RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK FIRST DUTCH SCHOOL IN BOSTON (ENSIB)

Transcriptie

1 RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK FIRST DUTCH SCHOOL IN BOSTON (ENSIB) School : First Dutch School in Boston (ENSiB) Plaats : Watertown, MA Verenigde Staten BRIN-nummer : 30EW Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 30 september 2012 Datum vaststelling : 21 november 2012

2

3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Kwaliteitsprofiel 7 3 Beschouwing 11 4 Vervolg van het toezicht 15 pagina 3 van 15

4

5 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs bezocht First Dutch School in Boston (ENSiB) in het kader van een kwaliteitsonderzoek (KO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de indicatoren van kwaliteitsaspecten op grond van het door de inspectie gehanteerde Toezichtkader PO/VO Bij dit KO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitszorg, het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alle indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan een document ingestuurd dat op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking heeft. Het betrof het volgende document: ENSiB Kwaliteitsplan. Op grond van de gegevens uit dat documenten heeft de inspectie om de volgende redenen besloten om toch alle kernindicatoren te onderzoeken: het betreft hier een eerste bezoek door de inspectie van het onderwijs aan de school. De opzet van het onderzoek Het kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1, 2, 3, 4 en 5/6. Bovendien heeft de inspectie na een presentatie van en gesprek met het bestuur over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de onderwijscoördinator en de leerkrachten. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met ouders. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met het bestuur en het team. pagina 5 van 15

6 De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. pagina 6 van 15

7 2 Kwaliteitsprofiel Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan indicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van First Dutch School in Boston (ENSiB) Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerinhouden bereiden de leerlingen voor op het vervolgonderwijs en de samenleving. 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal betrekt de school de kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. Kwaliteitsaspect 3: De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. 3B De school heeft voldoende onderwijstijd voor Nederlandse taal gepland (120 uur). 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 3.3 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. 3.4 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen blijft beperkt. pagina 7 van 15

8 Kwaliteitsaspect 4: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. 4.1 Ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. Kwaliteitsaspect 5: De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken 5.1 De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Kwaliteitsaspect 6: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en leertijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Kwaliteitsaspect 7: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 7.5 De school gebruikt de informatie van scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen voor de begeleiding van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg. 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. Kwaliteitsaspect 9: De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg. 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. pagina 8 van 15

9 Naleving N1B De door of namens het bestuur vastgestelde schoolgids bevat de verplichte onderdelen. N2B Het door of namens het bestuur vastgestelde schoolplan bevat de verplichte onderdelen ja nee pagina 9 van 15

10

11 3 Beschouwing Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het primair onderwijs op First Dutch School in Boston (ENSiB) en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere inspectieonderzoeken. 3.1 Uitgangssituatie De Eerste Nederlandse School in Boston is in september 2009 begonnen met het aanbieden van onderwijs Nederlandse taal en cultuur. Na wat omzwervingen naar de huidige leslocatie in Watertown en wisselingen in de samenstelling van het bestuur en team van leerkrachten is er na vier jaar een stabiele situatie ontstaan. Het onderwijs wordt gegeven op zondagmiddag. Na onderzoek onder ouders bleek dit het tijdstip te zijn dat, ondanks ook de nadelen daarvan, toch de voorkeur had boven het aanbieden van het NTC-onderwijs aan het einde van de schooldag of op zaterdag. Ongetwijfeld zullen er ouders zijn die op grond van dit tijdstip van de lessen niet voor het NTC-onderwijs kiezen, maar het bestuur ziet met het groeien van de naamsbekendheid wel het aantal leerlingen toenemen. Het aantal leerlingen is rond de veertig. In eerdere jaren waren er meer expats, waarbij leerlingen slechts een relatief kort verblijf op de school kenden. Op dit moment bestaat de leerlingenpopulatie uit kinderen van ouders die aangeven voor langere tijd in Boston te zullen verblijven of aangeven dat terugkeer naar Nederland niet direct in het verschiet ligt. In de eigen analyse geeft het bestuur aan dat 50 procent van de leerlingen één ouder heeft die Nederlands spreekt en de andere ouder is anderstalig, veelal Engelssprekend, maar ook andere talen komen voor. Opvallend is ook dat 75 procent van de leerlingen van jonge leeftijd is en zich bevindt in de onderbouw (groep 1, 2, en 3). Het bestuur bestaat uit vier personen en heeft zich de laatste tijd vooral bezighouden met het verstevigen van de schoolorganisatie en het opzetten van het kwaliteitsbeleid. De school heeft op het moment van het bezoek zes medewerkers, waaronder een vaste invalskracht. Een van de leerkrachten is bevoegd onderwijzeres en zij vervult de rol van ondersteuner naar de andere leerkrachten die niet bevoegd zijn, maar wel over de nodige ervaring en bekwaamheid beschikken. Op het moment van het bezoek was er een vacature die op korte termijn zou worden vervuld. Een van de leerkrachten is tevens de onderwijscoördinator. De lessen worden gegeven in lokalen in het Armenian Cultural en Educational Center. De school heeft geen eigen lokalen waardoor de aankleding voor de Nederlandse lessen van de lesruimte slechts van tijdelijke aard kan zijn, hetgeen het nodige aan werk oplevert voor de leerkrachten aan het begin en aan het eind van de lessen. De leslocatie is voor de meeste ouders goed te bereiken en sommige ouders verblijven tijdens de lestijd op de school in een daarvoor beschikbare ruimte of verrichten ondersteunende werkzaamheden voor het onderwijs. pagina 11 van 15

