BASISOPTIE MODERNE WETENSCHAPPEN

Transcriptie

1 SECUNDAIR ONDERWIJS Graad: eerste graad A-stroom Jaar: tweede leerjaar BASISOPTIE MODERNE WETENSCHAPPEN Vak(ken): Vakkencode: EX-s Leerplannummer: 2005/043 (Vervangt D/1990/4244/9 en D/1990/4244/19) Nummer inspectie: 2005 / 39 // 1 / T / BO / 1 / I / / D/

2 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 1 INHOUD Visie...2 Beginsituatie...3 Algemene doelstellingen...4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden...6 DOMEIN 1: INDIVIDUELE BEWEGINGSGEBIEDEN : atletiek : ritmische of dansante vormen/ conditie : gymnastiek : verdedigingssporten : zwemmen DOMEIN 2: DOEL- EN TERUGSLAGSPELEN : basketbal : handbal : voetbal : volleybal : badminton : tafeltennis : tennis Pedagogisch-didactische wenken en timing Minimale materiële vereisten Evaluatie Bibliografie... 53

3 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 2 VISIE De keuze Sport is een aanloop naar het studiegebied Sport. De keuze Sport richt zich tot 2 categorieën van leerlingen, sport geïnteresseerden en sport begaafden. Zij beoogt een oplossing te bieden voor de bewegingsnood van vele sportieve jongeren. Ze biedt de gelegenheid om vroeg opgemerkte sportieve begaafdheden te ontwikkelen. De interesse voor bewegingsactiviteiten is zeer verschillend en ligt anders bij jongens dan bij meisjes evenals de fysieke mogelijkheden en het niveau van de sportmotorische vaardigheden. Met dit zeer heterogene publiek zal de leerkracht terdege rekening moeten houden. Hij zal eveneens een gerichte keuze maken afhankelijk van: - het eigen schoolprofiel; - de beschikbare accommodatie(s); - de financiële impact; - zijn persoonlijke specifieke kwalificaties; - de inspraak van de leerlingen.

4 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 3 BEGINSITUATIE De leerlingen ontwikkelen verder de basiseigenschappen en de basisvaardigheden uit de twee uur L.O. van de basisvorming. De leerlingen die de keuze gemaakt hebben voor twee uur sport als aanvulling op hun studiepakket hebben dit vanuit verschillende motiveringen gedaan, o.a.: - met het oog op een verdere opleiding in het studiegebied Sport ; - uit sportieve ingesteldheid; - uit bewegingsnood; - uit overwegingen van totale ontwikkeling van de persoonlijkheid; - als negatieve keuze; - Het valt aan te raden om zo snel mogelijk een juiste inschatting van de individuele beginsituatie van de leerlingen te maken. Dit kan aan de hand van tests i.v.m. de algemene en de bewegingsvaardigheden. Het vaststellen van de individuele beginsituatie en regelmatige tussentijdse testen zijn noodzakelijk om de leerlingen optimaal te kunnen begeleiden in hun leerproces en zijn een goede basis voor de leerling en zijn ouders voor een verdere studiekeuze in het studiegebied Sport. Anderzijds biedt dit een goed onderbouwde houvast om desnoods leerlingen te heroriënteren.

5 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN De basisoptie sport beoogt: - Een geschikte studievorm te zijn voor kinderen met sportieve begaafdheid; - Een oplossing te bieden aan de bewegingsnood van sportieve leerlingen; - Een brug te vormen naar school- en clubsport. 1 Ontwikkelen van motorische en cognitieve competenties - Het initiëren van basisbewegingen in sport- en spelsituaties. - Kennis van en inzicht in de uitgevoerde bewegingssituaties verwerven. - Het oplossen van eenvoudige bewegingsproblemen en verantwoorde beslissingen leren nemen. - Het leren vervullen van verschillende rollen in bewegingssituaties zoals uitvoerder, helper, aanvaller, verdediger, groepsleider, scheidsrechter. - Het leren benutten van bewegingskansen die de natuur biedt op een millieuvriendelijke manier. 2 Gezonde en veilige levensstijl - Het ontwikkelen van een optimale fitheid gebaseerd op uithouding, kracht, lenigheid en snelheid. - Het verwerven van de nodige attitude om een gezonde en veilige levensstijl na te streven en te onderhouden. - Het spontaan deelnemen aan bewegingsactiviteiten buiten de lessen L.O. - Het leren kennen en toepassen van de elementaire regels van hygiëne en lichaamsverzorging. - Het belang leren inzien van een correcte houding. - Het belang leren inzien van een correcte bewegingsuitvoering om overbelasting en blessures te vermijden. - Het belang leren inzien van aangepaste kledij en schoeisel in functie van het veilig deelnemen aan bewegingsactiviteiten. 3 Zelfconcept en sociaal functioneren - Het leren leiding geven en aanvaarden. - Het leren opnemen van verantwoordelijkheid en afgesproken regels toepassen. - Het zich inzetten in dienst van anderen of van de groep met het oog op volwaardige ploegen groepsactiviteiten. - Het tonen van inzet en volharding en eigen grenzen leren verleggen. - Het leren vergelijken van prestaties. - Het beleven van voldoening aan de fysieke inspanning. - Eigen bewegingsmogelijkheden, lichaamskwaliteiten en -begrenzingen leren ontdekken en die van anderen leren inschatten, aanvaarden en waarderen. - Leren omgaan met elementen als spanning, stress, verliezen, winnen en fair play.

6 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 5 4 Vakoverschrijdende doelstellingen - Het objectief kunnen toeschrijven van oorzaken van slagen en mislukken. - Het constructief kunnen participeren en het helpen realiseren van groepsdoelstellingen. - Het tonen van luisterbereidheid bij conflicten. - Eigen grenzen kunnen en willen verleggen. - Engagement om een eigen verantwoordelijkheid op te nemen. - Passend reageren op elke vorm van fanatisme, discriminatie en onverdraagzaamheid. - Pestgedrag leren vermijden. - Ongelijk of onmacht kunnen toegeven in spelsituaties. - Leren leiding geven in spelsituaties. - Leren ordelijk, systematisch en regelmatig oefenen. - Weten wat fout is en hoe fouten kunnen vermeden worden. - Leren omgaan met lichamelijke veranderingen in de puberteit. - Het identificeren van enkele veilige en onveilige situaties Wij wensen de leerplangebruiker erop te wijzen dat deze lijst met vakoverschrijdende doelstellingen zeker niet limitatief is en slechts enkele L.O.-gerelateerde voorbeelden bevat uit de verschillende vakoverschrijdende thema s. De uitbreiding van deze lijst is sterk afhankelijk van de aanpak van de individuele leerkracht alsook van projecten opgezet door de vakgroep en/of door de school.

