Doordecentralisatie onderwijshuisvesting Dokkum

Transcriptie

1 Doordecentralisatie onderwijshuisvesting Dokkum Dockinga College JJ Boumanschool Mei

2 Inleiding. Reeds vele jaren (meer dan 10 jaar) is het Dockinga College in gesprek met de gemeente Dongeradeel over nieuwbouw. Het gebrek aan middelen was voor de gemeente alle jaren de reden waarom de aanvragen tot nieuwbouw voor het Dockinga vmbo GT aan de Woudweg 140a en Dockinga havo/vwo onderbouw aan de Woudweg 146 niet zijn gehonoreerd. In december 2014 is bij de gemeente wederom een verzoek tot nieuwbouw ingediend. Nu met een voor de gemeente interessante wijze van financieren door het Dockinga College (= doordecentralisatie; zie elders). Vanaf dat moment is het overleg met de gemeente op constructieve wijze gevoerd. Gedurende dit proces is de gemeenteraad twee keer geïnformeerd door de gemeente met ondersteuning vanuit het Dockinga College over de toekomstige huisvestingsplannen. Het College van BenW zal op 30 juni 2016 een voorstel indienen bij de gemeenteraad van Dongeradeel om voor het voortgezet onderwijs (Dockinga College en de JJ Boumanschool) over te gaan tot doordecentralisatie van een deel van de huisvestingsmiddelen aan beide besturen. Het bestuur van het Dockinga College beschikt dan over middelen om tot nieuwbouw te besluiten. Het bestuur van het Dockinga College heeft een eigenstandig besluitvormingsproces te ondergaan en wenst dit parallel te laten verlopen aan het besluitvormingsproces van de gemeente. Deze notitie heeft de status van een voorgenomen besluit (zie verder het Besluitvormingsproces) Waarom nieuwbouw via doordecentralisatie. Indien het Dockinga College de gemeente Dongeradeel volgens de traditionele manier om nieuwbouw verzoekt, zal dit verzoek niet worden gehonoreerd. De financiën van de gemeente Dongeradeel (zoals van iedere gemeente) staan onder druk en het ontbreekt de gemeente aan mogelijkheden om budget beschikbaar te stellen. Zoals ook in de gemeente Ferwerderadiel is gebleken zijn gemeenten geïnteresseerd in het door het Dockinga College aangeboden financieringsmodel. Na veelvuldige sessies met het ambtelijk apparaat van de gemeente Dongeradeel heeft het College de intentie uitgesproken om nieuwbouw voor het Dockinga College via de (gedeeltelijke) doordecentralisatie van de huisvestingsmiddelen mogelijk te maken. Zie verder deel 2 van deze notitie. Status van de locaties. In Dokkum heeft het Dockinga College vier (eigenlijk vijf) locaties. De locaties zijn als volgt te beschrijven: t Omnium (HV bovenbouw): bouwjaar 2003 / 3000 m2 / goede staat. (Parklaan 5) Aan Omnium is de Muziekschool gekoppeld. De muziekschool wordt overdag gedeeltelijk door het Dockinga College gebruikt en s avonds door de muziekschool zelf. De exploitatie en onderhoud van het gebouw ligt bij het Dockinga College en de muziekschool betaalt hier een vergoeding voor. t Omnium huisvest thans ruim 480 leerlingen. Door de krimp in de komende jaren is de verwachting dat met name het aantal vwo leerlingen fors zal afnemen. Daarmee is dit gebouw te groot voor het geprognosticeerde aantal leerlingen in

