Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: inzichten en onzekerheden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: inzichten en onzekerheden"

Transcriptie

1 Capita selecta Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: inzichten en onzekerheden h.b.ettema, m.r.hoppener, h.r.büller, ch.p.henny en c.c.p.m.verheyen Er bestaat in Nederland, evenals in de rest van de wereld, een grote verscheidenheid aan maatregelen bij orthopedische ingrepen die veneuze trombose moeten voorkomen. 1 Een reden hiervoor is de onzekerheid over de optimale preventieve strategie. In dit artikel beschrijven wij de geschiedenis van de diverse farmacologische preventiemethoden, de huidige stand van zaken met betrekking tot klinisch bewijs en tenslotte enige onzekerheden. geschiedenis Heparine. Heparine werd in 1915 ontdekt door Mc- Lean. 2 Op zoek naar procoagulantia ontdekte hij toevalligerwijs een krachtig anticoagulans dat later heparine genoemd werd. 3 De eerste humane experimenten brachten een te hoge toxiciteit en onvoldoende werking aan het licht. 4 Heparine werd gezuiverd en zonder ernstige bijwerkingen toegediend bij gezonde proefpersonen. 5 De volgende stap, de preventie van postoperatieve trombose bij chirurgische patiënten, werd door Crafoord et al. genomen in Het duurde echter tot 1975 voor het nut van heparine na chirurgische ingrepen definitief werd aangetoond in een grote internationale trial. 8 Vervolgens ontdekte men dat de al langer bekende heparine van laagmoleculair gewicht (LMWH) een grotere remming gaf van stollingsfactor Xa en minder remming van trombine dan standaard ongefractioneerde heparine. De eerste klinische studies volgden en bewezen de, zij het bescheiden, superioriteit van LMWH ten opzichte van ongefractioneerde heparine uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Cumarinederivaten (vitamine-k-antagonisten). In 1939 ontdekte Link, een landbouwdeskundige die onderzoek verrichtte naar een hemorragische ziekte bij koeien die bedorven honingklaver hadden gegeten, dat de ziekte werd veroorzaakt door dicumarine gevormd door gisten die cumarine uit de plant hierin omzetten. 9 Dicumarine werd een paar jaar later al met succes toegepast bij een patiënt met diepveneuze trombose, 10 waarna het op grote schaal werd geproduceerd en op brede schaal gebruikt voor de behandeling van diepveneuze trombose en myocardinfarct Link ontwikkelde later een ander Isala Klinieken, locatie De Weezenlanden, afd. Orthopedie, Groot Wezenland 20, 8011 JW Zwolle. H.B.Ettema, arts-onderzoeker; M.R.Hoppener, co-assistent; dr.c.c.p.m. Verheyen, orthopedisch chirurg. Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. Afd. Vasculaire geneeskunde: prof.dr.h.r.büller, internist. Afd. Anesthesiologie: dr.ch.p.henny, anesthesioloog-intensivist (tevens: afd. Intensive Care). Correspondentieadres: dr.c.c.p.m.verheyen (c.c.p.m.verheyen@isala.nl). Zie ook het artikel op bl samenvatting Omdat het niet goed mogelijk is patiënten met een additioneel risico op diepveneuze trombose na grote orthopedische ingrepen te onderscheiden, lijkt het verstandig alle patiënten profylaxe voor te schrijven. Profylaxe met een lage dosis ongefractioneerde heparine is effectiever dan geen profylaxe, maar minder effectief dan heparine van laagmoleculair gewicht of cumarinederivaten. Acetylsalicylzuur lijkt geen plaats te hebben in het voorkómen van veneuze trombo-embolie bij electieve plaatsing van een totaleheup- of totaleknieprothese. De plaats bij de operatieve behandeling van heupfracturen is onduidelijk. Postoperatief starten is niet duidelijk minder effectief of veiliger dan preoperatief starten. De incidentie van trombose is lager als de profylaxeduur wordt verlengd tot 4-6 weken na de heup- of knieplastiek. De optimale duur van medicamenteuze profylaxe moet nog worden bepaald. Intermitterende pneumatische compressie lijkt effectief na een totaleknieartroplastiek, maar is praktisch niet goed mogelijk. Steunkousen, een voetpomp en snelle mobilisatie hebben weinig effect op de incidentie van proximale diepveneuze trombose. Over profylaxe van diepveneuze trombose na een chirurgische ingreep in dagbehandeling zijn er onvoldoende gegevens. cumarinederivaat door als het ideale rattengif. 13 Deze stof, warfarine, werd ook snel in de kliniek geïntroduceerd. 14 Cumarinederivaten kregen later ook een prominente plaats bij de preventie van diepveneuze trombose bij chirurgische patiënten. Nieuw ontwikkelde antithrombotica. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd het actieve, vijf suikers omvattende deel van heparine geïdentificeerd en gesynthetiseerd. Recent is een aantal fase-iii-studies afgerond naar het synthetische pentasacharide fondaparinux, een selectieve factor-xa-remmer De gezamenlijke resultaten van deze 4 studies bij totaleheupartroplastieken (THA s), totaleknieartroplastieken (TKA s) en heupfractuuroperaties lieten bij 7344 patiënten een 55%- reductie zien van venografisch aangetoonde veneuze trombose ten opzichte van LMWH. Hoewel er een toename in de zogenaamde bloedingsindex werd gezien, was er geen statistisch significant verschil in risico op klinisch relevante bloedingen. 19 Directe trombineremmers, waaronder hirudine, gesynthetiseerd uit recombinant- DNA van bloedzuigers, en het semi-synthetische hirudinefragment bivalirudine, worden momenteel nog onderzocht. Hirudine werd superieur bevonden ten opzichte van LMWH bij patiënten die een electieve THA ondergingen Andere competitieve trombinerem Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38)

