Raadsvoorstel (gewijzigd)

Transcriptie

1 Raadsvoorstel (gewijzigd) BARCODE STICKER Nr Houten, 6 oktober 2009 Onderwerp: Voorstel tot oprichting van een geregionaliseerde brandweer binnen de Veiligheidsregio Utrecht, waarin de brandweerorganisaties van de 29 gemeenten en de huidige VRU opgaan in de nieuwe Veiligheidsregio Utrecht. Beslispunten: 1. Goedkeuring te verlenen aan het ontwerp tot wijziging van de bestaande gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht, met gelijktijdig het besluit tot overheveling van brandweertaken aan de VRU en de opheffing van de gemeentelijke brandweerorganisatie. 2. In principe hiermee de brandweerverordening (1987) in te trekken. 3. In te stemmen met de ontwerp-gewijzigde begroting 2010 voor de nieuwe organisatie en de daaruit voortvloeiende kosten voor uw gemeente te betrekken in de begroting 2010 van uw gemeente. 4. Het college op te dragen om medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit besluit, te weten: a. Het effectueren van de overdracht van de uitvoering van gemeentelijke brandweertaken en bijbehorende organisatie (personeel en materieel) aan de VRU op basis van de afspraken in het overdrachtsdossier; b. Toe te zien op de taakuitvoering door de VRU en bijbehorend kwaliteitsniveau, zoals wordt vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst 2010 met de VRU. Samenvatting: In 2008 hebben de raden van 29 gemeenten unaniem ingestemd met de ontwikkeling naar één geregionaliseerde brandweerorganisatie. Daarmee is er brede overeenstemming over nut en noodzaak van regionalisering, gegeven de ambitie om ook op de lange termijn- te kunnen blijven voldoen aan de kwaliteitseisen van een duurzame, slagvaardige en professionele organisatie van brandweer, rampenbestrijding en crisisbeheersing, tegen acceptabele kosten. Een geregionaliseerde brandweer is een belangrijke schakel binnen de regio om ook in de toekomst tot een kwalitatief hoogwaardig vereist niveau van veiligheid te komen. Een geregionaliseerde brandweerorganisatie vermindert de kwetsbaarheid (versnippering) en versterkt de slagkracht bij grootschalig optreden. De integrale focus op interdisciplinaire risicobeheersing, incidentbestrijding en crisismanagement leidt tot een betere ondersteuning van het lokale gezag en een hoger veiligheidsniveau voor de burgers in de regio. Deze regionalisering betekent overigens niet dat veiligheid en in het bijzonder de brandweerzorg bestuurlijk op afstand komt te staan. De repressieve brandweer blijft georganiseerd rondom de bestaande lokale brandweerposten (kazernes), ingebed in de lokale gemeenschap en met behoud van de eigen identiteit. De beroepsondersteuning aan de korpsen (koude taken) worden op districtsniveau gebundeld, waardoor meer professionaliteit en continuïteit is geborgd. De bestuurlijke inbedding van de brandweer is verankerd in de gemeenschappelijke regeling, met bijbehorende sturings- en controlefunctie van de colleges en gemeenteraden. Daarnaast sluit de VRU met iedere gemeente een overeenkomst waarin de taken en bijbehorende kwaliteit is vastgelegd.

