Kwartaalrapportage. Rapportage aan Provincie Groningen derde kwartaal Elk kind verdient het om het beste uit zichzelf te halen

Transcriptie

1 Kwartaalrapportage Rapportage aan Provincie Groningen derde kwartaal 2013 Elk kind verdient het om het beste uit zichzelf te halen Jeugd- en opvoedhulp

2

3 Inhoudsopgave november Beleid en uitvoering 4 2. Prestatie-indicatoren 7 3. Cliëntgegevens 8 4. Financiële cijfers Human Resource Management 15 3

4 1. Beleid en uitvoering 1. Inleiding In deze rapportage een overzicht van de beleidsontwikkelingen en prestaties van Elker in het derde kwartaal van Per 1 november jl. hebben we de begroting 2014 bij de provincie ingediend op basis van de beleidsvoornemens in de brief van van 1 juli In de 24-uurshulp doen we een beperkte ombouw om de budgetkorting in 2014 te kunnen realiseren. In de daghulp gaan we een deel van de capaciteit ombouwen, waarbij we de zorg beter gaan verbinden aan de kinderopvang en onderwijs. De transitie is in een spannende fase gekomen. Het regionale transitiearrangement (rta) van de 23 gemeenten in de provincie Groningen is, in afstemming met de zorginstellingen, eind oktober ingediend bij de landelijke commissie stelselherziening die het heeft getoetst op basis van landelijk vastgestelde criteria. Met de totstandkoming van het rta zijn knelpunten en onduidelijkheden (met name financieel) aan het licht gekomen, die veel onzekerheid en risico s geven voor de cliënten en zorginstellingen. De instroom van cliëntaantallen vertoont een lichte daling als gevolg van een vermindering van aanmeldingen vanuit Bureau Jeugdzorg, waardoor de totale wachtlijst is gedaald in vergelijking met eerdere kwartalen. Bij de pleegzorg zien we een onverminderd hoge bezetting (boven de 100%) met risico s voor de exploitatie. De financiële resultaten tot en met het derde kwartaal zijn positief. De exploitatie vindt plaats binnen de afgesproken begrotingskaders. Over heel 2013 verwachten we een licht positief resultaat. 2. Transitie jeugdzorg De Tweede Kamer heeft in oktober met grote meerder heid ingestemd met de nieuwe Jeugdwet. Zoals nu bekend zal de Eerste Kamer het wetsvoorstel begin 2014 behandelen. Inmiddels zijn de regionale transitiearrangementen door de 41 regio s ingediend, inclusief die van de gezamenlijke 23 gemeenten in de provincie Groningen. Bij de totstandkoming hiervan is Elker, als lid van het kernteam zorginstellingen, nauw betrokken geweest. De rta s zijn getoetst door de landelijke commissie stelselherziening jeugdzorg op basis van de criteria: zorgcontinuïteit, beperking frictiekosten en instandhouden infrastructuur. Landelijk speelt het probleem van onzekerheid over de beschikbare budgetten voor 2015 vanwege een grote discrepantie tussen de bedragen in de zogeheten meicirculaire en de huidige zorgkosten binnen de jeugdzorg. Ook is er weinig transparantie over de inzet van de awbz-zorg, specifiek de pgb s. Voor Groningen speelt dit probleem in versterkte mate vanwege de verhoudingsgewijs hoge zorgkosten binnen dit segment. Ondanks dat het transitiearrangement is afgerond, is er derhalve nog veel onduidelijkheid en onzekerheid over de uitwerking van het transitieproces en de (budgettaire) randvoorwaarden die daarbij gelden. Het risico bestaat dat er te laat duidelijkheid is voor de instellingen met gevolgen voor de continuïteit van de cliëntzorg en de zorginfrastructuur. Dit schept een grote verantwoordelijk heid voor gemeenten. De reactie van de provincie op het rta en het voorbehoud dat is gemaakt ten aanzien van de definitieve bepaling van het macrobudget en/of de verdeelsystematiek raakt wat ons betreft de kern, omdat daarna pas duidelijk wordt wat het effect hiervan is voor de huidige, provinciaal gefinancierde, zorgaanbieders. Naast de meer technische kant van de transitie is er ook sprake van een transformatie om de jeugdzorg te kantelen en te innoveren. In de Provincie Groningen is door de 23 gemeenten een routekaart en een Groninger Functioneel Model ontwikkeld die ervoor moeten zorgen dat de gemeenten in de periode vanaf 2015 tot 2018 de nieuwe jeugdzorg kunnen vormgeven en organiseren. De inhoudelijke uitwerking van dit model is laat op gang gekomen. Inmiddels is er een versnelling in het proces aangebracht. De zorginstellingen zijn nauw betrokken bij de uitwerking van het Funktioneel Model. 4