3 De Finne (HV onderbouw) (Woudweg 146) VMBO GT (Woudweg 140a) bouwjaar 1980 / 3600 m2 / 460 leerlingen Het semipermanente gebouw bestaat al 36 jaar terwijl 25 jaar de bedoeling was. Uit rapporten van de Grontmij 2008 blijkt dat dit gebouw totaal niet meer voldoet aan de (onderwijskundige) eisen van deze tijd. Het binnenklimaat is ronduit slecht te noemen en bouwkundig is het gebouw over de houdbaarheidsdatum heen. bouwjaar 1979 / 2588 m2 / 316 leerlingen Ook dit semipermanente gebouw heeft dezelfde kenmerken als het gebouw de Finne zoals hierboven beschreven. Op zichzelf niet vreemd, omdat dit gebouw op hetzelfde moment als de Finne is gebouwd en thans ook volledig ongeschikt is voor gebruik. VMBO Vakschool bouwjaar 1963 (flat) / bouwjaar 1970 (praktijklokalen) samen 6600 Rondweg 45 m2 / 450 leerlingen Dit gebouw bestaat uit de flat en een gedeelte met alle praktijklokalen en twee LO zalen. De flat staat al enkele jaren op de nominatie om door het Dockinga College te worden afgestoten. Vanaf 2012 is er door Piter Jelles Dalton Dokkum van een deel van de flat gebruik gemaakt. Het Dockinga heeft gedurende deze tijd nog één (vak)lokaal in gebruik gehouden. Piter Jelles heeft de flat verlaten en voorzien is dat de flat per wordt teruggegeven aan de gemeente. Maar.per komt in Dokkum een AZC en de Internationale Schakelklas, verzorgd door Piter Jelles, zal worden gesitueerd in de flat. Het is te verwachten dat het Dockinga de flat in beheer zal houden. De praktijklokalen zijn oud, maar nog steeds in gebruik. Op zich is dat acceptabel ware het niet dat de praktijklokalen veel te groot zijn voor het aantal leerlingen dat les krijgt in de Vakschool. Ooit is deze school gebruikt door ruim 1200 leerlingen. Thans volgen 450 leerlingen het beroepsgerichte onderwijs en ontvangt het Dockinga materiële bekostiging op basis van 450 leerlingen. Daarmee wordt een gebouw voor ruim 1200 leerlingen onderhouden. Op termijn (binnen 10 jaar) wordt een forse daling van het aantal leerlingen beroepsgericht verwacht (< 100 leerlingen). Oorzaak hiervan is de krimp. Het gedeelte van het gebouw met alle praktijkgerichte lokalen zal dan niet meer te onderhouden zijn, terwijl gelet op de leeftijd van het gebouw onderhoud noodzakelijk zal zijn en dit een hoge exploitatielast zal hebben. VMBO Vakschool Birdaarderstraatweg 125 bouwjaar 2000 / 1400 m2 Dit relatief nieuwe gebouw bestaat voornamelijk uit lokalen voor theoretische vakken (= avo lokalen), kantoren en de personeelskamer. Het gebouw verkeert in goede staat. Dit gebouw heeft een permanente verbinding met de vmbo Vakschool aan de Rondweg. 3

4 JJ Boumanschool Birdaarderstraatweg 82 Dit gebouw is in 2010 door de gemeente ter beschikking gesteld aan de JJ Boumanschool. Dit voormalige bedrijfsterrein is destijds grondig gerenoveerd en verkeert in goed staat. Wel bestaan er op dit moment twijfels over mogelijk achterstallig onderhoud/ constructiefouten aan de voorgevel. Deze verkeert in slechte staat en hier zou al sprake van zijn bij de overdracht aan de JJ Boumanschool. Hierover wordt thans overleg gevoerd met de gemeente. Een aannemer schat de reparatiekosten van de gevel op ongeveer ,-. De JJ Boumanschool blijft dit pand gebruiken. Samenvattend: Gebouw Jaartal bouw M2 Omvang Staat van onderhoud t Omnium Te groot Goed Finne Passend Uitermate slecht VMBO GT Passend Uitermate slecht Vakschool Rondweg 1963/ Veel te groot Uitermate slecht Vakschool Birdaarderstraatweg Te groot goed Totaal Naast een bouwkundig oordeel zal duidelijk zijn dat onderwijskundig de gebouwen uit de jaren 60 en uit 2000 niet meer aansluiten bij de visie op onderwijs van 2016 en vele jaren daarna. Nieuwbouwplannen Gelet op de bouwkundige staat van diverse locaties van het Dockinga College en het enorme overschot aan m2 nu en in de toekomst (2028) vanwege een verdergaande daling van het aantal leerlingen, is nieuwbouw voor verschillende locaties meer dan noodzakelijk. De huidige gebouwen bieden te weinig mogelijkheden voor de onderwijs visie van de toekomst: gepersonaliseerd leren. Klassikaal onderwijs is en blijft noodzakelijk en zeker gewenst, maar ook zijn ander soortige ruimten noodzakelijk. Binnen de huidige gebouwen is dat niet te realiseren. Bij flexibele nieuwbouw (flexibel wat betreft de binnenruimte) is dat wel mogelijk. 4

