Datum 2 0 JULI Telefoon I Behandeld door M. Hertogh

Transcriptie

1 ~A~ College van Burgemeester en Wethouders Aan de raadsleden van de gemeente Breda Telefoon Postadres Postbus 90156, 4800 RH Breda Bezoekadres Stadskantoor Claudius Prinsenlaan 10 Uw brief Onderwerp Geactualiseerd resultaat BUIG/SW Datum 2 0 JULI 2016 Telefoon I Behandeld door M. Hertogh lld llwl l ll llll~ihlluihi BRD2016BBS9 Bijlagen Geachte leden van de gemeenteraad, Zoals eerder aangekondigd in de Eerste Bestuursrapportage van april 2016 informeren we u in deze raadsbrief over het geactualiseerd resultaat BUIG inclusief P-budget (SW) en de stand van zaken van het maatregelenpakket. Naast dit maatregelenpakket ondernemen we nog meer actie om mensen in Breda (weer) aan het werk te helpen. Via deze raadsbrief brengen we u ook op de hoogte van de verdere ontwikkeling van deze speerpunten op de terreinen werk, inkomen en activering. Geactualiseerd resultaat 2016 Wet BUIG inclusief P-budget (SW) In het raadsvoorstel 'Actualisering mee~arenperspectiefwet BUIG inclusief P-budget (incl SW)' van december 2015 was het geprognosticeerde resultaat ,287 miljoen positief. Ondanks de focus op de maatregelen/activiteiten werk en inkomen is het klantenbestand in Breda de afgelopen maanden gestegen. Dit is in lijn met de trend bij grote gemeenten. Op basis van de verhouding instroom/uitstroom wordt een verdere stijging van het klantenbestand voorzien en wordt op basis van de werkelijke uitkeringslasten tot en met april 2016, bij ongewijzigde omstandigheden, een negatief resultaat verwacht van ongeveer 5 miljoen. Het klantenbestand stijgt mede door externe ontwikkelingen. De voorzichtige economische groei houdt vooralsnog aan, maar heeft nog slechts beperkt effect op de arbeidsmarkt (banengroei) en werkloosheid. De werkloosheid in Breda is in het eerste kwartaal van 2016 afgenomen, sinds mei stijgt die weer. Ook regionaal en landelijk is in mei 2016 een toename van de werkloosheid te zien. Het nadelige verschil ten opzichte van de vorige prognose voor 2016 heeft onder meer de volgende oorzaken: De instroom in de bijstand is hoger dan de uitstroom. Het aantal uitkeringen is gestegen van circa uitkeringen (1 januari 2016) naar circa uitkeringen per 1 juni Dit is een stijging van circa 4,4%. De stijging in Breda is in lijn met de landelijke trend, ook landelijk is sprake van een toename van het aantal bijstandsuitkeringen. De opbouw van het klantenbestand in Breda wijzigt. Verhoudingsgewijs hebben steeds meer ouderen (als gevolg van de leeftijdsverhoging van de AOW) en statushouders recht op bijstand. Het gemiddeld bedrag per uitkering is in Breda met een bedrag van hoger dan de landelijk geraamde kosten per uitkering, waarvan het Rijk is uitgegaan en waarmee rekening is gehouden bij het geactualiseerd meerjarenperspectief in december 2015 (begroting ). De hogere gemiddelde uitkering wordt vooral veroorzaakt door de samenstelling van het bestand. Breda heeft relatief gezien meer gezinnen in haar bestand dan waarmee in het verdeelmodel rekening is gehouden. De effecten van het maatregelenpakket leveren minder op dan verwacht.

