HET VERLATEN VAN EEN INSTELLING IN VLAANDEREN Verkennend onderzoek naar de woonpaden van kwetsbare groepen die een instelling verlaten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET VERLATEN VAN EEN INSTELLING IN VLAANDEREN Verkennend onderzoek naar de woonpaden van kwetsbare groepen die een instelling verlaten"

Transcriptie

1 HET VERLATEN VAN EEN INSTELLING IN VLAANDEREN Verkennend onderzoek naar de woonpaden van kwetsbare groepen die een instelling verlaten Isabelle Pannecoucke, Jana Verstraete, Bruno Meeus & Pascal De Decker

2

3 HET VERLATEN VAN EEN INSTELLING Verkennend onderzoek naar de woonpaden van kwetsbare groepen die een instelling verlaten Isabelle Pannecoucke, Jana Verstraete, Bruno Meeus & Pascal De Decker Promotor: dr. Pascal De Decker Leuven, mei 2014

4 Het Steunpunt Wonen is een samenwerkingsverband van de KU Leuven, LUCA School of Arts (Sint-Lucas Brussel-Gent), de Universiteit Hasselt, de Universiteit Antwerpen en het Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft (Nederland). Binnen het Steunpunt verzamelen onderzoekers van verschillende wetenschappelijke disciplines objectieve gegevens over de woningmarkt en het woonbeleid. Via gedegen wetenschappelijke analyses wensen de onderzoekers bij te dragen tot een langetermijnvisie op het Vlaamse woonbeleid. Het Steunpunt Wonen wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid, binnen het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt: Pannecoucke I., Verstraete J., Meeus B. & De Decker P. (2014), Het verlaten van een instelling in Vlaanderen. Verkennend onderzoek naar de woonpaden van kwetsbare groepen die een instelling verlaten, Gelieve naar Steunpunt deze publicatie Wonen, Leuven, te verwijzen 51 p. als volgt: typ de bibliografische referentie van de publicatie Voor meer informatie over deze publicatie Voor meer informatie over deze publicatie typ adres(sen) & van corresponding authors In deze publicatie wordt de mening van de auteur weergegeven en niet die van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de opgenomen gegevens. D/typ het jaartal/4718/typ het depotnummer ISBN typ het ISBN nummer typ 2014 het STEUNPUNT jaartal WONEN STEUNPUNT WONEN Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of en/of openbaar gemaakt door door middel middel van van druk, druk, fotocopie, fotocopie, microfilm microfilm op of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission in writing from the publisher. p.a. Secretariaat Steunpunt Wonen HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven Dit Deze rapport publicatie is ook is ook beschikbaar via via

5 Voorwoord Het voorliggend rapport is het resultaat van een onderzoeksproject binnen het Steunpunt Wonen waarbij de uitstroom van kwetsbare groepen uit drie verschillende instellingen, met name de psychiatrie, de gevangenissen en de bijzondere jeugdzorg, tegen het licht is gehouden. De focus van dit bredere onderzoeksproject ligt op de begeleiding in brede zin die deze kwetsbare groepen krijgen bij hun uitstroom naar de woningmarkt. Met brede zin bedoelen we dat we drie aspecten van die overgang in rekening brengen. Binnen welke segmenten van de woningmarkt komen instellingverlaters terecht en hoe worden ze daar en in andere segmenten ontvangen. In welke mate worden toekomstige instellingverlaters tijdens hun residentieel verblijf op hun uitstroom voorbereid en eventueel opgevolgd? Welke institutionele en wettelijke belemmeringen bemoeilijken de begeleiding? Het verlaten van een instelling in Vlaanderen v

6

7 Inhoud Lijst met afkortingen Managementsamenvatting ix xi Inleiding 1 2. Vermaatschappelijking van de zorg Van zorg in instellingen naar zorg in de samenleving Ontwikkelingen in de drie sectoren Recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening voor gedetineerden Van bijzondere jeugdzorg naar integrale jeugdzorg De GGZ, een sector in beweging 6 3. Problematiek van uitstromen Woningmarkt volgt vermaatschappelijking niet Instellingsverleden als rode draad in de levensverhalen 8 4. Onderzoeksvragen Onderzoeksmethode Onderzoeksopzet De keuze voor de drie cases verantwoord Leuven als case voor gevangenis Antwerpen als case voor bijzondere jeugdzorg Gent als case voor psychiatrie De drie cases getoetst Onderzoeksresultaten De (on)bereikbaarheid van de woningmarkt Over het zoeken naar een naald in de hooiberg van de private huurmarkt De sociale huisvesting: geduld wordt beloond Begeleiding naar zelfstandig wonen in de praktijk Ondersteuning bij het zoeken naar de naald in de hooiberg van de woningmarkt Een dak boven het hoofd is één zaak, het behouden een andere Het zoeken naar een zinvolle dagbesteding Netwerkvorming Uitstromen naar een zelfstandige woonsituatie: een parcours vol hindernissen Hindernissen bij het vormen van netwerken De moeilijkste hindernis: toegang vinden tot de woningmarkt Conclusies en aanbevelingen De resultaten op een rij Aanbevelingen 28 Bijlagen 31 Bibliografie 37 Het verlaten van een instelling in Vlaanderen vii

8

9 Lijst met afkortingen AZiS BINC BZJ BZW CAW CBGS CGG ETHOS EU FDBW GGZ IBW MFC MOBiL MPG OCMW PAAZ RVT SVK SVR VDAB Assertieve Zorg in de Samenleving Begeleiding In Cijfers Bijzondere Jeugdzorg Begeleid Zelfstandig Wonen Centrum Algemeen Welzijnswerk Centrum voor Bevolkings en Gezinsstudies Centrum Geestelijke Gezondheidszorg European Typology of Homelessness and Housing Exclusion Europese Unie Federatie Diensten Begeleid Zelfstandig Wonen Geestelijke Gezondheidszorg initiatief beschut wonen Multifunctionele Centra Mobiele Ondersteuning en Behandeling in de Leefomgeving Minimale Psychiatrische Gegevens Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis Rust en verzorgingstehuis Sociaal Verhuurkantoor Studiedienst Vlaamse Regering Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Het verlaten van een instelling in Vlaanderen ix

10

11 Managementsamenvatting Het profiel van de thuislozenpopulatie in Vlaanderen toont dat velen een instellingsverleden hebben. Daaruit kunnen we concluderen dat bij het verlaten van een instelling het vinden van een aangepaste verblijfplaats niet evident is. Welke problemen instellingverlaters precies ervaren en hoe ze voorbereid worden op een zelfstandige woonsituatie, hebben we via verkennende casestudies in kaart gebracht. We hebben hierbij het zoekproces van drie groepen in beeld gebracht: (1) jongeren die de bijzondere jeugdzorg verlaten, (2) gedetineerden die in vrijheid gesteld worden en (3) psychiatrische patiënten die uit een instelling ontslagen worden. Respectievelijk hebben we dit onderzocht in Antwerpen, Leuven en Gent, waar telkens sociaal werkers die instellingverlaters op weg naar een zelfstandige woonsituatie voorbereiden uitgebreid geïnterviewd werden. We legden hen drie onderzoeksvragen voor. a) Hoe bereikbaar is de woningmarkt voor instellingverlaters? De onderzoeksresultaten zetten de structurele problematiek op de woningmarkt opnieuw in de verf: mensen die in de samenleving anders zijn, ondervinden vermoedelijk nog meer dan anderen de gevolgen van het ontbreken van voldoende betaalbare woningen. Op de private huurmarkt is een groot deel van het aanbod niet haalbaar omdat de huurprijs te hoog is. Daarbovenop gaan de deuren niet open als gevolg van negatieve selectiemechanismen. Een plek binnen de sociale huursector is evenmin onmiddellijk beschikbaar omwille van de lange wachtlijsten en de toewijzingsregels. Daarnaast staan de sociale huisvesters niet te springen om hen op te nemen. Een debat over de rol van de sociale huursector is dan ook gewenst. Dient de sociale huisvesting enkel voor diegenen die elders uit de boot vallen? Welke houding is gewenst ten aanzien van moeilijke huurders? Moeten er voorrangregels bestaan voor verschillende doelgroepen? b) Welke begeleidingspraktijken bestaan er momenteel om instellingverlaters op een zelfstandige woonsituatie voor te bereiden? De genoemde instellingen hebben een (re)integratieopdracht. Instellingverlaters worden in principe dan ook ondersteund bij het zoeken naar een woning en het behoud ervan eens die is gevonden. We stellen vast dat de intensiteit van de ondersteuning afhangt van de kenmerken van de instellingverlater en van de beschikbaarheid van personeel binnen de instelling. Soms gaan begeleiders mee om een appartement of studio te bezoeken of nemen zelf contact op met de private verhuurder. Maar niet zelden beperkt de ondersteuning zich tot het geven van een lijst met woningen en appartementen die te huur staan. En het gebeurt dat mensen aan de deur gezet worden zonder dat er een woning is gevonden. In de drie sectoren staat het inschrijven bij een sociale huisvestingsmaatschappij en bij een sociaal verhuurkantoor en het opvolgen van de actualisatiedossiers op de takenlijst van de begeleiders. Naast het zoeken naar een woning wordt er ook aandacht besteed aan het wonen zelf. Het is belangrijk om een dak boven het hoofd te hebben, maar evenzeer om die woning te behouden en het dagelijks zelfstandig leven op te nemen. Dit betekent aandacht voor onder andere administratie, Het verlaten van een instelling in Vlaanderen xi