5 3. Beleid en begroting 2014 Op basis van de uitgangspunten in onze beleidsbrief van 1 juli jl aan de provincie hebben we de begroting 2014 opgesteld. Deze is per 1 november jl., onder voorbehoud van goedkeuring door de RvT, bij de Provincie ingediend. De afronding van de begroting heeft in goede bestuurlijke en ambtelijke samenwerking plaatsgevonden in aansluiting op de gemaakte meerjarenafspraken tussen Elker en de provincie. In 2014 willen we de in gang gezette beweging verder versterken om de zorg lokaal en dichtbij de cliënt te organiseren. Dit geeft Elker vorm door de ambulante hulp regionaal te organiseren en aan te sluiten op de cjg s en de sociale (wijk)teams. Tevens zetten we in op de ombouw van een aantal capaciteitsplaatsen van de Daghulp om de kennis en zorg meer bij vindplaatsen als kinderdagverblijven en scholen te kunnen aanbieden. Daarnaast zijn in de begroting van de 24-uurshulp de effecten van de afbouw van de capaciteit met vier plaatsen opgenomen. Deze afbouw is noodzakelijk om (ondanks de gedeeltelijke compensatie door de Provincie) een deel van de totale budgetkorting van 2,65% in 2014 te kunnen realiseren. Met een verdere ombouw van de 24-uurshulp zijn we terughoudend mede gezien de druk op deze voorzieningen en de onzekerheden rond de transitie. 4. Werken in de regio Elker wil haar zorg dichterbij de cliënt en de vindplaatsen brengen. In de afgelopen maanden is dit beleid geïntensiveerd. We hebben regioteams gevormd die in samenwerking met gemeenten en lokale partijen de zorg uitvoeren binnen ambulant en vormen van begeleid wonen. Ook zijn er contactpersonen voor de CJG s aangesteld, om de signalering en zorgvragen op lokaal niveau goed af te stemmen. Een andere beweging is de ontwikkeling van de basis- GGz. We zijn bezig, in samenwerking met andere partners, met de uitvoering van een plan om jeugdigen met lichtere psychiatrische problematiek eerder te kunnen behandelen. Goede aansluiting met de huisartsen is hierbij van belang. Ook de FACT-teams, waarin we samenwerking zoeken met Accare, past in deze ontwikkeling. 5. Commissie Rouvoet Het rapport Kwaliteitskader. Voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg van de commissie Rouvoet biedt een verbeteragenda voor de aanpak van seksueel misbruik in de jeugdzorg op de onderdelen: cliëntzorg, personeel en organisatie. Dit is een vervolg op het rapport van de commissie Samson. Elker heeft de afgelopen maanden verbeteracties in gang gezet. Doel is om de veiligheid van kinderen en jongeren optimaal te kunnen waarborgen en kinderen een veilig thuis te bieden. Via een speciale expertgroep binnen Elker wordt het verbeterproces gemonitord, waarbij wordt bewaakt dat de verbeteracties binnen de in het rapport Rouvoet gestelde termijnen worden geïmplementeerd en structureel worden opgenomen in het kwaliteitssysteem van Elker. Inmiddels hebben we de eerste deadline gehad: alle acties die uitgevoerd moesten worden voor 1 oktober 2013 zijn behaald. 6. Onderzoek Inspectie jeugdzorg Pleegzorg De Inspectie heeft haar onderzoek, naar aanleiding van enkele meldingen over (vermeend) misbruik binnen de pleegzorg, afgerond. Het onderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre in de twee casussen sprake is geweest van: systematische screening van het pleeggezin op veiligheids risico s voor het pleegkind; systematische matching van het pleegkind en het pleeggezin; systematisch toezicht op de veiligheid van het pleegkind? Het eindoordeel van de inspectie luidt dat in de onderzochte 2 casussen de systematische screening van Elker van de pleeggezinnen op veiligheidsrisico s voor het pleegkind matig was en dat de matching van pleegkinderen en het toezicht op de veiligheid van pleegkinderen onvoldoende systematisch was. 5