2 mers, waaronder argotraban en inogatran en het oraal te gebruiken ximelagatran, ondergaan eveneens klinische evaluatie. In de nabije toekomst zal er nog een aantal middelen beschikbaar komen, waaronder oraal beschikbare en langdurig werkende medicijnen. relevantie voor de praktijk Gezien de groeiende bevolking en de veroudering van de populatie stijgt in Nederland het aantal grote orthopedische ingrepen, zoals TKA s en THA s. In 1990 werden er in Nederland primaire THA s verricht, in 2000 al en in 2020 zullen dit er volgens schattingen meer dan zijn. 23 Door de toename van het aantal operaties met een hoog risico op veneuze trombo-embolie zal ook het aantal patiënten dat diepveneuze trombose kan krijgen, toenemen. veneuze trombo-embolie in de orthopedische chirurgie De prevalentie van diepveneuze trombose gebaseerd op contrastvenografie 7-14 dagen na een THA of TKA ligt zonder profylaxe tussen de 50-60%; daarvan is 25 respectievelijk 15-20% gelokaliseerd in de proximale beenvenen. 24 Hoewel meestal het geopereerde been is aangedaan, is bij 20% van de THA s en bij 14% van de TKA s de trombose aanwezig in het niet-geopereerde been. 29 De incidentie van longembolie is minder goed gedocumenteerd. In studies waarbij routinematig een ventilatie-perfusiescan werd gemaakt, had 7-11% van de patiënten na 7-14 dagen een high-probability -scan Symptomatische diepveneuze trombose komt aanzienlijk minder vaak voor dan asymptomatische. De frequentie van niet-fatale longembolie na THA en TKA is na 3 maanden 2-4,4% en die van fatale longembolie is ongeveer 0,1%; 35 voor heupfractuuroperaties zijn deze getallen 4,3-24 respectievelijk 3,6-12%. 24 Hieruit kan geconcludeerd worden dat het grootste deel van de asymptomatische trombi spontaan verdwijnt. In de meeste studies naar tromboseprofylaxe wordt echter, om redenen van methodologische aard, gebruikgemaakt van een niet-klinische uitkomstmaat, zoals venografie. Echter, er lijkt wel een constante relatie te bestaan tussen de incidentie van venografisch diepveneuze trombose en klinische uitkomsten. Vooralsnog is het niet mogelijk om patiënten met een additioneel risico na grote orthopedische ingrepen efficiënt te onderscheiden, daarom lijkt het verstandig alle patiënten profylaxe voor te schrijven. In de tabel is het tromboserisico weergegeven na verschillende grote orthopedische ingrepen met verschillende methoden van profylaxe gedurende 7-14 dagen. Uit 3 meta-analysen aangaande de verschillende profylactische regimes is gebleken dat LMWH het effectiefst is, hoewel het verschil in effectiviteit tussen LMWH en cumarinederivaten klein was. LMWH-profylaxe hing samen met een iets verhoogd bloedingsrisico Hoewel in meta-analysen is aangetoond dat profylaxe met een lage dosis ongefractioneerde heparine effectiever is dan geen profylaxe, 39 is deze minder effectief dan met LMWH of cumarinederivaten. Vóórkomen (in %; 95%-BI) van venografisch aangetoonde veneuze trombo-embolieën na verschillende grote orthopedische ingrepen met verschillende methoden van profylaxe gedurende 7-14 dagen 24 profylaxemethode plaatsing van plaatsing van operatie wegens heupprothese knieprothese heupfractuur placebo 54 (50-58) 64 (57-71) 48 (43-53) compressiekousen 42 (36-48) 61 (52-69) geen data acetylsalicylzuur 40 (35-45) 56 (51-61) 34 (27-42) cumarinederivaten 22 (20-24) 47 (44-49) 24 (19-30) heparine van laagmoleculair gewicht 16 (15-17) 31 (29-33) 27 (23-31) lage dosis ongefractioneerde heparine 30 (27-33) 43 (37-50) 27 (16-40) onzekerheden Acetylsalicylzuur. Het toepassen van acetylsalicylzuur als tromboseprofylaxe blijft een punt van discussie. De resultaten van een meta-analyse lieten zien dat acetylsalicylzuur effectiever was dan geen profylaxe, maar minder effectief dan LMWH en cumarinederivaten. 40 In een studie met 4088 patiënten die een heup- of knieartroplastiek ondergingen, werd gerandomiseerd tussen behandeling met acetylsalicylzuur (160 mg/dag) of placebo; er bleek geen winst te zijn bij gebruik van acetylsalicylzuur voor zowel veneuze als arteriële trombo-embolieën. In dezelfde studie werden patiënten gerandomiseerd die werden geopereerd wegens een heupfractuur. Er werd een reductie in diepveneuze trombose van 29% gezien, met een toename van het aantal bloedingen van 24%. Gelijktijdig gebruik van ongefractioneerde heparine gaf een vergelijkbaar resultaat; acetylsalicylzuur had geen toegevoegde waarde bij gecombineerd gebruik met een LMWH. 41 Acetylsalicylzuur lijkt daarom geen plaats te hebben bij het voorkómen van veneuze trombo-embolie bij electieve THA of TKA. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of acetylsalicylzuur nog een plaats heeft bij de operatieve behandeling van heupfracturen. Pre- of postoperatief starten. Traditioneel wordt in Europa de LMWH-profylaxe 12 uur preoperatief en in Noord-Amerika uur postoperatief gestart. In de eerste studies van Kakkar et al. met ongefractioneerde heparine was de start echter 2 uur preoperatief. 8 Het idee dat de chirurgische ingreep en de daarmee samenhangende immobiliteit de primaire initiator zijn van het proces van trombose, heeft geleid tot het preoperatieve beleid. Zorgen over het bloedingsrisico en de opkomst van regionale anesthesie hebben geleid tot het starten van de profylaxe na de operatie. Het recent toegepaste beleid van het perioperatief starten (2 uur vóór tot 4 uur na operatie) lijkt inderdaad iets effectiever te zijn. 42 Met een aantal recente meta-analysen zijn de verschillende strategieën onderzocht In één analyse werd gekeken naar venografisch aangetoonde trombose na 7-15 dagen. In een groep van 1926 patiënten bij wie LMWH preoperatief werd gestart, was de incidentie 19,2%, in de groep met een postoperatief beleid (694 patiënten) was dit 14,4% en in de perioperatieve groep Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38) 1843

3 (925 patiënten) was dit 12,4%. Het risico van substantiële bloedingen was 1,4% in de pre-, 2,5% in de post- en 6,3% in de perioperatieve groep. 43 Er was dus geen overtuigend bewijs dat een preoperatieve start effectiever of een postoperatief beleid veiliger was. Een perioperatieve start was effectiever, maar dit werd tenietgedaan door een aanzienlijk verhoogd bloedingsrisico. In een aantal recente trials met pentasachariden, waarbij er 6 uur postoperatief gestart werd met profylaxe, was er echter een sterke daling van het tromboserisico zonder een duidelijke stijging van het aantal bloedingen Hoewel de meta-analysen niet alle historische en culturele verschillen tussen de verschillende trials in acht nemen, lijken er geen aanwijzingen te zijn dat postoperatief starten minder effectief of veiliger is dan preoperatief starten. Verlengde profylaxe. Een van de andere grote onzekerheden rondom de medicamenteuze tromboseprofylaxe na orthopedische ingrepen is de duur hiervan. De meeste studies die het gebruik van verschillende middelen evalueren, doen dit voor een periode van 7-14 dagen. Na deze periode is de venografisch aangetoonde trombose nog steeds 15-30%. 24 In een cohortstudie bij ongeveer THA s en meer dan TKA s was het cumulatieve risico op symptomatische veneuze trombo-embolie na 3 maanden 2,8% na THA en 2,1% na TKA, ondanks medicamenteuze profylaxe gedurende opname bij 95% van de patiënten. Van de patiënten kreeg 32% ook nog een cumarinederivaat na ziekenhuisontslag. De helft van de trombosegevallen ontstond binnen 17 dagen na heup- en 7 dagen na knieprothesen (figuur). Bovendien ontstond 76% en 47% van de veneuze trombo-embolie na respectievelijk THA en TKA na ontslag uit het ziekenhuis. 45 Dit impliceert dat er na ontslag nog een aantal weken een verhoogd risico op trombose blijft bestaan. kans op veneuze tromboembolie (in %) 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0, tijd (in dagen) De incidentie van veneuze trombo-embolie na primaire totaleheupartroplastieken ( ; n = ) en primaire totaleknieartroplastieken ( ; n = ), op basis van Kaplan-Meieranalyse. 45 Een recente meta-analyse, specifiek met betrekking tot de profylaxe met LMWH en ongefractioneerde heparine gedurende 4-6 weken, liet een reductie zien ten opzichte van placebo of geen profylaxe van 19,6 naar 9,6% van asymptomatische trombose en van 3,3 naar 1,3% van symptomatische trombose (3999 patiënten). Er werd geen toename gezien van grote, maar wel van kleine bloedingen (3,7 versus 2,5%). 46 Voor cumarinederivaten zijn er beduidend minder data. Een recente studie met totaal 360 patiënten liet echter een reductie van echografisch aangetoonde asymptomatische diepveneuze trombose zien van 5,1 naar 0,5% met 4 weken profylaxe met cumarinederivaten ten opzichte van geen profylaxe na ontslag. Door de superioriteit van verlengde profylaxe werd de studie voortijdig beëindigd, zodat er geen verschil kon worden aangetoond voor symptomatische diepveneuze trombose. 47 Een recente studie (1269 patiënten) vergeleek LMWH-profylaxe met een cumarinederivaat na THA gedurende 6 weken. LMWH bleek zeker zo effectief als cumarinederivaten bij het voorkómen van veneuze trombo-embolie: 2,3 versus 3,3% symptomatische veneuze trombo-embolie. Grote bloedingen kwamen echter vaker voor in de cumarinederivatengroep: 5,8 versus 1,6%. De onderzoekers concludeerden daarom dat LMWH een beter veiligheidsprofiel biedt dan cumarinederivaten. 48 Tot slot werd in de recent gepresenteerde studie met fondaparinux in verlengde profylaxe (4 weken) bij 428 patiënten een extra risicoreductie van 96% (35 versus 1,4%) gevonden ten opzichte van 7 dagen fondaparinux gevolgd door placebo na operaties voor een heupfractuur. 49 De optimale duur van medicamenteuze profylaxe moet nog worden bepaald, maar de bovenstaande gegevens laten een aanzienlijke reductie in de incidentie van trombose zien bij profylaxe gedurende 4-6 weken na de heup- of knieoperatie. Mechanische profylaxe. De resultaten van vier relatief kleine studies suggereren dat gebruik van intermitterende pneumatische compressie een effectieve vorm van profylaxe is bij TKA-patiënten Dit is het effectiefst indien hiermee intraoperatief of direct postoperatief gestart wordt en 24 uur per etmaal wordt doorgegaan, in ieder geval totdat de patiënt volledig is gemobiliseerd. De waarde van deze behandeling wordt verminderd door de beperkte therapietrouw en de praktische onmogelijkheid om de behandeling na ontslag te continueren. Andere niet-farmacologische profylactische methoden (steunkousen, voetpomp of snelle mobilisatie ) kunnen een reductie van diepveneuze trombose geven van 20-60%, maar hebben weinig effect op de incidentie van proximale diepveneuze trombose. Dagverpleging. In de laatste decennia heeft er, vanwege technologische verbeteringen en economische motieven, een verschuiving plaatsgevonden van een volledig klinische benadering naar chirurgie gedurende dagverpleging en kort verblijf. Door een afname van de opnameperiode krijgen patiënten geen of een kortere tijd tromboseprofylaxe, maar na ontslag bestaat er nog wel een langere periode van immobilisatie. Er zijn echter weinig studies die het risico van diepveneuze trombose 1844 Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38)

