PROJECT MOHOST MODEL OF HUMAN OCCUPATION SCREENING TOOL. September 2007 In opdracht van het Expertise Centrum Ergotherapie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROJECT MOHOST MODEL OF HUMAN OCCUPATION SCREENING TOOL. September 2007 In opdracht van het Expertise Centrum Ergotherapie"

Transcriptie

1 PROJECT MOHOST MODEL OF HUMAN OCCUPATION SCREENING TOOL Marian Wortman Junioradviseur Inge Vromen Senioradviseur Eric Tigchelaar Senioradviseur September 2007 In opdracht van het Expertise Centrum Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam, opleiding Ergotherapie

2 PROJECT MOHOST MODEL OF HUMAN OCCUPATION SCREENING TOOL Adviesrapport Verantwoording Nederlandse handleiding Projectteam Marian Wortman Junioradviseur Inge Vromen Senioradviseur Eric Tigchelaar Senioradviseur September 2007 In opdracht van het Expertise Centrum Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam, opleiding Ergotherapie Expertise Centrum Ergotherapie Trefwoorden: MOHOST, MOHO, meetinstrument, participatie 2

3 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 5 ADVIESRAPPORT 6 1 INLEIDING 8 2. ADVIESPUNTEN 2.1 De Nederlandse handleiding Het scoreformulier: de scorecriteria De scorewijze Doelgroep Tijdsinvestering Duur praktijkfase project Nabespreken cliënt en cliëntbespreking Het meetinstrument MOHOST Aanvullingen Nederlandse versie CONCLUSIE 14 VERANTWOORDING 16 Inleiding Startnotitie Achtergrond project 19 Aanleiding 19 Opdrachtgever 20 Vraagstelling 20 Activiteiten 20 Eindproducten 20 Fasering 21 Betrokkenen bij het project 22 Visie op de aanpak 22 Beheersaspecten 23 Bronnenlijst Verantwoording van gemaakte keuzen De handleiding De scorewijze Keuze praktijkadressen De instructie Evaluatie Eindpresentatie 27 Gebruikte bronnen 28 Nawoord 28 BIJLAGE 1: INSTRUCTIE 29 BIJLAGE 2: DEELNEMENDE PRAKTIJKADRESSEN 30 BIJLAGE 3: EVALUATIEFORMULIER 31 BIJLAGE 4: EVALUATIEVERSLAG 36 NEDERLANDSE HANDLEIDING 40 3

4 4

5 INLEIDING Voor u ligt het eindrapport van het project MOHOST, een project in het kader van een afstudeeropdracht van de opleiding Ergotherapie. In dit rapport wordt verslag gedaan van het proces dat geleid heeft tot het uitbrengen van het advies aan de opdrachtgever van dit project, het Expertise Centrum Ergotherapie (ECE). Het advies dat is uitgebracht betreft het bruikbaar maken van de MOHOST voor de Nederlandse ergotherapiepraktijk. Dit advies is tot stand gekomen door het instrument te laten uittesten in de praktijk, en het gebruik daarna te evalueren. Met dit advies zal een vervolg projectteam de MOHOST verder vorm en inhoud gaan geven, en zal er verder onderzoek worden gedaan naar de bruikbaarheid van het meetinstrument in Nederland. In dit rapport treft u achtereenvolgens aan het adviesrapport, de verantwoording van het project en de opgestelde Nederlandse versie van de MOHOST inclusief het Nederlandse scoreformulier. Het projectteam MOHOST wenst u veel leesplezier. Marian Wortman Inge Vromen Eric Tigchelaar junioradviseur senioradviseur senioradviseur 5

6 PROJECT MOHOST Model of Human Occupation Screening Tool ADVIESRAPPORT Projectteam MOHOST Marian Wortman Inge Vromen Eric Tigchelaar Junioradviseur Senioradviseur Senioradviseur 20 September 2007 In opdracht van het Expertise Centrum Ergotherapie. Hogeschool van Amsterdam, opleiding Ergotherapie 6

7 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 8 2. ADVIESPUNTEN 2.1 De Nederlandse handleiding Het scoreformulier: de scorecriteria De scorewijze Doelgroep Tijdsinvestering Duur praktijkfase project Nabespreken cliënt en cliëntbespreking Het meetinstrument MOHOST Aanvullingen Nederlandse versie CONCLUSIE 14 7

8 1. INLEIDING Het Expertise Centrum Ergotherapie heeft het projectteam MOHOST de opdracht gegeven een advies uit te brengen over het bruikbaar maken van de MOHOST in de Nederlandse ergotherapie praktijk. Hiervoor is, na bestudering van de Amerikaanse versie, een beknopte handleiding in het Nederlands gemaakt, door delen vanuit het Engels naar het Nederlands te vertalen. Tevens is het scoreformulier vertaalt naar het Nederlands. Deze Nederlandse handleiding en het scoreformulier zijn uitgeprobeerd door een tweetal ergotherapieafdelingen, nadat die afdelingen een korte instructie hebben gekregen. Na evaluatie van het MOHOST meetinstrument, met de ergotherapeuten van de twee praktijkadressen, kan er door het projectteam een advies worden uitgebracht over het bruikbaar maken van de MOHOST in de Nederlandse praktijk. In dit adviesrapport zijn de onderwerpen waar advies over wordt uitgebracht puntsgewijs omschreven. 8

9 2. ADVIESPUNTEN Per onderwerp staat, na een korte uiteenzetting wat er op dit punt in de evaluatie is gezegd, in het cursieve deel het advies. 2.1 De Nederlandse handleiding De ergotherapeuten vonden deze duidelijk en goed bruikbaar voor het kunnen invullen van het scoreformulier. De instructie die zij vooraf kregen over het werken met de MOHOST, bevatte ongeveer dezelfde inhoud. De instructie was, met deze inhoud, volgens hen niet nodig geweest om de MOHOST te kunnen gebruiken.. In een vervolg project zou men kunnen overwegen de instructie aan de praktijkadressen aan te passen. De instructie is dan meer bedoeld als aanvulling op de handleiding, waarin a.d.h. van een casus een voorbeeld wordt gegeven hoe de MOHOST gebruikt wordt, en waarin een discussie kan plaatsvinden over het meetinstrument. De handleiding dient als naslagwerk dat gelezen wordt zodra er met de MOHOST gewerkt gaat worden. De eerste Nederlandse handleiding is een beknopte versie. Er werd door de ergotherapeuten op enkele punten informatie gemist, te weten: 1. Een voorbeeld van een ingevulde MOHOST score, met bijbehorende casusomschrijving, om een idee te krijgen hoe het ingevuld kan worden. Geadviseerd wordt in de handleiding een casus op te nemen, met probleeminventarisatie en een daarbij ingevulde MOHOST scorelijst. Deze casus kan komen uit een vertaling van een casestudie in de Amerikaanse versie, of er kan gekozen worden om zelf een casestudie te maken (vanuit een stage-ervaring?) 2. Het begrip participatie werd niet duidelijk gemaakt, de omschrijving die er staat is te kort en verschilt volgens een van de ergotherapeuten van die in de Amerikaanse versie. Omdat MOHOST participatie in kaart brengt, waren de ergotherapeuten van mening dat dit begrip nader gedefinieerd zou kunnen worden. In de herziene versie is het begrip participatie reeds door dit projectteam nader omschreven, volgens de theorie van het MOHO (occupational participation). Door de deelnemers (praktijkadressen) in een vervolgproject kan een mening worden gevraagd over de duidelijkheid van het begrip participatie n.a.v. deze omschrijving. 3. Een ergotherapeut, die onbekend was met het MOHO, vond de info over het model in de handleiding te beknopt. Zij merkte dat zij hierdoor moeite had verschillende secties op het scoreformulier goed in te kunnen vullen. Het hebben van kennis van het MOHO heeft de voorkeur bij het werken met de MOHOST, omdat dan de gebruikte begrippen bekend zijn. Overwogen kan worden om een uitgebreidere uiteenzetting over het MOHO op te nemen in de handleiding, bijvoorbeeld in de vorm van een bijlage. Gebruikers kunnen ook geadviseerd worden zich te verdiepen in het model, met een verwijzing naar de literatuur, alvorens te gaan werken met het meetinstrument. De ergotherapeuten hebben niet aangegeven het Engelstalige stuk te moeilijk te vinden om te lezen, maar vonden de Nederlandse versie wel makkelijk om mee te werken. 9

10 Dit evaluatiepunt pleit voor een Nederlandse versie die volledige informatie verschaft over het instrument en het gebruik. De informatie moet voldoende zijn om ergotherapeuten makkelijk en snel met de MOHOST te laten werken, zodat zij niet genoodzaakt zijn de Amerikaanse versie erbij te moeten raadplegen. Dit projectteam wil er echter wel op wijzen, dat de handleiding niet te uitgebreid dient te worden, om de werkbaarheid ervan optimaal te houden. 2.2 Het scoreformulier: de scorecriteria Het scoreformulier vonden de ergotherapeuten over het algemeen duidelijk, het wees zichzelf. Op het eerste blad van het scoreformulier, wordt gevraagd de culturele achtergrond van de cliënt te noteren. In de evaluatie was verdeeldheid onder de ergotherapeuten over de relevantie van het noemen van dit gegeven, en of het van invloed was op de scores (b.v. die voor communicatie of omgeving). Wel gaf men unaniem aan dat kennis van de culturele achtergrond van de cliënt onontbeerlijk is voor het goed kunnen begeleiden van een cliënt. De ervaring van meerdere ergotherapeuten in het benoemen van de culturele achtergrond en vervolgens scoren van de MOHOST, zou meer duidelijkheid kunnen geven over de relevantie van het vermelden van dit gegeven van de cliënt. Interessant is te onderzoeken wat de invloed kan zijn van de culturele achtergrond van de cliënt op de scores binnen sommige secties van de MOHOST (b.v. communicatie of omgeving). De score criteria, die een letterlijke vertaling van de Amerikaanse criteria weergeven, werden niet altijd duidelijk gevonden, o.a. omdat de beschrijving te beknopt was. Er werd extra uitleg gezocht in de expanded criteria en de voorbeeldcasuïstiek in de Amerikaanse versie. Een uitbreiding van de Nederlandse handleiding met casuïstiek, waarbij er een ingevulde MOHOST wordt getoond, wordt hier wederom geadviseerd. Tevens zou er gekeken kunnen worden waar de expanded criteria van de Amerikaanse versie (hst 12, pag.60 e.v.), een toegevoegde waarde hebben op de beknopte criteria op het scoreformulier. Verder is het projectteam van mening dat de formulering van de scorecriteria kritisch moet worden bekeken, om b.v. onduidelijke of dubbele, onnodige termen uit de tekst te halen. Binnen de scorecriteria waren er vragen over het scoren van de omgeving. Bijvoorbeeld: als een cliënt in het revalidatiecentrum verblijft, en dat dus de te scoren omgeving is, zegt dit slechts iets over de participatie in deze omgeving. Maar wat zegt dit over de participatie van de cliënt in de maatschappij? Zou je dan twee maal de omgeving moeten scoren; de revalidatiesetting waarin de cliënt tijdelijk verblijft, en de thuis/werksituatie van de cliënt? In de evaluatie is dit dilemma besproken, en is aangestipt dat hier verdere aandacht aan geschonken zou moeten worden. In de Amerikaanse handleiding wordt dit dilemma genoemd (hst 12, pag. 62), en wordt gesteld dat in veel gevallen de MOHOST meerdere keren wordt ingevuld, binnen de context van de verschillende omgevingen waarin de cliënt participeert. Dit houdt in dat de ergotherapeut meer tijd dient te investeren. Verdere verdieping op dit punt wordt geadviseerd, om te kunnen bepalen wat de meerwaarde is meerdere omgevingsscores te doen. Men vond het soms lastig te moeten kiezen tussen twee scores aan de hand van de omschreven criteria. Die keuze moest door de ergotherapeuten vaak tussen een score 3 of 4 worden gemaakt, maar ook tussen andere dan deze scores werden er problemen of twijfels 10

