BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6421 / 63 Betreft zaak: NDC-ThiemeMeulenhoff I. MELDING 1. Op 23 juni 2008 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat NDC Houdstermaatschappij B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over ThiemeMeulenhoff B.V., onderdeel van PCM Uitgevers B.V. 2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant nr. 123 van 30 juni Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant heeft een derde een zienswijze naar voren gebracht. Deze zienswijze wordt, voor zover er overwegingen aan zijn ontleend die dragend zijn voor dit besluit, in het navolgende nader uiteengezet. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 3. NDC Houdstermaatschappij B.V. (hierna: NDC) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. NDC heeft drie aandeelhouders: Stichting Je Maintaindrai (86,9%), Heidehuis B.V. (8,1%) en Friesland Bank Investments (5%). 4. NDC is actief op het gebied van het uitgeven van dagbladen, huis-aan-huis-kranten, tijdschriften en boeken, zowel algemene boeken als school- en studieboeken voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs en het uitgeven van studieboeken voor het hoger beroepsonderwijs. 1 1 Uitgeverij Bekadidact B.V. (onderdeel van NDC) is actief in het basisonderwijs. Uitgeverij Nijgh Versluijs B.V. (onderdeel van NDC) is actief in het voortgezet- en beroepsonderwijs. HB Uitgevers B.V. (onderdeel van NDC) is actief in het beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs. 1 Openbare versie

2 5. ThiemeMeulenhoff B.V. (hierna: TM), is een 100% dochteronderneming van PCM Uitgevers B.V. (hierna: PCM) en is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. De enige aandeelhouder van TM is PCM Uitgevers B.V. 6. TM is actief op het gebied van het uitgeven van school- en studieboeken voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en het uitgeven van studieboeken voor het hoger beroepsonderwijs. III. DE GEMELDE OPERATIE 7. De gemelde operatie betreft de overname van TM door NDC door middel van een overdracht van alle aandelen van TM aan NDC. Deze operatie is vastgelegd in de draft Share Purchase Agreement d.d. 29 mei IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 8. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 7, omschreven transactie leidt er toe dat NDC uitsluitende zeggenschap verkrijgt over TM. 9. Betrokken ondernemingen zijn NDC en TM. 10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN Rel evant e pr oduct mar kt [en] 11. De NMa en de Europese Commissie hebben in het verleden in hun beschikkingspraktijk de markt voor het uitgeven van boeken nader onderverdeeld in de volgende deelmarkten: de 2 Openbare versie

3 markt voor het uitgeven van algemene boeken, de markt voor het uitgeven van wetenschappelijke boeken en de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken (educatieve boeken) Deze onderverdeling in genoemde besluiten 3 word gerechtvaardigd vanwege het feit dat de in punt 11 genoemde deelmarkten zich onderscheiden op grond van onder meer doelgroep, productkenmerken en beoogd gebruik door de koper, alsmede de vereiste kennis en knowhow aan de kant van de uitgever. 4 Daarnaast zijn er verschillende distributiekanalen voor de onderscheiden categorieën. De NMa ziet geen reden om in het onderhavige besluit af te wijken van deze eerdere onderverdeling. 13. Activiteiten van partijen overlappen op het gebied van het uitgeven van school- en studieboeken 5 en wetenschappelijke boeken. In onderhavig besluit zal geen onderscheid worden gemaakt tussen school- en studieboeken in folio en digitale leermiddelen. Digitale leermiddelen voor het basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs zijn, net als school- en studieboeken, werken die naar vorm en inhoud gericht zijn op informatieoverdracht waarvan het gebruik binnen het les- en studierooster door de betrokken onderwijsinstelling is voorgeschreven. Uitgeven van school- en studieboeken 2 Zie de beschikking van de Europese Commissie van 7 januari 2004 in de zaak COMP/M.2987 Largadere/Natexis/VUP, randnummer 194 en het besluit van 31 mei 2001 van de NMa in zaak/2415 Veen Uitgevers B.V. - Bosch&Keuning N.V., punt 25. Zie ook NMa, Schoolboekenscan 2006, pagina 8. 3 Zie de beschikking van de Europese Commissie van 7 januari 2004 in de zaak COMP/M.2987 Largadere/Natexis/VUP, reeds aangehaald, randnummer 194. In deze beschikking heeft de Commissie de markt voor het uitgeven van boeken overigens nog nader onderverdeeld;..each of the major categories of books constitutes a relevant prodcut market (i) general literature titles, (ii) children s books, (iii) art books, (iv) guides and manuals, (v) strip cartoons, (vi) educational books, (vii) academic and professional books.. Zie ook het besluit van 31 mei 2001 van de NMa in zaak/2415 Veen Uitgevers B.V. - Bosch&Keuning N.V., reeds aangehaald, punt Zie de beschikking van de Europese Commissie van 7 januari 2004 in de zaak COMP/M.2987 Largadere/Natexis/VUP, reeds aangehaald, randnummer , het besluit van 31 mei 2001 van de NMa in zaak/2415 Veen Uitgevers B.V. - Bosch&Keuning N.V., reeds aangehaald punt In de Wet op de vaste boekenprijs wordt de volgende definitie gehanteerd voor school- en studieboeken: een werk dat in vorm en inhoud gericht is op informatieoverdracht in onderwijsleersituaties in Basisonderwijs, (Voortgezet) Speciaal onderwijs, Voortgezet onderwijs en Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en waarvan het gebruik binnen het les- en studierooster door de betrokken onderwijsinstelling is voorgeschreven. (Zie artikel 1 D van de Wet op de Vaste boekenprijs.) De Europese Commissie heeft in haar beschikking in zaak COMP/M.2987 Largadere/Natexis/VUP, reeds aangehaald, randnummer 234, voor de Franse markt een vergelijkbare definitie gehanteerd voor school- en studieboeken. De NMa sluit zich aan bij de definitie van school- en studieboeken zoals die in de Wet op de vaste boekenprijs is gedefinieerd. 3 Openbare versie