12 financiën en huishoudelijke taken, het zoeken naar zinvolle dagbesteding. Een laatste gemeenschappelijk aandachtspunt in de begeleiding is het herstel of opbouwen van een sociaal en ondersteunend netwerk rond de instellingverlaters, en dit via verschillende partners. c) Welke institutionele en wettelijke belemmeringen bemoeilijken de begeleiding? Hoewel het belang van het vormen van netwerken voor het succesvol uitstromen van instellingverlaters veelvuldig onderstreept wordt, vertaalt dit zich niet altijd concreet in de realiteit. Niet enkel de huisvestingssector en de welzijnssector functioneren als afzonderlijke entiteiten, maar ook de verschillende welzijnswerkmodellen werken op verschillende, geïsoleerde eilanden. Ze hanteren verschillende standpunten en rationaliteiten en werken binnen duidelijk afgebakende domeinen, binnen bepaalde grenzen. Het bewerkstelligen van continuïteit en bijgevolg ook het opzetten van netwerken worden tevens bemoeilijkt door de wachtlijsten. Niet enkel sociale huisvesting kampt, zoals eerder aangegeven, met wachtlijsten, ook binnen de welzijnssector zijn er sociale files. De moeilijke doorstroming binnen de welzijnssector en zelfs het vast slibben door de enorme wachtlijsten staan niet op zichzelf. Het tekort aan degelijke, betaalbare woningen zet dit alles nog eens extra onder druk en veroorzaakt grote maatschappelijke kosten. Een roep tot uitbreiding van het aanbod van sociale huurwoningen, daar de huurprijs er afhankelijk is van het beschikbare inkomen en de woonzekerheid groot, is dan ook nadrukkelijk aanwezig. Het uitbreiden van de sociale huurwoningvoorraad is een must, maar men moet waakzaam zijn voor wat betreft de wijze waarop uitgebreid wordt. Omwille van de enorme wachtlijsten binnen de sociale huursector heeft de Vlaamse overheid de huurpremie ontwikkeld. Hoewel dergelijke tegemoetkoming voor enige verlichting zou kunnen zorgen, moeten eerst vijf jaar overbrugd worden, wat niet evident is als het iedere maand een rekenoefening vergt om rond te komen. Andere instrumenten ontwikkeld om in te spelen op de betaalbaarheidsproblematiek, bereiken evenmin het verhoopte resultaat. Bij een OCMW huurwaarborg moet de aanvrager eigenlijk al een huurcontract op zak hebben, terwijl de verhuurders dan weer de zekerheid willen dat ze die waarborg ook effectief zullen krijgen. Daarnaast kan een OCMW huurwaarborg ertoe leiden dat private verhuurders hun deuren gesloten houden. De toekenning van een installatiepremie verloopt evenmin zonder problemen. Of die premie al dan niet toegekend wordt, hangt sterk af van OCMW tot OCMW. Ook de eenmaligheid van de installatiepremie en de koppeling tussen de huursubsidie en de installatiepremie wordt door het werkveld niet even positief onthaald. De conclusie van het onderzoek luidt dat op dit moment zowel de toegang tot huisvesting als tot de maatschappelijke hulpverlening voor de bestudeerde populaties onder druk staat. Dit resulteert in soms schrijnende situaties waarbij personen een instelling verlaten zonder dat ze een ander dak boven hun hoofd hebben. Niet zelden verzeilen ze trouwens in een precaire woonsituatie. Dit leidt ook tot de conclusie dat de vermaatschappelijking van de zorg alleen maar kan slagen als er, naast voldoende betaalbare en kwalitatieve woongelegenheden, een degelijk, uitgebreid, divers aanbod aan ambulante zorg voor handen is. Het verlaten van een instelling in Vlaanderen xii

13 Inleiding Op welke manier worden kwetsbare groepen in Vlaanderen ondersteund bij het voorbereiden, zoeken naar en verblijven in een situatie van zelfstandig wonen? En hoe toegankelijk is de woningmarkt voor hen? Dat was de focus van een verkennend onderzoeksproject dat werd uitgevoerd binnen het Steunpunt Wonen. Bij drie verschillende groepen werd de overstap vanuit een instelling naar zelfstandig wonen in detail bekeken: bij jongeren die vanuit bijzondere jeugdzorg de overstap naar zelfstandig wonen (moeten) maken, bij gedetineerden die de gevangenis verlaten en bij patiënten die ontslagen worden uit een psychiatrische instelling. De stap naar zelfstandig wonen kan het resultaat zijn van het beëindigen van een lang of kort verblijf in een residentiële instelling: een gedetineerde verlaat na x aantal maanden of jaren de gevangenis, een psychiatrisch patiënt verlaat het ziekenhuis na een therapeutische periode, een jongere beëindigt een parcours in één of meer residentiële settings. Dit gebeurt in een context waarin deze instellingen zelf ook meer en meer de institutionaliseren : sommige gedetineerden zitten met een enkelband een gedeelte van hun straf uit in hun eigen woning, bepaalde psychiatrische patiënten worden aan huis verzorgd, en een grote groep jongeren dient op zeer jonge leeftijd zelfstandig te gaan wonen waarbij de hulp van begeleid zelfstandig wonen wordt ingeroepen. Die evolutie wordt omschreven als de vermaatschappelijking van de zorg. Binnen een aantal sectoren betekent dit dat de zorg minder en minder in een residentiële, min of meer van de buitenwereld afgesloten instelling gebeurt, maar meer en meer in relatie tot en met die buitenwereld. Om de impact van dergelijke verandering op de woonsituatie van kwetsbare groepen beter te duiden, vangen we dit samenvattend onderzoeksrapport aan met een korte schets van deze vermaatschappelijkingsevolutie en illustreren dit via de drie bestudeerde sectoren. Dat het uitstromen uit residentiële maar ook ambulante zorg niet altijd gevolgd wordt door een duurzame zelfstandige woonsituatie leiden we af uit het profiel van de thuislozenpopulatie, die een groot aantal mensen met een instellingenverleden bevat. Maar thuisloosheid staat uiteraard niet los van de structuur van de woningmarkt. In de tweede sectie van het rapport problematiseren we daarom de mate waarin de woningmarkt klaar is voor het opvangen van die vermaatschappelijking. Vervolgens zetten we de onderzoeksvragen op een rij (hoofdstuk 3) en lichten we de methodologie van onze casestudies toe (hoofdstuk 4). De onderzoeken vonden plaats in het arrondissement Antwerpen en in de steden Leuven en Gent. Er werd gekozen voor een street level bureaucrats benadering (Lipsky, 1980), waardoor de perspectieven van hulpverleners in verschillende huisvestings en welzijnssectoren naast en tegenover elkaar komen te liggen. In het hoofdstuk 5 geven we de onderzoeksresultaten weer. We schetsen de bevindingen van de drie deelonderzoeken. 1 We staan eerst stil bij de toegang die instellingverlaters hebben tot de woningmarkt. Vervolgens gaan we in op de manier waarop instellingverlaters op een zelfstandige woonsituatie voorbereid worden. We 1 Meeus B. & De Decker P. (2013), Tussen huisbaas en begeleider. Begeleiders en toewijzers over uitstromen uit bijzondere jeugdzorg naar de woningmarkt in het arrondissement Antwerpen, Leuven: Steunpunt Wonen. Verstraete J. & De Decker P. (2013), Op zoek naar wonen na detentie. Een verkennend onderzoek naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven, Leuven: Steunpunt Wonen. I. Pannecoucke & P. De Decker (2013), Thuis(loos) na de psychiatrie. Een verkennend onderzoek naar het uitstromen uit de psychiatrie in Gent, Leuven: Steunpunt Wonen. Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 1

14 sluiten dit hoofdstuk af met een schets van enkele elementen die een vlotte doorstroming in de weg staan. Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 2

15 2. Vermaatschappelijking van de zorg Om de uitdagingen bij het verlaten van een instelling beter te begrijpen, staan we eerst stil bij de algemene veranderingen binnen de zorg. Daarna focussen we ons op de belangrijkste en recente evoluties in deze drie sectoren. 2.1 Van zorg in instellingen naar zorg in de samenleving De laatste decennia is er in Vlaanderen, net als in andere landen, een trend naar wat de institutionalisering en vermaatschappelijking van de zorg wordt genoemd (De Rick & Loosveldt, 2003; Knapp et al., 2011; De Decker, 2002). Drie processen staan daarbij centraal (Bachrach, 1989): (1) een vermindering van het aantal personen in een institutionele context, (2) diversificatie van de zorgmethodieken en (3) de verdeling van de verantwoordelijkheid voor de zorg over verschillende voorzieningen en personen. Dit vermaatschappelijkingsproces is tot op heden vooral onderzocht binnen de psychiatrie, maar het proces voltrekt zich ook in de bijzondere jeugdzorg, de ouderenzorg en de thuislozenzorg (Van Regenmortel et al., 2006; De Decker, 2013). Concreet vertaalt dit zich in de afbouw van bedden in residentiële voorzieningen, een groei van kleinschalige ambulante initiatieven en een pleidooi voor meer participatie en empowerment van patiënten en cliënten binnen de zorg. Daardoor komt de patiënt of cliënt centraler te staan. Hij/zij moet zich volledig in de samenleving integreren, zorg moet in die samenleving voorzien worden, zorgontvangers moeten zoveel als mogelijk participeren in beslissingsprocessen en in hun zorg. Kortom, zorg moet humaner en de sociale aspecten van de (psychiatrische) problemen behoeven meer aandacht (De Rick & Loosveldt, 2003; Kwekkeboom, 1999). Cruciaal voor ons onderzoeksproject is dat de vermaatschappelijking van de zorg impliceert dat personen die zorg nodig hebben (tijdelijk of levenslang), niet langer in een instelling verblijven maar in de samenleving voorzien worden. Dit houdt dan ook in dat als alternatief voor residentiële zorg voldoende alternatieve zorgvormen beschikbaar moeten zijn. In de maatschappij verblijven, betekent ook: ergens wonen. En dus komt de woningmarkt in beeld. Kortom, naast het voorzien van zorg is er voor deze kwetsbare groepen ook nood aan degelijke betaalbare huisvesting. Dat dit niet evident is in een door eigenaars gedomineerd huisvestingsmodel komt in het volgende hoofdstuk aan bod. Vooraleer hierop in te gaan, schetsen we de voornaamste evoluties in de drie bestudeerde sectoren. 2.2 Ontwikkelingen in de drie sectoren Recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening voor gedetineerden De eerste welzijnsinitiatieven binnen de gevangenismuren zagen het levenslicht tijdens de eerste wereldoorlog (Vander Laeren & Polfliet, 2009) onder de noemer reklasseringswerk. Welzijnswerk Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 3

