GEBIEDSGERICHTE VERKENNING HEEZE- LEENDE

Transcriptie

1 GEBIEDSGERICHTE VERKENNING HEEZE- LEENDE GEMEENTE HEEZE-LEENDE 20 december /ZF7/234/200801

2 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Doel en eindresultaat Gebiedsafbakening Leeswijzer 6 2 Beleidskader Beleid hogere overheden (Geactualiseerd) gemeentelijke verkeersbeleid Ruimtelijk (beleids)uitgangspunten 14 3 Probleemanalyse Objectieve knelpunten Bereikbaarheid Verkeersveiligheid Openbaar vervoer en parkeren Langzaam verkeer Leefbaarheid Subjectieve knelpunten Inbreng klankbordgroep Inbreng externe begeleidingsgroep 28 4 Toekomstige situatie Infrastructurele ontwikkelingen Ruimtelijke ontwikkelingen Woningbouw Bedrijventerreinen Toeristische poorten Verwachte groei van het verkeer Ontwikkeling lucht en geluid 36 5 Knelpuntenoverzicht 37 6 ruimtelijke scenario s voor Ruimtelijke ontwikkeling Ontsluitingsstructuren en aanpassingen wegennet Wegennet lokaal uitgebreid (scenario s 1a en 1b); Opwaardering onderliggende wegennet (scenario 2 en 3) De scenario s gevisualiseerd 46 7 Effectbeschrijving Verkeerskundig Ruimtelijke effecten /ZF7/234/ ARCADIS 2

3 7.2.1 Ruimtelijke ordening Natuur en landschap Water en bodem Geluidsbelasting en luchtkwaliteit Globale Kostenraming Effectenoverzicht Bijdrage aan gemeentelijke doelstellingen 64 8 Eindadvies 65 Bijlage 1 Proces en projectorganisatie 68 Bijlage 2 Studiegebied (inclusief ontwikkelingslocaties) 70 Bijlage 3 Maatgevende kenmerkkaarten 72 Bijlage 4 Geluidsbelasting en luchtkwaliteit 73 Bijlage 5 Lijst pilot Bouwen binnen strakke contouren 74 Bijlage 6 Globale kostenraming 76 Colofon /ZF7/234/ ARCADIS 3

4 HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 AANLEIDING De gemeente Heeze-Leende kampt al jaren met verkeersknelpunten binnen en buiten haar gemeentegrenzen. Zo lopen binnen de gemeente de doorgaande en ontsluitende wegen door de kommen van de kernen, waardoor er sprake is van functiemenging: gebiedsontsluiting wordt gecombineerd met verblijven (winkelen, wonen). Voorts verloopt de ontsluiting van het bedrijventerrein De Poortmannen richting het rijkswegennet via de kernen Leende of Heeze waardoor doorgaand (zwaar) vrachtverkeer door de bebouwde kommen rijdt. Vergelijkbare problemen doen zich voor in de kernen Sterksel en Maarheeze als gevolg van de ontsluiting van het bedrijventerrein Chijnsgoed naar de A2. Knelpunten buiten het beheergebied van de gemeente zijn voornamelijk de afwikkelingsproblemen op het rijkswegennet, ten zuiden en oosten van het knooppunt Leenderheide. Dit leidt tot dagelijks terugkerend sluipverkeer via het gemeentelijke wegennet. De omvang van dit sluipverkeer zal tijdens de bouwperiode van de Randweg Eindhoven ( ) toenemen door wegwerkzaamheden op het rijkswegennet. Het is de verwachting dat direct na oplevering van de Randweg in 2010 het sluipverkeer op het onderliggende wegennet zal reduceren. Het betreft naar verwachting een tijdelijke verbetering omdat het effect zal gaan verdampen door verdere groei van het autoverkeer. Dit impliceert dat de gemeente ook in de toekomst (2020 en verder) geconfronteerd wordt met (doorgaand) sluipverkeer. De gemeenteraad van Heeze-Leende heeft daarom besloten om een gebiedsgerichte verkenning te laten uitvoeren naar de verkeersontsluiting van de gemeente om te komen tot oplossingsrichtingen voor een betere verkeersstructuur. Aan ARCADIS is de opdracht gegund voor het uitvoeren van de gebiedsgerichte verkenning Verkeersproblematiek Heeze-Leende. 1.2 DOEL EN EINDRESULTAAT Het doel van deze gebiedsgerichte verkenning is door de gemeente in haar plan van aanpak eenduidig verwoord. DOEL VAN DEZE VERKENNING IS EEN DOOR ALLE BETROKKEN PARTIJEN GEDRAGEN BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE EN TOEKOMSTIGE VERKEERSPROBLEMEN OP HET GEBIED VAN BEREIKBAARHEID EN VERKEERSLEEFBAARHEID EN OPLOSSINGSRICHTINGEN DIE WORDEN AANGEDRAGEN BINNEN DEZE VERKENNING, MEDE IN RELATIE TOT DE EXTERNE ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN VERKEER /ZF7/234/ ARCADIS 4

5 Concretisering van het doel leidt tot de volgende eindresultaten: Een objectieve beschrijving van de bestaande en toekomstige problematiek op het gebied van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Aandragen van robuuste en toekomstvaste oplossingsrichtingen die ook op draagvlak kunnen rekenen van de betrokken partijen. Inzage geven in de mogelijke effecten van de voorgestelde oplossingsrichtingen op de verkeersafwikkeling, milieu, natuur, recreatie en ruimtelijke ordening (nieuwe bedrijfslocaties, versterking recreatieve en toeristische functies). Vertalen van de oplossingsrichtingen naar maatregelenpakketten voor de korte en middellange termijn ( ). Aangeven van de haalbaarheid van de voorgestelde maatregelen, zowel technisch, planologisch als financieel. Helderheid verschaffen in de mogelijke (toekomstige) processtappen. 1.3 GEBIEDSAFBAKENING Sinds 1 januari 1997 zijn de kernen Heeze, Leende, Sterksel en Leenderstrijp samengevoegd tot één gemeente: de gemeente Heeze-Leende. Op 1 januari 2007 telde de nieuwe gemeente inwoners verdeeld over Heeze (9.548), Leende en Leenderstrijp (4.285), Sterksel (1.318). De totale oppervlakte van de gemeente bedraagt ruim hectare. De gemeente Heeze-Leende is enerzijds landelijk gelegen met veel natuur, zoals de Strabrechtse Heide, Groote Heide en Leenderbos, anderzijds ligt de gemeente in de invloedssfeer van het verstedelijkte gebied Eindhoven. De gemeente ligt in de oksel A2-A67 en heeft op beide rijkswegen een directe aansluiting. Voor haar woon-werk verkeer is de gemeente sterk georiënteerd op Eindhoven, wat op een gemiddelde werkdag tijdens de spitsperioden tot omvangrijke pendelstromen leidt. De verkenning richt zich in eerste instantie op het grondgebied van de gemeente Heeze - Leende, maar de problemen in en rond de kern Maarheeze worden nadrukkelijk meegenomen bij het bepalen van de mogelijke oplossingen zoals bijvoorbeeld de ontsluiting van LOG Chijnsgoed en het bedrijventerrein Chijnsgoed. Een overzicht van het studiegebied met daarin de kernen Heeze, leende, Sterksel en Maarheeze is weergegeven in afbeelding 1.1. Een meer gedetailleerde weergave van het studiegebied is in bijlage 2 opgenomen /ZF7/234/ ARCADIS 5

