Het welbevinden van leerlingen in het secundair onderwijs.
|
|
- Irena van der Horst
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het welbevinden van leerlingen in het secundair onderwijs. Artikel verschenen in, Welwijs, jg 12, nr. 3, pp Prof. Dr. N. Engels Vrije Universiteit Brussel Interfacultair dep. voor de lerarenopleiding Pleinlaan Brussel Prof. Dr. A. Aelterman Annemie Schepens Karen Van Petegem Universiteit Gent Vakgroep Onderwijskunde H. Dunantlaan Gent Situering van het onderzoek De Vlaamse onderwijsinspectie bestudeert in opdracht van het Departement Onderwijs niet alleen hoe leerlingen scoren voor vakken als Nederlands en wiskunde, maar gaat ook na of leerlingen zich wel goed voelen op een bepaalde school. Daartoe werd in opdracht van het Departement Onderwijs een onderzoek uitgevoerd met als doel voor de inspectie een instrument te ontwikkelen om het welbevinden en de tevredenheid van leerlingen secundair onderwijs in de schoolsituatie te meten. De onderzoekers vertrokken vanuit een emancipatorische onderwijsvisie, gericht op totale persoonlijke ontplooiing vanuit het perspectief van een democratische en sociaal rechtvaardige samenleving. Voor het onderwijs betekent dit o.m. dat de behoeften en verwachtingen van de leerlingen in rekening worden gebracht. Deze emancipatie en zelfontplooiing van jongeren moeten resulteren in een kritische en creatieve deelname aan het maatschappelijke leven. De gerichtheid op een harmonische vorming en zorgverbreding is een essentieel onderdeel in de visie van de Vlaamse overheid op de kwaliteit van het onderwijs, die onder meer wordt geconcretiseerd in de eindtermen. Het verklaart de aandacht van de onderwijsinspectie voor het welbevinden van leerlingen op school. In dit onderzoek, dat werd uitgevoerd tussen oktober 98 en september 2000, werd nagegaan welke aspecten van het leren en leven in de klas en op school leerlingen belangrijk vinden om zich goed te voelen. Geven leerlingen bijvoorbeeld aan dat het belangrijk is om veel vrienden te hebben op school of speelt het schoolgebouw en de manier waarop wordt lesgegeven ook een belangrijke rol om zich goed te voelen? De aspecten die de leerlingen secundair onderwijs doorgaans het meest relevant bleken te vinden voor hun welbevinden in de schoolsituatie werden in een bevragingsinstrument opgenomen. 1
2 In de literatuur worden verschillende concepten m.b.t. welbevinden en zich goed voelen op school gehanteerd. Vanuit een inventarisatie van bestaande definities en gelet op de onderwijsvisie van waaruit wordt vertrokken, zijn we tot de volgende omschrijving van welbevinden van leerlingen op school gekomen: Welbevinden op school van leerlingen in het secundair onderwijs is een positieve toestand van het gevoelsleven, die het resultaat is van een harmonie tussen een geheel van specifieke omgevingsfactoren enerzijds en de persoonlijke behoeften en verwachtingen van leerlingen ten aanzien van de school anderzijds. Hoe dan ook blijft 'welbevinden'een eerder abstract begrip. In de loop van het onderzoek werden drie indicatoren geïdentificeerd aan de hand waarvan welbevinden kan 'gemeten' worden: tevredenheid m.b.t. de aspecten die in de klas en op school voor het welbevinden van leerlingen relevant zijn, het positief of negatief gevoel dat daaruit voortvloeit en het gedrag dat daar eventueel mee samengaat. Aan de hand van vragen over hun gedrag, gevoel en tevredenheid was het mogelijk het welbevinden van leerlingen op valide wijze te meten en de samenhang tussen de verschillende belevingsaspecten en het globale welbevinden in kaart te brengen. Eveneens bieden de resultaten van dit onderzoek een antwoord op de vraag welke kenmerken van de school de kans op een positieve beleving van de schoolsituatie verhogen. Het vastleggen van de belevingsaspecten (bijv. vrienden, huiswerk ) en de indicatoren (gedrag, gevoel, tevredenheid) gebeurde in eerste instantie aan de hand van een literatuurstudie. Deze studie heeft geleid tot een interpretatieschema dat een eerste leidraad vormde voor het ontwikkelen van het bevragingsinstrument. In een volgende stap werden 56 panelgesprekken, telkens met 6 leerlingen van het secundair onderwijs, gevoerd op basis van deze inventaris van belevingsaspecten en indicatoren, om na te gaan of de belevingswereld van jongeren in Vlaanderen aan de vooravond van de 21 ste eeuw overeenstemde met wat de literatuur ons voorhield. In de panels waren leerlingen van alle graden, onderwijsvormen en onderwijsnetten vertegenwoordigd. Jongens en meisjes uit kleine en grote scholen, stedelijke en rurale gebieden kwamen aan het woord. Centraal in deze gesprekken stond de vraag: Wat hebben leerlingen in het secundair onderwijs nodig om zich goed te voelen op school? Vanuit de emancipatorische of leerlinggerichte onderwijsvisie kon niet voorbij gegaan worden aan de mening en de ideeën van de leerlingen zelf. Het perspectief van de leerlingen vormt dan ook een belangrijke bron van informatie omtrent de rol die de school speelt in het welbevinden van leerlingen. Dit heeft ons eveneens in staat gesteld om de belevingsaspecten die in de literatuur naar voor kwamen te formuleren in een taal die aansluit bij de leefwereld van de jongeren. 2
3 In de derde fase van het onderzoek werden vragen geconstrueerd voor het meetinstrument: de schriftelijke vragenlijst. Deze vragen waren het resultaat van de gesprekken met de leerlingen en wat eerder in de literatuur was vastgesteld over wat jongeren uit het secundair onderwijs belangrijk vinden om zich goed te voelen op school. Leden van de inspectie zelf en leerlingbegeleiders werden vervolgens geraadpleegd over de inhoud en de structuur van de vragenlijst. In een laatste fase werd eerst een pilootversie van de vragenlijst afgenomen bij 300 leerlingen om te controleren of de vragenlijst betrouwbaar en valide was. Dit betekende dat de vragenlijst niet alleen moest voldoen om op grote schaal afgenomen te worden maar dat ze wat de inhoud en taal betreft ook aansloot bij de belevingswereld van de leerlingen. Na deze toetsing en het bijsturen ervan werd de vragenlijst tenslotte afgenomen bij een 2000-tal leerlingen verdeeld over de Vlaamse scholen. Voelen leerlingen secundair onderwijs zich goed op school? Zoals eerder vermeld hebben we in dit onderzoek een theoretisch kader opgebouwd waarbij het welbevinden werd uitgesplitst in drie indicatoren namelijk beleving, tevredenheid en gedrag. De analyses hebben aangetoond dat leerlingen die tevreden zijn, zich goed voelen en positief gedrag stellen ook algemeen goed scoren op het globale welbevinden. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kunnen we besluiten dat leerlingen uit de Vlaamse secundaire scholen zich over het algemeen matig goed voelen op school. De gemiddelde scores voor welbevinden hellen over naar de positieve kant hoewel ze niet overtuigen van een 'hoog'welbevinden van leerlingen in de schoolsituatie. Diverse belevingsaspecten op klas- en schoolniveau, die hierna uitgebreid beschreven worden, zijn bepalend voor het algemene welbevinden van de leerlingen. Belevingsaspecten op klasniveau Vragen die peilen naar de beleving en tevredenheid van leerlingen in de klassituatie blijken in sterke mate samen te hangen met het algemene welbevinden van de leerlingen op school. De gemiddelden variëren echter sterk van school tot school. Voor de inspectie is dit een belangrijk gegeven. De inspectie, die uiteraard rekening zal houden met de context- en inputfactoren die voor de doorlichting in kaart worden gebracht, kan aan de hand van de beschrijving van de belevingsaspecten heel gericht adviezen formuleren over wat de school kan doen om het welbevinden van de leerlingen te bevorderen. Aangezien beleving en tevredenheid op klasniveau een grote lading dekken, lichten we deze factoren nader toe. 3