2 ""~ 2 van 10 Het college zal bij de Tweede Bestuursrapportage voorstellen om de begroting 2016 te wijzigen en het voorziene tekort in principe te dekken ten laste van het begrotingsdeel Sociaal Domein. Werk maken van Parlicipatie Afgelopen periode is ingezet op het maatregelenpakket, zoals in december 2015 is geactualiseerd. Dit maatregelenpakket heeft echter minder opgebracht dan verwacht (zie bijlage). Het blijkt niet alleen onvoldoende, maar is bovendien geen continue pakket van maatregelen. Sommige maatregelen zijn eenmalig (zoals de controle op de kostdelersnorm), andere maatregelen zijn inmiddels ingebed in regulier beleid (zoals Back2school), en maatregelen die effectief zijn gebleken worden doorgezet (zoals Switch). Vandaar ook dat we verder zijn gegaan met het doorontwikkelen van activiteiten waarvan wij meer effect verwachten op het terrein van werk, inkomen en activering. De komende periode werken we gestructureerd verder aan het verbeteren van de effectiviteit van re-integratie. Dit doen we in samenhang met overige ambities in het sociaal domein. In de raadsbrief van 23 juni jl. bent u geïnformeerd over enkele ontwikkelingen op het gebied van werk, inkomen en activering. Door uitwerking te geven aan 'Breda Doet' en de activiteiten van werk, inkomen en activering anders te organiseren in de gemeentelijke organisatie wordt onze dienstverlening verbeterd, gaan we meer integraal werken en zetten we meer maatwerk in om duurzame resultaten te bereiken. We blijven de komende periode inzetten op werk. We richten ons op de volgende speerpunten op de terreinen werk, inkomen en activering: Pilot UWV Na de zomer starten we samen met het UWV een pilot om gezamenlijk (preventief) mensen met een WW-uitkering die binnen 5 à 6 maanden eindigt intensief te begeleiden naar werk. Deze mensen krijgen vanaf drie maanden voor het einde van de WW-uitkering intensieve coaching van het UWV en gemeente. Deze pilot beoogt de instroom in de bijstand te verkleinen. Werkqeverservicepunt Het Werkgeversservicepunt Breda wordt doorontwikkeld. We kijken naar de samenhang tussen de werkgeversdienstverlening en verschillende andere vormen van dienstverlening van de gemeente aan werkgevers. Bij deze doorontwikkeling wordt ook de motie 'Verkennen bijdrage ondernemers aan ATEA' betrokken. Parttime werken We stimuleren parttime werken. Daarom intensiveren we de samenwerking met de uitzendbureaus. Uit de cijfers blijkt namelijk dat de cliënten met parttime inkomsten 50% meer kans hebben op beëindigen van hun uitkering vanwege inkomsten uit arbeid, dan cliënten zonder parttime inkomsten. Experimenten bijstand In het kader van de experimenten in de bijstand gaan we een aantal scenario's uitwerken: een experiment op bijverdienen zonder dat dit direct gevolgen heeft voor uitkering, een experiment waarin we regels schrappen en versimpelen, en een experiment gericht op zelfsturing van de cliënt. Van deze scenario's verwachten we positieve effecten op het aantal aanvragen, de uitvoeringskosten en de uitstroom naar werk. Uiteraard onderzoeken we het daadwerkelijk effect van de experimenten. Garantiebanen Vanuit het Regionaal Werkbedrijf organiseren we extra (voorlichtings)bijeenkomsten met het bedrijfsleven en zetten we via ambassadeurschap in op het realiseren van garantiebanen (banen voor mensen met een beperking). Ook de begeleiding van mensen met een arbeidsbeperking wordt geïntensiveerd. We geven hierbij zelf als gemeentelijk werkgever het goede voorbeeld.

3 ~A~ 3 van 10 Social return We willen meer resultaat bereiken met social return. Het college werkt momenteel aan een nieuw kader voor social return. Bij de uitwerking van dit kader wordt de bij de Voorjaarsnota aangenomen motie 'Social Return on investment: een kans voor Breda' betrokken. Activering We investeren in de activering van cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. We werken de bij de Voorjaarsnota 2016 beschikbaar gestelde middelen voor activering uit en gaan aan de slag met de toekomstige invulling van de activiteiten van Stichting Werk aan de Wijk. Voor dit laatste geven we opdracht aan een kwartiermaker om in de periode juli/oktober een concreet businessmodel met oog voor financiële en juridische consequenties voor de Stichting Werk aan de Wijk uit te werken. Statushouders Het college heeft onlangs een plan van aanpak statushouders vastgesteld. We introduceren een nieuwe werkwijze voor statushouders: afhankelijk van kennis, ervaring en capaciteiten van statushouders begeleiden we hen meteen in een programma naar werk/ zelfstandig ondernemerschap of activering. Ze krijgen een persoonlijk plan (sociaal domein breed) gericht op snelle participatie. Statushouders met een korte afstand tot de arbeidsmarkt bemiddelen we direct naar werk. Ook maken taal- en inburgeringondersteuning onderdeel uit van dit plan. Het resultaat is een vernieuwde statushouders aanpak, gericht op een individuele, integrale aanpak. Proeftuin re-integratie De nieuwe regeling Re-integratieproeftuin, die binnenkort in werking treedt, richten we opnieuw in. De voorwaarden scherpen we aan, om zo het lerend effect van de proeftuin te vergroten. Met hulp van TNO zijn we een kader voor effectmeting en methodisch handelen aan het ontwikkelen_ Deze werkwijze verbreden we uiteindelijk naar de gehele uitvoering van de re-integratie-agenda. De evaluatie van de afgelopen periode van de re-integratieproeftuin (2015) bieden we in de tweede helft van 2016 aan de raad aan. We gaan door met projecten uit de proeftuin re-integratie die succesvol zijn gebleken. De Poort De Poort, het loket voor werk, inkomen en activering, wordt onderdeel van de toegang en brengen we in samenhang met de andere toegangsteams in het sociaal domein. Door een vraag samen met de cliënt van meet af aan breed te onderzoeken, over verschillende leefgebieden heen, vergroten we de kans op succesvolle ondersteuning en zorg met een duurzaam resultaat. Dashboard Tot slot, om meer grip te krijgen op de cijfers en snel en tijdig te kunnen bijsturen op het geheel aan activiteiten, is de afgelopen tijd een 'Dashboard werk en inkomen' ontwikkeld. Op basis van dit dashboard worden de belangrijkste indicatoren gevolgd. Via de reguliere planning- en controlcyclus wordt u voortaan geïnformeerd over het totaal van de activiteiten en de effecten op het resultaat BUIG en P-budget (incl SW). Het maatregelenpakket (voor de maatregelen die we doorzetten) is hierin geïntegreerd.