2 -2- Inleiding: Op 9 juli 2008 heeft het algemeen bestuur van de VRU (hierna algemeen bestuur) het definitief besluit genomen om de geregionaliseerde brandweer verder vorm te geven. Een groot aantal medewerkers van de korpsen, de gemeenten en de VRU, hebben hieraan een actieve bijdrage geleverd. Medewerkers, vrijwilligers en beroepskrachten, hebben via de Bijzondere Ondernemingsraad (BOR), het Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) en participatie in adviesorganen gedurende het gehele proces invloed uitgeoefend op de vormgeving van de nieuwe organisatie. Op 6 juli 2009 heeft het algemeen bestuur zijn waardering uitgesproken over de wijze waarop dit proces is verlopen en heeft dan ook ingestemd met de fundamenten van de nieuwe organisatie, waaronder de gewijzigde gemeenschappelijke regeling en de inrichting van de nieuwe organisatie (organisatieplan en hoofdlijnen van de bijbehorende formatie). Aan uw raad wordt gevraagd om, in vervolg op het eerdere instemmend raadsbesluit, het voornoemde AB-besluit van 6 juli 2009 tot oprichting van de geregionaliseerde brandweerorganisatie per 1 januari 2010 te bekrachtigen, opdat de nieuwe organisatie met ingang van 1 januari 2010 formeel van start kan gaan. Voor de formele besluitvorming is de periode september november gepland. Na de afwikkeling ervan, zal het algemeen bestuur dan op 16 december 2009 de oprichting van de nieuwe organisatie formaliseren. Ten behoeve van een zorgvuldige afweging en besluitvorming in uw raad is een aantal documenten van belang, waarin de bestuurlijke, organisatorische, personele en financiële gevolgen voor de gemeente in beeld zijn gebracht. Het betreft: 1. het ontwerp tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling; 2. de gewijzigde begroting 2010 van de nieuwe organisatie; 3. het overdrachtsdossier voor uw gemeente; 4. de dienstverleningsovereenkomst (DVO) 2010 voor uw gemeente. Over de documenten onder 1 en 2 dient de raad formeel een besluit te nemen, deze zijn als bijlagen bij dit raadsvoorstel gevoegd. Het college maakt met de VRU nadere afspraken met betrekking tot de overgang van de gemeentelijke brandweer naar de VRU en de taken en kwaliteit die de VRU vanaf 2010 aan de gemeente levert. Deze afspraken zijn vastgelegd in het overdrachtsdossier, respectievelijk de dienstverleningsovereenkomst (DVO). Personele gevolgen De vorming van de geregionaliseerde brandweer heeft gevolgen voor het personeel dat nu in dienst is bij ons brandweerkorps en straks in dienst komt bij de Veiligheidsregio Utrecht. De raden en ook het AB hebben nadrukkelijk gevraagd dat daarbij een zorgvuldig proces wordt doorlopen. Voor het repressief personeel (vrijwilligers en beroeps) bij de korpsen beperken de gevolgen van de regionalisering zich tot verandering van werkgeverschap en een nieuwe rechtspositieregeling. Verder blijven zij hun werkzaamheden verrichten vanuit de bestaande brandweerpost waar ze nu zijn aangesteld. Voor een zorgvuldige overgang van het personeel zijn in nauwe samenspraak met medezeggenschap (BOR) en de vakbonden (BGO), de noodzakelijke personele regelingen opgesteld: een sociaal statuut; een functieboek voor de nieuwe organisatie, een vergelijking met de bestaande functies bij de korpsen en de huidige VRU, een sociaal plan en een nieuwe rechtspositieregeling.