4 14. Zoals reeds in een eerder NMa-besluit is aangegeven wordt de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken allereerst gekenmerkt door (i) haar doelgroep (ii) haar karakter als een business-to-business markt met een selectief distributiestelsel en (iii) het feit dat de uiteindelijke consument niet beslist over de keuze voor een bepaald boek. 6 Daarnaast heeft de uitgever in de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken een afwijkende rol ten opzichte van de uitgever in de markt voor het uitgeven van algemene boeken en wetenschappelijke boeken. Bij de totstandkoming van school- en studieboeken vindt er namelijk een intensieve interactie plaats tussen medewerkers van de uitgeverij en groepen van auteurs waarbij gezamenlijk wordt gewerkt aan de het didactisch beschikbaar maken van informatie en aansluiting van de inhoud op exameneisen In tegenstelling tot algemene en wetenschappelijke boeken is sinds 2005 de Wet op de vaste boekenprijs niet van toepassing op school- en studieboeken. Dit betekent dat educatieve uitgevers slechts adviesprijzen mogen hanteren en distributeurs en boekhandelaren zelf de verkoopprijs kunnen bepalen Een ander kenmerk van de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken is dat het aantal afnemers (in casu de leerlingen) aan het begin van elk schooljaar bekend is. De afnemers zijn grotendeels gebonden klanten vanwege de leerplicht. Educatieve uitgevers werken dan ook in een qua omvang stabiele markt Ook de invloed van de overheid, meer bepaald het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OC&W), op de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken is een onderscheidend kenmerk. Educatieve uitgevers dienen bij het ontwikkelen van school- en studieboeken rekening te houden met curriculumwijzigingen/onderwijsvernieuwingen zoals die door de overheid worden opgelegd Zie het besluit in zaak 2415/Veen Uitgevers B.V.- Bosch&Keuning N.V., reeds aangehaald, punt Zie het besluit in zaak 2415/Veen Uitgevers B.V.- Bosch&Keuning N.V., reeds aangehaald, punt 16. Met het uitgeven van school- en studieboeken wordt in onderhavig besluit ook verstaan het uitgeven/ontwikkelen van een (les)methode voor het basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs. Een (les) methode bestaat bijvoorbeeld uit een leerboek, werkboek, ondersteunende digitale leermiddelen en/of docentenmateriaal. 8 De NMa concludeerde in haar Schoolboekenscan uit 2006 dat het afschaffen van de vaste boekenprijs tot op dat moment niet had geleid tot een daling van de prijs van schoolboeken in het voortgezet onderwijs en dat educatieve uitgevers nog steeds bepalen tegen welke prijs zij een product op de markt zetten. Zie NMa, Schoolboekenscan 2006, reeds aangehaald, pagina Zie NMa, Schoolboekenscan 2006, reeds aangehaald, pagina 10. Dit blijkt eveneens uit door (markt)partijen verstrekte informatie in onderhavige zaak. 10 Zie NMa, Schoolboekenscan 2006, reeds aangehaald, pagina 15. OC&W schrijft geen lesmethodes voor maar enkel kerndoelen van het onderwijs. 4 Openbare versie

5 18. In een eerder besluit 11 is aangegeven dat binnen de markt voor school- en studieboeken mogelijk nadere productmarkten kunnen worden onderscheiden. In het hiernavolgende zal worden ingegaan op de dimensies waarlangs mogelijk nader onderscheid in de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken gemaakt kan worden, te weten opleidingsniveaus en vakgebied. 1. Onderscheid naar opleidingsniveau Opvatting van partijen 19. Partijen stellen dat er geen nader onderscheid naar opleidingsniveau gemaakt hoeft te worden binnen de markt voor school- en studieboeken. Volgens partijen zijn vrijwel alle educatieve uitgevers actief op elk opleidingsniveau en kenmerkt de markt zich door grote substitueerbaarheid aan de aanbodzijde. Partijen erkennen wel dat de ontwikkeltijd, risico s en kosten voor het uitgeven van school- en studieboeken per opleidingsniveau verschillen. Opvatting van marktpartijen 20. Reacties van marktpartijen indiceren dat op het gebied van het uitgeven van school- en studieboeken een nadere onderverdeling per opleidingsniveau mogelijk gerechtvaardigd kan worden. De volgende deelmarkten worden door marktpartijen onderscheiden: de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor (i) het basisonderwijs 12, (ii) het voortgezet onderwijs 13 en (iii) het beroepsonderwijs. 14 Deze onderverdeling sluit aan bij het onderscheid dat het Ministerie van OC&W hanteert voor het onderwijsstelsel De voornaamste onderscheidende elementen die volgens marktpartijen een nader onderscheid naar opleidingsniveau rechtvaardigen zijn verschillen tussen de opleidingsniveaus in 11 Zie het besluit in zaak 2415/Veen Uitgevers B.V.- Bosch&Keuning N.V., reeds aangehaald, punt 18. De Europese Commissie heeft in haar beschikking van 7 januari 2004 in de zaak COMP/M.2987 Lagardere/Natexis/VUP, reeds aangehaald, randnummer 253, geconcludeerd, dat er binnen de markt voor school- en studieboeken geen onderscheid dient te worden gemaakt naar opleidingsniveau. Deze beschikking zag op de Franse markt voor school- en studieboeken. 12 OC&W spreekt van het primair onderwijs. 13 Het voortgezet onderwijs bestaat uit het voorbereidend wetenschappelijk Onderwijs (VWO), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) en het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO). 14 Onder beroepsonderwijs wordt in het onderhavige besluit het middelbaar beroepsonderwijs (hierna: MBO) en volwasseneneducatie verstaan. Enkele marktpartijen hebben aangegeven dat het hoger beroepsonderwijs (hierna: HBO) mogelijk onder de markt voor school- en studieboeken valt. 15 Zie 5 Openbare versie

6 (1) de behoeften van afnemers en daarmee de vereiste kennis en knowhow waarover een uitgever moet beschikken, (2) het besluitvormingsproces dat leidt tot aankoop, (3) de wijze van financiering en (4) distributiekanalen. Hierna zal nader ingegaan worden op elk van deze elementen. 1.1 Behoefte van afnemers en de vereiste kennis en knowhow van uitgevers 22. Gesteld kan worden dat de kerntaak van educatieve uitgevers per opleidingsniveau vergelijkbaar is. Educatieve uitgevers nemen diensten af van auteurs en houden zich bezig met het ontwerp, de productie en de marketing van school- en studieboeken. De invulling die hieraan gegeven wordt door educatieve uitgever kan echter verschillen per opleidingsniveau aangezien aan de vraagzijde de school- en studieboeken per opleidingsniveau niet substitueerbaar zijn Marktpartijen hebben aangegeven dat in het basisonderwijs methodes worden ontwikkeld ten behoeve van leerkrachten die alle vakken doceren. Daarbij dient bij het ontwikkelen van school- en studieboeken voor het basisonderwijs veel additioneel materiaal voor de leerkracht ter ondersteuning van het leerproces toegevoegd te worden. In het voortgezet- en beroepsonderwijs worden school- en studieboeken ontwikkeld ten behoeve van vaksecties, waarvan de leraren uitsluitend een (of enkele) vak(ken) doceren. 24. In gevolge de verschillende behoeftes van afnemers verschillen de afschrijvingstermijnen voor school- en studieboeken per opleidingsniveau, waardoor uitgeverijen te maken hebben met een andere dynamiek per opleidingsniveau. In het voortgezet- en beroepsonderwijs geven marktpartijen aan dat er een afschrijvingstermijn van 3 à 4 jaar gebruikelijk is. In het basisonderwijs daarentegen is de gemiddelde afschrijvingstermijn 6 à 8 jaar Het besluitvormingsproces dat leidt tot aankoop 25. Marktpartijen merken op dat het besluitvormingsproces mogelijk per opleidingsniveau verschilt. 18 In het voortgezet- en beroepsonderwijs is het over het algemeen een vaksectie binnen een school die voor een bepaalde methode kiest, terwijl in het basisonderwijs de schoolteams beslissingen nemen over de school- en studieboeken. 16 Zie beschikking van de Europeses Commissie van 29 juli 2003 in de zaak COMP/ M.3197 Candover/ Cinven/ Bertelsmann- Springer, randnummer Een van de redenen die gegeven wordt voor de langere afschrijvingstermijn in het basisonderwijs is dat schoolboeken niet mee naar huis worden genomen en derhalve minder snel beschadigd zijn. 18 Zie het besluit in zaak 2415/Veen Uitgevers B.V.- Bosch&Keuning N.V., reeds aangehaald, punt Openbare versie