6 Afbeelding 1.1 Afbakening studiegebied gebiedsgericht verkenning Heeze-Leende 1.4 LEESWIJZER Voorliggend eindrapport beschrijft de resultaten van de gebiedsgerichte verkenning Heeze- Leende. Hoofdstuk 2 gaat in op het beleidskader, bestaande uit het mobiliteitsbeleid van de hogere overheden en het gemeentelijke verkeersbeleid. Het vigerende gemeentelijke beleid is gedateerd (1995) en geëvalueerd in 2004, maar behoeft nadrukkelijk actualisatie. Om deze reden zijn binnen het gemeentelijke beleidskader nieuwe standpunten geformuleerd /ZF7/234/ ARCADIS 6

7 Na vaststelling zullen deze standpunten vertaald worden naar oplossingen en uiteindelijke maatregelen. Verder omvat hoofdstuk 2 de bestaande ruimtelijke uitgangspunten van het gebied. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de huidige situatie beschreven. Op basis van aangeleverd materiaal (bestaand gemeentelijk en regionaal onderzoek), het verkeersmodel SRE en geregistreerde ongevallen, zijn de bestaande knelpunten objectief in kaart gebracht. Tevens zijn subjectieve problemen waar mogelijk verwoord op basis van informatie uit de klankbordgroep en externe begeleidingsgroep. In hoofdstuk 4 komen de autonome ontwikkelingen tot 2020 aan bod die duidelijk van invloed zijn op het verkeerbeeld in de gemeente Heeze-Leende. Ingegaan wordt op de ruimtelijke en infrastructurele veranderingen/uitbreidingen tot 2020 en de gevolgen hiervan voor het verkeer binnen de gemeente Heeze-Leende. Hoofdstuk 5 bevat een beschrijving van de bestaande en toekomstige problemen. Wat zijn de oorzaken van deze knelpunten en waar zijn deze gelegen. Voor deze (h)erkende problemen worden in hoofdstuk 6 oplossingsrichtingen aangedragen en vertaald in de vorm van scenario s waaraan maatregelen zijn gekoppeld. Deze lijst is vervolgens beoordeeld op de aspecten bereikbaarheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid, en technische, planologische en financiële haalbaarheid /ZF7/234/ ARCADIS 7

8 HOOFDSTUK 2 Beleidskader 2.1 BELEID HOGERE OVERHEDEN NOTA MOBILITEIT De Nota Mobiliteit (2006) beschrijft het vigerende landelijke verkeers- en vervoersbeleid. Versterking van de economische structuur door een goede bereikbaarheid is uitgangspunt. Groei van verkeer door allerlei ontwikkelingen moet mogelijk worden gemaakt. Betrouwbare reistijden staan centraal, zowel voor autoverkeer als voor het openbaar vervoer. Het collectieve personenvervoer moet op stadsgewestelijke schaal een grotere rol gaan vervullen. Een samenhangend netwerk van Hoogwaardig Openbaar Vervoersverbindingen is een voorwaarde. Het landelijke beleid is regionaal vertaald voor Zuidoost Brabant en beschreven in Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP) en Beter Bereikbaar Zuidoost Brabant (BBZOB). DUURZAAM VEILIG In de Nota Mobiliteit is het principe van Duurzaam Veilig een belangrijk uitgangspunt. De Duurzaam Veilig filosofie komt neer op het afstemmen van de functie van de weg met de vormgeving en het gebruik van de weg. Deze drie aspecten moeten in balans te zijn. Het sleutelwoord voor een duurzaam veilige weginrichting is herkenbaarheid. Deze kan worden verkregen door een eenduidige inrichting van wegen met uniforme inrichtingskenmerken. Iedere weggebruiker moet uit de inrichting van de weg kunnen afleiden welk gedrag van hem of haar wordt verlangd met betrekking tot o.a. maximum snelheid, voorrangssituatie en mogelijke verkeerssituaties. Herkenbaarheid ontstaat door het wegennet in te delen in categorieën die op eenduidige wijze worden ingericht. Binnen Duurzaam Veilig wordt de volgende indeling gehanteerd: Erftoegangswegen: toegankelijk maken van de directe woon- en leefomgeving. Gebiedsontsluitingswegen: bereikbaar maken van de stad en de wijken. Stroomwegen: het snel verwerken van autoverkeer dat over lange afstanden gebruik maakt van het wegennet. BETER BEREIKBAAR ZUIDOOST BRABANT (BBZOB) Beter Bereikbaar ZuidoostBrabant (BBZOB) is een initiatief van het SRE en Rijkswaterstaat Noord-Brabant en omvat een pakket van benuttingsmaatregelen voor het wegverkeer voor de korte termijn 2010 voor het gehele SRE gebied waar ook de gemeente Heeze-Leende deel van uitmaakt. Op basis van de methodiek Gebiedsgericht Benutten zijn gezamenlijke beleidsuitgangspunten opgesteld alsook een netwerkvisie (regelstrategie) voor het regionale beschikbare wegennet. De term beschikbaar impliceert dat deze wegen gebruikt mogen worden voor benutting door (dynamisch) verkeersmanagement. Verder is het beleid waar mogelijke gekwantificeerd, zijn de knelpunten aangedragen en zijn de maatregelen benoemd /ZF7/234/ ARCADIS 8

9 Binnen de gemeente Heeze-Leende behoren alleen de ontsluitingswegen richting het rijkswegennet (Geldropseweg en Valkenswaardseweg) en de Somerenseweg tot het beschikbare wegennet van BBZOB. Dit impliceert dat alle overige wegen op het grondgebied van de gemeente in principe alleen een functie hebben voor lokaal en bestemmingsverkeer. RVVP Het RVVP is recentelijk door het SRE geactualiseerd. In tegenstelling tot BBZOB heeft het RVVP een doorlooptijd tot 2020 en omvat alle modaliteiten. Het RVVP onderschrijft de landelijke doelstelling dat groei van de (auto)mobiliteit door ruimtelijke en economische ontwikkelingen mogelijk moet zijn. Het RVVP heeft als hoofddoel het verbeteren en garanderen van de bereikbaarheid maar met duidelijke randvoorwaarden voor milieu en leefbaarheid. Verbetering van deze twee thema s vormen een belangrijke nevendoelstelling van het RVVP. Binnen het RVVP is Zuidoost Brabant verdeeld naar type gebieden waaraan bereikbaarheidsprofielen zijn toegekend. Verondersteld wordt dat elk gebied op basis van de aanwezige ruimtelijke functies gekenmerkt kan worden door een bepaalde behoefte aan mobiliteit en bereikbaarheid. De gedefinieerde gebieden variëren van stedelijke centrumgebieden tot natuurgebieden. De gemeente Heeze-Leende is getypeerd als kernen in het groen met lokale of regionale bereikbaarheid. Belangrijk voor deze gebieden is een goede aansluiting op het hoofdwegennet en goed openbaar vervoer richting het stedelijke gebied. REGIONAAL STRUCTUURPLAN/ PROVINCIAAL UITWERKINGSPLAN ZUIDOOST-BRABANT Het Regionaal Structuurplan regio Eindhoven (vastgesteld op 7 december 2004), en het op basis daarvan vastgestelde Provinciaal uitwerkingsplan Zuidoost-Brabant, geeft weer wat de keuzes zijn op regionaal schaalniveau voor de woningbouw- en bedrijventerreinontwikkeling voor de periode tot 2015, met een doorkijk naar Vanwege de intensieve samenwerking tussen het SRE en de provincie Noord-Brabant zijn deze beide nagenoeg identieke plannen in één boekwerk samengevoegd. Het Structuurplan en het uitwerkingsplan zijn voor de periode tot 2015 zowel een toetsingskader voor bestemmingsplannen als een kader voor strategische gebiedsontwikkeling. In het Structuurplan/uitwerkingsplan zijn geen woningbouw- of bedrijvenlocaties opgenomen in de gemeente Heeze-Leende. De volgende ambities voor de regio zijn in de plannen verwoord: Behouden en uitbouwen van de positie als economisch kerngebied en Brainport. Behouden van de twee gezichten van de regio behouden: enerzijds een dynamische stedelijkheid, met een (inter)nationale oriëntatie en een kennisintensieve technologisch gerichte industrie en zakelijke dienstverlening, anderzijds een kwalitatief hoogwaardige kleinschalige rustige groene woon- en werkmilieus. Bewaren van de belevingswaarde van het landelijk gebed en waar nodig, versterken. PRORAIL Railinfrabeheerder Prorail streeft naar het verminderen van het aantal overwegen. Daarom voorziet Prorail vanuit het Programma Verbeteren Veiligheid op Overwegen (PVVO) in bijdragen aan wegbeheerders (meestal gemeenten) voor het opheffen van overwegen. Voor ongeveer elke vier overwegen die in Nederland gesloten worden, wordt er één ongelijkvloerse kruising gebouwd. De bouw van nieuwe overwegen is op dit moment in Nederland niet toegestaan /ZF7/234/ ARCADIS 9