3 -3- Hiermee is de basis gelegd voor een zorgvuldig plaatsingsproces voor de toekomstige medewerkers van de VRU. Het sociaal statuut garandeert de VRU dat al het personeel, werkzaam bij de brandweerkorpsen en bij de VRU, in de nieuwe organisatie een aanstelling krijgt. Er vallen geen gedwongen ontslagen. Continuering van de huidige functies wordt nagestreefd, maar kan niet worden gegarandeerd (werkgarantie, géén functiegarantie). De nieuwe rechtspositie van de VRU zal, zoals het er nu uit ziet, gebaseerd zijn op de CAR en daar waar gewenst de UWO volgen. Dit wijkt niet af van de huidige situatie. Achtentwintig van de deelnemende organisaties volgen nu de CAR (UWO), en twee van de deelnemende organisaties volgen een variant op de CAR UWO (namelijk de rechtspositie van de gemeente Utrecht). Het sociaal plan, dat in eerste concept gereed is, beschrijft hoe de verschillen tussen de huidige en de nieuwe rechtspositie van de individuele medewerker opgevangen worden. Op basis van voornoemde personele regelingen zullen alle medewerkers, die vallen onder het sociaal statuut, voorlopig geplaatst worden in de nieuwe organisatie. Vervolgens krijgen, na een positief besluit van college en raad en het afhandelen van eventuele bezwaren, de betrokken medewerkers voor het eind van dit jaar een definitieve aanstelling bij de VRU en gelijktijdig ontslag uit de huidige organisaties. Tegen dit besluit is conform de algemene wet bestuursrecht bezwaar en beroep mogelijk. Het (voorlopige of definitieve) aanstellingsbesluit gaat gepaard met een individuele, op persoon gemaakte, uitwerking van het sociaal plan. Gewijzigde gemeenschappelijke regeling Het voorliggende ontwerp tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling wordt aan u ter goedkeuring voorgelegd met het verzoek om het college en de burgemeester toestemming te verlenen tot het aangaan van deze wijziging. De regeling is in een uitgebreide ambtelijke commentaarronde in alle gemeenten en de provincie opgesteld. Op 6 juli jl. heeft het algemeen bestuur hiermee ingestemd. De voorliggende ontwerpregeling is een wijziging van de bestaande regeling die in 2005 is vastgesteld. Omdat de bestaande regeling van recente datum is en grotendeels voldoet aan de wettelijke eisen, heeft het algemeen bestuur gemeend dat volstaan kan worden met een wijziging van de huidige regeling. De gewijzigde regeling legitimeert in formele zin de vorming van een geregionaliseerde brandweer en regelt de bestuurlijke verhouding tussen de VRU en de deelnemende gemeenten. De nieuwe VRU wordt belast met de uitvoering van de gemeentelijke brandweerzorg ten behoeve van de gemeenten. Daarbij behoudt het gemeentebestuur zijn formele verantwoordelijkheid. In dienstverleningsovereenkomsten tussen de gemeente en de VRU is vastgelegd welke taken en bijbehorende prestaties de VRU ten behoeve van gemeenten levert. Evenals voor de huidige gemeenschappelijke regeling VRU geldt dat colleges en de burgemeester deelnemen aan de regeling. Uw raad is géén deelnemer aan de regeling, maar de raad dient wel toestemming te verlenen aan de regeling (zogenoemde verklaring van géén bezwaar). De vaststelling van de gewijzigde regeling betekent dat uw brandweerkorps als zelfstandige entiteit ophoudt te bestaan. Het college heeft in het overdrachtsdossier met de VRU de organisatorische, personele en financiële gevolgen inzichtelijk gemaakt en daarover afspraken gemaakt. Ontwerpgewijzigde begroting 2010 Hierbij treft de raad de ontwerpgewijzigde begroting VRU 2010 aan. Het dagelijks bestuur nodigt u uit om hierop uw zienswijze te geven. Voorts wordt u gevraagd om de daaruit voortvloeiende kosten voor onze gemeente (zie specificatie in de begroting) te betrekken bij de begroting 2010 van onze gemeente.

4 -4- De ontwerpgewijzigde begroting is een wijziging van de programmabegroting 2010 die u dit voorjaar voor commentaar is voorgelegd en vervolgens in juli 2009 is vastgesteld. In de gewijzigde begroting is de geregionaliseerde brandweer, zoals die in januari van start gaat, verwerkt. Belangrijk uitgangspunt is dat de begroting past binnen het financiële kader Dit houdt in dat het kostenniveau voor de brandweer gelijk is aan wat in 2008 is berekend en toen aan uw raad is voorgelegd, met dien verstande dat dit bedrag is gecorrigeerd met de loon- en prijscompensatie voor 2009 en Daarnaast is in het bedrag per gemeente ook de bijdrage van onze gemeente aan de VRU opgenomen. In een bijlage bij de ontwerpbegroting is een overzicht opgenomen waarin de totale kosten per gemeente zijn gespecificeerd. Een ander belangrijk gegeven is dat de begroting grotendeels is opgebouwd vanuit kengetallen. In de toekomst zullen ervaringsgegevens gebruikt worden voor verfijning van de begroting. Voor de nieuwe organisatie wordt in de begroting voorgesteld een algemene reserve te vormen van minimaal 2% en maximaal 3% van de exploitatielasten over Echter, bij de start van de organisatie ligt de reserve onder het minimumniveau. De komende jaren zal de reserve aangevuld moeten worden uit eventueel optredende synergievoordelen of vanuit opstarteffecten. Opgemerkt wordt dat risico s zich voor kunnen doen die in de eerste periode tot de aangroei van de reserve niet opgevangen kunnen worden door de VRU. Anderzijds is de verwachting gerechtvaardigd dat de reservepositie van de VRU kan worden versterkt doordat in de opbouwfase van de nieuwe organisatie nog niet alle vacatures direct kunnen worden ingevuld. Bij de jaarrekening 2010 zal de reservepositie c.q. het weerstandsvermogen van de VRU worden geëvalueerd en zullen op basis daarvan nadere voorstellen worden gedaan. Aangezien de afspraken met de colleges over de dienstverleningsovereenkomst (DVO) nog niet overal zijn afgerond, is het mogelijk dat op basis van structurele of incidentele afspraken met gemeenten bedragen wijzigen. De voorliggende begroting is, zoals aangegeven, gebaseerd op het noodzakelijk afgesproken kwaliteitsniveau. Na consultatie van gemeenten zullen de bedragen voortvloeiend uit de dienstverleningsovereenkomsten worden verwerkt in de definitieve begroting 2010 die aan het AB van 16 december 2009 ter vaststelling wordt voorgelegd. Dienstverleningsovereenkomst (DVO) 2010 In de DVO, heeft het college afspraken gemaakt met de VRU over de taken en bijbehorende prestaties die de VRU voor onze gemeente levert en de daarbij horende kosten. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: De DVO omvat alle taken die de VRU uitvoert: lokale en regionale brandweertaken en de regionale taken op het terrein van geneeskundige hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing, met bijbehorende specificatie van de kosten in overeenstemming met de vastgestelde financieringssystematiek (boxenstelsel). De VRU garandeert dat de totale brandweerzorg tenminste op het huidige (ultimo 2009) kwaliteitsniveau in uw gemeente (ultimo 2009) wordt geleverd en tevens afspraken worden gemaakt voor het inlopen van eventuele achterstanden.