11 gemeld. Door één ergotherapeut werd de methode van het scoren van de AMPS als voorbeeld gebruikt; bij twijfel over de juiste score, kies je voor de laagste. In de Amerikaanse versie wordt in het hoofdstuk Guidelines for using the rating scale (hfdst.11, pag 54 e.v. ) dieper ingegaan op het maken van een juiste keuze in scores (o.a. het kiezen voor de laagst, bij twijfel over de score). Dit hoofdstuk is bij de vertaling voor de eerste Nederlandse versie MOHOST niet gebruikt. Het advies is in het vervolgproject MOHOST te onderzoeken of punten uit dit hoofdstuk meegenomen dienen te worden, voor meer duidelijkheid omtrent het scoren. Het geven van voorbeelden van keuzen voor bepaalde scores wordt aangeraden. Tevens dient in de handleiding te worden vermeld dat ergotherapeuten bij het invullen niet te lang nadenken bij twijfel over een bepaalde score, maar kiezen voor de best passende omschrijving in de criteria. In de evaluatie kwam naar voren dat onervarenheid met de MOHOST, zelfs na het scoren van twee cliënten, nadelig kon zijn om goed de scorecriteria te kunnen hanteren. Men was van mening dat wanneer er meer ervaring kon worden opgedaan met het werken met de MOHOST, het geven van scores gemakkelijker zou worden. In het vervolgproject zou een langere uitprobeerfase voor de praktijkadressen gunstig zijn. Er kan zodoende per ergotherapeut meer ervaring worden opgedaan in het scoren van de MOHOST, en daardoor beter worden aangeven of de scorecriteria duidelijk genoeg zijn. Niet duidelijk was wat er gedaan moest worden bij items die niet/moeilijk te scoren waren, omdat daarover gegevens ontbraken over de cliënt. Omdat er een vakje nvt of niet te scoren ontbreekt op het scoreformulier hadden de ergotherapeuten de indruk dat alle items gescoord moesten worden. Zij vroegen zich af of je een vakje oningevuld mocht laten. Soms werd er toch een score gegeven, die dus een vertekend beeld zou kunnen geven over de participatie op dat gebied. Het advies is voor het vervolgproject te onderzoeken of een invulvakje nvt of niet te scoren wenselijk is op het scoreformulier.(in de Amerikaanse versie staat op het MOHOST observatieformulier, zie Appendix pag. 102/110, wel een dergelijk vakje not seen, waardoor je vervolgens geen score hoeft in te vullen) 2.3 De scorewijze De scoreschaal 4,3,2,1 werd door de drie ergotherapeuten duidelijk gevonden. Eén ergotherapeut merkte op dat het internationaal gezien logischer is deze cijferscore te gebruiken, dan de letterscore F,A,I,R, in de Amerikaanse versie, omdat het onafhankelijk is van de gebruikte taal. Tevens wordt dezelfde scoreschaal gebruikt in de AMPS, dat ook een MOHO meetinstrument is. Geadviseerd wordt de scoreschaal 4,3,2,1 te handhaven in de Nederlandse versie van de MOHOST. 2.4 Doelgroep In de handleiding wordt over de doelgroep het volgende gezegd: De MOHOST kan gebruikt worden bij een grote groep cliënten, onafhankelijk van de gestelde diagnose of symptomen, of de mate van hulp die zij ontvangen vanuit hun omgeving. In dit project bestond de doelgroep uit klinische en poliklinische revalidanten. Eén ergotherapeut heeft bewust gekozen voor één cliënt in de analysefase, en één cliënt aan het eind van de behandelfase. Dit om te bezien in welke fase zij het meest baat zou hebben bij het scoren van de MOHOST. Zij vond het overzicht van de scores bij de cliënt in de 11

12 analysefase een duidelijke meerwaarde hebben. De problemen werden helder in kaart gebracht en de gestelde doelen werden ondersteund. Uit de evaluatie bleek dat de mate van complexiteit invloed heeft op het invullen. Eén ergotherapeut bleek als eerste een te complexe cliënt te hebben uitgekozen, waardoor zij met het invullen van de scores veel problemen kreeg. Een tweede,minder complexe cliënt bleek makkelijker in te vullen. De ergotherapeut, die poliklinische cliënten behandelt, gaf aan dat haar cliënten niet complex waren, en dat zij weinig moeite had om de scores in te vullen. In een vervolgproject zou er een andere cliëntengroep als doelgroep voor de MOHOST gekozen kunnen worden, om daar ervaringen mee te kunnen opdoen. De waarde van het project zou nog groter worden, als er verschillende doelgroepen tegelijk zouden kunnen participeren. Ook het gebruik van de MOHOST in verschillende fasen van een behandeltraject zou verder onderzocht kunnen worden. In welke fase is b.v. de meerwaarde van de MOHOST het grootst? Bij de keuze van cliënten wordt geadviseerd om bij onervarenheid eerst een cliënt met minder complexe problematiek te nemen, om het invullen te kunnen oefenen. Als de ergotherapeut ervaring heeft opgedaan met de MOHOST, kunnen complexere cliënten gescoord worden. 2.5 Tijdsinvestering De tijdsinvestering (voor het invullen) was bij de eerste keer minuten, en bij de tweede keer minuten. De ergotherapeuten en het projectteam verwachten dat de tijdsinvestering verder afneemt naarmate men het instrument vaker zou gebruiken. Zij geven aan dat het belangrijk is voor het werken met een meetinstrument, dat de tijdsinvestering niet te groot is. Als de tijdsinvestering groot is, is het werken met het meetinstrument onaantrekkelijk, en zal het niet snel worden gebruikt. Het wordt aangeraden in het vervolgproject te kijken of de tijdsinvestering inderdaad afneemt naarmate ergotherapeuten meer ervaren zijn in het werken met de MOHOST. Hiervoor dienen zij dan meerdere cliënten te kunnen scoren (meer dan twee). De ervaring van de(afname van) tijdsinvestering kan als aanvulling in de Nederlandse handleiding vermeld worden, en als stimulans dienen de MOHOST als meetinstrument in te zetten. 2.6 Duur praktijkfase project Alle ergotherapeuten gaven aan dat de uitprobeertijd van de MOHOST( anderhalve week), te kort was om de uitslag van de MOHOST als middel bij een cliëntbespreking te kunnen gebruiken. Ook bij andere punten werd een verruiming van de uitprobeertijd al als voordeel genoemd. Het advies is om in het vervolgproject de fase waarin de praktijkadressen de MOHOST uitproberen te verlengen, zodat er meer ruimte komt om op verschillende punten de ervaringen te onderzoeken. 2.7 Nabespreken cliënt en clientbespreking De ergotherapeuten geven aan dat de wens van nabespreken met de cliënt afhankelijk zo u zijn van de cliënt. Men noemt dat het b.v. te confronterend of te complex zou kunnen zijn om in een keer alle sterktes en zwaktes onder ogen te krijgen. Voor een ander zou het juist een meerwaarde kunnen zijn om alle sterktes en zwaktes direct te bespreken met de ergotherapeut. Helaas was wederom de uitprobeertijd te kort om de MOHOST met cliënten te kunnen bespreken. Dit geldt ook voor het gebruiken van de MOHOST voor multidisciplinaire cliëntbespreking. De ergotherapeuten zouden willen uitproberen, hoe de MOHOST scores een 12

13 verduidelijking van de participatie van de cliënt zou kunnen zijn, in een overleg met het multidisciplinaire team. Als de uitprobeerfase langer duurt, zou de ervaring wat de ingevulde MOHOST voor de cliënt en de multidisciplinaire cliëntbespreking kan betekenen, ook getoetst kunnen worden. Meegenomen moet worden dat dit een grotere tijdsinvestering vraagt van de deelnemende ergotherapeuten. 2.8 Het meetinstrument MOHOST Men is over het algemeen positief over de MOHOST als nieuw meetinstrument, het wordt een aanvulling op de reeds bestaande meetinstrumenten genoemd. Het heeft meerwaarde omdat het in korte tijd de participatie van een cliënt in kaart brengt. Een ander instrument dat participatie in kaart brengt bestaat niet. Ook de meerwaarde om makkelijk een sterkte- zwakte analyse te maken wordt genoemd. Een voordeel wordt gezien voor stagiaires en beginnende ergotherapeuten in het werken met de MOHOST. Twee van de drie ergotherapeuten denken in de toekomst te zullen gaan werken met de MOHOST, de derde ergotherapeut staat er voor open het instrument nog vaker uit te proberen. Men hoopt dat er meer bekendheid komt over dit instrument, en geeft hiervoor een rol van de NVE aan. Omdat er een positieve indruk van het gebruik van de MOHOST in de Nederlandse ergotherapiepraktijk is ontstaan, geeft dit aan dat er doorgegaan moet worden met het uitproberen van dit meetinstrument. Geadviseerd wordt aan een volgend projectteam, zo mogelijk ook aandacht te besteden aan het realiseren van een grotere bekendheid van de MOHOST binnen Nederland, b.v. in de vorm van een artikel. 2.9 Aanvullingen Nederlandse versie Uit de evaluatie bleek dat men het MOHOST observatieformulier, zoals het in de Amerikaanse versie voorkomt ( het MOHOST Data Sheet Single Observation Form : zie uitleg in hst 6 Administration, pag.22 e.v., en de Appendix, pag 102/110), bruikbaar zou vinden om de MOHOST goed te kunnen scoren, zeker voor beginnende ergotherapeuten. Het zou als onderbouwing voor keuzes kunnen dienen. Het werd echter niet als noodzakelijk gezien om de MOHOST te gebruiken. Ook werd de grotere tijdsinvestering als nadeel genoemd. Binnen het kader van dit project is er echter niet gewerkt met het observatieformulier. Het is nog niet vertaald in het Nederlands. In een vervolgproject zou het zinvol zijn het MOHOST- observatieformulier uit te laten testen door het praktijkveld, om een mening te kunnen geven over de bruikbaarheid van dit formulier. Hiervoor dient dit formulier vanuit de Amerikaanse versie vertaald te worden. Er is ook in de evaluatie een mening gevraagd over het gebruik van de OCAIRS- vragen (hst 8 OCAIRS Questions- Getting to know your cliënt, pag 29 e.v. en Appendix, pag 88 e.v.).men vond deze niet zinvol om mee te werken. Eén ergotherapeut merkt op dat het voor studenten ergotherapie wel bruikbaar zou zijn, om te leren vragen te stellen in een intakegesprek. Als gediplomeerd ergotherapeut moet je in staat zijn deze vragen te stellen zonder voorbeeld, is men van mening. Het advies is de OCAIRS- vragen vooralsnog niet te betrekken in het verder uitproberen en bruikbaar maken van de MOHOST. 13

14 3.CONCLUSIE Het is gewenst een vervolgproject MOHOST te realiseren, om de Nederlandse versie MOHOST verder vorm te geven. Tevens dient de bruikbaarheid van dit meetinstrument in de Nederlandse ergotherapiepraktijk verder te worden onderzocht, o.a. de bruikbaarheid in andere settings dan de eerste die heeft deelgenomen aan het project (de Revalidatie). Verder dient geanalyseerd te worden wat de meerwaarde is van het nabespreken van de MOHOST met de cliënt en het gebruik voor multidisciplinair overleg. De Nederlandse MOHOST handleiding en scoreformulier kunnen op verschillende punten aangevuld en verbeterd worden. Specifiek kan de formulering van de scorecriteria aan een kritische blik worden onderworpen. Hiervoor zal het team dat het vervolgproject MOHOST gaat uitvoeren, nader moeten analyseren wat wenselijk is in de Nederlandse ergotherapiepraktijk. Na dit eerste project is er een positieve indruk ontstaan over de MOHOST. Hopelijk zal er in de toekomst verder worden gewerkt aan het verbeteren van deze eerste Nederlandse versie van dit nieuwe MOHO meetinstrument. De gegevens van de Amerikaanse MOHOST- versie zijn:? Parkinson, S., Forsyth,K., Kielhofner, G. (2006) A User s Manual for the Model of Human Occupation Screening Tool.(Version 2.0) The Model of Human Occupation Clearinghouse, Department of Occupational Therapy, University of Illinois, Chicago, USA. 14