4 """~ 4 van 10 Voor meer informatie over de beschikbare middelen, analyse van de cijfers en het maatregelenpakket verwijzen we u naar de bijlage. We vertrouwen er op dat we u voor dit moment voldoende hebben geïnformeerd. Indien gewenst, zijn we graag bereid tot nadere toelichting. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Breda,, gemeentesecretaris.

5 ~"~ 5 van 10 Bijlage 1 Notitie stand van zaken budget, analyse cijfers en maatregelenpakket 1. Beschikbare middelen Voorlopig budget BUIG Op 26 april 2016 zijn de nader voorlopige budgetten BUIG voor 2016 bekend gemaakt. Voor Breda betekent dit een positieve bijstelling van 0,37 miljoen ten opzichte van het voorlopige budget van 61,8 miljoen. Het nader voorlopige budget bedraagt nu 62,2 miljoen. Het macrobudget 2016 wordt definitief vastgesteld in oktober Nieuw verdeelmodel BUIG en vangnetregeling Afgelopen periode is landelijk gewerkt aan de doorontwikkeling van het verdeelmodel 2017 op basis van integrale data van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook wordt er opnieuw gekeken naar mogelijke afwijkingen voor groepen gemeenten. Naar verwachting wordt in het najaar duidelijk wat de consequentie is van het nieuwe verdeelmodel voor de afzonderlijke gemeenten. We bestuderen het nieuwe verdeelmodel en analyseren welke indicatoren ervoor zorgen dat het budget voor Breda onvoldoende is. Afhankelijk van het resultaat van dit onderzoek zullen we al dan niet gezamenlijk met de andere BS of G32 inzetten op een gezamenlijke lobby naar het ministerie. Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom Bij de vaststelling van het macrobudget aan bijstandsuitkeringen in 2016 is nog geen rekening gehouden met de nieuwe instroom van statushouders. Daar zijn nu afspraken over gemaakt. Voor 2016 is er landelijk 85 miljoen en voor 2017 een bedrag van 90 miljoen beschikbaar. Het betreft een voorfinanciering door middel van een lening in de kosten die gemeenten maken. Hoe deze financieringssystematiek precies wordt uitgewerkt, is op dit moment nog niet helder. Het lijkt erop dat de financiële gevolgen voor gemeenten alleen (budgettair) neutraal zijn, als vanaf /8 van de statushouders uiteindelijk weer uitstroomt uit de uitkering. Dit punt is nadrukkelijk meegegeven bij de ledenraadstemming van de VNG. 2. Nadere analyse cijfers Instroom, uitstroom en klantenbestand De instroom in de bijstand is in 2016 hoger dan de uitstroom. We zien in 2016 een verdere stijging van het aantal uitkeringen van circa uitkeringen (1 januari 2016) naar circa uitkeringen per 1 juni 2016 (stijging van circa 4,4%). Op basis van de verhouding instroom/uitstroom wordt een verdere stijging van het klantenbestand voorspeld. Tot 1 juni 2016 zijn uitkeringen aangevraagd en zijn aanvragen afgehandeld. Hiervan is in 61,1% een uitkering toegekend. 886 aanvragen zijn door de poort afgehandeld, daarvan zijn er 496 toegekend (56%). Daarnaast zijn 114 aanvragen van statushouders behandeld en toegekend (100%). Ten slotte zijn nog 67 aanvragen door anderen afgehandeld (dak- en thuislozen, in inrichting verblijvenden en verkorte aanvragen voor 'draaideurklanten'), hiervan zijn er 57 toegekend (85%).