10 2.2 (GEACTUALISEERD) GEMEENTELIJKE VERKEERSBELEID Het vigerende gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente van Heeze- Leende staat beschreven in de beleidsnota s Gemeentelijk verkeer en vervoerplan (1995), Gemeentelijk verkeersveiligheidsplan (1998) en Structuurvisie plus (1999). In 2004 is het gemeentelijke verkeer en vervoerplan geëvalueerd voor wat betreft uitgevoerde maatregelen. Gezien de data van genoemde plannen en de vele ontwikkelingen van de laatste 10 jaar is een actualisatie van het gemeentelijke beleid gewenst. Voor de beleidsthema s bereikbaarheid, verkeersveiligheid, geluidsbelasting en luchtkwaliteit zijn daarom geactualiseerde beleidsdoelen tot 2020 geformuleerd. Deze zijn tot stand gekomen na gesprekken met de gemeente (ambtelijk en bestuurlijk). Zij zijn (nog) niet formeel vastgelegd. De volgende doelen worden voor de toekomst nagestreefd. 1. Verlaging van de verkeersintensiteiten in de kernen door verminderen van het doorgaande (vracht)verkeer. De gemeente Heeze-Leende kamt al een groot aantal jaren met verkeersproblemen als gevolg van de aanwezigheid van doorgaand (vracht)verkeer in de kernen. Dit leidt tot ongewenste verkeerssituaties binnen de kernen van Heeze, Leende, Sterksel en Maarheeze1. De problemen worden veroorzaakt door de bestaande wegenstructuur met gebiedsontsluitingswegen door de kernen, en worden versterkt door dagelijkse congestie op het rijkswegennet (rondom knooppunt Leenderheide). Het college van de gemeente is voornemens om de doorgaande wegverbindingen binnen de kommen af te schalen en in te richten naar een 30 kilometergebied (zoals de Kapelstraat in Heeze) om zodoende het doorgaande verkeer meer te gaan weren. Dit zal naar verwachting tot een verlaging van de intensiteiten leiden in de kommen en daarmee tot een verbetering van de verkeersleefbaarheid. Echter gezien de bestaande verkeersstructuur kan op voorhand geconcludeerd worden dat voor bepaalde verkeersstromen geen alternatieve routes aanwezig zijn, waardoor aanvullende structuurverbeterende maatregelen voor de langere termijn naar verwachting nodig blijven. Foto 2.1 Komtraversen Heeze en Leende Om tot een verdere verlaging van de verkeersintensiteiten op de doorgaande wegen in de kernen op korte termijn te komen, zal vooral het doorgaande (vracht)verkeer verminderd moeten worden. Hierbij wordt door de gemeente Heeze-Leende gewerkt volgens het gebruikersprincipe: welke verkeersstromen zijn nog acceptabel in de kernen en welke verkeerstromen dienen gebruikt te (gaan) maken van andere routes (lees rijkswegennet). 1 Gemeente Cranendonck /ZF7/234/ ARCADIS 10

11 Bij het gebruikersprincipe is het verkeer verdeeld naar autosnelwegverkeer, regionaal doorgaand verkeer, bestemmingsverkeer en lokaal verkeer. De volgende tabel geeft een nadere uiteenzetting van de typen verkeer. Belangrijk in deze is de definitie van doorgaand verkeer. DOORGAAND VERKEER GEMEENTE HEEZE LEENDE Doorgaand verkeer wordt altijd gedefinieerd ten opzichte van een gebied of kern. Binnen de gebiedsgerichte verkenning Heeze-Leende wordt doorgaand verkeer gedefinieerd als al het gemotoriseerde verkeer met herkomst en bestemming buiten de oksel A2-A67 (komt op hoofdlijnen overeen met het grondgebied van de gemeente). Tabel 2.1 Het gebruikersprincipe Uiteenzetting gebruikersprincipe Doorgaand Omschrijving Enkele voorbeelden verkeer Autosnelwegv erkeer Autosnelwegverkeer dat het onderliggende wegennet gebruikt als kortsluiting. Weert Venlo Weert Eindhoven Helmond - Antwerpen Betreft geen gemeentegebonden verkeer. Regionaal doorgaand verkeer Autosnelwegverkeer met een herkomst en bestemming net buiten de oksel A2-A67. Betreft geen Valkenswaard Someren Valkenswaard - Geldrop Geldrop Maarheeze Someren Eindhoven gemeentegebonden verkeer. Bestemmings- Verkeer (*) Autoverkeer met een herkomst of bestemming binnen de oksel A2-A67. Betreft gemeentegebonden verkeer Heeze Valkenswaard Heeze Weert Leende Geldrop Leende Helmond Sterksel Eindhoven Bedrijventerrein De Poortmannen - Eindhoven Bedrijventerrein De Poortmannen Weert Bedrijventerrein Chijnsgoed - Helmond Lokaal verkeer Autoverkeer met herkomst en bestemming binnen de gemeente Heeze-Leende. Betreft gemeentegebonden verkeer Heeze Sterksel Heeze Leende Heeze Maarheeze Leende Sterksel Leende Maarheeze Maarheeze - Sterksel 1. *: Gezien de directe ligging van de gemeente Heeze-Leende aan de A2, heeft het de voorkeur om het vrachtverkeer met bestemming Heeze-Leende zoveel mogelijk af te wikkelen via het rijkswegennet (A2 / A67) en niet door de kernen. Dit wordt echter geaccepteerd zolang geen alternatief aanwezig is. Rood: doorgaand verkeer dat geweerd dient te worden, groen: acceptabele verkeersstromen binnen de gemeente Een visualisatie van het gebruikersprincipe is weergegeven in afbeelding 2.2. Met kleuren is aangegeven welke doorgaande verkeersstromen bij de bestaande wegenstructuur nog geaccepteerd worden en welke niet. Naast het weren van autosnelwegverkeer op het onderliggende wegennet zal de focus ook vooral gericht moeten zijn op het verminderen van het doorgaande regionale verkeer. Regionaal verkeer zonder herkomst of bestemming in de oksel A2 A67 dient bij voorkeur afgewikkeld te worden via het rijkswegennet. Een belangrijke maar moeilijke opgave voor de betrokken wegbeheerders, omdat dit verkeer bekend is in de regio en daardoor minder gevoelig is voor sturing /ZF7/234/ ARCADIS 11