5 -5- Daarnaast kunnen, op verzoek van gemeenten en tegen meerkosten, aanvullende taken worden verricht (maatwerk). De VRU rapporteert periodiek aan het college over de uitvoering van de DVO. Indien nodig en gewenst, vindt bijstelling van de afspraken plaats. De DVO biedt een goede basis voor u als raad om uw kaderstellende rol met betrekking tot de taakuitoefening door de VRU en bijbehorende financiën uit te oefenen en uw college te vragen zich te verantwoorden. Het overdrachtsdossier Onze gemeente heeft de afgelopen periode intensief overleg gevoerd met de VRU over de overgang van de brandweer naar de VRU. In het overdrachtsdossier hebben wij de organisatorische (personeel en materieel) en financiële gevolgen scherp in beeld gebracht en hierover goede afspraken gemaakt met de VRU. Het overdrachtsdossier regelt onder meer: een zorgvuldige overgang van het personeel bij de gemeentelijke brandweer, naar de VRU, in overeenstemming met de afspraken in het sociaal plan; de overdracht van materieel en overige voorzieningen; de afwikkeling van eventuele frictiekosten. Het algemeen bestuur hanteert als doelstelling dat eventuele frictiekosten voor gemeenten zoveel als mogelijk worden beperkt. Voorts wordt gemeenten tijd geboden om resterende frictiekosten weg te werken. In het overdrachtsdossier zijn hierover met iedere gemeente nadere afspraken gemaakt. Indien een gemeente besluit niet te regionaliseren? Het is noodzakelijk dat alle gemeenten een gelijkluidend besluit nemen, zoals in voorstel is aangegeven. Mocht een raad besluiten om niet in te stemmen met de oprichting van de geregionaliseerde brandweer dan betekent dat: 1. die betreffende gemeente de noodzakelijke kwaliteitsverbetering en professionalisering van de brandweerzorg op eigen kracht zal moeten realiseren, met bijbehorende versnipperde capaciteit en kwetsbaarheid; 2. de kosten hiervoor beduidend hoger zijn dan indien dit in een geregionaliseerd verband wordt gerealiseerd; 3. de VRU in dat geval alleen de wettelijke regionale taken voor deze gemeente uitvoert; 4. per 1 januari 2010 er naast een geregionaliseerde brandweer, een gemeentelijk brandweerkorps blijven voortbestaan, met bijbehorende complexiteit in verschillen in aansturing en rechtspositie. Dit zeker niet in het belang van de medewerkers in het betreffende korps; 5. het regionaliseringproces van de afgelopen jaren, waaraan ook van medewerkers in dit betreffende korps en gemeentelijke organisatie veel inspanning is gevraagd, stagneert. Waarmee onduidelijkheid en onzekerheid over hun toekomst bij de betrokken medewerkers in deze gemeente blijft voortbestaan; 6. niet voldaan wordt aan het convenant dat het algemeen bestuur in 2008 heeft gesloten met de Minister van Binnenlandse Zaken, met bijbehorende financiële impuls van BZK. Houten en de regionalisering brandweer De regionalisering van de brandweer is een onderwerp dat regelmatig ter sprake is gekomen met de raad. Hierbij willen wij in het kort het traject weergeven dat hieromtrent heeft plaatsgevonden; April 2009 Collegebrief aan de raad over de voortgang rondom de regionalisering brandweer Informatieavond raad

