Conceptnota s omgevingsvergunning & permanente vergunning

Transcriptie

1 Momenteel (maart 2012) diverse belangrijke ontwikkelingen Voorliggende conceptnota s omgevingsvergunning en permanente (milieu-)vergunning (BVR 23/12/2011) Integratiespoordecreet m.e.r - milieuvergunning mer-screening (cfr. veroordeling Eur. Hof Van Justitie 2011) Herziening indelingslijst ingedeelde inrichtingen ( declassering ) Milieuvergunningendatabank (LNE-AMV) Evaluatie milieuhandhavingsbeleid Digitalisering (indienen aanvragen via e-loket) Het investeringsdecreet ( drietrapsrakket ) 1 Achterliggende doelstellingen Een beter investeringsklimaat scheppen in Vlaanderen met een snellere, vlotte en geïntegreerde vergunningverlening met een grotere rechtszekerheid voor de initiatiefnemers en met zo weinig mogelijk kosten en administratieve lasten en m.m.v. een effectieve en efficiënte overheid; Nadruk op het belang v.h. voortraject v.e. project Samenwerking met alle actoren optimaliseren Tijdige inspraak omwonenden e.a. stakeholders garanderen Garanderen verdere verbetering van kwaliteit milieu & R.O. 2 1

2 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning Het toepassingsgebied De bevoegdheden De procedure De adviesverlening 3 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning : het toepassingsgebied stedenbouwkundige projecten: die uitsluitend een stedenbouwkundige vergunning nodig hebben (VCRO) milieuprojecten: die uitsluitend een milieuvergunning nodig hebben gemengde projecten: hebben zowel een milieu- als een stedenbouwkundige vergunning nodig Op termijn (?) zullen andere machtigingen en vergunningen geïntegreerd worden in de omgevingsvergunning: natuurvergunning kapmachtiging verkavelingsvergunning

3 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: het toepassingsgebied Herindeling van de lijst van de ingedeelde inrichtingen (bijl.1 Vl. I) op basis van potentiële hinder, risico s, milieukundige en ruimtelijke impact i.p.v. geïnstalleerd vermogen indeling op basis van hoofdactiviteiten + afstemming met MER- en IED- rubrieken en andere EU-verplichtingen dubbele rubricering maximaal vermijden ook het mobiliteitsaspect wordt meegenomen beslissingsbevoegdheid maximaal bij gemeenten 5 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: het toepassingsgebied Herindeling van de lijst van de ingedeelde inrichtingen (bijl.1 Vl. I) Nieuwe indelingslijst: 4 categorieën: - inrichtingen van de 1ste klasse - inrichtingen van de 2A klasse - inrichtingen van de 2B klasse - inrichtingen van de 3de klasse 6 3

4 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: het toepassingsgebied Herindeling van de lijst van de ingedeelde inrichtingen (bijl.1 Vl. I) Bedoeling dat volgende inrichtingen klasse 1 zouden blijven: 1 ) 2 ) 3 ) 4 ) 5 ) industriële MER-inrichtingen (drempelwaarden project-mer-besluit); SEVESO-inrichtingen (hoge en lage drempel) (veiligheidsrapport); IPPC (IED)-inrichtingen; cfr. letter X in 4de kolom van indelingslijst BKG-inrichtingen; cfr. letter Yx in de 4de kolom v.d. indelingslijst overige klasse 1- inrichtingen. Als resultaat van de herindeling van de VLAREM-lijst op basis van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse. Volgens inschatting LNE-AMV: van huidige klasse 1 bedrijven gefaseerd naar circa Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: het toepassingsgebied Herindeling van de lijst van de ingedeelde inrichtingen (bijl.1 Vl. I) Klasse 2A-inrichtingen (= de meer complexe klasse 2) : een groep van inrichtingen die in de nieuwe indelingslijst van de klasse 1 naar klasse 2A zal doorschuiven een deel van de huidige groep inrichtingen klasse 2A Klasse 2B-inrichtingen omvat: een groep van inrichtingen die heden tot de klasse 2 en de huidige klasse 2A behoren een deel van de inrichtingen die in de nieuwe indelingslijst van de klasse 1 naar klasse 2B doorschuiven Klasse 3-inrichtingen omvat: de huidige klasse 3 en een deel van de huidige klasse 2inrichtingen die naar klasse 3 zullen doorschuiven 8 4