12 3.2 Algemeen beeld Dit is het vierde jaar waarin door de Eerste Nederlandse School in Boston (ENSiB) onderwijs in Nederlandse taal en cultuur wordt aangeboden. In de beschrijving van de uitgangssituatie hierboven kwam al naar voren dat de school een weg heeft moeten vinden in het organiseren en vormgeven van het onderwijs. De inspectie heeft op basis van dit onderzoek geconstateerd dat de organisatie op dit moment haar vorm heeft gevonden en de beweging maakt zich verder te ontwikkelen. De wijze waarop het bestuur in de vorm van een presentatie inzicht gaf in datgene wat de afgelopen tijd is ontwikkeld en wat de punten van ontwikkeling zijn, is daarvoor illustratief. De school kenmerkt zich door een plezierig en veilig schoolklimaat. Alle partijen gaan op een vriendelijke manier met elkaar om en de onderlinge contacten zijn naast respectvol ook functioneel. Dit laatste betreft met name de discussie over aard en inhoud van het onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur en de verwachtingen die bij ouders leven. De professionalisering van de medewerkers is een specifiek aandachtspunt. Het benoemen van een ondersteuner voor de leerkrachten is hierin een goede stap en dat geldt ook voor de deelname aan scholingsbijeenkomsten. Daarnaast zijn er duidelijke afspraken rondom bijvoorbeeld functioneringsgesprekken. De communicatie met de ouders is inmiddels geïntensiveerd. Tijdens het bezoek startte de school voor het eerst met een zogenaamde tienergroep. Dit is een groep jongeren waarmee het bestuur (en ouders) hoopt met de georganiseerde activiteiten het spreken van het Nederlands te stimuleren en zeker ook om de sociale contacten binnen de groep die met het Nederlands verwantschap heeft in stand te houden. Er zijn verbeteringen mogelijk, deze zijn ook door het bestuur in het kwaliteitsplan benoemd, maar ondanks dat spreekt de inspectie het vertrouwen uit in verdere uitbouw en bestendiging van de kwaliteit van het onderwijs door de ENSiB. Dit laatste is mede gebaseerd op de planmatige aanpak van het bestuur en leerkrachten en de betrokkenheid en inzet van alle partijen. 3.3 Toelichting De inspectie wil hier volstaan met toelichtingen op verbeteringen en mogelijk nog te versterken punten en onderdelen die niet kunnen worden beoordeeld. Opbrengsten De inspectie beoordeelt twee types opbrengsten in het onderwijs: eindopbrengsten (resultaten van leerlingen voor aspecten van Nederlandse taal aan het eind van het basisonderwijs) en tussentijdse opbrengsten (resultaten op dezelfde onderdelen tijdens de schoolloopbaan van leerlingen). Zij kijkt daarbij naar de leerresultaten voor technisch en begrijpend lezen, spelling en woordenschat. De school heeft inmiddels een start gemaakt met het systematisch verzamelen van de leerresultaten via de afname van methodegebonden en landelijk genormeerde toetsen voor alle genoemde leergebieden. De inspectie heeft op dit moment de opbrengsten nog niet beoordeeld omdat er nog geen langjarige toetshistorie is en het leerlingvolgsysteem nog niet is uitgekristalliseerd. De meest recente gegevens geven wel het beeld dat de leerresultaten van voldoende niveau zijn en dat de leerlingen presteren naar verwachting. In enkele gevallen zijn de leerresultaten op technisch lezen en woordenschat wat minder. De school geeft zelf aan dat meer dan 90 procent van de NT2 leerlingen maximaal één jaar achter lopen. De school heeft nog geen leerlingen in groep 8 en daarom is de indicator die dit betreft niet beoordeeld. Dat geldt ook voor de indicator die de resultaten van leerlingen met specifieke zorgbehoeften beoordeelt. pagina 12 van 15