15 15

16 PROJECT MOHOST Model of Human Occupation Screening Tool VERANTWOORDING Marian Wortman Inge Vromen Eric Tigchelaar Junioradviseur Senioradviseur Senioradviseur 19 September 2007 In opdracht van het Expertise Centrum Ergotherapie. Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie 16

17 INHOUD Inleiding Startnotitie Achtergrond project 19 Aanleiding 19 Opdrachtgever 20 Vraagstelling 20 Activiteiten 20 Eindproducten 20 Fasering 21 Betrokkenen bij het project 22 Visie op de aanpak 22 Beheersaspecten 23 Bronnenlijst Verantwoording van gemaakte keuzen De handleiding De scorewijze Keuze praktijkadressen De instructie Evaluatie Eindpresentatie 27 Gebruikte bronnen 28 Nawoord 28 BIJLAGE 1: INSTRUCTIE 29 BIJLAGE 2: DEELNEMENDE PRAKTIJKADRESSEN 30 BIJLAGE 3: EVALUATIEFORMULIER 31 BIJLAGE 4: EVALUATIEVERSLAG 36 17

18 Inleiding In het kader van mijn afstudeerfase heb ik samen met mijn senioradviseurs vorm gegeven aan het Project MOHOST. In dit afstudeerproject is gedurende 10 weken gewerkt aan een eerste Nederlandse versie van de MOHOST, een nieuw meetinstrument vanuit het MOHO. De opdrachtgever, het Expertise Centrum Ergotherapie, heeft het projectteam de opdracht gegeven te werken aan de volgende vraagstelling: Breng een advies uit over het bruikbaar maken van de MOHOST in de Nederlandse ergotherapie praktijk, door een beknopte handleiding in het Nederlands te maken, en deze te laten uitproberen door een tweetal ergotherapieafdelingen, nadat die afdelingen een korte instructie hebben gekregen. Om aan deze vraagstelling te kunnen voldoen, zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: o De Amerikaanse versie van de MOHOST bestudeerd en delen hieruit vertaald naar het Nederlands. o Een Nederlandse handleiding en scoreformulier opgesteld. o Instructie gegeven aan de ergotherapeuten van de praktijkadressen omtrent het werken met de MOHOST. o Uitproberen van de MOHOST door de ergotherapeuten. o Evaluatie van het werken met de MOHOST en opstellen van een evaluatieverslag. o Een adviesrapport opgesteld over het bruikbaar maken van de MOHOST voor Nederland. o Als eindproduct is toegevoegd een presentatie van de MOHOST aan studenten Korte leerroute Ergotherapie. De volgende eindproducten zijn voortgekomen uit dit project: 1. Een beknopte Nederlandse versie van de MOHOST, inclusief scoreformulier. 2. Een adviesrapport aan het ECE. 3. De verantwoording van het project. 4. Een eindpresentatie over de MOHOST. Deze verantwoording bevat een omschrijving van de processen die hebben plaatsgevonden om het project MOHOST vorm en inhoud te geven. 18

19 1. De startnotitie Het project is gestart met het opstellen van een startnotitie, welke hieronder wordt weergegeven. Hiervoor is gekozen omdat het een overzicht geeft van het project, met alle te verwachten activiteiten per projectfase STARTNOTITIE PROJECT MOHOST Student: Marian Wortman In het kader van mijn afstudeerfase zal ik werken aan het project MOHOST. Achtergrond project Dit is een project in het kader van Maatschappelijke Dienstverlening als onderdeel van het Expertise Centrum Ergotherapie (ECE) van de Hogeschool van Amsterdam, opleiding Ergotherapie. Het ECE zet zich onder andere in voor de ontwikkeling en implementatie van ergotherapeutische instrumenten in de Nederlandse praktijk. Dit project valt onder de methodiekontwikkeling zoals dit door het ECE is beschreven. Methodiekontwikkeling is een van de drie expertisegebieden van het ECE. Binnen de verschillende expertisegebieden is het MOHO een van de onderwerpen. De verdere uitbreiding en ontwikkeling van expertise op deze gebieden vindt voortdurend plaats door uitwisseling van kennis en ervaringsdeskundigheid met ergotherapeuten werkzaam in de praktijk. Aanleiding MOHOST staat voor Model of Human Occupation Screening Tool, een instrument gebaseerd op het Model of Human Occupation. Het Model of Human Occupation, een ergotherapeutisch praktijkmodel, is in de jaren zeventig van de vorige eeuw ontwikkeld door Gary Kielhofner in de Verenigde Staten. Sindsdien is het eerst daar en later ook in West- Europa, waaronder in Nederland, in de praktijk toegepast. In de meest recente editie van de boekvorm van het model (2002), is een belangrijke inhoudelijke verandering opgenomen. Er wordt niet meer gesproken over drie subsystemen, waarop het menselijk systeem is opgebouwd, maar over drie met elkaar samenhangende componenten: wil( volition ), gewenning( habituation ) en uitvoeringsvermogen( performance capacity ).(Kinébanian & Le Granse,2006) Vanuit het Model of Human Occupation is de MOHOST ontwikkeld, in eerste instantie in 2001 in Engeland( Parkinson en Forsyth). Vanuit de inspanningen van een groep ergotherapeuten ontstond een meetinstrument, de MOHOST. Zij waren betrokken bij cliënten waarbij, door een laag functioneringsniveau en/of een korte verblijfsduur, lange en gecompliceerde assessments niet uitvoerbaar waren. Belangrijk was dat het nieuwe assessment flexibel, sneller en ongecompliceerder in het gebruik was, en dat het een overzicht gaf van het handelen van de cliënt.( Kielhofner,2002) Door the Model of Human Occupation Clearing House, University of Illinois te Chicago is het instrument in januari 2006 herzien (version 2.0). (Parkinson,Forsyth & Kielhofner, 2006) De MOHOST is nog niet vertaald vanuit het Amerikaans naar het Nederlands. Het is de bedoeling dat er een eerste Nederlandse versie van het instrument wordt gemaakt, zodat het instrument ingezet kan worden in de Nederlandse ergotherapie praktijk. 19

20 Opdrachtgever Dit project wordt uitgevoerd in opdracht van het ECE, in naam van Eric Tigchelaar. Vraagstelling De volgende vraagstelling was in eerste instantie in de samenwerkingsovereenkomst van het project MOHOST geformuleerd: Maak een vertaling van de cliëntgebonden zaken van de MOHOST en probeer deze versie uit bij een tweetal ergotherapieafdelingen, nadat die Et afdelingen een korte instructie gekregen hebben. Tijdens het startgesprek is de vraagstelling reeds aangepast. Bij bestudering van de Amerikaanse handleiding is gebleken dat het lastig is een cliëntgebonden deel te filteren uit het zeer uitgebreide document. Door deze uitgebreidheid is het ook niet zinvol de gehele handleiding te vertalen. Het lijkt eerder zinvol te streven naar een korte,bruikbare Nederlandse handleiding door delen uit de oorspronkelijke handleiding te gebruiken en deze dus te vertalen. De vraagstelling zou nu als volgt geformuleerd kunnen worden: Breng een advies uit over het bruikbaar maken van de MOHOST in de Nederlandse ergotherapie praktijk, door een beknopte handleiding in het Nederlands te maken, en deze te laten uitproberen door een tweetal ergotherapieafdelingen, nadat die afdelingen een korte instructie hebben gekregen. Activiteiten Het project zal de volgende activiteiten omvatten:? Bestudering wat methodiekontwikkeling is overeenkomstig de visie van het ECE en bestudering van het lopende methodiekontwikkelingstraject.(als voorbeeld kan het afgesloten traject met de COSA worden genomen).? Bestudering van de MOHOST en de wijze van afneming en scoring ervan.? Vertalen van delen van de Amerikaanse handleiding naar het Nederlands.? Het uitproberen van het instrument in de praktijk door 2 á 3 ergotherapeuten. Hiervoor wordt eerst een instructie gegeven over het gebruik van de MOHOST, in de vorm van een workshop.? Contact leggen en onderhouden met het werkveld.? Evalueren van het gebruik van de MOHOST en de vertaalde handleiding.? D.m.v. projectfaseverslagen per fase kunnen verantwoorden wat er is gedaan en wat er in de volgende fase gedaan moet worden. Eindproducten De volgende producten komen voort uit het project:? Schriftelijk werkstuk: een verslag van het gevolgde traject (a.d.h. van de projectfaseverslagen) ter onderbouwing van de handleiding.? Toegepast werkstuk: - het advies over het bruikbaar maken van de MOHOST in de Nederlandse ergotherapiepraktijk - de beknopte handleiding uitgeprobeerd door twee afdelingen ergotherapie. - een presentatie van de MOHOST en het advies aan geïnteresseerden. 20

21 Fasering Het project start 25 juni 2007, wordt in 2 keer 5 werkweken voltooid( met een vakantie ertussen van 4 weken), en eindigt 28 september De fasering volgens het projectmatig werken, omschreven in de studiehandleiding afstudeerprogramma, wordt aangehouden. In de volgende weken zal er aan genoemde fasen worden gewerkt: Week 1 en 2: Oriëntatiefase (Kalenderweek 26 en 27) Activiteiten:? bestudering van de Amerikaanse versie van de MOHOST? oriënteren op het project door lezen van methodiekontwikkeling a.d.h. van het COSA project.? Houden van een startgesprek.? Na het startgesprek met docent en opdrachtgever vaststellen van de startnotitie. Product: - de startnotitie Week 3 en 4: Definitiefase, ontwerpfase (kalenderweek 28 en 29) Activiteiten: - benadering van de praktijkadressen met de vraag mee te werken aan het project. - Vertalen van delen van MOHOST naar het Nederlands. - Opstellen van een Nederlandse handleiding. Product: - een beknopte Nederlandse handleiding van de MOHOST.(versie 1) Week 5 : Voorbereidingsfase (kalenderweek 30) Activiteiten: - Praktijkadressen ontvangen definitieve plan van aanpak en planning realisatiefase. - Instructie/workshop MOHOST maken. - Bijstellen/definitief maken handleiding n.a.v. ontwikkelen workshop(versie 2) - Evaluatieformulieren maken. Product: - instructie/workshop. - definitieve handleiding voor praktijkadressen - evaluatieformulieren > (4 weken zomervakantie, kalenderweken 31 t/m 34) Week 6 t/m 9: Realisatiefase (kalenderweken 35 t/m 38) Activiteiten: - Instructie/workshop praktijkadressen gebruik en scoring MOHOST - Praktijkadressen gebruiken de MOHOST bij 2 a 3 cliënten - Contact houden met de praktijkadressen over de voortgang. - Evaluatie van het gebruik van de MOHOST en de Nederlandse handleiding - Bijstelling van de handleiding n.a.v. de evaluatie.(versie 3) Product: - evaluatiegegevens - bijgestelde, definitieve handleiding MOHOST 21