5 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: de bevoegde overheid 1 beslissingsbevoegdheid: in principe CBS nodig: - een versnelde ontvoogding gemeenten in het kader van de stedenbouwkundige vergunning (2015!) - omkaderende maatregelen: know-how en capaciteit 2 de impact van het werk of het project op de omgeving is bepalend en niet het statuut van de aanvrager => huidige bijzondere procedure in de codex (werken van algemeen belang) zal worden opgeheven 3 de doelstelling, omvang en impact, maar ook de beoordelingscomplexiteit, uitgestrektheid of bijzondere aard van het project kunnen redenen zijn voor beslissingsbevoegdheid op bovenlokaal niveau (provincie - Vlaams gewest) 9 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: de bevoegde overheid 1 College van Burgemeester en Schepenen: klasse 2A- en 2B- bedrijven louter stedenbouwkundige projecten (tenzij aangeduid als Vlaams project) aktename van meldingen (klasse 3) 2 Deputatie: klasse 1- inrichtingen (cfr. supra) beroepen tegen beslissingen eerste aanleg v.h. CBS 3 Vlaams niveau: College van de Vlaamse ministers bevoegd voor Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening: beroepen tegen beslissingen eerste aanleg van de deputatie Vlaamse Regering: Vlaamse projecten (zowel particulier als algemeen belang) 10 5

6 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: de bevoegde overheid Aanduiding Vlaamse projecten op basis van: inrichtingen van strategisch belang voor Vlaanderen: impact, schaalniveau, grote investeringen,... beleidsdocumenten zoals het Vlaamse Regeerakkoord, beleidsnota s, beslissingen van de Vlaamse Regering, rollend investeringskalender, beleidsplannen,.. projecten aangeduid in gewestelijke RUP s; Voorbeelden: Autosnelwegen, gewestwegen, spoorwegen, tramlijnen, hoofdtransportleidingen, luchthavens, kustverdediging, grote energievoorzieningsprojecten, Let wel: een GESLOTEN lijst! 11 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: de procedure één procedure leidend tot één vergunningsbesluit op alle niveaus; termijnen geënt op huidige termijnen voor MV/STBWK.V; moet een probleemoplossende procedure zijn met een zgn. bestuurlijke lus (= mogelijkheid procedurefouten te herstellen) en bvb. mogelijkheid kleine aanpassingen aan aanvraag te doen; aan omgevingsvergunning worden voorwaarden gekoppeld die zowel inspelen op het milieuaspect als op het ruimtelijk aspect; ook mobiliteit wordt beoordeeld; garanderen rechtsbescherming: administratief beroep behalve voor Vlaamse projecten; wel nog een legaliteitsberoep bij nog op te richten Vlaams Bestuurscollege. 12 6

7 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: de adviesverlening - 5 lokale (LOVC s), 5 provinciale (POVC s) en 1 gewestelijke (GOVC) omgevingsvergunningscommissie - LOVC s geven (verplicht) advies aan CBS i.k.v. inrichtingen klasse 2A - POVC s advies kl.1 + beroepen kl. 2A en 2B; GOVC: Vlaamse projecten (geen adm. beroep) + beroepen tegen kl. 1 - geïntegreerd syntheseadvies OVC: het syntheseadvies is een consensusadvies van de betrokken adviesverlenende instanties - bij de LOVC en GOVC: co-voorzitterschap AMV- RWO - bij de POVC: co-voorzitterschap gevormd door de diensten Stedenbouw en Leefmilieu van de provincies - commissies kunnen worden aangevuld met externe experten - commissies worden uitgebreid met vertegenwoordiging van dienst MER/VR en administratie Mobiliteit 13 Krachtlijnen van de omgevingsvergunning: de handhaving Bestaande toestand: - milieuvergunningen: Titel XVI v.h. decreet 5/04/1995 houdende algemene bepalingen milieubeleid - stedenbouwkundige vergunningen titel 6 v.d. VCRO Nieuwe toestand: - de afzonderlijke sectorale handhavingsregelgevingen kunnen behouden blijven. - meer afstemming inspectie- en handhavingsbeleid milieu en R.O. - ontwikkelen van synergieën. 14 7