13 Onderwijspraktijk De lessen zijn door de leerkrachten goed voorbereid. De voortgang en planning over de verschillende leerjaren van het leerstofaanbod is gewaarborgd door het werken met de bekende methoden binnen het NTC-onderwijs en en het opvolgen van de daarbij horende adviezen van de Stichting NOB. De school heeft voldoende onderwijstijd gepland. Naast de lessen is er een aantal culturele activiteiten gepland en wordt het huiswerk ook meegerekend als een deel van de verplichte hoeveelheid onderwijstijd. De inspectie heeft opgemerkt dat dit wel eisen stelt aan de kwaliteit van het opgegeven huiswerk. Het huiswerk moet gericht zijn op de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen en zou bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden als een vorm van pre-teaching, eventueel door inschakeling van de ouders. Een punt van aandacht is de grote verscheidenheid van taalachtergrond van de leerlingen en tevens wat de verwachtingen zijn van ouders met betrekking tot het niveau van het onderwijs Nederlandse taal en cultuur. Voor het team is het een uitdaging goed zicht te krijgen op de mogelijkheden van de individuele leerlingen met betrekking tot het prestatieniveau van de leerlingen en hoe het aanbod specifiek gericht kan worden op optimalisatie van het prestatieniveau door differentiatie in aanbod en verwerking van de leerstof. Specifieke aandacht verdienen het technisch lezen en de vergroting van de woordenschat. De school maakt gebruik van landelijk genormeerde toetsen en van methodegebonden toetsen. De analyse van de resultaten zullen daar waar noodzakelijk moeten leiden tot handelingsplannen. De school heeft daarmee een klein begin gemaakt, maar dat zal de komende tijd systematischer ter hand worden genomen. De verdere afstemming van de pedagogisch-didactische benadering, bijvoorbeeld leertoon en klassenmanagement, gericht op verhoging van het niveau van de leerlingen ligt nu in de handen van de ondersteuner en de onderwijscoördinator. De onderlinge verhoudingen en de getoonde inzet geven het vertrouwen dat dit de komende tijd zal gaan gebeuren. Kwaliteitszorg Uit het bovenstaande klinkt al door dat de kwaliteitszorg door de inspectie als voldoende tot goed wordt beoordeeld. De planmatigheid en fasering van de verbeteractiviteiten is voorbeeldig. Het bestuur is sterk betrokken bij de dagelijkse onderwijspraktijk en heeft als doel de kwaliteit van de school te versterken en de naamsbekendheid te vergroten. Er is op grond van de aanwezigheid van Nederlanders en Belgen zicht op vergroting van het leerlingenaantal. De communicatie met de ouders is goed en het onderhouden van relevante netwerken krijgt aandacht. Naast het borgen van de huidige kwaliteit, is er ruimte voor ontwikkeling en vernieuwing. In het kwaliteitsplan worden verbeterpunten genoemd. In het kader van het kwaliteitsbeleid is de evaluatie van het schooljaar, het houden van tevredenheidsonderzoeken en het bespreken van de kwaliteit en professionalisering van de medewerkers opgenomen in het beleid van het bestuur. In dat kader wordt onder meer deelgenomen aan scholingsbijeenkomsten met andere NTC-scholen in de regio. pagina 13 van 15

14

15 4 Vervolg van het toezicht Bij dit KO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften, zoals die voor scholen in Nederland gelden. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de door het bestuur vastgestelde schoolgids en het schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. De bevindingen van dit KO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): de aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode kan de school in de jaarlijkse steekproef vallen van een digitale bevraging van de eindopbrengsten. pagina 15 van 15