12 Afbeelding 2.2 Definitie doorgaand verkeer Weren doorgaand verkeer Autosnelweg & regionaal doorgaand verkeer Bebouwde kom / bedrijventerrein Afbeelding 2.3 Relaties bestemmings- & lokaal verkeer Accepteren verkeersstromen Bestemmings- & lokaal verkeer Bestemmings- & lokaal vrachtverkeer (Niet accepteren, maar zolang geen alternatief aanwezig geen keuze) Bebouwde kom / bedrijventerrein /ZF7/234/ ARCADIS 12

13 VRACHTVERKEER BEDRIJVENTERREIN DE POORTMANNEN EN CHIJNSGOED Vrachtverkeer met bestemming bedrijventerreinen De Poortmannen of Chijnsgoed behoort eveneens tot het bestemmings-/lokaal verkeer. Van dit verkeer wordt geaccepteerd dat zij gebruik maakt van de doorgaande wegen in de kernen. Vanwege het verblijfskarakter van de kernen is het echter niet wenselijk dat vrachtverkeer door de kommen rijdt. Het streven is dan ook om het vrachtverkeer uit de kernen te weren. Dit kan pas op het moment als een alternatieve route aanwezig is. Voor vrachtverkeer tussen de Poortmannen en A2 / A67 is dat in de huidige situatie niet het geval. Voorlopig worden deze stromen geaccepteerd, tot het moment een goed alternatief aanwezig is. In afbeelding 2.3 is dat door middel van een oranje lijn aangegeven. 2. Verbeteren van de verkeersontsluiting van de kernen en bedrijventerreinen door het creëren van een robuust samenhangend en toekomstvast wegenstructuur. Binnen de gemeente Heeze-Leende worden ruimtelijk allerlei ontwikkelingen verwacht, zoals extra woningbouw, uitbreiding van het bedrijventerrein de Poortmannen, de realisatie van twee landbouwontwikkelingsgebieden alsook het doorontwikkelen van de recreatieve en toeristische voorzieningen in de oksel A2-A67. Al deze ruimtelijke ontwikkelingen genereren extra automobiliteit die tot een zwaardere belasting van het lokale- en regionale wegennet zullen gaan leiden. Voorts zijn er infrastructurele ontwikkelingen gaande buiten de gemeente Heeze-Leende die invloed hebben op het gebruik van het gemeentelijke wegennet, zoals de ombouw van de Randweg (inclusief parallelrijbanen Leenderheide Geldrop), de aanleg van een mogelijke nieuwe N69, de aanleg van een derde rijstrook op de A2 tussen het knooppunt Leenderheide en aansluiting Valkenswaard. Deze ontwikkelingen dwingen de gemeente om na te denken om op langere termijn de structuur van het wegennet te verbeteren, die robuust en toekomstvast is en waarmee de ruimtelijke ontwikkelingen optimaal worden gefaciliteerd en waarmee de (h)erkende verkeersproblemen worden opgelost. Uitgangspunt vormt een verbetering van de bestaande wegenstructuur, zoals opwaardering en capaciteitsverruiming van wegverbindingen. Nieuwe doorsnijdingen van het buitengebied die wezenlijk bijdragen in een verbeterde wegenstructuur behoren, binnen de randvoorwaarden van milieu, natuur en planologische- en financiële haalbaarheid, tevens tot de mogelijkheden. 3. Verhogen van de verkeersveiligheid door functiescheiding en aanpak verkeersonveilige situaties. De Nota Mobiliteit gaat uit van een verdergaande afname van het aantal verkeersslachtoffers tot maximaal 900 doden en ziekenhuisgewonden in De gunstige cijfers in 2004 en 2005 hebben aanleiding gegeven deze doelstelling voor het aantal verkeersdoden aan te scherpen. In overleg met de decentrale overheden is de doelstelling voor 2010 aangescherpt tot maximaal 750 verkeersdoden. De doelstelling voor 2020 is maximaal 580 doden en ziekenhuisgewonden. Deze nationale doelstelling werkt voor alle provincies en stadsregio s in gelijke mate door, wat betekent dat de percentuele afname van het aantal verkeerslachtoffers in Zuidoost Brabant vergelijkbaar moet zijn met de landelijke afname. De gemeente Heeze-Leende neemt haar verantwoordelijkheid en heeft als doel gesteld om de verkeersveiligheid binnen haar gemeentegrenzen te verbeteren door bijvoorbeeld het realiseren van 30 en 60 kilometer per uur gebieden en het duurzaam veilig inrichten van 50 en 80 kilometerwegen, zoals het aanbrengen van de essentiële herkenbaarheidskenmerken (EHK). Verder worden de (nog) aanwezige verkeersonveiligheidconcentraties met prioriteit aangepakt /ZF7/234/ ARCADIS 13

14 4. Binnen de gemeentegrenzen voldoen aan de wettelijke normen voor lucht en geluid door aanpak van bestaande knelpunten. Door toenemende intensiteiten in de kernen van de gemeente Heeze-Leende neemt de geluidshinder door wegverkeer en de uitstoot van uitlaatgassen ook steeds meer toe. Ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen mogen niet leiden tot een verzwaring van de bestaande knelpunten op het gebied van geluid of lucht of het creëren van nieuwe knelpunten. Het streven is om middels de gebiedsgerichte verkenning de knelpunten op het gebied van geluid en lucht zoveel mogelijk terug te dringen. Hiervoor wordt inzichtelijk gemaakt welke knelpunten in de huidige en toekomstige situatie aanwezig zijn. 2.3 RUIMTELIJK (BELEIDS)UITGANGSPUNTEN De bestaande ruimtelijk inrichting van de gemeente vormt een belangrijk uitgangspunt bij het formuleren van mogelijke realistische oplossingen. Om deze reden maken de ruimtelijke uitgangspunten onderdeel uit van het vigerende beleidskader. De uitgangspunten zijn gepresenteerd op een maatgevende kenmerken kaart (MKK, zie afbeelding 2.4). Kaartbeelden voor de afzonderlijke items zijn opgenomen in bijlage 3. Natuurwaarden en de Flora- en Fauna Ten noordwesten en ten oosten van Heeze liggen gebieden die zijn aangewezen als habitatrichtlijngebied en valt daarmee onder de Natuurbeschermingswet. De instandhoudingsdoelstellingen van deze gebieden mogen in principe niet geschonden worden. Indien een ingreep wordt gedaan, moet een passende beoordeling worden uitgevoerd van de gevolgen voor het gebied. Als blijkt dat de instandhoudingsdoelstellingen geschonden worden door de geplande ingreep, wordt in principe de toestemming tot de ingreep ontzegd. Indien een plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij het ontbreken van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd, dan moeten compenserende en mitigerende maatregelen worden getroffen. Dit om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. Met uitzondering van de zuidkant is Heeze geheel omgeven door de Groene Hoofdstructuur (GHS). De GHS is verdeeld in de GHS-natuur en de GHS-landbouw. Bij Heeze liggen gebieden van beide categorieën. Voor het aanpassen van de niet-recreatieve infrastructuur geldt binnen de GHS het nee, tenzij-principe. Ruimtebeslag is alleen toelaatbaar als er zwaarwegende maatschappelijke belangen aan ten grondslag liggen en pas nadat onderzoek heeft aangetoond dat er geen alternatieven voorhanden zijn buiten de GHS, of andere oplossingen waardoor de aantasting van de natuur- en hiermee samenhangende landschapswaarden worden voorkomen. In het geval van dergelijke onontkoombaarheid moet verzekerd zijn dat de aantasting van de natuurwaarden tot het minimum beperkt en gecompenseerd wordt /ZF7/234/ ARCADIS 14