16 was toen vooral gericht op het disciplineren van gedetineerden en het beschermen van de samenleving eenmaal ze vrijkomen (Meyvis, 2002; Vander Laeren & Polfliet, 2009). De prioriteiten en de taken werden uitgestippeld vanuit justitie. Geleidelijk aan werd de visie op de taken en rollen van het reclasseringswerk uitgebreid en kwam er meer en meer respect voor de gevangene en zijn waarden (Meyvis, 2002). In de jaren 1970 werd de ondergeschikte positie van het reclasseringswerk meer en meer in vraag gesteld. De wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, kortweg de OCMW wet, die het recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening voor iedere burger dus ook voor gedetineerden inschrijft, was daar niet vreemd aan (Bouverne De Bie, 2007; Pieters, 1980 & 1981). Ook gedetineerden hebben recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening tijdens hun detentie. Dit komt ook naar voor in de basiswet Dupont 2 in Deze wet stelt expliciet dat gedetineerden recht hebben op dezelfde zorg en dienstverlening als vrije burgers. Aangezien gedetineerden niet zelf op ondersteuningsinstanties kunnen afstappen, moet het bestaande hulpverleningsaanbod binnen de gevangenismuren worden gebracht. Op het Vlaamse niveau werd door de Vlaamse regering een door Interdepartementale Commissie Hulp en Dienstverlening uitgewerkt plan, het Strategisch Plan hulp en dienstverlening aan gedetineerden (verder Strategisch plan), in 2000 goedgekeurd (Vander Laenen & Polfliet, 2009). Het plan zou een instrument moeten zijn om de rechtpositie van gedetineerden te versterken en om het recht op hulp en dienstverlening voor deze groep te garanderen. Het plan beoogt enerzijds te voorzien in een volwaardig en menswaardig leven tijdens de detentie en anderzijds volwaardige kansen te creëren op een vlotte re integratie in de samenleving (Vlaams Parlement, 2012). De hulp en dienstverlening binnen de gevangenismuren moet van dezelfde kwaliteit zijn als de hulpverlening in de vrije samenleving en moet integraal zijn, de noden en de behoefte van de gedetineerde dienen als startpunt te gelden en alle aspecten van de betrokkene moeten aan bod (kunnen) komen. Dit aanbod moet een breed aantal (levens)domeinen dekken: welzijn en gezondheid, werkgelegenheid, onderwijs, cultuur en sport (Vlaamse Overheid Welzijn en Samenleving, 2010). De huisvestingssector ontbreekt echter als partner (Demeersman, 2008; Hellemans, Aertsen, & Goethals, 2008). Ook bij de decretale inbedding van het Strategisch Plan in 2012 is de huisvestingssector niet structureel betrokken in de hulp en dienstverlening aan gedetineerden. Het decreet vermeldt wel dat het Strategisch plan handvaten moet aanreiken om de re integratie te bevorderen, zoals het regelen van huisvesting. Structurele samenwerkingsakkoorden met de huisvestingssector worden echter niet opgelegd/voorzien Van bijzondere jeugdzorg naar integrale jeugdzorg Begin jaren 1990 kwam de vaststelling dat almaar meer jongeren in contact kwamen met de bijzondere jeugdzorg. Deze ondervond daardoor een steeds grotere druk op haar capaciteit. Bovendien klaagde het Algemeen Verslag over de Armoede (Neirinckx & Carton, 1994) de onheuse behandeling van kansarme gezinnen door de bijzondere jeugdzorg aan: er werd veel te snel overgegaan tot een gerechtelijke ingreep, een residentiële plaatsing sneed de banden door met de context van de jongere, de hulpverlening was niet flexibel genoeg en er werd te weinig rekening gehouden met de 2 Voluit staat de basiswet Dupont voor Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden (12 januari 2005). Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 4

17 vragen van de jongere (en de ouders) Op het einde van de jaren 1990 stelde het Vlaams Parlement dat de bijzondere jeugdzorg opnieuw bijzonder moest worden en dit door onder meer de algemene jeugdhulpverlening te verbeteren. Die algemene jeugdhulp was teveel versnipperd en verkokerd, zo luidde de diagnose. In 1999 werd vervolgens een beleidsnota opgesteld die de hervorming naar een integrale jeugdzorg uitwerkte. Cruciaal daarin: een goed uitgebouwde, flexibele, vraaggerichte en contextgerichte jeugdzorg (geen algemene of bijzondere meer) met in eerste instantie een (goedkoop) rechtstreeks toegankelijk aanbod en vervolgens, indien nodig, achter een toegangspoort de onrechtstreeks toegankelijke (duurdere) vormen van zorg waarvan er een aantal residentieel zijn. De implementatie van deze herorganisatie zal echter tien jaar in beslag nemen. En ondertussen nam het aantal doorverwijzingen van jongeren naar de Bijzondere Jeugdzorg verder toe maar startte men binnen de sector wel met nieuwe contextgerichte methodieken en flexibelere organisatievormen. In 2006 werd via het Globaal Plan Jeugdzorg een capaciteitsuitbreiding van de bijzondere jeugdzorg mogelijk en werden meteen ook een aantal pilootprojecten met Multifunctionele Centra gelanceerd: binnen zulke MFC s zou het eenvoudiger zijn om te switchen tussen residentiële en ambulante vormen van zorg. Het werken met de context van de jongere begint zich vanaf dan meer en meer in de begeleidingspraktijk in te bedden. Met de overgang naar de Integrale Jeugdzorg worden de begeleidingspraktijken in modules gegoten. Tekenend daarbij is dat elke begeleiding van een jongere altijd moet bestaan uit een module contextbegeleiding. Het vroegere begeleid zelfstandig wonen wordt dan ook in de toekomst een module contextbegeleiding autonoom wonen. Nog in 2006 verschijnen de resultaten van het project Woonzinnig, een samenwerking tussen het preventieteam Jongerenwelzijn, de preventiecel van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg Gent Eeklo, het Centrum voor Bevolkings en Gezinsstudies (CBGS) en het departement Sociaalagogisch werk van de Hogeschool Gent. Carette et al., (2006) documenteren in hun studie tal van institutionele moeilijkheden die jongeren, die uitstromen uit een residentiële instelling, of instromen in begeleid zelfstandig wonen (BZW) tegenkomen. Stas et al., (2008) schrijven vervolgens een rapport over jongvolwassenen die de bijzondere jeugdzorg verlaten en beschrijven hun situatie als tussen wal en schip : ze moeten op hun 18de hun residentiële omgeving verlaten maar zijn niet/onvoldoende voorbereid op het zelfstandig wonen. Of ze vinden geen aansluiting met de hulpverlening voor volwassenen. Hun analyse was dat tal van jongvolwassenen een verhoogd risico op sociale uitsluiting lopen. Ze vinden geen betaalbare huisvesting, (vooral) jongvolwassen vrouwen en allochtonen geraken moeilijk aan werk en een grote groep kampt met psychische problemen, depressies en zelfmoordneigingen. Stas et al., (2008) pleitten voor het uitleggen van loopplanken tussen de hulpverlening van de bijzondere jeugdzorg en het algemeen welzijnswerk. In 2011 tot slot verschijnt het tweejaarlijkse rapport van het Steunpunt Armoede waarin onder meer gepleit wordt voor het verbeteren van de toegang tot sociale huisvesting voor jongeren die uit de jeugdhulpverlening komen. Eind 2011 volgt dan een aanpassing in het kaderbesluit Sociale Huur wat betreft de inschrijvingsvoorwaarden van ontvoogde minderjarigen en wordt de prioriteit woonnood bij SVK s voor dezelfde groep uitgebreid. Wat betreft sociale huur krijgen ontvoogde minderjarigen en jongeren die begeleid zelfstandig wonen of gaan wonen met begeleiding door erkende dienst ( plaatsen) voorrang op de wachtlijsten. Bovendien krijgen meer algemeen ontvoogde minderjarigen en jongeren die begeleid zelfstandig wonen of willen wonen (dus ook wanneer ze dit niet via een erkende dienst willen doen) de kans om zich in te schrijven voor een sociale huurwoning. Ook bij SVK s is de prioriteit woonnood specifiek voor minderjarigen die begeleid zelfstandig wonen of gaan wonen met begeleiding door een erkende dienst. Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 5