7 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 6 LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN DOMEIN 1: INDIVIDUELE BEWEGINGSGEBIEDEN 1.1 ATLETIEK Minimum = 6 lestijden ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Motorische competenties LO 14 1 kunnen een duurloop uitvoeren Uithouding: zo gevarieerd mogelijk aanbieden LO 27 2 trainen hun aëroob uithoudingsvermogen - joggen trimmen fartlek walofi fit o meters circuitvormen hindernislopen... LO 14 3 kunnen een sprint uitvoeren Starten en sprint: bepalen van de afstootvoet... - staande starttechniek - korte sprints - reactie-oefeningen op auditief en visueel bevel LO 27 4 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van atletiek. LO kunnen afhankelijk van de schooleigen invulling: - een vertesprong uitvoeren; - een hoogtesprong uitvoeren en ruglings een hindernis overschrijden - werpen en stoten Een of meerdere kampnummers naar keuze en afhankelijk van het aantal lestijden dat men aan atletiek kan besteden: Verspringen en hoogspringen: - aanloop, afstoot 1 Vt.: vertesprong of hoogtesprong; veilig landen - uitdieping van de leerinhouden van de leerplannen AV Lichamelijke opvoeding uit de basisvorming (1A en 1B) Werpen en stoten: gebruik verschillende materialen - tennisballen, hockeyballen, medicinballen, fietsbanden, hoepels, dektennisringen, nockenballen, (gummi)kogels van 3 kg - uitdieping van de leerinhouden van de leerplannen AV Lichamelijke opvoeding uit de basisvorming (1A en 1B)

8 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 7 ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Gezonde en veilige levensstijl LO 27 6 ontwikkelen fitheid op basis van uithouding, kracht en snelheid LO 28 7 kennen het belang van een opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten LO 24 8 ervaren dat lopen in open lucht goed is voor de ontwikkeling van hart en longen LO 29 9 passen hygiënische regels toe LO 3 10 dragen kledij aangepast aan de bewegingsactiviteit LO 2 11 leven veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels na LO 30* 12 zijn bereid om hun aëroob uithoudingsvermogen te verbeteren door regelmatig te oefenen LO 30* 13 ervaren de ontspanning en de positieve invloed van fysieke inspanning, sport en spel Zelfconcept en sociaal functioneren LO tonen in alle omstandigheden respect voor het materiaal LO 34* 15 leren eigen bewegingsuitvoeringen en beperkingen juist inschatten LO 35* 16 tonen inzet en volharding en leren eigen grenzen verleggen LO stellen zich dienstvaardig op tegenover anderen en komen afspraken en regels na 18 helpen elkaar en waarderen de prestaties van de medeleerlingen

9 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Atletiek Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 Uithoudingslopen bij voorkeur in een natuurlijke omgeving. 2 Bij het lopen in openlucht is respect voor de natuur en leefomgeving belangrijk. 3 Bij loopactiviteiten buiten de school wordt de verkeersveiligheid strikt in acht genomen. 4 Leer de leerlingen voldoening beleven aan de fysieke inspanning via een gevarieerd aanbod van organisatievormen en oefenvormen. 5 Zeer sterk de nadruk leggen op een correcte looptechniek als brede basisvorm voor alle sporten. 6 Veiligheid is zeer belangrijk. Risico s inherent aan sporten worden tot het minimum herleid. - landingsheuvel bij hoogspringen is voldoende hoog, zacht en veilig; - competitievormen van verspringen niet op een zachte valmat maar in een verspringput; - bij werpen en stoten, opstellingen kiezen die absoluut veilig zijn. 7 Laat de leerlingen hun persoonlijke vorderingen noteren en bespreken, stimuleer zelfevaluatie. 8 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatige afgesproken tussentijdse testen. 9 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken.

10 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen RITMISCHE OF DANSANTE VORMEN/ CONDITIE Minimum = 6 lestijden ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Motorische competenties Afhankelijk van de interesses van de leerlingen en de LO 17 1 voeren eenvoudige bewegingen uit bij voorkeur op een maatstructuur specialiteit(en) van de lesgever kunnen diverse. LO 5 2 kunnen de belangrijkste onderdelen van het bewegingsverloop benoemen LO 6 3 kunnen oorzaken van lukken en mislukken van de beweging aangeven Keuze uit: LO 27 4 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie o.a. door middel van ritmische en dansante vormen. conditionele bewegingsvormen worden aangeboden al dan niet ondersteund door de muziek - aerobics; stepaerobics - taebo Gezonde en veilige levensstijl - circuitvormen LO 27 5 ontwikkelen en verbeteren hun motorische basiseigenschappen rope-skipping... LO 3 6 dragen kledij aangepast aan de bewegingsactiviteit - hip-hop LO leven veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels na - spinning LO 1 8 kennen het belang van een correcte houding en passen deze toe in dansante basisbewegingen LO 30* 9 staan positief tegenover regelmatig oefenen - body & pump - Zelfconcept en sociaal functioneren - creatief bewegen d.m.v. lichaamsexpressie en LO 4 10 oefenen zelfstandig en onder begeleiding in kleine groepen improvisatieopdrachten. 11 ontwikkelen het zelfbewustzijn 12 leren expressief bewegen LO betrekken andere leerlingen zonder onderscheid van geslacht, etnische origine of motorische aanleg in dansante groepsactiviteiten LO 34* 14 leren eigen bewegingsuitvoeringen en beperkingen juist inschatten LO 35* 15 tonen inzet en volharding en leren eigen grenzen verleggen

11 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Ritmische of dansante vormen/ Conditie Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 De leerplandoelstellingen en leerinhouden binnen het kader van éénzelfde discipline moet oordeelkundig worden gegroepeerd ten einde de rentabiliteit en de continuïteit van een les zo hoog mogelijk te houden. 2 Aandacht voor de muziek ondersteunt het verwerven, fixeren en conserveren van de leerplandoelstellingen en leerinhouden. 3 Er kunnen meerdere conditionele bewegingsvormen aan bod komen of één vorm kan volledig worden uitgediept. 4 De oefenstofkeuze moet zinvol, prettig en intensief zijn. Motiverende muziek en haalbare opdrachten zijn daarom zeer belangrijk. 5 Overleg binnen de vakgroep schept de mogelijkheid om intern afspraken te maken en binnen een zelfde schooljaar een groepswissel door te voeren. 6 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Zelfevaluatie aanmoedigen.