6 ~A~ 6 van 10 We zien ook dat de opbouw van ons klantenbestand wijzigt: Het aantal mensen ouder dan 65 jaar is per 1 juni 2016 (56; 1,1% van het totale bestand) gestegen t.o.v. januari 2015 (13; 0,3% van het totale bestand) als gevolg van de wijziging van de ingangsdatum van de AOW. Het aantal statushouders is per 1 juni 2016 (386; 7,9% van het totale bestand) gestegen t.o.v. januari 2015 (142; 3,1% van het totale bestand). Het aantal uitkeringen voor gezinnen is per 1 juni 2016 (728; 14,9% van het totale bestand) gestegen t.o.v. januari 2015 ( 659; 14,3 % van het totale bestand). We zien dus verhoudingsgewijs steeds meer ouderen en statushouders in de bijstand, waardoor het uitstroom percentage negatief wordt beïnvloed. Breda in relatie tot andere gemeenten In onderstaand staatje is te zien hoe het klantenbestand in Breda zich ontwikkelt. Ook is een lijn opgenomen van de grote gemeenten waarmee Breda benchmarkt. Vergeleken met deze gemeenten stijgt het klantenbestand van Breda harder. Daarnaast is een lijn opgenomen met vergelijkbare gemeenten (Drechtsteden, Den Bosch en Eindhoven). In deze vergelijking stijgt Breda minder hard. Het verschil in stijging kan meerdere oorzaken hebben, zoals de economische omstandigheden, de in plaatsing van statushouders, de samenstelling van het klantenbestand (bijvoorbeeld veel 65+ers), achterstanden bij het afhandelen van beëindigen. 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% l--m~~~;:---::6,.'fl 1,0% 0,0% -1,0% - Breda - grote gemeentes - vergelijkbare gemeentes 3. Geprognosticeerd resultaat 2016 In december 2015 heeft de raad kennis genomen (raadsvoorstel 44203) van het geactualiseerd meerjarenperspectief Wet BUIG inclusief P-budget (Sociale Werkvoorziening). Het geprognosticeerde resultaat voor 2016 was in december, rekening houdend met het maatregelenpakket, een bedrag van 0,287 miljoen positief (P-budget SW 0,511 negatief/ Buig 0, 798 positief). In onderstaand overzicht is deze prognose bijgesteld, op basis van de huidige inzichten (juni 2016).

7 ~"~ 7 van 10 Tabel 1 Actualisatie resultaat BUIG/ P-budget (SW) x Prognose 2016 Actualisatie 2016 December 2015 Juni 2016 Maatregelen: Participatie (SW) Wet Buig Totaal Resultaat na maatregelen: Participatie (SW) Wet BUIG Resultaat na maatregelen * inclusief resultaat statushouders Toelichting Participatie (SW) Abusievelijk is in de rapportage van december 2015 aan de raad bij de prognose van de maatregelen Participatie (SW) niet het juiste bedrag vermeld( i.p.v ). In de begroting 2016 is met het juiste bedrag van rekening gehouden. Voor de SW wordt een negatief resultaat verwacht van Hierbij is al rekening gehouden met een opbrengst van maatregelen ad Er is een risico met betrekking tot de hoogte van de rijksbijdrage P-budget onderdeel SW. Uit de meicirculaire 2016 blijkt dat het aandeel Breda in het landelijke SW budget lager ligt dan verwacht. Dit probleem lijkt zich landelijk voor te doen. Mogelijk dat er een correctie volgt in september. Dat is echter onzeker. Het geschatte risico voor ATEA bedraagt in Wet BUIG Op basis van de werkelijke uitkeringslasten (Wet BUIG) tot en met april wordt in 2016 bij ongewijzigde omstandigheden een tekort op het budget BUIG verwacht van circa 4,6 miljoen, bestaande uit een negatief resultaat van 3,4 miljoen en het negatief resultaat instroom statushouders van 1,2 miljoen. Hierbij is rekening gehouden met een opbrengst van maatregelen van 1,761 miljoen voor BUIG. Deze cijfers zijn een eerste prognose, (pas) gebaseerd op vier maanden uitkeringslasten (uitkeringen worden achteraf betaald). Het budget BUIG zal in oktober 2016 definitief worden vastgesteld. Aangezien er nog onduidelijkheid is over de financieringssystematiek van de statushouders en het naar verwachting een lening betreft, houden we (nog) geen rekening met extra opbrengsten bij de inschatting van het resultaat Ook in 2016 is er een tijdelijke vangnetregeling. Op basis van de nu bekende cijfers over 2016 zou Breda niet in aanmerking komen voor deze regeling. Het tekort valt namelijk binnen de grenzen van de eigen risicodrempel. Totaal Totaal (BUIG en P-budget (SW) wordt een nadelig resultaat verwacht voor 2016 van 5,074 miljoen. Dit is een nadelig verschil van 5,36 miljoen ten opzichte van de eerdere prognose in december 2015 waar rekening werd gehouden met een positief resultaat van

