1. Opening en mededelingen 2

Transcriptie

1 Index Raadsvergadering Raadsplein Raadsvergadering d.d. raadsgriffie Index Pagina 1. Opening en mededelingen 2 2. Vaststelling van de agenda van de huidige vergadering, verslagen van het Raadsplein van 1 september 2016, ingekomen brieven en stukken ter kennisname Vragenuur Raadsdebat RKC-onderzoek nulmeting Decentralisaties in het Sociaal Domein Raadsdebat Bestuurlijk convenant op weg naar fusie tussen Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer Stemmingen Sluiting 50 1

2 VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 6 OKTOBER 2016 Voorzitter: Th.L.N. Weterings/mw. W. Booij-van Eck (van tot uur) De leden: mw. D. Abbas, P.J. de Baat, S. Bak, mw. M.E. Ballieux-Hamel, M.L. Beusenberg, T.M. Blom, mw. A. Bok (afwezig uur), mw. W. Booij-van Eck, E. Boscher, mw. K. Bouman, M.W. van Dijk (afwezig uur), mw. B. van der Erve (vanaf uur), T. van Essen (afwezig uur), mw. L. Eveleens-van Andel, C. Groothand, H.G.J. Heimerikx (afwezig tussen uur), mw. M.P. van der Helm-Chandansingh, J.J.J. Jhinnoe (vanaf uur), W.J.J.M. Klijn, H.C.M. Koning (afwezig uur), J.C. Koomen (vanaf uur), R. Koster (afwezig uur), H. Kuipers, mw. S. van de Meeberg (afwezig uur), J.P. Meegdes (afwezig uur), P.C.I. Meijer, M.C.N. Meiland, mw. N.F. Mulder, J.N.J. Nobel, A. Noomen, J.G. Rip (afwezig uur), mw. M.L. Sedee-Schuitemaker, H.P. Spijker, mw. B.C. van Straten-van Diepenbeek, mw. A. van der Veer, C.H. Vonk Griffier: J. van der Rhee Portefeuillehouders: A. Elzakalai (afwezig uur), T.C.M. Horn, J.C.W. Nederstigt (afwezig uur), A.J.H.T.H. Reinders, D.D. Reneman, mw. M. Steffens-van de Water Insprekers: Geen 1. Opening en mededelingen De VOORZITTER: Dames en heren, van harte welkom. De vergadering is geopend. Bericht van verhindering voor vandaag hebben we ontvangen van mevrouw Berk, de heer Van Bezooijen en de heer Van der Linden. Mevrouw Van der Erve, de heer Koomen en de heer Jhinnoe zullen later ter vergadering komen. Dat klopt met de lege stoelen op dit moment. 2. Vaststelling van de agenda van de huidige vergadering, verslagen van de Raadspleinen van 1 september 2016, ingekomen brieven en stukken ter kennisname De VOORZITTER: Ik meld u dat er een motie is aangekondigd door de fracties van CDVP en Forza! genaamd Gemeente geen woningcorporatie. Die vloeit voort uit het debat dat heeft plaatsgevonden over de aankoop van de Etta Palmstraat. Er is een motie van VVD en D66 inzake het inkoop- en aanbestedingsbeleid en die vloeit voort uit de sessie die over dat onderwerp heeft plaatsgevonden. En er is een motie van GroenLinks, Haarlemmermeer woont inclusief, die vreemd is aan de orde van de dag dus indien gewenst wordt daar vandaag ook voor uur over beraadslaagd. Voorafgaand aan de beraadslaging over de motie stel ik voor wethouder Horn de gelegenheid te geven een verklaring af te leggen naar aanleiding van de brief van mevrouw Appels die u ook heeft gehad en die naar aanleiding van de sessie is geschreven met betrekking tot wat vragen over het handelen van mensen uit onze organisatie. Daar zal wethouder Horn een verklaring over afleggen. Verder stelt het presidium u voor aan de stemmingenlijst vanavond toe te voegen de Bekrachtiging geheimhouding bijlagen nota van B&W Aankoop agrarische grondpercelen ten behoeve van PARK21 en het voorstel voor het benoemen van leden in de raadswerkgroep MRA. Dat zijn mijn mededelingen over de agenda van vandaag. Heeft u daar nog vragen over of aanvullingen bij? Zo niet, dan is dat de orde voor vandaag. 2

3 Dan zijn we toe aan het vaststellen van de verslagen van het raadsplein van 1 september Daar zijn geen wijzigingsvoorstellen voor ontvangen dus die kunnen zo worden vastgesteld. Dan hebben we de lijst van ingekomen brieven en stukken ter afhandeling. Week 36, pardon? (Er gaat een telefoon over.) Dat is een bijdrage voor Cebu, volgens oud voorschrift. Het CDA vraagt bij week 36 om een afschrift van het antwoord dat het college gaat sturen op brief nummer 5 inzake de nieuwe huisvesting van De Blokkendoos. Dat zal gebeuren en het CDA en HAP vragen bij week 37 een afschrift van het antwoord op brief nummer 13 inzake de verkeerssituatie op de Kruisweg ter hoogte van nummer 939 en verder. Ook dat antwoord zal naar uw raad gaan. Verder kunt u instemmen met de afhandeling van de brieven? Mevrouw Abbas, gaat uw gang. Mevrouw ABBAS: Voorzitter, stemming over PARK21 staat vanavond ook op de agenda, niet waar? Is dat wijs, want ik heb begrepen dat de sessie nog een vervolg krijgt. De VOORZITTER: Dat klopt, de sessie heeft besloten tot een verlenging. Het presidium heeft daar een mogelijkheid voor gevonden in de vergadering/sessieavond van 3 november a.s., uit mijn hoofd gezegd. Als u zegt 'het is logisch om de stemmingen daarna te doen', en dan hebben we het over de stemming over PARK21, zou u daar nu bij de orde een besluit over moeten nemen. Mijnheer De Baat, gaat uw gang. Als u de pasjes bij de hand heeft, kunt u gelijk inloggen als u zich meldt. De heer DE BAAT: Ik dacht dat u het zou behandelen bij het vaststellen van de agenda van 6 oktober, PARK21 staat nu op de agenda deze avond. De sessie vorige week of was het twee weken geleden? verliep wat bijzonder. Het merendeel van de aanwezigen vond dat er gewoon gestemd zou kunnen worden. Wat ons betreft, kan er vanavond gewoon gestemd worden over PARK21. Dat wil ik hier even naar voren brengen als ordevoorstel. De VOORZITTER: Maar mevrouw Abbas had een vraag aan mij gesteld, die heb ik beantwoord en ik weet niet of zij een ordevoorstel wil doen om de agenda te wijzigen. En voor de goede verstaanders, dan hebben we het over het wel of niet handhaven van punt e. op de stemmingenlijst, de herijking van de uitvoeringsstrategie PARK21. Mevrouw Abbas, gaat uw gang. Mevrouw ABBAS: Dan maak ik daar toch een ordevoorstel van, alleen al uit respect voor de mensen die misschien nog wat hadden willen zeggen en die daar toch het idee hebben dat bij een sessie na de stemming hun opmerkingen als mosterd na de maaltijd komen. De VOORZITTER: Akkoord, dan ligt er een ordevoorstel om agendapunt e. van de agenda af te halen. Mevrouw Mulder, gaat uw gang. Mevrouw MULDER: Voorzitter, ik steun zeker het ordevoorstel van mevrouw Abbas omdat we ook in de sessie hebben besproken dat gesplitst stemmen misschien een optie was. Hoe dat dan precies uiteindelijk is afgekaart weet ik niet, maar ik had in ieder geval verwacht dat er minimaal een splitsing zou zijn voorgesteld, dus ik steun mevrouw Abbas in haar verzoek om dat deel later op de stemmingenlijst te krijgen op een andere datum. De VOORZITTER: Andere opmerkingen? Gaat uw gang, mevrouw Sedee. Mevrouw SEDEE: Het lijkt me niet anders dan logisch dat, als je sessies nog niet hebt afgerond, je niet voordat dat is gebeurd tot stemming overgaat. Dus wij zullen het ordevoorstel ook ondersteunen. De VOORZITTER: Mevrouw Van der Helm. 3