22 Week 10: Nazorgfase (kalenderweek 39) Activiteiten: - Presentatie van het project, advies over gebruik MOHOST en handleiding. - Opstellen tekst voor nieuwsbrief ECE - Opstellen tekst voor certificaat. Product: - materiaal voor eindpresentatie - tekst nieuwsbrief ECE - tekst voor certificaat Betrokkenen bij het project Het adviesteam: Junior adviseur: Marian Wortman, student ergotherapie. Senior adviseur: Inge Vromen, docent opleiding ergotherapie De opdrachtgever: Eric Tigchelaar, namens het ECE. Benaderde praktijkadressen:? Rijnlands Revalidatie Centrum (RRC) te Leiden, Dhr.P. de Groot (of collega), ergotherapeut.? Rijnlands Revalidatie Centrum (RRC) te Alphen a/d Rijn, polikliniek, Mw. N. van Herk/Mw. L. Lengkeek, ergotherapeuten. Visie op de aanpak De MOHOST is een nieuw meetinstrument, waar nog geen Nederlandse handleiding van bestaat. Hierdoor zal het project vanaf de basis moeten starten; een idee krijgen van de MOHOST als instrument door het lezen van de Amerikaanse, herziene versie uit januari Omdat dit een uitgebreid document is, zal er kritisch in de tekst gezocht moeten worden naar de bruikbare informatie die in de Nederlandse versie van de handleiding dient te komen. Gezien de korte duur van het afstudeerproject, zal de handleiding beknopt worden, en bruikbaar voor het uitproberen in de realisatiefase van het project. Ergotherapeuten moeten er snel mee kunnen werken, na een instructie d.m.v. een workshop. Na afloop zal er in een evaluatie gesproken worden over de bruikbaarheid/inzetbaarheid van het instrument in de Nederlandse praktijk. Hierna zal er door het adviesteam een advies worden geformuleerd over het gebruik van de MOHOST. Beheersaspecten Tijdsbeheersing Er zal 10 weken worden gewerkt aan het afstudeerproject, van 25 juni tot en met 28 september 2007, opgedeeld in de fases zoals omschreven. De tijdsinvestering van de junioradviseur bedraagt 40 uur per week. De tijdsinvestering van de senioradviseur bedraagt 1 uur per week. 22

23 De contactpersoon namens de opdrachtgever heeft minimaal 10 uur ter beschikking voor het project, zoals omschreven in de samenwerkingsovereenkomst. Geldbeheersing Voor de begroting stel ik de volgende te verwachten kostenposten voor: o Reiskosten junioradviseur t.b.v. instructie/workshop en evaluatie te Alphen a/d Rijn. o.b.v. openbaar vervoer(bus): 2 x 10 strippen á 4,5 euro 9,- o Kosten printen en kopiëren: - hand-outs instructie/workshop praktijkadressen (2 á 3 exemplaren) - handleiding voor praktijkadressen (2 á 3 exemplaren) - handleiding voor opdrachtgever en senioradviseur( 2 exemplaren) o.b.v. prijs kopy-shop: 6 cent per kopie 15,- - materiaal t.b.v. eindpresentatie(handleidingen, advies, hand-outs) (? Exemplaren, afhankelijk van aantal geïnteresseerden/genodigden)? o Inbinden handleiding (5 exemplaren) 17,- o Telefoonkosten: contacten met praktijkadressen 5,- o Bedankje praktijkadressen : 2 x 5,0 euro 10,- o Onvoorziene kosten 10,- Totaal begrote kosten 68,- Kwaliteitsbeheersing Welke eisen er worden gesteld aan de eindproducten van dit project is in deze fase nog niet duidelijk. De kwaliteitseisen zullen in de definitiefase van het project worden opgesteld. T.a.v. de kwaliteit van het project vindt er steeds overleg plaats met de senioradviseur, a.d.h. van de projectfaseverslagen. Informatie- en organisatiebeheersing De junioradviseur stelt conceptdocumenten op en stuurt deze per mail naar de senioradviseur. De senioradviseur leest de documenten en geeft advies over verbeteringen. Er is overleg tussen de junior en senioradviseur, in principe is er wekelijks contact. Er is overleg met de opdrachtgever na het indienen van de startnotitie en zo mogelijk op verdere beslismomenten. De opdrachtgever onderhoudt het contact met de student tijdens het uitvoeren van het project en bewaakt de aansluiting van het werk van de student op de vraagstelling. Er zijn ideeën om het project af te sluiten met een bijeenkomst van opdrachtgever, senioradviseur, junioradviseur, mogelijk de betrokken ergotherapeuten uit het praktijkveld,en/ of ergotherapie docenten die bij MOHO instrumenten zijn betrokken, en mogelijk belangstelling hebben in de MOHOST. De opdrachtgever draagt zorg voor introductie binnen de Hogeschool van Amsterdam, opleiding ergotherapie, door mede organiseren van de eindpresentatie. De contactpersoon van de opdrachtgever heeft minimaal 10 uur ter beschikking voor begeleiding c.q. het bespreken van de projectfase verslagen om de voortgang van het proces te bewaken. Deze gesprekken vormen het beslissingsmoment om de volgende fase te starten. De frequentie van de begeleiding en de tijdsduur per gesprek worden door de student gepland in overleg met de contactpersoon van de opdrachtgever. 23

24 Bronnenlijst Boeken 1) Kielhofner, G. (2002) Model of Human Occupation, Theory and Application. Lippincott Williams en Wilkins, Baltimore, Maryland, USA. 2) Kinébanian, A., Le Granse, M.(2006) Grondslagen van de ergotherapie. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen. 3) Parkinson, S., Forsyth, K., Kielhofner, G. (2006) A User s Manual for the Model of Human Occupation Screening Tool.(Version 2.0) The Model of Human Occupation Clearinghouse, Department of Occupational Therapy, University of Illinois, Chicago, USA. Internet Expertise Centrum Ergotherapie, Hogeschool van Amsterdam, Startpagina en expertisegebieden. Geraadpleegd op 2 juli 2007: 24

25 2. Verantwoording van gemaakte keuzen Gedurende het project zijn er op verschillende punten keuzen gemaakt. Ten eerste om tot een goede MOHOST handleiding en scoreformulier te komen. Ten tweede de instructie en evaluatie vorm te geven, en tenslotte om d.m.v. een evaluatie een goed advies uit te kunnen brengen aan de opdrachtgever, en een eindpresentatie te geven. Hieronder zullen de keuzen, die zijn besproken en gemaakt in het projectteam, worden verantwoord. 2.1 De handleiding o Er is gekozen de eerste in het Nederlands vertaalde versie van de MOHOST beknopt te houden. Deze versie moest dienen voor het uitproberen van het meetinstrument in twee ergotherapiepraktijken. Het moest snel en makkelijk te lezen kunnen zijn, zodat ergotherapeuten er in kort tijdsbestek mee aan de slag konden gaan. De keuze voor een beknopte, bruikbare handleiding werd tevens gemaakt om binnen de beperkte tijd van het project (10 weken), en met de beperkte bezetting van het adviesteam( 1 junioradviseur begeleidt door 1 senioradviseur), toch een goed product af te kunnen leveren. Deze eerste Nederlandse versie kan verder als basis worden gebruikt voor toekomstige, uitgebreidere handleidingen. o In deze eerste versie is gekozen om zoveel mogelijk letterlijke vertalingen van delen van de Amerikaanse handleiding te gebruiken, tenzij deze Nederlandse letterlijke vertaling niet logisch was of taaltechnisch niet klopte. Ook v.w.b. het scoreformulier is gekozen voor een letterlijke vertaling en tevens voor dezelfde lay-out als het oorspronkelijke formulier. Omdat het een eerste Nederlandse vertaling betreft, vond het projectteam het het meest passend zoveel mogelijk bij de oorspronkelijke tekst te blijven, en niet al een eigen interpretatie eraan te geven. De oorspronkelijke hoofdstukken zijn zeker niet allemaal gebruikt, omdat deze (nog) niet relevant werden bevonden, en uit de hoofdstukken die wel relevant waren zijn alinea s of delen gehaald. Omdat er nog geen ervaring is opgedaan met de MOHOST, kon er nog geen mening worden gegeven over de inhoud. Nadat de MOHOST is uitgetest kan er verder bepaald worden in welke opzichten de tekst of de lay-out veranderd dient te worden. Deze verbeterpunten komen naar voor in het adviesrapport dat na de evaluatie is opgesteld. o Bij het vertalen van het Amerikaans naar het Nederlands was het nodig gebruik te maken van een woordenboek dat voorhanden was, en een vertaalsite op het internet. Schriftelijk vertalen van de teksten bleek lastiger dan het begrijpend lezen ervan. Voor de vertaling van de begrippen uit het MOHO, zijn twee boeken als naslagwerk gebruikt: Sleutelbegrippen. A Model of Human Occupation.(Thomas, Verhoef., Vromen, (1998) en Grondslagen van de Ergotherapie ( Kinébanian & Le Granse, 2006). Het projectteam wilde de MOHO begrippen in de juiste bewoordingen weergeven. Op enkele punten zijn voor de duidelijkheid ook de Amerikaanse MOHO begrippen vermeld naast de Nederlandse. 25

26 2.2 De scorewijze o De Amerikaanse scorewijze (FAIR) bleek moeilijk in Nederlandse letters om te zetten. De vertaling van de 4 begrippen was als volgt: Amerikaanse scores: Vertaald in het Nederlands : F - Facilitates occupational participation faciliteert/ vergemakkelijkt/ bevordert de participatie A - Allows occupational participation staat de participatie toe I - Inhibits occupational participation R - Restricts occupational participation inhibeert/ remt/ hindert de participatie Beperkt/ verhindert de participatie Gekozen is voor de 4 termen: - vergemakkelijkt - staat toe - beperkt - verhindert De woorden beperkt en verhindert kunnen beide een vertaling zijn van restricts. Na bespreking in het projectteam is overeengekomen dat beperkt toch beter passend was bij een score I, en verhindert bij een score R. Verder heeft het projectteam ervoor gekozen de scoreschaal FAIR te wijzigen in een scoreschaal 4,3,2,1. Hiervoor zijn verschillende redenen: o FAIR komt niet overeen met de eerste letters van de 4 vertaalde termen, o o 4,3,2,1 is duidelijk en onafhankelijk van taal 4,3,2,1 komt overeen met de scorewijze van de AMPS ( ook een MOHO instrument) 2.3 Keuze praktijkadressen o De keuze van praktijkadressen, die gevraagd werden deel te nemen aan het project, werd niet bepaald door de doelgroep. Omdat de doelgroep voor de MOHOST zeer breed kan zijn, was de keuze van setting niet zo belangrijk bij een eerste keer van uitproberen. Er is bij de keuze van praktijkadressen gekeken welke adressen bij de junioradviseur bekend waren, en waar deelname zinvol leek. Op een van de twee adressen is stage gelopen (Alphen a/d Rijn), zodoende waren de ergotherapeuten bekend. Het tweede adres valt onder dezelfde organisatie. Het werd als voordeel gezien het project binnen één organisatie te houden, zodat de ergotherapeuten elkaar mogelijk konden raadplegen bij vragen of elkaar onderling van informatie konden voorzien. Er is dus niet doelbewust voor de revalidatie gekozen als eerste uitprobeersetting. (voor deelnemende praktijkadressen: zie bijlage 2) 2.4 De instructie o Er is per praktijkadres een instructie gegeven over het werken met de MOHOST. Omdat het twee adressen betrof, die op korte reisafstand lagen voor de junioradviseur (die de instructie heeft gegeven), is hiervoor gekozen. Zo hoefden de deelnemende ergotherapeuten zelf niet te reizen, wat een voordeel was voor de gevraagde tijdsinvestering in het project. Een nadeel was dat de deelnemende ergotherapeuten van de verschillende adressen zo niet direct met elkaar van gedachten konden wisselen over de MOHOST. 26