15 Foto 2.2 Natuurwaarden in het buitengebied De gebieden die tot de natte natuurparel behoren zijn bijzonder gevoelig voor de waterkwantiteit en de waterkwaliteit en worden sterk beïnvloed door de inrichting en het beheer van de omgeving. De doelstellingen voor deze kwetsbare natuurgebieden zijn alleen te realiseren door in de omgeving ruimtelijke keuzes te maken. De natte natuurparels vallen volledig binnen de GHS. Om de natte natuurparel is een bescherminggebied aanwezig, waarbinnen functies die invloed hebben op de waterkwantiteit en waterkwaliteit worden geweerd. Archeologische waarde en cultuurhistorie In het studiegebied bevinden zich diverse Rijksmonumenten en MIP-objecten (Monument Inventarisatie Projecten). Dit zijn voornamelijk woningen en andere panden. Alleen de Rijksmonumenten zijn wettelijk beschermde objecten. Tevens is een archeologisch monument aanwezig, het Oude Kerkhof, dat is gelegen tussen de kernen Heeze en Leende. Dit monument heeft tevens een beschermde status. Delen van het studiegebied hebben een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Dit geeft aan hoe groot de kans is op archeologische vondsten. Water (grondwater, waterberging en beekherstel) Vanuit het aspect water zijn geen knelpunten te verwachten in het studiegebied. Wel dient rekening te worden gehouden met een aantal zaken. Binnen de grondwaterbeschermingsgebieden gelden restricties om de kwaliteit van het grondwater te beschermen. Voor wegen geldt dan, met name, dat afstromend hemelwater niet zonder aanvullende voorziening mag worden geïnfiltreerd. Voor Grondwaterbeschermingsgebieden is de provincie bevoegd gezag. In de milieuverordening van Noord-Brabant zijn de regels voor grondwaterbeschermingsgebieden beschreven. In de boringsvrije zones gelden met name restricties voor diepere boringen of ontgravingen. Bij aanleg van tunnels of bodemonderzoek dient hiermee rekening te worden gehouden. Bij aanleg van infrastructuur binnen huidige of toekomstige waterbergingsgebieden dient overleg met het waterschap plaats te vinden en het verlies aan bergend vermogen te worden gecompenseerd. Verder is er ruimte gereserveerd voor beek- en kreekherstel vanuit het reconstructieplan. Het is mogelijk dat voor een aantal gebieden het waterschap al concrete plannen heeft voor beekherstel. Relevante kabels en leidingen Door het studiegebied loopt een hoogspanningsleiding ten westen van de spoorlijn (Eindhoven Weert) en ten zuiden van de A /ZF7/234/ ARCADIS 15

16 Afbeelding 2.4 Maatgevende kenmerkenkaart /ZF7/234/ ARCADIS 16

17 HOOFDSTUK 3 Probleemanalyse OBJECTIEVE KNELPUNTEN BEREIKBAARHEID INTENSITEITEN Door de gemeente is recentelijk geteld op haar wegennet (periode ). De intensiteiten per etmaal zijn weergegeven in afbeelding 3.5. Binnen de bebouwde kommen is sprake van functiemenging, verkeersafwikkeling gaat gepaard met verblijven (wonen en winkel). Deze functiemenging stelt grenzen aan de intensiteiten. Als grenswaarde voor wegen met een verblijfsfunctie wordt wel een grens gehanteerd van tot motorvoertuigen per etmaal (Bron: Crow-publicatie ASVV, 2004). Afbeelding 3.5 Verkeerstellingen (bron: gemeente Heeze- Leende) /ZF7/234/ ARCADIS 17

18 Dit betekent in de bestaande situatie duidelijk te hoge verkeersintensiteiten binnen de kernen Heeze en Leende. Binnen de kom van Heeze is namelijk een belasting gemeten van à motorvoertuigen per etmaal (Kapelstraat / Geldropseweg), terwijl op de noordelijke komgrens de etmaalintensiteit zelfs motorvoertuigen bedraagt. Deze verkeersbelastingen behoort bij een gebiedsontsluitingsweg en niet bij een erftoegangsweg. Verkeerskundig gezien vormen de intensiteiten in de kernen Sterksel en Leenderstrijp geen probleem ( motorvoertuigen per etmaal). Naast verkeerstellingen is ook gebruik gemaakt van het geactualiseerde verkeersmodel van het SRE. Een vergelijking tussen het verkeersmodel en de tellingen is weergegeven in de volgende tabel. Tabel 3.2 Intensiteiten naar wegvak (2-uurs ochtendspits) Wegvak Telling (mvt) Verkeersmodel SRE 2005 (mvt) Geldropseweg Kapelstraat Leenderweg Nieuwendijk Somerenseweg Sterkselseweg Valkenwaardseweg Dorpstraat Oostrikkerdijk Tabel 3.3 Groei etmaalintensiteit ( ) rijkswegen A2 en A67 De intensiteiten op het lokale wegennet worden beïnvloed door de groei van verkeer op het hoofdwegennet (A2 en A67), waar de intensiteit de capaciteit van de weg benadert. In de periode is de intensiteit op de A2 en A67 nabij het studiegebied toegenomen met 12 tot 14%. De grootste groei heeft plaatsgevonden in de laatste jaren (2005 en 2006). Dit blijkt uit telcijfers van Rijkswaterstaat (Bron: MTR+) voor de wegvakken Leende Maarheeze (A2) en Geldrop Someren (A67). Van de wegvakken Leenderheide Leende (A2) en Leenderheide Geldrop (A67) zijn geen telcijfers beschikbaar. A2 (Leende - Maarheeze) A67 (Geldrop - Someren) Periode Etmaalintensiteit (mvt) Index Etmaalintensiteit (mvt) Index /ZF7/234/ ARCADIS 18