12 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen GYMNASTIEK Minimum = 6 lestijden ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Motorische competenties Uitdieping van de leerinhouden van de leerplannen AV Lichamelijke opvoeding uit de basisvorming. LO 7 1 kunnen evenwicht behouden en herstellen Grond: LO 10 2 kunnen hangen, steunen, zwaaien aan toestellen en beheerst landen - koprol: voor- en rugwaarts rollen op grond en/of toestellen voorw. rollen met opsprong LO 9 3 kunnen vrije sprongen en steunsprongen uitvoeren - handenstand: - afstoot 1 voet en doorrollen (::) LO 8 4 kunnen in omgekeerde houding hangen en steunen - ruwvorm van rad LO 11 5 kunnen een draaibeweging om de breedteas uitvoeren LO kunnen een eenvoudige gymnastische combinatie op de grond en/of aan meerdere toestellen uitvoeren Evenwicht: - balansoefeningen op de grond en op toestellen LO 12 7 kunnen klimmen - balansoefeningen met partner(s)... LO tonen respect voor het materiaal LO 6 9 kunnen oorzaken van lukken en mislukken van de beweging aangeven LO verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van de aangeboden bewegingsactiviteiten Sprongen: - bok (breedte): spreidsprong; benen tussen steun en beheerst landen Gezonde en veilige levensstijl - plint (lengte): voorbereiding duiksprong benen gespreid LO passen hygiënische regels toe - minitrampoline: vrije sprongen LO 34* 12 leren omgaan met lichamelijke veranderingen in de puberteit LO 3 13 dragen kledij aangepast aan de betreffende bewegingsactiviteit LO 2 14 zien in dat hun gedrag invloed heeft op de eigen veiligheid en die van anderen LO 1 15 kunnen de belangrijkste regels van een correcte houding toepassen LO 30* 16 staan positief tegenover regelmatig oefenen Klimmen en klauteren, slingeren en zwaaien: - in gevarieerde bewegingssituaties

13 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 12 ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN Zelfconcept en sociaal functioneren LEERINHOUDEN Hang- en steunoefeningen (met verwijzing naar de uitbreidingen in de leerinhouden voor meisjes en jongens in het leerplan AV Lichamelijke opvoeding van 1A-stroom): LO 4 17 kunnen zelfstandig en onder begeleiding oefenen in kleine groepen - Borsthoogte springen tot streksteun en beheerst rugwaarts afspringen LO tonen respect voor het materiaal - Borsthoogte hang aan de armen/ rugwaarts draaien onder de rekstok (kan ook tussen twee klimtouwen) LO leven afspraken en regels na - Borsthoogte Knieënhang/ via handensteun komen tot stand op de mat LO 34* 20 leren bewegingsuitvoeringen en beperkingen juist inschatten - Borsthoogte streksteun/ voorwaarts draaien en zachtjes landen LO 35* 21 tonen inzet en volharding en leren eigen grenzen verleggen - Heuphoogte streksteun/ komen tot dijzit; handen lossen; ¼ draai tot streksteun ruglings, beheerst voorwaarts afspringen 22 helpen elkaar en stellen zich dienstvaardig op - Schouderhoogte - streksteun/ voorwaarts afdraaien tot hang met gebogen benen LO observeren elkaar en kunnen de belangrijkste fouten aanduiden - Schouderhoogte - stand/ rugwaarts om de breedteas draaien tot streksteun (:) - Schouderhoogte - dijzit/ rugwaartse streksteun; knieën haken; rugwaarts afdraaien tot stand (:)

14 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Gymnastiek Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 De lessen voor de jongens en meisjes kunnen gelijktijdig aangeboden worden. 2 Zorg op elk niveau voor een progressieve klimming in de oefenstof. 3 Individueel remediëren blijft noodzakelijk. 4 Maak gebruik van gevarieerde oefenvormen en organisatievormen. 5 Tijdens de opwarming dient rekening te worden gehouden met de specificiteit van het toestel. 6 Het verbeteren van de algemene lenigheid en kracht is van het grootste belang. Leerlingen kunnen ook de opdracht krijgen hiervoor naschools te oefenen. 7 Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de technieken van helpen en bijstaan en aan de veiligheid. 8 Als productevaluatie kan een samengestelde oefening worden gevraagd van gekende leerplandoelstellingen en onderdelen van leerinhouden. 9 Het belang van vormspanning, kracht en lenigheidstraining i.v.m. letselpreventie is bewezen. Derhalve zullen deze algemene trainingsvormen in de jaarplanning worden voorzien. 10 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatige afgesproken tussentijdse testen. 11 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Stimuleer zelfevaluatie.