4 Op basis van de schriftelijke bevraging van de leerlingen is gebleken dat de mate waarin leerlingen inspraak hebben op klasniveau een positieve invloed heeft op hun welbevinden. Inspraak op klasniveau is door de leerlingen ook spontaan aangehaald wanneer we in de panelgesprekken vroegen wat voor hen op school belangrijk is om zich goed te voelen. In overeenstemming met andere onderzoeken (Eder, 1995) hebben ook wij vastgesteld dat hun welbevinden toeneemt naarmate ze meer betrokken worden en actief kunnen participeren aan het klasgebeuren. Dit bevordert het gevoel van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Uit de analyses hebben we ook vastgesteld dat de leerkracht een zeer belangrijke factor is voor het welbevinden van de leerlingen. De leerkracht is niet alleen opvoeder, maar ook begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen. Een goede relatie met de leerkracht bevordert een positieve ingesteldheid bij leerlingen t.a.v. de school. Zowel uit de panelgesprekken met de leerlingen als uit de literatuurstudie is dit gegeven naar voor gekomen. Leerkrachten die leerlingen met respect behandelen en hen aanmoedigen wanneer ze iets goed doen in de lessen, leveren een grote bijdrage aan het welbevinden van de leerlingen. Dit respect uit zich door te luisteren naar leerlingen, oog te hebben voor hun problemen, aandacht te hebben voor de leefwereld van de leerlingen en hen ruimte te geven. Eveneens stellen leerlingen het op prijs wanneer inspraak en eigen initiatief mogelijk zijn. Ze willen evenwaardig behandeld worden, met begrip en op een menselijke manier, kortom een benadering van de leerling als mens. Spontaniteit en openheid in de omgang worden als positief ervaren. Ontevredenheid is vaak het gevolg van ongelijke machtsverhoudingen tussen leerkracht en leerling en een gebrek aan een constructieve dialoog. Een leerkracht die pogingen onderneemt om een goed klasklimaat te scheppen wordt hoog gewaardeerd. De vaststellingen op basis van de gesprekken met leerlingen sluiten aan bij de bevindingen van eerder onderzoek waarbij aan de hand van het model van Leary types van leerkrachten zijn opgesteld. Leerlingen verkiezen een leerkracht die hen ruimte geeft en duidelijkheid biedt. Leerkrachten die inconsequent optreden en onzeker gedrag vertonen, oefenen een negatieve invloed uit op de leerlingen. Uit de gesprekken met de leerlingen en de resultaten van de vragenlijst is duidelijk naar voor gekomen dat leerlingen niet alleen als lerenden willen benaderd worden. Naast het cognitief presteren moet ook aandacht gaan naar hun sociaal-emotionele ontwikkelingsbehoeften om zich goed te kunnen voelen op school. De interacties tussen leerkracht en leerling zijn evengoed te situeren binnen de klas en de school als leefomgeving en niet uitsluitend als leeromgeving. 4
5 Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen is de leerkracht verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een krachtige leeromgeving. Ook hierbij geven de leerlingen, die aan het onderzoek hebben geparticipeerd, hun behoeften en verwachtingen te kennen. Wanneer leerkrachten bij het vervullen van hun onderwijsopdracht blijk geven van vakbekwaamheid, deskundigheid en engagement, wordt dit heel erg op prijs gesteld. Dit kwam duidelijk naar voor uit de gesprekken met de leerlingen. Zowel in de panelgesprekken als in de literatuur wordt sterk de nadruk gelegd op het belang van de leerlinggerichtheid van de onderwijsleersituatie. De leerinhouden, het materiaal, de activiteiten en de interacties moeten beantwoorden aan de persoonlijke ontwikkelings- en leerbehoeften van de leerlingen. Ook uit de schriftelijke vragenlijst is gebleken dat leerlingen een voorkeur hebben voor activerende werkvormen en het gebruik van diverse media. De leerlingen zijn over het algemeen minder tevreden over de studiedruk en het leerprogramma. Het gevoel van overbelasting kon reeds afgeleid worden uit de gesprekken die we met hen hebben gevoerd. Dit leidt tot een lage mate van welbevinden op deze gebieden. Ook de verschillen tussen scholen aangaande de beleving van en de tevredenheid over de studiedruk en het leerprogramma zijn niet groot zodat we kunnen spreken van een sterke eensgezindheid bij de leerlingen over de bevraagde scholen heen. Om tegemoet te komen aan de subjectief ervaren zware studiedruk, kunnen aspecten die in de gesprekken met de leerlingen naar voor kwamen in rekening gebracht worden. Zo blijkt dat leerlingen vooral geïnteresseerd zijn in nuttige informatie die aansluit bij hun leefwereld, die actueel, boeiend en waardevol is. De leerlingen uitten zeer sterk hun behoefte aan zinvolle leerinhouden. Wanneer ze het nut of het waarom van het schoolse leren niet ervaren werkt dit negatief voor hun welbevinden. Eveneens is de mate waarin de nadruk eerder gelegd wordt op prestatie- dan wel op leergerichtheid bepalend voor de motivatie en daarmee verbonden het welbevinden van de leerlingen. De resultaten van dit onderzoek, aangevuld met bevindingen uit de literatuur, doen ons besluiten dat een leerlinggerichte oriëntatie de kans op welbevinden verhoogt. Belevingsaspecten op schoolniveau Uit ons onderzoek blijkt het schoolklimaat een zeer belangrijke voorspeller te zijn voor het welbevinden. Dit konden we niet alleen besluiten op basis van de analyse van de resultaten van de schriftelijke vragenlijst, het werd eveneens bevestigd door de literatuur en de gesprekken. Dankzij het 5