4 na chirurgie gedurende dagverblijf en kort verblijf evalueren. Zonder tromboseprofylaxe varieert de frequentie van venografisch aangetoonde trombose na bijvoorbeeld knieartroscopie van 4,2 tot 17,9%. 64 Voor het in Nederland veel toegepaste beleid van één of twee injecties LMWH zijn geen ondersteunende studies voorhanden. Er zijn echter eerste aanwijzingen dat een langere periode (circa 7 dagen) van profylaxe effectiever zou kunnen zijn. 65 Voordat het risico van diepveneuze trombose na artroscopie en andere chirurgie gedurende dagverblijf en kort verblijf met verdere studies is geëvalueerd, zijn er op dit moment geen conclusies te trekken, laat staan dat een beleid kan worden geadviseerd. toekomstperspectief LMWH en cumarinederivaten zijn veilige en effectieve profylaxe tegen diepveneuze trombose gebleken, echter, een nieuwe generatie antithrombotica gaat dit profiel verbeteren. Of deze middelen nog preoperatief gestart worden, is de vraag. Er zijn geen duidelijke aanwijzingen dat een preoperatieve start van medicamenteuze therapie effectiever is dan een postoperatieve. Verder is het zo dat in trials waarin nieuwe middelen geëvalueerd worden de start in de regel postoperatief is en deze medicamenten dan ook als dusdanig zullen worden geregistreerd. De duur van de profylaxe is nog niet uitgekristalliseerd, maar een periode van tenminste 4-6 weken lijkt gerechtvaardigd. Ook over de optimale combinatie van middelen is het laatste woord nog niet gezegd: monotherapie met een LMWH of een combinatie van LMWH en cumarinederivaten lijken beide effectief, al lijkt een LMWH veiliger. Pentasachariden zijn voorlopig alleen geregistreerd voor gebruik tot aan ontslag; op dit moment zijn er geen gegevens over welke combinatie de beste is. Of profylaxe ook is aangewezen na ingrepen met een duidelijk lager risico, zoals chirurgie gedurende dagbehandeling en kort verblijf, is vooralsnog onzeker. Uiteindelijk zijn er naast een aantal zekerheden vooral onzekerheden rondom de tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. abstract Thrombosis prophylaxis in orthopaedic surgery: considerations and uncertainties As it is not always possible to identify patients at extra risk of deep-venous thrombosis after major orthopaedic surgery, it is considered advisable to prescribe prophylactic treatment. Prophylaxis with a low dose of unfractionated heparin is more effective than no prophylaxis at all but less effective than low molecular-weight heparin or cumarine derivatives. Acetylsalicylic acid does not appear to have a place in the prevention of venous thromboemboli in elective total-hip and total-knee surgery. Its usefulness in the operative treatment of hip fractures has not been established. Starting prophylaxis postoperatively has not been shown to be less safe or effective than starting it preoperatively. The incidence of thrombosis is lower if the course of prophylactic treatment is lengthened to 4-6 weeks following arthroplasty of the hip or knee. The optimal period of medicinal prophylaxis has yet to be ascertained. Intermittent pneumatic compression appears to be effective after total-knee arthroplasty but in practice is difficult to deliver. Support stockings, a foot pump and rapid mobilization have little effect on the incidence of proximal deep-venous thrombosis. There are insufficient data regarding the use of thrombosis prophylaxis in day surgery. literatuur 1 Schonenberg D, Meeteren M van, Nelissen RGHH, Horst- Bruinsma IE van der, Pöll RG, Nurmohamed MT. Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: de klinische praktijk in Nederland anno Ned Tijdschr Geneeskd 2003;147: McLean J. The thromboplastic action of cephalin. Am J Physiol 1916;47: Howell WH, Holt E. Two new factors in blood coagulation-heparin and pro-antithrombin. Am J Physiol 1918;47: Mason EC. A note on the use of heparin in blood transfusion. J Lab Clin Med 1924;10: Hedenius P, Wilander O. The influence of intravenous injections of heparin in man on the time of coagulation. Acta Med Scand 1936; 88: Crafoord C. Preliminary report on post-operative treatment with heparin as a prevention of thrombosis. Acta Chir Scand 1937;79: Murray DWG, Jaques LB, Perret TS, Best CH. Heparin and the thrombosis of veins following injury. Surgery 1937;2: Kakkar VV, Corrigan TP, Fossard DP, Sutherland I, Thirwell J. Prevention of fatal postoperative pulmonary embolism by low doses of heparin. Reappraisal of results of international multicentre trial. Lancet 1977;i: Link KP. The anticoagulant from spoiled sweet clover hay. Harvey Lectures 1943;34: Bingham JB, Meyer OO, Pohle FJ. Studies on the hemorrhagic agent 3,3 -methylene-bis-(4-hydroxycoumarin): its effects on the pro-thrombin and coagulation time of the blood of dogs and humans. Am J Med Sci 1941;202: Nichol ES, Page SW. Dicoumarol therapy in acute coronary thrombosis: results of fifty attacks. J Fla Med Assoc 1946;32: Allen EV, Barker NV, Waugh JM. A preparation from spoiled sweet clover. JAMA 1942;120: Link KP. The discovery of dicoumarin and its sequals. Circulation 1959;19: Shapiro F. Warfarin sodium derivate (coumadin sodium): intravenous hypoprothrombinaemia inducing agent. Angiology 1953;4: Bauer KA, Eriksson BI, Lassen MR, Turpie AG. Fondaparinux compared with enoxaparin for the prevention of venous thromboembolism after elective major knee surgery. N Engl J Med 2001; 345: Eriksson BI, Bauer KA, Lassen MR, Turpie AG. Fondaparinux compared with enoxaparin for the prevention of venous thromboembolism after hip-fracture surgery. N Engl J Med 2001;345: Lassen MR, Bauer KA, Eriksson BI, Turpie AG. Postoperative fondaparinux versus preoperative enoxaparin for prevention of venous thromboembolism in elective hip-replacement surgery: a randomised double-blind comparison. Lancet 2002;359: Turpie AG, Bauer KA, Eriksson BI, Lassen MR. Postoperative fondaparinux versus postoperative enoxaparin for prevention of venous thromboembolism after elective hip-replacement surgery: a randomised double-blind trial. Lancet 2002;359: Turpie AG, Bauer KA, Eriksson BI, Lassen MR. Fondaparinux vs enoxaparin for the prevention of venous thromboembolism in major orthopedic surgery: a meta-analysis of 4 randomized doubleblind studies. Arch Intern Med 2002;162: Eriksson BI, Wille-Jorgensen P, Kalebo P, Mouret P, Rosencher N, Bosch P, et al. A comparison of recombinant hirudin with a lowmolecular-weight heparin to prevent thromboembolic complications after total hip replacement. N Engl J Med 1997;337: Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38) 1845