19 I/C WAARDE De I/C-waarde geeft de verhouding weer tussen de verkeersintensiteit (de hoeveelheid verkeer) op een wegvak en de afwikkelingscapaciteit van dat wegvak. Zolang de capaciteit aanmerkelijk groter is dan de intensiteit is er geen probleem. De verkeersafwikkeling wordt echter stroever naarmate de intensiteit dichter nadert tot de capaciteit. De kritische grens van de I/C-waarde ligt bij 0,85. Op dat moment kan het verkeer nog doorrijden, maar er hoeft maar iets te gebeuren en er treedt vertraging op. De capaciteit van het weggedeelte binnen de bebouwde kom ligt lager dan buiten de bebouwde kom doordat de snelheid lager ligt en er sprake is van meerdere aansluitingen dicht op elkaar. Bij een gelijke intensiteit buiten en binnen de bebouwde kom zal binnen de kom dus eerder sprake zijn van congestieproblemen. Uit een analyse van de I/C verhouding blijkt dat volgens het verkeermodel in de bestaande situatie binnen de gemeente Heeze-Leende geen afwikkelingsproblemen voorkomen. Wel bestaat er een probleem bij de aansluiting Geldrop op de rijksweg A67, zowel in de ochtend- als avondspits. Dit probleem wordt ook als zodanig ervaren in de praktijk. Volgens het verkeersmodel bestaan er geen afwikkelingsproblemen bij de aansluiting op de A2 bij Leende. INBRENG KLANKBORDGROEP De klankbordgroep heeft aangegeven dat het verkeersbeeld nabij de aansluiting Geldrop op de A67 overeenkomt met de praktijk. Het probleem heeft hier onder andere te maken met de korte uitvoegstrook op de A67. Verkeer komende vanaf de A67 krijgt onder aan de aansluiting voorrang bij de verkeerslichten om terugslag op de A67 te voorkomen. Hierdoor ontstaan (lange) wachtrijen op de Geldropseweg voor de aansluiting. Echter ook de aansluiting Leende op de A2 kent in de praktijk problemen, met terugslag richting de kern Leende tot gevolg. De gesignaleerde problemen op de aansluiting Leende worden veroorzaakt door de fileproblematiek op de A2 ten zuiden van het knooppunt Leenderheide. Sluipverkeer tracht deze file te mijden door gebruik te maken van de ventweg parallel aan de A2 tussen de aansluitingen Maarheeze, Zevenhuizen en Leende. SNELHEID In de kom van Sterksel wordt te hard gereden. In noordelijk richting rijdt zelfs in de avondspits zelfs 1 op de 4 auto s te hard (25%). Ook binnen de kommen van Leende en Heeze wordt te hard gereden, hier is het percentage te hard rijders circa 10%. Vrijwel alle hardrijders zijn personenwagens, het vrachtverkeer blijft onder de wettelijke snelheid /ZF7/234/ ARCADIS 19

20 Afbeelding 3.6 Verreden snelheden (bron: kentekenonderzoek) 50 km/u 11% 50 km/u 10% 80 km/u 14% 50 km/u 39% 50 km/u 11% 50 km/u 50 km/u 11% 50 km/u 24% 50 km/u 10% 51% 50 km/h 80 km/h Max. snelheid % hardrijders 80 km/u 34% 80 km/u 37% DOORGAAND (VRACHT)VERKEER Doorgaand (vracht)verkeer vormt binnen de bebouwde kommen een belangrijk probleem in de bestaande situatie. Met een kentekenonderzoek is de omvang van het doorgaande verkeer gekwantificeerd (afbeelding 3.6). Doorgaand verkeer is hierbij op twee manieren gedefinieerd en geanalyseerd: Doorgaand ten opzichte van de kern (herkomst en bestemming buiten de kern); Doorgaand verkeer ten opzichte van de gemeente (de oksel A2-A67). Dit betreft autosnelwegverkeer en regionaal doorgaand verkeer. In de kernen Leende en Heeze is in het drukste avonduur circa 35% doorgaand verkeer, in Sterksel is het aandeel opgelopen tot 40%. Dit betreft doorgaand verkeer ten opzichte van de kernen en bestaat uit gemeentegebonden verkeer, en (mogelijk) aangevuld met autosnelweg- of regionaal verkeer. Beleidsmatig is het interessanter om te kijken welk deel van dit verkeer nu daadwerkelijk doorgaand vrachtverkeer (zwaar verkeer) is ten opzichte van de gemeente en welk deel personenverkeer (licht verkeer) is ten opzichte van de kernen. Immers dit is het type doorgaande verkeer wat de gemeente wil weren c.q. verminderen (zie paragraaf 2.2) /ZF7/234/ ARCADIS 20

21 Tabel 3.4 Omvang doorgaand verkeer ten opzichte van de kern Doorgaand verkeer maatgevend avonduur (kentekenregistratie 2002); op doorsnede Kern Wegvakbelastin g drukste uur Omvang doorgaand verkeer t.o.v. kern Omvang doorgaand verkeer t.o.v. gemeente Heeze (35%) 230 (25%) Leende (35%) 160 (17%) Sterksel (40%) 40 (14%) Maarheeze (40%) 40 (14%) Verondersteld mag worden dat het aandeel doorgaand verkeer buiten de spitsperioden lager zal zijn, doordat er dan sprake is van minder sluipverkeer door autosnelwegverkeer (minder files bij Leenderheide). Bij een veronderstelling van 10% doorgaand verkeer per etmaal zullen de belastingen in de kernen Heeze en Leende maximaal met 10% dalen indien al het doorgaande verkeer geweerd zou kunnen worden. Dit resulteert nog niet in een wegvakbelasting die passend is bij een 30 kilometer per uur komtraverse (maximaal motorvoertuigen per etmaal). Aanvullende, wegenstructuur verbeterende, maatregelen zijn daarom nodig. Verder is door de Dorpsraad Sterksel (zie ook paragraaf 3.2.1) aangegeven dat er in de kom van Sterksel sprake is van doorgaand. De omvang hiervan is niet bekend. Afbeelding 3.7 Doorgaand verkeer maatgevend avonduur 2002 (Bron: kentekenonderzoek) Doorgaand verkeer ten opzichte van de dorpen richting noord - zuid 140 richting zuid - noord Kentekenonderzoek Heeze-Leende: vrijdag 28 juni :00 tot 18:00 uur circa kentekens geregistreerd (drukste uur: 16:30 17:30 uur) 2 Voor de kern Maarheeze is geen kentekenonderzoek verricht, waardoor exacte verkeerscijfers niet bekend zijn. Het doorgaande verkeer in Maarheeze zal naar verwachting ongeveer gelijk zijn aan de kern Sterksel /ZF7/234/ ARCADIS 21

22 Doorgaand verkeer ten opzichte van de gemeente Kentekenonderzoek Heeze-Leende: vrijdag 28 juni :00 tot 18:00 uur circa kentekens geregistreerd (drukste uur: 16:30 17:30 uur) VERKEERSVEILIGHEID In de periode hebben 374 geregistreerde ongevallen plaatsgevonden in de gemeente Heeze-Leende. Bij 64 van deze ongevallen vielen één of meerdere slachtoffers. In totaal zijn er 70 slachtoffers gevallen, waarvan er 23 in het ziekenhuis zijn behandeld en vier zijn overleden. Eén van de dodelijke slachtoffers viel bij een ongeval op de spoorwegovergang Oostrikkerdijk (tussen Leende en Sterksel). Twee dodelijke slachtoffers vielen bij eenzijdige ongevallen buiten de bebouwde kom. Bij het vierde dodelijke ongeval is een voetganger om het leven gekomen (op de Euvelwegen). 40% van alle ongevallen heeft plaatsgevonden op een kruispunt, de overige 60% op wegvakken. In totaal zijn twee ongevallen geregistreerd op bewaakte spoorwegovergangen in de genoemde periode. Op het wegennet van Heeze-Leende komen geen black-spots voor. Een blackspot is een locatie waar in een periode van drie achtereenvolgende jaren zes of meer ongevallen met letsel hebben plaatsgevonden. De meest voorkomende hoofdtoedracht van de ongevallen is het niet verlenen van voorrang (35% van de ongevallen), gevolgd door het niet hebben van de juiste plaats op de weg of in een bocht (20%) en het onvoldoende afstand houden (10%). 3 Het hanteren van een periode van 3 jaar is gangbaar bij het uitvoeren van een ongevallenanalyse /ZF7/234/ ARCADIS 22