6 Parallel aan het onderzoek van de Inspectie heeft Elker, op basis van de gesprekken met de Inspectie, een verbeterplan uitgewerkt. Dit plan van aanpak biedt een methodisch kader als fundament van het dagelijks handelen en de pleegzorg begeleiding. Kernpunten zijn herscreening pleeggezinnen, procedures bij (crisis)- matching en sturing/monitoring van ingezette maatregelen. Via audits zullen we de voortgang van de implementatie van het verbeterplan volgen en toetsen. Het eindrapport van de Inspectie alsmede de reactie van Elker op het eindrapport staan medio november op de website van de Inspectie en zijn dus openbaar. 7. Samenwerking Elker en Het Poortje De samenwerking tussen Elker en Poortje heeft een sterke impuls gekregen via het In voor Zorg -project, waarin wordt gewerkt aan een goede overgang van gesloten naar open jeugdzorg voor cliënten. Met externe ondersteuning wordt in dit project gewerkt wordt aan gezamenlijke visie en integratie van werkprocessen en inhoudelijke programma s van de organisaties. Ook BJZ is hier, vanuit haar rol als casemanager, nauw bij betrokken. De ervaringen in het project zijn positief en leiden tot minder escalaties, uitval en mislukte doorplaatsingen, waardoor het perspectief op terug naar de maatschappij verbeterd wordt. We zien dat de werkwijze ook wordt toegepast bij andere ketenpartners. Ondersteunend aan dit inhoudelijke traject is de (voorgenomen) bestuurlijke fusie van Elker en Het Poortje per 1 januari 2014, waardoor er betere randvoorwaarden ontstaan om de inhoudelijke samenwerking te borgen en effectiever te organiseren, ook in een periode van krimp. 8. Professionalisering medewerkers In het kader van het landelijk professionaliseringstraject in de jeugdzorg worden nieuwe eisen gesteld aan de jeugdzorgwerker die zijn opgenomen in de nieuwe jeugdwet. Dit houdt o.a. in: verplichte registratie in een beroepsregister, een beroepscode met gedragslijnen en de inrichting van het tuchtrecht. Elker is met de voorbereidingen gestart. Voor de medewerkers zijn informatiebijeenkomsten gehouden en zijn acties in gang gezet. De verplichte registratie gaat in per 1 januari

7 2. Prestatie-indicatoren Elker meet sinds 2010 de prestatie-indicatoren jeugdzorg. De dataverzameling sluit aan bij de landelijke afspraken die hiervoor zijn opgesteld. Voor aanbieders van Jeugd & Opvoedhulp betreft het drie prestatieindicatoren, te weten de mate van doelrealisatie, de mate van cliënttevredenheid en de mate van reguliere beëindiging van de hulp. In het geval van de doelrealisatie wordt gemeten in hoeverre de indicatiedoelen, die Bureau Jeugdzorg in het indicatiebesluit heeft opgenomen, zijn gehaald bij het einde van de plaatsing. Daarnaast wordt gekeken in hoeverre er tussen de verschillende betrokkenen overeenstemming bestaat over de scores op de verschillende indicatiedoelen. De mate van cliënttevredenheid wordt gemeten met behulp van de exitvragenlijst. Deze lijst bevat tien stellingen. Vier met betrekking tot het verloop van de hulp en zes m.b.t. het resultaat van de hulp en de beleving van de cliënt over de toekomst. De cliënt scoort de stellingen op een vierpunts-schaal. Men geeft aan in hoeverre men het (helemaal) niet eens tot (helemaal) eens is met de stelling. Een factorscore van 3,00 en hoger valt in de hoogste categorie en moet geïnterpreteerd worden als een goede beoordeling door de cliënt (Handleiding exitvragenlijst). Daarnaast geeft de cliënt een rapportcijfer voor de geboden hulp, op een schaal van één tot tien. Een vergelijking van de uitkomsten met de brancherapportage 2011 levert het volgende beeld op: het gemiddelde rapportcijfer voor jongeren ligt dit kwartaal 0,8 punt boven het jaargemiddelde van de branche. Voor ouders ligt het 0,5 punt hoger. De respons van Elker ligt 10% hoger dan de respons van de branche. De mate van reguliere beëindiging laat zien in hoeverre plaatsingen bij Elker op een positieve manier zijn afgesloten. Het komt ook voor dat de plaatsing voortijdig is beëindigd of dat het onduidelijk is wat de reden van Prestatie-indicatoren 2013 afsluiting is. In dat geval is het meestal niet mogelijk om een exitvragenlijst te laten invullen. Dit, omdat de cliënt bijvoorbeeld niet (meer) gemotiveerd, niet meer is komen opdagen voor een eindgesprek of is verhuisd e kwart e kwart e kwart. 1. mate van doelrealisatie doel niet gehaald 14% 18% 18% doel deels gehaald 32% 33% 35% doel gehaald 54% 49% 47% 2. mate van cliënttevredenheid over resultaten gemiddeld rapportcijfer jeugdigen 8,2 8,0 8,4 ouders/verzorgers 8,5 8,3 8,6 gemiddelde factorscore resultaat en toekomst jeugdigen 3,36 3,30 3,46 ouders/verzorgers 3,67 3,39 3,49 3. mate van reguliere beëindiging van de hulp zorg in overeenstemming tussen cliënt, BJz en Elker beëindigd 89% 90% 86% zorg eenzijdig door cliënt beëindigd 5% 5% 5%* zorg eenzijdig door BJz of Elker beëindigd 3% 3% 6%* andere redenen 3% 2% 3% e kwart. 1. De cijfers van de doelrealisatie van het derde kwartaal zijn gebaseerd op 649 doelen. Over 83% van de doelen voor jeugdigen en 84% van de ouderdoelen bestond consensus tussen de betrokken cliënt(en) en professional(s) m.b.t. de score. 2. De cijfers m.b.t. cliënttevredenheid zijn gebaseerd op 86 exitlijsten, waarvan 27 jongeren en 59 ouders/verzorgers. Het betreft 70 unieke cliënten. Bij aftrek van voortijdige beëindiging en beëindiging door externe omstandigheden, overmacht, reden niet bekend, n.v.t. of overig, is het doorberekende responspercentage 54%. 3. Gebaseerd op 150 unieke cliënten. Onder andere redenen wordt verstaan: door externe omstandigheden of overmacht, reden niet bekend, n.v.t. of overig. *1,33% van het percentage voortijdige, eenzijdige beëindiging door de cliënt en 2% van het percentage voortijdige, eenzijdige beëindiging door Elker komt voor rekening van netwerkpleegzorg. Er is echter geen directe relatie tussen de zorg/hulpverlening van Elker en het voortijdig afbreken van de zorg in geval van netwerkpleegzorg. Bovendien kan Elker de zorg voortijdig beëindigen op grond van de uitkomsten van de screening van netwerkpleegouders. Bij andere redenen komt 0,67% voor rekening van netwerkpleegzorg. Totaal komt derhalve 4% van de niet reguliere beëinding voor rekening van netwerkpleegzorg. Exclusie Ouderschap na Scheiding (regulier en beschikking) i.v.m. de aard van de werksoort 7