27 o De instructie, welke ongeveer een uur in beslag nam, werd ondersteund door PowerPoint dia s die geprint waren. (PowerPoint instructie: zie bijlage 1). Deze keuze is gemaakt, omdat het niet zinvol was een PowerPoint presentatie te geven aan twee ergotherapeuten per adres. Nu kon er aan de hand van de geprinte tekst uitleg worden gegeven over het meetinstrument de MOHOST, hoe je er mee werkt en wat er binnen dit project van de ergotherapeuten werd verwacht. Deze wijze van instructie geven was simpel maar doeltreffend. Over de inhoud van de instructie staat in het adviesrapport een aanbeveling. 2.5 Evaluatie o Voor de evaluatie is gekozen een evaluatieformulier te gebruiken (zie bijlage 3). Het evaluatieformulier is onderverdeeld in drie delen: vragen over de bruikbaarheid van de handleiding en het scoreformulier, vragen over het invullen van het scoreformulier en vragen over de MOHOST. Bij elke vraag wordt om een toelichting gevraagd, om zoveel mogelijk informatie op papier terug te krijgen. Tot slot kunnen er overige opmerkingen worden gemaakt. De evaluatieformulieren werden tijdens de instructie uitgedeeld, zodat de ergotherapeuten na het scoren van de MOHOST deze direct konden invullen. Op deze wijze werd er zo efficiënt mogelijk gewerkt. Er werd hen gevraagd de ingevulde formulieren mee te nemen naar de evaluatiebespreking. o De evaluatie is, net als de instructie, gehouden op de praktijkadressen, om de tijdinvestering voor de ergotherapeuten weer zo kort mogelijk te houden. We hebben geëvalueerd aan de hand van de vragen op het evaluatieformulier, en aan de hand van de ingevulde MOHOST scoreformulieren. Er is toelichting gegeven waar nodig, zodat deze aanvullende informatie ook meegenomen kon worden in het maken van een evaluatieverslag (zie bijlage 4) en het opstellen van het advies. 2.6 Eindpresentatie o In de startnotitie wordt een eindpresentatie van het project aan geïnteresseerden op de Hogeschool van Amsterdam, opleiding ergotherapie, als een van de producten genoemd. Voor welke groep deze presentatie gehouden zou worden was toen nog onduidelijk. De vraag rees of de ergotherapeuten van de praktijkadressen uitgenodigd zouden worden om deze presentatie bij te wonen. Hier is echter niet voor gekozen, omdat het weer een tijdsinvestering van hen zou vragen. Verder zouden geïnteresseerde docenten worden gevraagd. In samenspraak met de opdrachtgever en de senioradviseur werd bedacht dat de presentatie voor studenten een meerwaarde zou hebben, omdat het gaat over een nieuw, nog onbekend meetinstrument vanuit het MOHO. Besloten is de studenten eerste en tweede jaars van de Korte Leerroute Ergotherapie uit te nodigen en in te roosteren. In deze presentatie zal naast een uiteenzetting over de MOHOST en het gebruik ervan, het project MOHOST en het advies dat is uitgebracht worden toegelicht. 27

28 Gebruikte bronnen Boeken De Kleine Prisma, Engels/Nederlands, 2000,Het Spectrum B.V., Utrecht Kinebanian,A., Le Granse,M.(2006) Grondslagen van de ergotherapie. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen. Parkinson, S., Forsyth,K., Kielhofner, G. (2006) A User s Manual for the Model of Human Occupation Screening Tool.(Version 2.0) The Model of Human Occupation Clearinghouse, Department of Occupational Therapy, University of Illinois, Chicago, USA. Thomas,C., Verhoef,J., Vromen, I. (1998) Sleutelbegrippen. A Model of Human Occupation. Hogeschool van Amsterdam, Instituut Ergotherapie, Innovatiecentrum MOHO, Amsterdam. Internet Babel Fish vertaling. Geraadpleegd van tot op: NAWOORD Het project MOHOST is naar tevredenheid van het projectteam verlopen, en heeft na tien weken goede eindproducten opgeleverd. We kunnen er tevreden over zijn dat er nu een eerste Nederlandse versie van de MOHOST is, waarmee een basis is gelegd voor verdere ontwikkeling van dit meetinstrument binnen Nederland. Mogelijk zal, mede door de inspanningen van dit projectteam, in de toekomst in de Nederlandse ergotherapiepraktijken gewerkte worden met de MOHOST. Op deze plek wil ik Inge Vromen, docent ergotherapie, bedanken. Zij is mijn senioradviseur geweest in de eerste vijf weken van het project. Helaas kon zij door omstandigheden de begeleiding van dit project niet vervolgen. Zij heeft met haar duidelijke feedback op de opgestelde teksten, haar kennis van het MOHO, en goede samenwerking veel betekend voor het project MOHOST. 28

29 BIJLAGE 1 PowerPoint van de instructie aan de praktijkadressen. 29

30 BIJLAGE 2 Deelnemende praktijkadressen De MOHOST werd uitgeprobeerd op twee praktijkadressen, te weten: 1. Rijnlands Revalidatie Centrum Locatie Alphen aan den Rijn, Polikliniek Meteoorlaan WC Alphen aan den Rijn Ergotherapeuten: Lineke Lengkeek Nanet van Herk (heeft de instructie gehad,verder niet deelgenomen, maar wel interesse) lho@rrc.nl nvh@rrc.nl 2. Rijnlands Revalidatie Centrum Locatie Leiden Wassenaarseweg AL Leiden Postbus AD Leiden Ergotherapeuten: Carin Fröberg Chantal Scheffe cfr@rrc.nl chs@rrc.nl 30

31 BIJLAGE 3 EVALUATIEFORMULIER Project MOHOST Ingevuld door: Locatie: Datum: Heb je 1 cliënt / 2 cliënten gescoord? Vragen over de (bruikbaarheid van de) Nederlandse handleiding en het scoreformulier o Is na het lezen van de Nederlandse handleiding duidelijk wat de MOHOST inhoudt? Ja? Nee? Toelichting: o Is na het lezen van de handleiding duidelijk hoe de MOHOST ingevuld moet worden? Ja? Nee? Toelichting: o Wat vindt je van de beknoptheid van de Nederlandse handleiding? Mis je informatie in de handleiding? Toelichting: o Heb je de Amerikaanse handleiding geraadpleegd? Ja? Nee? Indien ja, waarvoor? Indien nee, waarom niet? o Wat vind je van de scorewijze; scoreschaal 4,3,2,1? Toelichting: o Hoe vindt je de scorecriteria, is het duidelijk hoe je moet scoren a.d.h. van de criteria? Toelichting: 31

32 o Er bestaat ook een MOHOST observatieformulier( zie pagina 23 in de Amerikaanse handleiding, en pagina 102 van de appendix), voor het scoren van een enkele observatie, voorafgaand aan het scoren van de totale MOHOST. Zou jij hier behoefte aan hebben (in de Nederlandse versie)? Toelichting: o Er bestaat ook een OCAIRS vragenlijst, t.b.v. het interviewen van de cliënt voordat je de MOHOST scoort (pagina 88, 90 en van de appendix in de Amerikaanse versie). Zou je behoefte hebben aan een Nederlandse versie van deze OCAIRS vragen? Toelichting: o Heb je suggesties voor verbetering van de Nederlandse handleiding of het scoreformulier? Vragen over het invullen van het scoreformulier van de MOHOST o Hoe heb je in het algemeen het invullen van de MOHOST ervaren? o Was de vooraf gegeven instructie nodig voor het kunnen invullen van de MOHOST? Toelichting: o Hoe heb je de cliënt(en) uitgekozen? Hoelang kende je de cliënt(en) al? o Wat is de diagnose/problematiek van de cliënt(en) die jij hebt gebruikt bij het scoren van de MOHOST? Cliënt 1: 32

33 Cliënt 2: o Hoe heb je de informatie over de cliënt verzameld?(intake, observatie, onderzoek, dossier etc) Cliënt 1: Cliënt 2: o Hoeveel tijd vergde het invullen van het MOHOST scoreformulier per cliënt? Cliënt 1: Cliënt 2: o Vond je dit (te)veel tijd kosten? o Heb je de MOHOST alleen ingevuld, of samen met een andere therapeut/behandelaar? Evt welke behandelaar: o Waarom heb je de MOHOST samen met die persoon ingevuld? o Heb je de MOHOST scores besproken met betreffende cliënt(en)? Ja? Nee? Indien ja: waarom en hoe heb je dit gedaan? Indien nee: waarom niet? Cliënt 1: Cliënt 2: 33

34 o Indien je de scores hebt besproken met de cliënt(en): hoe reageerde(n) de cliënt(en) op de MOHOST en de scores? Cliënt 1 Cliënt 2 o Heb je de scores van de MOHOST gebruikt voor overleg over de cliënt met het MD team? Ja? Nee? Toelichting: o Heb je de scores gebruikt voor bepaling van de behandeling/ stellen van doelen? Ja? Nee? Toelichting: o Wat vind je van de relevantie van het invullen van de culturele achtergrond van de cliënt op het scoreformulier MOHOST? Vragen over de MOHOST o Vind je de MOHOST een bruikbaar meetinstrument in de Nederlandse ergotherapie praktijk? Toelichting: o Vind je de MOHOST een aanvulling op de al bestaande meetinstrumenten? Toelichting: o Wat vind je de meerwaarde van de MOHOST? Toelichting: 34

35 o Denk je dat je de MOHOST gaat gebruiken in de toekomst? Toelichting: Verdere opmerkingen: Bedankt voor het invullen! Projectteam MOHOST Marian Wortman Junioradviseur Inge Vromen Senioradviseur 35

36 BIJLAGE 4 EVALUATIE PROJECT MOHOST De evaluatie van het project MOHOST vond plaats op 10 september 2007, in week 7 van het project (de realisatiefase). De evaluatie werd gehouden op beide praktijkadressen, die hebben deelgenomen aan het project. Op één adres betrof het 1 ergotherapeut die twee cliënten heeft gescoord. Op het andere adres hebben twee ergotherapeuten meegedaan. Eén ergotherapeut heeft 1 cliënt gescoord, de ander heeft twee cliënten gescoord. De evaluatie is gedaan a.d.h. van de ingevulde evaluatieformulieren en de MOHOST scoreformulieren, die de ergotherapeuten uitgereikt hadden gekregen bij de instructie van het werken met de MOHOST. Hieronder volgen de resultaten van de evaluatie. De antwoorden van de drie ergotherapeuten op de vragen van het evaluatieformulier zijn waar mogelijk samengevoegd, en geplaatst onder onderstaande kopjes. Dit om er een leesbaar evaluatieverslag van te maken. 1. Algemene ervaringen Alle drie ergotherapeuten waren positief over de MOHOST. De tijdsinvestering viel over het algemeen mee, en het meetinstrument werd als bruikbaar voor de praktijksituatie genoemd. Het invullen werd zeer verschillend ervaren, van eenvoudig, en vond het meevallen tot moeilijk. Alle drie ergotherapeuten denken in de toekomst te zullen gaan werken met de MOHOST. Men vond het leuk en zinvol deel te nemen aan het project. Eén ergotherapeut geeft aan zeker weer te willen deelnemen aan een vervolgproject MOHOST. 2. De Nederlandse handleiding Deze was duidelijk en goed bruikbaar voor het kunnen invullen van het scoreformulier. Na het lezen van de handleiding was het duidelijk hoe het scoreformulier ingevuld moest worden.(de ergotherapeuten gaven aan dat de instructie die zij gekregen hadden niet nodig was geweest, het lezen van de handleiding was voldoende om het instrument te gebruiken). Door de beknoptheid werd er op enkele punten informatie gemist: o Het begrip participatie werd niet duidelijk gemaakt, de omschrijving die er staat is te kort en verschilt volgens een van de ergotherapeuten van die in de Amerikaanse versie. Omdat MOHOST participatie in kaart brengt, waren de ergotherapeuten van mening dat dit begrip nader gedefinieerd zou kunnen worden. o Een voorbeeld van een ingevulde MOHOST score, met bijbehorende casusomschrijving, om een idee te krijgen hoe het ingevuld kan worden. o De ergotherapeut die onbekend was met het MOHO, vond de info over het model in de handleiding te beknopt. Zij merkte dat zij hierdoor moeite had verschillende secties op het scoreformulier goed in te kunnen vullen. 3. Raadplegen Amerikaanse handleiding De Amerikaanse handleiding is door de ergotherapeuten meerdere keren gebruikt om verschillende redenen. Eén ergotherapeut heeft de Amerikaanse handleiding geraadpleegd om extra informatie te krijgen over de scorecriteria, b.v. aan de hand van de casuïstiek die erin omschreven staat, en 36