5 21 Eriksson BI, Ekman S, Lindbratt S, Baur M, Bach D, Torholm C, et al. Prevention of thromboembolism with use of recombinant hirudin. Results of a double-blind, multicenter trial comparing the efficacy of desirudin (Revasc) with that of unfractionated heparin in patients having a total hip replacement. J Bone Joint Surg [Am] 1997;79: Eriksson BI, Ekman S, Kalebo P, Zachrisson B, Bach D, Close P. Prevention of deep-vein thrombosis after total hip replacement: direct thrombin inhibition with recombinant hirudin, CGP Lancet 1996;347: Ostendorf M, Johnell O, Malchau H, Dhert WJ, Schrijvers AJ, Verbout AJ. The epidemiology of total hip replacement in the Netherlands and Sweden. Acta Orthop Scand 2002;73: Geerts WH, Heit JA, Clagett GP, Pineo GF, Colwell CW, Anderson jr FA, et al. Prevention of venous thromboembolism. Chest 2001; 119(1 Suppl):132S-75S. 25 Dechavanne M, Ville D, Berruyer M, Trepo F, Dalery F, Clermont N, et al. Randomized trial of a low-molecular-weight heparin (Kabi 2165) versus adjusted-dose subcutaneous standard heparin in the prophylaxis of deep-vein thrombosis after elective hip surgery. Haemostasis 1989;19: Levine MN, Hirsh J, Gent M, Turpie AG, Leclerc J, Powers PJ, et al. Prevention of deep vein thrombosis after elective hip surgery. A randomized trial comparing low molecular weight heparin with standard unfractionated heparin. Ann Intern Med 1991;114: Leyvraz P, Bachmann F, Bohnet J, Breyer HG, Estoppey D, Haas SB, et al. Thromboembolic prophylaxis in total hip replacement: a comparison between the low molecular weight heparinoid lomoparan and heparin-dihydroergotamine. Br J Surg 1992;79: Planes A, Vochelle N, Mazas F, Mansat C, Zucman J, Landais A, et al. Prevention of postoperative venous thrombosis: a randomized trial comparing unfractionated heparin with low molecular weight heparin in patients undergoing total hip replacement. Thromb Haemost 1988;60: Leclerc JR, Geerts WH, Desjardins L, Jobin F, Laroche F, Delorme F, et al. Prevention of deep vein thrombosis after major knee surgery a randomized, double-blind trial comparing a low molecular weight heparin fragment (enoxaparin) to placebo. Thromb Haemost 1992;67: Dahl OE, Andreassen G, Aspelin T, Muller C, Mathiesen P, Nyhus S, et al. Prolonged thromboprophylaxis following hip replacement surgery results of a double-blind, prospective, randomised, placebo-controlled study with dalteparin (Fragmin). Thromb Haemost 1997;77: Eriksson BI, Kalebo P, Anthymyr BA, Wadenvik H, Tengborn L, Risberg B. Prevention of deep-vein thrombosis and pulmonary embolism after total hip replacement. Comparison of low-molecularweight heparin and unfractionated heparin. J Bone Joint Surg [Am] 1991;73: Lotke PA, Ecker ML, Alavi A, Berkowitz H. Indications for the treatment of deep venous thrombosis following total knee replacement. J Bone Joint Surg [Am] 1984;66: Stringer MD, Steadman CA, Hedges AR, Thomas EM, Morley TR, Kakkar VV. Deep vein thrombosis after elective knee surgery. J Bone Joint Surg [Br] 1989;71: Stulberg BN, Insall JN, Williams GW, Ghelman B. Deep-vein thrombosis following total knee replacement. An analysis of six hundred and thirty-eight arthroplastics. J Bone Joint Surg [Am] 1984;66: Douketis JD, Eikelboom JW, Quinlan DJ, Willan AP, Crowther MA. Short-duration prophylaxis against venous thromboembolism after total hip or knee replacement: a meta-analysis of prospective studies investigating symptomatic outcomes. Arch Intern Med 2002; 162: Mohr DN, Silverstein MD, Murtaugh PA, Harrison JM. Prophylactic agents for venous thrombosis in elective hip surgery. Metaanalysis of studies using venographic assessment. Arch Intern Med 1993;153: Imperiale TF, Speroff T. A meta-analysis of methods to prevent venous thromboembolism following total hip replacement. JAMA 1994;271: Freedman KB, Brookenthal KR, Fitzgerald jr RH, Williams S, Lonner JH. A meta-analysis of thromboembolic prophylaxis following elective total hip arthroplasty. J Bone Joint Surg [Am] 2000; 82: Collins R, Scrimgeour A, Yusuf S, Peto R. Reduction in fatal pulmonary embolism and venous thrombosis by perioperative administration of subcutaneous heparin. Overview of results of randomized trials in general, orthopedic, and urologic surgery. N Engl J Med 1988;318: Collaborative overview of randomised trials of antiplatelet therapy III. Reduction in venous thrombosis and pulmonary embolism by antiplatelet prophylaxis among surgical and medical patients. Antiplatelet Trialists Collaboration. BMJ 1994;308: Prevention of pulmonary embolism and deep vein thrombosis with low dose aspirin. Pulmonary Embolism Prevention (PEP) trial. Lancet 2000;355: Hull RD, Pineo GF, Stein PD, Mah AF, MacIsaac SM, Dahl OE, et al. Timing of initial administration of low-molecular-weight heparin prophylaxis against deep vein thrombosis in patients following elective hip arthroplasty: a systematic review. Arch Intern Med 2001; 161: Strebel N, Prins M, Agnelli G, Büller HR. Preoperative or postoperative start of prophylaxis for venous thromboembolism with low-molecular-weight heparin in elective hip surgery? Arch Intern Med 2002;162: Hull RD, Brant RF, Pineo GF, Stein PD, Raskob GE, Valentine KA. Preoperative vs postoperative initiation of low-molecularweight heparin prophylaxis against venous thromboembolism in patients undergoing elective hip replacement. Arch Intern Med 1999;159: White RH, Romano PS, Zhou H, Rodrigo J, Bargar W. Incidence and time course of thromboembolic outcomes following total hip or knee arthroplasty. Arch Intern Med 1998;158: Eikelboom JW, Quinlan DJ, Douketis JD. Extended-duration prophylaxis against venous thromboembolism after total hip or knee replacement: a meta-analysis of the randomised trials. Lancet 2001;358: Prandoni P, Bruchi O, Sabbion P, Tanduo C, Scudeller A, Sardella C, et al. Prolonged thromboprophylaxis with oral anticoagulants after total hip arthroplasty: a prospective controlled randomized study. Arch Intern Med 2002;162: Samama CM, Vray M, Barre J, Fiessinger JN, Rosencher N, Lecompte T, et al. Extended venous thromboembolism prophylaxis after total hip replacement: a comparison of low-molecular-weight heparin with oral anticoagulant. Arch Intern Med 2002;162: Eriksson BI, Lassen MR. PENTasaccharide in HIp-FRActure Surgery Plus Investigators. Duration of prophylaxis against venous tromboembolism with fondaparinux after hip fracture surgery: a multicenter, randomized, placebo-controlled, double-blind study. Arch Intern Med 2003;163: Haas SB, Insall JN, Scuderi GR, Windsor RE, Ghelman B. Pneumatic sequential-compression boots compared with aspirin prophylaxis of deep-vein thrombosis after total knee arthroplasty. J Bone Joint Surg [Am] 1990;72: Hull R, Delmore TJ, Hirsh J, Gent M, Armstrong P, Lofthouse R, et al. Effectiveness of intermittent pulsatile elastic stockings for the prevention of calf and thigh vein thrombosis in patients undergoing elective knee surgery. Thromb Res 1979;16: McKenna R, Galante J, Bachmann F, Wallace DL, Kaushal PS, Meredith P. Prevention of venous thromboembolism after total knee replacement by high-dose aspirin or intermittent calf and thigh compression. Br Med J 1980;280: Wilson NV, Das SK, Kakkar VV, Maurice HD, Smibert JG, Thomas EM, et al. Thrombo-embolic prophylaxis in total knee replacement. Evaluation of the A-V impulse system. J Bone Joint Surg [Br] 1992; 4: Lassen MR, Borris LC, Christiansen HM, Boll KL, Eiskjaer SP, Nielsen BW, et al. Prevention of thromboembolism in 190 hip arthroplasties. Comparison of LMW heparin and placebo. Acta Orthop Scand 1991;62: Warwick D, Williams MH, Bannister GC. Death and thromboembolic disease after total hip replacement. A series of 1162 cases with no routine chemical prophylaxis. J Bone Joint Surg [Br] 1995; 77: Samama CM, Clergue F, Barre J, Montefiore A, Ill P, Samii K. Low molecular weight heparin associated with spinal anaesthesia and gradual compression stockings in total hip replacement surgery. Arar Study Group. Br J Anaesth 1997;78: Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38)