18 2.2.3 De GGZ, een sector in beweging De geestelijke gezondheidszorg was en is sterk gericht op een residentieel model, op een ziekenhuismodel geïnspireerde zorgverlening aan personen met psychische problemen. Vanaf de jaren 1960 zien we echter organisatorische en inhoudelijke veranderingen die de ontwikkeling naar een meer gemeenschapsgerichte gezondheidszorg inluiden. Er ontstond een specifiek zorgaanbod gericht op de revalidatie en rehabilitatie van personen met psychische problemen. In de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) kunnen personen voor ambulante hulp terecht, ze hebben op die manier niet langer een residentiële opname nodig. Het besef dat een verdere uitbreiding van het residentiële GGZ aanbod de behoeften en zorgvragen van personen met psychische problemen niet volledig beantwoordt, nam toe doorheen de daaropvolgende jaren en leidde uiteindelijk in de jaren 1980 tot de beslissing om een moratorium in te stellen: het totaal aantal residentiële bedden en plaatsen zou niet langer stijgen. De residentiële opvang als dominante organisatievorm in de zorgverlening verliest vanaf dan meer en meer terrein ten voordele van alternatieve, kleinschalige woonvormen. Diverse semimurale en ambulante voorzieningen die persoons of gezinsondersteunend of gezins en milieuaanvullend zijn, zien het levenslicht. Aan de basis hiervan ligt niet enkel een vernieuwde visie op zorg en zorglening maar ook een toenemende budgettaire druk (De Decker, 2012, p. 368). In 2010 wordt het GGZ aanbod vervolgens nog verder gediversifieerd via de herallocatie van bestaande middelen door artikel 107. Dit artikel vermeldt dat psychiatrische ziekenhuizen via een financieringstechniek hun geld kunnen aanwenden voor de opstart van zorgcircuits en netwerken. Men wenst een model in te voeren dat het mogelijk maakt dat personen met psychische problemen in hun thuisomgeving kunnen blijven en hun oorspronkelijke sociale weefsel kunnen behouden. Om in te spelen op de druk die ziekenhuizen voelen om de opnameduur van een patiënt te reduceren, start in 1998 in Belgische psychiatrische ziekenhuizen het ontslagmanagement als een wetenschappelijk onderbouwd implementatieproject. Ontslagmanagement omvat de voorbereiding van het ontslag uit het (psychiatrisch) ziekenhuis bij patiënten met een risico op bemoeilijkt ontslag en/of een risico op fundamenteel herval na ontslag, met als doel om fundamenteel herval na ontslag te voorkomen. Dit kan gerealiseerd worden door vanaf de opname in het ziekenhuis een kwaliteitsvolle verwijzing naar een aangepast thuis of thuisvervangend milieu voor te bereiden en de zorgcontinuïteit in het algemeen te bevorderen. Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 6

19 3. Problematiek van uitstromen De de institutionalisering en de vermaatschappelijking van de zorg hebben als doel cliënten en patiënten zoveel als mogelijk in hun natuurlijke milieu te laten leven. Dit zal dan ook enkel en alleen maar slagen als degelijke en betaalbare huisvesting beschikbaar is. Terwijl de de institutionalisering een feit is, blijft de toegang tot de woningmarkt achterwege (zie 2.1) en werkt ze de opname en doorstroomproblematiek vooral voor kwetsbare groepen verder in de hand. We illustreren dit aan de hand van het profiel van de thuislozenpopulatie (zie 2.2). 3.1 Woningmarkt volgt vermaatschappelijking niet De woningmarkt in Vlaanderen wordt gedomineerd door eigenaars bewoners. De ononderbroken inspanningen om zoveel mogelijk gezinnen op eigen kracht en lange tijd op basis van vooral nieuwbouw, een gezonde eigen woonst te laten verwerven, vormt de dominante beleidslijn op het vlak van wonen in Vlaanderen en in België (De Decker & Goossens, 1999). Die promotie van eigendomsverwerving kende een merkwaardige continuïteit en werd inhoudelijk nauwelijks in vraag gesteld (Pannecoucke, De Decker & Goossens, 2003, p. 5). Hoewel een eigen woning niet voor iedereen haalbaar is, bieden noch de private huursector noch de sociale huursector hoopvolle perspectieven (De Decker, 2008). De overheid heeft nagelaten om volwaardige alternatieven uit te bouwen (De Decker, 2008; Winters & Heylen, 2008). Het aanbod sociale woningen is in Vlaanderen ruim onvoldoende om het grondwettelijk recht op wonen voor kansarme en kwetsbare bewoners te kunnen garanderen. Het aanbod aan sociale huurwoningen dat door sociale huisvestingsmaatschappijen wordt verhuurd bedroeg eind (SVR, 2012). Volgens een raming van het Steunpunt Ruimte en Wonen is er nood aan een uitbreiding met sociale woningen om de wettelijk erkende behoefte te dekken (Winters et al., 2007). Het aantal SVK woningen, dat eind bedroeg (SVR, 2012), kan de kloof tussen behoefte en aanbod evenmin dichten. Ter vergelijking, de Belgische woningmarkt bestaat slecht voor 5 à 6% uit sociale woningen tegenover een Europees gemiddelde van 11 à 14% (Pannecoucke & De Decker, 2005). Dit resulteert in lange wachtlijsten en tijden voor sociale en SVK woningen. In 2011 stonden huishoudens in de wachtrij voor een sociale woning, ongeveer huishoudens meer dan in 2009 (SVR, 2012). Omdat het aanbod op de sociale huurmarkt te klein is, zijn ook sociaal kwetsbare groepen aangewezen op de private huursector, een woningmarktsegment waar de markt de hoofdrolspeler is (Pannecoucke, De Decker & Goossens, 2003). Naast het aspect van betaalbaarheid en kwaliteit is ook de toegankelijkheid problematisch: huisbazen staan niet te springen om aan deze groepen te verhuren en ze treden selectief en discriminerend op (Heylen et al., 2007; Segers & De Decker, 2011; Van Regenmortel et al., 2006). Kortom, het recht op wonen, ingeschreven in de Belgische grondwet en de Vlaamse Wooncode, wordt niet voor iedereen gerealiseerd (De Decker & Geurts, 2005). Vooral maatschappelijk kwets Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 7

20 baren botsen op veel meer hindernissen tijdens hun zoektocht naar huisvesting dan anderen (Van Regenmortel et al., 2006). De Decker (2013) stelt daarenboven dat onder andere door de trend naar de institutionalisering, een groeiende groep kwetsbare huurders een bijkomende druk op de woningmarkt zet, waardoor het tekort aan degelijke en betaalbare huisvesting extra in de verf komt te staan. 3.2 Instellingsverleden als rode draad in de levensverhalen Levensverhalen van thuislozen en levenspaden in, doorheen en uit de thuisloosheid zijn uiterst divers waardoor niet gesproken kan worden over de thuisloze (Van Regenmortel et al., 2006). Toch kunnen we enkele mekaar vaak versterkende gemeenschappelijke elementen herkennen. Een aantal risicofactoren en triggers komen in vele levensverhalen van thuislozen terug, zoals het overlijden van een naast familielid of partner, echtscheiding, het afbreken van sociale netwerken, het verliezen van werk, ongunstige materiële leefomstandigheden, uithuiszetting, een relatiebreuk, middelenmisbruik, schulden, moeilijke relaties met sociale diensten en het verstrikt geraken in administratieve en bureaucratische procedures (Fitzpatrick et al., 2000; Van Regenmortel et al., 2006). Een ander gemeenschappelijk, en voor dit onderzoek centraal element is het hebben van een instellingsverleden. Ook internationaal onderzoek toonde al aan dat een aanzienlijk aandeel van de thuislozenpopulatie in een residentiële instelling heeft verbleven en dat het moment van ontslag tot thuisloosheid kan leiden (FEANTSA, 2010; Fitzpatrick et al., 2000). Het ontslag uit een instelling als een risicofactor voor thuisloosheid wordt ook beleidsmatig onderschreven. Zo neemt de ETHOS typologie, een typologie van dakloosheid en sociale uitsluiting ontwikkeld door FEANTSA, 3 personen die een instelling verlaten zonder perspectief op (stabiele) huisvesting op in de categorie daklozen. Dergelijke typologie draagt bij tot het beter in beeld brengen van dakloosheid en het ontwikkelen, monitoren en evalueren van het beleid. FEANTSA heeft vijf doelstellingen voor het uitbannen van thuisloosheid vooropgesteld. Eén ervan is dat niemand een instelling mag verlaten zonder zicht op huisvesting en dat jongeren niet dakloos mogen worden in een overgangsfase naar zelfstandig wonen (FEANTSA, 2010). In de Schriftelijke Verklaring over een EU strategie betreffende thuisloosheid, goedgekeurd op 16/12/2010, heeft ook het Europees Parlement bovendien deze doelstellingen onderschreven, en sommige nationale regeringen, waaronder Denemarken en Ierland, hebben deze (tenminste gedeeltelijk) in hun nationale strategieën rond thuisloosheid opgenomen. Ook in Vlaanderen vertaalt de doorstromingsproblematiek zich in het profiel van de thuislozen. Twee derde van de thuislozen verbleef ten minste in één institutionele setting en één op vijf verbleef in een instelling net voor ze in de thuislozenzorg terechtkwamen (Van Menxel, 2005). Tussen 1982 en 2002 stellen we bovendien een stijging vast. Het percentage van 23,3% van de thuislozen dat verbleef in een psychiatrische instelling in 1982 steeg tot 34,4% in Een nog sterkere stijging stellen we vast bij thuislozen met een bijzondere jeugdzorggeschiedenis: van 27,4 tot 48,7% in dezelfde periode. Enkel het aandeel van personen dat in een gevangenis opgenomen was, is gedaald (van 51,5% in 1982 naar 33,1% in 2002). Maar in absolute cijfers nam ook het aantal gevangenisverlaters dat thuisloos werd toe. Het Steunpunt Armoedebestrijding (2010, p. 24) stelt dat de administratieve, reglementaire of statutaire situaties (einde of consolidering van de opname of 3 FEANTSA is de Europese koepelorganisatie van nationale daklozenverenigingen. Zie: Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 8