37 om een voorbeeld van een sterkte- zwakte analyse te vinden. Eén ergotherapeut heeft het ingezien om het begrip participatie duidelijker te krijgen, het Amerikaanse scoreformulier en de OCAIRS- vragen te zien. Eén ergotherapeut heeft het wel doorgebladerd maar niet uitgebreid kunnen lezen door tijdsgebrek. De ergotherapeuten hebben niet aangegeven het Engelstalige stuk te moeilijk te vinden om te lezen, maar vonden de Nederlandse versie wel makkelijk om mee te werken. 4. Het scoreformulier Het scoreformulier vond men over het algemeen duidelijk, het wees zichzelf. Eén ergotherapeut vond het onlogisch dat er onder de scoreschaal eerst het sterkte- zwakte analyse blokje staat, en daaronder de score samenvatting. Logischer zou zijn dit om te draaien. Over de scorecriteria werden verschillende meningen gegeven. Een ergotherapeut vond ze duidelijk en eenvoudig te scoren. Een ergotherapeut vond ze niet altijd duidelijk, omdat de beschrijving voor haar te beknopt was. Zij zocht extra uitleg in de expanded criteria en de voorbeeldcasuïstiek in de Amerikaanse versie. Zij had twijfels over de scores bij verschillende items,te weten: o De omgeving. Bijvoorbeeld: als een cliënt in het revalidatiecentrum verblijft, en dat dus de te scoren omgeving is, zegt dit slechts iets over de participatie in deze omgeving. o Motorische vaardigheden; kracht en inspanning. Betreft dit de kracht van de bovenste extremiteit, i.v.m. grijpen en verplaatsen van voorwerpen. Wat scoor je als een cliënt wel voldoende kracht in de armen heeft, maar deze niet kan inzetten om te grijpen en voorwerpen te verplaatsen, omdat hij met krukken loopt? Men vond het soms lastig te moeten kiezen tussen twee scores aan de hand van de omschreven criteria. Die keuze moest vaak tussen score 3 of 4 worden gemaakt. De derde ergotherapeut vond de scorecriteria niet altijd duidelijk, maar gaf hiervoor als reden dat zij slechts met twee cliënten ervaring had met het invullen van de MOHOST. Zij vindt het ook na twee cliënten nog lastig om goed te scoren Zij denkt dat het duidelijker wordt als zij meer bedreven zou zijn in het werken met MOHOST. M.n. de secties motivatie voor het handelen en handelingspatronen waren voor haar moeilijk in te vullen. Wellicht heeft dit te maken met haar onbekendheid met het model MOHO (dit gaf zij zelf aan als reden). Omdat zij wel bekend is met het werken met de AMPS, koos zij bij twijfel vaak voor de laagste score. Dit is bij de AMPS de afgesproken methode van scoren. Over de relevantie van het vermelden van de culturele achtergrond van de cliënt was verdeeldheid. Twee ergotherapeuten vonden het relevant omdat het van invloed kan zijn op de participatie. Het kan van invloed zijn op de score van bijvoorbeeld communicatie en omgeving. Een ergotherapeut vond het vermelden van dit gegeven niet relevant, zij melde weerzin te hebben om dit op het voorblad van het scoreformulier in te vullen. Men vond echter wel unaniem dat kennis hebben van de culturele achtergrond onontbeerlijk is voor het goed kunnen begeleiden van een cliënt. 5. De scorewijze De scoreschaal 4,3,2,1 werd door alle drie duidelijk gevonden. Een ergotherapeut merkte op dat het internationaal gezien logischer is deze cijferscore te gebruiken, dan de letterscore F,A,I,R, in de Amerikaanse versie. 37

38 6. Keuze van clienten De ergotherapeuten kenden de cliënten goed, voldoende om de MOHOST te kunnen scoren. De tijd dat de cliënten bij hen bekend waren varieerde van 1 week tot 3 maanden. Eén ergotherapeut heeft bewust gekozen voor een cliënt in de analysefase, en één cliënt aan het eind van de behandelfase. Dit om te bezien in welke fase zij het meest baat zou hebben bij het scoren van de MOHOST. Zij vond het overzicht van de scores bij de cliënt in de analysefase een duidelijke meerwaarde hebben. De 5 cliënten waren alle revalidanten, zowel klinisch als poliklinisch. Zij hadden als diagnosen: o Status na o.k. HNP met complicaties o CVA links met ernstige communicatie en handelingsproblemen o CVA rechts met parese en inattentie links o Contusio cerebri o CVA rechts met verminderde coördinatie li arm en hand en conditievermindering. Onbesproken is gebleven of een diagnose er toe doet voor de keuze de MOHOST wel of niet te gebruiken. Complexiteit heeft wel invloed op het invullen. Eén ergotherapeut bleek als eerste cliënt een te complexe te hebben uitgekozen, waardoor zij met het scoren veel problemen ervaarde. Een tweede,minder complexe cliënt bleek makkelijker in te vullen. De ergotherapeut die poliklinische cliënten behandelt gaf aan dat haar cliënten niet complex waren. Zij had weinig moeite om de scores in te vullen. 7. Gegevensverzameling De gegevens over de cliënten werden verzameld door intakegesprekken,vervolggesprekken, observaties, dossiers, teambesprekingen en verslagen, informatie van de familie en het MD team en onderzoek. Door geen van de ergotherapeuten is extra onderzoek verricht om de MOHOST te kunnen invullen. 8. Tijdsinvestering De tijd om de MOHOST voor de eerste keer volledig in te vullen liep uiteen van 30 tot 45 minuten. Bij twee ergotherapeuten, die een tweede cliënt scoorden, was dit 20 tot 30 minuten. De ergotherapeuten vonden de tijdsinvestering meevallen, en opwegen tegenover wat de score oplevert. Twee ergotherapeuten verwachten dat de tijdsinvestering verder afneemt naarmate zij het instrument veelvuldiger zouden gebruiken. 9. Gebruik ingevulde scoreformulieren De ingevulde scoreformulieren zijn niet gebruikt voor teamoverleg, bespreking met de cliënt of bepaling van de behandeling. Een ergotherapeut geeft aan de score als check te hebben gebruikt aan het einde van een behandeltraject, om te bezien of zij geen behandelaspecten vergeten was. Bij een andere cliënt is de score gebruikt in de analysefase om het probleem in kaart te brengen en reeds gestelde behandeldoelen te ondersteunen.zij heeft het tevens gebruikt om de rapportage te schrijven voor de multidisciplinaire cliëntbespreking, die volgens het RAP wordt gedaan. Alle ergotherapeuten gaven aan dat de uitprobeertijd van de MOHOST, anderhalve week, te kort was om de uitslag van de MOHOST als middel bij een cliëntbespreking te kunnen gebruiken. De ergotherapeuten geven aan dat de wens van nabespreken met de cliënt afhankelijk zou zijn van de cliënt. Men noemt dat het b.v. te confronterend of te complex zou kunnen zijn om in een keer alle sterktes en zwaktes onder ogen te krijgen. Voor een ander zou het juist een 38

39 meerwaarde kunnen zijn om alle sterktes en zwaktes direct te bespreken met de ergotherapeut. Helaas was wederom de uitprobeertijd te kort om de MOHOST met cliënten te kunnen bespreken. 10. Het meetinstrument MOHOST Men is over het algemeen positief over de MOHOST als nieuw meetinstrument, het wordt een aanvulling op de reeds bestaande meetinstrumenten genoemd. Het heeft meerwaarde omdat het in korte tijd de participatie van een cliënt in kaart brengt. Een ander instrument dat participatie in kaart brengt bestaat niet. Ook de meerwaarde om makkelijk een sterkte- zwakte analyse te maken wordt genoemd. Eén van de ergotherapeuten heeft, binnen het kader van een intercollegiale werkgroep, gezocht naar andere meetinstrumenten die participatie meten, maar niets kunnen vinden. Zij willen participatie van amputatiepatiënten gaan vastleggen. Voor haar is de MOHOST een welkom instrument. Zij wil het in de toekomst hiervoor gaan gebruiken. Eén ergotherapeut geeft aan het zinvol te vinden om door stagiaires te laten gebruiken, om snel en redelijk eenvoudig een breed overzicht van de cliënt te krijgen. Zij denkt de MOHOST zeker in de toekomst te gaan gebruiken, als er meer bekendheid komt over dit instrument. Zij noemt dan een rol van de NvE hierin. De derde ergotherapeut vindt nog te weinig grip op de materie te hebben om de meerwaarde van de MOHOST te benoemen. Zij staat er echter wel voor open om de MOHOST vaker uit te proberen. 11. Overige discussiepunten/opmerkingen/aanvullingen Niet duidelijk was wat er gedaan moest worden bij een onduidelijk item of veel twijfel over een score. Omdat er een vakje nvt of niet te scoren ontbreekt op het scoreformulier hadden de ergotherapeuten de indruk dat alle items gescoord moesten worden. Zij vroegen zich af of je een vakje oningevuld mocht laten. Zij gaven aan dat sommige items niet/moeilijk te scoren waren omdat daarover gegevens ontbraken over de cliënt. Soms is er dan toch een score gegeven, die een vertekend beeld zou kunnen geven over de participatie op dat gebied. Op de vraag of er ook een MOHOST observatieformulier in de Nederlandse versie moet komen, werd geantwoord dat dit formulier wel bruikbaar zou zijn om de MOHOST goed te kunnen scoren, zeker voor beginners. Het zou als onderbouwing voor keuzes kunnen dienen. Het werd echter niet als noodzakelijk gezien. Ook werd de verdere tijdsinvestering als nadeel genoemd. De OCAIRS- vragen vond men niet zinvol om mee te werken. Eén ergotherapeut merkt op dat het voor de opleiding wel bruikbaar zou zijn, om te leren vragen te stellen in een intakegesprek. Als gediplomeerd ergotherapeut moet je in staat zijn deze vragen te stellen zonder voorbeeld. 12 September 2007 Marian Wortman, junioradviseur project MOHOST 39

40 Concept Nederlandse Handleiding MOHOST Juli 2007 Projectteam: Marian Wortman Junioradviseur Inge Vromen Senioradviseur 40

MOHO EN DE MOHOST. Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam

MOHO EN DE MOHOST. Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam MOHO EN DE MOHOST Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam EEN MODEL is een vereenvoudigde weergave van een theorie - verbanden worden

Nadere informatie

Realisatiefase fase 5

Realisatiefase fase 5 Realisatiefase fase 5 Dit is de tweede doe-fase. Tijdens de realisatiefase voeren jullie de ontwerpen uit om het product te realiseren. Tijdens de voorbereidingsfase hebben jullie alles wat jullie nodig

Nadere informatie

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase In het kader van: Toegepast Onderzoek Kwaliteitszorg en Ondernemen Realisatiefase 18 december

Nadere informatie

Realisatiefase fase 5

Realisatiefase fase 5 Realisatiefase fase 5 Dit is de tweede doe-fase. Tijdens de realisatiefase voeren jullie de ontwerpen uit om het product te realiseren. Tijdens de voorbereidingsfase hebben jullie alles wat jullie nodig

Nadere informatie

ONDERZOEK & WETENSCHAP

ONDERZOEK & WETENSCHAP ONDERZOEK & WETENSCHAP Het gebruik van richtlijnen door ergotherapeuten in Nederland Jaarcongres Ergotherapie 22 maart 2019 GEBRUIK VAN RICHTIJNEN DOOR ERGOTHERAPEUTEN IN NEDERLAND Dr Joan Verhoef, Hoofddocent

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE Netwerkthermometer DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE Wat is De Netwerkthermometer De Netwerkthermometer is een test. Een test om een gedegen beeld te krijgen van hoe je zelf aan kijkt tegen je

Nadere informatie

Wat kan Ergotherapie bieden?