4 Mevrouw VAN DER HELM: Het zal u niet verbazen dat ik ook tot dezelfde conclusie kom. Eerst praten, dan stemmen. De VOORZITTER: Anderen? Mijnheer Beusenberg. De heer BEUSENBERG: Ja, voorzitter, dat geldt ook voor SRH. De VOORZITTER: U hoeft niet allemaal een stemverklaring bij een ordevoorstel te doen, maar dank. Ik begrijp dat het dan ook logisch is om punt d. aan te houden want d. en e. zijn in die zin wel onlosmakelijk met elkaar verbonden, en daar doelde u ook op, mevrouw Mulder. Ja. Akkoord. Dan stemmen we over het ordevoorstel van de fractie van D66 om d. en e. vanavond van de stemmingenlijst af te voeren. Wie is daarvoor? De fractie van D66, SRH, CDA, GroenLinks, Forza!, EEN Haarlemmermeer, PvdA, CDVP en de fractie van Onafhankelijk Liberaal. Dat is een meerderheid, dan is dat voorstel aanvaard. Ik was bezig met de afronding, nee, die hadden we al gehad, met de orde van vanavond en de ingekomen stukken. Voor het overige, want daar waren we intussen, kunt u instemmen met de afwikkeling conform het voorstel van het presidium? Dat is het geval. Dan zijn we bij het vragenuur. 3. Vragenuur De VOORZITTER: Dat is gelijk het vragenuur van uw raad want er hebben zich geen insprekers vanuit de bevolking gemeld. Dat betekent dat de heer Van Essen van de HAP een vraag kan stellen met betrekking tot Meerlanden. Gaat uw gang, mijnheer Van Essen. De heer VAN ESSEN: Dank u wel voorzitter, het is niet zozeer en vraag, maar meer een sessieverzoek voor mijn collega's. HAP wil een sessieverzoek indienen om de voortdurende stankoverlast bij De Meerlanden en de oplossingen die daar al dan niet toereikend zijn geweest te bespreken. De kern is dat ondanks meerdere pogingen van het college om het probleem op te lossen, inwoners geen resultaten lijken te ruiken. Het is een dossier waar HAP al meerdere malen aandacht voor heeft gevraagd in de afgelopen twee jaar. HAP wil deze situatie nu met de raad delen om na te gaan of dit een dossier is waar verder actie op moet worden ondernomen, dan wel dat we dat als raad kunnen laten rusten in de situatie zoals het is. Daarom doe ik hierbij een sessieverzoek en er zal dan ook nog een formeel, net sessieverzoek met motivatie naar de griffie toegaan. De VOORZITTER: Dank u wel. Over het sessieverzoek? Mevrouw Booij, gaat uw gang. Mevrouw BOOIJ: Dank u wel voorzitter, op zich begrijp ik dat we er een keer over zouden moeten praten, maar ikzelf heb behoefte aan informatie waarom dat probleem al die jaren al loopt en waarom het nog niet gelukt is. Dus om daar nu meteen over te gaan praten terwijl ik daar, zeg maar, geen neus voor heb Ik zou dat liever van tevoren willen weten. Dus misschien is het mogelijk dat er eerst een soort informatieve bijeenkomst komt waarbij het college en misschien De Meerlanden, ik weet niet hoe het werkt, uitleg geeft over 'wat is er allemaal gebeurd de afgelopen jaren en waarom lukt het niet?' Ik vind het vrij zinloos om over iets te praten dat toch niet eventueel zou kunnen worden opgelost. De VOORZITTER: Aan de orde is het sessieverzoek en aan het college kan de vraag worden gesteld of het bereid is om voorafgaand informatie te verstrekken over de laatste stand van zaken. Mijnheer Meiland, gaat uw gang. De heer MEILAND: Dank u voorzitter, dat is exact wat ik wilde voorstellen. Ik hoor graag van het college we weten uit de media dat er al heel veel actie ondernomen is of hun ervaring ook is dat het 4

5 niet verbetert, of dat het wel degelijk verbetert. De VOORZITTER: Akkoord, mevrouw Van der Helm. Mevrouw VAN DER HELM: Voorzitter, ik steun het sessieverzoek en voorafgaand wil ik natuurlijk informatie. Dus zo kunnen we dat ook doen. De VOORZITTER: Anderen over het sessieverzoek? Mevrouw Sedee. Mevrouw SEDEE: Het sessievoorstel van de HAP zullen we zeker steunen. Zelf ben ik niet heel erg geïnteresseerd in een informatieve bijeenkomst, want ik denk dat als we alle informatie gewoon toegestuurd krijgen en we het gewoon zelf kunnen lezen, we ook met elkaar daarover in gesprek kunnen gaan. De VOORZITTER: Mijnheer Kuipers, gaat uw gang. De heer KUIPERS: Mevrouw Sedee had namens onze fractie kunnen spreken. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Nederstigt. Wethouder NEDERSTIGT: Voorzitter, dank u wel. Allereerst vinden we het natuurlijk ook heel erg jammer dat de geuroverlast niet is afgenomen. Er is een aantal maatregelen getroffen waarvan men bij De Meerlanden in ieder geval heeft gedacht dat dat zou kunnen helpen en dat is niet of onvoldoende gebeurd. Wat hebben wij in de tussentijd gedaan? We hebben een redelijk innovatief systeem van e-noses, dat zijn geurneuzen, rondom De Meerlanden geïnstalleerd en dat heeft meetresultaten opgeleverd. Dat systeem heeft tot en met eind juli gedraaid, tezamen met de waarnemingen van de inwoners en we hebben afgelopen week ook de kennis met hen gedeeld. Op basis De VOORZITTER: Ik wijs de wethouder erop dat het nu niet gaat om de uitleg, maar om de vraag of u bereid bent om die informatie ook aan de raad te geven, dat wordt dan betrokken bij het sessiedebat. Wethouder NEDERSTIGT: De informatie hebben we afgelopen maandag gedeeld met de omwonenden. Het lijkt me een goed idee om ook de raad daarin mee te nemen en op basis daarvan ook een later sessieverzoek te kunnen verrijken. De VOORZITTER: Akkoord, maar dat is aan de fractie van de HAP of, en hoe zij dat willen betrekken bij hun sessieverzoek. Eerst nu de vraag of het sessieverzoek van de HAP voldoende ondersteund wordt. Ik heb van diverse fracties al steunbetuigingen gezien. Volgens mij was dat het geval, meer dan dertien, dus u zorgt voor de motivatie en het college is bereid de meest recente informatie ter beschikking te stellen. Vanzelfsprekend, zou ik haast zeggen. Dat is de eerste vraag. Dan de tweede vraag, ook van de fractie van de HAP, mevrouw Van de Meeberg, over de afwezigheid van de wijkagent in Overbos gekoppeld aan jeugdoverlast. Gaat uw gang. Mevrouw VAN DE MEEBERG: Dank u wel voorzitter. We hebben allemaal waarschijnlijk wel in de gaten dat er in Overbos het een en ander aan de hand is. De aandacht ligt nu heel erg op de jeugdoverlast die daar momenteel is. Er is een heel goede inzet van jongerenwerkers van MeerWaarde aldaar, er is een plan van aanpak in de maak, of misschien zelfs al bijna klaar. Dat is hartstikke goed, maar wat ontbreekt er nu? Dat is een wijkagent. Dat is al best lang zo en dat is niet alleen te merken aan de jeugdoverlast op dit moment maar ook wat breder in overlast. Enige tijd geleden hebben we al vragen gesteld over hoe het zit met die wijkagent en daar hebben we eigenlijk niet meer echt iets over ge- 5