6 Raadsbehandeling ontwikkeling richting regionalisering brandweer RTG behandeling ontwikkeling regionalisering brandweer Informatieavond raad over de ontwikkeling richting regionalisering brandweer Bij de bespreking met de raad zijn de volgende drie aandachtspunten in het bijzonder naar voren gekomen: a) Aandacht voor de vrijwilligers Zowel de VRU als Houten besteedt veel aandacht aan de brandweervrijwilligers. De inzet en betrokkenheid van de brandweervrijwilligers is cruciaal voor de brandweerzorg en heeft zowel van ons als college als van de VRU bijzondere aandacht. Door de regionalisering treden zekere professionaliseringsontwikkelingen op die ook in het belang zijn van de brandweervrijwilligers. En in de dagelijkse praktijk is de brandweervrijwilliger vooral betrokken bij het brandweerhuis en de brandweerposten. In Houten openen we zelfs een extra post. Ook uit een recent gehouden enquête onder de brandweervrijwilligers komt nadrukkelijk naar voren dat vrijwilligers zich vooral verbonden voelen met de lokale brandweerposten. b) Zorgvuldige overgang van het beroepspersoneel Zoals hierboven is aangegeven bij de paragraaf personele gevolgen zijn de formele zaken zoals een sociaal statuut, sociaal plan, arbeidsvoorwaarden via CAR UWO, BGO en BOR geregeld. Op basis van deze personele regelingen zullen alle medewerkers, die vallen onder het sociaal statuut, voorlopig geplaatst worden in de nieuwe organisatie. Vervolgens krijgen, na een positief besluit van college en raad en het afhandelen van eventuele bezwaren, de betrokken medewerkers voor het eind van dit jaar een definitieve aanstelling bij de VRU en gelijktijdig ontslag uit de huidige organisaties. Tegen dit besluit is conform de algemene wet bestuursrecht bezwaar en beroep mogelijk. Het (voorlopige of definitieve) aanstellingsbesluit gaat gepaard met een individuele, op persoon gemaakte, uitwerking van het sociaal plan. In Houten verwachten wij dat de plaatsing van medewerkers voorspoedig zal verlopen. Enige uitzondering hierop vormen de zogenaamde combifuncties. Wij houden hier nadrukkelijk aandacht voor. c) Kostenontwikkeling Hieronder in de paragraaf financiën gaan wij daar nader op in. De ontwikkeling van de financiële effecten is in lijn met het beeld dat wij eerder u hebben gepresenteerd bij de eerdere raadsbehandeling in Beoogd effect: Het regionaliseren van de brandweer binnen de Veiligheidsregio Utrecht waarbij de Houtense brandweerorganisatie opgaat in de nieuwe veiligheidsregio Utrecht. Argumenten: 1. uitwerking van eerdere unanieme besluitvorming betreffende een geregionaliseerde brandweerorganisatie In 2008 heeft de raad al ingestemd met de ontwikkeling naar een geregionaliseerde brandweerorganisatie. De nu voorliggende besluitvorming betreffende een gewijzigde gemeenschappelijke regeling plus de overheveling van de brandweertaken aan de VRU inclusief de opheffing van de Houtense brandweerorganisatie vormen uitwerkingen van deze eerdere besluitvorming.