7 26. Marktpartijen hebben overigens aangegeven dat het leggen van contacten met scholen dan wel vaksecties en het onderhouden van deze contacten van groot belang is voor een educatieve uitgever om een methode tot een succes te maken. Enkele uitgevers die uitsluitend op een enkel opleidingsniveau actief zijn, hebben aangegeven dat om op een ander opleidingsniveau actief te worden het leggen van contacten met scholen van cruciaal belang is. Dit laatste is echter niet gemakkelijk en wordt dan ook gezien als een toetredingsdrempel om actief te worden op een ander opleidingsniveau. 1.3 Wijze van financiering 27. In het basisonderwijs financieren de scholen zelf de school- en studieboeken. Het budget voor de aanschaf van schoolboeken wordt vastgesteld door OC&W. In het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs schrijven de scholen de school- en studieboeken voor, maar zijn het de leerlingen dan wel ouders die uiteindelijk voor de leermiddelen betalen. Daarbij dient opgemerkt te worden dat in het voortgezet onderwijs, in tegenstelling tot het beroepsonderwijs, de leermiddelen over het algemeen worden verhuurd. 28. Enkele marktpartijen hebben opgemerkt dat scholen in het basisonderwijs mogelijk prijsbewuster zijn bij het inkopen van leermiddelen aangezien de scholen zelf, middels een budget van OC&W, voor de leermiddelen betalen. Vooralsnog staat binnen alle opleidingingsniveaus primair de kwaliteit en inhoud van een leermiddel voorop bij de keuze van een lesmethode. 29. Vanaf het schooljaar wordt in het voortgezet onderwijs de financiering van school- en studieboeken in de lumpsum van de scholen opgenomen. Concreet betekent dit dat de financiering van school- en studieboeken in het voortgezet onderwijs voor rekening van de school zelf zal komen, zoals nu het geval is in het basisonderwijs. Enkele marktpartijen hebben erop gewezen dat als gevolg van deze regeling in het voortgezet onderwijs school- en studieboeken prijsbewuster voorgeschreven zullen worden Distributiekanalen 30. Het grootste deel van de school- en studieboeken komt, ongeacht het opleidingsniveau, via de distributeur bij de eindgebruiker terecht. De manier van distribueren van leermiddelen 19 [Zie]* het DUO Market Research onderzoek, Docenten in het Voortgezet Onderwijs en de financiering van leermiddelen, (november 2007) p.7 dat in opdracht van de Groep Educatieve Uitgeverijen is uitgevoerd [ ]. * In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding in bandbreedtes. 7 Openbare versie

8 wordt door marktpartijen als een onderscheidend aspect gezien tussen de drie opleidingsniveaus. Op elk opleidingsniveau zijn verschillende distributeurs actief. Een enkele distributeur is zowel op het voortgezet- als het beroepsonderwijs actief. In het beroepsonderwijs, in tegenstelling tot het voortgezet onderwijs, 20 worden school- en studieboeken door leerlingen regelmatig rechtstreeks bij een boekhandel dan wel internetwinkel aangeschaft, zonder tussenkomst van een gespecialiseerde educatieve distributeur. 31. De distributeurs vervullen per opleidingsniveau bovendien een verschillende rol binnen de markt voor school- en studieboeken. Marktpartijen merken bijvoorbeeld op dat in het basisonderwijs de distributeur een adviserende rol omtrent schoolboeken heeft binnen de school. 21 In het voortgezet- en beroepsonderwijs hebben distributeurs geen adviserende rol in de inhoudelijke keuze van lesmethoden door docenten en scholen. Uitgevers in dit segment richten hun marketingactiviteiten rechtstreeks op docenten en scholen. 32. Een marktpartij merkt op dat het distribueren van leermiddelen in het beroepsonderwijs anders is dan in het voortgezet- en basisonderwijs aangezien in het beroepsonderwijs meerdere malen per schooljaar besteld wordt. In het voortgezet- en basisonderwijs is dit niet het geval, daar wordt uitsluitend eenmaal per jaar schoolboeken besteld. Conclusie onderscheid naar opleidingsniveau 33. Bovenstaande onderscheidende elementen wijzen erop dat er een mogelijk nader onderscheid gemaakt kan worden naar opleidingsniveau binnen de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken. 34. Er kan echter in het midden worden gelaten of er sprake is van aparte productmarkten voor het uitgeven van school- en studieboeken per opleidingsniveau aangezien het geen invloed heeft op de materiële beoordeling van onderhavige concentratie (zie punten 51 tot en met 90). 2. Onderscheid naar vakgebied Opvatting van partijen 35. Partijen stellen dat er geen nader onderscheid naar vakgebied gemaakt hoeft te worden. Volgens partijen zijn vrijwel alle educatieve uitgevers actief op elk vakgebied en de vakgebieden 20 In het voortgezet onderwijs worden school- en studieboeken over het algemeen verhuurd. De educatieve distributeurs in het voortgezet onderwijs zijn specialist in het verzorgen van boekenfondsen. Zie NMa, Schoolboekenscan 2006, p Marktpartijen merken overigens op dat de distributeur in het basisonderwijs niet uitsluitend schoolboeken levert, maar ook ondersteunend lesmateriaal. 8 Openbare versie

9 kenmerken zich door grote substitueerbaarheid aan de aanbodzijde. Daarbij merken partijen wel op dat de ontwikkeltijd, risico s en kosten voor het ontwikkelen van een methode per vakgebied kunnen verschillen. Door partijen is aangegeven de ontwikkeltijd van een school- of studieboek doorgaans synchroon loopt met het aantal leerjaren waarbinnen het boek gebruikt wordt. De NMa merkte in haar Schoolboekenscan reeds op dat er aangenomen kan worden dat er zeer uiteenlopende ontwikkelingskosten zijn per vak gelet op het aantal methodes dat er voor verschillende vakken bestaat. 22 Opvatting van marktpartijen 36. Een concurrent van partijen heeft aangegeven dat er een nader onderscheid naar vakgebied gemaakt zou kunnen worden, maar heeft hier geen onderbouwing voor gegeven. 37. De ontwikkeltijd en kosten voor een methode kunnen per vakgebied aanzienlijk verschillen. Marktpartijen hebben aangegeven dat het gemiddeld 3 à 4 jaar kan duren voordat een nieuwe methode is ontwikkeld. 38. Door marktpartijen werd wel opgemerkt dat het risico dat een investering in een nieuw ontwikkelde methode niet aanslaat per vak vergelijkbaar is. Het vervangingsmoment is het moment waarop een uitgever ervoor kan zorgen dat zijn methode zal worden gebruikt. Marktpartijen hebben opgemerkt dat scholen over het algemeen niet makkelijk switchen of overstappen op een andere methode en het derhalve moeilijk is voor een uitgever om zijn nieuwe methode te introduceren. Als een methode eenmaal aanslaat dan is een uitgever voor een paar jaar inkomsten gegarandeerd en hoeft hij geen verdere investeringen te doen. 23 Conclusie onderscheid naar vakgebied 39. Het ontwikkelen van een nieuwe methode kost over het algemeen meerdere jaren. Bovendien zijn hier over het algemeen aanzienlijke investeringen en risico s aan verbonden. De NMa merkte reeds in haar Schoolboekenscan van 2006 op dat gelet op het verschil in aantal methodes dat per vak aangeboden werd in het voortgezet onderwijs de ontwikkelkosten voor een methode per vakgebied mogelijk verschillen. 24 Uit het marktonderzoek blijkt de risico s die verbonden zijn met het introduceren van een nieuwe methode per vak vergelijkbaar zijn. 40. Er kan echter in het midden worden gelaten of er sprake is van aparte relevante productmarkten voor het uitgeven van school- en studieboeken per vakgebied binnen een 22 Zie NMa, Schoolboekenscan 2006, reeds aangehaald, p Een concurrent spreekt van locked in wanneer een methode aanslaat bij een school dan wel vaksectie. 24 Zie NMa, Schoolboekenscan 2006, reeds aangehaald, p Openbare versie