Wat kan Ergotherapie bieden? Wat kan Ergotherapie bieden? Een productboek en een adviesrapport ter profilering van de vakgroep Ergotherapie. Advies rapport Eelco Beer Karin van Panhuis Jeanie Koop-van Rijn (seniorbegeleider) Juni

Nadere informatie

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk PAS Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk Handleiding Deel B Handleiding Adviesgroep ErgoJob Auteurs: Senioradviseur: In opdracht van: Marije Goos Lieke van de Graaf Wendy Speksnijder Natascha

Nadere informatie

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 12 / PBSD 9 Coördinatie, kwaliteit en voorlichting, profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN:

Nadere informatie

Model Of Human Occupation. Screening Tool-NL

Model Of Human Occupation. Screening Tool-NL Nina de Bakker Drs. Karin Kortendijk Marieke van Leeuwen Eric Tigchelaar De Nederlandse handleiding van de MOHOST (versie.0) Model Of Human Occupation Screening Tool- NL Junioradviseur Junioradviseur Junioradviseur

Nadere informatie

Aanbod scholingen PEDI-NL November 2010 SCHOLINGEN PEDI-NL

Aanbod scholingen PEDI-NL November 2010 SCHOLINGEN PEDI-NL SCHOLINGEN PEDI-NL De PEDI-NL is de Nederlandse vertaling en bewerking van Pediatric Evaluation of Disability Inventory. Met de PEDI kan de mate van zelfstandigheid in het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten

Nadere informatie

Het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden

Het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden DEEL A Het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Junior adviseurs Periode Paulien Luijten 8 April 2002 27 September 2002 Ivy Pot Christiane Thiem In

Nadere informatie

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma De toepassing van de richtlijn Ergotherapie aan huis bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers Post - HBO cursus 2012

Nadere informatie

Techniek: Het CBAM. 1.1 Lijst met uitspraken over de voorgestelde vernieuwing. Vragenlijst met toelichting

Techniek: Het CBAM. 1.1 Lijst met uitspraken over de voorgestelde vernieuwing. Vragenlijst met toelichting Techniek: Het CBAM Vragenlijst met toelichting Met de CBAM (Concerns Based Adoption Model) kan worden nagegaan hoe leerkrachten tegen een vernieuwing aan kijken en in hoeverre een vernieuwing ook daadwerkelijk

Nadere informatie

Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum

Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum Aanleiding onderzoek Tegen 2012 moet een woon- en zorgcentrum zelfevaluatie uitvoeren (Vlaamse Regering, 2009) Vraag vanuit externe stuurgroep

Nadere informatie

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Een beeld vormen en in kaart brengen van de autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 Juni 2012

Nieuwsbrief 3 Juni 2012 Nieuwsbrief 3 Juni 2012 Het project InterRAI Deze nieuwsbrief is bedoeld voor de direct betrokkenen bij het project InterRAI maar ook voor alle belangstellenden binnen de betrokken organisaties. Mogelijk

Nadere informatie

Adviesrapport Met stip op één

Adviesrapport Met stip op één Adviesrapport Met stip op één Opdrachtgever: Junioradviseurs: E. de Haan J. Betjes L. J. van der Bie Senioradviseur: J.J. van der Toorn Hogeschool van Amsterdam Opleiding Ergotherapie 5 Juni 2012 Inhoud

Nadere informatie

Leertrajecten Het nieuwe veehouden voorjaar 2011 Samenvatting evaluatie

Leertrajecten Het nieuwe veehouden voorjaar 2011 Samenvatting evaluatie Leertrajecten Het nieuwe veehouden voorjaar 2011 Samenvatting evaluatie Hieronder vindt u de samenvatting van de ervaringen van de deelnemers van drie leertrajecten van Het nieuwe veehouden die in het

Nadere informatie

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan 1 WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan Doorstroomtraject BBL/BOL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering

Nadere informatie

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Dominique van Maas Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred Paulis Datum: 19-01-014 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

Addendum Handreiking ROPI-R (revised) April 2017

Addendum Handreiking ROPI-R (revised) April 2017 Addendum Handreiking ROPI-R (revised) April 2017 In 2016 is de ROPI herzien. Redenen hiervoor zijn dat we de tijdsduur voor de afname van de ROPI en de verslaglegging wilden bekorten en vooral dat we scherper

Nadere informatie

PROJECTRISICO S EENVOUDIG IN KAART De Project Risico Meter als hulpmiddel

PROJECTRISICO S EENVOUDIG IN KAART De Project Risico Meter als hulpmiddel Trefwoorden: projectmanagement, risicomanagement, risico-identificatie PROJECTRISICO S EENVOUDIG IN KAART De Project Risico Meter als hulpmiddel Samenvatting In elke organisatie wordt gewerkt aan projecten.

Nadere informatie

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort Groep: 2 Leerkracht : Arianne van der Laan IB-er: Ria Ruyne Ergotherapeuten: Eelke van Haeften en Viviane

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Pediatric Volitional Questionnaire (PVQ) December 2013 Review: 1) G. Hodenius, J. Issel, J. Ohl 2) J.B.Grondal Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

QUOTE- EEE. QUOTE- Occupational Therapy. Number of items 21, 38

QUOTE- EEE. QUOTE- Occupational Therapy. Number of items 21, 38 QUOTE- EEE Name QUOTE- Occupational Therapy Language Dutch Number of items 21, 38 Developed by NIVEL, NVE Year 2003 Corresponding literature B.M Janssen, H.J Sixma. QUOTE-EEE; kwaliteit van zorg vanuit

Nadere informatie

De ACLs in de praktijk. Margreet Heuvelman, Msc Wieneke van Doorn, Cognitief Revalidatie Therapeut

De ACLs in de praktijk. Margreet Heuvelman, Msc Wieneke van Doorn, Cognitief Revalidatie Therapeut De ACLs in de praktijk Margreet Heuvelman, Msc Wieneke van Doorn, Cognitief Revalidatie Therapeut Aanleiding en Missie Opbouw Introductie Het model Onderzoek De biecht Knelpunten Cognitive Disabilities

Nadere informatie

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel Het meten van het effect van leren en ontwikkelen is een belangrijk thema bij onze klanten. Organisaties willen de toegevoegde waarde van leren weten en verwachten een professionele aanpak van de afdeling

Nadere informatie

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren. ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak

Nadere informatie

ALGEMEEN PROJECT RAPPORT

ALGEMEEN PROJECT RAPPORT Evaluatie EVALUATION rapport RAPPORT SENDI PROJECT project ALGEMEEN PROJECT RAPPORT This report contains the evaluation analysis of the filled out questionnaire about the Kick off meeting in Granada Dit

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Definitiefase fase 2

Definitiefase fase 2 Definitiefase fase 2 Nu dat jullie als projectteam de startnotitie af hebben, kunnen jullie beginnen met de volgende fase: jullie gaan de startnotitie uitbreiden tot een projectplan en jullie gaan de rollen

Nadere informatie

Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie

Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie 7 De Nederlandse samenvattende handleiding van de OPHI-II (versie 2.1) Occupational Performance History Interview-II NL Rosa Baaijen Junioradviseur

Nadere informatie

Workshop CANSAS. Voor het ROM Doorbraakproject. Petra Tamis en Annet Nugter GGZ Noord-Holland-Noord

Workshop CANSAS. Voor het ROM Doorbraakproject. Petra Tamis en Annet Nugter GGZ Noord-Holland-Noord Workshop CANSAS Voor het ROM Doorbraakproject 2015 Petra Tamis en Annet Nugter GGZ Noord-Holland-Noord Inhoud workshop Kennismaking Introductie CANSAS: Wat is dit voor instrumenten en hoe neem je ze af

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

SECTORPROJECT 4 VMBO - T SECTORPROJECT 4 VMBO - T 2016-2017 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORPROJECT VOOR 4 VMBO-T Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Samenvatting Scores Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Zowel uit de beoordelingen in de vorm van een rapportcijfer als de aanvullende opmerkingen, blijkt dat de

Nadere informatie

Addendum Handreiking ROPI-R (revised) April 2017

Addendum Handreiking ROPI-R (revised) April 2017 Addendum Handreiking ROPI-R (revised) April 2017 In 2016 is de ROPI herzien. Redenen hiervoor zijn dat we de tijdsduur voor de afname van de ROPI en de verslaglegging wilden bekorten en vooral dat we scherper

Nadere informatie

SGF formulier voor cliëntreferenten. Formulier voor het beoordelen van onderzoeksaanvragen vanuit het cliëntenperspectief.

SGF formulier voor cliëntreferenten. Formulier voor het beoordelen van onderzoeksaanvragen vanuit het cliëntenperspectief. SGF formulier voor cliëntreferenten Formulier voor het beoordelen van onderzoeksaanvragen vanuit het cliëntenperspectief. Bij dit formulier hoort een handreiking waarin de vragen en cursief gedrukte woorden

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

SGF formulier beoordelen onderzoeksaanvragen vanuit cliëntenperspectief

SGF formulier beoordelen onderzoeksaanvragen vanuit cliëntenperspectief SGF formulier beoordelen onderzoeksaanvragen Bij dit formulier hoort een brochure waarin de vragen worden toegelicht. Wij raden u aan hiervan kennis te nemen voordat u dit beoordelingsformulier invult.

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

QUOTE- EEE. QUOTE- Occupational Therapy. Number of items 21, 38

QUOTE- EEE. QUOTE- Occupational Therapy. Number of items 21, 38 QUOTE- EEE Name QUOTE- Occupational Therapy Language Dutch Number of items 21, 38 Developed by NIVEL, NVE Year 2003 Corresponding literature B.M Janssen, H.J Sixma. QUOTE-EEE; kwaliteit van zorg vanuit

Nadere informatie

Positieve gezondheid en het gemeentegesprek

Positieve gezondheid en het gemeentegesprek Positieve gezondheid en het gemeentegesprek Toelichting op ontwikkelde materialen en resultaten van de pilot in het kader van de ZONMW kennisvoucher Positieve gezondheid in de praktijk Projectnummer 50-53100-98-084

Nadere informatie

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. AOB Compaz B.V. 1 Inhoudsopgave

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. AOB Compaz B.V. 1 Inhoudsopgave RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum - het 10 punten participatie plan - Het Ben Sajetcentrum is een academische leerwerkplaats waar we de praktijk van / in de zorg willen

Nadere informatie

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4 Praktijk oriëntatie Maatschappelijke zorg Niveau 3 + 4 Reader voor studenten Schooljaar 2018-2019 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 1.Inhoud Praktijk oriëntatie Voor wie is Praktijk oriëntatie?

Nadere informatie

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Traject Tilburg Aanvragers: Gemeente Tilburg Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Opgave: Beantwoorde ondersteuningsvraag In Tilburg is het traject Welzijn Nieuwe Stijl onderdeel van een groter programma

Nadere informatie

In 10 stappen van project naar effect!

In 10 stappen van project naar effect! In 10 stappen van project naar effect! een handleiding voor slim zorgen > Betrek de belangrijke sleutelpersonen > Stel projectteam samen & kies pilotteams > Screen de huidige situatie > Organiseer een

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Adviesteam autisme ZHZ in 2014

Adviesteam autisme ZHZ in 2014 Adviesteam autisme ZHZ in 2014 Soms heb je een casus waar je verder in wilt komen. Het kan dan goed zijn om advies vanuit een andere organisatie of juist vanuit een andere sector te krijgen. Het adviesteam

Nadere informatie

Hoe zit dat allemaal?