15 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen VERDEDIGINGSSPORTEN Indien verdedigingssporten worden aangeboden dan zal dit aansluiten op de lessen verdedigingssport en de leerplannen AV Lichamelijke opvoeding van de basisvorming van de eerste graad. M.a.w. dit betreft een uitdieping van het bestaande pakket, het aantal lestijden is naar keuze. ET LO LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen Motorische competenties LEERINHOUDEN LO 23 1 kunnen veilig vallen - allerlei valvormen vanuit verschillende uitgangshoudingen in verschillende richtingen op zelfstandige basis (van statisch vallen tot dynamisch vallen) LO 23 2 kunnen hun evenwicht bewaren - met partner accent op valbegeleiding, valbeveiliging LO 23 3 kunnen een verstoord evenwicht herstellen - allerlei speelse vormen van evenwicht verstoren evenwicht herstellen evenwicht behouden o.a. door duw-, trek- en LO 23 4 durven lichaamscontact aan binnen een gestelde opdracht kampvormen 5 kunnen preventieve maatregelen nemen om noodsituaties te voorkomen LO 6 6 kunnen oorzaken van lukken en mislukken van de beweging aangeven 7 kunnen zich motorisch verweren door middel van aangeleerde afweertechnieken LO 27 8 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van verdedigingssporten. - aanleren van de basis van controletechnieken en uitvoeren van bepaalde controletechnieken op de grond - aanleren van lichaamshoudingen om agressief gedrag te vermijden - aanleren van afweertechnieken op vastgrijpen, slaan, trappen - van dynamisch vallen tot valbreken over hindernis - aanleren van tilvormen in combinatie met aanbrengen van het vastgrijpen van de partner Gezonde en veilige levensstijl - aanleren van bepaalde worpen (judo) zoals: LO 29 9 passen hygiënische regels toe - (beenworp): o-soto-gari - (heupworp): o-goshi LO 3 10 dragen aangepaste kledij voor de betreffende bewegingsactiviteit - uitvoeren van een grondtechniek langs beide zijden LO 2 11 leven veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels na - uitvoeren van een worp links en rechts 12 kunnen in hun leefwereld situaties herkennen waar veilig vallen belangrijk is

16 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 15 ET LO LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN LO 1 13 weten dat bij verkeerde houdingen en bewegingen mogelijke lichamelijke klachten kunnen optreden LO 30* 14 staan positief tegenover regelmatig oefenen 15 weten dat correct vallen en valbreken aan de basis ligt om een verdedigingssport veilig te beoefenen Zelfconcept en sociaal functioneren LO 4 16 oefenen zelfstandig en onder begeleiding in kleine groepen LO 22* 17 leren omgaan met elementen als spanning, verliezen, winnen en fair play LO betrekken alle leerlingen zonder onderscheid van geslacht, etnische origine of motorische aanleg in spel of andere groepsactiviteiten LO 34* 19 leren hun eigen bewegingsuitvoeringen en beperkingen juist inschatten en rekening houden met de bewegingsmogelijkheden van de partner(s) LO 35* 20 tonen inzet en volharding en leren eigen grenzen verleggen LO werken samen met de partner(s) om een beweging te leren LO geven elkaar aanwijzingen in functie van de uit te voeren bewegingen 23 zien in dat agressie vermijden beter is dan een confrontatie aan te gaan

17 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Verdedigingssporten Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 Als leerkracht de voornaamste technische vereisten kennen (zich bekwamen in basiselementen). 2 Benadrukken dat veiligheid (steeds valbegeleiding verzekeren) en discipline (afspraken strikt nakomen (LO 2) het voornaamste aandachtspunt is. 3 Veiligheid primeert!: - gebruik van matten noodzakelijk; - voldoende tussenruimte (eventueel afbakening van de oefenruimtes); - veiligheidszones; - kordaat en eisend optreden. 4 Een gestructureerde organisatie voorzien. 5 Maak afspraken: wie is uitvoerder en wie ondergaat. 6 Een leerling met ervaring laten instaan voor demonstraties. 7 Voldoende tijd geven om de leerstof te verwerken en de bewegingen te automatiseren. 8 Aangepaste turnkledij (joggingbroek + oude sweater). 9 Nagels moeten kort geknipt! 10 Benadrukken dat het kennen van een zekere techniek niet de aanleiding mag zijn van verschillende vormen van agressiviteit maar echter het verwerven van een mentale weerbaarheid. Immers: " een vermeden gevecht = een gewonnen gevecht"! 11 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatige afgesproken tussentijdse testen. 12 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Zelfevaluatie aanmoedigen.

18 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen ZWEMMEN Minimum = 6 lestijden Indien zwemmen wordt aangeboden dan zal dit aansluiten op de lessen zwemmen en de leerplannen AV Lichamelijke opvoeding van de basisvorming van de eerste graad. ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Motorische competenties LO 25 1 kunnen 50m zwemmen in eenzelfde zwemslag LO 26 2 kunnen voorbereidende vormen van reddend zwemmen uitvoeren Duiken: elementaire vormen LO weten wat stuwingsvlakken en remmingsvlakken zijn - voorwerpen opduiken 4 kunnen onderwater zwemmen - zwemmen door hoepels 5 kunnen overgaan van buiklig naar ruglig en drijven op de rug - hindernis zwemmen 6 kennen de correcte lichaamspositie in het water (lang en smal) Gezonde en veilige levensstijl Reddingszwemmen 7 kennen de heilzame invloed van water - reddersprong en eendenduik uitvoeren. LO 2 8 kunnen zich veilig bewegen in en rond het water - vervoeren van een pop. LO 29 9 passen voor en na het zwemmen de hygiënische regels toe - gekleed zwemmen. LO 3 10 dragen kledij aangepast aan deze bewegingsactiviteit - onder water zwemmen. LO 30* 11 staan positief tegenover regelmatig oefenen - watertrappen Zelfconcept en sociaal functioneren LO 4 12 oefenen zelfstandig en onder begeleiding in kleine groepen LO leven afspraken en regels na LO 34* 14 kennen hun eigen bewegingsmogelijkheden en beperkingen LO 35* 15 tonen inzet en volharding en leren hun eigen grenzen verleggen LO 30* 16 oefenen regelmatig en vergelijken hun vorderingen met voorgaande prestaties LO 4 17 helpen elkaar en durven hulp vragen in probleemsituaties

19 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Zwemmen Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 Maak gebruik van het Protocol voor zwemmen om afspraken te maken met de zwembaddirectie en met de collega's voor een optimaal benutten van tijd en ruimte. 2 Individuele of groepsopdrachten: - maak gebruik van kijkwijzers; - gevarieerde oefenvormen en organisatievormen afhankelijk van de mogelijkheden in het zwembad. 3 De leerlingen leren observeren en essentiële fouten leren zien (LO 6). 4 Elkaar leren helpen: per 2, betere leerling met een zwakke leerling, groepsopdrachten (LO 4, LO 6) 5 Hygiëne: De leerkrachten hebben naast hun opdracht om zwemonderricht te geven ook de taak duidelijke instructies te geven die de algemene zwembadhygiëne ten goede komen. Hierbij denken we vooral aan het aanzetten tot toilet- en douchegebruik voor het zwemmen, het geven van tips in verband met de strijd tegen wratten en schimmels, o.a. het gebruik van de voetsproeiers met desinfecterende vloeistof na het baden, het goed droog wrijven van de voeten en de tenen (LO 29). 6 Veiligheid : de leerlingen leren de veiligheidsregels van het zwembad te respecteren (LO 2). 7 Toezicht is een belangrijk element in het zwembadbezoek. 8 Oefeningen met zwemvinnen voor het bewegingsgevoel. 9 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatige afgesproken tussentijdse testen. Differentiëren in groepen. 10 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Stimuleer zelfevaluatie.