8 3. Cliëntgegevens De cliëntgegevens worden gegenereerd vanuit het centrale registratiesysteem van Elker. Door achteraf verwerkte mutaties is het mogelijk dat gegevens in deze kwartaalrapportage niet overeenkomen met die uit voorgaande rapportages. Productie Conform afspraak verantwoordt Elker de provinciaal gefinancierde jeugdzorg op zorgaanspraak. De productie vanuit de AWBZ/ZVW gefinancierde zorg wordt op uniek cliëntniveau weergegeven. Dit geldt ook voor de Eerstelijns Psychologische zorg en de door derden gefinancierde zorg. De productie provinciaal gefinancierde zorg wordt berekend aan de hand van de lopende zorgaanspraken op 1 januari 2013, vermeerdert met de instroom. Op 1 januari waren er 1454 lopende zorgaanspraken. In het eerste kwartaal startte voor 599 aanspraken de zorg, in het tweede kwartaal voor 494 en in het derde kwartaal voor 466, waarmee het totaal aantal uitgevoerde zorgaanspraken op 3013 komt. Dit aantal is vergelijkbaar met het voorgaande jaar. De stijgende trend die we eerder signaleerden heeft zich niet verder voortgezet. Ondanks de inzet van lichtere zorgvormen, die het mogelijk maken om meer cliënten in zorg te hebben, stagneert de instroom. De oorzaak ligt in het de afname en stagnatie van het aantal aanmeldingen vanuit Bureau Jeugdzorg. Dit jaar kwamen er in periode januari tot oktober 1185 zorgaanspraken binnen voor nieuw in te zetten zorg, tegenover 1459 in dezelfde periode vorig jaar. Dit is afname met 19 procent. Naast de provinciale zorg is er aan 391 cliënten AWBZ/ ZVW gefinancierde zorg geboden en maakten 128 cliënten gebruik van zorg gefinancierd door derden en 129 cliënten van de Eerstelijns Psychologische zorg van Elker. In het overzicht Cliëntgegevens Jeugdzorg op pagina 11 wordt de zorg naar hulpvariant weergegeven. Van alle ingezette zorg is 65 procent ambulant, 21 procent pleegzorg en bestaat 7,5 procent uit een vorm van 24-uurshulp en 6,5 procent uit een vorm van Daghulp. Daarnaast maakten zes cliënten gebruik van Observatie in combinatie met Verblijf. Op pagina 12 staat de inzet weergegeven in termen van de acht zorgaanspraken, zoals opgenomen in de Wet op de Jeugdzorg. Buitenprovinciale plaatsingen Sinds 1 januari 2011 geldt de nieuwe regeling buitenprovinciale plaatsingen. In de periode januari tot oktober 2013 is voor 12 cliënten uit Drenthe en voor zes cliënten uit Friesland zorg vanuit Elker gestart. Een recent overzicht van de plaatsingen uit deze provincies is kortgeleden met een toelichting naar de Provincie gestuurd. De zorg aan cliënten vanuit Friesland en Drenthe vallen binnen de tussen de drie noordelijke provincies gemaakte afspraak van jaarlijks tussen provincies te verrekenen. Daarnaast is voor negen cliënten afkomstig uit de provincies Gelderland (6), Overijssel (1), Limburg (1) en Noord-Holland (1) zorg vanuit Elker gestart. Deze wordt conform de landelijke afspraken gefinancierd vanuit de provincie van herkomst. Wachtlijstontwikkeling De weergave van de wachtlijst op pagina 9 is in overeenstemming met de afspraken IPO-Rijk en de landelijke definities. De totale wachtlijst is ten opzichte van het vorig kwartaal met bijna 50 procent gedaald: 54 zorgaanspraken op peildatum 1 oktober tegenover 102 zorgaanspraken op peildatum 1 juli. De wachtlijst langer dan 9 weken nam af van 68 naar 24 zorgaanspraken. De afname is deels te verklaren door de wachtlijstaanpak van Elker, waarbij binnen vijf werkdagen na aanmelding een vorm van ambulante zorg kan starten. Een deel van de verklaring ligt echter ook in de al eerder genoemde afname van het aantal zorgaanspraken dat binnenkomt vanuit Bureau Jeugdzorg. De wachtlijst langer dan 9 weken bestaat uit 24 zorgaanspraken voor 18 unieke cliënten. Vijf van deze cliënten ontvangen al een vorm van provinciaal gefinancierde zorg van Elker. De Netto wachtlijst a (het aantal cliënten nog zonder een vorm van geïndiceerde provinciaal gefinancierde zorg binnen Elker) komt hiermee op dertien cliënten. Twee van hen zijn elders in provinciaal gefinancierde zorg, vier cliënten verblijven nog in een andere setting en zeven cliënten hebben aangegeven nog geen gebruik te willen maken van de zorg. Met alle cliënten is contact en kan er indien nodig worden versneld of opgeschaald. 8