6 57 Paiement G, Wessinger SJ, Waltman AC, Harris WH. Low-dose warfarin versus external pneumatic compression for prophylaxis against venous thromboembolism following total hip replacement. J Arthroplasty 1987;2: Bailey JP, Kruger MP, Solano FX, Zajko AB, Rubash HE. Prospective randomized trial of sequential compression devices vs low-dose warfarin for deep venous thrombosis prophylaxis in total hip arthroplasty. J Arthroplasty 1991;6 Suppl:S Westrich GH, Sculco TP. Prophylaxis against deep venous thrombosis after total knee arthroplasty. Pneumatic plantar compression and aspirin compared with aspirin alone. J Bone Joint Surg [Am] 1996;78: Blanchard J, Meuwly JY, Leyvraz PF, Miron MJ, Bounameaux H, Hoffmeyer P, et al. Prevention of deep-vein thrombosis after total knee replacement. Randomised comparison between a low-molecular-weight heparin (nadroparin) and mechanical prophylaxis with a foot-pump system. J Bone Joint Surg [Br] 1999;81: Fordyce MJ, Ling RS. A venous foot pump reduces thrombosis after total hip replacement. J Bone Joint Surg [Br] 1992;74: Norgren L, Toksvig-Larsen S, Magyar G, Lindstrand A, Albrechtsson U. Prevention of deep vein thrombosis in knee arthroplasty. Preliminary results from a randomized controlled study of low molecular weight heparin vs foot pump compression. Int Angiol 1998;17: Warwick D, Harrison J, Glew D, Mitchelmore A, Peters TJ, Donovan J. Comparison of the use of a foot pump with the use of low-molecular-weight heparin for the prevention of deep-vein thrombosis after total hip replacement. A prospective, randomized trial. J Bone Joint Surg [Am] 1998;80: Hoppener MR, Ettema HB, Büller HR, Henny CP, Verheyen CCPM. Day-care or short-stay surgery and venous thromboembolism. J Thromb Haemost 2003;1: Wirth T, Schneider B, Misselwitz F, Lomb M, Tuylu H, Egbring R, et al. Prevention of venous thromboembolism after knee arthroscopy with low-molecular weight heparin (reviparin): results of a randomized controlled trial. Arthroscopy 2001;17: Aanvaard op 28 mei 2003 Voor de praktijk Overgewicht en obesitas; een advies van de Gezondheidsraad a.e.meinders en j.fogteloo In het rapport Overgewicht en obesitas, uitgebracht in april 2003, inventariseert de Gezondheidsraad vóórkomen, oorzaken en consequenties van het toegenomen lichaamsgewicht van de gemiddelde Nederlander en preventieve en therapeutische interventies op dit gebied. 1 Nederland maakt deel uit van die landen in de wereld waar overgewicht en obesitas epidemische vormen beginnen aan te nemen. Overgewicht is een probleem van kinderen (reeds vanaf de leeftijd van 3 jaar), adolescenten en volwassenen; het is niet onschuldig, maar vormt een reële bedreiging voor de individuele gezondheid en daarmede voor de volksgezondheid in totaal. Er gaan dan ook stemmen op om overgewicht en adipositas niet meer als variatie van het normale te beschouwen, maar als een ziekte. 23 Het is dan ook begrijpelijk dat de toenmalige minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in februari 2002 de Gezondheidsraad vroeg naar nieuwe inzichten en mogelijke wetenschappelijke doorbraken op het gebied van preventie en behandeling van overgewicht en obesitas. Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Algemene Interne Geneeskunde, Postbus 9600, 2300 RC Leiden. Prof.dr.A.E.Meinders en J.Fogteloo, internisten. Correspondentieadres: prof.dr.a.e.meinders (a.e.meinders@lumc.nl). tijd en het geslacht. Bij personen ouder dan 70 jaar moet bij de interpretatie van de BMI rekening worden gehouden met lengteverlies. Behalve van de BMI wordt ook gebruikgemaakt van de middelomtrek en de middel-heupratio. Dit zijn eveneens eenvoudig te meten grootheden, die relevant zijn gebleken bij epidemiologisch onderzoek. Beide weerspiegelen de hoeveelheid intra-abdominaal (visceraal) vetweefsel, dat de voornaamste risicofactor vertegenwoordigt van het vetweefsel voor het ontstaan van harten vaatziekten, alsmede van het zogenaamde metabool syndroom (tabel 2) (het metabool syndroom bestaat uit metabole afwijkingen die bijdragen aan hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type 2, galstenen en sommige vormen van kanker; tot het syndroom behoren insulinesamenvatting De Gezondheidsraad heeft een advies uitgebracht over overgewicht en obesitas. Deze aandoeningen vormen belangrijke bedreigingen voor de persoonlijke gezondheid, de volksgezondheid en de economische welvaart. Overgewicht en adipositas worden niet langer als een variatie van normaal beschouwd, maar als een ziekte. Omdat de genetische predisponerende factoren niet kunnen worden beïnvloed, dient de voornaamste interventie gericht te zijn op omgevingsfactoren, met name op de inname van macronutriënten en op lichaamsbeweging. Speciale risicogroepen dienen te worden aangewezen, zoals jonge mensen, sociaal-economisch zwakken en allochtonen. De overheid, de gezondheidszorgorganisaties, de industrie en de algemene bevolking dienen samen te werken om overgewicht en obesitas te bestrijden. De kans dat interventie succesvol zal zijn, is onduidelijk, maar groot genoeg om tot actie over te gaan. epidemiologie van obesitas Voor epidemiologische doeleinden wordt het meest gebruikgemaakt van de body mass index (BMI, ook wel queteletindex genoemd): gewicht in kg/(lengte in m) 2. De indeling voor volwassenen volgens de WHO staat weergegeven in tabel 1. Voor kinderen en adolescenten is ook een dergelijke tabel geconstrueerd voor overgewicht en obesitas, maar dan gecorrigeerd voor de leef- Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38) 1847

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij grote orthopedische ingrepen

Tromboseprofylaxe bij grote orthopedische ingrepen Tromboseprofylaxe bij grote orthopedische ingrepen Rationale, klinische praktijk en nieuwe ontwikkelingen Auteur Trefwoorden M.T. Nurmohamed Veneuze trombo-embolie, diep veneuze trombose, coumarine, laagmoleculaire

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe in de algemene chirurgische praktijk anno 2004: rond ingrepen tijdens opname, tijdens dagbehandeling en na gipsimmobilisatie

Tromboseprofylaxe in de algemene chirurgische praktijk anno 2004: rond ingrepen tijdens opname, tijdens dagbehandeling en na gipsimmobilisatie zorg CBO (CBO), 3 de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) 4 en het American College of Chest Physicians (ACCP) (tabel 1). 2 Tijdens de opnameperiode adviseren genoemde instanties bijna altijd.