5 De nieuwbouwplannen zijn opgenomen in onderstaand overzicht: Gebouw Huidig aantal m2 Aantal lln. prognose 2028 Toekomstig aantal m2 t Omnium Blijft (samen) Finne Nieuwbouw naast t Omnium VMBO GT Nieuwbouw Vakschool Rondweg Flat afstoten 345 (samen) Nieuwbouw Vakschool Birdaarderstraatweg Nieuwbouw* Totaal m lln m2 *het bestaande relatief nieuwe gebouw van de Vakschool kan een andere bestemming krijgen, bijvoorbeeld huisvesting voor het primair onderwijs. Hierover wordt in de verdere uitwerking met de gemeente overlegt. Nieuwbouw op een Campus realiseert een verlaging van het aantal m2 van ruim m2 BVO. Deze m2 vragen geen regulier onderhoud en schoonmaak meer. Uit ervaringscijfers blijkt dat elke m2 BVO afhankelijk van de ouderdom tussen de 35,- en 50 per m2 besparing oplevert. In onderstaande virtuele animatie zijn de huidige locaties in Dokkum van Het Dockinga College te herkennen. Links: de panden aan de Rondweg (rood; worden gesloopt) en de Birdaarderstraatweg (blauw; blijft gehandhaafd maar met een andere bestemming). Rechts de panden aan de Parklaan (blauw; blijft bestaan) en aan de Woudweg (rood; worden gesloopt). 5

6 Om in de komende jaren optimaal gebruik te maken van mogelijke overschotten in m2 worden alle nieuw te bouwen locaties gepland aan de Parklaan. Tussen de huidige locatie van Piter Jelles Dalton Dokkum en t Omnium en de muziekschool. Ook daar is een virtuele animatie van gemaakt. Daarop is te zien dat de gesloopte panden aan de Woudweg (inclusief het Bestuursbureau, al lijkt daar nog een klein stukje zichtbaar maar dat is niet de bedoeling) plaats hebben gemaakt voor groenvoorziening. Uiteindelijk zal dat niet worden gerealiseerd, omdat parkeerplaatsen, fietsenstallingen en schoolpleinen noodzakelijke voorzieningen zijn en nog moeten worden ingetekend door de architect. Zo ontstaat een Campus Dokkum waar twee scholen voor voortgezet onderwijs het breed aanbod van onderwijs (vmbo Basis/Kader/TL, havo en vwo met gymnasium) verzorgen. De sporthal de Doelstien blijft uiteraard staan en daar worden de gymnastieklessen gegeven. De gemeente Dongeradeel bouwt een nieuwe sporthal nabij de sportvelden. Ook deze zal worden ingezet om plaats te bieden voor gymnastieklessen. Samenvattend Gebouw t Omnium Blijft in huidige omvang bestaan en wordt gekoppeld aan een nieuw gebouw voor de onderbouw Finne Wordt gesloopt en het terrein wordt hergebruikt / komt nieuwbouw voor in de plaats. VMBO GT Wordt gesloopt en het terrein wordt hergebruikt / komt nieuwbouw voor in de plaats Vakschool Rondweg Wordt teruggegeven aan de gemeente (flat) rest wordt gesloopt / komt nieuwbouw voor in de plaats. Vakschool Birdaarderstraatweg Pand wordt verlaten en hergebruikt / komt nieuwbouw voor in de plaats. Pand JJ Bouwmanschool Blijft behouden met dezelfde functie. 6