23 Figuur 3.1 Ongevallen naar afloop (Bron: AVV) In 2006 is het aantal slachtoffers nog een derde van het aantal slachtoffers in 2004 en Voor deze daling is geen eenduidige verklaring te geven. Landelijk is wel een daling waarneembaar van het aantal slachtoffers, maar dat percentage ligt veel lager. In de gemeente zijn in 2006 geen grote infrastructurele maatregelen getroffen waardoor knelpunten in het wegennet zijn opgelost. Ongeveer tweederde van de ongevallen hebben plaatsgevonden binnen de bebouwde kom en dan voornamelijk op de hoofdassen door de kernen Heeze en Leende en op de route richting bedrijventerrein De Poortmannen. De ongevallen met slachtoffers hebben ook voornamelijk op deze routes plaatsgevonden. Afbeelding 3.8 Locatie (slachtoffer ongevallen) /ZF7/234/ ARCADIS 23

24 Afbeelding 3.9 Aantal slachtoffers per locatie Bij 45 ongevallen in de periode is een vrachtwagen betrokken geweest (ruim 10%). In vier gevallen ging het hierbij om een conflict tussen een vrachtwagen en langzaam verkeer. In totaal zijn 38 ongevallen geregistreerd waarbij een fietser is betrokken en in vier gevallen een voetganger (eveneens ruim 10% van het totaal). De ongevallen met vrachtverkeer hebben voornamelijk plaatsgevonden op de route van en naar bedrijventerrein de Poortmannen en op dit terrein zelf. Afbeelding 3.10 Ongevallen met vrachtverkeer /ZF7/234/ ARCADIS 24

25 3.1.3 OPENBAAR VERVOER EN PARKEREN Het station van Heeze-Leende ligt in de kern Heeze aan de Laarstukken. In totaal zijn er 64 parkeerplaatsen aanwezig, waarvan 19 ten westen van het spoor en 46 ten oosten. Deze parkeerplaatsen zijn op werkdagen volledig bezet. Ondanks het parkeerverbod in de omgeving van het station, wordt er toch regelmatig buiten de parkeervakken geparkeerd. De buurt ervaart parkeeroverlast van het station. Recente gegevens over wie op deze locatie parkeert zijn niet beschikbaar. Wel is in 1998 een parkeeronderzoek 4 uitgevoerd, waaruit blijkt dat 35% van de parkeerders uit Heeze komt, 20% uit Someren, 15% uit Sterksel, 15% uit Leende en 5% uit Maarheeze. De resterende 10% van de parkeerders is diffuus verspreid over de regio. Afbeelding 3.11 Locaties station Heeze en toekomstig station Maarheeze Station Heeze Toekomstig station Maarheeze Prorail heeft het plan om in het zuidwesten van Maarheeze, ter hoogte van bedrijventerrein Den Engelman, een nieuw station te realiseren. Door de mogelijke komst van station Maarheeze is het de verwachting dat het aantal treinreizigers op station Heeze afneemt. Voor een deel van de huidige reizigers wordt namelijk het station Maarheeze een aantrekkelijker alternatief. Zo is de afstand tot het station bijvoorbeeld korter en is de bereikbaarheid en/of de parkeermogelijkheid beter. Hierdoor zal de (over)belasting van de parkeercapaciteit nabij het station naar verwachting afnemen. Verder zijn in Heeze-Leende tien bewaakte spoorwegovergangen en één tunnel bij het station (alleen langzaam verkeer) aanwezig. De onbewaakte overgangen zijn in de afgelopen jaren door Prorail omgebouwd. Tot slot wordt Heeze-Leende ontsloten door een lijnbus (Eindhoven Leende Weert) en drie buurtbussen (Heeze-Leende-Budel, Heeze-Maarheeze-Someren en Geldrop-Heeze- Asten). De buurtbussen sluiten aan op station Heeze LANGZAAM VERKEER Uit de ongevallenanalyse komen enkele knelpunten van het langzaam verkeer naar voren. De ongevallocaties met fietsers en voetgangers zijn weergegeven in afbeelding De locatie met de meeste ongevallen met fietsers is de Kapelstraat in Heeze. Aan deze weg liggen diverse voorzieningen, waardoor er veel langzaam en gemotoriseerd verkeer samenkomt. Vanwege de doorgaande verbinding heeft deze straat een belangrijke verkeersfunctie wat conflicteert met het verblijfskarakter. In het kader van de gebiedsgerichte verkenning wordt niet nader ingegaan op knelpuntlocaties voor het langzaam verkeer. Bij de stap na de gebiedsgerichte verkenning (nadere uitwerking op gebiedsniveau) zal zeker aandacht besteed worden aan deze locaties. 4 Bron: gemeente Heeze-Leende, parkeeronderzoek station Heeze d.d. oktober /ZF7/234/ ARCADIS 25

26 Afbeelding 3.12 Ongevallen met langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) LEEFBAARHEID Om een beeld te krijgen van de (mogelijke) leefbaarheidsknelpunten op het gebied van geluidsbelasting en luchtkwaliteit zijn van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) plots verkregen uit het geactualiseerde SRE-milieumodel. Op dit moment bevat het model alleen de huidige situatie (2006) en er zijn nog geen prognosecijfers beschikbaar. Op basis van deze plots is een verkennende scan uitgevoerd. De uitspraken hieronder geven een indicatie over de huidige geluidsbelasting en luchtkwaliteit. Geluidbelasting De voorkeursgrenswaarde voor geluidbelasting ligt op 48 db(a). De maximaal te ontheffen waarde is 65 db(a). In alle drie kernen komen overschrijdingen voor van de voorkeursgrenswaarde (op de afbeelding in bijlage 4 oranje gekleurd). Dit is vooral het geval op de doorgaande wegen door de kern en dan met name in de kern Heeze, waar de hoogste verkeersbelastingen voorkomen. Opgemerkt moet worden dat de weergegeven contouren een indicatie geven van de belasting op de gevel, maar kunnen afwijken van de daadwerkelijke belasting (dit heeft te maken met de mate van nauwkeurigheid van het SRE model). Medio 2006 is een trillingsonderzoek verkeersgeluid uitgevoerd op de Kapelstraat en Jan Deckersstraat in Heeze 5. Uit de meting blijkt dat sprake is van trillingshinder die met name wordt veroorzaakt door grote vrachtwagens (combinaties) of andere zware voertuigen. Echter wordt in het rapport geconcludeerd dat de geconstateerde waarden niet hoger zijn dat de streefwaarden. Hierdoor wordt aangenomen dat er geen sprake is van trillingshinder die tot schade kan leiden. 5 SRE Milieudienst, Trillingsonderzoek verkeersgeluid Kapelstraat 59 en Jan Deckersstraat 11 te Heeze d.d. 28 augustus /ZF7/234/ ARCADIS 26