8 Krachtlijnen van de permanente vergunning: waarom? omwille van de creatie van de omgevingsvergunning milieuvergunning: looptijd = 20 jaar stedenbouwkundige vergunning: looptijd onbepaald Europa legt geen beperkingen op inzake looptijd; wel periodieke evaluaties zoals bijvoorbeeld bij de IE-richtlijn Gelijkschakeling geldigheidstermijn! Voordelen: economisch voordeel substantiële vermindering administratieve lasten meer rechtszekerheid voor de initiatiefnemers zal geen afbreuk doen aan slagkracht overheid om risico s, hinder en impact van inrichtingen onder controle te brengen en te houden 15 Krachtlijnen van de permanente vergunning: flankerende maatregelen 1 ruime inspraak burger e.a. stakeholders blijft behouden 2 regelmatige aanpassing van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden via VLAREM i.f.v. nieuwe inzichten veiligheid, MKN, BBT, beleidsplannen, 3 periodieke evaluaties van de individuele inrichting met frequentie i.f.v. aard, locatie, klachten, : - klasse 1- bedrijven: om de 5 à 7 jaar; - klasse 2- bedrijven: om de 10 à 15 jaar; - versneld in geval van nieuwe Europese BBT-conclusies of gelet op actuele omstandigheden zoals hinder en risico s Indien nodig: aanscherpen bijzondere voorwaarden via artikel 45 VLAREM I (ook op initiatief van de toezichthouders) 16 8

9 Krachtlijnen van de permanente vergunning: flankerende maatregelen 4 bij periodieke evaluaties ligt de bewijslast dat aan de regelgeving voldaan wordt vooral bij het bedrijf en minder bij de overheid: belangrijke rol milieuzorgsystemen en uitbreiding takenpakket MC 5 inspectieresultaten moeten mee doorwerken naar periodieke evaluaties en eventuele bijstelling bijzondere voorwaarden 6 mogelijkheid tot beperking of beëindiging van het voorwerp van de lopende vergunning: omwille van Europese verplichtingen, beperkingen via Vlaamse beleidsplannen, beperking milieugebruiksruimte zoals bijv. oppompen sokkelwater, 7 een gecoördineerde vergunning zal steeds de actuele vergunningstoestand weergeven => van belang voor bedrijf / vergunningverlenende overheid/ toezichthouder / omgeving 17 Krachtlijnen van de permanente vergunning: toepassingsgebied Nieuwe vergunningen: in beginsel omgevingsvergunning voor onbeperkte termijn vergunningen met beperkte termijn blijven mogelijk: bij zonevreemde bedrijven indien milieuaspecten op een bepaalde locatie daartoe aanleiding geven indien de inrichting een tijdelijk karakter heeft (bv. stortplaats, groeve) in geval een proefvergunning noodzakelijk is indien voor bepaalde handelingen een eindige milieu gebruiksruimte bestaat (vb. oppompen sokkelwater,..) in geval er geen maatschappelijk draagvlak meer is om bepaalde activiteiten nog langer te tolereren 18 9

10 Krachtlijnen van de permanente vergunning: toepassingsgebied Bestaande vergunningen 1 niet van toepassing op: vergunningen verleend vóór het VLAREM (b.v. ARAB vergunningen: effecten op de mens en het leefmilieu zijn in de oorspronkelijke vergunningsstelsels niet integraal ingeschat) VLAREM-vergunningen met beperkte vergunningstermijn 2 VLAREM-vergunningen verleend voor 20 jaar: gefaseerd van toepassing eerste fase: vergunningen verleend in de periode van 5 jaar voor de inwerkingtreding nieuw decreet vervolgens in fases: na evaluatie van de inrichtingen en eventueel bijsturing van de milieuvoorwaarden 19 Krachtlijnen van de permanente vergunning: toepassingsgebied Let wel: een nieuwe aanvraag omgevingsvergunning zal nodig blijven: bij het veranderen van een inrichting die de indeling van die inrichting in een hogere klasse tot gevolg heeft; als de verandering een toevoeging betreft; als de verandering bijkomend risico, verontreiniging of hinder meebrengt: cf. onweerlegbaar vermoed bij uitbreiding met meer dan 50%, alsook bij uitbreidingen van MER- en Sevesoplichtige inrichtingen en IPCC- (=GPBV) (IED-)inrichtingen het de exploitatie van een nieuwe vergunningsplichtige inrichting binnen een MTE betreft