7 Doordecentralisatie met nieuwbouw Dockinga College Om de nieuwbouw voor het Dockinga College te kunnen financieren is het model van door decentraliseren uitgewerkt, een alternatieve manier van financieren. Hierbij wordt de volledige onderwijshuisvesting van het Dockinga College door gedecentraliseerd. Wat is doordecentralisatie? Op dit moment zijn de huisvestingstaken en -middelen van een VO school belegt bij de gemeente conform artikel 76 WVO. Op 1 januari 1997 vond de decentralisatie van de VO-huisvesting plaats, door overdracht van het economisch eigendom van grond en gebouwen aan de gemeenten. Het Rijk bleef de exploitatievergoeding rechtstreeks aan de scholen uitkeren, maar de kapitaallasten (voor nieuwbouw en groot onderhoud) werden voortaan via het Gemeentefonds niet geoormerkt vergoed aan de gemeenten. Doordecentralisatie vindt plaats wanneer een gemeente huisvestingstaken en middelen van een VO school geheel of gedeeltelijk overdraagt aan deze school. Dit is mogelijk gemaakt gelijk met de invoering van de decentralisatie van Rijk naar gemeenten op Daardoor gaat de verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting, onder overeengekomen voorwaarden, over van gemeente naar schoolbestuur. De wettelijke zorgplicht voor huisvesting van VO scholen blijft in alle gevallen bij de gemeente. Per 1 januari 2005 is een landelijke regeling tot stand gekomen voor gedeeltelijke doordecentralisatie, de overheveling van de zorg voor het groot onderhoud (buiten onderhoud) van de gemeenten naar de schoolbesturen, waarbij deze bekostiging rechtsstreek van het Rijk naar de scholen werd overgeheveld. Volledige doordecentralisatie komt tot stand als een gemeente alle huisvestingstaken overdraagt. Dit houdt in dat het economisch eigendom van grond en gebouwen wordt overgedragen en de gemeente afziet van het economisch claimrecht. Het juridisch eigendom ligt al bij de scholen. Bij volledige doordecentralisatie komen grond en gebouwen op de balans van de school en de daarmee gepaard gaande baten en lasten lopen via de resultatenrekening. De scholen worden daardoor zelfstandig en verantwoordelijk voor bouw, onderhoud en financiering van schoolgebouwen. Economisch claimrecht wil zeggen dat het eigendom terugvalt aan de gemeente als een schoolgebouw buiten gebruik wordt gesteld. De school mag grond en gebouwen niet verhuren, bezwaren met een hypotheek of verkopen aan derden. Volledig afzien van het economisch claimrecht kan leiden tot een conflicterend belang tussen gemeente en school. De gemeente zal minder geneigd zijn om van dit claimrecht af te zien omdat ze vanwege de zorgplicht grip wil houden op het aanbod van het onderwijs. De school wil wel dat de gemeente ervan afziet omdat dan de mogelijkheid geschapen wordt om een hypotheek te verstrekken ter dekking van een financiering. Ten aanzien van het economisch claimrecht wordt daarom regelmatig gekozen voor een tussenvorm, waarbij het economisch claimrecht wordt vervangen door de regeling dat de school het gebouw wel mag bezwaren met hypotheek maar niet mag verkopen zonder het eerst aan de gemeente aan te bieden (right of first refusal), al dan niet tegen een vooraf vastgestelde prijs. 7

8 Om rechten en plichten bij doordecentralisatie tussen gemeente en school vast te leggen zal een privaatrechtelijk contract gesloten worden waarin onder andere de volgende zaken geregeld worden: Omschrijving objecten De koopprijs De vergoeding voor huisvestingskosten door de gemeente Prestatieafspraken Duur van de overeenkomst Mogelijkheid tot beëindiging of tussentijdse wijziging van de overeenkomst Het afleggen van rekening en verantwoording Overdracht van het economisch claimrecht Het notariskantoor zal dit deel voor haar rekening nemen. UITWERKING DOORDECENTRALISATIE DOCKINGA COLLEGE Door zelf juridisch en economisch eigenaar te worden van de onderwijsgebouwen en deze gebouwen ook zelfstandig te financieren bij het ministerie van Financiën middels schatkistbankieren onder goedkeuring van het ministerie van OCW, is het Dockinga in staat om nieuwbouw op een campus te realiseren. Het doordecentraliseren genereert een besparing voor de gemeente en de school waardoor nieuwbouw betaalbaar/goedkoper wordt. De business case door decentralisatie Dokkum In de door decentralisatie is het de bedoeling om alle huidige panden die het Dockinga College en de J.J. Boumanschool in gebruik hebben over te dragen en deze zelfstandig door schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën te financieren gedekt door een kapitaallast van de gemeente. Hierbij wordt er een bijzonder element toegevoegd aan de door decentralisatie, namelijk dat ook het pand van de J.J. Boumanschool meegaat in de doordecentralisatie. Een van de voorwaarden van de gemeente Dongeradeel is dat zo veel mogelijk alle panden worden overgedragen, zodat er een integraal huisvestingsbeleid gevoerd kan worden. Hieronder vindt u een uitwerking van de J.J. Boumanschool, het Dockinga College en een gecumuleerd overzicht. De J.J. Boumanschool De boekwaarde van de J.J. Boumanschool TOTAAL BESTAANDE BOUW Afschrijving Gebouw Afschrijving Terrein Het gebouw heeft nog een economische levensduur van 33 jaar tot