6 positieve verband tussen het schoolklimaat en het welbevinden kunnen we stellen dat een hoge score op vragen m.b.t. het schoolklimaat correspondeert met een hoge mate van welbevinden. Ook Brutsaert (1993) wijst op de sterke invloed van het schoolklimaat op de cognitieve, affectieve en attitudinale eigenschappen van de leerlingen. Een positieve beleving van de schoolcultuur door de leerlingen hangt samen met een hoge mate van welbevinden. Aangezien de schoolcultuur verwijst naar alles wat zich zowel informeel als formeel afspeelt op school, de waarden en normen die zich projecteren in de omgang tussen leerkrachten en leerlingen, het schoolreglement, enz., beschouwen we het schoolklimaat als de som van alle andere bevraagde aspecten op schoolniveau. In de gesprekken met de leerlingen is in dit verband gesproken over de mentaliteit of het imago van de school. Direct en indirect zullen de actieplannen die een school onderneemt een invloed hebben op het schoolklimaat, alsook op de toepassing van het schoolreglement of het strafbeleid. Wanneer leerlingen inspraak krijgen op schoolniveau en eventueel wijzigingen in de infrastructuur en voorzieningen zelf kunnen teweeg brengen, zal hun betrokkenheid en daarmee samenhangend hun welbevinden in sterke mate toenemen. Niet alleen de contacten met vrienden en leerkrachten, maar ook met andere personeelsleden zorgen voor een bepaalde schoolsfeer. De verschillende aspecten van het schoolklimaat die het welbevinden van leerlingen in sterke mate beïnvloeden, worden hierna verder toegelicht. De inspanningen die de school levert op deze gebieden, kunnen bepalend zijn voor het verschil tussen scholen en hiermee samenhangend het welbevinden van de leerlingen. Er is dus ook hier een heel belangrijke opdracht voor de school weggelegd. Uit ons onderzoek is niet alleen gebleken dat inspraak op klasniveau het welbevinden van de leerlingen positief beïnvloedt, ook inspraak op schoolniveau verhoogt de tevredenheid bij de leerlingen. Deze resultaten corresponderen met wat Elchardus et al. (1999) en Eder (1995) in hun onderzoek hebben vastgesteld: het welbevinden verbetert bij een actieve participatie aan het klas- en schoolgebeuren. De mate van inspraak die leerlingen ervaren op schoolniveau is dus een belangrijke voorspeller voor het welbevinden. De scores op dit gebied zijn in ons onderzoek eerder neutraal en hiermee lager dan de mate waarin ze tevreden zijn over de inspraak op klasniveau. Hieruit kunnen we afleiden dat leerlingen zich eerder betrokken voelen bij wat onmiddellijk in de klas gebeurt dan wat het schoolniveau aangaat. Uit de panelgesprekken bleek trouwens dat nogal wat leerlingen zich niet eens bewust waren van het bestaan van een leerlingenraad in hun school, of de mate van inspraak die via dat kanaal kon bereikt worden sterk relativeerden. 6
7 We hebben reeds gesteld dat leerlingen de voorkeur geven aan een tolerante maar gezaghebbende leerkracht. Deze eigenschappen van een leerkracht verwachten leerlingen ook op schoolniveau, in de schoolcontext. De leerlingen spreken zich in de schriftelijke bevraging niet uitgesproken positief of negatief uit over de regelgeving op school. Dit gegeven moet echter genuanceerd worden aangezien er sterke verschillen zijn tussen scholen onderling. Enerzijds willen leerlingen een teveel aan regels vermijden, anderzijds willen ze ook dat er consequent opgetreden wordt t.a.v. probleemgedrag zoals geweld en druggebruik. In het onderzoek van van der Linden en Roeders (1983) wordt vastgesteld dat leerlingen het schoolklimaat positiever beoordelen wanneer regels democratisch ingevoerd worden (cf. inspraak). Een leerlinggericht schoolreglement bevordert dan ook een positief schoolklimaat. Ook hier kan een grotere betrokkenheid van leerlingen bij het opstellen van regels het welbevinden bevorderen, aangezien hiertussen een sterke samenhang vast te stellen valt. Niettegenstaande de subschaal 'actieplannen op schoolniveau' na schriftelijke bevraging als minder belangrijke voorspeller naar voor kwam, zijn in werkelijkheid de acties die de school in het kader van preventiecampagnes onderneemt dikwijls "hot topics" binnen een school. Probleemgedrag zoals geweld, ordeverstoring, drugs en pesten hangen samen met een lage mate van welbevinden (zie infra). Het kunnen aantonen dat eraan gewerkt wordt, is voor een school heel belangrijk aangezien uit de literatuur is gebleken dat deze thema s voor vele ouders criteria zijn bij de schoolkeuze van hun kind. We merken dat de meeste scholen relatief hoog scoren m.b.t. de acties die ze ten aanzien van probleemgedrag ondernemen. Dit gegeven is heel belangrijk omdat uit andere onderzoeken en de gesprekken met leerlingen in ons eigen onderzoek is gebleken dat een gevoel van veiligheid het welbevinden positief beïnvloedt (Walgrave, 2001). Openheid, informeren, sensibiliseren en een duidelijke gedragscode ontwikkelen t.o.v. deze problemen zijn taken die de school zeker moet vervullen ten behoeve van de beleving en tevredenheid van de leerlingen (Stevens & Van Oost, 1994). Op school komen leerlingen niet alleen in contact met leerkrachten en medeleerlingen, maar ook met andere personeelsleden. In de gesprekken met de leerlingen kwam heel sterk naar voor dat het verloop van al deze interne contacten bepalend is voor de schoolsfeer. Ook in deze relaties is er nood aan respect, waardering, ruimte, dialoog en regelduidelijkheid (zie ook Bouverne-De Bie & Verschelden, 1998). De meerderheid van de leerlingen geeft in de schriftelijke vragenlijst aan steeds bij iemand terecht te kunnen op school, ook met problemen. Na de bevraging a.d.h.v. het instrumentarium is dan ook gebleken dat leerlingen de contacten met andere personeelsleden positief beleven. 7
8 Een aangename materiële omgeving kan eveneens een positieve schoolsfeer in de hand werken. De leerlingen van de meeste scholen zijn echter minder tevreden over de infrastructuur en de voorzieningen op school. Ook uit de gesprekken met hen is sterk naar voor gekomen dat ze het gebouw over het algemeen veel aantrekkelijker en leuker ingericht zouden willen zien. De analyse van de resultaten van de vragenlijst geeft trouwens aan dat de mate waarin leerlingen tevreden zijn over de infrastructuur en de voorzieningen van de school één van de betere voorspellers is voor het welbevinden. Een slechte staat van de gebouwen, die bovendien soms niet goed onderhouden zijn en een onaangename inrichting van klaslokalen hangen nauw samen met een negatieve beleving. Inspraak m.b.t. de infrastructuur en voorzieningen kan het welbevinden van de leerlingen in positieve zin beïnvloeden. Hoe uiten leerlingen hun (on)welbevinden? Op basis van de schriftelijke bevraging hebben we kunnen vaststellen dat er een sterke samenhang bestaat tussen het welbevinden en het gedrag van de leerlingen. De gedragsaspecten die bevraagd zijn, handelen o.a. over de houding t.a.v. medeleerlingen en leerkrachten, de inzet en betrokkenheid van leerlingen aan hun eigen leerproces en het voorkomen van probleemgedrag. Deze aspecten hebben we in de vragenlijst opgenomen aangezien uit de literatuur is gebleken dat wanneer het welbevinden in het gedrang komt, de kans op ordeverstorend gedrag en spijbelen groter is. Andere problemen waarmee de school geconfronteerd kan worden, zijn geweld en het gebruik van drugs. In dit verband verwijzen we naar een onderzoek van Walgrave, Vettenburg en Huybregts (2001) over Geweld op school. Onveiligheidsgevoelens en antisociaal gedrag. Niettegenstaande de grote verschillen tussen scholen m.b.t. het gedrag van de leerlingen, worden in ons onderzoek vaak positieve scores genoteerd m.a.w. volgens hun antwoorden geven leerlingen niet zo vaak blijk van negatief gedrag, wat dus een hoge mate van welbevinden zou moeten weerspiegelen. Dit resultaat moet echter genuanceerd worden aangezien de kans bestaat dat de leerlingen zichzelf in een positief daglicht willen stellen en daarom sociaal wenselijk antwoorden. We kunnen wel stellen dat goede gedragingen, een positief schoolklimaat bewerkstelligen, wat het welbevinden in de gunstige zin beïnvloedt en dat in scholen waar leerlingen zich goed voelen en tevreden zijn, niet onmiddellijk problematisch gedrag voorkomt. Welke leerlingen voelen zich goed? 8