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: de klinische praktijk in Nederland anno 2002

Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: de klinische praktijk in Nederland anno 2002 Oorspronkelijke stukken Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: de klinische praktijk in Nederland anno 2002 d.schonenberg, m.van meeteren, r.g.h.h.nelissen, i.e.van der horst-bruinsma, r.g.pöll

Nadere informatie

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Nieuwe antistollingsmiddelen

Nieuwe antistollingsmiddelen Nieuwe antistollingsmiddelen prof. dr M.M. Levi Nr 3 2005 (39) Pagina 25-32 Thema-artikel prof. dr M.M.Levi, onder medeverantwoordelijkheid van de redactiecommissie Fondaparinux en (xi)melagatran zijn

Nadere informatie

Nieuwe orale anticoagulantia in Nederland

Nieuwe orale anticoagulantia in Nederland FARMACOTHERAPIE Nieuwe orale anticoagulantia in Nederland Dr. Frank W.G. Leebeek en dr. Pieter Willem Kamphuisen Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A325 Recent zijn er twee nieuwe orale

Nadere informatie

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede

Nadere informatie

THROMBOPROFYLAXIE BIJ MAJEURE ORTHOPEDISCHE CHIRURGIE

THROMBOPROFYLAXIE BIJ MAJEURE ORTHOPEDISCHE CHIRURGIE Lok ortho THROMBOPROFYLAXIE BIJ MAJEURE ORTHOPEDISCHE CHIRURGIE Maart 2011 Dr P.Verstraeten alle 3 componenten van de Virchow- triade betrokken bij Orthopedische chirurgie! Hypercoagulabele status Endotheliale

Nadere informatie

Nieuwe antitrombotica bij atriumfibrilleren

Nieuwe antitrombotica bij atriumfibrilleren Stand van zaken Nieuwe antitrombotica bij atriumfibrilleren Freek Verheugt Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A2572 Het herseninfarct is de ernstigste complicatie van atriumfibrilleren.

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe in de traumatologie

Tromboseprofylaxe in de traumatologie capita selecta Tromboseprofylaxe in de traumatologie P.Boele van Hensbroek, R.Haverlag, K.J.Ponsen, M.Levi en J.C.Goslings Veneuze trombo-embolieën komen frequent voor bij traumapatiënten en verlopen vaak

Nadere informatie

Diepe veneuze trombose is een gedeeltelijke of algehele

Diepe veneuze trombose is een gedeeltelijke of algehele oorspronkelijk artikel Problemen bij subcutane toediening van laagmoleculairgewichtheparines na totale heup- en knievervangende operaties C. Boersma af *, A.C.M. Broer bf, B.S. Kappelhoff cdg, J.R.B.J.

Nadere informatie

Complicaties van prothesechirurgie. Raf De Vloo - 21/05/2016

Complicaties van prothesechirurgie. Raf De Vloo - 21/05/2016 Complicaties van prothesechirurgie Raf De Vloo - 21/05/2016 Waarom falen prothesen? Ondanks het grote succes van de meeste primaire gewrichtsprothesen is er een bestendige toename van het aantal gefaalde

Nadere informatie

Overgewicht en obesitas; een advies van de Gezondheidsraad

Overgewicht en obesitas; een advies van de Gezondheidsraad 57 Paiement G, Wessinger SJ, Waltman AC, Harris WH. Low-dose warfarin versus external pneumatic compression for prophylaxis against venous thromboembolism following total hip replacement. J Arthroplasty

Nadere informatie

Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen

Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Een van de objectieven van de «Thrombosis Guidelines Group of the BSTH (Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis) and the BWGA (Belgian Working

Nadere informatie

Behandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn

Behandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn Behandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn F.A. (Erik) Klok MD, PhD Department of Thrombosis and Hemostasis LUMC, Leiden, Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Disclosures None Affiliation/financial interest

Nadere informatie

Landelijk Diabetes Congres 2016

Landelijk Diabetes Congres 2016 Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31463 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ocak, Gürbey Title: Vascular complications in kidney disease Issue Date: 2015-01-14

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES De indicaties en praktische problemen van de antitrombotica waren reeds tweemaal het onderwerp van een themanummer van de Folia [Folia februari

Nadere informatie

Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst

Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst Meta-analyses, top van de piramide? Iwan C. C. van der Horst Intensivist/cardioloog @iccvanderhorst Conflict of interest Perner A, Laake J, van der Horst ICC. Innovation and safety in critical care: should

Nadere informatie

In: Tijdschrift voor Geneeskunde 66 (14-15), , 2010.

In: Tijdschrift voor Geneeskunde 66 (14-15), , 2010. biblio.ugent.be The UGent Institutional Repository is the electronic archiving and dissemination platform for all UGent research publications. Ghent University has implemented a mandate stipulating that

Nadere informatie

Trombose preventie in dagchirurgie Prof Dr. Randon C Dienst Thoracale en Vasculaire heelkunde UZ Gent

Trombose preventie in dagchirurgie Prof Dr. Randon C Dienst Thoracale en Vasculaire heelkunde UZ Gent Trombose preventie in dagchirurgie Prof Dr. Randon C Dienst Thoracale en Vasculaire heelkunde UZ Gent 1 Gebaseerd op 9 th ACCP guidelines 2012 en update 2014 Sign 2010 guidelines NICE guidelines 2010 American

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden Anticoagulantia Vitamine K antagonisten (VKA) Trombocytenaggregatieremmers

Nadere informatie

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard

Nadere informatie

Hot topics in de behandeling van VTE

Hot topics in de behandeling van VTE Hot topics in de behandeling van VTE Saskia Middeldorp Academisch Medisch Centrum Afdeling Vasculaire Geneeskunde IVG feburari 2012 VTE hot topics n Deel 1 u Lange versus korte kousen u Aggressieve behandeling

Nadere informatie

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? Jan Wille, coördinator infectiepreventie Titia Hopmans, senior adviseur PREZIES RIVM, Centrum voor Infectieziektebestrijding 1 Patiëntveiligheid

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue

Nadere informatie

Persbericht. ESC Congress 2014 Hot Line Sessie: Pradaxa toont gunstig effect op nierfunctie vergeleken met warfarine

Persbericht. ESC Congress 2014 Hot Line Sessie: Pradaxa toont gunstig effect op nierfunctie vergeleken met warfarine BE/PRA-141770 09/2014 ESC Congress 2014 Hot Line Sessie: Pradaxa toont gunstig effect op nierfunctie vergeleken met warfarine RE-LY subanalyse toont aan dat behandeling met Pradaxa in de loop van de tijd

Nadere informatie

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne

Nadere informatie

Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP?

Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP? Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP? Behorende bij de richtlijn Hemorrhagia postpartum Februari 2019 1 Algemeen Deze uitgangsvraag betreft

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Antistolling rondom chirurgische interventies bij patiënten met verhoogd tromboembolierisico

Antistolling rondom chirurgische interventies bij patiënten met verhoogd tromboembolierisico 14 maart 2013 Antistolling rondom chirurgische interventies bij patiënten met verhoogd tromboembolierisico Roel Vink Internist-intensivist bridging = overbruggen 2 INR 2.0 4.5 = /- ongecompliceerde ingreep??

Nadere informatie

Rapid Recovery. Anesthesiologische mogelijkheden. Xander Eijsbouts Xeijsbouts@fzr.nl Anesthesioloog Franciscus Ziekenhuis Roosendaal

Rapid Recovery. Anesthesiologische mogelijkheden. Xander Eijsbouts Xeijsbouts@fzr.nl Anesthesioloog Franciscus Ziekenhuis Roosendaal Rapid Recovery Anesthesiologische mogelijkheden Original in the Royal College of Surgeons of England, London. 18th Century Surgery October 17, 1846: First public demonstration of the use of ether in anesthesia

Nadere informatie

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties Postoperatieve wondinfecties? Hoe groot is het gevaar? 1 op 20 operaties leidt tot een postoperatieve wondinfecties Staphylococus aureus is de

Nadere informatie

Fast Track Het ontwikkelen van een database: orthopedie TKA en THA.