20 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 19 DOMEIN 2: DOEL- EN TERUGSLAGSPELEN 2.1 BASKETBAL Minimum = 6 lestijden ET LO LO * 1 De leerlingen Motorische competenties LEERPLANDOELSTELLINGEN kunnen deelnemen aan een vorm van doelspel en de meest elementaire spel- en speelregels toepassen LO kunnen kansen creëren in een meerderheidssituatie van 2 1 tot 3 2 LO kunnen scoren en de juiste beslissing nemen in een meerderheidssituatie van 2 1 tot 3 2 LEERINHOUDEN - 3 3, 3 2, 2 1, 3 1 spelsituaties - passen en vangen - dribbel - stoppen - pivoteren - vrijlopen: vertragen, versnellen, stoppen, starten - setshot - lay-up LO kunnen bij het creëren van kansen de bal controleren en weten wanneer ze kunnen passen, dribbelen en zich vrij lopen LO 6 5 kunnen de juiste beslissingen nemen en aangeven waarom een gekozen oplossing wel of niet lukt - verschillende spel- en wedstrijdvormen (eenvoudige reglementering) LO kunnen vlot overschakelen van aanval naar verdediging - vlot overschakelen van aanval naar verdediging LO 27 7 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van basketbal. Gezonde en veilige levensstijl LO 27 8 ontwikkelen fitheid op basis van uithouding, kracht en snelheid LO 28 9 kennen het belang van een opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten LO 1 10 passen de belangrijkste basisregels van houdings- en rugscholing toe LO 34* 11 leren omgaan met lichamelijke veranderingen in de puberteit

21 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 20 ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN LO 3 12 dragen gepaste kledij voor de betreffende bewegingsactiviteit LO leven veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels na 14 kunnen op een efficiënte manier hulp inroepen in een noodsituatie en zelf eerste hulp bieden bij kleine wonden LO 30* 15 staan positief tegenover regelmatig oefenen LO 35* 16 leren hun eigen grenzen verleggen Zelfconcept en sociaal functioneren LO 4 17 oefenen zelfstandig en onder begeleiding oefenen in kleine groepen - fouten tijdens het basketbalspel eerlijk kunnen toegeven LO houden zich aan de opgelegde opdrachten en spelregels - elkaar stimuleren en motiveren LO 22* 19 leren omgaan met elementen als spanning, verliezen, winnen en fair play 20 leren verlies sportief aanvaarden 21 kleineren of bespotten de tegenstrever niet LO betrekken alle leerlingen zonder onderscheid van geslacht, etnische origine of motorische aanleg in het spel LO tonen respect voor het materiaal

22 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Basketbal Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 Indien praktisch realiseerbaar gaat de voorkeur uit naar het realiseren van de lessenreeks basketbal in één aansluitende periode. 2 Stel duidelijk een aantal aandachtspunten voorop als er gespeeld wordt. 3 Vermijd het gebruik van handen en armen in verdediging. 4 Laat de leerlingen in kleine groepen spelen. 5 Zorg ervoor dat de belangrijkste aandachtspunten beheerst zijn. 6 Vertrek van de meerderheidssituaties om leerlingen te doen inzien wanneer en waar zij moeten scoren. 7 Eerst op een half terrein daarna op een volledig terrein. 8 Zorg ervoor dat het spel vertraagd wordt door te stoppen en pivoteren. 9 Maak gebruik van spots. 10 Laat de verdedigers binnen de driepuntszone verdedigen. 11 Differentieer. 12 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatige afgesproken testen. 13 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Zelfevaluatie aanmoedigen.

23 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen HANDBAL Minimum = 6 lestijden ET LO LO * De leerlingen Motorische competenties LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1. Individuele techniek met de bal 1 kunnen deelnemen aan een vorm van doelspel en de meest elementaire spel- en speelregels toepassen - passen en vangen LO zoeken naar behouden en herstellen van het evenwicht in de verschillende maar toch specifieke handbalsituaties - dribbelen - houding van de werparm LO draaien in verschillende situaties - slagworp/sprongworp LO 21 4 voeren aangepaste vormen van springen, werpen en lopen in verschillende situaties uit LO 21 5 kunnen meegaan en/of tegenwerken in bewegingen met anderen in aanval en verdediging - loopwegen LO beslissen binnen aangepaste spelvormen van handbal over doelen, passen, dribbelen of vrijspelen in aanval of zich positioneren tussen de aanvaller en het doel in verdediging LO 21 7 kunnen een tijdsbesef ontwikkelen zoals tempo maken, ritme ontwikkelen en het juiste instartmoment kiezen 2. Individuele techniek zonder bal - zich aanspeelbaar maken - het verdedigen van het eigen doel - het instarten van een beweging 3. Groepstechnieken en pre-tactieken LO 27 8 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van handbal. Gezonde en veilige levensstijl - spelvormen in meerderheidssituaties (3><1+1; 4><2+1) LO 27 9 ontwikkelen fitheid op basis van uithouding, kracht en snelheid - verschillende spel- en wedstrijdvormen (eenvoudige reglementering) LO kennen het belang van een opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten - vlot overschakelen van aanval naar verdediging en omgekeerd LO 1 11 passen de belangrijkste basisregels van houdings- en rugscholing toe LO 34* 12 leren omgaan met lichamelijke veranderingen in de puberteit

