Relaties op school ontcijfert

Transcriptie

1 Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/ adres: fannyl.dhondt@ugent.be

2 Beste, Vorig schooljaar nam uw school deel aan een onderzoek van de Vakgroep Sociologie, Universiteit Gent over relaties tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en leerkrachten. We willen nagaan welke invloed deze hebben op het welbevinden en de studieresultaten van de leerlingen. Na het bezoeken van 54 scholen en het bevragen van meer dan 4000 leerlingen zijn we begonnen met de verwerking van de vragenlijsten. Nu deze verwerking achter de rug is, willen we graag de eerste onderzoeksresultaten met u delen uit dankbaarheid voor uw medewerking. Eerst even uitleg over hoe het rapport is opgebouwd. De leerkrachten hebben online allerlei vragen ingevuld. Verschillende vragen meten samen 1 concept bijvoorbeeld jobsatisfactie. U krijgt zicht op hoe de leerkrachten van uw school gemiddeld hebben gescoord op dit concept. Naast de resultaten voor uw school, krijgt u ook de resultaten van de andere scholen. We hebben geprobeerd waar mogelijk de resultaten visueel weer te geven. In deze grafieken is het resultaat van uw school in het rood aangeduid, dat van de andere scholen in het blauw. Om een vergelijkingsbasis te hebben, hebben we de resultaten van de scholen op de horizontale as geordend volgens het leerlingenpubliek. Hoe meer naar links, hoe kansarmer het leerlingenpubliek. Hoe meer naar rechts, hoe meer welgesteld het leerlingenpubliek. Dus horizontaal is uw school telkens gepositioneerd volgens de welgesteldheid van het leerlingenpubliek. Verticaal volgens de gemiddelde score van de leerkrachten op dat specifieke concept Andere scholen Stel dat we in dit voorbeeld kijken hoeveel de leerkrachten gemiddeld scoren op een jobsatisfactieschaal die loopt van 0 tot 10. Hier situeert 'uw school' zich helemaal links op de horizontale as, wat dus betekent dat in dit geval uw school de meest kansarme school is. In dit voorbeeld scoort de meest kansrijke school 10, terwijl de meest kansarme school ('uw school') 2 scoort.

3 De grafieken geven u een goed beeld van hoe uw school zich verhoudt tot de andere scholen. De scores kunnen telkens lopen van 2 (op elke deelvraag hebben alle deelnemende leerkrachten dan helemaal niet akkoord ingevuld) tot 10 (op elke deelvraag hebben alle deelnemende leerkrachten dan helemaal akkoord ingevuld). Omdat het echter interessanter is om de resultaten te bekijken in relatie tot de andere scholen dan op zichzelf zoomen we bij de meeste grafieken een beetje in zodat u een goed beeld krijgt op de score van uw school en de andere scholen. Het is onze bedoeling om tijdens het opvolgingsonderzoek in het schooljaar opnieuw leerkrachten te bevragen. Hier kunnen we niet echt spreken over een opvolging omdat we dan de leerkrachten willen bevragen die op dat moment lesgeven aan de leerlingen. We zullen de leerkrachten wel ongeveer dezelfde vragen voorleggen en u opnieuw een rapport bezorgen. Zo is het voor u mogelijk om ook hier bepaalde veranderingen of evoluties te zien. In uw school vulden 9 leerkrachten de vragenlijst in.

4 1. Welbevinden van de leerkrachten Hieronder geven we informatie over het (academisch) welbevinden van de leerkrachten. We bespreken achtereenvolgens: Jobsatisfactie Gevoel van doeltreffendheid Discipline

5 1.1. Jobsatisfactie Bij deze vraag zijn we de jobsatisfactie bij de leerkrachten nagegaan. Hoe tevreden zijn leerkrachten globaal genomen over hun job? We hebben dit bevraagd aan de hand van volgende vragen ( Kies het toepasselijk antwoord voor elk onderdeel: Helemaal niet akkoord, niet akkoord, onbeslist, akkoord, volledig akkoord ): Mijn werk o Is fascinerend. o Is routine. o Geeft me voldoening. o Is vervelend. o Is goed. o Is creatief. o Wordt gerespecteerd. o Is zenuwslopend. o Is prettig. o Is nuttig. o Is vermoeiend. o Is gezond. o Is uitdagend. o Is irriterend. o Is frustrerend. o Is te eenvoudig. o Houdt nooit op. o Geeft me een gevoel van bekwaamheid. Hoe hoger de leerkrachten hierop scoren, hoe hoger hun jobsatisfactie. 7,5 7,4 7,3 7,2 7,1 7 6,9 6,8 6,7 6,6 6,5 6, Alle scholen

6 1.2. Gevoel van doeltreffendheid Bij deze schaal zijn we nagegaan in welke mate de leerkrachten hun manier van werken als doeltreffend ervaren. We hebben dit bevraagd aan de hand van volgende vragen ( Geef uw mening over elk van de onderstaande stellingen als leerkracht van deze school: Niet, weinig, een beetje, redelijk, veel ): In welke mate kan u storend gedrag in de klas in de hand houden? In welke mate bent u in staat leerlingen die weinig interesse vertonen te motiveren? In welke mate kan u leerlingen laten geloven dat ze het goed kunnen doen op school? In welke mate kan u leerlingen helpen studeren waardevol te vinden? In welke mate kan u goed vragen voor uw leerlingen verzinnen? In welke mate bent u in staat de leerlingen de regels te laten volgen? In welke mate bent u in staat een leerling die lawaai maakt of stoort te kalmeren? In welke mate bent u in staat tot overleg met de leerlingen? In welke mate bent u in staat een verscheidenheid aan toetstechnieken te gebruiken? In welke mate bent u in staat een alternatief voorbeeld of een alternatieve verklaring te geven wanneer de leerlingen in de war zijn? In welke mate kan u een gezin bijstaan zodat hun kinderen het goed doen op school? In welke mate bent u in staat om alternatieve methodes toe te passen in de klas? Hoe hoger de leerkrachten hierop scoren, hoe hoger hun gevoel van doeltreffendheid. 8,6 8,4 8,2 8 7,8 Alle scholen 7,6 7,4 7,