10 opleidingsniveau aangezien het geen invloed heeft op de materiële beoordeling van onderhavige concentratie (zie punten 51 tot en met 90). Uitgeven van wetenschappelijke boeken 41. De markt voor het uitgeven van wetenschappelijke boeken wordt gezien als een businessto-business markt die gekenmerkt wordt door exclusieve distributie en waar de consument beslist tot aankoop of niet. 25 De NMa heeft in haar Schoolboekenscan van 2006 aangegeven dat onder wetenschappelijke boeken wordt verstaan boeken die bestemd zijn voor het hoger beroepsonderwijs (hierna: HBO), het wetenschappelijk onderwijs en de professionele markt. 42. Het uitgeven van studieboeken voor het HBO onderscheidt zich onder meer van de markt voor het uitgeven van school- en studieboeken doordat op deze boeken, net als op alle wetenschappelijke boeken, de vaste boekenprijs van toepassing is. Een enkele marktpartij heeft daarnaast aangegeven dat studieboeken voor het HBO voornamelijk in het Engels worden uitgegeven en er derhalve ook andere uitgevers binnen deze mogelijke markt actief zijn in vergelijking met de markt voor school- en studieboeken. 43. Hoewel enkele marktpartijen hebben aangegeven dat het uitgeven van studieboeken voor het HBO mogelijk tot de markt voor school- en studieboeken behoort, zal in onderhavig besluit het uitgeven van studieboeken voor het HBO worden beschouwd als onderdeel van de markt voor het uitgeven van wetenschappelijke boeken. Of het uitgeven van studieboeken voor het HBO een aparte relevante markt binnen de markt voor wetenschappelijke boeken is kan in het onderhavige besluit in het midden worden gelaten aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 91 tot en met 92). Tevens kan in het midden worden gelaten of binnen de mogelijke markt voor het uitgeven van studieboeken voor het HBO een onderscheid moet worden gemaakt naar relevante markten per vakgebied, aangezien de materiële beoordeling hierdoor eveneens niet wordt beïnvloed (zie punten 91 tot en met 92). Rel evant e geogr af ische mar kt [en] 44. In navolging van een eerdere beschikking van de Europese Commissie en in de NMa Schoolboekenscan kan de markt voor school- en studieboeken als nationaal beschouwd worden, 25 Zie het besluit in zaak 2415/Veen Uitgevers B.V.- Bosch&Keuning N.V., reeds aangehaald, punt Openbare versie

11 mede vanwege de taalbarrières tussen de lidstaten en de uiteenlopende onderwijsmethoden in de diverse lidstaten In navolging van een eerder besluit van de NMa 27 kan de markt voor wetenschappelijke boeken mogelijk nationaal dan wel ruimer dan nationaal zijn. Of voor de beoordeling van onderhavige concentratie de relevante geografische markt voor wetenschappelijke boeken nationaal of ruimer is, kan in het onderhavige geval in het midden blijven, aangezien de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 91 tot en met 92). B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE Unil at er al e ef f ect en Het uitgeven van school- en studieboeken 46. De totale Nederlandse markt voor het uitgeven van school- en studieboeken had in 2007 een omvang van circa EUR 317 miljoen. Deze markomvang is gebaseerd op cijfers uit onderzoek van TNS NIPO (hierna: SVS-onderzoek 28 ) voor alle opleidingsniveaus (basis-, voortgezet-, en beroepsonderwijs). 47. Niet alle educatieve uitgeverijen participeren in het SVS-onderzoek. 29 Uit het marktonderzoek is naar voren gekomen dat de cijfers uit het SVS-onderzoek ongeveer 80-85% van de totale markt voor het uitgeven van school- en studieboeken weergeven. De werkelijke marktomvang is dus groter. Partijen hebben naast het SVS-onderzoek ook het DUOgebruikersonderzoek 30 voor het basisonderwijs en de BME-boekenlijstanalyses voor het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs 31 overlegd. In het DUO-gebruikersonderzoek en de 26 Zie beschikking van de Europese Commissie van 7 januari 2004 in de zaak COMP/M.2987 Largadere/Natexis/VUP, reeds aangehaald, randnummer Zie ook De NMa, Schoolboekenscan 2006, pagina Zie het besluit van 18 januari 2001 in zaak/2280 Thomson Harcourt General Inc., punt De afkorting SVS staat voor School Vak Soort Materiaal. 29 Het SVS-onderzoek over 2007 is gebaseerd op de omzet gegevens van 11 educatieve uitgeverijen (sommige van deze uitgeverijen maken deel uit van dezelfde groep, zoals NijghVersluys en Bekadidact beide onderdeel van NDC). 30 Dit onderzoek (voor het schooljaar ) wordt uitgevoerd door DUO Market Research. In dit onderzoek worden gebruikersaandelen per vakgebied weergegeven. In het onderhavige besluit wordt met het gebruikersaandeel op basis van het DUO-gebruikersonderzoek aangegeven hoeveel scholen een methode van een bepaalde uitgeverij afnemen in vergelijking met het totaal aantal scholen dat boeken voor het betreffende vak afneemt. 31 De BME-boekenlijstanalyses (voor het schooljaar ) worden in opdracht van educatieve uitgeverijen uitgevoerd door Bureau Marktonderzoek voor de Educatieve Sector (BME). De onderzoeken zijn gebaseerd op boekenlijsten/studiegidsen. Voor het voortgezet onderwijs geeft het gebruikersaandeel aan hoe vaak de methoden van 11 Openbare versie