Fast Track Het ontwikkelen van een database: orthopedie TKA en THA. Fast Track Het ontwikkelen van een database: orthopedie TKA en THA. Isala Anouk Spijkerman & Marieke Hollewand 24 september 2014 Introductie Veel voorkomende operaties in Nederland: Totale knie prothese:

Nadere informatie

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. 1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose

Nadere informatie

casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen

casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen Dr. Marieke JHA Kruip Internist- hematoloog Erasmus MC inhoud casus indica>es nieuwe orale middelen risico

Nadere informatie

Goedkeuring in EU maakt de weg vrij om LIXIANA (edoxaban) in alle Europese lidstaten beschikbaar te maken

Goedkeuring in EU maakt de weg vrij om LIXIANA (edoxaban) in alle Europese lidstaten beschikbaar te maken LIXIANA (edoxaban) eenmaal daags van Daiichi Sankyo in de EU goedgekeurd voor preventie van beroerte bij nonvalvulair atriumfibrilleren en voor behandeling en preventie van recidiverende DVT en LE Goedkeuring

Nadere informatie

Perioperatief recombinant humaan erythropoïetine: nut en praktische haalbaarheid. Mathias Van Tornout Dr. L. Veeckman

Perioperatief recombinant humaan erythropoïetine: nut en praktische haalbaarheid. Mathias Van Tornout Dr. L. Veeckman Perioperatief recombinant humaan erythropoïetine: nut en praktische haalbaarheid. Mathias Van Tornout Dr. L. Veeckman Rationale Korte inhoud Verscheidene strategieën Ideale dosis Complicaties De ideale

Nadere informatie

HIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care

HIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care HIT MDO-onderwijs d.d. 01-12-2014 Claire Slegers Fellow Intensive Care Casus Man 68 RvO: Dag 1 TAAA - Buisprothese VG: o.a. 97 AAA - Buisprothese, ACS wv. ASA Postoperatief start LMWH (nadroparine 1dd2850

Nadere informatie

Laagmoleculaire heparinen

Laagmoleculaire heparinen Laagmoleculaire heparinen Nr 10 2000 (34) Pagina 115-121 Thema-artikel Behandeling van diepveneuze trombose met laagmoleculaire heparinen blijkt even effectief te zijn als een ongefractioneerde heparinetoediening.

Nadere informatie

Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015

Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015 Ribfixatie bij fladderthorax Vaker doen? Vera Linssen, AIOS anesthesiologie 5 november 2015 Casus M: motorrijder versus ander voertuig, van motor gevlogen, helm losgeraakt I: verdenking hematothorax, hoofdwond

Nadere informatie

S. Kuipers. Chapter 9. Samenvatting

S. Kuipers. Chapter 9. Samenvatting S. Kuipers Chapter 9 Veneuze trombose is een aandoening waarbij zich een bloedstolsel vormt op de verkeerde plaats, meestal in een van de venen van het been. Hierdoor wordt de terugvloed van het bloed

Nadere informatie

Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019

Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019 Toelichting Ranglijst woongebied land van matena 1 januari 2019 Hieronder treft u de geanonimiseerde ranglijst per 1 januari 2019 aan voor het woongebied van Land van Matena. Het betreft een momentopname.

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 augustus 2011 CIBG-BV-Farma oktober 2011

Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 augustus 2011 CIBG-BV-Farma oktober 2011 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 augustus 2011 CIBG-BV-Farma-3081196 17 oktober 2011 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Diagnose en behandeling van oppervlakkige tromboflebitis (OTF) van de onderste ledematen

Diagnose en behandeling van oppervlakkige tromboflebitis (OTF) van de onderste ledematen Diagnose en behandeling van oppervlakkige tromboflebitis (OTF) van de onderste ledematen Aanbevelingen van de Thrombosis Guidelines Group of the Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis and the Belgian

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Het kind met een stolsel

Het kind met een stolsel Het kind met een stolsel Heleen van Ommen EKZ AMC, Amsterdam Casus: meisje 15 jr Anamnese Sinds een aantal dagen benauwd en pijn op de borst, vastzittend aan de ademhaling, mn links Voorgeschiedenis: Week

Nadere informatie

(Anti)stolling in 2017

(Anti)stolling in 2017 (Anti)stolling in 2017 Karina Meijer Afd Hematologie, UMCG Jaarsymposium Hematologie 5 april 2018 Disclosures K. Meijer (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Perioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting

Perioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting 1 2 Perioperatief antistollingsbeleid UMCG Samenvatting Patiënten ingesteld op antistollingsmiddelen hebben bij continuatie van de antistolling een verhoogde kans op bloedverlies en bij het staken van

Nadere informatie

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J

Nadere informatie

Antistolling: Kunt u het bijhouden?

Antistolling: Kunt u het bijhouden? Antistolling: Kunt u het bijhouden? Trombocytenaggregatieremming anno 2016 Sander Damen, arts-onderzoeker cardiologie Cyril Camaro, cardioloog 27-09-2016 Inhoud Achtergrond trombocytenaggregatieremming

Nadere informatie

Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking?

Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking? Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking? Jeroen van Oostrum Hoofd Business Intelligence Center 24 november 2009 Stellingen Stelling 1: Patiëntuitkomstmaten, zoals heropnames, complicaties en patiënttevredenheid,

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Achtergrond Fenotype = grote variabiliteit Niet alle symptomen

Nadere informatie

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis IBOM-2 Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis Abeer Ahmad Ruth Mast Giel Nijpels Jacqueline Dekker Piet Kostense Jacqueline Hugtenburg Afdelingen Klinische

Nadere informatie

Diabetes Mellitus en Beweging

Diabetes Mellitus en Beweging Diabetes Mellitus en Beweging Doelen 0Refresher 0Patient Education 0Exercise and DM Wat betekent het? 0 Diabetes: Door(heen) gaan 0 Mellitus: Honing/Zoet Wat is het? 0 Groep van stoornissen met hyperglycemieën

Nadere informatie

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei? Disclosures: Zeg eens A. Over Atrium fibrilleren en Antistolling in ESRD Geen Marjolijn van Buren Internist-Nefroloog Content Epidemiologie: en Nierfalen & Nierfalen: Epidemiologie whites ARIC study Atheroslerosis

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

Diepe veneuze trombose is een gedeeltelijke of gehele

Diepe veneuze trombose is een gedeeltelijke of gehele oorspronkelijk artikel Primaire preventie van veneuze trombo-embolieën na totale heup- of knievervangende operaties: burden of illness B.S. Kappelhoff Apotheker-klinisch farmacoloog, Medische Afdeling,

Nadere informatie

NOAC en coronairlijden. Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016

NOAC en coronairlijden. Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016 NOAC en coronairlijden Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016 Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties Geen

Nadere informatie

Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason

Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren. Joep Hufman, Medical Scientific Liason Vernieuwingen in stroke preventie in atrium fibrilleren Joep Hufman, Medical Scientific Liason Agenda/ Content Atrium fibrilleren & Stollingscascade Heden Toekomst Discussie Atrium fibrilleren en Stollingscascade

Nadere informatie

Hebben de nieuwe orale anticoagulantia een plaats bij de langetermijnbehandeling van longembool?

Hebben de nieuwe orale anticoagulantia een plaats bij de langetermijnbehandeling van longembool? Hebben de nieuwe orale anticoagulantia een plaats bij de langetermijnbehandeling van longembool? Robertson L, Kesteven P, McCaslin JE. Oral direct thrombin inhibitors or oral factor Xa inhibitors for the

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Hoe lang mag een waaknaald blijven zitten?