9 Een basisgegeven dat in het instrumentarium bevraagd wordt en in heel sterke mate het welbevinden van de leerlingen beïnvloedt, is het motief van de leerlingen om naar school te komen. Het diploma komt steeds op de eerste plaats, zowel wanneer gepeild wordt naar het belangrijkste motief als wanneer meerdere motieven konden aangekruist worden. Dat leerlingen hieraan een belangrijke waarde toekennen, hebben we reeds op basis van de panelgesprekken kunnen afleiden. De vrienden en om iets bij te leren worden ook door meer dan de helft van de leerlingen aangeduid als motief om naar school te komen, maar het zijn niet de belangrijkste. Uit de resultaten van dit onderzoek kunnen we echter wel vaststellen dat de leerlingen heel tevreden zijn over de contacten met vrienden en medeleerlingen op school. Dat dit resultaat het welbevinden verhoogt, wordt ook door ander onderzoek bevestigd. Onderzoeken van Eder (1995) en Bouverne-De Bie et al. (1999) hebben aangetoond dat leerlingen de school tevens zien als sociale ontmoetingsplaats en leefdomein waar contacten met leeftijdsgenoten mogelijk zijn. In de literatuur wordt in dit verband ook gesproken over een gezelligheidscultuur. Op basis van onze resultaten kunnen we bevestigen dat de collegialiteit en samenhorigheid binnen een groep bepalend zijn voor het welbevinden van de leerlingen. Bovendien vormen de positieve contacten met medeleerlingen een belangrijk onderdeel van een goede klas- en schoolcultuur en hiermee samenhangend een positief schoolklimaat. Uit de literatuur ter zake stellen we vast dat de prestaties, het plezier in het studeren en hiermee samenhangend het welbevinden, gunstig evolueren wanneer leerlingen vanuit een intrinsieke motivatie, zoals het leren om zichzelf te verrijken, naar school komen. De nadruk op de leermotivatie is ook duidelijk in de panelgesprekken naar voor gekomen. De motieven de verplichting van thuis en de interessante studierichting zijn slechts in beperkte mate als prioriteit aangestipt, maar we stellen wel vast dat leerlingen die naar school komen omdat het verplicht is van thuis, getuigen van een lager welbevinden dan leerlingen die dit motief niet hebben aangekruist. Voor alle andere motieven is een omgekeerde tendens merkbaar. Wanneer leerlingen als belangrijkste motief om iets bij te leren hebben opgegeven, gaat dit gepaard met een hogere mate van welbevinden dan leerlingen die voor de vrienden of om een diploma te halen als enige drijfveer hebben genoteerd. Sommige onderzoeken (Stoel, 1980; Crabbe & Spaey, 1984, in Van den Houte, 1990; Verhoeven et al., 1992; Thys, 1994; Van Damme et al., 1997) maken melding van een verschil in welbevinden naargelang de sekse, in het voordeel van de meisjes. Deze tendens kunnen we op basis van de resultaten van dit onderzoek bevestigen: meisjes vertonen een hoger welbevinden dan jongens. In ons onderzoek wordt echter wel duidelijk dat meisjes vooral voor het diploma, de vrienden of om iets 9
10 bij te leren naar school komen, terwijl jongens meer voor de interessante studierichting naar school komen en het schoollopen eerder als een verplichting van thuis ervaren. Na de afname van de vragenlijst werden duidelijke resultaten vastgesteld m.b.t. de relatie tussen de leeftijd, de graad en het leerjaar waartoe de leerlingen behoren en hun welbevinden. Deze leerlingenkenmerken worden samen besproken aangezien zij parallelle resultaten opleveren omwille van hun sterke onderlinge verband. Zoals ander onderzoek doet vermoeden, neemt het welbevinden af naarmate de leerlingen ouder worden. We kunnen echter niet spreken van een rechtlijnige daling omdat het profiel gekenmerkt wordt door een dieptepunt in de tweede graad met opnieuw een lichte stijging in de derde graad. Door de leeftijd, graad en het leerjaar te koppelen aan de motieven kunnen eventueel verklaringen gevonden worden voor sommige vaststellingen. In tegenstelling tot wat we verwacht hadden, hebben weinig leerlingen van het zesde leerjaar het diploma als belangrijkste motief aangekruist. Dit kan erop wijzen dat de cijfercultuur dan min of meer op de achtergrond verdwijnt. Met betrekking tot de vrienden zien we dat dit motief tot in het vijfde leerjaar hoog scoort. In de eerste graad komen leerlingen voornamelijk naar school om iets bij te leren. Het dieptepunt m.b.t. het welbevinden van de leerlingen in de tweede graad komt overeen met het grote aantal leerlingen dat op die leeftijd de school als een verplichting van thuis ervaart. Dit laatste motief heeft een negatieve invloed op de beleving en tevredenheid van de leerlingen. Een andere mogelijke verklaring voor de lage score voor welbevinden bij leerlingen uit de tweede graad kan eveneens gezocht worden in het feit dat deze leerlingen zich in een cruciale en gevoelige fase van hun ontwikkeling bevinden. Verder onderzoek naar de invloed van persoonskenmerken van leerlingen op hun schoolwelbevinden is aangewezen aangezien dit relevante resultaten kan opleveren. Wij hebben deze relatie niet nader onderzocht aangezien het geen deel uitmaakte van het opzet van dit onderzoek. Een laatste leerlingenkenmerk waarvan het verband met het welbevinden werd nagegaan, is de onderwijsvorm. Niettegenstaande Elchardus et al. (1999) geen verband hebben vastgesteld tussen het welbevinden en de onderwijsvorm, maken andere onderzoeken wel melding van verschillen tussen onderwijsvormen op gebied van de beleving en tevredenheid van de leerlingen. Op basis van de analyse van de resultaten van de schriftelijke vragenlijst hebben we een hoger welbevinden vastgesteld bij leerlingen van het algemeen secundair onderwijs (ASO) in vergelijking met leerlingen van het technisch secundair onderwijs (TSO) en beroepssecundair onderwijs (BSO). Wij hebben echter geen verschillen gevonden tussen het welbevinden van leerlingen van het technisch secundair onderwijs en 10