6 hoord. Het lijkt ons ook heel erg belangrijk dat die wijkagent samenwerkt met het jongerenteam en we vroegen ons af hoe het ermee staat. Kunt u ons een update geven, alstublieft? Burgemeester WETERINGS: Dat kan ik, formeel is de wijkagent van Overbos in een re-integratietraject, dus terugkeer na een ziekteproces. Op zich is de afwezigheid van de eigen wijkagent niet een belemmering om daar waar het nodig is de maatregelen te nemen die bijvoorbeeld in de aanpak van jeugdoverlast in het wijkpark noodzakelijk zijn. Nu werken we ook in Overbos op de afgesproken manier met de jongerenwerkers van MeerWaarde zoals u zegt, maar ook samen met onze straatcoaches en mensen van handhaving en toezicht, en de politie, en de wijkagenten. Er is ook plaatsvervanging van de wijkagent, gelet op zijn tijdelijke afwezigheid. De aanpak van de jeugdoverlast in het wijkpark van Overbos heeft op dit moment heel hoge prioriteit en dat zal ook opgenomen zijn in de brief die wij namens het college binnenkort aan u sturen waarin u het halfjaarlijks overzicht krijgt van de aanpak van de jeugdoverlast. Mevrouw Van de Meeberg. Mevrouw VAN DE MEEBERG: Dank u wel. De VOORZITTER: Dan is er een vraag van de fractie van Forza! over de verordening betreffende het instellen/toekennen van ereblijken. Mijnheer Meijer, gaat uw gang. De heer MEIJER: Dank u voorzitter. Op 14 september jl. heeft onze fractie aan het college vragen gesteld naar aanleiding van een foto die is verschenen op sociale media van de heren piep, piep, piep en piep, want we gaan geen namen noemen, dat is niet netjes. Een van de vragen was of u bereid bent het ereburgerschap van deze ex-wethouders in te trekken vanwege hun provocerende foto, maar vooral vanwege hun kwalijke rol in de verplaatsing van het honkbalstadion. U antwoordde de raad op 28 september jl. dat de afspraken rond toekennen van ereburgerschap zijn opgenomen in de verordening betreffende het toekennen en instellen van ereblijken van de gemeente Haarlemmermeer. De gemeenteraad heeft deze verordening vastgesteld. Hierin is niet voorzien in een procedure voor intrekken van het ereburgerschap. Dat respecteren we dan ook bij dezen, maar toch vragen we het college om de raad een raadsvoorstel te doen toekomen waarin dit voor toekomstige situaties wel mogelijk kan worden gemaakt in de verordening. Tot zover, voorzitter. De VOORZITTER: Als ik u heel nadrukkelijk hoor zeggen dat u het bedoelt om dat in toekomstige situaties mogelijk te maken, is dat een punt dat ik in overweging wil nemen en met het college wil bespreken. Uw vraagstelling was gericht op de concrete situatie met een foto en die was voor ons geen aanleiding om actie te ondernemen anders dan dat u vroeg in uw vraag 5 'hoe zit het in relatie tot de verordening?' Dat heb ik toegelicht in het antwoord. Ik weet dat de commissie voor de ereblijken bezig is met een oriëntatie op de verordening en mogelijk wil discussiëren over voorstellen richting het college hoe mogelijkerwijs wijzigingen in de verordening moeten worden doorgevoerd. Maar het college hecht eraan, en dat geldt ook voor uw voorzitter, dat er geen directe relatie wordt gelegd met datgene dat in het verleden rond het sportcomplex heeft plaatsgevonden. Daar is in deze raad ook niet over gesproken toen daar in juni/juli alle onderwerpen wel besproken zijn en over de relatie met de foto heb ik het al gehad. Mijnheer Meijer. De heer MEIJER: Helder voorzitter. Zoals mijn vraag ook duidelijk was, het gaat ons om toekomstige eventuele gevallen van mensen die dat ereburgerschap hebben gekregen en of we daar iets mee zouden kunnen doen met terugwerkende kracht. De VOORZITTER: Anderen? Dan zeg ik u toe dat ik met de commissie van de ereblijken zal overleggen over de mogelijke aanpassingen in de verordening. Dit punt wordt meegenomen en daarover zal 6