9 Cliëntaantallen - zorgaanspraken Stand per 1/1/2013 Instroom Kwartaal 1 Instroom Kwartaal 2 Instroom Kwartaal 3 Instroom Kwartaal 4 Jeugdzorg - zorgaanspraken (waarvan uitsplitsing op pagina 12) Cliënten AWBZ / ZVW gefinancierd Cliënten gefinancierd door derden Eerstelijns Psychologische zorg Totaal Totaal Wachtlijstontwikkeling Jeugdzorg Stand per 1/1/2013 Stand per 1/4/2013 Stand per 1/7/2013 Stand per 1/10/2013 Wachtlijst: aantal zorgaanspraken Wachtlijst < 4 weken Wachtlijst 4-9 weken Wachtlijst > 9 weken Stand per 1/1/2014 Wachtlijst: unieke cliënten langer dan 9 weken op de wachtlijst Bruto wachtlijst Netto wachtlijst a Netto wachtlijst b Definities: Bruto wachtlijst: Aantal unieke cliënten die langer dan 9 weken wachten op geïndiceerde jeugdzorg, voor zover deze geïndiceerde jeugdzorg door de provincie wordt bekostigd. Netto wachtlijst a: Aantal van de onder Bruto wachtlijst bedoelde cliënten minus de cliënten die in de wachtperiode een vorm van geïndiceerde provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontvangen. Netto wachtlijst b: Aantal van de onder Netto wachtlijst a bedoelde cliënten minus de cliënten die in de wachtperiode een vorm van niet geïndiceerde provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontvangen. Cliëntgegevens: aantal cliënten Betreft het aantal cliënten in zorg op 1 januari 2013 vermeerdert met het aantal cliënten voor wie in de loop van 2013 de zorg is gestart. Wachttijd geïndiceerde zorg (kalenderdagen) Betreft de gemiddelde wachttijd in dagen van de cliënten voor wie in het betreffende kwartaal de zorg is gestart. Doorlooptijd geïndiceerde zorg (maanden) Betreft de gemiddelde doorlooptijd in maanden van de cliënten voor wie in het betreffende kwartaal de zorg is afgesloten. 9