9 De benodigde kapitaallast over de looptijd van 33 jaar Afschrijvingskosten terrein 33 jaar Afschrijvingskosten BB 33 jaar % Vermogenskstn obv gemidd boekw NB 1,00% - Vermogenskstn obv gemidd boekw BB 1,00% % TOTAAL Voor de rekenrente van de vermogenskosten op basis van de gemiddelde boekwaarde is gerekend met 1 % voor een 30 jarige lening bij het ministerie van Financiën (schatkistbankieren). De werkelijke 30 jaarrente cirkelt op dit moment zo rond de 1% en is erg beweeglijk. Het doel is ook om zo spoedig mogelijk tot overeenstemming te komen om dit renterisico/effect te elimineren. Exploitatielast en cashflow over looptijd doordecentralisatie Exploitatie en cashfloweffect JJB Exploitatie-effect Cashflow-effect Exploitatielast De blauwe lijn representeert het effect van de doordecentralisatie op de exploitatielast van de J.J. Boumanschool over de looptijd van 2016 tot aan het einde in Over de periode 2016 t/m 2045 (jaar1 t/m 30) is er sprake van een positief effect op exploitatielast van in totaal 1,3 mln. Over de periode 2046 t/m 2048 (jaar 31 t/m jaar 33) is er sprake van een negatief exploitatiesaldo van 1,3 mln. Per saldo resteert er een nihil exploitatiesaldo over de looptijd van de door decentralisatie. Dit betekent dat de door decentralisatie de eerste jaren bijdraagt aan de exploitatie, en in een latere periode drukt op de exploitatie. 9

10 Dit effect op de exploitatierekening moet worden geneutraliseerd door in de positieve boekjaren een Reservering te doen in het Eigen Vermogen ter afdekking van het effect in de negatieve jaren. Hiertoe zal een apart besluit genomen moeten worden en gemonitord moeten worden in de P&C cyclus op het moment van vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening. Op dat moment kan ook de door decentralisatie geëvalueerd worden op effect en uitwerking. De door decentralisatie heeft dus per saldo geen exploitatie effect voor de J.J. Boumanschool. Dit blijkt ook uit het effect op de cashflow. Voor de J.J. Boumanschool is gekozen voor een neutraal cashflow effect, waardoor er in de eerste 30 jaar een klein exploitatiesaldo ontstaat, welke de laatste 3 jaar geneutraliseerd wordt. Cashflow De rode lijn representeert het effect van de doordecentralisatie op de cashflow van de J.J. Boumanschool over de looptijd van de door decentralisatie. Over de volledige looptijd is er sprake van een nihil cashflow effect, doordat de vergoeding van de gemeente exact gelijk is aan de benodigde cashflow. De gedachte hierachter is dat de J.J. Boumanschool geen effecten van de doordecentralisatie hoeft te dragen. Immers met de door decentralisatie wordt nieuwbouw voor het Dockinga College beoogd en daarom moeten ook daar de effecten verwerkt worden. Het Dockinga College Het bouwbudget Dockinga College Investering Nieuwbouw Bestaande bouw Bestaande bouw Nieuwbouw Gebouwen % % Gebouwen - Terrein - - 0% - 0% % % Financieringskosten gemeente Voorfinancieringskosten 3 jaar ,50% - 1,50% Netto investering

11 De benodigde kapitaallast over de looptijd van 40 jaar Afschrijvingskosten Nieuwbouw 40 jaar % Vermogenskstn obv gemidd boekw Nieuwbouw 1,00% % Afschrijvingskosten Bestaande Bouw Dockinga variabel % Vermogenskstn obv gemidd boekw Bestaande Bouw Dockinga 0,90% % Afschrijvingskosten Muziekschool variabel % Vermogenskstn obv gemidd boekw Muziekschool 0,90% % SAMENVATTING Afschrijvingskosten Dockinga College % Vermogenskstn obv gemidd boekw Dockinga College % subtotaal Dockinga College Voor de rekenrente van de vermogenskosten op basis van de gemiddelde boekwaarde is gerekend met 1 % voor een 30 jarige lening en een rekenrente van 0,9 % voor een 25 jarige lening bij het ministerie van Financiën (schatkistbankieren). De werkelijke 30 jaarrente cirkelt op dit moment zo rond de 1% en is erg beweeglijk. Het doel is ook om zo spoedig mogelijk tot overeenstemming te komen om dit renterisico/effect te elimineren. Exploitatielast en cashflow over looptijd doordecentralisatie Exploitatie en cashflow effect DDC Dockinga Exploitatie effect Cashflow effect 11