27 Luchtkwaliteit In Nederland zijn de maatgevende luchtverontreinigende stoffen stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM 10 ). De grenswaarde voor NO2 ligt op 40 μg/m 3. Uit de cijfers blijkt dat zich enkele overschrijdingen van deze grenswaarde voordoen direct langs de weg in de kern van Heeze. Maar er zijn geen overschrijdingen waar te nemen op de gevels (van woningen /bedrijven). Ook in Sterksel en Leende zijn geen overschrijdingen waar te nemen. Voor fijn stof (PM 10 ) ligt de grenswaarde eveneens op 40 μg/m 3. De cijfers laten zien dat er in de huidige situatie geen overschrijdingen zijn. Al met al mag geconcludeerd worden dat er geen problemen bestaan met de luchtkwaliteit in de gemeente. 3.2 SUBJECTIEVE KNELPUNTEN INBRENG KLANKBORDGROEP Voor dit project is een klankbordgroep opgericht met vertegenwoordigers van diverse belangenorganisatie in Heeze-Leende en Maarheeze. De eerste bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 4 juli De partijen hebben aangegeven wat zij als de belangrijkste (infrastructurele) knelpunten ervaren. Grotendeels komen deze overeen met de objectieve knelpunten zoals in paragraaf 3.1 beschreven. Daarnaast hebben de klankbordgroepleden andere knelpunten aangegeven die zij ervaren als verkeersdeelnemer of bewoner. Hieronder een overzicht van de genoemde knelpunten: In de gemeente worden de verkeersknelpunten teveel ad hoc aangepakt, terwijl een structurele aanpak wenselijk is. De nieuwe ontwikkelingen (zoals uitbreiding De Poortmannen, de LOG-gebieden, Providentie) zullen extra druk leggen op de al bestaande verkeersproblemen. In de laatste jaren is het (zware) vrachtverkeer door de kern Sterksel relatief sterk toegenomen. In absolute zin vallen de aantallen mee, maar de overlast die de kern ervaart is groot. Ook de Beukenlaan in Sterksel is drukker en onveiliger geworden. Binnenkort wordt een basisschool gerealiseerd aan de Beukenlaan waardoor een nieuw veiligheidsknelpunt zal ontstaan. De verwachting is dat ondanks de aanpassingen aan de A2 het verkeer zal toenemen en nog steeds door de kernen zal blijven rijden. In de gemeente zijn negen gelijkvloerse spoorkruisingen aanwezig. Het is wenselijk naar de veiligheid op deze overgangen te kijken, maar wel de bestaande relaties voor het landbouwverkeer mee te nemen in deze beoordeling. De bewoners van Sterksel en Maarheeze ervaren (geluids)overlast van het doorgaande (zware) vrachtverkeer door hun kern. Door toekomstige ontwikkelingen zoals LOG Chijnsgoed, verwachten zij dat dit zal toenemen. De huidige infrastructuur in het buitengebied is ontoereikend. Veel landwegen worden door het zware verkeer kapot gereden. De gemeente wil recreatie gaan bevorderen door het realiseren van toeristische poorten. Dit zorgt voor een verkeersaantrekkende werking en brengt dit parkeerproblemen met zich mee. Tevens moet de parkeerproblematiek rondom het station worden meegenomen. In het plan dient ook aandacht uit te gaan naar het (recreatieve) fietsverkeer. Bij Maarheeze wordt mogelijk een nieuw NS-station gerealiseerd (formele besluitvorming heeft nog niet plaatsgevonden). In beeld moet worden gebracht welke gevolgen dit heeft voor de verkeersstromen naar station Heeze en het mogelijk nieuwe station in Maarheeze en het parkeren bij beide stations /ZF7/234/ ARCADIS 27

28 Door de klankbordgroep zijn daarnaast enkele opmerkingen gemaakt ten aanzien van de mogelijke oplossingsrichtingen. Hieronder een overzicht: Wanneer wordt nagedacht over oplossingsrichtingen is het van belang ook aspecten als cultuurhistorie, archeologie, ecologie, hoogspanningsleidingen te betrekken. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met het bestemmingsplan Buitengebied en de Reconstructiewet Concentratiegebieden Een nieuwe aansluiting op de A2 ter hoogte Zevenhuizen wordt gezien als een mogelijke oplossing. Van belang is dat bij de oplossingsrichtingen niet alleen wordt gekeken naar de gemeente Heeze-Leende, maar ook over de gemeentegrenzen wordt gekeken, zoals naar Cranendonck (kern Maarheeze) en Someren. Indien het doorgaande verkeer uit de kernen wordt geweerd moet gekeken worden naar de economische gevolgen ervan voor de ondernemers in de kernen. In de oplossingensfeer moet niet alleen worden gekeken naar nieuwe ontwikkelingen en oplossingen, maar moet ervoor worden gezorgd dat bestaande ontwikkelingen niet worden tegengehouden. Eventueel daarom ook bekijken welke tijdelijke maatregelen mogelijk zijn. Hierbij gaat het met name om de bereikbaarheid/ontsluiting van de bedrijventerreinen INBRENG EXTERNE BEGELEIDINGSGROEP De eerste externe begeleidingsgroep heeft plaatsgevonden op 5 juli Aanwezig waren Rijkswaterstaat en provincie Noord-Brabant, SRE, Prorail en de gemeente Cranendonck. De betrokken partijen konden hun zienswijze geven over de bestaande en verwachte verkeersproblematiek. Hieronder is puntsgewijs een overzicht gegeven van de bevindingen: Het SRE geeft aan dat er duidelijk onderscheid gemaakt moet worden bij de beoordeling van de problematiek naar lokaal, bovenlokaal en regionaal / doorgaand verkeer. Voorts geeft het SRE aan bij de oplossingen over de beheergrenzen van de gemeente Heeze- Leende te kijken. Prorail geeft aan dat er momenteel geen problemen worden ondervonden op het huidige tracé. Het nieuwe beleid van Prorail is erop gericht om alle bestaande spoorwegovergangen open te houden, tenzij de veiligheid niet meer kan worden gewaarborgd. Bij aanpassingen van het spoort dient de initiatiefnemer de kosten voor zijn rekening te nemen. Prorail neemt alleen de kosten voor beheer en onderhoud voor haar rekening. Verder dienen alle nieuwe plannen getoetst te worden door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). RWS geeft aan geen problemen te hebben in het gebied Heeze-Leende. Naast de ombouw van de Randweg Eindhoven wordt in het kader van de Spoedwet de westbaan van de A2 tussen knooppunt Leenderheide en Valkenswaard uitgebreid met één rijstrook. De gehele verbreding van de A2 tussen Eindhoven en Weert is voorlopig op de lange baan geschoven. De Provincie Noord-Brabant heeft geen wegen in het plangebied Heeze-Leende, met uitzondering van de N634 ter hoogte van de aansluiting Valkenswaard Leende. Op dit wegvak bestaat momenteel een black spot (verkeersonveiligheid), maar valt buiten het onderzoeksgebied van deze studie. De gemeente Cranendonck geeft aan dezelfde problemen te ervaren als de gemeente Heeze-Leende, zoals het vele doorgaande (vracht)verkeer. Bij het opstellen van de oplossingen graag hiervoor ook aandacht /ZF7/234/ ARCADIS 28