10 In het overzicht Cliëntgegevens Jeugdzorg op pagina 11 staan de wachtlijstgegevens uitgesplitst naar hulpvariant weergegeven. Voor alle sectoren blijft de wachttijd binnen de landelijke norm van maximaal 63 kalenderdagen. Bij elke aanmelding wordt gewerkt volgens het protocol Wachtlijstaanpak, wat inhoudt dat binnen vijf werkdagen na binnenkomst van het indicatiebesluit zorg kan starten. Voor de verblijffuncties geldt dat waar mogelijk eerst een vorm van ambulante hulp gestart wordt. De gemiddelde wachttijd voor de ambulante hulp is tegen de verwachting in weer iets gestegen. De wachttijd wordt echter vertroebeld door cliënten die wachten op Ambulante hulp in combinatie met verblijf, die geen gebruik kunnen of willen maken van ambulante hulp voorafgaand aan het verblijf. Bezettingscijfers en doorlooptijden Bij de 24-uurshulp speelt op dit moment de ombouw van enkele plekken voor de tussenvoorziening uitstroom DOK3 en de voorbereiding van de afbouw met vier plekken op 1 januari Beide ontwikkelingen zijn van invloed op de bezetting. Bij de Daghulp is als gevolg van de jaarlijkse uitstroom rond de zomervakantie de bezetting gedaald. De instroom blijft als gevolg van een afname van het aantal aanmeldingen achter waardoor de cumulatieve bezetting van 97 procent niet meer wordt gehaald. Bij de Pleegzorg blijft de bezetting stijgen en is de cumulatieve bezetting inmiddels 101,8%. Bij de doorlooptijden is er sprake van een stijging. Voor de 24-uurshulp met daarbij als kanttekening dat de gemiddelde doorlooptijd beïnvloedt wordt door twee langdurige plaatsingen vanuit het Gezinshuis. Zonder deze plaatsingen komt de gemiddelde dorlooptijd uit op 8.8 maanden. De stijging van de doorlooptijd bij de ambulante hulp wordt onderzocht. Instroom en uitstroom Op pagina 12 wordt in het overzicht Cliëntgegevens: uitgevoerde zorgaanspraken de uitgevoerde zorg op het niveau van zorgaanspraak weergegeven. De grootste instroom geldt de aanspraak Jeugdhulp thuis individueel. Hieronder vallen eveneens de cliënten die vanuit het Flexbudget een vorm van hulp op maat ontvangen. Het gaat hierbij om binnen het zorgaanbod van Elker passende zorg, die (nog) niet als reguliere module wordt geboden. Tot nu toe maakten 17 cliënten gebruik van deze vorm van zorg. Door de flexibilisering van het aanbod is dit aantal lager dan voorgaande jaren. Onder de instroom Jeugdhulp accommodatie zorgaanbieder vallen ook de cursus Positief opvoeden en de begeleiding van ouders bij Ouderschap na scheiding. Bij de Ouderschap na scheiding is daarnaast door 22 ouder(paren) gebruik gemaakt van het Omgangshuis. In het overzicht Ingekomen zorgaanspraken is te zien dat het aantal binnengekomen zorgaanspraken voor nieuw in te zetten zorg afneemt. In het eerste kwartaal kwamen er 423 aanspraken binnen, in het tweede kwartaal 372 en in het derde kwartaal 316. Totaal 1111 zorgaanspraken. Daarnaast ontving Elker vanuit Bureau Jeugdzorg Groningen 74 Professionele verwijzingen. Op 1 oktober 2013 was van de zorgaanspraken voor nieuw in te zetten ruim 87 procent gerealiseerd, voor 3 procent moest de zorg nog starten. Van ongeveer 10 procent van de zorgaanspraken is om verschillende redenen geen gebruik gemaakt, onder meer door veranderde omstandigheden. Ook was door kritisch te kijken met welke zorg de gestelde doelen behaald konden worden, het niet altijd nodig om alle gevraagde zorg in te zetten. 10

11 Cliëntgegevens Jeugdzorg Afspraken 2013 Beginstand per 1/1/2013 Werkelijk per 1/4/2013 Werkelijk per 1/7/2013 Werkelijk per 1/10/2013 Eindstand per 1/1/ uurshulp (capaciteit 92) Cliëntaantallen (stand plus instroom) Bezettingscijfers regulier (cumulatief) 97,0% 93,5% 94,0% 95,3% 95,9% Bezettingcijfers crisisopvang (cumulatief) n.v.t. 39,9% 56,3% 56,8% 52,2% Wachtlijst totaal n.v.t Brutowachtlijst > 9 wkn n.v.t Nettowachtlijst (> 9 wkn a) n.v.t Nettowachtlijst (> 9 wkn b) Gemiddelde wachttijd (in kalenderdagen) < Gemiddelde doorlooptijd in maanden (exclusief crisis) Daghulp (capaciteit 111) Cliëntaantallen (stand plus instroom) Bezettingscijfers (cumulatief) 97,0% 94,1% 96,1% 97,0% 94,4% Wachtlijst totaal n.v.t Brutowachtlijst > 9 wkn n.v.t Nettowachtlijst (> 9 wkn a) n.v.t Nettowachtlijst (> 9 wkn b) Gemiddelde wachttijd (in kalenderdagen) < Gemiddelde doorlooptijd in maanden Pleegzorg (capaciteit 479) Cliëntaantallen (stand plus instroom) Bezettingscijfers (cumulatief) 97,0% 100,3% 100,8% 101,2% 101,8% Wachtlijst totaal n.v.t Brutowachtlijst > 9 wkn n.v.t Nettowachtlijst (> 9 wkn a) n.v.t Nettowachtlijst (> 9 wkn b) Gemiddelde wachttijd (in kalenderdagen) < Gemiddelde doorlooptijd in maanden (exclusief crisis) Ambulante hulp (capaciteit 500) Cliëntaantallen (stand plus instroom) Wachtlijst totaal n.v.t Brutowachtlijst > 9 wkn n.v.t Nettowachtlijst (> 9 wkn a) n.v.t Nettowachtlijst (> 9 wkn b) Gemiddelde wachttijd (in kalenderdagen) < Gemiddelde doorlooptijd in maanden (exclusief crisis)