7 1.3. Discipline Hier meten we hoeveel belang de leerkrachten hechten aan discipline. Dit zijn we nagegaan aan de hand van volgende vragen (Hoeveel belang hecht u aan de volgende zaken als leerkracht van deze school?: Helemaal geen belang, geen belang, onbeslist, veel belang, zeer veel belang): Leerlingen altijd regels/afspraken strikt doen naleven. Leerlingen toestemming doen vragen voor ze de klas verlaten. Leerlingen straffen die de les verstoren. Leerlingen sterk disciplineren. Leerlingen niet laten ingaan tegen bepalingen van leerkrachten. Leerlingen niet laten rondlopen in de klas. Leerlingen niet toelaten met elkaar te praten in de klas. Leerlingen niet zelf laten kiezen waar ze zitten in de klas. Leerlingen er op wijzen dat hun status op school verschilt van de status van leerkrachten. Leerlingen altijd regels/afspraken strikt doen naleven. Hoe hoger leerkrachten hierop scoren, hoe meer belang zij hechten aan discipline. 8,5 8 7,5 7 6,5 6 5,5 Alle scholen 5 4,

8 2. Etnocentrisme Net zoals bij de leerlingen hebben we etnocentrisme gemeten bij de leerkrachten. Etnocentrisme peilt naar het openstaan voor andere culturen. Hoe etnocentrischer iemand is, hoe meer die gericht is op zijn eigen cultuur en zich afsluit voor andere culturen. ( In welke mate bent u akkoord met volgende uitspraken: helemaal niet akkoord, niet akkoord, tussenin, akkoord, helemaal akkoord ) De aanwezigheid van verschillende culturen maakt onze samenleving interessanter. Mensen uit verschillende culturen hebben best zo weinig mogelijk contact met elkaar. Ik vind dat we veel kunnen bijleren van mensen uit andere culturen. Als we allemaal goed willen samenleven, moeten verschillende culturen elkaar respecteren. Er is in ons land te weinig begrip voor mensen met een andere cultuur. Hoe hoger de leerkrachten hierop scoren, hoe minder zij openstaan voor andere culturen.! Een lagere score is hier dus beter. 5,5 5 4,5 4 3,5 Alle scholen 3 2,

9 3. Vertrouwen Hier bespreken we de mate van vertrouwen. We bespreken achtereenvolgens: Vertrouwen in leerlingen Vertrouwen in collega s

10 3.1. Vertrouwen in leerlingen Hier zijn we de mate van vertrouwen van leerkrachten in leerlingen nagegaan. Dit hebben we gedaan aan de hand van volgende vragen (In welke mate gaat u akkoord met de volgende uitspraken over uw leerlingen op deze school?: Helemaal niet akkoord, niet akkoord, onbeslist, akkoord, helemaal akkoord): De leerlingen zijn betrouwbaar. De leerlingen zijn zorgzaam voor elkaar. Je kunt erop rekenen dat de leerlingen hun werk doen. Je mag geloof hechten aan wat de leerlingen vertellen. Je kunt de leerlingen vertrouwen. Je moet de leerlingen nauwlettend in de gaten houden. De leerlingen zijn competent. De leerlingen spieken of plegen bedrog als ze er de kans toe zien. De leerlingen zijn gesloten. De leerlingen praten vrijuit over hun leven buiten de school. Hoe hoger de leerkrachten hierop scoren, hoe meer vertrouwen zij hebben in hun leerlingen. 6,9 6,7 6,5 6,3 6,1 5,9 5,7 Alle scholen 5,5 5,3 5,1 4,

11 3.2. Vertrouwen in collega s Hier zijn we de mate van vertrouwen van leerkrachten in hun collega s nagegaan. Dit hebben we gedaan aan de hand van volgende vragen (In welke mate gaat u akkoord met de volgende uitspraken over uw collega s op deze school?: Helemaal niet akkoord, niet akkoord, onbeslist, akkoord, helemaal akkoord): Ik ben op mijn hoede voor andere leerkrachten. Ik sta achterdochtig tegenover mijn collega s. Ik vertrouw de leerkrachten op deze school. Zelfs in moeilijke situaties kan ik steunen op de andere leerkrachten. Ik geloof in de leerkrachten op deze school. De leerkrachten in deze school maken misbruik van elkaar. Ik heb vertrouwen in de integriteit van mijn collega s. Hoe hoger leerkrachten hierop scoren, hoe meer vertrouwen zij hebben in hun collega s. 6,6 6,5 6,4 6,3 6,2 6,1 6 Alle scholen 5,9 5,8 5,7 5,

12 4. Verzachtende factoren We vroegen de leerkrachten In welke mate houdt u als leerkracht van deze school rekening met volgende factoren (Helemaal geen rekening, 2,3,4, Zeer veel rekening.) We hebben dit omgerekend naar een score op 10: Alle scholen Medische problemen/leerstoornissen van de leerling(en) 7.33/ /10 Problematische thuissituatie van de leerling(en) 6.67/ /10 Goede inzet van de leerling(en) in de klas 8.44/ /10 Recente migratie van de leerling(en) van niet-nederlandstalig land 6.89/ /10 Gebrekkige kennis van de leerlin(en) van de Nederlandse taal 6.67/ /10