Hoe zit dat allemaal? Adviesrapportage en aanbevelingen Hoe zit dat allemaal? Brandwonden en drukkleding Junior adviseurs Kerstin van Bale Michelle Belder Tessa Karsten Karin van Veldhuizen Senior adviseur Anneco van der Toorn

Nadere informatie

WAAROM ERGOTHERAPIE ONDERSCHEIDEND IS BINNEN DE ONCOLOGISCHE REVALIDATIE

WAAROM ERGOTHERAPIE ONDERSCHEIDEND IS BINNEN DE ONCOLOGISCHE REVALIDATIE WAAROM ERGOTHERAPIE ONDERSCHEIDEND IS BINNEN DE ONCOLOGISCHE REVALIDATIE VOORSTELLEN ANDY VAN LUTTIKHUIZEN ERGO- EN FYSIOTHERAPEUT CORINE RIJPKEMA ERGOTHERAPEUT/ GEZONDHEIDSWETENSCHAPPER 2 IK HOU VAN

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best Rekenkamercommissie Onderzoeksplan proces- kwaliteit gemeente Best September 2014 Rekenkamercommissie gemeente Best Drs. J. J.M. van den Heuvel, Voorzitter Drs. M.A. Koster RA, Lid J.M. van Berlo (secretaris)

Nadere informatie

Cliënten Ervaren Ergotherapie 1/

Cliënten Ervaren Ergotherapie 1/ Nr. Datum binnenkomst; Therapeut Vragenlijst Cliënten Ervaren Ergotherapie (CEE) Wat vond u van uw behandeling bij de ergotherapeut? Uw eigen ergotherapeut en de beroepsvereniging Ergotherapie Nederland,

Nadere informatie

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! De brief: Het Venster F.D. Rooseveltlaan 18 Postbus 2157 5600 CD Eindhoven Eindhoven, 29 november 2011 Betreft: Enquete cliënttevredenheid Beste

Nadere informatie

Profiel Product Verantwoording. LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Profiel Product Verantwoording. LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding. Management & Organisatie Opdracht: Profiel Product Verantwoording LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding Management & Organisatie Naam auteur(s) Vakgebied Bart Deelen M&O Student nr 10761799 Titel Onderwerp

Nadere informatie

De Businesscase Light

De Businesscase Light De Businesscase Light Instrument om de kansen voor verbeteringen en innovatie in de dagelijkse zorg thuis in te schatten en in te voeren De Businesscase Light is een instrument om de kansen en de sterke

Nadere informatie

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Gemeente Bronckhorst, 23 augustus 2016 1. Aanleiding We willen het beleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 gemeente Bronckhorst tussentijds

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor tandartspraktijken. Informatie en stappenplan

Door Cliënten Bekeken voor tandartspraktijken. Informatie en stappenplan Door Cliënten Bekeken voor tandartspraktijken December 2012 Informatie en stappenplan Door Cliënten Bekeken voor tandartspraktijken is hét traject voor kwaliteitsverbetering van de mond zorg vanuit het

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Handleiding JeugdhulpAlliantieSchaal (JAS) Een hulpmiddel om in gesprek te gaan over de werkrelatie

Handleiding JeugdhulpAlliantieSchaal (JAS) Een hulpmiddel om in gesprek te gaan over de werkrelatie Handleiding JeugdhulpAlliantieSchaal (JAS) Een hulpmiddel om in gesprek te gaan over de werkrelatie 0 Inleiding Onder het begrip alliantie wordt de werkrelatie tussen u als ambulant hulpverlener en de

Nadere informatie

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving Ank Eijkelkamp, ergotherapeut MSc, ArteveldehogeschoolGent Studiedag De ergotherapeut

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

INSPIRATIEDAG ERGOTHERAPIE EN HERSTELGERICHTE ZORG IN DE PRAKTIJK

INSPIRATIEDAG ERGOTHERAPIE EN HERSTELGERICHTE ZORG IN DE PRAKTIJK DONDERDAG 17 MAART 2016 INSPIRATIEDAG ERGOTHERAPIE EN HERSTELGERICHTE ZORG IN DE PRAKTIJK Graag nodigen we je uit op de inspiratiedag rond ergotherapie en herstelgerichte zorg in de praktijk. Deze dag

Nadere informatie

Tot studiejaar 2009-2010 Evidence Based Practice (EBP): eigen programma

Tot studiejaar 2009-2010 Evidence Based Practice (EBP): eigen programma Tot studiejaar 2009-2010 Evidence Based Practice (EBP): eigen programma! liep over 4 jaar! één uur les was 60 minuten! onderwijsgroepen 15 studenten! onderzoekjes in de periode van stage! afstudeerprogramma

Nadere informatie

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding portfolio handleiding Werkgroep portfolio & coaching 1 De plaats van portfolio in het leren op het VMBO. In enkele notities en werkdocumenten is het kader voor het nieuwe onderwijs geschetst. Dit komt

Nadere informatie

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012)

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) -1- Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) 1 Aanleiding voor het project Arbeidsparticipatie is een belangrijk onderwerp voor mensen met een chronische ziekte of functiebeperking

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Projectvoorstellen maken

Projectvoorstellen maken Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden

Nadere informatie

Instituut Broers. Plan van Aanpak. Zubin Mathoera & Tomas Berends. Zubin Mathoera Tomas Berends Maarten van Mensvoort Tim van Berkel

Instituut Broers. Plan van Aanpak. Zubin Mathoera & Tomas Berends. Zubin Mathoera Tomas Berends Maarten van Mensvoort Tim van Berkel Instituut Broers Plan van Aanpak Zubin Mathoera & Tomas Berends Zubin Mathoera Tomas Berends Maarten van Mensvoort Tim van Berkel 00-00-0000 VOORWOORD Dit plan van aanpak hebben wij volgens het boek van

Nadere informatie

Introduceren thema Op vakantie in Europa. centraal rondom vakantie in Europa: Thema: Op vakantie in Europa

Introduceren thema Op vakantie in Europa. centraal rondom vakantie in Europa: Thema: Op vakantie in Europa Aardrijkskunde Op vakantie in europa Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Op vakantie in Europa Introduceren thema Op vakantie in Europa In dit thema staan de volgende

Nadere informatie

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken Bijeenkomst 1 De trainer stelt zichzelf voor en geeft een korte toelichting over de inhoud en het doel van de training. Licht de afspraken en regels toe die gelden voor deelname. Neemt hier de tijd voor,

Nadere informatie

Fase 1. Analyse van onderwijs In kaart brengen behoeftes. Kennis over de praktijk

Fase 1. Analyse van onderwijs In kaart brengen behoeftes. Kennis over de praktijk Fase 1 1 Analyse van onderwijs In kaart brengen behoeftes Kennis over de praktijk De school heeft een wens of behoefte en deze is gebaseerd op gezamenlijke data-analyse, op schoolontwikkeling of op visie-aspecten.

Nadere informatie

Onderzoeksplan Rekenkamercommissie 2011

Onderzoeksplan Rekenkamercommissie 2011 Onderzoeksplan Rekenkamercommissie 2011 Boxtel, maart 2011 Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksplan 2011 van de rekenkamercommissie Boxtel. Het onderzoeksplan is het resultaat van de suggesties die we

Nadere informatie

1.0 Inleiding Testplan Testdoelen Navigatie Lay-out en prioriteit Interactie

1.0 Inleiding Testplan Testdoelen Navigatie Lay-out en prioriteit Interactie Inhoudsopgave 1.0 Inleiding 3 2.0 Testplan 4 2.1 Testdoelen 4 2.1.1 Navigatie 4 2.1.2 Lay-out en prioriteit 4 2.1.3 Interactie 4 2.1.4 Content 4 2.1.5 Formulieren en foutafhandeling 5 2.1.6 Snelheid 5

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Evaluatierapport Workshop ADHD Fontys PABO Limburg Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Inhoudsopgave Pag. 1. Inleiding 2 2. Deelnemers/respondenten 2 3. Opzet en inhoud evaluatie 2 4. Resultaten 2

Nadere informatie

Is de (bij)scholing in uw organisatie. effectief? meet het effect!

Is de (bij)scholing in uw organisatie. effectief? meet het effect! Is de (bij)scholing in uw organisatie effectief? meet het effect! Zorgorganisaties staan voor grote uitdagingen. Met minder mensen goede zorg leveren aan een doelgroep met steeds complexere zorgvragen.

Nadere informatie

Helpt het hulpmiddel?

Helpt het hulpmiddel? Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht

Nadere informatie

Evaluatie EVC-traject buurtsportcoaches

Evaluatie EVC-traject buurtsportcoaches Evaluatie EVC-traject buurtsportcoaches Zoë van Ginneken Jo Lucassen Mulier Instituut, Utrecht Januari 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond Hoofdstuk 2: Bevindingen Hoofdstuk 3: Resultaten Introductie

Nadere informatie

Voorbeeldprogramma startbijeenkomst

Voorbeeldprogramma startbijeenkomst BIJLAGE 3 Voorbeeldprogramma startbijeenkomst Inleiding De startbijeenkomst vindt plaats vooraf aan iedere activiteit, ook wanneer jongeren al vaker mee hebben gedaan met M25. Natuurlijk kun je variëren

Nadere informatie

Aios goed voorbereid op beroepspraktijk

Aios goed voorbereid op beroepspraktijk Home no. 6 December 2017 Eerdere edities Verenso.nl Aios goed voorbereid op beroepspraktijk Overwegend positief over curriculum ouderengeneeskunde 2012-2016 Eveline Bets eveline@tekstvanbets.nl Het NIVEL

Nadere informatie

Lerend Netwerk. Coachingavond Draaiboek Plan B. Case Caermerklooster Firma Denys NV. Proactief handelen

Lerend Netwerk. Coachingavond Draaiboek Plan B. Case Caermerklooster Firma Denys NV. Proactief handelen Lerend Netwerk Coachingavond Draaiboek Plan B Case Caermerklooster Firma Denys NV Proactief handelen 30 november 2010 1 Coachingsessie thema 3: Proactief handelen (Plan B) Structuur van de avond: Inleiding

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R gemeente WOERDEN

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R gemeente WOERDEN Cr RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00031 gemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum 17 januari 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Koster Portefeuille(s) : Sociaal domein Contactpersoon

Nadere informatie

Evaluatie Vooruit met Voorlezen

Evaluatie Vooruit met Voorlezen Evaluatie Vooruit met Voorlezen In 2017 heeft een nieuwe editie van Vooruit met Voorlezen plaatsgevonden, een initiatief van Stichting de Versterking, Stichting lezen en de Bibliotheek op school. Dit project

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Joost den Hollander Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred paulis Datum: 9-0-05 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer Gedragswaaier Een passende aanpak voor ieder kind Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer 2. Introductie van de Gedragswaaier De Gedragswaaier biedt leerkrachten in het primair onderwijs handvatten

Nadere informatie

SANDER VAN DE RIJT ONDERZOEK PROTOTYPE

SANDER VAN DE RIJT ONDERZOEK PROTOTYPE SANDER VAN DE RIJT ONDERZOEK PROTOTYPE INTRODUCTIE Ons project Wij zijn een door zes studenten opgerichte start-up die naar aanleiding van een individueel onderzoek een gezamenlijke interesse hebben. De

Nadere informatie

Instituut Broers. Plan van Aanpak. [Project Steam OS

Instituut Broers. Plan van Aanpak. [Project Steam OS Instituut Broers Plan van Aanpak [Project Steam OS [Zubin Mathoera, Vincent Darwinkel, Tomas Berends] 12-1-2017 VOORWOORD Dit plan van aanpak hebben wij volgens het boek van Roel Grit, Project Management,

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte

ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte De ontwikkeling van de ehealth-koffer Naam : Seline Kok en Marijke Kuipers School : Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding : HBO-Verpleegkunde voltijd

Nadere informatie

Blok 1 - Introductie

Blok 1 - Introductie Reflectie jaar 1 Algemeen Aan het begin van het eerste jaar kwamen een hoop nieuwe dingen op mij af. Na een jaar reizen had ik veel zin om aan de studie Voeding en Diëtetiek te beginnen en was erg benieuwd

Nadere informatie

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 Inhoud: Inleiding 2 Tijdsplanning 3 Logboek 4 Voorbeeld logboek 5 Verslag 6 Bronvermelding 7 Weging/ eindcijfer 8 pws-informatieboekje

Nadere informatie

Handleiding SCOPE-NL. Nederlandse versie van de SCOPE (versie 2.2) Versie: Januari 2011

Handleiding SCOPE-NL. Nederlandse versie van de SCOPE (versie 2.2) Versie: Januari 2011 Handleiding Versie: Januari 0 SCOPE-NL Nederlandse versie van de SCOPE (versie.) Junioradviseurs Senioradviseur Opdrachtgever Willianne Brouwer Marjon ten Velden ECE Jeroen Lafeber Eric Tigchelaar Daisy

Nadere informatie