11 het beroepssecundair onderwijs, daar waar andere onderzoeken dit wel vaststelden. De belangrijkste bevinding van dit onderzoek m.b.t. de onderwijsvorm is dat leerlingen van het kunstsecundair onderwijs (KSO) zich beduidend beter voelen dan de leerlingen van alle andere onderwijsvormen. Wanneer we opnieuw de terugkoppeling maken naar de gekozen motieven, zien we dat motieven zoals het diploma en om iets bij te leren belangrijk zijn voor leerlingen van het ASO gevolgd door leerlingen van het TSO en BSO terwijl leerlingen van het KSO voornamelijk aangeven dat ze naar school komen voor de interessante studierichting. Dit wijst erop dat de leer- en prestatiemotivatie bij leerlingen van het ASO hoger ligt dan bij de andere onderwijsvormen. Leerlingen van het KSO ervaren in vergelijking met leerlingen van andere onderwijsvormen het onderwijs ook minder als een verplichting van thuis. Dit verschil is heel opvallend. Bestaan er typische schoolkenmerken? Schoolvariabelen die we in de analyses betrokken hebben, zijn de schoolgrootte en het aantal onderwijsvormen dat in een school voorzien wordt. Met betrekking tot de schoolgrootte zijn er, in tegenstelling tot wat Stoel (1980) in zijn onderzoek heeft vastgesteld, geen verschillen in welbevinden waargenomen tussen leerlingen van grote scholen en leerlingen van kleine scholen. In een grote school is het welbevinden van de leerlingen niet beduidend lager dan in een kleine school. Dit komt overeen met de resultaten van het onderzoek van Brutsaert (1993). Niettegenstaande het welbevinden van leerlingen uit diverse onderwijsvormen duidelijk kan verschillen, heeft het aantal onderwijsvormen dat in een school voorzien wordt geen invloed op de beleving en tevredenheid van de leerlingen. We hebben ons bij de analyses beperkt tot deze schoolkenmerken, maar willen erop wijzen dat de inspectie bij de doorlichting van de scholen uiteraard ook de informatie over andere context- en inputgegevens in rekening kan brengen. Aangezien wij niet over deze uitgebreide, vaak vertrouwelijke informatie beschikken, zijn wij niet in staat meer vergelijkende analyses uit te voeren. Besluit Uit de resultaten van het onderzoek kunnen een aantal belangrijke conclusies getrokken worden. In de eerste plaats hebben een aantal belevingsaspecten op klas- en schoolniveau een duidelijke invloed op het welbevinden van leerlingen in het secundair onderwijs. Ten tweede kunnen deze belevingsaspecten sterk variëren van school tot school. De volgende schoolkenmerken kunnen de kans op een positieve 11
12 beleving van de schoolsituatie verhogen: voldoende inspraak op klas- en schoolniveau, positieve contacten met leerkrachten en andere personeelsleden, een leerproces op maat, een aangename infrastructuur, een school die voldoende acties ten voordele van het leefklimaat op school onderneemt, een positief schoolklimaat, een regelgeving waarbij rekening wordt gehouden met de leerlingen en een adequate opvang bij problemen. De kans op een positieve schoolbeleving verhoogt eveneens wanneer de leerlingen positief gedrag stellen en goede contacten met vrienden en medeleerlingen onderhouden. Een niet té hoge studiedruk, een leerprogramma waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften en verwachtingen van de leerlingen en een aanvaardbare regelgeving dragen eveneens bij tot een positieve beleving van de schoolsituatie. Deze resultaten geven aan welke factoren relevant zijn voor het schoolwelbevinden van leerlingen en hoe de school en het schoolteam gericht kan inspelen op die factoren met de bedoeling het welbevinden en de tevredenheid te bevorderen. 12
13 Bibliografie BOUVERNE-DE BIE, M., VERSCHELDEN, G., Studie 62. Naar een heldere kijk op leerlingbegeleiding. Inspiratie-Handleiding., Brussel, Vlaamse Onderwijsraad, BOUVERNE-DE BIE, M., VERSCHELDEN, G., Leerlingbegeleiding in het secundair onderwijs. Hoe beleven jongeren het leren op school? Welwijs, 1999, 3, BRUTSAERT, H., School, gezin en welbevinden., Leuven, Garant, EDER, F., Das Befinden von Kindern und Jugendlichen in der Schule. Bildunsforschung des Bundesminsteriums für Unterricht und kulturelle Angelegenheiten., Innsbruck, studienverlag, ELCHARDUS, M., KAVADIAS, D., SIONGERS, J., Hebben scholen een invloed op de waarden van jongeren? Samenvatting van het onderzoek naar de doeltreffendheid van waardevorming in het secundair onderwijs., Brussel, Vrije Universiteit Brussel, Vakgroep Sociologie, STEVENS, V., VAN OOST, P., Pesten op school: een actieprogramma., Gent, Universiteit Gent, Onderzoeksgroep Gedrag en Gezondheid, STOEL, W.G.R., De relatie tussen de grootte van scholen voor voortgezet onderwijs en het welbevinden van de leerlingen. Deel I: Resultaten van een empirisch onderzoek in de Nederlandse onderwijssituatie. & Deel II: De ontwikkeling van een schoolbelevingsschaal., Haren, RION, THYS, L., Leerlingen en hun school: een beoordeling. Caleidoscoop, 1994, 6 (4), VAN DAMME, J., TROY, A., DE MEYER, J., MINNAERT, A., LORENT, G., OPDENAKKER, M.- Chr., VERDUYCKT, P., Succesvol doorstromen in de aanvangsjaren van het secundair onderwijs., Leuven/Amersfoort, Acco, VAN DEN HOUTE, M., Onderzoek naar schoolbeleving van leerlingen. Handboek Leerlingbegeleiding.? Diegem, Kluwer Editorial, VAN DER LINDEN, F.J., ROEDERS, P., Schoolgaande jongeren, hun leefwereld en zelfbeleving. Samenvattend eindverslag van het onderzoeksproject Jeugdproblemen en Onderwijsbeleid., Nijmegen, Hoogveldinstituut, VAN DER VEEN, T., De school, een kwestie van overleven!? Schoolbeleving van leraren en leerlingen., Leiden, Martinus Nijhoff, VERHOEVEN, J.C., CLEMENT, M., MAETENS, D., VERGAUWEN, G. (o.l.v. Vandenberghe R., Damme, J. Van, & Verhoeven, J.C.), Schoolmanagement en kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Een empirisch onderzoek in secundaire scholen. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Onderwijs (F.K.F.O.-project nr )., Leuven, K.U. Leuven-Departement Sociologie,
14 WALGRAVE, L., VETTENBURG, N., HUYBREGTS, I., Geweld op school. Onveiligheid en onveiligheidsgevoelens. Een onderzoek in opdracht van de Vlaamse Minister voor Onderwijs en Vorming, K.U. Leuven,
Thema 3 Relatie leerkracht-leerling en klasmanagement.
Thema 3 Relatie leerkracht-leerling en klasmanagement http://users.ugent.be/~mvalcke/kr_1314/ Relatie leerkracht-leerling Zou je dit doen? 1. Ingaan op een uitnodiging van leerlingen om na de lessen
Nadere informatieOnderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6)
Online welbevindenvragenlijst met 28 stellingen Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) - Leerlingen een stem geven bij de doorlichtingen en kwaliteitsbeleid - Zicht
Nadere informatieWelk beeld heeft Vlaanderen over de leraar? J.C. Verhoeven (KuLeuven), A. Aelterman (UGent), I. Buvens (KuLeuven), I. Rots (UGent)
1 Welk beeld heeft Vlaanderen over de leraar? J.C. Verhoeven (KuLeuven), A. Aelterman (UGent), I. Buvens (KuLeuven), I. Rots (UGent) Doel van het onderzoek Onderzoek naar de wijze waarop de samenleving
Nadere informatieHet welbevinden van leerlingen Een vragenlijst
Het welbevinden van leerlingen Een vragenlijst Studiedag SOK Leerlingen en kwaliteitszorg Affligem, 6 december 2013 Dr. Ilse De Volder & Ludo De Lee 1 Inhoud o Bevraging van leerlingen bij EU-inspecties
Nadere informatieHet welbevinden van leerlingen in het secundair onderwijs in Vlaanderen
Het welbevinden van leerlingen in het secundair onderwijs in Vlaanderen N. Engels, A. Aelterman, A. Schepens en K. Van Petegem 192 2003 (80) 192-209 Samenvatting In het voorliggend onderzoek staat het
Nadere informatieEFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.
EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:
Nadere informatieONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.
ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research
Nadere informatieVragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item
Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Integratie - Populariteit (sociale ontwikkeling) heeft
Nadere informatieEFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT
EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &
Nadere informatieFiguur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht
Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?
Nadere informatieOnderzoeksfiche e00265.pdf. 1. Referentie
1. Referentie Referentie De Groof, S., m.m.v. Siongers, J. (2003). Leerlingenparticipatie nader bekeken. Een kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de betekenis en het belang van participatie op school.
Nadere informatieVlaamse Onderwijsinspectie 17/02/17
OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 1 Online welbevindenvragenlijst met 28 stellingen Onderzoek De Lee & De Volder > schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4 5 6) Doel Leerlingen een stem geven bij
Nadere informatiePeiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016
Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin
Nadere informatiepeiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso
peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso colloquium 7 juni 2017 dr. Eef Ameel overzicht de peiling burgerzin en burgerschapseducatie beschrijving van de steekproef
Nadere informatieONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.
ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper
Nadere informatieInspraak en participatie in het schoolbeleid:
Inspraak en participatie in het schoolbeleid: een onmisbaar element in de kwaliteitszorg Jef Verhoeven Centrum voor Onderwijssociologie KU Leuven 23 december 2003 Inspraak en participatie 1 1. Kwaliteitszorg
Nadere informatieWaardering voor de leraar
De professionaliteit en de maatschappelijke waardering van leerkrachten basis- en secundair onderwijs. Een onderzoek naar opvattingen van leerkrachten, andere onderwijsbetrokkenen en de publieke opinie
Nadere informatieSCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs
SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1
Nadere informatieONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.
ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt
Nadere informatieSYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING
SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030
Nadere informatieHet evaluerend vermogen in secundaire scholen. Jef C. Verhoeven (KU Leuven) Geert Devos (UG) Peter Van Petegem (UA) 21/4/2001 Evaluerend vermogen 1
Het evaluerend vermogen in secundaire scholen Jef C. Verhoeven (KU Leuven) Geert Devos (UG) Peter Van Petegem (UA) 21/4/2001 Evaluerend vermogen 1 1. Evaluatie: begrippen - Van testcultuur naar assessment
Nadere informatiePISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?
INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden
Nadere informatieHoorzitting Spijbelen en absoluut schoolverzuim
Advies Hoorzitting Spijbelen en absoluut schoolverzuim Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Donderdag 28 april 2005 Gedachtewisseling met de Kinderrechtencommissaris, samenvatting
Nadere informatieGepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt
Gepubliceerd Onderwijs en arbeidsmarkt Vanuit het secundair onderwijs naar de arbeidsmarkt Van Damme, J., Pustjens, H., Lancksweerdt, P., Leysen, V., Mertens, W. & Geluykens, K. (2002). Vanuit het secundair
Nadere informatieDOS-BELEIDSPLAN
DOS-BELEIDSPLAN 2017-2018 DRUGS OP SCHOOL Inhoud 1 Visie DOS... 2 2 Vier pijlers... 3 2.1 Regelgeving met duidelijke grenzen en consequenties... 3 2.2 Begeleiding... 6 2.2.1 Wie doet wat bij VERMOEDEN
Nadere informatieOnderzoeksfiche e00032.pdf. 1. Referentie
1. Referentie Referentie Verhoeven, J.C., Stassen, K., Devos, G. & Warmoes, V. (2003). Ouders op school en thuis. Onderwijskundig onderzoek in opdracht van de Vlaamse Minister van onderwijs en vorming.
Nadere informatieTitel samenkomst 18 november Kwaliteitsontwikkeling. RAPS verwerkt in het zelfevaluatieinstrument Welbevinden personeel 2016
Kwaliteitsontwikkeling RAPS verwerkt in het zelfevaluatieinstrument Welbevinden personeel 2016 Diane Van Hove en Diane Jacobs dienst IDE Inhoud 1. Kader voor welbevinden in onderwijs Kwaliteitsontwikkeling
Nadere informatieInhoud. 21 oktober PSR verwerkt in een bevraging 'welbevinden op school' Studiedag 21 oktober Kader voor welbevinden in onderwijs
PSR verwerkt in een bevraging 'welbevinden op school' Studiedag 21 oktober 2016 Inhoud 1. Kader voor welbevinden in onderwijs Kwaliteitsontwikkeling Pedagogische benadering Verantwoordingsperspectief 2.
Nadere informatiePascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs - Belg...
Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs (http://www.knack.be/auteurs/simon-demeulemeester/author- Simon Demeulemeester demeulemeester/author-4000174167085.htm) woensdag 23 januari 2013 om
Nadere informatieInhoudstafel Inleiding en probleemstelling Hoofdstuk 1. Leerlingenbegeleiding: een exemplarisch thema in het jeugdbeleid
Inleiding en probleemstelling................................... 1 1. Situering............................................... 3 2. Onderzoeken die aan de basis liggen van deze studie............ 4 2.1
Nadere informatieRelaties op school ontcijfert
Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieHet Vlaams Onderwijsonderzoek verkend. Jef C. Verhoeven Roland Vandenberghe Onderwijsonderzoek 1
Het Vlaams Onderwijsonderzoek verkend Jef C. Verhoeven Roland Vandenberghe 20-6-2001 Onderwijsonderzoek 1 Vraagstelling luik 1 1. Wat werd in de periode 1989-1999 in Vlaams onderwijsonderzoek onderzocht?
Nadere informatieRESULTATEN. Rapportage Klimop, Aalten
RESULTATEN Rapportage Klimop, Aalten april 2016 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de kwaliteit van de school en/of het schoolbestuur in kaart
Nadere informatieStudie Jongeren en Gezondheid. Een Vlaamse en internationale studie
Studie Jongeren en Gezondheid Een Vlaamse en internationale studie Overzicht studie Internationaal netwerk van onderzoekers Gefinancierd door Vlaamse gemeenschap Samenwerking Wereldgezondheidsorganisatie
Nadere informatieWerken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?
Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Resultaten van 10 jaar onderzoek naar de beleving en beoordeling van arbeid Prof. Dr. Hans De Witte Gewoon Hoogleraar Arbeidspsychologie, WOPP-KU Leuven Seminarie
Nadere informatieInhoud van de presentatie
De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie
Nadere informatieGeneration What? 1 : Vertrouwen in de instellingen
Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt
Nadere informatieRESULTATEN. Rapportage Triangel, Aalten
RESULTATEN Rapportage Triangel, Aalten april 2016 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de kwaliteit van de school en/of het schoolbestuur in kaart
Nadere informatieOnderzoeksrapport MASS. Fase 1
Onderzoeksrapport MASS Media adolescenten sociale steun stress Fase 1 1 Beste directieleden en leerkrachten, Enkele maanden geleden nam uw school deel aan de eerste fase van het MASS-onderzoeksproject.