24 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 23 ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN LO 3 13 dragen gepaste kledij voor de betreffende bewegingsactiviteit LO leven veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels na 15 kunnen op een efficiënte manier hulp inroepen in een noodsituatie en zelf eerste hulp bieden bij kleine wonden LO 30* 16 staan positief tegenover regelmatig oefenen LO 35* 17 leren hun eigen grenzen verleggen Zelfconcept en sociaal functioneren LO 4 18 oefenen zelfstandig en onder begeleiding oefenen in kleine groepen LO houden zich aan de opgelegde opdrachten en spelregels LO 22* 20 leren omgaan met elementen als spanning, verliezen, winnen en fair play 21 leren verlies sportief aanvaarden 22 kleineren of bespotten de tegenstrever niet LO betrekken alle leerlingen zonder onderscheid van geslacht, etnische origine of motorische aanleg in het spel LO tonen respect voor het materiaal

25 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Handbal Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 Indien praktisch realiseerbaar gaat de voorkeur uit naar het realiseren van de lessenreeks handbal in één aansluitende periode. 2. Basisprincipe We spelen zo collectief als mogelijk en zo individueel als noodzakelijk. Het samenspel staat centraal zowel in aanval als in verdediging. De groep reageert op de situatie als een collectief en niet als een samenbundeling van individualisten. De individuele acties geven het spel een meerwaarde. Het samenspel en de individuele acties worden zoveel mogelijk in open situaties geoefend (spel of wedstrijdsituaties). Er wordt gestreefd naar een functionele verhouding tussen de groepswerking (hier kan de keuze gemaakt worden tussen heterogene en homogene groepsverdeling) en de individuele opdrachten. 3 Spelbekwaamheid De hoofdbetrachting is een ontwikkeling van de beginners-spelbekwaamheid. Deze omvat motorische, cognitieve, tactische en sociale attitudes, die in elke les dienen benadrukt te worden en in hun totaliteit moeten geoefend worden. De volgende attitudes (zie ook de leerinhouden) vormen de basis: voortdurend observeren en analyseren; permanent en vooral snel anticiperen; samenspelend vrijlopen of steun geven; een correcte techniek nastrevend; aandacht schenken aan het speltempo en de timing van de actie(s); een accurate en snelle overschakeling van de aanval naar de verdediging en omgekeerd. Spelbekwaamheid vereist vooral zelf- en groepsdiscipline. 4 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatige afgesproken tussentijdse testen. 5 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Zelfevaluatie aanmoedigen;

26 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen VOETBAL Minimum = 6 lestijden ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN LO * Motorische competenties 1 kunnen deelnemen aan een vorm van doelspel en de meest elementaire spel- en speelregels toepassen LO kunnen geleidelijk de juiste wedstrijdacties tot stand brengen en/of ontwikkelen LO 6 3 kunnen aan de hand van aandachtspunten, bij zichzelf en anderen nagaan en aangeven waarom een bewegingsopdracht wel of niet lukt LO bepalen zelfstandig hoe ze eenvoudige leeropdrachten, individueel of in groep, aanpakken en oplossen LO passen technische en tactische basisvaardigheden toe met aandacht voor een goede uitvoering LO spelen progressief meer gestructureerd met een betere spelselectie 7 kunnen relevante vaardigheden aanwenden die spelbevorderend zijn en in hun gebruiksvorm vooral als middel tot spelbeleving en niet als doel op zich aanzien worden LO spelen samen mede dankzij een goede communicatie en een probleemoplossende samenwerking LO 27 9 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van voetbal. Alle spel- en wedstrijdvormen die de inhoud van een 1><1 situatie of 1><K situatie weerspiegelen, met aandacht voor: - de individuele basistechnieken: de bal stoppen en passen met binnenkant voet. - de individuele aanvallende technieken en tactische principes in functie van scoren of passeren van een rechtstreekse verdediger zoals: het doelschot, passeerbewegingen, drijven en dribbelen met de bal (al of niet voorafgegaan door één of meerdere schijnbewegingen), afschermen van de bal, handelen met perifeer zicht, snelheid van uitvoering, plots veranderen van richting en/of snelheid Uitbreidingsmogelijkheid: Alle oefen-, spel- en wedstrijdvormen die de inhoud van een groep van 3 spelers in balbezit en/of groep van 3 spelers niet in balbezit weerspiegelen, met aandacht voor: - zie hoger: inhoud van een 1><1 en 2><2 situatie.

27 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 26 ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Gezonde en veilige levensstijl LO ontwikkelen fitheid op basis van uithouding, kracht en snelheid LO kennen het belang van een opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten LO 1 12 passen de belangrijkste basisregels van houdings- en rugscholing toe LO 34* 13 leren omgaan met lichamelijke veranderingen in de puberteit LO 3 14 gebruiken de gepaste kledij voor de betreffende bewegingsactiviteit LO leven veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels na 16 kunnen op een efficiënte manier hulp inroepen in een noodsituatie en zelf eerste hulp bieden bij kleine wonden LO 30* 17 staan positief tegenover regelmatig oefenen LO 35* 18 leren hun eigen grenzen verleggen Zelfconcept en sociaal functioneren LO 4 19 oefenen zelfstandig en onder begeleiding oefenen in kleine groepen LO houden zich aan de opgelegde opdrachten en spelregels LO 22* 21 leren omgaan met elementen als spanning, verliezen, winnen en fair play 22 leren verlies sportief aanvaarden 23 kleineren of bespotten de tegenstrever niet LO betrekken alle leerlingen zonder onderscheid van geslacht, etnische origine of motorische aanleg in het spel LO tonen respect voor het materiaal