12 Exploitatielast De blauwe lijn representeert het effect van de doordecentralisatie op de exploitatielast van het Dockinga College over de looptijd van 2016 tot aan het einde in Over de periode 2016 t/m 2039 (jaar1 t/m 24) is er sprake van een positief effect op exploitatielast van in totaal 2,7 mln. In 2040 (jaar 25) is er sprake van een negatief exploitatiesaldo van 1,8 mln door de afwaardering van de grondwaarde van Muziekschool en de bestaande bouw van het Dockinga). Over de periode 2041 t/m 2047 (jaar 26 t/m jaar 32) is er sprake van een positief exploitatiesaldo van 3,6 mln. Over de periode 2048 t/m 2059 is er sprake van een negatief exploitatiesaldo van 3,8 mln. Per saldo resteert er een positief exploitatiesaldo van ,- positief over de looptijd van de door decentralisatie. Dit betekent dat de door decentralisatie de eerste jaren bijdraagt aan de exploitatie, en in een latere periode wisselend drukt op de exploitatie en per saldo er een overschot resteert. Dit effect op de exploitatierekening moet worden geneutraliseerd door in de positieve boekjaren een Reservering te doen in het Eigen Vermogen ter afdekking van het effect in de negatieve jaren. Hiertoe zal een apart besluit genomen moeten worden en gemonitord moeten worden in de P&C cyclus op het moment van vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening. Op dat moment kan ook de door decentralisatie geëvalueerd worden op effect en uitwerking. Cashflow De rode lijn representeert het effect van de doordecentralisatie op de cashflow van het Dockinga over de looptijd van de door decentralisatie. Over de periode 2016 t/m 2040 (jaar 1 t/m jaar 25) is er sprake van een negatieve cashflow van in totaal 3 mln. Over de periode 2041 t/m 2059 (jaar 26 t/m 44) is er sprake van een positieve cashflow van in totaal 3,8 mln. Per saldo resteert er een positief cashflowsaldo van ,- positief over de looptijd van de door decentralisatie. De negatieve cashflow in de eerste 25 jaar moet opgevangen worden. Dit kan op meerdere manieren: uit de cashflow van de reguliere exploitatie uit het beschikbare banksaldo en/of uit eventuele besparingen voortkomend uit de nieuwbouw. (zie hieronder besparing op de exploitatie door nieuwbouw ). Gemiddeld genomen bedraagt de negatieve cashflow per jaar. Besparing op de exploitatie door nieuwbouw en renovatie Met de nieuwbouw op de Campus Dokkum komt er in totaal aan m2 aan nieuw BVO beschikbaar. Daarnaast wordt er voor m2 BVO afgestoten. Gezien de staat en ouderdom van de huidige onderwijshuisvesting zullen de exploitatielasten (schoonmaak, onderhoud, etc.) dalen. Met welk bedrag is afhankelijk van meerdere factoren. De gemiddelde exploitatielast van een m2 BVO ligt tussen de 35 en 50. Met het afstoten van m2 BVO a 35,- moet ,- aan exploitatiekosten te besparen zijn. 12

13 Daarnaast moet er met de nieuwbouw over de eerste 20 jaar na oplevering een besparing te realiseren zijn van naar schatting 10 per m2 BVO, oftewel m2 BVO a 10 is ,-. Met dit besparingspotentieel van in totaal ,- moet de negatieve cashflow gedekt kunnen worden. Het cashflow tekort is gemiddeld per jaar over de eerste 20 jaren na oplevering. Ter dekking van dit cashflowtekort wordt een taakstellende bezuiniging opgenomen van structureel over in ieder geval jaar 5 t/m jaar 25 van de business case ( 2020 t/m 2040). Uit deze bezuiniging moet het cashflow tekort gedekt kunnen worden. Investeringen in inventaris en apparatuur Naast de nieuwbouw, waarvan de kapitaallast voor rekening komt van de gemeente, zal de school ook investeringen doen welke voor rekening komen van het Dockinga College. Voorlopig is nog geen inschatting gemaakt van deze posten. Structureel zal de school een afschrijvingslast in de begroting op moeten nemen. Hier zal in de meerjarenraming rekening mee worden gehouden. In de cashflow raming moet wel rekening gehouden worden dat er een bedrag investeringsruimte nodig is. Tegelijkertijd kan het reguliere investeringsbudget voor onderhoud en investeringen in de meerjarenbegroting door deze investeringen natuurlijk verlaagd worden. De hoogte van de daadwerkelijke investeringsruimte voor inventaris en apparatuur moet nog bepaald worden aan de hand van een detail plan gekoppeld aan een definitief cashflowraming en zal onderwerp zijn van besluitvorming. 13