12 BME-boekenlijstanalyses worden ook school- en studieboeken meegenomen die worden uitgegeven door uitgeverijen die niet in het SVS-onderzoek participeren. 48. In de markt voor school- en studieboeken zijn na de voorgenomen concentratie drie grote spelers actief, die op alle opleidingsniveaus (basis- voortgezet-, en beroepsonderwijs) activiteiten hebben. Partijen hebben op basis van omzetcijfers een gezamenlijk marktaandeel van circa [20-30]% (NDC [10-20]%, TM [10-20]%) op voornoemde markt. 32 Noordhoff blijft ook na de voorgenomen concentratie marktleider (met een geschat marktaandeel dat licht hoger is dan dat van partijen gezamenlijk, circa [30-40]% 33 ). Malmberg is na de voorgenomen concentratie de derde partij op de totale markt voor het uitgeven van school en studieboeken (met een marktaandeel van circa [20-30]% 34 ). Uitgeverij Zwijsen is enkel in het basisonderwijs actief en heeft op de totale markt voor school- en studieboeken een marktaandeel van circa [0-10]% 35. Naast deze grote spelers zijn vele kleinere educatieve uitgeverijen actief (bijvoorbeeld Edu actief, Angerenstein en BSL). Deze kleinere uitgeverijen zijn in veel gevallen actief op een enkel opleidingsniveau en/of vakgebied. 49. De marktaandelen van de grootste uitgeverijen zijn de afgelopen jaren stabiel gebleken. Er zijn geen nieuwe grote spelers toegetreden die evenals de vier grootste spelers voor alle opleidingsniveaus en vrijwel alle vakgebieden school- en studieboeken aanbieden. 50. School- en studieboeken worden veelal aan eindgebruikers (scholen of leerlingen) geleverd via distributeurs/schoolboekenhandels. 36 In het voortgezet onderwijs hebben twee distributeurs een gezamenlijk marktaandeel van meer dan 60%. 37 In het basisonderwijs hebben drie distributeurs een groot gedeelte van de markt in handen. Uit het marktonderzoek in onderhavige zaak is duidelijk geworden dat één distributeur een sterke positie heeft op het gebied van distributie in het middelbaar beroepsonderwijs. Uit het marktonderzoek is echter gebleken dat deze distributeurs maar in zeer beperkte mate over afnemersmacht beschikken. Scholen zijn een uitgeverij (binnen een vakgebied) voorkomen op een boekenlijst ten opzicht van het totaal aantal boekenlijsten waarop boeken voorkomen voor dat vakgebied. Voor het MBO wordt op basis van de boekenlijsten de omzetten per uitgeverij geschat. 32 Marktaandelen van partijen zijn gebaseerd op het SVS-onderzoek. Uit het marktonderzoek is naar voren gekomen dat er geen reden is om aan te nemen dat de marktaandelen op basis van afzetcijfers significant zullen afwijken van de marktaandelen op basis van omzetcijfers. 33 Eigen berekening op basis van door marktpartijen aangeleverde informatie en het SVS-onderzoek. 34 Eigen berekening op basis van door marktpartijen aangeleverde informatie en het SVS-onderzoek. 35 Eigen berekening op basis van door marktpartijen aangeleverde informatie en het SVS-onderzoek. 36 Uit het marktonderzoek in onderhave zaak is gebleken dat directe levering van school- en studieboeken van uitgeverijen aan eindgebruikers op alle opleidingsniveaus zeer beperkt is. 37 Zie NMa, Schoolboekenscan 2006, reeds aangehaald, p Openbare versie

13 autonoom in hun keuze voor een lesmethode. De distributeurs kunnen deze keuze maar in beperkte mate beïnvloeden (zie ook punt 31). Distributeurs moeten scholen kunnen beleveren en kunnen het zich derhalve niet permitteren om een bepaalde methode niet te kunnen aanbieden. Onderscheid naar opleidingsniveau en vakgebied 51. Zoals aangegeven in punten 19 tot en met 34 kan binnen de markt voor school- en studieboeken een mogelijk onderscheid worden gemaakt naar opleidingsniveau. Daarnaast kan binnen de (mogelijke) markten voor school- en studieboeken per opleidingsniveau mogelijk een nader onderscheid worden gemaakt naar vakgebieden (zie punten 35 tot en met 40). 52. In het navolgende wordt uiteengezet dat het niet aannemelijk is dat als gevolg van de concentratie de mededinging op de mogelijke markten per opleidingsniveau voor het uitgeven van school- en studieboeken significant zal worden beperkt als gevolg van de concentratie (zie punten 56 tot en met 90). 53. Hoewel partijen op sommige vakgebieden een sterke positie zullen verwerven is het niet aannemelijk dat als gevolg van de concentratie de mededinging op de mogelijke markten voor het uitgeven van school en studieboeken significant wordt beperkt. Spelers die al in het specifieke vakgebied aanwezig zijn, en/of de dreiging van toetreding door andere spelers, en/of een dreiging van een afname van de vraag naar school- en studieboeken zorgt ervoor dat de mededinging niet significant beperkt wordt als gevolg van deze concentratie (zie punten 56 tot en met 90). 54. De grote concurrenten van partijen (Noordhoff en Malmberg) zijn reeds binnen alle opleidingsniveaus actief en beschikken als gevolg reeds over (een aantal van) de benodigde contacten (o.a. met distributeurs en scholen). 38 Zij kunnen dus eenvoudiger toetreden tot een bepaald vakgebied dan een nieuwe uitgever die nog niet binnen een opleidingsniveau actief is. 55. In het navolgende wordt ingegaan op de mogelijke markten per opleidingsniveau. Daarbinnen worden de mogelijke markten per vakgebied (binnen een opleidingsniveau) besproken indien de activiteiten van partijen overlappen en het marktaandeel van partijen gezamenlijk hoger is dan 40%. 39 (1) Uitgeven van school- en studieboeken voor het basisonderwijs 38 In het basisonderwijs geldt eveneens dat Zwijsen een grote concurrent van partijen is (zie punt 56). 39 De marktaandelen per vakgebied zijn voor het basis- en het voortgezet onderwijs gebaseerd op het SVS-onderzoek, voor het beroepsonderwijs zijn de marktaandelen per vakgebied gebaseerd op de BME-boekenlijstanalyse. 13 Openbare versie

