoolgebouw C1 1. Cultuur * Bibliotheek, ontmoetingsruimte, voorstellingsruimte, expositieruimte c Het gebouw biedt ruimte om het werk van kinderen te exposeren N Beperkt Het gebouw kent onderwijsruimten ingericht voor creatieve, muzikale, technische en-of d expressieve activiteiten J 4 0 Technieklokaal aanwezig. 5

34 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding C1 2. Overblijven * Tussenschoolse opvang, lunchvoorzieningen, centrale of decentrale voorziening a Het gebouw beschikt over adequate overblijfruimte N In de lokalen. Dit sluit aan bij de visie. b c Het gebouw beschikt over centraal gelegen keukenvoorziening voor multifunctioneel gebruik (geen grootkeuken) Keukenvoorziening is voorzien van kookgelegenheid (afzuiging), vaatwasser, oven, koeling en opslagruimte J 4 0 J 4 0 C1 3. Werken * Werkplekken, teamkamer a Het gebouw beschikt over een teamruimte (2m2 per fte) N Geen teamruimte aanwezig. Er is beperkte ruimt in de aula voor het team. Het gebouw beschikt minstens over een spreekkamer annex ouderruimte voor overleg b met individuele leerlingen/ouders J 4 0 Het gebouw beschikt over ruimte voor directie, administratie, intern begeleider en ICTbeheer (8m2 per fte) c J ,4 m2 aanwezig. e Minimale omvang van ondersteunende ruimten is 12m2 (per ruimte) N van de 8 ruimtes is kleiner. f Werkplekken leerkrachten (4m2) zijn nabij ramen/daglicht gesitueerd > zie ook C8b N Deels geheel omsloten. Enkel lichtkoepel(s) aanwezig. Het gebouw beschikt over separate werkplekken voor leerkrachten, buiten de groepsg instructieruimte, indien deze na schooltijd voor andere doeleinden dan onderwijs wordt gebruikt > zie ook C7 nvt 4 0 geen dubbel gebruik lokalen C1 4. Overig * Garderobe, bergings- en watervoorzieningen Onderwijsruimten hebben minimaal 12m2 vrij wandoppervlak om werk van leerlingen op a te hangen (prikborden o.g.) J 3 0 c Garderobes moeten voorzien in jashaken en opberg/hang mogelijkheid voor tassen J 4 0 Het gebouw heeft (verspreid door het gebouw), voldoende bergruimte, tenminste 1m2 d per 4 leerlingen J ,7 m2 aanwezig. e Kopieerapparaten zijn in aparte, geventileerde ruimten geplaatst N Geen afzuiging aanwezig. 6

35 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 3 Technische kwaliteitscriteria ten aanzien van gebouwwaarde /gezondheid en duurzaamheid TECHNIEK 3.1 Gezondheid (binnenmilieu) D0 1. Daglicht > groot effect op B3, D2, D8 en D15 * Visueel comfort, gevelopeningen, daglichtfactor, zon- en lichtwering c In ruimten met digitale schoolborden is helderheidswering (met blijvend uitzicht naar buiten) aanwezig J 4 0 e Daglichttoetreding bij voorkeur van links, vanuit het kindperspectief gezien, en van boven N Wisselend f Kleuren op wanden, vloeren en plafonds hebben bij voorkeur hoge reflectiewaarde (lichte tinten) N Sinds de nieuwe schermen zijn er geen problemen meer. Donkere materialen (tegelvloer, metselwerk, enkele radiatoren & kozijnen). D0 2. Kunstlicht > groot effect op D10 * Visueel comfort, verlichting, lichtsysteem, lichtniveau, aanwezigheidsdetectie en daglichtafhankelijke regeling c Verlichting in onderwijsruimten is in twee zones te schakelen J 2 0 Verlichting in verblijfsruimten is voorzien van daglichtafhankelijke regeling en d aanwezigheidsdetectie N 3 0 Niet aanwezig e Verlichting in toiletten is voorzien van aanwezigheidsdetectie N 3 0 Niet aanwezig f Verlichtingsniveau op werkvlakniveau onderwijsruimten is minimaal 300 lux J 4 0 D0 3. Luchtverversing i.s.m. D4 Binnenluchtkwaliteit, ventilatiecapaciteit, centraal- of decen- traal * ventilatiesysteem; bedieningsgemak; nachtventilatie; Het gebouw is zodanig ontworpen dat het een natuurlijke trek van lucht (dus verversing/ Functioneert echter niet meer wanneer de a J 3 0 verkoeling) bevordert screens zijn gesloten. b Ventilatie is per ruimte regelbaar nvt 4 0 Alleen natuurlijke ventilatie aanwezig. d De te openen raamdelen zijn tegelijkertijd met buitenzonwering te gebruiken N Wanneer de screens zijn gesloten kunnen de ramen niet meer worden geopend. De ramen, tevens de ventilatie voorzieningen, draaien naar buiten. 7