14 Cumulatief effect door decentralisatie Ferwert en Dokkum Er is sprake van zowel een door decentralisatie Ferwert als Dokkum met een financieel effect. Gezien het financiële belang is het van belang om het cumulatief effect op de exploitatie en cashflow van het Dockinga College inzichtelijk te maken en daarmee eventuele risico s inzichtelijk te maken. Kan het Dockinga het cumulatief effect wel dragen. In de grafieken hieronder wordt hier inzage in gegeven Exploitatielast DDC over looptijd zonder afwaardering grondwaarde Exploitatielast Dokkum Cumulatieve exploitatielast Exploitatielast Ferwert Besparingspotentieel DDC Cashflow DDC over looptijd zonder afwaardering grondwaarde Cashflow Dokkum Cashflow Ferwert Cumulatieve cashflow Besparingspotentieel DDC 14

15 Als het besparingspotentieel DDC (Ferwert ,- en Dokkum ,-) afgezet wordt tegen de exploitatielasten en de cashflow van de doordecentralisatie in beide gemeentes lijkt dit aanvaardbaar. Immers het besparingspotentieel ad ,- overstijgt ruimschoots het jaar met de meest negatieve cashflow (jaar 5, minus ,-). Randvoorwaarden. In de uitwerking van de business case wordt gebruik gemaakt van een aantal randvoorwaarden waaronder: Het rente risico Het beleid van het Dockinga College in brede zin vertaald op de visie op onderwijs De begroting en meer jaren effecten van het aantal leerlingen op korte termijn De Jaarrekening 2015 Het (eventueel) realiseren van de hieruit voortvloeiende bezuinigingstaakstellingen Bouwheerschap en budget control van de nieuwbouw 15

16 VOORGENOMEN BESLUIT Samenvatting De door de gemeente Dongeradeel ter beschikking gestelde kapitaallast voor de nieuwbouw en doordecentralisatie van de bestaande gebouwen van ,- over een periode van 34 jaar ( ) is voldoende om een investering van ,- te dekken. Het negatief cashflow saldo over de eerste 25 jaar kan gedekt worden uit de besparing op exploitatiekosten. Per saldo resteert er een positief exploitatie en cashflowsaldo van ,- positief over de looptijd van de door decentralisatie. Voorgenomen besluit: Het Bestuur van het Dockinga College (Vereniging CVO NO Friesland) besluit met inachtneming van de bepalingen in de statuten van de vereniging, het huishoudelijk reglement en het medezeggenschapsreglement van het Dockinga College, uitvoering te geven aan de business case Dokkum zoals hierboven is beschreven en daarmee nieuwbouw en inrichting van de Campus Dokkum mogelijk te maken. Besluitvormingsproces. Het besluitvormingsproces om te komen tot een doordecentralisatie welke leidt tot nieuwbouw van het Dockinga College te Dokkum is als volgt: 1. Het bestuur van de Vereniging CVO NO Friesland neemt een voorgenomen besluit tot verwerving registergoederen na beoordeling van de business case. Hierna zal een onafhankelijke accountant een second opinion geven over de juistheid, tijdigheid, volledigheid en rechtmatigheid van de voorgelegde business case. 2. Het voorgenomen besluit van het bestuur wordt voorgelegd ter goedkeuring aan de Algemene Ledenvergadering en ter advisering voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad. 3. De Algemene Ledenvergadering van de CVO NO Friesland verleent zijn goedkeuring voor het aangaan van overeenkomsten voor het verkrijgen van registergoederen conform artikel Hiervoor wordt op 5 juli 2016 een extra ledenvergadering gehouden. 4. De Medezeggenschapsraad van CVO NO Friesland heeft adviesrecht bij nieuwbouw conform artikel 22.n van het medezeggenschapsreglement. Besluitvorming ledenvergadering Vereniging Artikel 11.3 van de statuten van de Vereniging: 16

17 Besluitvorming in de Algemene Ledenvergadering kent vormvereisten: In artikel 22.1 van de Statuten wordt gesteld: Hierover is in het Huishoudelijk Reglement van de Vereniging CVO NO Friesland in artikel 7.10 het volgende vastgelegd: Dit betekent dat personeelsleden via de Medezeggenschapsraad deelnemen aan het besluitvormingsproces voor de nieuwbouw en hierover geen stemrecht hebben in de ledenvergadering van de Vereniging Leden niet zijnde personeelslid, kunnen middels hun stemrecht het voorgenomen besluit goed- of afkeuren. 17