8 ~"~ 8 van 10 Het nadelig verschil ten opzichte van de vorige prognose voor 2016 heeft onder meer de volgende oorzaken: In het eerste halfjaar is een stijging van het aantal uitkeringen zichtbaar, terwijl bij de prognose 2016, bij de actualisatie van het meerjarenperspectief in december, is uitgegaan van een constante lijn gedurende het jaar Uitgangspunt voor 2016 was een gemiddeld aantal uitkeringen van We zien nu in 2016 een verdere stijging naar gemiddeld uitkeringen; Het gemiddeld bedrag per uitkering is in Breda met een bedrag van hoger dan de landelijke geraamde prijs waarvan het Rijk is uitgegaan en waarmee rekening is gehouden bij het geactualiseerd meerjarenperspectief in december 2015 (begroting ). De hogere gemiddelde prijs wordt vooral veroorzaakt door de samenstelling van het bestand. Breda heeft relatief gezien meer gezinnen in haar bestand dan in het verdeelmodel rekening mee is gehouden. De effecten van het maatregelenpakket leveren minder op dan verwacht. Tabel 2 actuele gegevens en uitgangspunten prognose resultaat BUIG* Actueel Begroting 2016 (Rapportage december 2015) Budget ,8 miljoen (nader voorlopig) 62,4 miljoen Aantal uitkeringen gemiddeld Gemiddelde prijs uitkering Opbrengst maatregelen Verwacht resultaat (excl (negatief) 798 (positief) Statushouders) Resultaat extra instroom (negatief) statushouders *obv. werkelijke uitkeringslasten tot en met opril Maatregelenpakket Onderstaand geven we de laatste stand van zaken van de maatregelen weer, onderverdeeld in: instroombeperking, uitstroom naar werk en bestrijding fraude. Ook wordt ingegaan op de maatregelen voor SW. Tabel 3 analyse maatregelen BUIG Actueel Instroombeperking 0,6 miljoen 0,8 miljoen Uitstroom naar werk 0,7 miljoen 1,6 miljoen Fraude 0,5 miljoen 0,9 miljoen Totaal 1,8 miljoen 3,3 miljoen Begroting 2016 {Rapportage december 2015) Instroombeperking We kunnen niet voorkomen dat mensen bijstand nodig hebben. Bijstand blijft een (tijdelijk) vangnet. Als voornemen is in het maatregelenpakket opgenomen de reductie van de toekenningen te verhogen van 40% naar 43% in Zoals eerder aangegeven past deze maatregel niet bij de visie van "Breda Doet". Deze maatregel bestaat uit twee verschillende activiteiten: beoordeling uitkeringsaanvragen en het signaleren van fraude bij uitkeringsaanvragen. Voor de analyse van de cijfers werk en inkomen is het aantal aanvragen en toekenningen een belangrijke indicator. We zien dat we