7 ik u rapporteren. Akkoord? Dan zijn dat de vragen van de zijde van de raad. Dan wil ik nu wethouder Horn de gelegenheid geven om een verklaring af te leggen naar aanleiding van de brief van mevrouw Appels die u heeft gekregen en die ook is aangekondigd in het debat dat we hebben gehad over de aankoop van het pand Etta Palmstraat. Wethouder Horn. Wethouder HORN: Dank u voorzitter. Gisteren, 5 oktober 2016, heeft u via de raadsinformatie documenten van mevrouw Appels ontvangen ter ondersteuning van haar inspraak tijdens de raadssessie over de Etta Palmstraat, de dato 29 september jl. In haar inspraak gaf zij aan dat er diverse procedurefouten zijn gemaakt door de gemeente. We hebben de verschillende documenten onderzocht. Het college hecht eraan te vermelden dat wij op basis van de documenten tot de conclusie zijn gekomen dat er geen procedurefouten zijn gemaakt. Ook stellen we vast dat er geen sprake is van onzorgvuldig handelen door de gemeentelijke organisatie. We zullen op korte termijn een brief aan de raad sturen met onze uitleg. Specifiek over de beschuldiging dat ambtenaren een andere koper hebben uitgehoord over de hoogte van zijn bod, meldt het college alvast dat: 1. Bieder uit zichzelf in de marge van een overleg over een ander project voor huisvesting van statushouders tegen medewerkers van de gemeente heeft gezegd dat hij een bod op de Etta Palmstraat ging uitbrengen. 2. De bieder hierbij geen biedingsprijs heeft genoemd. Overigens heeft deze bieder ons op 1 september jl., de dag na sluiting van de biedingstermijn, wederom uit zichzelf en ongevraagd, een mail gestuurd waarin hij zijn biedingsprijs bekend heeft gemaakt. Nogmaals, u ontvangt op korte termijn een brief van het college waarin wij ingaan op alle documenten. En uiteraard zullen we deze brief ook aan de inspreekster sturen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Naar aanleiding van deze verklaring van de wethouder nog iemand behoefte aan het stellen van een vraag of nadere toelichting? Dat is niet het geval. Dan is aan de orde de motie van GroenLinks zoals die ook is aangekondigd voor deze vergadering en de titel van de motie luidt Haarlemmermeer woont inclusief. Mevrouw Ballieux, wilt u die toelichten? Gaat uw gang. Mevrouw BALLIEUX: Ja, die wil ik graag toelichten. In het hele proces van de aankoop van de Etta Palmstraat bleek dat eigenlijk in een ontzettend korte tijd heel veel mensen met een stoornis in het Autistische Spectrum zich hebben gemeld voor het potentieel wooninitiatief op die locatie. Voor onze fractie was dat een heel belangrijk signaal, namelijk dat er mensen zijn van wie we als gemeente niet weten dat zij woonwensen hebben. Die wensen kunnen anders zijn dan die van inwoners zonder een beperking, bijvoorbeeld in de woonomgeving, bijvoorbeeld dat er nog een aparte huiskamer aanwezig moet zijn, of een kantoor waar iemand is, of aanpassingen aan de woning zelf. Dat is eigenlijk een voorbode, denken wij, van een wat grotere uitdaging omdat voorheen mensen met een lichtere beperking ook in een instelling terechtkonden en dat nu niet meer het geval is. We hebben de motie uitgebreid opgebouwd met de argumentatie erbij en we vragen eigenlijk aan de collega's om met ons aan het college te vragen een jaarlijkse inventarisatie te maken van deze doelgroepen, want wij denken dat het ook anderen kunnen zijn. Het tweede dat we vragen is of het college actief wil acteren richting marktpartijen die hierbij van waarde kunnen zijn zoals bijvoorbeeld de woningbouwcorporatie of kopers van zorgvastgoed dat staat allemaal in de motie vermeld zodanig dat ook deze mensen een goede woonplek krijgen. Dat doet recht aan een vraag die in dit proces duidelijk naar voren is gekomen en wij hopen uiteraard dat onze collega's ons willen steunen bij dit verzoek in deze motie. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u zeer, wie van de collega's wil het woord voeren? Gaat uw gang, mijnheer Boscher. 7

8 De heer BOSCHER: Ja, dank u wel voorzitter. Het is een veelomvattende motie en het gaat nogal ergens over. Ik vind dit een onderwerp waarvan ik denk 'ik begrijp uw kapstok, maar, moeten we dit op dit moment nu beslissen?' Ik wil me eerst laten informeren of we dit niet al doen; inventariseren we niet al op een periodiek moment die behoefte? Dat wil niet zeggen dat we ertegen zijn, of ervoor zijn, maar ik verzoek u echt om hier een sessie over aan te vragen en het college de kans te geven om ook stukken erover aan te leveren zodat we een gedegen oordeel kunnen vormen over deze motie. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Van der Helm. Mevrouw VAN DER HELM: Voorzitter, in lijn met wat de heer Boscher zegt, vind ik ook dat het probleem in kaart gebracht moet worden zodat we daar in de toekomst op kunnen acteren. Want met de aankoop van het pand in de Etta Palmstraat is nu gebleken dat we vaak als raad aan de achterkant zitten bij het nemen van beslissingen. Dus graag een sessie, ik steun het sessieverzoek, als ik dat zo goed begrepen heb, mijnheer Boscher. De VOORZITTER: Mijnheer Van Dijk. De heer VAN DIJK: Voorzitter, onze fractie vindt het een heel sympathieke motie. De motie vraagt aandacht voor mensen die nu buiten beeld dreigen te raken, maar ik vrees voor wat we er uiteindelijk mee bereiken. Er is een enorme spanning op de woningmarkt, kunnen we dan wel iets betekenen voor deze mensen? Dus ik zie graag deze motie worden behandeld in een sessie zodat we daar rustig uitgebreid met elkaar over kunnen discussiëren. De VOORZITTER: Mevrouw Eveleens. Mevrouw EVELEENS: Dank u voorzitter. Het zal mijnheer Van Dijk misschien verbazen, maar ook ons idee was dat, hoewel we achter de gedachte van de motie staan, namelijk dat mensen met een beperking er ook gewoon bij horen, we ook eerst wel eens willen weten wat er nu gebeurt en wat we daaraan kunnen bijdragen als gemeente. Dus ik zou een sessieverzoek ook van harte ondersteunen, als dat er is. De VOORZITTER: Mevrouw Van de Meeberg. Mevrouw VAN DE MEEBERG: Ik kan me daarbij aansluiten. Ook wij zullen een sessieverzoek, als dat er inderdaad ligt, steunen. De VOORZITTER: Mevrouw Abbas. Mevrouw ABBAS: We vinden dat in de bewoordingen zoals het in de motie van GroenLinks staat, op een heel goede puntige manier iets wordt aangekaart waar wij waarschijnlijk niet voldoende parate kennis over hebben. En dat waarderen we bijzonder, maar tegelijkertijd steunen we ook het verzoek om ons eerst even goed overzicht te geven van de feitelijke stand van zaken in dit marktsegment en daarom steunen we een sessieverzoek. De VOORZITTER: De heer Koning. De heer KONING: Dank u wel voorzitter, het is natuurlijk evident dat als zich onverwacht mogelijkheden voordoen, bijvoorbeeld een faillissement van een verzorgingshuis of iets dergelijks, je dan in kaart moet hebben waar behoefte aan is. Dus in die zin ondersteunen we de wens van GroenLinks. Maar 8