21 ziekte, invrijheidstelling, meerderjarigheid, einde contract) vaak leiden tot slecht voorbereide breuksituaties naar aanleiding waarvan de betrokken persoon aan zijn lot wordt overgelaten. Het niet beschikken over een sterk sociaal netwerk waarop men kan steunen, versterkt het risico op dak en thuisloosheid bij het verlaten van een instelling. De gepresenteerde cijfers geven echter geen accuraat beeld van het huidige profiel van de thuislozenpopulatie. De cijfers dateren immers al van 2002 maar ze zijn de meest recentste cijfers. Daarenboven houden ze enkel rekening met personen die verblijven in de opvangcentra van de Centra Algemeen Welzijnswerk en in door Vlaanderen georganiseerde en gereguleerde private initiatieven, terwijl ook OCMW s hulpverlening verlenen aan dak en thuislozen. Over het profiel van hun cliënten is er helemaal geen informatie beschikbaar. Maar bevestiging van de impact van een verblijf in een residentiële setting of in een gevangenis vinden we ook terug bij Van Regenmortel et al., (2006). In hun biografisch onderzoek stellen ze vast dat het verblijf in residentiële instellingen, als minderjarige en later als volwassene, en het verhuizen van de ene instelling naar de andere opvallende gemeenschappelijke karakteristieken zijn van de verschillende levensverhalen. Hoewel het hebben van een instellingverleden een rode draad is in de levensverhalen van thuislozen, blijft een geïntegreerde, integrale aanpak nodig. Dit wordt erkend door de verantwoordelijke minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, in zijn beleidsbrief: Het is duidelijk dat er op meerdere terreinen zal moeten gewerkt worden om de problematiek van thuisloosheid op een effectieve en efficiënte manier aan te pakken. Zo kan thuisloosheid onder andere te maken hebben met een onvoldoende begeleide uitstroom uit de psychiatrie, uit de voorzieningen van de gehandicaptenzorg of uit de bijzondere jeugdbijstand Binnen de budgettaire mogelijkheden willen we extra inspanningen leveren om het aanbod aan woonbegeleiding en ondersteuning te verruimen (zowel voor de initiatieven waarin de uitstroom gestimuleerd wordt, als voor maatregelen die de instroom beperken). (Vandeurzen, 2009, p. 52). Er wordt dan ook gestreefd naar een verruiming en verfijning van de samenwerkingsafspraken met de woon, gezondheids en welzijnsactoren en de lokale besturen. Onder andere de woonbegeleiding van sociale huurders, een proefproject dat sinds enkele jaren loopt rond wonen en welzijn, is hier een voorbeeld van (Van den Bossche, 2009). Sociale verhuurders die in het verleden zochten naar samenwerking met welzijnsactoren voor specifieke probleemsituaties botsten meestal op een onvoldoende en onaangepast aanbod, in het bijzonder voor huurders die met onvoldoende woonvaardigheden na een verblijf in een instelling of na een periode van thuisloosheid of voor huurders in een multiprobleemsituatie (Van den Bossche, 2012, p. 29). De doelstellingen van deze experimenten zijn: de realisatie van projecten waarin de samenwerking tussen de sociale huisvesting en de welzijnssector centraal staat én het ondersteunen van innovatieve projecten die niet of moeilijk gerealiseerd worden binnen de bestaande regelgeving (De Decker, 2012, p. 393). Binnen de projecten streeft men een of meerdere van de volgende doelstellingen na: preventie van uithuiszetting, het verbeteren van de doorstroming tussen zorgaanbod en zelfstandig wonen in de sociale huisvesting, het verbeteren van de instroom van kwetsbare doelgroepen in de sociale huisvesting, het garanderen van kwaliteitsvolle, duurzame en sociale huisvesting voor kwetsbare doelgroepen, de uitbouw van unieke sociale woonconcepten met begeleiding voor specifieke doelgroepen. Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 9

22 4. Onderzoeksvragen Om zicht te krijgen op het uitstromen uit de gevangenis, de bijzondere jeugdzorg en de psychiatrie stelden we drie brede onderzoeksvragen. Ten eerste, hoe bereikbaar, toegankelijk is de woningmarkt voor instellingverlaters? Hoe positioneren de zorgaanbieders zich hierin? Hoe staan de huisvestingsactoren tegenover deze groep? Ten tweede, welke begeleidingspraktijken bestaan er momenteel om personen voor te bereiden op zelfstandig wonen? In welke mate zijn de instellingen en initiatieven daar mee bezig? Ten derde, welke institutionele of wettelijke problemen zijn er die de uitstroom naar een zelfstandige woonsituatie bemoeilijken? In het volgende deel zetten we uiteen hoe we op zoek gegaan zijn naar antwoorden op deze vragen. Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 10

23 5. Onderzoeksmethode 5.1 Onderzoeksopzet Het onderzoek was exploratief en kwalitatief van opzet. Er werd gekozen om door middel van diepte interviews het perspectief van street level bureaucrats (Lipsky, 1980) of frontlijnwerkers (Hartman & Tops, 2005) naar voor te halen. Dit zijn werknemers van de overheid en van de publieke dienstverleningssector die dagelijks in contact staan met burgers en een behoorlijke impact kunnen hebben op die burgers. In ons onderzoek betreft het naast sociale huisvesters vooral sociaal werkers uit de drie onderzochte sectoren. Lipsky (1980) ziet hen, door hun manier van implementatie, als reële vormgevers van het beleid. Ze beschikken bovendien doorgaans over discretionaire ruimte, ze hebben behoorlijk wat autonomie en ze kunnen over de concrete uitvoering van hun opdracht eigen beslissingen nemen. Hoewel ook van belang voor dit onderzoek, was voor deze studie nog een andere reden om frontlijnwerkers aan het woord te laten. De hulpverleningssector is bijzonder gefragmenteerd en elke hulpverlener bevindt zich telkens in een andere hybride positie in het hulpverleningsveld. Hulpverleners positioneren zich namelijk minstens ten opzichte van (1) de hulpvrager, (2) andere hulpverleners, (3) de eigen werkgever en zijn zelf reflexief over die verschillende posities. Door te vertrekken van die hybride posities kunnen de relaties tussen verschillende sectoren van het hulpverleningsveld in beeld worden gebracht. Door die verschillende perspectieven samen te leggen, krijgen we bovendien een beeld van de onderlinge relaties binnen het hulpverleningsaanbod. De concrete uitwerking (tijdsperiode, aantal interviews, profiel respondenten) staat beschreven in bijlage De keuze voor de drie cases verantwoord Voor het uitvoeren van het kwalitatieve onderzoek hebben we tevens gekozen voor casestudy onderzoek. Voor de drie onderzochte sectoren hebben we telkens een andere case geselecteerd. In wat volgt, beschrijven we de keuze voor de drie cases Leuven als case voor gevangenis Er zijn verschillende redenen waarom het onderzoek naar gedetineerden die de gevangenis verlaten en terugkeren naar de samenleving in Leuven is uitgevoerd. Ten eerste, Leuven telt twee gevangenissen. De grootste gevangenis, Leuven Centraal met een capaciteit van 350 gedetineerden, is in principe uitsluitend bedoeld voor strafuitvoering. Grotendeels zijn de gedetineerden langgestraften die voornamelijk veroordeeld zijn voor zware feiten waarbij dodelijke slachtoffers vielen, voor drughandel, recidive en pedoseksuele feiten (Stad Leuven, 2007). 174 gedetineerden verlieten deze gevangenis in De tweede gevangenis is Leuven Hulp fungeert hoofdzakelijk als arresthuis waar beklaagden verblijven, maar heeft ook een kleine populatie veroor Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 11