28 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Voetbal Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 Indien praktisch realiseerbaar gaat de voorkeur uit naar het realiseren van de lessenreeks voetbal in één aansluitende periode. 2 BASISPRINCIPE Hét basisprincipe van het voetbalspel luidt: "We spelen zo collectief mogelijk en zo individueel als noodwendig". Samenspelen staat centraal, zowel bij balbezit als bij balverlies; de groep functioneert als een collectief en niet als een verzameling van individuen. De individuele acties geven het samenspel een meerwaarde, maar worden niet geaccentueerd. Het samenspel en de individuele acties worden, in een spel- of wedstrijdsituatie, zoveel mogelijk tezelfdertijd geoefend (open situaties). Naargelang de doelstelling wordt er gestreefd naar een functionele verhouding tussen samenspel (groepsopdracht) en individuele actie (individuele opdracht). 3 SPELBEKWAAMHEID Vanaf het begin dient er nadruk gelegd te worden op het ontwikkelen van een 'basisspelbekwaamheid'. Deze omvat psychomotorische, cognitief-tactische en sociale attitudes. Als een 'rode draad' in het lesgebeuren worden ze continu benadrukt en in hun onderlinge samenhang geschoold. Aan de basis liggen o.a. volgende attitudes (zie ook leerinhouden): een 'voortdurend waarnemen' van de inhoud van de zich veranderende spelsituatie en een 'voortdurend en snel anticiperen' hierop. nastreven van een samenspel gebaseerd op 'vrijlopen' en 'in steun komen'. nastreven van het permanent toepassen van de juiste pass-selectie (vooruit, breed, achteruit, individuele actie) nastreven van 'correcte techniek'. nastreven van een 'goed geselecteerde en getimde actie' aan een 'optimaal speltempo'. nastreven van een 'snel overschakelen van balbezit naar balverlies en omgekeerd'. Basisspelbekwaamheid veronderstelt dus (zelf)discipline! 4 De situaties kunnen geoefend worden met of zonder doelman (maar dan wel met een aangepast doel, zodat scoren zowel een uitdaging als een haalbare opdracht blijft), met bijkomende opdrachten of beperkingen (individueel of groep spelers) naargelang de leerinhoud(en), waarbij het aanvallend en verdedigend denken en handelen gekoppeld blijft. Alle 1><1 tot 4><4 situaties en de daaraan gerelateerde meerderheidssituaties kunnen geoefend worden op zich of, als onderdeel van een groter geheel, gebonden aan een bepaalde plaats op het terrein.

29 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 28 Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 5 VERDERE WENKEN de methodiek is spelgericht en bevat zowel (psycho-)motorische, cognitief-tactische als sociale elementen. zorg op elk leerniveau voor een progressieve klimming van eenvoudig naar complex. varieer oefen- en spelvorm, aantal spelers en doelen, spelruimte, spelregels, opdrachten, arbeidsvorm... zodat de doelstelling bereikt wordt. individuele remediëring blijft noodzakelijk. Ruimte is essentieel! Te kleine speloppervlakten leiden tot individueel en chaotisch spel waar de doelstellingen nooit gerealiseerd kunnen worden. kies de opdrachten zo dat de creativiteit van de spelers gestimuleerd wordt en dat de fysieke componenten ook aan bod komen. schakel progressief 'geleide' spelfasen, partijspelen en wedstrijden in. vergeet ook niet de verbale, visuele... leermiddelen en leergesprekken. bij het uitbreiden van het techniekaanbod, steeds i.f.v. de tactische vaardigheden, moeten we opmerken dat voorrang dient gegeven te worden aan het bijschaven van de nauwkeurigheid van enkele technieken, liever dan het aantal onvoldoende beheerste technieken sterk uit te breiden. 6 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatig afgesproken tussentijdse testen. 7 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Zelfevaluatie aanmoedigen.

30 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen VOLLEYBAL Minimum = 6 lestijden ET LO De leerlingen Motorische competenties LEERPLANDOELSTELLINGEN LO passen de elementaire technieken van bovenhands en onderhands spelen toe LO 19 2 kunnen de basisverplaatsingstechnieken eigen aan het volleybal uitvoeren LO LEERINHOUDEN Techniek: - toetsen over en niet over - onderhands het net - opslag 3 passen in minisituaties het 3-contactspel toe Beweeglijkheid - verplaatsingen in functie van het baltraject LO 21 4 spelen de verschillende posities van de rotatie spelen LO 20-22* 5 spelen volgens afgesproken en aangepaste regels Tactiek LO 27 6 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van volleybal. Gezonde en veilige levensstijl - spelvormen 1><1, 2><2, 3><3 - spelen met en tegen elkaar LO 27 7 ontwikkelen fitheid op basis van uithouding, kracht en snelheid Elementaire spelreglementen kennen LO 28 8 kennen het belang van een opwarming voor en tot rust komen na - rotatieprincipe fysieke activiteiten - puntentelling LO 1 9 passen de belangrijkste basisregels van houdings- en rugscholing toe LO 34* 10 leren omgaan met lichamelijke veranderingen in de puberteit Letsels voorkomen door: LO 3 11 gebruiken de gepaste kledij voor de betreffende bewegingsactiviteit - contact en overschrijden van de middellijn leren vermijden - netfouten leren vermijden LO leven veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels na 13 kunnen op een efficiënte manier hulp inroepen in een noodsituatie en zelf eerste hulp bieden bij kleine wonden LO 30* 14 staan positief tegenover regelmatig oefenen LO 35* 15 leren hun eigen grenzen verleggen

31 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 30 ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Zelfconcept en sociaal functioneren LO 4 16 oefenen zelfstandig en onder begeleiding oefenen in kleine groepen LO houden zich aan de opgelegde opdrachten en spelregels LO 22* 18 leren omgaan met elementen als spanning, verliezen, winnen en fair play 19 leren verlies sportief aanvaarden 20 kleineren of bespotten de tegenstrever niet LO betrekken alle leerlingen zonder onderscheid van geslacht, etnische origine of motorische aanleg in het spel LO tonen respect voor het materiaal

32 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Volleybal Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 Indien praktisch realiseerbaar gaat de voorkeur uit naar het realiseren van de lessenreeks volleybal in één aansluitende periode. 2 1 volleybal per 2 leerlingen is een minimum. 3 Kies volleyballen van een degelijke kwaliteit. Kwalitatief mindere ballen veroorzaken bij veel leerlingen pijn en bijgevolg een negatief gevoel tegenover volleybal. 4 Probeer zoveel mogelijk minivolleybalvelden te creëren: gebruik hiervoor elastiek, lint of badmintonnetten. 5 Tactiek en techniek zijn geen afzonderlijke elementen, maar zijn steeds in elkaar verweven. 6 Besteed veel aandacht aan de beweeglijkheid. 7 Opdrachten voor het inschatten van de balcurve en tijds- ruimteperceptie. 8 Zorg voor een spelgerichte methodiek: vertrekkend vanuit opbouw in eigen veld; vertrekkend van eenvoudige opslag. 9 In 1e instantie een 3-contactspel (samenspel) nastreven, gekoppeld aan beweeglijkheid. 10 Probleemoplossende opdrachten geven waarin het samenspel belangrijk is. 11 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatige afgesproken tussentijdse testen. 12 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Zelfevaluatie aanmoedigen.