14 56. De (mogelijke) Nederlandse markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het basisonderwijs had in 2007 een omvang van circa EUR 84 miljoen. 40 Op basis van omzet hebben partijen op deze mogelijke markt een gezamenlijk marktaandeel van circa [10-20]% (NDC [0-10]%, TM [10-20]%). 41 Malmberg is de grootste uitgeverij in het basisonderwijs met een marktaandeel van circa [30-40]% 42. Zwijsen, enkel actief in het basisonderwijs, heeft op deze mogelijke markt een marktaandeel van circa [20-30]%. Noordhoff is na de voorgenomen concentratie de vierde partij met een marktaandeel van circa [20-30]%. Gelet op de marktaandelen van partijen en van hun belangrijkste concurrenten, blijft er binnen de (mogelijke) Nederlandse markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het basisonderwijs voldoende concurrentiedruk aanwezig. Het is dan ook niet aannemelijk dat de mededinging op deze (mogelijke) markt als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. 57. Hieronder wordt nader ingegaan op de mogelijke markten per vakgebied, binnen de mogelijke markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het basisonderwijs, waarop de activiteiten van partijen overlappen en het marktaandeel van partijen gezamenlijk hoger is dan 40%. 43 Het betreft hier de vakgebieden (a) Engels en (b) kunstzinnige vorming. (1a) Uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied Engels in het basisonderwijs 58. Partijen hebben, op basis van gegevens uit het SVS-onderzoek, gezamenlijk een marktaandeel van circa [40-50]% (NDC [30-40]%, TM [10-20]%)op de mogelijke markt voor het uitgeven van schoolen studieboeken voor het vakgebied Engels in het basisonderwijs. 44 Malmberg en Noordhoff zijn reeds actief binnen dit segment en hebben een gebruikersaandeel van respectievelijk circa [20-30]% en [10-20]%. 45 Verder zou toetreding aantrekkelijk kunnen zijn, omdat de markt voor school- en studieboeken 40 Gebaseerd op het SVS-onderzoek. 41 Gebaseerd op het SVS-onderzoek. 42 Marktaandelen van concurrenten van partijen in het basisonderwijs zijn gebaseerd op een berekening van partijen op basis van het SVS-onderzoek. Door marktpartijen overlegde cijfers wijken hiervan nauwelijks af. 43 Gebaseerd op het SVS-onderzoek. Volgens het SVS-onderzoek hebben partijen een gezamenlijk marktaandeel van circa [50-60]% op het mogelijke vakgebied vrij lezen in het basisonderwijs. Op deze mogelijke markt zal in het onderhavige besluit echter niet nader worden ingegaan. De (mogelijke) markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied vrij lezen heeft een beperkte omvang van circa EUR (circa 0,2% van de mogelijke markt voor schoolen studieboeken voor het basisonderwijs). Partijen hebben op de mogelijke markt voor het vakgebied lezen in het basisonderwijs een gezamenlijk marktaandeel hebben van circa [10-20]%. 44 Deze marktaandelen worden bevestigd door het DUO-gebruikersonderzoek. 45 Marktaandelen gebaseerd op het DUO-gebruikersonderzoek. 14 Openbare versie

15 voor Engels in het basisonderwijs mogelijk verder zal groeien. 46 Gelet op het voorgaande, is het niet aannemelijk dat de mededinging op deze (mogelijke) markt als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. (1b) Uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied kunstzinnige vorming in het basisonderwijs 59. Partijen zijn, op basis van het SVS-onderzoek, gezamenlijk de enige aanbieder op de mogelijke markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied kunstzinnige vorming in het basisonderwijs. 60. Hierbij dient vooreerst opgemerkt te worden dat de concurrentieverhoudingen binnen deze mogelijke markt nauwelijks veranderen als gevolg van de concentratie. TM heeft volgens de gegevens uit het SVS-onderzoek al een marktaandeel van [90-100]% op dit segment. 61. Daarbij komt nog dat binnen deze mogelijke markt partijen actief zijn die niet deelnemen aan het SVS-onderzoek, zoals blijkt uit het DUO-gebruikersonderzoek voor het vakgebied expressie. 47 Deze overige spelers hebben volgens het DUO-gebruikersonderzoek een gebruikersaandeel van ongeveer [10-20%]% (TM [80-90]%, NDC [niet actief]). 62. Verder gebruikte volgens het DUO-gebruikersonderzoek ongeveer 30% van de scholen in 2007 geen methode voor het vakgebied expressie. Indien de prijzen voor methoden op het gebied van kunstzinnige vorming door partijen worden verhoogd (of de kwaliteit verlaagd) bestaat er als gevolg naar alle waarschijnlijkheid voor scholen eveneens de reële mogelijkheid om het vak kunstzinnige vorming/expressie te doceren zonder methode. 63. Voorts zouden de grote concurrenten van partijen in het basisonderwijs in de toekomst in dit vakgebied actief kunnen worden (zie punt 54). 64. Tenslotte is de mogelijke markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied kunstzinnige vorming zeer beperkt van omvang in vergelijking met de gehele mogelijke markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het basisonderwijs (0,6% van de gehele markt voor school- en studieboeken voor het basisonderwijs). 46 Recentelijk heeft de Onderwijsraad geadviseerd vroeger te beginnen met het doceren van Engels in het basisonderwijs (zie Uit het DUO-gebruikersonderzoek blijkt dat het percentage van de onderzochte scholen dat geen boeken afnam voor het vakgebied Engels in groep 5/6 is afgenomen van 92% in 2006 naar 82% in Zoals aangegeven in punt 47 vertegenwoordigt het SVS-onderzoek niet de gehele markt. 15 Openbare versie

16 65. Gelet op het voorgaande is niet aannemelijk dat de mededinging op de mogelijke markt voor het uitgeven school- en studieboeken voor het vakgebied kunstzinnige vorming in het basisonderwijs als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. (2) Uitgeven van school- en studieboeken voor het voortgezet onderwijs 66. De mogelijke Nederlandse markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor voorgezet onderwijs had in 2007 een omvang van circa EUR 175 miljoen. 48 Op basis van omzet hebben partijen op deze mogelijke markt een gezamenlijk marktaandeel van circa [30-40]% (NDC [0-10]%, TM [20-30]%). 49 Noordhoff blijft ook na de voorgenomen concentratie de grootste uitgeverij in het voorgezet onderwijs met een marktaandeel van circa [30-40]%. 50 Malmberg is na de concentratie de derde partij met een marktaandeel van circa [20-30]%. 67. Uit het marktonderzoek is naar voren gekomen dat binnen de markt voor school- en studieboeken (in zijn geheel) steeds meer gebruik wordt gemaakt van digitaal lesmateriaal. Hoewel een marktpartij heeft aangegeven dat investeringen voor het ontwikkelen van digitaal materiaal vergelijkbaar zijn met investeringen voor het ontwikkelen van meer traditionele schoolen studieboeken, zijn enkele nieuwe spelers actief geworden binnen de markt voor school- en studieboeken voor het voortgezet onderwijs met het uitgeven van digitaal lesmateriaal (bijvoorbeeld Visiria en Iddink). Echter, de marktaandelen van de grootste uitgeverijen in het voortgezet onderwijs zijn de afgelopen jaren stabiel gebleven. 68. Er kan concurrentiedruk uitgaan van door scholen zelf ontwikkelde lesmateriaal. Uit onderzoek 51 komt naar voren dat ongeveer de helft van de docenten in het voortgezet onderwijs momenteel gebruik maakt van zelf ontwikkelde leermiddelen (veelal als aanvulling op een reguliere methode 52 ). Circa 10% van de docenten in het voortgezet onderwijs geeft aan op dit moment gebruik te maken van een (volledig) zelf ontwikkelde methode. Een concurrent van partijen heeft in het marktonderzoek in onderhavige zaak aangegeven concurrentiedruk te ervaren van door scholen zelf ontwikkeld materiaal. Andere concurrenten van partijen geven echter aan nauwelijks concurrentiedruk te ervaren van door scholen zelf ontwikkeld materiaal. 48 Gebaseerd op het SVS-onderzoek. 49 Gebaseerd op het SVS-onderzoek. 50 Marktaandelen van concurrenten van partijen in het voortgezet onderwijs zijn gebaseerd op een berekening van partijen op basis van het SVS-onderzoek. Door marktpartijen overlegde cijfers wijken hiervan nauwelijks af. 51 Zie DUO Market Research, Docenten in het voortgezet onderwijs en de financiering van leermiddelen, Een methode bestaat bijvoorbeeld uit een leerboek, werkboek, ondersteunende digitale leermiddelen en/of docentenmateriaal. 16 Openbare versie