7 -7-2. Verordening is niet meer van toepassing De gemeentelijke brandweerverordening is na de regionalisering niet meer van toepassing en dient dus ingetrokken te worden. 3. Door de regionalisering wijzigt de begroting 2010 van de VRU In het voorjaar 2009 is de begroting 2010 voorgelegd aan alle gemeenten en vervolgens in juli 2009 vastgesteld. Bij de voorbereidingen te komen tot de regionalisering zijn er diverse begrotingswijzigingen die leiden tot een aangepaste begroting. 4. College is verantwoordelijk voor de uitvoering van het besluit tot regionalisering Het college heeft de dienstverleningsovereenkomst en het overdrachtsdossier vastgesteld. Financien: De ontwerpgewijzigde begroting is een wijziging van de programmabegroting 2010 die in juli 2009 is vastgesteld. In de gewijzigde begroting is de geregionaliseerde brandweer, zoals die in januari 2010 van start gaat, verwerkt. In deze ontwerpbegroting wordt aangegeven dat op basis van nog te maken afspraken in het kader van de dienstverleningsovereenkomst bedragen mogelijk nog wijzigen. Houten heeft, evenals andere gemeenten, nog geen definitieve afspraken gemaakt met de VRU over de dienstverleningsovereenkomst en over het overdrachtsdossier. Dit proces bevindt zich in een afrondende fase. Hierdoor zal de begroting van de VRU van 2010 in de loop van 2010 bijgesteld gaan worden. De overgang van de brandweerorganisatie naar de VRU veroorzaakt enige verschuivingen binnen het programma Veilig van gemeente Houten. In totaal is in het programma Veilig een bedrag van ,- beschikbaar voor de brandweerzorg (inclusief huisvesting) en de bijdrage aan de veiligheidsregio. De VRU gaat in zijn ontwerpbegroting 2010 uit van een bijdrage vanuit Houten van in totaal ,- en het restant ( , ,- = ,-) is bedoeld voor huisvestingskosten. De exacte hoogte van de bijdrage van Houten aan de VRU is afhankelijk van de afspraken in de dienstverleningsovereenkomst welke taken de VRU gaat uitvoeren en welke taken door Houten uitgevoerd gaan/blijven worden. De bijdrage van ,- past in het begrotingsresultaat. Daarnaast is er nog sprake van frictiekosten. Uitgangspunt bij de oprichting van de geregionaliseerde brandweer was dat iedere gemeente de ontstane frictiekosten gerelateerd aan staf (materieel en personeel) zelf zal dragen. De eerste twee jaar bedraagt dit voor Houten vooralsnog ,-. De directe frictiekosten worden over een periode van drie jaar uitgefaseerd. Er worden geen knelpunten bij verwacht daar deze kosten al in de Houtense begroting zitten en worden inverdiend. De brandweer gerelateerde activa en bedrijfsmiddelen zijn in het overdrachtsdossier vastgelegd en worden op basis van de boekwaarde door de VRU overgenomen. Gebouwen blijven vooralsnog eigendom van de gemeente en de daaraan gerelateerde kosten worden ook in de jaren 2010 en verder gedragen door de gemeente Houten. Zoals hierboven is weergegeven bedragen de huisvestingskosten ,-. In de Houtense begroting 2010 is het voorstel opgenomen dat de budgetten voor Verbonden Partijen vanaf 2011 naar beneden worden bijgesteld. Op basis van berichten van de rijksoverheid verwachten wij namelijk dat het prijsniveau daalt. Dat leidt tot verlaging van kosten bij een gelijkblijvend niveau van diensten en goederen.

8 Indien de Houtense raad hiermee instemt dan zal dit worden ingebracht bij de voorbereiding van de VRU begroting Aangezien een soortgelijke ontwikkeling ook door andere gemeenten is ingebracht, heeft het VRU-bestuur inmiddels besloten deze richting in de Kadernota voor de begroting 2011 te verwerken. -8- Houten, 6 oktober 2009 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten de secretaris, de burgemeester, J. Wiegel C.H.J. Lamers Bijlagen die voor de leden van de raad ter inzage liggen op de gebruikelijke wijze: Meegezonden bijlagen bij dit voorstel: ontwerpbegroting VRU 2010 ontwerp wijziging gemeenschappelijke regeling VRU

9 -9-

10

11 Raadsbesluit Nr De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2009 Nr. BWV gelezen en besluit; 1. Goedkeuring te verlenen aan het ontwerp tot wijziging van de bestaande gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht, met gelijktijdig het besluit tot overheveling van brandweertaken aan de VRU en de opheffing van de gemeentelijke brandweerorganisatie. 2. In principe hiermee de brandweerverordening (1987) in te trekken. 3. In te stemmen met de ontwerp-gewijzigde begroting 2010 voor de nieuwe organisatie en de daaruit voortvloeiende kosten voor Houten te betrekken in de begroting 2010 van Houten. 4. Het college op te dragen om medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit besluit, te weten: a. Het effectueren van de overdracht van de uitvoering van gemeentelijke brandweertaken en bijbehorende organisatie (personeel en materieel) aan de VRU op basis van de afspraken in het overdrachtsdossier; b. Toe te zien op de taakuitvoering door de VRU en bijbehorend kwaliteitsniveau, zoals wordt vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst 2010 met de VRU. Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 24 november 2009 De raad van de gemeente Houten, de griffier, de voorzitter, F.E.H.M. Backerra C.H.J. Lamers