24 deelden en geïnterneerden. Hier kwamen 554 gedetineerden vrij in In beide gevangenissen zijn enkel mannelijke gevangenen gedetineerd. Ten tweede, Leuven kent een lange geschiedenis in de thuislozenzorg en hulpverlening aan ex gedetineerden. Zowel het CAW (CAW Regio Leuven) als het OCMW bieden nu een divers aanbod hulpverleningsvormen aan dat een antwoord moet bieden op een breed scala aan hulpvragen. Ten derde, kenmerkt Leuven zich door een dure woningmarkt. Koop en huurprijzen prijken boven het Vlaamse gemiddelde uit. Door de hoge huurprijzen besteedt een deel Leuvenaars een onverantwoord groot stuk van hun inkomen aan huur, of wonen zij in onaangepaste en/of weinig kwaliteitsvolle woningen (Stad Leuven, 2007). De sociale huisvestingssector kan dan weer de vraag niet volgen en kampt met lange wachtlijsten. Bovendien neemt het aandeel sociale huurwoningen af, van 7,71% in 2002 naar 6,55% in Antwerpen als case voor bijzondere jeugdzorg Er is m.b.t. de uitstroom in de bijzondere jeugdzorg voor Antwerpen gekozen omdat het grootste aantal en aandeel van de jongeren met een maatregel in Vlaanderen zich in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen bevindt. In 2004 woonde 21% van de Vlaamse jongeren met een maatregel in het arrondissement Antwerpen; in 2011 waren het er 22%. Ten opzichte van 2004 is het aantal jongeren met een maatregel in Antwerpen met 54% toegenomen, een stijging die iets hoger ligt dan de gemiddelde stijging van 50%. Dit aandeel is hoog omdat Antwerpen een grote jongerenbevolking heeft en omdat er verhoudingsgewijs meer jongeren via de bijzondere jeugdzorg worden geholpen. Het aantal jongeren (0 19) dat in het arrondissement Antwerpen woont ten opzichte van het totaal aantal jongeren (0 19) in Vlaanderen was 14,7% in 2000 en 15,1 in Maar het aandeel jongeren met een maatregel ten opzichte van die jongerenbevolking steeg van 1,85% in 2000, vergeleken met 1,3% in Vlaanderen naar 2,65% tegenover 1,91 in Vlaanderen in De stijging van de jongeren die begeleid worden door bijzondere jeugdzorg is dus groter dan de stijging van het aantal jongeren in het arrondissement Antwerpen. Meer jongeren in de bijzondere jeugdzorg betekent ook dat meer jongeren met een verleden in de jeugdzorg uiteindelijk naar de woningmarkt moeten doorstromen. Problemen ter zake zetten echter een behoorlijke rem op die uitstroom. Het laatste decennium is de woningmarkt, in casu in Antwerpen, meer en meer onder druk komen te staan door (1) toename van het officiële bevolkingsaantal van ongeveer in 2000 tot in 2012, (2) een groeiend aantal kleine gezinnen en alleenstaanden en (3) gentrificatieprocessen die resulteren in een inkrimping van het goedkope woningmarktsegment en in hogere huisvestings en woningprijzen. De koopprijs van een appartement steeg met 100% over 10 jaar, met 164% voor een woning (Stad Antwerpen, 2011). Ongeveer 10% van de bevolking woont binnen de sociale huursector, maar meer dan huishoudens staan op (de steeds langer wordende) wachtlijst Gent als case voor psychiatrie De keuze voor Gent als case voor het onderzoek naar de uitstroom uit de psychiatrie volgt uit zowel kenmerken op het vlak van (geestelijke) gezondheidszorg, als op het vlak van wonen. Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 12

25 Gent is met zijn 9 ziekenhuissites, 19 welzijnsbureaus, 2 centra voor geestelijke gezondheidszorg, 8 wijkgezondheidscentra en 27 rusthuizen één van de belangrijkste zorgcentra in Vlaanderen. Vooral omdat Gent verhoudingsgewijs veel psychiatrische bedden telt, is de stad een interessant onderzoeksgebied. En ondanks of juist door het grote aanbod aan psychiatrische bedden, kampt Gent met een tekort aan eerstelijns geestelijke gezondheidszorg. Gent is ook nog interessant omwille van de traditie rond samenwerken en rond het verlenen van zorg aan psychiatrische patiënten in hun thuissituatie, nog voor er sprake was van mobiele teams. In 1998 ontstond in Gent het samenwerkingsverband Ambulante Woonbegeleiding, een initiatief van drie initiatieven beschut wonen (IBW) (Decroos, 2012). Sinds 1999 kent Gent een groeiend aantal inwoners, een stijging die zich volgens de bevolkingsprognoses in de toekomst zal verderzetten (Bral et al., 2011). Om aan deze toekomstige behoeften te voldoen, moeten er in Gent tot nieuwe woningen gebouwd worden tussen 2007 en 2017 (Stad Gent, 2008). In de periode tussen 2007 en 2010 werden al bijkomende woningen gerealiseerd, waarbij de verappartementisering de overhand neemt (Stad Gent, 2009, p. 60). Verder kenmerkt de woningmarkt in Gent zich door de volgende elementen: naar kwaliteit toe heeft Gent als oudste industriestad van Vlaanderen relatief meer woningen met een mindere kwaliteit (Stad Gent, 2013); het comfortniveau scoort vooral in de wijken van de 19de eeuwse gordel laag. In tegenstelling tot andere Vlaamse steden, zijn in Gent pas recentelijk de prijzen op de woningmarkt beginnen stijgen. Opvallend is dat vooral goedkopere woningen duurder worden: een stijging van 120% tegenover 90% voor woningen die tot een duurdere prijscategorie behoren (Vlaamse Overheid, 2011). Dit werkt problemen van betaalbaarheid in de hand, wat op haar beurt de sociale huisvestingssector onder druk zet. Ondanks het een relatief groot aanbod is (aandeel sociale huurwoningen is minstens drie keer zo hoog als het aandeel in de buurgemeenten en een vrij groot aandeel gezinnen huurt een sociale woning), overstijgt de vraag het aanbod. Daarenboven kampt de sociale huisvesting met diverse knelpunten, zoals de trage doorlooptijd van projecten en een grotendeels verouderd patrimonium (Stad Gent, Dienst Wonen). Kenmerkend voor Gent is het grote aantal kotstudenten die een deel van de gezinswoningen en appartementen (geschat wordt zo n woongelegenheden) inneemt waardoor de private woonmarkt extra onder druk komt te staan (Stad Gent, 2012). 5.3 De drie cases getoetst Het voeren van een case studie biedt de kans om een situatie in de diepte uit te werken en verschillende nuances bloot te leggen. Een dergelijke aanpak resulteert echter niet in een uitputtende beschrijving van de situatie in Vlaanderen. Bevindingen uit een enkelvoudig casusonderzoek hebben in principe geen externe validiteit, omdat ze gebonden zijn aan een lokaal bepaalde context. Omwille van deze beperktheid hebben we afgetoetst of onze bevindingen herkenbaar zijn en welke nieuwe relevante elementen gesignaleerd worden in andere contexten. Hiertoe hebben we voor elk van de drie onderzochte sectoren een rondetafelgesprek georganiseerd. Net zoals de respondenten in het onderzoek waren de deelnemers aan deze gesprekken sociale huisvesters of sociaal werkers binnen de drie sectoren. Bij de samenstelling van de deelnemersgroep hebben we rekening gehouden met een degelijke spreiding over de verschillende provincies en werden ook respondenten betrokken die buiten de steden actief zijn (zie bijlage 1 met overzicht van de deelnemers). Het verlaten van een instelling in Vlaanderen 13

De moeilijke oversteek. Wonen na een verblijf in bijzondere jeugdzorg, gevangenis en psychiatrie.

De moeilijke oversteek. Wonen na een verblijf in bijzondere jeugdzorg, gevangenis en psychiatrie. De moeilijke oversteek. Wonen na een verblijf in bijzondere jeugdzorg, gevangenis en psychiatrie. Trefdag vermaatschappelijking en wonen SAM vzw Schaarbeek, 7 juni 2019 Jana Verstraete P.PUL (KU Leuven)

Nadere informatie

Koortsachtig en creatief op zoek naar een woonst

Koortsachtig en creatief op zoek naar een woonst Koortsachtig en creatief op zoek naar een woonst Trefdag Hoe thuisloosheid van jongvolwassenen opvangen en voorkomen? 2 juni 2017 Joy Verstichele, Vlaams Huurdersplatform Inhoudstabel 1. Situering Vlaams

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen Stuk 2223 (2003-2004) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 5 maart 2004 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen betreffende een

Nadere informatie

De moeilijke oversteek Wonen na een verblijf in een instelling

De moeilijke oversteek Wonen na een verblijf in een instelling De moeilijke oversteek Wonen na een verblijf in een instelling Pascal De Decker, Bruno Meeus, Isabelle Pannecoucke & Jana Verstraete Onderzoeksgroep HaUS Faculteit Architectuur KU Leuven Gent 24 november

Nadere informatie

Roeien met te korte riemen

Roeien met te korte riemen Roeien met te korte riemen Wetenschappelijke inzichten en voorstellen om uithuiszetting te verminderen Pascal De Decker & Jana Verstraete Onderzoeksgroep P.PUL KU Leuven Trefdag Thuisloosheid - Steunpunt

Nadere informatie

Synthese en strategische analyse nulmeting dak-en thuisloosheid

Synthese en strategische analyse nulmeting dak-en thuisloosheid Datum: 22/01/2015 Auteur: Danny Lescrauwaet Versie: 01 Herkomst: Nulmeting dak-en thuisloosheid Doel: ter informatie Bestemming: werkgroep thuisloosheid en wonen Synthese en strategische analyse nulmeting

Nadere informatie

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID Functie 1 Activiteiten op het vlak van preventie; geestelijke gezondheidszorgpromotie; vroegdetectie, -interventie en -diagnosestelling

Nadere informatie

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw Mondelinge vraag OPSCHRIFT Vergadering van 4 februari 2016 Nummer: 2016_MV_00047 Onderwerp: Mondelinge vraag van raadslid Mieke Bouve: Meer gezinnen

Nadere informatie

MENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid

MENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid MENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid David Van Vooren Beleidsmedewerker Vlaamse Woonraad Studienamiddag Woonnood in Vlaanderen Brussel, 8 september 2015 2 Recht

Nadere informatie

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Voorwoord Geert Goeyvaerts, Marietta Haffner, Kristof Heylen, Katleen Van den Broeck, Frank Vastmans (coördinator) en Sien Winters Promotor: Erik Buyst Onderzoek

Nadere informatie

1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd:

1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd: Vlaamse Woonraad Koning Albert II-laan 19 bus 23 1210 Brussel vlaamse.woonraad@rwo.vlaanderen.be www.vlaamsewoonraad.be Advies 2015/08 datum 9 oktober 2015 bestemmeling kopie onderwerp Mevrouw Liesbeth

Nadere informatie

Het Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid. Presentatie door. Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland

Het Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid. Presentatie door. Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland Het Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid Presentatie door Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland 2 Promotiecampagne Oost-Vlaanderen Wat is een Sociaal Verhuurkantoor? -

Nadere informatie

Op 7 juni 2018 vindt het Algemeen overleg over de staat van de volkshuisvesting plaats. Ik hoop dat u onderstaande input wilt meenemen in uw bijdrage.