17 69. Uit eerder onderzoek van de NMa is gebleken dat de (mogelijke) markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het voortgezet onderwijs gekenmerkt wordt door een gebrek aan prijsprikkels. 53 Zoals aangegeven in punt 27 ligt de inhoudelijke keuze voor een methode veelal bij scholen/onderwijsinstellingen, terwijl leerlingen/ouders de school- en studieboeken betalen. Uit het marktonderzoek in onderhavige zaak is naar voren gekomen dat kwaliteit/inhoud 54 de meest belangrijke factor is voor scholen bij het maken van een keuze voor een lesmethode. Marktpartijen geven echter eveneens aan dat de prijs een steeds belangrijkere rol is gaan spelen bij de keuze van scholen. De verwachting van enkele marktpartijen is dat de introductie van de lump sum financiering in het voorgezet onderwijs ervoor zal zorgen dat de prijs nog verder aan belang zal winnen bij de keuze van een lesmethode in het voorgezet onderwijs en mogelijk tot een toename in het ontwikkelen van eigen lesmethodes. 70. Gelet op het voorgaande is het niet aannemelijk dat de mededinging op de mogelijke markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor voorgezet onderwijs als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. 71. Hieronder wordt nader ingegaan op de mogelijke markten per vakgebied, binnen de mogelijke markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het voortgezet onderwijs, waarop de activiteiten van partijen overlappen en het marktaandeel van partijen gezamenlijk hoger is dan 40%. 55 Het betreft hier de vakgebieden (a) Engels, (b) natuurkunde, (c) muziek, (d) Frans, (e) zorg en welzijn (f) levensbeschouwing en (g) management en organisatie. (2a) Uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied Engels in het voortgezet onderwijs 72. Partijen hebben, op basis van gegevens uit het SVS-onderzoek, gezamenlijk een marktaandeel van circa [40-50]% (NDC [0-10]%, TM [30-40]%) op de mogelijke markt voor het uitgeven van schoolen studieboeken voor het vakgebied Engels in het voorgezet onderwijs. 56 Ook Noordhoff heeft binnen deze (mogelijke) markt een sterke positie en Malmberg is eveneens actief. 57 Bovendien is de toevoeging van NDC aan de positie van TM beperkt. Hieruit volgt dat het niet aannemelijk is dat de mededinging op deze (mogelijke) markt als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. (2b) Uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied natuurkunde in het voortgezet onderwijs 53 Zie NMa, Schoolboekenscan 2006, reeds aangehaald, p Hiertoe worden eveneens (aanvullend) digitaal lesmateriaal gerekend. 55 Gebaseerd op het SVS-onderzoek. 56 De gebruikersaandelen uit de BME-boekenlijstanalyse wijken niet significant af van cijfers uit het SVS-onderzoek. 57 Volgens gegevens uit de BME-boekenlijstanalyse heeft Noordhoff in alle leerjaren, met uitzondering van de bovenbouw van het Havo en het VWO, een grotere positie dan partijen gezamenlijk. 17 Openbare versie

18 73. Partijen hebben, op basis van gegevens uit het SVS-onderzoek, gezamenlijk een marktaandeel van circa [40-50]% (NDC [20-30]%, TM [10-20]%) op de mogelijke markt voor het uitgeven van schoolen studieboeken voor het vakgebied natuurkunde in het voorgezet onderwijs. Ook Noordhoff en Malmberg zijn volgens de BME-boekenlijstanalyse binnen deze mogelijke markt actief, waarbij Noordhoff een stevige positie heeft (circa [30-40]% gebruikersaandeel volgens de BMEboekenlijstanalyse). Daarnaast geven partijen aan dat de daadwerkelijke overlap van activiteiten op deze mogelijke markt beperkt is (NDC is voornamelijk actief in de bovenbouw, TM in de onderbouw). 58 Gelet op het voorgaande is het dan ook niet aannemelijk dat de mededinging op deze (mogelijke) markt als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. (2c) Uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied muziek in het voortgezet onderwijs 74. Partijen hebben, op basis van gegevens uit het SVS-onderzoek, gezamenlijk een marktaandeel van circa [40-50]% (NDC [0-10]%, TM [40-50]%) op de mogelijke markt voor het uitgeven van schoolen studieboeken voor het vakgebied muziek in het voorgezet onderwijs. Noordhoff heeft volgens de BME-boekenlijstanalyse in alle leerjaren een sterkere positie dan partijen gezamenlijk. Ook Malmberg is binnen deze mogelijke markt (beperkt) actief. 59 Gelet op het voorgaande is het dan ook niet aannemelijk dat de mededinging op deze (mogelijke) markt als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. (2d) Uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied Frans in het voortgezet onderwijs 75. Partijen hebben, volgens gegevens uit het SVS-onderzoek, gezamenlijk een marktaandeel van circa [50-60]% (NDC [0-10]%, TM [40-50]%) op de mogelijke markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied Frans in het voorgezet onderwijs. Ook Noordhoff en Malmberg zijn volgens de BME-boekenlijstanalyse binnen deze mogelijke markt actief (Noordhoff circa [30-40]% gebruikersaandeel, Malmberg circa [20-30]%). Daarnaast blijkt uit de BME-boekenlijstanalyse dat het marktaandeel van NDC op deze mogelijke markt de afgelopen jaren significant is afgenomen. 60 Gelet 58 Dit wordt grotendeels bevestigd door gegevens uit de BME-boekenlijstanalyse. 59 Hoewel partijen aangeven dat het vakgebied muziek bij uitstek een vak is waar veel methodes gebruikt worden van uitgeverijen die niet in het SVS-onderzoek participeren, hebben deze uitgeverijen volgens de BME-boekenlijstanalyse geen marktaandeel. Wel is het aantal boekenlijsten van leerjaar 1 waarop boeken voor het vakgebied muziek voorkomen in de BME-boekenlijstanalyse circa 40% kleiner dan het aantal boekenlijsten waarop boeken voorkomen voor Nederlands en Engels. Dit laatste kan erop wijzen dat scholen de mogelijkheid hebben om het vak muziek te doceren zonder school- en studieboeken die ontwikkeld zijn door een educatieve uitgever. 60 Het gebruikersaandeel is volgende de BME-boekenlijstanalyse tussen de [0-10]% en [10-20]% gedaald, afhankelijk van het leerjaar. 18 Openbare versie