Literatuuronderzoek. Hoe lang mag een waaknaald blijven zitten? HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM Literatuuronderzoek Hoe lang mag een waaknaald blijven zitten? Michelle Entius 500635128 LV13-3IKZ1 Stagebegeleiders: Anetha van Waveren Samantha Carrot Literatuuronderzoek Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nieuwe anticoagulantia in de praktijk De evidence in vogelvlucht en interactieve casuïstiek

Nieuwe anticoagulantia in de praktijk De evidence in vogelvlucht en interactieve casuïstiek Nieuwe anticoagulantia in de praktijk De evidence in vogelvlucht en interactieve casuïstiek Dr. P.W. Kamphuisen - internist Universitair Medisch Centrum Groningen Nieuwe orale antistollingsmiddelen in

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:

Nadere informatie

LIA Cocktail Jacqueline Jansen Anesthesioloog. Rapid Recovery symposium 11 april 2013 Fokker terminal Den Haag

LIA Cocktail Jacqueline Jansen Anesthesioloog. Rapid Recovery symposium 11 april 2013 Fokker terminal Den Haag LIA Cocktail Jacqueline Jansen Anesthesioloog OMC Sittard-Geleen Rapid Recovery symposium 11 april 2013 Fokker terminal Den Haag LIA cocktail Local infiltration Analgesia De cocktail Per operatief infiltratie

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombose: een overzichtsartikel betreffende de hierover recent verschenen CBO-consensus

Diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombose: een overzichtsartikel betreffende de hierover recent verschenen CBO-consensus O v e r z i c h t s a r t i k e l e n Diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombose: een overzichtsartikel betreffende de hierover recent verschenen CBO-consensus Auteurs Trefwoorden W.M.

Nadere informatie

Preventie. bij zwangere vrouwen. van veneuze trombo-embolie. Thrombosis Guidelines Group. Update 2009

Preventie. bij zwangere vrouwen. van veneuze trombo-embolie. Thrombosis Guidelines Group. Update 2009 Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Aanbevelingen van de Thrombosis Guidelines Group of the Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis and the Belgian Working Group on Angiology

Nadere informatie

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Wonddrainage met een menselijk gezicht

Wonddrainage met een menselijk gezicht Wonddrainage met een menselijk gezicht Patiëntvriendelijke drainage ml 1600 1695 1400 1364* n=122 *p

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

8 Samenvatting Samenvatting Het is alom bekend dat te weinig bewegen schadelijk is voor de gezondheid van zowel kinderen als volwassenen. Ondanks dat de positieve effecten van een actieve jeugd talrijk

Nadere informatie

Interventies ter preventie van zorginfecties: het Bundle principe. Dr. Paul Jordens Geneesheer-ziekenhuishygiënist OLVrouw-ziekenhuis, campus Aalst

Interventies ter preventie van zorginfecties: het Bundle principe. Dr. Paul Jordens Geneesheer-ziekenhuishygiënist OLVrouw-ziekenhuis, campus Aalst Interventies ter preventie van zorginfecties: het Bundle principe Dr. Paul Jordens Geneesheer-ziekenhuishygiënist OLVrouw-ziekenhuis, campus Aalst INDELING Van richtlijnen naar bundels Historiek Wat is

Nadere informatie

Signature Vanguard. Gepersonaliseerde patiëntenzorg voor knieprotheses Patiëntenvoorlichting

Signature Vanguard. Gepersonaliseerde patiëntenzorg voor knieprotheses Patiëntenvoorlichting Signature Vanguard Gepersonaliseerde patiëntenzorg voor knieprotheses Patiëntenvoorlichting Inzicht in patiëntenzorg op maat U bent uniek en uw lichaamsbouw (ofwel anatomie) is dat ook. Daarom biedt Zimmer

Nadere informatie

Safety of hydroxyethyl starches. Seminariewerk Idris Ghijselings

Safety of hydroxyethyl starches. Seminariewerk Idris Ghijselings Safety of hydroxyethyl starches Seminariewerk Idris Ghijselings 12-04-2013 Outline 1. Structuur en Farmacokinetiek - concentratie - moleculair gewicht - molaire substitutie 2. Farmacodynamiek - volume

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Desinfectie van huid en slijmvliezen

Ziekenhuizen. Desinfectie van huid en slijmvliezen Ziekenhuizen Desinfectie van huid en slijmvliezen Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: maart 2008 Wijziging: oktober 2010 Wijziging: december 2011 Revisie: maart 2013 Aan de samenstelling van deze

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Chronificatie van postoperatieve pijn

Chronificatie van postoperatieve pijn Chronificatie van postoperatieve pijn Dr. Baeyens Malika, ASO Dienst anesthesie 5 december 2017 Wat is pijn? IASP definition (1994) An unpleasant sensory and emotional experience associated with actual

Nadere informatie

De rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen

De rol van apc en steroiden. Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen De rol van apc en steroiden Peter Pickkers Intensive Care, UMC St Radboud Nijmegen NIVAS 2012 De controverse omtrent APC, Eli-Lilly en de Surviving Sepsis Campaign De studies De sponsering Het commentaar

Nadere informatie

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen Nikkie Aarts Afdeling Epidemiologie & Inwendige Geneeskunde 3 de Lustrum Farmacovigilantie Platform Nederland Dinsdag 19 mei 2015 Promotietraject In de dagelijkse

Nadere informatie

Agenda. Exit quiz. Inventarisatie ziekenhuis profylaxeprotocollen. Entree quiz. Stukje theorie. Richtlijnen

Agenda. Exit quiz. Inventarisatie ziekenhuis profylaxeprotocollen. Entree quiz. Stukje theorie. Richtlijnen THR09-047 Agenda Inventarisatie ziekenhuis profylaxeprotocollen Entree quiz Stukje theorie Richtlijnen Exit quiz Inventarisatie tromboseprofylaxe protocollen trauma THR09-047 THR09-047 Inventarisatie profylaxeprotocollen

Nadere informatie

Anticoagulatie in veneuze thromboembolie: Dr Mathias Leys Pneumologie AZ Groeninge - Kortrijk

Anticoagulatie in veneuze thromboembolie: Dr Mathias Leys Pneumologie AZ Groeninge - Kortrijk Anticoagulatie in veneuze thromboembolie: nieuwe concepten Dr Mathias Leys Pneumologie AZ Groeninge - Kortrijk Na een diepe veneuze thrombose (DVT) of longembolen (LE) zijn recidieven frequent, vooral

Nadere informatie

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesie en heupfracturen Inleiding Pre-operatieveaandachtspunten Pre-operatiefmanagement Intra-operatief

Nadere informatie

Kanker en het hart. de ultieme uitdaging?

Kanker en het hart. de ultieme uitdaging? Kanker en het hart de ultieme uitdaging? Rienk Rienks, cardioloog UMCU/CMH Hoe groot is het probleem? Stollingstoornissen bij kanker Kanker van het hart Hartproblemen bij (de behandeling van) kanker Nederland:

Nadere informatie

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey 1. Safer Prescribing A Trial of Education, Informatics, and Financial Incentives - Context:

Nadere informatie

The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.

The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S. UvA-DARE (Digital Academic Repository) The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S. Link to publication Citation for published version (APA): Gibson, N. S.

Nadere informatie

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael Alcohol misbruik Consequenties voor IC Roger van Groenendael à Meerdere MC/IC patiënten met alcohol abusus in VG à Belang voor IC opname? Omvang Meest gebruikte en misbruikte drug wereldwijd NL getallen:

Nadere informatie

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: dalteparine t/m 2800

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: dalteparine t/m 2800 Kinderwens, en : dalteparine 2797 t/m 2800 APTT = geactiveerde partiële tromboplastinetijd; HIT = heparine geïnduceerde trombocytopenie; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration;

Nadere informatie

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier

Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Alcohol: Epidemiologische gegevens WHO: Europa, regio hoogste

Nadere informatie

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde Antitrombotisch beleid Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde 300616 Achtergrond Initiatief door NIV, geschreven door multidisciplinaire werkgroep internisten, huisartsen, orthopeden, longartsen,

Nadere informatie