Nadere informatieJongeren en Gezondheid 2014 : Studie
Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van
Nadere informatieDE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS
DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dockx J., De Fraine B., & Stevens E. DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS
Nadere informatieRelaties op school ontcijfert
Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be
Nadere informatieGemiddelde mening over de inspraak in de medezeggenschapsorganen
DEVOS,., VERHOEVEN, J. C. Inspraak, communicatie en overleg. Departement Onderwijs. Vlaamse Onderwijsindicatoren in internationaal perspectief. Editie 2000. Brussel Ministerie van de Vlaamse emeenschap,
Nadere informatievragenlijst leerlingen
vragenlijst leerlingen Uitslagen Vragenlijst CBS De Bernebrêge Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 De vragenlijst... 3 Gegevens... 3 Schoolgegevens... 4 Periode van afname... 4 Aantal respondenten...
Nadere informatie> VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017)
> VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017) < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon -instellingen
Nadere informatieCase Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan
Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid
Nadere informatieMaak het verschil op de speelplaats
Kwestie 2: Toezicht en begeleiding Iedereen op en rond de school is het erover eens dat toezicht op de speelplaats nodig is. Scholieren vinden toezicht ook belangrijk, maar ze hebben wel vragen bij de
Nadere informatieRESULTATEN. Saenstroom OPDC, Wormerveer april 2018
! RESULTATEN Saenstroom OPDC, Wormerveer april! 1. ALGEMEEN 1.1. Inleiding Algemeen Het instrument Qschool is een hulpmiddel om de kwaliteit van de school en/of het schoolbestuur in kaart te brengen. Het
Nadere informatieAanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten
Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren
Nadere informatieKwaliteit vanuit het standpunt van de ouders
Kwaliteit vanuit het standpunt van de ouders GO! ouders Ouderkoepel van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Relatie gezin school: ouderbetrokkenheid Informeren Begeleiden en ondersteunen Vormen
Nadere informatieIntelligentie, LOSO, sekseverschillen, schoolloopbaan, schools presteren
1. Referentie Referentie Van de Gaer, E., Van Damme J. & De Munter, A. (2002). Onderzoek naar verschil in school presteren tussen jongens en meisjes. Eindrapport van het KULeuven-luik. Onuitgegeven onderzoeksrapport,
Nadere informatieRESULTATEN. Rapportage OBS t Reigerbos
RESULTATEN Rapportage OBS t Reigerbos november 2017 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de kwaliteit van de school en/of het schoolbestuur in
Nadere informatieTHEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN *
THEMA 1 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN ONTWIKKELINGS- EN LEERACHTERSTANDEN * 1. De motivatie voor ontwikkeling en leren bij de leerlingen verhogen. 2. De ontwikkeling en /of leerwinst bij elke leerling verhogen.
Nadere informatieSCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN?
SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN? Lessen uit scholenonderzoek in Vlaanderen Jessy Siongers Universiteit Gent Vrije Universiteit Brussel Steunpunt Cultuur & Jeugdonderzoeksplatform
Nadere informatieWELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS
WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS Het effect van een jaar naar school gaan op niet-cognitieve uitkomsten van leerlingen Naomi Van den Branden naomi.vandenbranden@kuleuven.be
Nadere informatieDe kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht
De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieDe educatieve effecten van de Mobibus. VSV en Universiteit Antwerpen
De educatieve effecten van de Mobibus VSV en Universiteit Antwerpen Inhoud Situering Inhoud project Onderzoek Resultaten Conclusies Situering Aandacht voor kwaliteit 1 project per jaar: effectevaluatie
Nadere informatieBeleidsnotitie Ouderbetrokkenheid OBS DE BOUWSTEEN
Beleidsnotitie Ouderbetrokkenheid OBS DE BOUWSTEEN ouderbetrokkenheid Pagina 1 De identiteit van de school Obs de Bouwsteen is een openbare basisschool. Een school met ruimte en respect voor alle levensbeschouwingen.
Nadere informatieDe peilingsresultaten PAV in internationaal perspectief Colloquium peiling PAV, Brussel, 11 juni 2014
De peilingsresultaten PAV in internationaal perspectief Colloquium peiling PAV, Brussel, 11 juni 2014 Een internationaal onderzoek dat om de drie jaar jongeren aan het einde van hun verplichte schoolloopbaan
Nadere informatie1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs
1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een
Nadere informatieGeschiedenis en VOET
Geschiedenis en VOET Per 1 september 2010 traden de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET) in werking en vanaf 1 september 2011 zal de doorlichting de VOET meenemen in de focus van de scholen. De
Nadere informatieTTALIS. Maatschappelijke waardering door de ogen van de. leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken
Maatschappelijke waardering door de ogen van de TTALIS leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken Bevindingen uit de Teaching And Learning International Survey (TALIS) 2013 IN FOCUS Faculteit
Nadere informatieVerantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017
Verantwoording ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school 6 juni 2017 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wet Veiligheid op school... 3 Toezicht inspectie op de zorgplicht... 3 Definities... 3 Betrouwbaarheid
Nadere informatiePeiling wereldoriëntatie: natuur en techniek in het basisonderwijs. dr. Eef Ameel Colloquium 16 juni 2016
Peiling wereldoriëntatie: natuur en techniek in het basisonderwijs dr. Eef Ameel Colloquium 16 juni 2016 Overzicht De peiling wereldoriëntatie natuur en techniek Achtergrondinformatie Resultaten van de
Nadere informatie1 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Nu beslissen Steunpunt Diversiteit & Leren
Nu beslissen De motieven om te starten met leerlingenparticipatie kunnen zeer uiteenlopend zijn, alsook de wijze waarop je dit in de klas of de school invoert. Ondanks de bereidheid, de openheid en de
Nadere informatieSTEMmige bedrijvigheid
STEMmige bedrijvigheid Wat kan een bedrijfsbezoek betekenen voor de attitude van kinderen voor techniek? Stephanie Vervaet - Kristof Van De Keere Maaike Ugille Remko Meys Expertisecentrum Onderwijsinnovatie,
Nadere informatieJan Coppieters. PVOC Oost-Vlaanderen
Jan Coppieters PVOC Oost-Vlaanderen Ik weet hoe ik leerbereidheid van leerlingen kan beïnvloeden Ik kan de verwachtingen van leerlingen over het eigen presteren gunstig beïnvloeden Ik kan een gunstige
Nadere informatieGroot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004
Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Integratie van AN in secundair onderwijs Tom Verheyen Filip Paelman Overzicht Omzendbrief Tasan Vervolgonderzoek Referentiekader Een
Nadere informatieNT2-docent, man/vrouw met missie
NT2docent, man/vrouw met missie Resultaten van de bevraging bij NT2docenten Door Lies Houben, CTOmedewerker Brede evaluatie, differentiatie, behoeftegericht werken, De NT2docent wordt geconfronteerd met
Nadere informatieAl spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever
Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe
Nadere informatieNieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk
Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen
Nadere informatieSchoolspiegel. Synopsis schoolnaam. adres gemeente telefoon schoolnummer xxxx. organisatie Introrapport Versie 06.