12 Clientgegevens: uitgevoerde zorgaanspraken per 1 jan. 1e kwart. in 1e kwart. uit 2e kwart. in Jeugdhulp thuis individueel Jeugdhulp thuis groep Jeugdhulp acc. zorgaanbieder individueel Jeugdhulp acc. zorgaanbieder groep Verblijf pleegouder deeltijd Verblijf pleegouder 24-uurs Verblijf acc. zorgaanbieder deeltijd Verblijf acc. zorgaanbieder 24-uurs Observatiediagnostiek deeltijd Observatiediagnostiek 24-uurs TOTAAL e kwart. uit 3e kwart. in 3e kwart. uit 4e kwart. in 4e kwart. uit Totaal Ultimo Ingekomen zorgaanspraken 1e kwart. 2e kwart. 3e kwart. 4e kwart. Totaal Zorgaanspraken nieuw in te zetten zorg Professionele verwijzingen Zorgaanspraken voortzetting lopende zorg Besluiten crisisinterventie TOTAAL Indicatiebesluit zorgaanspraken nieuwe zorg Door Bureau Jeugdzorg geindiceerde zorgaanspraken voor nieuw in te zetten, provinciaal gefinancierde, jeugdzorg. Professionele verwijzingen Professionele verwijzingen vanuit Bureau Jeugdzorg voor nieuw in te zetten, provinciaal gefinancierde, jeugdzorg. Ingekomen zorgaanspraken voortzetting lopende zorg Door Bureau Jeugdzorg geindiceerde zorgaanspraken voor voortzetting van lopende, provinciaal gefinancierde, jeugdzorg. Besluiten crisisplaatsing Door Bureau Jeugdzorg afgegeven besluiten crisisplaatsing. 12

13 4. Financiële cijfers Het totale exploitatie resultaat van Elker voor het segment Jeugdzorg tot en met het derde kwartaal van 2013 komt uit op positief. Dit is ongeveer 1% van de totale exploitatie. De budgetratio Jeugdzorg bedraagt het derde kwartaal 10,5%. Dit is hoger dan de norm van 10% die door de Provincie is toegestaan. Gezien de prognose van het eindejaar resultaat is de verwachting dat Elker per jaar einde een budgetratio heeft die onder de norm van 10% uitkomt. De solvabiliteit (het eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen) van Elker is 37% en is van een goed niveau. Hierbij geldt de kanttekening dat op en deel van het vermogen het beslag van herbestemming in het kader van het Masterplan Haydnlaan ligt. Daarnaast is de verwachting dat de solvabiliteit nog licht gaat dalen aan het einde van het jaar door veranderende balansverhoudingen. De liquiditeit (op basis van de current ratio) van Elker is met een score van 1,67 van een goed niveau. In de resultatenrekening zijn alle reguliere en incidentele kosten en opbrengsten opgenomen in aansluiting op de begroting Hierbij is rekening gehouden met het voorzichtigheidsprincipe. De vergoeding voor de stijging van de personeelskosten (OvA) voor 2013 is voorzichtig begroot en opgenomen voor 0%. Dit sluit aan bij de gemaakte afspraken met de Provincie voor De werkelijke OvA 2013 is door het Rijk vastgesteld en toegekend door het ministerie van VWS. Elker heeft van de Provincie nog geen aanvullende beschikking ontvangen waarin de toegekende OVA 2013 is verwerkt. Voorzichtigheidshalve zijn daarom de opbrengsten die worden verwacht uit de OVA 2013 niet verwerkt in de cijfers over het derde kwartaal. Elker heeft in de begroting van 2013 rekening gehouden met een stijging van de salariskosten met 2%. Voor wat betreft de prijscompensatie (PC) is in de exploitatie conform begroting van nihil uitgegaan. De incidentele middelen die in de begroting van 2013 zijn opgenomen voor de wachtlijstbestrijding ( ) worden door Elker in 2013 ingezet. Hiervoor heeft de Provincie toestemming gegeven. Deze opbrengsten zijn naar rato verwerkt in baten. Ten aanzien van de indexatie van de Pleegvergoeding (POV) van 2,3% voor 2013, heeft de Provincie toegezegd dat deze indexatie aan Elker wordt uitbetaald. Tot en met het derde kwartaal is de indexatie van de Pleegvergoeding naar rato opgenomen onder de baten (subsidie Provincie Groningen) en zijn de geïndexeerde vergoedingen aan de pleegouders uitbetaald. Het reguliere resultaat van de afdelingen wordt hierna kort toegelicht. Binnen de werksoort 24-uurshulp zijn minder fte s ingezet dan begroot en zijn meer projectopbrengsten gegenereerd dan begroot. Bij de Daghulp wordt minder uitgegeven dan begroot op een aantal kostenposten waaronder de salariskosten en de afschrijvingen. De Pleegzorg heeft een negatief resultaat Kengetallen 1e kwartaal wat men name wordt veroorzaakt door een hoger cumulatief bezettingspercentage van 101,8%. Door dit hogere cumulatieve bezettingspercentage vallen de kosten voor de pleegvergoeding hoger uit dan begroot. Bij de werksoort Ambulant zijn in tegenstelling tot de 24-uurshulp meer fte s ingezet dan begroot. Door de verwerking van de incidentele middelen voor de wachtlijstbestrijding is het resultaat van deze zorgsoort tot en met het derde kwartaal positief. De verwachting is dat dit resultaat gaat teruglopen naar nihil of een klein verlies eind Bij de stafdiensten zijn de kosten ad voor een investering in nieuwe software licenties (Office 2010) opgenomen. Tegenover deze kosten is een vrijval verwerkt uit de bestemmingsreserve informatietechnologie van Deze investering en de vrijval waren niet opgenomen in de begroting van De prognose voor het hele jaar 2013 is dat bij ongewijzigd beleid en omstandigheden een positief regulier resultaat (segment jeugdzorg) zal worden gerealiseerd. Deze prognose laat een lichte daling zien ten opzichte van het huidige resultaat en zal uitkomen op een resultaat tussen de en e kwartaal 3e kwartaal Budgetratio (segment Jeugdzorg) 9,7% 10,6% 10,5% Solvabiliteit (totaal Elker) 0,35 0,34 0,37 Liquiditeit (totaal Elker) 1,57 1,52 1,67 4e kwartaal 13