Op 7 juni 2018 vindt het Algemeen overleg over de staat van de volkshuisvesting plaats. Ik hoop dat u onderstaande input wilt meenemen in uw bijdrage. De voorzitter van de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken E. Ziengs Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Uw brief van Datum AO staat van de Volkshuisvesting 7 juni 2018 Uw kenmerk 31 mei 2018 Ons

Nadere informatie

OP ZOEK NAAR WONEN NA DETENTIE Een verkennend onderzoek naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven.

OP ZOEK NAAR WONEN NA DETENTIE Een verkennend onderzoek naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven. OP ZOEK NAAR WONEN NA DETENTIE Een verkennend onderzoek naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven Jana Verstraete OP ZOEK NAAR WONEN NA DETENTIE Een verkennend onderzoek naar het

Nadere informatie

Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid

Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid Trefdag Jong en zonder (t)huis 2 juni 2017 David Debrouwere Afdelingshoofd Voorzieningenbeleid Jongerenwelzijn Inhoud Actieplan jongvolwassenen

Nadere informatie

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten 06/06/2016 Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten Vandaag is het eerste intersectorale jaarverslag 2015 van de jeugdhulp voorgesteld, in aanwezigheid van Jo Vandeurzen, Vlaams minister

Nadere informatie

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Info avond SEL Waasland 24 mei 2012 Sint-Niklaas Stefaan Baeten Directeur psychiatrisch centrum Sint-Hiëronymus Historische context

Nadere informatie

Preventie van uithuiszetting : een evaluatie van de CAW praktijk. Danny Lescrauwaet

Preventie van uithuiszetting : een evaluatie van de CAW praktijk. Danny Lescrauwaet Preventie van uithuiszetting : een evaluatie van de CAW praktijk. Danny Lescrauwaet Inhoudsopgave Preventieve woonbegeleiding : wat en aanbod? Risico s op thuisloosheid Probleemstelling Visie Algemeen

Nadere informatie

SVK s SHM s Sociaal Huisvestingsmaatschappij (SHM)

SVK s SHM s Sociaal Huisvestingsmaatschappij (SHM) SVK s SHM s Sociaal Huisvestingsmaatschappij (SHM) -Bouwen woningen -Langlopend contract -Bij inschrijving onderaan de lijst -Huurprijs gekoppeld aan inkomen 2 SVK s SHM s Sociaal Verhuurkantoor -Huurt

Nadere informatie

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG bewoners De vzw Beschut Wonen De Overweg richt zich tot volwassenen die omwille van hun psychiatrische problematiek en/of psychosociale

Nadere informatie

Steekproef bij jeugdhulpverlaters naar financiële redzaamheid van jeugdhulpverlaters

Steekproef bij jeugdhulpverlaters naar financiële redzaamheid van jeugdhulpverlaters 1 Steekproef bij jeugdhulpverlaters naar financiële redzaamheid van jeugdhulpverlaters Via een steekproef bij Vlaamse jeugdhulpvoorzieningen, stelt Caritas Vlaanderen vast dat de overgang voor jongeren

Nadere informatie

Taskforce Wonen bundelt krachten voor woonnoden van kwetsbare groepen

Taskforce Wonen bundelt krachten voor woonnoden van kwetsbare groepen Taskforce Wonen bundelt krachten voor woonnoden van kwetsbare groepen Om de vele uitdagingen op het vlak van woonbeleid in Gent aan te gaan, werd eind 2017 een Taskforce Wonen opgericht. Het Gentse stadsbestuur

Nadere informatie

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur 1) De bijzondere bevoegdheidsregel voor het toekennen van een huurwaarborg bij het verlaten van een opvangstructuur Voor we de verschillende situaties

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

Programma LSB Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 4 speerpunten LSB als lerend netwerk

Programma LSB Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 4 speerpunten LSB als lerend netwerk Programma LSB 2011-2013 Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 4 speerpunten LSB als lerend netwerk Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 1. Prioritaire thema s: naar 4 speerpunten 2. Netwerk wordt versterkt

Nadere informatie

HUISVESTING. Hulpaanbod vanuit de OCMW s. Gerry Van de Steene Departementschef sociale dienstverlening OCMW Sint-Niklaas

HUISVESTING. Hulpaanbod vanuit de OCMW s. Gerry Van de Steene Departementschef sociale dienstverlening OCMW Sint-Niklaas HUISVESTING Hulpaanbod vanuit de OCMW s Gerry Van de Steene Departementschef sociale dienstverlening OCMW Sint-Niklaas 1. Opdrachten vanuit de wetgeving 2. Aanvullend hulpverleningsaanbod 3. Welk OCMW

Nadere informatie

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken Naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en netwerken vermaatschappelijking en wonen. 7/06/2019 Vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg There is

Nadere informatie

Nummer 34. Op zoek naar betaalbare woonvormen

Nummer 34. Op zoek naar betaalbare woonvormen Nummer 34 Op zoek naar betaalbare woonvormen Betaalbaar wonen in Knokke-Heist Het BVK Betaalbaar VerhuurKantoor Inleiding Missie In het bruisende en sfeervolle Knokke-Heist is het voor elk van hun bewoners

Nadere informatie

Hoorzitting conceptnota: hulpverlening als gerechtelijke maatregel voor 18-plussers

Hoorzitting conceptnota: hulpverlening als gerechtelijke maatregel voor 18-plussers Hoorzitting conceptnota: hulpverlening als gerechtelijke maatregel voor 18-plussers Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 9 januari 2019 Bruno Vanobbergen Kinderrechtencommissaris Terechte bezorgdheid

Nadere informatie

Een voorziening voor bijzondere jeugdzorg verlaten: op zoek naar een plek in de samenleving

Een voorziening voor bijzondere jeugdzorg verlaten: op zoek naar een plek in de samenleving Een voorziening voor bijzondere jeugdzorg verlaten: op zoek naar een plek in de samenleving De Cocon 25/11/2016 Veerle Stroobants Het is belangrijk te luisteren naar de strijd die gezinnen in armoede voeren.

Nadere informatie

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN MEI /008 Proefproject Housing First 05/2013

BULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN MEI /008 Proefproject Housing First 05/2013 BULLETIN 5 VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN MEI 2013 2013/008 Proefproject Housing First 05/2013 2013/008 Proefproject Housing First De heer Pascal Verbeke, OCMW-raadslid Onlangs werd

Nadere informatie

Stop thuisloosheid. Europese strategieën tegen thuisloosheid. Danny Lescrauwaet

Stop thuisloosheid. Europese strategieën tegen thuisloosheid. Danny Lescrauwaet Stop thuisloosheid. Europese strategieën tegen thuisloosheid. Danny Lescrauwaet Thuisloosheid beëindigen is mogelijk I.p.v. managen of beheersen : kost evenveel of meer, ontkenning mensenrechten Groeiend

Nadere informatie

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes Heb je al gehoord van de 107? Niet 101 of 102 of 105 maar 107? gebaseerd op het nummer van het artikel in het KB over de ziekenhuizen die de

Nadere informatie

BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle

BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april 2014 Véronique Vancoppenolle 1 PROGRAMMA 1. Wat doet het CAW voor wie? 2. Kijk op thuisloosheid vanuit het Algemeen Welzijnswerk 3.