9 we hebben nog wel drie vragen aan het college. Dat is op de eerste plaats: inventariseren we dat nu mogelijk al? Is het überhaupt mogelijk om het in beeld te krijgen? En de derde vraag is: is de jaarlijkse inventarisatie niet enorm arbeidsintensief? Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Anderen over deze motie? Anders ga ik via de wethouder terug naar mevrouw Ballieux. Het woord is aan wethouder Horn. Wethouder HORN: Dank u voorzitter, het mag duidelijk zijn dat als het gaat om woonproblematiek voor kwetsbare inwoners dat wel degelijk mede een taak is voor de gemeente. Dat heeft u ook zelf bevestigd omdat in de Woonagenda het onderwerp wonen en zorg wel degelijk een apart onderwerp is en in dat licht waren we al van plan na te denken over een inventarisatie van wat daar allemaal onder valt. Dan kan ik misschien meteen even iets zeggen over wat de heer Koning vraagt, kun je altijd alles in beeld brengen? Nee, dat kun je niet want er zitten natuurlijk ook heel veel particuliere initiatieven bij waarvan we pas horen op het moment dat ze hier bij ons langs komen, maar we kunnen wel kijken of er partijen zijn die daar meer over weten. Dus we waren van plan om een aantal dingen rond wonen en zorg in beeld te brengen en het lijkt me verstandig als u mij de gelegenheid geeft om eerst die inventarisatie te doen en dan met u in gesprek te komen. Uiteraard hebben we in de jaarlijkse bestuurlijke voortgangsrapportage een moment om daar verslag van te doen dus daar hoeft wat mij betreft ook niet een aparte sessie of een aparte rapportage voor te zijn. Als u mij vraagt wanneer die inventarisatie klaar is, dat heb ik niet scherp op het netvlies, maar het staat wel op de rol om een dezer maanden te doen. De VOORZITTER: Mevrouw Ballieux, gaat uw gang. Mevrouw BALLIEUX: Allereerst dank aan de collega's maar ook aan het college dat deze vraagstelling wel degelijk ook bij u in de aandacht staat, dat vinden we heel erg fijn vanuit onze fractie. Natuurlijk is het prima, je kunt deze motie ook splitsen, door eerst de inventarisatie te doen. Daar kunnen we ook uitstekend mee leven. We zouden het wel fijn vinden om op relatief korte termijn van het college te horen wanneer die inventarisatie er dan is. Ik begrijp dat de wethouder dat niet onmiddellijk uit zijn binnenzak kan toveren, maar misschien kan hij dat wel binnenkort aan ons melden? Het andere is een ordevoorstel, er wordt nu een sessieverzoek gedaan. De onderlegger daarvoor zou dan die inventarisatie moeten zijn. We zouden het uiteraard wel erg prettig vinden als we op zijn minst medeindiener van deze sessie zouden zijn want wij agenderen dit nu in feite. Dus dat is even een knipoog naar onze collega's van de VVD. De VOORZITTER: Mijnheer Boscher, gaat uw gang. De heer BOSCHER: Dank u wel voorzitter, wij hebben geen sessieverzoek gedaan. Ik heb alleen gezegd dat het mij verstandiger leek om het in een sessie te bespreken, maar het is uw motie natuurlijk en daar ga ik niet mee flaneren, dank u wel. De VOORZITTER: Het is dan ook helemaal uw sessieverzoek. De wethouder heeft toegezegd dat hij bereid is in ieder geval te melden wanneer die informatie beschikbaar is en dat lijkt me dan ook basisinformatie die u voor de sessie ook wilt hebben. Mevrouw Ballieux. Mevrouw BALLIEUX: Nog één punt van orde, dat betekent uiteraard dat we deze motie aanhouden. De VOORZITTER: Dat lijkt me dan ook logisch, voortvloeiend daaruit. Wanneer de wethouder de raad heeft gemeld wanneer die informatie er kan zijn, kijk ik ook richting de fractie van GroenLinks om de verdere onderbouwing van de sessie in te dienen bij het presidium. Anderen nog op dit moment over 9

10 dit onderwerp? Dat is niet het geval, dan hebben we ook afgesproken dat het sessieverzoek op de lijst bij het presidium komt te staan. Dan heb ik op dit moment geen andere onderwerpen die in deze plenaire raadsvergadering moeten worden besproken. Mevrouw Van der Helm, over de orde? Mevrouw VAN DER HELM: Voorzitter, ik dacht dat u alle moties langs ging. De VOORZITTER: Nee, ik heb gezegd dat uw motie niet vreemd aan de orde van de dag is, die vloeit voort uit een onderwerp dat op de agenda staat, de besluitvorming over de Etta Palmstraat, en feitelijk spreekt die motie uit dat dat besluit niet moet worden genomen. Dat kan, maar dat vloeit dus voort uit de sessie. Mevrouw VAN DER HELM: Oké, maar omdat de motie GroenLinks ertegenaan schuurde dacht ik dat u dat zo zou meenemen. Maar ik begrijp het. Ik neem het straks mee. De VOORZITTER: Mijnheer Koster over de orde, gaat uw gang. De heer KOSTER: Ja, voorzitter, want de motie die D66 en VVD hebben ingediend is wel vreemd omdat we vanavond niet stemmen over het onderwerp dat we vorige week hebben besproken. Dus ik mag aannemen dat er nog ruimte is om die nog wel te bespreken? De VOORZITTER: Ja, als u wilt wel. Hij is inderdaad vreemd want het aanbestedingsbeleid staat verder niet op de agenda van de stemmingenlijst, maar ik heb wel begrepen dat die voortvloeit uit hetgeen dat in de sessie is besproken. Maar als u nog een toelichting wilt geven en reacties van uw collega's wilt peilen, dan kort graag, want ik moet me ook aan de orde houden dat we debatten uit sessies niet overdoen. Gaat uw gang. De heer KOSTER: Nee, dat is duidelijk, maar dan dank. Hij vloeit voort uit de sessie waar werd afgeconcludeerd, omdat er wat onduidelijkheid was over 'hoe gaan we nu verder?' Daarom hebben het initiatief genomen om deze motie te maken en hij volgt eigenlijk een bepaalde logica; probeer aan te sturen op een SMART geformuleerd inkoop- en aanbestedingsbeleid met een aantal maatschappelijke criteria. Daar zullen we het dan ongetwijfeld nog over moeten hebben. En een stukje rapportering in het jaarverslag in plaats van het feit dat we jaarlijks gaan evalueren en de raad op de hoogte wordt gehouden. Ik ben benieuwd of collega's daarmee kunnen instemmen of niet en anders horen we dat tijdens de dinerpauze wel. En dat doe ik uiteraard namens mijn collega die rechts van mij zit. De VOORZITTER: Ja, en anders hoort u het ook bij de stemmingen aan het eind van de avond. Maar ik kijk of er op dit moment collega's van u zijn die daar iets over willen zeggen. Gaat uw gang, mijnheer Vonk. De heer VONK: Voorzitter, allereerst wil ik een vraag aan het college stellen omdat we na de sessie een bericht van de wethouder hebben gehad dat hij van plan was om de termijnen die genoemd werden in de sessie wat naar voren te halen en daar een concreet plan voor te maken, dat is min of meer ook waar deze motie over gaat. Dus wellicht dat het college iets kan toelichten over de motie en de uitvoerbaarheid daarvan. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Van Essen. De heer VAN ESSEN: Misschien ook aanhakend op het punt van de heer Vonk. Met de stelling dat aan het einde van de sessie onvoldoende is afgeconcludeerd ben ik het totaal niet eens. De heer 10