9 t:q~ ~A~ 9 van 10 procentueel minder uitkeringsaanvragen tegenhouden (zie tabel 4). Deze ontwikkeling sluit aan bij de steeds meer integrale dienstverlening aan onze burgers en het toepassen van maatwerk, waarbij het soms belangrijker is om eerst een uitkering te verstrekken, voordat hulpverlening/dienstverlening wordt ingezet. Ook verwachten we dat steeds meer mensen op de hoogte zijn van de regelgeving en weten of ze in aanmerking kunnen komen voor bijstand. We investeren in preventie in het brede sociale domein door in het kader van "Breda Doet" samen met de stad om op zoek te gaan naar andere verbindingen en innovatieve oplossingen om te voorkomen dat een beroep op ondersteuning naar werk of financieel vangnet nodig. Tabel 4 Beoordeling uitkeringsaanvraag:% geen toekenning uitkering* Poort Overig Totaal (gemiddeld) ,7 % 10,0% 45,7% ,0% 5,5% 38,9% ob. cijfers per 1 juni **lokaal centraal onthaal, CDA, BBZ Als gevolg van de fraudeonderzoeken verwachten we dat we op jaarbasis 43 uitkeringen minder verstrekken. In 2016 verwachten we een opbrengst van maatregelen instroombeperking van 0,6 miljoen i.p.v. de begrote 0,8 miljoen. Uitstroom naar werk De focus is gericht op werk, werk en nog eens werk. Jongeren zonder (start/arbeids) kwalificatie begeleiden we indien mogelijk terug naar school. Vanwege de positieve resultaten van het project Back2school is dit project onderdeel geworden van de reguliere dienstverlening. Het project Switch, gericht op gedragsverandering, is uitgebreid en werpt zijn vruchten af. Door extra te investeren verwachten we op dat op jaarbasis 25 uitkeringen worden beëindigd. De reguliere samenwerking met de uitzendbranche is de afgelopen periode fors versterkt. De verwachting is dat de stijgende lijn in 2016 gaat doorzetten vanwege de volgende redenen: De procedure voor het opnieuw aanvragen van een uitkering, nadat iemand onlangs(< 3 maanden) is uitgestroomd naar (tijdelijk) werk is vereenvoudigd. Dit om te voorkomen dat dit een belemmering vormt voor het uitstromen naar tijdelijk werk. De contacten met de verschillende uitzendbureaus zijn aangescherpt, waardoor vaker reguliere plaatsingen via uitzendbureaus en via projecten plaatsvinden. Veel kandidaten zijn aan het werk via de uitzendbranche op eigen initiatief, resp. op aansporing van ATEA. Op jaarbasis verwachten we circa 24 uitkeringen die beëindigd worden als gevolg van de intensivering van de samenwerking met de uitzendbranche. Naast het positieve effect op het BUIG-budget (lagere gemiddelde uitkering) leidt het hebben van parttime inkomsten vaker tot het beëindigen van de uitkering. Uit de cijfers blijkt dat de cliënten met parttime inkomsten 50% meer kans hebben op beëindigen van de uitkering vanwege inkomsten uit arbeid dan cliënten zonder parttime inkomsten, waardoor focus op het stimuleren van parttime werken extra uitstroomkansen biedt. Per 1 juni 2016 zijn er 439 personen die parttime inkomsten uit werk hebben. Het bedrag dat maandelijks door klanten aan inkomsten uit arbeid wordt ontvangen (is redelijk stabiel). De begrote (extra) besparing voor 2016 wordt niet gerealiseerd.

10 ~À~ 10 van 10 Socio/ return In 2016 zijn er tot 1 juni 2016 als gevolg van social return afspraken 4 uitkeringen beëindigd, 4 proefplaatsingen gerealiseerd en zijn 14 mensen gestart met part-time werk. Op jaarbasis wordt voor social return een besparing van verwacht. In 2016 verwachten we een opbrengst van maatregelen uitstroom naar werk van totaal 0,7 miljoen (i.p.v. begroot 1,6 miljoen). Bestrijding fraude Tot 1 juni 2016 zijn 371 rechtmatigheidsonderzoeken afgehandeld. Op jaarbasis wordt een besparing verwacht van Wanneer onrechtmatigheden worden geconstateerd wordt, voordat actie wordt ondernomen ten aanzien van het wijzigingen of beëindigen van de uitkering, gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de cliënt. Abusievelijk is in de rapportage van december 2015 aan de raad bij de prognose van de maatregelen fraude ook rekening gehouden met een extra besparing in 2016 als gevolg van de in 2015 ingevoerde kostendelersnorm. Echter met dit bedrag was al rekening gehouden. In 2016 verwachten we een opbrengst maatregelen fraude van totaal 0,5 miljoen (i.p.v. begroot 0,9 miljoen). Herstructurering SW Als gevolg van o.a. lagere inkomsten voor de maatregelen New Business en vergroten gemeentelijke caseload zijn de verwachte besparingen lager( i.p.v ).