33 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen BADMINTON Minimum = 6 lestijden ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Motorische competenties LO kunnen de onderhandse slagbeweging versnellend uitvoeren gebruik makend van de basiselementen waar de latere slagtechniek op steunt. LO voeren de bovenhandse slagbeweging uit met de correcte greep zonder "tikactie" en met extra aandacht voor de werpbeweging. verplaatsen zich voor en na de slagbewegingen LO voeren de grove vorm van de basisslagen uit, gebruik makend van de elementen uit de slaggewenning. LO kunnen het tactisch nut van de slagen tot uiting laten komen tijdens wedstrijden (eventueel op aangepaste terreinen). LO 20-22* 5 kunnen de spelregels toepassen bij overtredingen LO 27 6 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van badminton. 1 SLAGGEWENNING: ONDERHANDSE SLAG: accent slaan "via voorarmdraai" de leerlingen leren de shuttle hard te slaan via een soepele en versnellende beweging hiervoor leren zij het begrip "ruitenwisser = voorarmdraai toepassen. leren het gebruik van de universele- of hamergreep. leren gebruik maken van beide zijden van het racket met universele greep 2 SLAGGEWENNING: BOVENHANDSE SLAG: accent slaan "via werpbeweging de leerlingen leren de shuttle hard te slaan via een soepele en versnellende "werpbeweging" Leren gebruik maken van de universele greep bij de bovenhandse voorhandslagen. (geen mattenkloppersgreep) 3 BASISSLAGEN: basistechniek (grove vorm); leren de voornaamste aandachtspunten voor een globale uitvoering / leren het tactisch nut van de basisslagen. hoge opslag: cfr. basisslag gewenning. Universele greep clear: cfr. basisslag gewenning. Universele/ hamergreep 4 BASISTACTIEK ENKELSPEL: leren gepast gebruik maken van de open ruimte.

34 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen 33 ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Gezonde en veilige levensstijl LO 27 7 ontwikkelen fitheid op basis van uithouding, kracht en snelheid LO 28 8 kennen het belang van een opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten LO 1 9 passen de belangrijkste basisregels van houding- en rugscholing toe LO 34* 10 leren omgaan met lichamelijke veranderingen in de puberteit LO 3 11 gebruiken de gepaste kledij voor de betreffende bewegingsactiviteit LO leven veiligheidsvoorschriften, afspraken en regels na 13 kunnen op een efficiënte manier hulp inroepen in een noodsituatie en zelf eerste hulp bieden bij kleine wonden LO 30* 14 staan positief tegenover regelmatig oefenen LO 35* 15 leren hun eigen grenzen verleggen Zelfconcept en sociaal functioneren LO 4 16 oefenen zelfstandig en onder begeleiding in kleine groepen LO houden zich aan de opgelegde opdrachten en spelregels LO 22* 18 leren omgaan met elementen als spanning, verliezen, winnen en fair play 19 leren verlies sportief aanvaarden 20 kleineren of bespotten de tegenstrever niet 21 betrekken alle leerlingen zonder onderscheid van geslacht, etnische origine of motorische aanleg in het spel LO tonen respect voor het materiaal

35 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen Badminton Nr. Specifieke pedagogisch-didactische wenken Timing 1 Indien praktisch realiseerbaar gaat de voorkeur uit naar het realiseren van de lessenreeks badminton in één aansluitende periode. 2 De slaggewenningslessen gebeuren hoofdzakelijk over een hoog net (2m). 3 Ter intensifiëring van de lessen dient er een ruime hoeveelheid shuttles per twee leerlingen aanwezig te zijn (6 per leerling). Het gebruik van de "multishuttle" methode laat toe de fysieke belasting hoog te houden en/of de slagtechniek efficiënt te oefenen 4 In terugslagspelen is de tegenstander van groot belang. Verwissel veelvuldig van partner. Dit komt de progressie van de groep ten goede. 5 Probeer zoveel mogelijk minivelden te creëren: gebruik hiervoor elastiek of lint. 6 Positieve trainingsattitude en prestatieverbetering bij leerlingen worden gemeten door middel van het vaststellen van de beginsituatie en regelmatige afgesproken testen. 7 Aan de hand van een remedial teaching worden de vorderingen besproken. Zelfevaluatie aanmoedigen.

36 1e graad A-stroom 2e leerjaar Basisoptie Moderne wetenschappen TAFELTENNIS Minimum = 6 lestijden ET LO De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Motorische competenties 1 kunnen de verschillende paletgrepen demonstreren Aanleren paletgrepen - de shakehandgreep toepassen in de basishouding LO 19 2 plaatsen de bal met palet Richting geven aan de bal: de bal vanuit de hand plaatsen in aangeduide vakken. een aangegooide bal terugspelen LO 19 3 passen de techniek van contra voorhand (CVH) toe tijdens een balwisseling LO 19 4 passen de techniek van contra rughand (CRH) toe tijdens een balwisseling Opbouw contra voorhand - bal zelf laten botsen en CVH toepassen. - CVH toepassen op aangegooide bal. - CVH toepassen op aangespeelde bal. - CVH toepassen tijdens een balwisseling Opbouw contra rughand - bal zelf laten botsen en CRH toepassen. - CRH toepassen op aangegooide bal. - CRH toepassen op aangespeelde bal. - CRH toepassen tijdens een balwisseling. LO 19 5 kunnen een reglementaire opslag geven met VH en RH Opslag - correct opgooien van de bal LO passen de tafeltennisreglementen toe in enkelwedstrijden kunnen opslag, CVH en CRH toepassen in wedstrijd LO 27 7 verbeteren hun algemene bewegingsvaardigheden en conditie door middel van tafeltennis. Reglementering - opslag ontvangst / wisselen van opslag - wanneer scoort men een punt - puntentelling