14 Exploitatie segment Jeugdzorg (in euro s) Werkelijk t/m deze periode Toegerekende begroting Afwijking Directe kosten N Verblijfskosten V Indirecte kosten N Doorbelasting stafdiensten N Totale kosten N Baten/ontvangen vergoedingen V Subsidie Provincie Groningen V Totale baten V Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening V Onttrekking bestemmingsreserves V Exploitatieresultaat V Exploitatie segment Jeugdzorg per werksoort (in euro s) Baten Lasten Exploitatiesaldi Werkelijk 3e kw Toegerekende begroting 3e kw uurs hulp Daghulp Pleegzorg Ambulant Stafdiensten Onttrekking Bestemmingsreserves Totaal

15 5. Human Resource Management Professionalisering Jeugdzorg In het kader van de verdere professionalisering van de jeugdzorg, is uitgangpunt in de nieuwe gewijzigde jeugdwet dat elke jeugdzorgorganisatie vanaf 1 januari werkt met geregistreerde HBO- professionals. Elker bereidt professionals hierop voor door informatiebijeenkomsten en ondersteuning bij deze registratieverplichting. Ook het opleidingsaanbod zal worden afgestemd op deze professionalisering. Elker heeft als organisatie zelf voorzien in kwaliteitskeurmerk opleidingen, zodat het opleidingsaanbod van Elker ook accreditatieproof is. Sociaal Plan Met het oog op alle komende- ontwikkelingen is in de cao jeugdzorg opgenomen dat er een doorlopend sociaal plan wordt gerealiseerd. Elker heeft hiertoe een aantal overleggen gevoerd met vakbondsorganisaties Doelstelling is dat het enerzijds voorzieningen biedt in kader van reorganisaties en anderzijds mobiliteit en duurzame inzetbaarheid binnen of eventueel buiten Elker stimuleert. Ziekteverzuim Zoals in eerdere kwartaalrapportages vermeldt staat aanpak van het verzuim binnen Elker hoog op de agenda. Afgelopen periode zijn verschillende activiteiten ontwikkeld, waaronder een nieuwe tool voor leidinggevenden en workshops rondom verzuim voor alle coördinerenden binnen Elker. Doelstelling hierbij is ook bewustwording van en beïnvloeden van verzuim. Op dit moment worden de gestelde doelstellingen van het verzuim (maximaal 4% verzuim) gerealiseerd. Salariskosten per werknemer op jaarbasis (voortschrijdend cumulatief) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal Werkelijk Begroot Verschil Gemiddeld aantal FTE s (voortschrijdend cumulatief) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal Werkelijk 285,7 287,8 285,3 Begroot 283,3 283,3 283,3 Verschil 2,4 4,5 2,0 Ziekteverzuim 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal Ziekteverzuim (Ultimo kwartaal) 4,33% 3,65% 3,10% Ziekteverzuim (Voortschrijdend cumulatief kwartaal) 4,41% 4,18% 3,65% 4e kwartaal 4e kwartaal 4e kwartaal 15

16 twitter.com/elkergroningen facebook.com/elkergroningen youtube.com/elkergroningen Elker Postbus AG Groningen t f e info@elker.nl i