Schoolspiegel Synopsis 4.08. schoolnaam adres gemeente email telefoon schoolnummer xxxx organisatie Introrapport Versie 06.08 blz / 8 . Inleiding In dit deel wordt een samenvatting gegeven van de analyse
Nadere informatieleerbaar voor een democratische samenleving
- School als instituut binnen een samenleving/ als oefenschool - School binnen een democratische samenleving, geheel van rechten en plichten - School als een plek waar afspraken plek leefbaar worden en
Nadere informatieCompetenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject
Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,
Nadere informatieDoorstroming en oriëntering
Doorstroming en oriëntering Wat? De school wil aan alle leerlingen de kans bieden op een succesvolle loopbaan. Succesvol zijn in het onderwijs betekent dat de leerling, bij voorkeur op de leeftijd van
Nadere informatieVragenlijst ouders 2015
Vragenlijst ouders 2015 Uitslagen Vragenlijst KBS De Wilgenburg Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 De vragenlijst... 3 Gegevens... 3 Schoolgegevens... 4 Periode van afname... 4 Aantal respondenten...
Nadere informatiejanuari 2013 Speciale editie Oudertevredenheid Beste ouders en verzorgers,
januari 2013 www.josephkpo.nl Speciale editie Beste ouders en verzorgers, Voor u ligt een speciale editie van het Josephientje. Hierin brengen we u op de hoogte van de uitslag van de peiling naar de ouder-
Nadere informatieLokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).
De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C
Nadere informatieouderenquete 2015 goed
ouderenquete 2015 goed Uitslagen Vragenlijst Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 De vragenlijst... 3 Gegevens... 3 Schoolgegevens... 4 Periode van afname... 4 Aantal respondenten... 4 Waardering
Nadere informatieJongeren en Gezondheid 2010 : Studie
Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van
Nadere informatieGelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie
Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie Studiedagen GOK derde cyclus oktober/november 2008, secundair onderwijs 1. Theoretische kader: Wat? Waarom? Hoe? 2. Instrument voor analyse van
Nadere informatieSamenvatting. VSO De Piramide/ Den Haag. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) VSO De Piramide
VSO De Piramide/ Den Haag Samenvatting Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) VSO De Piramide Eerder dit jaar heeft onze school VSO De Piramide deelgenomen aan een tevredenheidspeiling onder leerlingen
Nadere informatieACHTERGRONDINFORMATIE GEZINSDIVERSITEIT
ACHTERGRONDINFORMATIE GEZINSDIVERSITEIT INHOUD Families in transitie, transities in families Facts & Figures: Wat weten we? Maatschappelijke context FiTTiF Goed Gezin(d) Projectdoelstellingen Toolbox Voorbeeld
Nadere informatieRapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014
Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres D Demo 5 januari 2014 D@Demo.com Inleiding Motivatie
Nadere informatieDe ouders en personeelsleden hebben een mail gekregen met een link waarmee de vragenlijst thuis ingevuld kon worden of op een ander geschikt moment.
Uitslag tevredenheidenquête 2014-2015 In maart 2015 hebben we als een tevredenheidspeiling gedaan onder leerlingen, ouders en personeel. Dit is op een digitale manier afgenomen via ons kwaliteitsmanagementsysteem
Nadere informatieSTEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap
STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken
Nadere informatieRAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BEATRIX
RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BEATRIX School : Basisschool Beatrix Plaats : Haarlem BRIN-nummer : 16DS Onderzoeksnummer : 69226 Datum schoolbezoek : 24 januari 2006 Datum vaststelling
Nadere informatieAdvies over de voorstellen van nieuwe kwalificatiebenamingen vanaf het schooljaar in het deeltijds beroepssecundair onderwijs
Vlaamse Onderwijsraad Raad Secundair Onderwijs Leuvenseplein 4 23 maart 2004 1000 Brussel RSO/GCO/ADV/006 Advies over de voorstellen van nieuwe kwalificatiebenamingen vanaf het schooljaar 2004-2005 in
Nadere informatieJGZ en jongeren: een vrijblijvende relatie?! Groei naar nieuwe methodieken. Leuvense dagen kindergeneeskunde Anouk Vanlander
JGZ en jongeren: een vrijblijvende relatie?! Groei naar nieuwe methodieken Leuvense dagen kindergeneeskunde 17-5-2018 Anouk Vanlander Partnerorganisatie van de Vlaamse overheid voor preventieve jeugdgezondheidszorg
Nadere informatieMICTIVO - Monitor ICT-Integratie in het Vlaamse Onderwijs, design en opzet van een follow-up monitor
MICTIVO - Monitor ICT-Integratie in het Vlaamse Onderwijs, design en opzet van een follow-up monitor Auteurs: - dr. Bram Pynoo, Universiteit Gent, vakgroep Onderwijskunde, Bram.Pynoo@ugent.be - Stephanie
Nadere informatiePromotor: Datum publicatie: Trefwoorden: Samenvatting en resultaten: Dhr F. Laevers K.U. Leuven. juni 2001
98.07 'Welbevinden, betrokkenheid en tevredenheid van kleuters en leerlingen in het basisonderwijs. Een draaiboek voor systematische observatie en -bevraging' Promotor: Dhr F. Laevers K.U. Leuven Datum
Nadere informatieVerslag over de opvolgingsdoorlichting van BuSO Provinciaal Instituut Heynsdaele te Ronse
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag
Nadere informatieoudertevredenheidsenquête
Samenvatting: Analyse oudertevredenheidsenquête Achtergrond: Deze enquête werd jullie voorgelegd in het kader van een tevredenheidsonderzoek. De vragenlijst is gebaseerd op een modelvragenlijst van de
Nadere informatieOuders over scholen: verwachtingen en participatiebehoeften
KatholiekE UNIVERSITEIT LEUVEN Departement Sociologie Centrum voor Onderwijssociologie E. Van Evenstraat 2B B-3000 LEUVEN Prof. dr. J.C. Verhoeven Prof. dr. G. Devos Koen Stassen Veronique Warmoes Ouders
Nadere informatieICCS-Vlaanderen 2016 Internationaal vergelijkend onderzoek burgerschapseducatie. Koninklijk Atheneum E. Hiel, Schaarbeek, 7 november 2017
ICCS-Vlaanderen 2016 Internationaal vergelijkend onderzoek burgerschapseducatie Koninklijk Atheneum E. Hiel, Schaarbeek, 7 november 2017 ICCS = internationaal vergelijkend onderzoek bij 2de jaar secundair
Nadere informatieNAAR SCHOOL IN VLAANDEREN
NAAR SCHOOL IN VLAANDEREN Je leest een tekst over de organisatie en de structuur van het onderwijs in Vlaanderen. Wat moet je doen? 1. Kijk naar de woordenlijst op blad 1 (deze pagina) 2. Lees eerst de
Nadere informatieGezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010
Resultaten HBSC Subjectieve gezondheid Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health behaviour in School-aged Children)
Nadere informatieRESULTATEN KMPO VRAGENLIJST De KMPO is ingevuld door 50% van de ouders, 75% van het personeel en 100% door de lln (6,7,8,).
RESULTATEN KMPO VRAGENLIJST De KMPO is ingevuld door 50% van de ouders, 75% van het personeel en 100% door de lln (6,7,8,). april 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het
Nadere informatie