11 Noomen was voorzitter en we hebben procesbesluiten gekregen en daar staat gewoon heel helder in dat we voor het eind van de zomer 2017 een nota krijgen en daarvoor een informatieve sessie, c.q. een sessie waarin we kaderstellende onderwerpen kunnen meegeven, dus die redenatie volg ik dan niet helemaal. De VOORZITTER: Anderen naar aanleiding van deze motie? Gaat uw gang, mijnheer Meiland. De heer MEILAND: Wellicht in reactie op de heer Van Essen, er was inderdaad afgeconcludeerd, dat hebben we ook terug kunnen lezen in de besluiten, maar voor ons was dat toch niet helemaal wat het gevoel van de hele avond samenvatte. Vandaar dat we dat nog eens hebben willen doen in deze motie om nog net even dat punt naar voren te halen van 'SMART geformuleerd en ook nog de bevestiging, wat eigenlijk ook in de conclusie stond, voor eind juni De VOORZITTER: Mijnheer Koning, gaat uw gang. De heer KONING: Dank u wel voorzitter. Wij onderschrijven het verhaal van mijnheer Van Essen; er is heel duidelijk geconcludeerd. Er zijn in die sessie stevige woorden gewisseld en dat heeft ertoe geleid dat de portefeuillehouder die twee door mijnheer Van Essen genoemde concessies heeft gedaan en daar ook nog een tijd aan heeft verbonden, dus we zijn benieuwd naar de reactie van de portefeuillehouder, maar dit is onze opstelling. De VOORZITTER: Ik kijk eerst of er nog leden van de raad willen reageren. Dat is niet het geval, dan is het woord aan wethouder Reinders, gaat uw gang. Wethouder REINDERS: Voorzitter, om nog even te beginnen met de vraag van de heer Vonk. Ik heb ook nog eens nagekeken wat er uiteindelijk in de procesbesluiten is beland en dat is precies hetgeen waaraan de heer Van Essen refereerde, inderdaad, voor de zomer van 2017 komen met een uitwerkingsnota, een beleidsnota. We hebben met elkaar in de sessie gewisseld dat die ook SMART moet zijn. Dus wat dat betreft, kan ik de motie zoals die door D66 en VVD is opgesteld ook heel goed volgen. En we hebben ook gezegd dat we een informatieve bijeenkomst willen voorstellen als college om er samen met u verder over van gedachten te wisselen en ons dan ook nog wat aanvullende kaders aan de hand te laten doen als u die aan ons wenst mee te geven. Als ik dan naar de motie zelf kijk voorzitter, denk ik 'op zichzelf is dit vooral de ondersteuning van de afspraken, om het zo te zeggen, die we hebben gemaakt'. Ik heb wel een kleine kanttekening bij de tweede bullet van de motie. Die heeft met name te maken met het feit dat ik denk dat het goed is om juist ook conform het voorstel dat door een van de collega's is gedaan, eerst met elkaar te praten over de vraag wat dan de ingrediënten, wat de criteria en wat realistische wegingsfactoren zouden moeten zijn van ons inkoop- en aanbestedingsbeleid en dat eerst te doen via die informatieve bijeenkomst. En u pakt hier eigenlijk al een voorschotje op die bijeenkomst. Ik wil u op zijn minst de overweging meegeven of dat wel handig is. Als u het hier heeft over maatschappelijke criteria en u noemt 'het Sociaal Domein', heb ik wel behoefte aan toelichting over wat u daar dan mee bedoelt. De VOORZITTER: Mijnheer Koster, gaat uw gang. De heer KOSTER: Om te beginnen staat er 'bijvoorbeeld' en ik ben geen materiedeskundige, maar ik kan me voorstellen dat je op het gebied van Sociaal Domein, als het om inkoop en aanbesteding gaat we spreken vanavond ook nog over een rekenkamerrapport een aantal beleidscriteria kunt benoemen die je in het inkoop- en aanbestedingsbeleid wilt terugzien. En dat komt dan misschien wel uit een aantal vervolgdiscussies. Ik heb vorige week ook aan het eind van de sessie een opmerking gemaakt over de orde want een informatieve sessie leidt nooit tot formele besluitvorming en ik heb heel 11

12 duidelijk aangegeven dat wat ons betreft, ook naar aanleiding van ik noem het dan maar eventjes zo de negatieve stemming rond dit dossier gedurende de avond, we behoefte hebben aan duidelijke afspraken en om die reden door middel van deze motie aansturen op aanvullende sessies en geen informatieve sessies omdat informatieve sessies niet worden genotuleerd en daar niets wordt afgeconcludeerd. Als we met dit dossier echt meters willen maken, hebben we een formele weg te bewandelen en dat is de reden waarom u dat terugvindt in deze motie. Dan kun je altijd kiezen voor een andere bewoording, maar we denken dat we hiermee heel duidelijk een richting hebben aangegeven die veel verder gaat dan hetgeen dat we vorige week hebben besproken. En daarom ligt de motie op deze wijze voor. De VOORZITTER: Voor de goede orde, informatieve sessies kennen we helemaal niet, we kennen informatieve bijeenkomsten, en u heeft helemaal gelijk, die leiden niet tot besluiten en daar worden in de regel ook geen verslagen van gemaakt. Daarvoor zult u sessie moeten houden. Daar kunt u ook zelf het initiatief toe nemen. Wie in tweede termijn over deze motie? Mevrouw Van der Veer. Mevrouw VAN DER VEER: Ik wil het voorstel doen om deze motie zoals die nu voorligt aan te houden totdat we een informatieve bijeenkomst hebben gehad omdat dan misschien nog meer concreet in deze motie kan worden beschreven wat wij willen meegeven aan het college. De VOORZITTER: Anderen? Dat is niet het geval. De indieners overwegen met betrekking tot de motie, anders staat die op de stemmingenlijst. Akkoord. Dan stel ik voor op dit moment de beraadslaging te beëindigen. Om uur wordt de beraadslaging hervat met een debat over het rekenkameronderzoek nulmeting Sociaal Domein. De vergadering is geschorst. Schorsing 4. Raadsdebat RKC-onderzoek nulmeting Decentralisaties in het Sociaal Domein ( ) De VOORZITTER: De vergadering is hervat. Aan de orde is het onderzoek van de Rekenkamercommissie, de nulmeting Decentralisaties in het Sociaal Domein. Het voorstel is de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie aan de gemeenteraad over te nemen en het college opdracht te geven de aanbevelingen verder uit te werken. U weet dat we een debat met spreektijden hebben en u weet dat het een raadsdebat is dus dat er vanaf het spreekgestoelte wordt gesproken. En dat u er dan goed aan doet uw pasje mee te nemen naar het spreekgestoelte, daar herinner ik u maar even aan, want dan kunt u door uw pasje links te houden voor de microfoon en rechts het knopje in te drukken dan ook spreken. En u weet ook dat we in tweede termijn het vrije debat met elkaar hebben. Wie van u wil het spits afbijten? Gaat uw gang, mijnheer Van Dijk van Forza! De heer VAN DIJK: Dank u voorzitter. Onze dank gaat uit naar de Rekenkamercommissie die met een goed leesbaar en goed onderbouwd rapport is gekomen over de organisatorische aspecten van de decentralisaties en de wijze waarop de gemeente de nieuwe taken heeft opgepakt. Dit rapport heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd. Als eerste geeft mijn fractie het college en de ambtenaren een groot compliment voor de stand van zaken in het Sociaal Domein. Ondanks en niet dankzij, de opgave van de decentralisaties wordt er in het algemeen goede zorg geleverd in onze gemeente en daar profiteren onze inwoners van; het Haarlemmermeers model werkt! We kunnen dat zelf waarnemen maar we horen dat ook terug van de gebruikers en de vele hulpverleners die met Haarlemmermeer in verbinding staan, chapeau! Voor Forza! staat het belang van onze inwoners voorop. Dat nog veel zaken moeten worden uitge- 12