36 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D0 4. Luchtkwaliteit i.s.m. D3 * Binnenluchtkwaliteit, kwaliteit toevoerlucht, beïnvloeding; onderhoud; monitoring; vrije hoogte (m1) a CO2 concentratie in onderwijsruimten is in 95% van de gebruikstijd maximaal 950 ppm N c Onderwijsruimten kennen gemiddelde vrije hoogte onder plafond van 3,2 m J 3 0 f Ventilatiesystemen hebben een gedegen gebruiksinstructie. Bij oplevering monitoring gedurende 1e jaar Te weinig ventilatiemogelijkheden. In enkele lokalen geen ventilatiemogelijkheden wanneer de screens zijn gesloten. nvt 3 0 Enkel natuurlijke ventilatie aanwezig D0 5. Ruimteakoestiek i.s.m. D6 * Akoestisch comfort, akoestiek, nagalmtijd (sec.); spraakverstaanbaarheid, installatiegeluid g In het gebouw zijn maatregelen getroffen voor het vergroten van de spraakverstaanbaarheid N De akoestiek in de lokalen is matig door toepassing van relatief harde materialen. D0 6. Geluidsniveau i.s.m. D5 * e Akoestisch comfort, luchtgeluidisolatie tussen ruimten onderling, contactgeluid, geluidsisolatiewaarde gevel Geluidsintensieve ruimten (speellokaal, muzieklokaal of installatieruimten) grenzen niet direct aan onderwijsruimten J 3 0 D0 7. Wintertemperatuur * Thermisch comfort, verwarmingssysteem (laag temp. verw.); beïnvloeding; tocht; verticale temp. gradient (K/m) a Entrees zijn voorzien van tochtsluizen met minimale diepte van 3m N Tochtsluizen zijn circa 2,0 tot 2,2 m1 diep. b Verwarmingssysteem heeft aanvoertemperatuur van maximaal 50 C N Vermoedelijk >60 graden De verwarming kan per ruimte eenvoudig, doch beperkt (plus en min 2 grd), worden d (na)geregeld J 4 0 g Luchtsnelheden in onderwijsruimten zijn 's winters niet hoger dan 0,16 m/s J 3 0 8

37 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D0 8. Zomertemperatuur Thermisch comfort, zonregulering, elektrisch bedienbare zonwering (ter * voorkoming overhitting), koeling Op alle gevels behalve noordgevel is buitenzonwering (screens of uitvalschermen) a J 3 0 Screens aanwezig Buitenzonwering is automatisch en vanuit de onderwijsruimte bedienbaar (of te Niet automatisch. Wel elektrisch vanuit b N overrulen) de onderwijsruimte. c In het gebouw wordt maximaal gebruik gemaakt van zomernachtventilatie nvt 3 0 Enkel natuurlijke ventilatie aanwezig d Operatieve temperatuur bij buitentemperatuur > 20 C maximaal 3 C boven buitentemperatuur in 90% gebruikstijd N Te warm in de lokalen op de 1e verdieping omdat niet geventileerd kan worden wanneer de screens gesloten zijn. 3.2 Duurzaamheid (toekomstbestendigheid) D1 0. Energieprestatie * Luchtdichtheid, energievraag, energieopwekking, Isolatiewaarde gebouwschil, bemetering, compartimentering h Ramen en buitendeuren hebben een dubbele kierdichting N Gedeeltelijk. Overig enkele kierdichting. i Minimaal 20% van de energievraag wordt met niet-fossiele brandstof opgewekt (duurzame energieopwekking) N Niet aanwezig. 9

38 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D1 1. Flexibiliteit * a b c Draagstructuur flexibiliteit; paneelwanden; installaties; draagstructuur, scheiding casco- gevel- afbouw Het gebouw dient ruimte te bieden aan verschillende werkvormen en (wisselende) groepsgroottes Omwille van gewenste bouwkundige flexibiliteit worden zoveel mogelijk niet dragende binnenwanden toegepast De gebouwindeling maakt het mogelijk om instructieruimten samen te voegen of op te splitsen N Vrijwel alle lokalen zijn even groot N Vrijwel alle wanden zijn dragend. N Vrijwel alle wanden zijn dragend 3.3 Onderhoud (afwerkingsniveau) D1 3. Materialisatie * b Afwerkingsnivo afwerking van vloeren, binnenwanden (schilderwerk), plafonds, deuren, ramen en trappen Materiaalkeuzes zijn afgestemd op intensief gebruik, bedoelde functie en schoonmaakbaarheid J 3 0 m Vloeren in toiletruimten hebben een urinedichte afwerking J 4 0 De tegelwerk toiletvloeren zijn niet meer voldoende te reinigen en stinken (vooral bij de kleuters). Grotendeels gietvoeren. Een enkele tegelvoer. D1 4. Hygiëne * Schoonmaakbaarheid, schoonloopzones en sanitaire installaties a Op iedere bouwlaag is schoonmaakkast van 3m2 met warmwatervoorziening aanwezig N Kleiner en geen warm water. Ter plaatse van entrees zijn buiten verdiepte schraaproosters toegepast over volledig c breedte van de doorgang N d Toiletten zijn voorzien van hangtoiletten met inbouwreservoir J 3 0 Toiletten (kinderen tot 6 jaar) grenzen direct aan onderwijsruimten en zijn voorzien van e raam voor toezicht N Via gang Mivatoilet is tevens voorzien van douchemogelijkheid (ten behoeve van volwassenen en g kleine kinderen) N Geen miva-toilet en douche aanwezig Iedere onderwijsruimte heeft ten minste beschikking over een wastafel met h koudwatervoorziening J

39 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D1 5. ICT * Datanetwerken ICT datavoorzieningen; beveiligingsklasse (Marsch); data-, telefoon-, elektra-aansluitingen, printplaatsen a ICT voorzieningen zijn afgestemd op pedagogisch concept J