19 op het voorgaande is het niet aannemelijk dat de mededinging op deze (mogelijke) markt als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. (2e) Uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied zorg en welzijn in het voortgezet onderwijs 76. Partijen hebben, volgens gegevens uit het SVS-onderzoek, gezamenlijk een marktaandeel van circa [50-60]% (NDC [20-30]%, TM [30-40]%) op de mogelijke markt voor het uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied zorg en welzijn (VMBO) in het voorgezet onderwijs. Edu Actief biedt eveneens een methode voor het betreffende vakgebied aan. Noordhoff en Malberg zijn volgens de BME-boekenlijstanalyse reeds actief binnen het vakgebied verzorging. 61 De grote concurrenten van partijen zouden in de toekomst in het vakgebied zorg en welzijn voor het VMBO actief kunnen worden (zie punt 54). Daarnaast geldt dat het vakgebied zorg en welzijn voor het VMBO in omvang een beperkte markt is (EUR 1,9 miljoen volgens SVS-cijfers, circa 1% van de totale markt voor school- en studieboeken voor het voortgezet onderwijs). Het is dan ook niet aannemelijk dat de mededinging op deze (mogelijke) markt als gevolg van de concentratie significant zal worden beperkt. (2f) Uitgeven van school- en studieboeken voor het vakgebied levensbeschouwing in het voortgezet onderwijs 77. Partijen hebben, volgens gegevens uit het SVS-onderzoek, gezamenlijk een marktaandeel van circa [90-100]% (NDC [80-90]%, TM [10-20]%) op de mogelijke markt voor het uitgeven van schoolen studieboeken voor het vakgebied levensbeschouwing in het voorgezet onderwijs. Er zijn binnen deze mogelijke markt partijen actief die niet deelnemen aan het SVS-onderzoek, zoals blijkt uit de BME-boekenlijstanalyse voor het vakgebied godsdienst. Circa 1/3 e van deze mogelijke markt is volgens de BME-boekenlijstanalyse in handen van dergelijke spelers, waarvan Damon de grootste is. Uit gegevens van een markpartij blijkt eveneens dat Damon een belangrijke speler is binnen het vakgebied levensbeschouwing en dat meer dan 10 uitgeverijen in totaal actief zijn in dit vakgebied. 62 De grote concurrenten van partijen zouden in de toekomst in dit vakgebied actief kunnen worden (zie punt 54). 78. Mogelijk gebruiken niet alle scholen een methode voor het doceren van levenschouwing/godsdienst. 63 Bovendien geven partijen aan dat NDC en TM geen substitueerbare 61 Er is geen BME-boekenlijstanalyse voor het vakgebied zorg&welzijn voor het VMBO. 62 Volgens deze gegevens van een markpartij is het marktaandeel van Damon maar licht kleiner dan dat van partijen gezamenlijk. 63 Het aantal boekenlijsten van leerjaar 1 waarop boeken voor het vak godsdienst voorkomen in de BME-boekenlijstanalyse is circa 50% kleiner dan het aantal boekenlijsten waarop boeken voorkomen voor Nederlands en Engels. Dit kan erop 19 Openbare versie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 4666 / 4 Betreft zaak: 4666

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5649/ 7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3903/21 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4660/9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4143/14 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3885 / 20 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 5617 / 11.BT265

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4072 / 11 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2280/Thomson - Harcourt General Inc. I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5684 / 4 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5691 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5162/9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1541/11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3747 / 18 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4251 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3683 / 13 Betreft zaak: Com-Wonen

Nadere informatie

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 3108/ 14 Betreft zaak: 3108/Gilde - RTD I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6347 / 11 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6032 / 17 Betreft zaak: 6032/Stork

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet. Nummer 3549 / 15 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2984/7.B319 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5768/6 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 5881 / 7 Betreft zaak: 5881/Arcelor

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6240 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3392/15 Betreft zaak: 3392/

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5945/7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft: 850 / Amstrong - DLW 1. Op 24

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3754 / 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4077/22 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1566/ 10 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5518/ 16 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6255 / 20 Betreft zaak: 6255/De

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2147/ Omnigraph - Blikman & Sartorius I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3799/ 9 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5688 / 13 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2064 / Kamps - Schothuis I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1880/Tulip Computers - 2L International I.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1260/SEI Benelux - Malchus Beheer I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 4667/7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1069/Low & Bonar-Waddington

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4243 / 23 Betreft zaak: 4243/Achmea

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3833 / 15 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5923/23 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3237/10 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1677/CRH-Monoliet I. MELDING 1. Op 3 december

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2626/Yamaha Motor Europe - Motori Minarelli

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer /2949 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3620/21 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5743/4 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2697/Debitel - Talkline I. MELDING 1. Op 18

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1820/ Kamps - Quality Bakers I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1169-9812.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1169: Deutsche Babcock - Steinmüller

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5192 / 7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3701 / 33 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1705/Strukton - Colijn I. MELDING 1. Op 24 december

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1807/ Computer Associates Int. - Sterling Software

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 1589/4 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1848/ABN AMRO Bouwfonds - Proverko I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1257 / Airtours - Traveltrend I. MELDING 1.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Zaaknummer 1790/ ENCI - Beamix Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. I. MELDING 1. Op 11 februari

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1415/ Watco - Cleanaway I. MELDING 1. Op 19

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1711/Rijnmond-Levob I. MELDING 1. Op 3 januari

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6027/12 Betreft zaak: 6027/Bage

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1872/Dura Vermeer - Proverko I. MELDING 1.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1768/NIB Capital - Alpinvest I. MELDING 1.

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2647/Thermo King - Grenco I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1159: Brouwer - Neroc I. MELDING 1. Op 10 december

Nadere informatie

Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V.

Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V. Besluit Euroma/ Intertaste Ons kenmerk : ACM/UIT/448952 Zaaknummer : ACM/17/024889 Datum : 22 januari 2018 Goedkeuring van de concentratie tussen Euroma Holding B.V. en Clearwood Investment B.V. Muzenstraat

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2351/CSS - Landis I. MELDING 1. Op 12 februari

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1271/Hillsdown - Jonker Fris I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3496 / Betreft zaak: Patrimonium

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2445/Dura Vermeer - Hazag I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1909/AIR Holdings - Stern Beheer I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2114/ Etos - Boots Stores I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft zaak: 2348/PontEecen - Houthandel Vries I. MELDING

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer 2281/ISS Europe - Randstad Holding I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5470/20 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1160/ Pon - Achterveld-Cebeco-Agrivor

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Zaaknummer 1716/Charles Andr-Gentenaar I. MELDING 1. Op 6 januari 2000

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Betreft zaak: 2029/Rodamco - Amvest I. MELDING 1. Op 27

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2426/Deli Universal - Gouderak I. MELDING 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet. Nummer 4120/23 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 2535/5 Betreft

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2164/ Royal Nederland - AXA Schade I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3011/12 / Betreft zaak: 3011/

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2656/PinkRoccade - Commit Information Systems

Nadere informatie

Betreft zaak: 1603/ Coperatie Cehave - Coperatie Landbouwbelang

Betreft zaak: 1603/ Coperatie Cehave - Coperatie Landbouwbelang BESLUIT Nummer 1603/23 Betreft zaak: 1603/ Coperatie Cehave - Coperatie Landbouwbelang Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1340 / Airtours - Marysol I. MELDING 1. Op

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2218/ Hofka + Sampermans - Stoof I. MELDING

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1139/CSS-CCN I. MELDING 1. Op 10 november 1998

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BARE VERSIE BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 955/Rofisco - Merkx - Roelofsen -

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 2967 / 11.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1439/Duni De Ster Nummer: 1439/27 I. MELDING

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3827/7 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 6842 / 81 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1267 / Danisco - Sidlaw I. MELDING 1. Op 5

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer: 795 / Lanier - Agfa-Gevaert 1.

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5931 / 24 Betreft

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3677/8 Betreft

Nadere informatie