13 werkt en doorontwikkeld mag ook duidelijk zijn. Het college is zich daarvan bewust. Terug naar de aanbevelingen, voorzitter. Onze fractie heeft kennisgenomen van de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie en ook van de reactie van het college. Onze fractie is van mening dat de raad wel moet kunnen vaststellen of doelen zijn behaald. Indicatoren en streefwaarden kunnen daar onderdeel van zijn. Maar die zijn niet zaligmakend. Sommige resultaten laten zich eenvoudig niet vertalen in streefwaarden en indicatoren. Voor onze fractie is van belang dat zorg beschikbaar is en dat er gebruik van wordt gemaakt door hen die het nodig hebben en dat de zorg efficiënt gebeurt. Ik wil als raadslid niet gaan over welke methoden het college gaat toepassen. Als raadslid wil ik zicht hebben op de besteding en het maatschappelijke effect. Wij zullen met het college in gesprek moeten over de vraag of dit moet door de Transformeermonitor naar voren te halen en al vanaf 2017 hieraan streefwaarden te verbinden. Dat zou misschien wenselijk zijn, maar de vraag is 'is dit ook haalbaar?' De aanbeveling van de Rekenkamercommissie om het college opdracht te geven om een meerjarenraming te presenteren voor het Sociaal Domein vinden wij een goede aanbeveling. In een meerjarenraming zijn de belangrijkste beleidsdoelen ten aanzien van de nieuwe taken op inzichtelijke wijze uitgewerkt en vertaald naar de daarvoor te plegen beleidsinzet. Ook de daaraan verbonden lasten en baten komen dan daarin terug. Hierdoor kunnen we als raad een beter beeld ontwikkelen en meer inzicht krijgen in de vraag of we als gemeente de komende jaren te maken gaan krijgen met tekorten of niet. qua financiën is het momenteel voor ons als gewone raadsleden schier onmogelijk om onze controlerende taak uit te voeren. De VOORZITTER: U bent door uw spreektijd heen. De heer VAN DIJK: Ik ben bijna klaar voorzitter. Ook van ons college verwachten we daarvoor maatregelen. En als laatste punt vinden we het een gemiste kans dat we in het rapport op de een of andere manier onze inwoners niet geheel recht hebben gedaan door hen te benoemen. Want waar doen we het eigenlijk voor? Dat zijn onze inwoners die zorg nodig hebben en daar hadden we wat meer over willen lezen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan de heer Spijker van EEN Haarlemmermeer. De heer SPIJKER: Voorzitter, het is goed dat de Rekenkamercommissie een nulmeting heeft gehouden over de stand van zaken bij de decentralisatie Sociaal Domein. De Rekenkamercommissie stelt dat een aantal doelstellingen onvoldoende scherp is gedefinieerd en dat de organisatie alleen maar stuurt op procesdoelstellingen. Kan dit beter? EEN Haarlemmermeer vindt eigenlijk van wel, maar we willen wel afwachten tot de Transformeermonitor is verschenen in dit jaar, dan pas kunnen we echt een beeld vormen van de plannen. We staan volledige achter het advies van de Rekenkamercommissie om de doelgroepen van mensen die tussen wal en schip vallen, hierbij bedoelen we onder andere de Nuggers, zorgmijders, bijna achttienjarigen, 27-min zonder werk, et cetera, beter in kaart te brengen. Het is mooi dat er een zogenaamd meldingssysteem bestaat in het Sociaal Domein dat deze gevallen zou melden maar wij als raad moeten wel een duidelijk beeld hebben van de ontwikkeling in deze doelgroepen om eventueel het beleid bij te stellen. We ondersteunen het advies om professionals hun best practices met elkaar te laten delen. Hierdoor bouwt men onderling een grote basis op om succesvol te opereren. Als laatste: we willen niet dat professionals veel tijd kwijt zijn aan rapportages, maar dat ze beter vinger aan de pols kunnen houden om te sturen wanneer dat dan nodig is. Dat was het voorzitter. De VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan de heer Boscher van de VVD. De heer BOSCHER: Dank u wel voorzitter. Ik wil ook namens de VVD-fractie de Rekenkamercommis- 13