18 Ministerie van OCW Na besluitvorming door de Vereniging, zal een voorstel tot doordecentralisatie worden uitgewerkt voor het Ministerie van OCW. Na akkoord Ministerie van OCW kan het Ministerie van Financiën de benodigde financiering verstrekken. De toets die het Ministerie van OCW uitvoert op de doordecentralisatie heeft als doel om te toetsen of de school aanvaardbare risico s loopt en of de uitwerking voldoet aan de eraan te stellen (juridische) eisen. Dit voorstel zal voldoen aan de door het Ministerie van OCW gestelde voorwaarden en geeft antwoord op de onderstaande vragen: 1. Wie wordt eigenaar van het pand? Hierbij is het van belang dat het nieuw te bouwen pand, dat met publiek geld gefinancierd wordt, ook in publieke handen blijft. Schoolbesturen hebben in vrijwel alle gevallen het juridisch eigendom op de panden. Vaak behoudt de gemeente daarbij wel het economisch claimrecht, wat betekent dat het eigendom van het pand terugkeert naar de gemeente als er in het pand geen onderwijs meer wordt gegeven. In het plan doet de gemeente Ferwerderadiel ook afstand van dit economisch claimrecht. Dit is niet per definitie problematisch, maar wel moet goed aangetoond worden dat de grond en het pand niet in handen van derden kunnen komen. Op die manier wordt zeker gesteld dat publieke investeringen in publieke handen blijven. 2. Is de gemeentelijke bijdrage voldoende voor de kapitaallasten? Als schoolbesturen willen investeren in onderwijshuisvesting, dient de gemeente gedurende de looptijd van de lening zorg te dragen voor voldoende middelen om de lasten voor rente en aflossing mee te dekken. Hiervoor krijgt de gemeente immers geld via het gemeentefonds. De looptijd van een lening bij de schatkist is 30 jaar. Het moet bij elke aanvraag dus goed inzichtelijk worden gemaakt hoe hoog de leensom is en, belangrijker nog, op welke manier de gemeente de kapitaallasten voor de lening binnen deze 30 jaar aan het schoolbestuur vergoedt. De totale gemeentelijke vergoeding gedurende de looptijd van de lening dient ruim voldoende zijn om de totale rente en aflossing mee te betalen. Het moet logischerwijs voorkomen worden dat schoolbesturen Rijksbekostiging moeten aanwenden om de lening mee terug te betalen. Dat geld is immers bestemd voor het onderwijs zelf, en niet voor bakstenen. 3. Is er geen twijfel bij de financiële positie van het schoolbestuur? OCW wil financiële risico s zoveel mogelijk dempen. Daarom beoordeelt OCW bij een aanvraag altijd de financiële positie van het schoolbestuur aan de hand van het toetsingsdocument. Daarnaast doet OCW hierover navraag bij de inspectie. Wanneer zowel OCW als inspectie geen twijfels hebben bij de financiële positie van het schoolbestuur, kan de aanvraag op DG-niveau worden voorgelegd. Wanneer er wel twijfels zijn, is politieke besluitvorming vereist. 4. Wil de gemeente de gemeentegarantie tekenen? Zodra er intern akkoord is gegeven op de aanvraag, legt OCW dit contract aan de gemeente voor. Mocht het schoolbestuur tekort schieten in het nakomen van haar verplichtingen ten aanzien van de lening voor huisvesting, dient de gemeente de financiële gevolgen hiervan voor haar rekening te nemen. Onderwijshuisvesting is immers een verantwoordelijkheid van de gemeente. Het contract legt dit bovenstaande officieel vast. Bij correcte parafering en ondertekening door zowel OCW als gemeente, kan OCW groen licht geven aan het Ministerie van Financiën om de lening aan het schoolbestuur te verstrekken. Besluitvorming College van B&W Woensdag 18 mei is een concept voorstel tot door decentraliseren voorgelegd aan het College van BenW van Dongeradeel, dat aansluit bij de uitwerking hiervoor. Indien dit voorstel wordt overgenomen door het College van BenW en de Raad dit voorstel overneemt in haar vergadering van 30 juni aanstaande, lijkt door decentraliseren nog een kwestie van tijd. Wel zullen er nog op detailonderdelen gesprekken met de gemeente plaatsvinden. Ten behoeve van de doordecentralisatie wordt een overeenkomst opgesteld waarin alle rechten en plichten voor de gemeente Dongeradeel en voor het Dockinga College zijn vastgelegd. Deze overeenkomst wordt opgesteld door een daartoe gespecialiseerd notariskantoor. 18