14 sie en het onderzoeksbureau WagenaarHoes bedanken voor de geleverde rapportage, een veelomvattend en toch helder geschreven rapport. Wat mij betreft een naslagwerk en een gedegen nulmeting over hoe de gemeente de nieuwe zorgtaken heeft opgepakt. Een geslaagd onderzoek dus. Welk beeld komt er naar voren uit dit onderzoek? Gelukkig wisten we al dat de nieuwe zorgtaken voor jong en oud in de gemeente zorgvuldig zijn gerealiseerd. Uit de verschillende signalen die we hebben ontvangen, maar ook uit het uitblijven van schrijnende gevallen kunnen we opmaken dat het college en de ambtenarij goed werk hebben geleverd. Desalniettemin kan het nooit kwaad om een onafhankelijke partij met een frisse blik onderzoek te laten verrichten naar de stand van zaken. Want nu alles financieel en zorginhoudelijk goed lijkt te gaan, dreigt het gevaar dat de noodzaak om het nog beter te gaan doen op de lange baan wordt geschoven. De nieuwe zorgtaken zijn dan wel doorgevoerd maar de hele gedachte achter de transitie in het Sociaal Domein is dat we als gemeente dit ook beter kunnen, beter dan het rijk, beter dan de provincie. Dit vergt dan ook een verdiepingsslag om een belangrijk doel uit het collegeprogramma te realiseren, namelijk behoren tot de beste gemeenten van Nederland op het gebied van zorg. Met alle aanbevelingen van de Rekenkamercommissie zijn we het als VVD in principe eens. Als we uitsluitend de oplegnotitie en de reactie van het college lezen, lijkt de Rekenkamercommissie recht tegenover het college te staan. Verdere bestudering van het onderliggende rapport van WagenaarHoes schetst echter naar onze mening een genuanceerder beeld. Ik denk ook niet zozeer dat de inhoud van de aanbevelingen, maar met name het tijdpad zorgt voor verschil van inzicht, bijvoorbeeld de aanbeveling over het bekostigingsmodel. Uit het rapport van WagenaarHoes haal ik dat er wel degelijk wordt gekeken naar het invoeren van verschillende bekostigingsmodellen. Op de aanbeveling wordt vervolgens door het college eigenlijk niet een scherp antwoord geformuleerd. Er wordt ook niet scherp aangegeven wanneer de gemeenteraad hierbij betrokken wordt. Dit geldt ook voor de aanbevelingen voor het hanteren van streefwaarden in de Transformeermonitor. Er ontbreekt hier eigenlijk een duidelijk tijdpad waarbinnen dit dan wel te realiseren valt. We zouden dan ook het liefst zien dat het college ons op korte termijn informeert, bijvoorbeeld in een beknopt plan van aanpak van een of twee A4'tjes, wanneer welke aanbevelingen wel gedegen kunnen worden doorgevoerd. Dan nog een slotopmerking over de informatievoorziening van het college aan de gemeenteraad. We vinden de informatievoorziening van het college aan de gemeenteraad over het algemeen nog steeds gewoon goed. Ik denk ook dat de gemeenteraad zelf voldoende middelen heeft om zichzelf proactiever te laten informeren door het college. Dat moet ook van twee kanten komen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Ballieux, GroenLinks. Mevrouw BALLIEUX: Dank u wel voorzitter, om te beginnen wil de fractie van GroenLinks graag de Rekenkamercommissie bedanken en we vinden het heel belangrijk dat zij vanuit hun onafhankelijke positie onderzoek doet voor de gemeenteraad en we vinden het ook een goed rapport. Een punt is wel de timing, dingen lopen soms zo samen en in die zin vinden we ook dat de reactie van het college wel hout snijdt want veel van de aanbevelingen die de Rekenkamercommissie doet, worden mogelijk al verwerkt in de Transformeermonitor. Daarom is de eerste vraag van onze fractie aan het college wanneer kunnen we deze Transformeermonitor verwachten. Hij stond geagendeerd voor het najaar, het is al een paar weken najaar, wanneer kunnen we die verwachten? Dan hebben we ook nog een voorstel aan de collega's in de raad. Het lijkt ons namelijk zinnig om pas bij het debat over de eerste Transformeermonitor te gaan stemmen over de aanbevelingen die nu voorliggen. Het lijkt ons handig om dan ook dat rapport er nog een keertje naast te leggen en het dan gewoon eens te spiegelen; wat komt er uit het rapport, wat komt er uit de Transformeermonitor? Hoe veel ruimte zit er tussen, zit er nog nieuwe informatie in? Ik denk dat dat een zinnig traject is. Dus nogmaals een verzoek aan de collega's om zich uit te spreken over de stemming over de aanbevelingen. Dan nog wat inhoudelijke punten, dat gaat met name over het opnemen van streefwaarden in de 14

15 Transformeermonitor. We hebben al vaker betoogd dat het ons niet alleen gaat om cijfers, maar vooral ook om inhoudelijke input van professionals en van onze inwoners, ook signalen, en ook de klanttevredenheid. We vinden het dan ook jammer, ook anderen hebben dat hier al betoogd, dat in dit rapport onze inwoners eigenlijk niet zijn gehoord. Ook de Participatieraad is niet gehoord in het kader van dit onderzoek. En van de zorginstellingen is eigenlijk maar een van de vijf benaderde instellingen gehoord en dat is toch wel jammer. Daar wil ik het in eerste termijn bij houden, behalve dat ik graag een reactie krijg van het college en van de collega's op de ingebrachte punten. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan de heer Koning van het CDA. De heer KONING: Voorzitter, het CDA krijgt van de Rekenkamer in een niet te missen positie de bal aangespeeld om hem zo in het doel te schieten. Zij komt met zes aanbevelingen en het college heeft het lef om ze geen van allen over te nemen. Maar uiteindelijk zijn we er voor de kwetsbare groep burgers die afhankelijk is van voorzieningen in de drie decentralisaties. De adviezen van de Rekenkamer zijn overigens ook altijd van tevoren te voorspellen; altijd komen ze met outcome, resultaten, protocollen, streefcijfers en waarden, maatschappelijke effecten, tijdbalken, et cetera, et cetera. Maar hierbij moet je je drie dingen afvragen. De eerlijke vraag 'wat doen we eigenlijk als raad met al die uitkomsten?' De tweede vraag: zijn zaken in het Sociaal Domein wel te meten? Wat moet bijvoorbeeld het maatschappelijk effect zijn van iemand die toestemming krijgt om tien keer met een maatschappelijk werker te spreken? Derde vraag: kom je niet in een gigantisch, zeer arbeidsintensief circus terecht waarbij mensen met zorgtaken opeens allerlei cijfers en andere indirecte werkzaamheden moeten aanleveren en verrichten, wat ten koste gaat van het echte werk? De vraag dringt zich op in het belang van de doelgroepen, moeten wij nu als raad spierballen tonen in een zeer breed en ingewikkeld proces dat over het algemeen toch een positieve score haalt en het college daarmee voor de voeten gaan lopen? Het college zegt overigens 'wij gaan dat zeker doen, maar hebben meer ervaringsgegevens nodig'. We gaan dat ook incrementeel doen, een stapsgewijze doorvoering van veranderingen, waar we als raad bij worden betrokken. En we worden bij meer zaken betrokken, zo is toegezegd. De uitkomsten van de Transformeermonitor, de beweging van zwaar naar licht, de visieontwikkeling over alternatieve bekostigingsmodellen, de financiële uitkomsten en verwachtingen, de inhoudelijke en organisatorische opgaven, en zij blijven ons actief informeren door middel van voortgangsrapportages en informatieve bijeenkomsten. En vergeet niet, wij hebben als raad ook onze eigen instrumenten. Het aantal klachten en het percentage dat gegrond wordt verklaard, idem bij bezwaarschriften, informatie door de fractiespreekuren, gesprekken met instellingen en de Participatieraad. Die laatste kan gevraagd en ongevraagd adviseren en zit er bovenop. Dan hebben we nog benchmarks, in de collegeverslagen kan worden gezien of veel wordt afgeweken van de adviezen van de onafhankelijke commissie. Allemaal voldoende om als raad een beeld te krijgen hoe het in de praktijk gaat. En natuurlijk actief vragen stellen, zoals we dat onlangs met GroenLinks deden over de situatie bij sociale zaken. Dan nog iets over hetgeen dat opgemerkt is over financiën. De VOORZITTER: Kort, mijnheer Koning, want u bent door de O nee, sorry. U heeft nog een minuut. De heer KONING: Oké. Het rijk is niet duidelijk; niemand weet of er een nieuwe crisis komt. Natuurlijk kun je allerlei scenario's bedenken en vervolgens de te verwachten financiële effecten daarvan in beeld brengen, maar wat heeft het voor zin zo lang je niet weet welke combi van scenario's zich in de toekomst zal manifesteren? Verspilde moeite dus omdat niet valt uit te sluiten dat zich in werkelijkheid een scenario gaat voordoen dat niet vooraf is bedacht. En al die inspanningen zijn niet gratis. Ambtenarenuren kosten geld. Ons standpunt is: laten we nu uit louter profileringsdrang dit incrementele pro- 15