Nadere informatie

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts

Nadere informatie

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken

Naar een betere geestelijke gezondheidszorg. door de realisatie van zorgcircuits en netwerken Naar een betere geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgcircuits en netwerken Studiedag GEPS 13/07/2017 Vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Situering 2002: algemene

Nadere informatie

De strijd tegen dakloosheid. woongericht, intersectoraal en aanklampend

De strijd tegen dakloosheid. woongericht, intersectoraal en aanklampend De strijd tegen dakloosheid woongericht, intersectoraal en aanklampend Dak- en thuisloosheid in Europa: alarmerende cijfers 2 Europese consensusdefinitie van dakloosheid en uitsluiting op de huisvestingsmarkt

Nadere informatie

Wijkcentrum De Kring

Wijkcentrum De Kring Wijkcentrum De Kring contactgegevens: Wijkcentrum De Kring Zuidmoerstraat 136 bus 8, 9900 Eeklo Tel: 09/378.61.69 Fax: 09/327.04.69 E-mail: joke@wijkcentrumdekring.be www.wijkcentrumdekring.be www.facebook.com/wijkcentrumdekring

Nadere informatie

Het sociaal huurbeleid en raakvlakken met welzijn

Het sociaal huurbeleid en raakvlakken met welzijn 2011 03 30 Raakvlakken sociaal huurbeleid en welzijn - Marjan Cochez 24/03/2011 Het sociaal huurbeleid en raakvlakken met welzijn Marjan Cochez Dep RWO, afdeling Woonbeleid Regelgeving 1. Kaderbesluit

Nadere informatie

Discussiedagen Sociale Huisvesting 2018 Synthese en reflecties. Tom Vandromme Sien Winters

Discussiedagen Sociale Huisvesting 2018 Synthese en reflecties. Tom Vandromme Sien Winters Discussiedagen Sociale Huisvesting 2018 Synthese en reflecties Tom Vandromme Sien Winters Inleiding 2 Inleiding Eerste wettelijke tussenkomst: wet van 20 juni 1867. Nadien: wet van 11 oktober 1919 tot

Nadere informatie

7 juni 2019 Wonen op Maat Samenlevingsopbouw

7 juni 2019 Wonen op Maat Samenlevingsopbouw Wonen op Maat Samenlevingsopbouw Trefdag vermaatschappelijking en wonen Wonen op Maat: algemeen Samenlevingsopbouw ontwikkelt kleinschalige, innovatieve en/of collectieve woonvormen op maat van kwetsbare

Nadere informatie

Mensen kunnen om diverse redenen (tijdelijk) terechtkomen in een residentiële

Mensen kunnen om diverse redenen (tijdelijk) terechtkomen in een residentiële 1. De oversteek naar een zelfstandige woonsituatie Mensen kunnen om diverse redenen (tijdelijk) terechtkomen in een residentiële voorziening of een instelling. Al naargelang de aanleiding voor opname,

Nadere informatie

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden wordt vandaag geregeld met het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie

Nadere informatie

Volkshuisvesting naar Weens voorbeeld als antwoord op de wooncrisis

Volkshuisvesting naar Weens voorbeeld als antwoord op de wooncrisis Volkshuisvesting naar Weens voorbeeld als antwoord op de wooncrisis Studiedienst PVDA Limburg Stefanie Kerckhoven 1. De crisis op de woningmarkt... 2 1.1 Voor wie is kopen nog betaalbaar?... 2 1.2 Van

Nadere informatie

Huis Sofia 22 november 2011

Huis Sofia 22 november 2011 Huis Sofia 22 november 2011 Overzicht presentatie Antwerpen in cijfers OCMW Antwerpen in cijfers Studenten in Antwerpen Strategische visie en doelstelling Visie en uitgangspunten Wie woont er? Wat betekent

Nadere informatie

2. Welke huisvestingsmaatschappijen hebben het grootste aandeel oudere huurders?

2. Welke huisvestingsmaatschappijen hebben het grootste aandeel oudere huurders? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 61 van GWENNY DE VROE datum: 10 oktober 2014 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

Kinderen en huisvesting. Kindvriendelijke woonomgevingen Kortrijk, 2 maart 2018

Kinderen en huisvesting. Kindvriendelijke woonomgevingen Kortrijk, 2 maart 2018 Kinderen en huisvesting Kindvriendelijke woonomgevingen Kortrijk, 2 maart 2018 Het afwezige kind in het woonbeleid Vaststelling: kinderen groeien op in diverse woonsituaties en kinderen zijn belangrijke

Nadere informatie

2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting

2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting In Gent steeg het aantal mensen met financiële moeilijkheden met 12,6 procent ten opzichte van vorig jaar (van 7.870 leefloongerechtigden

Nadere informatie

51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen

51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen 51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen Sur ma Route Cachet vzw, Jeugdzorg Emmaüs Mechelen, Sociaal Huis Mechelen Jongeren uit de jeugdzorg aan het woord: 18 jaar, en wat nu? Naar een betere afstemming

Nadere informatie

Stedelijk huurkantoor Gent. 28 september 2010

Stedelijk huurkantoor Gent. 28 september 2010 Stedelijk huurkantoor Gent 28 september 2010 1. Gentse context AANBOD - 44% huurders (bron, SEE 2001) - Aantal huurwoningen neemt gestaag af - Aantal huurwoningen wordt geraamd op 44.000 (cijfers 2001)

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

SAM TREFDAG UITHUISZETTING. Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting

SAM TREFDAG UITHUISZETTING. Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting SAM TREFDAG UITHUISZETTING Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting Chantal Cailloux 1 juni 2018 Verloop: 1. Ontstaan meldpunt 2. Het aanbod 3. Focus 4. Cijfers / private huur sociale huur 5. Evaluatie

Nadere informatie

nr. 644 van TINE VAN DER VLOET datum: 5 juli 2016 aan JO VANDEURZEN Persoonsvolgende financiering (PVF) - Toegang voor jongvolwassenen

nr. 644 van TINE VAN DER VLOET datum: 5 juli 2016 aan JO VANDEURZEN Persoonsvolgende financiering (PVF) - Toegang voor jongvolwassenen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 644 van TINE VAN DER VLOET datum: 5 juli 2016 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Persoonsvolgende financiering (PVF) - Toegang voor jongvolwassenen

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

Steunpunt Wonen 2012-2015: van onderzoeksvragen naar resultaten en beleidsimpact

Steunpunt Wonen 2012-2015: van onderzoeksvragen naar resultaten en beleidsimpact Steunpunt Wonen 2012-2015: van onderzoeksvragen naar resultaten en beleidsimpact Sien Winters Coördinator Steunpunt Wonen www.steunpuntwonen.be Inhoud Van onderzoeksvragen behandelde thema s resultaten

Nadere informatie

CO 15/02 Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen

CO 15/02 Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen CO 15/02 Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen Werkgroep OCMW s van de centrumsteden 10 maart 2015 Algemene informatie Nulmeting dak- en thuisloosheid, prof. dr. Koen Hermans, steunpunt welzijn, volksgezondheid

Nadere informatie

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 Basis = participatieladder Kader: Trede 5 = maatwerkdecreet Trede 3 en 4= decreet Werk- en zorgtrajecten Trede

Nadere informatie

Netwerk Geestelijke Gezondheid ADS. Situering Netwerkdag 25 januari 2019 Vanessa De Roo Netwerkcoördinator Netwerk GG ADS

Netwerk Geestelijke Gezondheid ADS. Situering Netwerkdag 25 januari 2019 Vanessa De Roo Netwerkcoördinator Netwerk GG ADS Netwerk Geestelijke Gezondheid ADS Situering Netwerkdag 25 januari 2019 Vanessa De Roo Netwerkcoördinator Netwerk GG ADS Hervormingen in de GGZ Artikel 107 Situering van het Netwerk Geestelijke Gezondheid

Nadere informatie

OCMW s en armoedebestrijding

OCMW s en armoedebestrijding OCMW s en armoedebestrijding Hoorzitting Commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid, Vlaams Parlement, 1.2.2011 Piet Van Schuylenbergh, directeur OCMW s VVSG Nathalie Debast, stafmedewerker

Nadere informatie

Sociale innovatie in de woonsector: tussen sociale noden en rechten

Sociale innovatie in de woonsector: tussen sociale noden en rechten Sociale innovatie in de woonsector: tussen sociale noden en rechten Prof. Dr. Stijn Oosterlynck Stijn.Oosterlynck@uantwerpen.be Centrum OASeS Departement Sociologie Universiteit Antwerpen Inhoud presentatie

Nadere informatie

VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 21 mei 2008 1000 BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007

VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 21 mei 2008 1000 BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007 VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 21 mei 2008 1000 BRUSSEL KBO 0421 111 543 RPR Brussel BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007 Dankzij het ter beschikking

Nadere informatie

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Advies over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Brussel, 4 juli 2012 SARWGG_Raad_20120704_HulpEnDienstverleningGedetineerden_ADV_DEF Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid

Nadere informatie

Advies Wooncrisis onderste lagen private huurmarkt

Advies Wooncrisis onderste lagen private huurmarkt Advies Wooncrisis onderste lagen private huurmarkt Trefdag Thuisloosheid 01 Juni 2018 Inhoud presentatie 1. Situering 2. Onderkant private huurmarkt (PHM) theoretisch gekaderd 4. Overheidshandelen 1. Situering

Nadere informatie

Studiedag Wonen in Welzijn, Welzijn in Wonen. 30 maart Wonen in Welzijn, Welzijn in Wonen

Studiedag Wonen in Welzijn, Welzijn in Wonen. 30 maart Wonen in Welzijn, Welzijn in Wonen 2011 03 30 project Beveren - Guy Tindemans 24/03/2011 Studiedag Mogelijkheden voor begeleid zelfstandig wonen in het kader van een gemeentelijk toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen : een project

Nadere informatie

Hoe staan deze cijfers ten opzichte van de cijfers van vorige jaren? Wat is hier volgens de minister een mogelijke verklaring voor?

Hoe staan deze cijfers ten opzichte van de cijfers van vorige jaren? Wat is hier volgens de minister een mogelijke verklaring voor? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 222 van VALERIE TAELDEMAN datum: 6 januari 2016 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN,

Nadere informatie

FREDERIK DECLERCQ ARBEIDSCOACH MIRABELLO

FREDERIK DECLERCQ ARBEIDSCOACH MIRABELLO FREDERIK DECLERCQ ARBEIDSCOACH MIRABELLO Arbeidscoaching in een vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg ART 107 Psycho-sociaal revalidatiecentrum Mirabello Arbeidscoaching Art 107 Ziekenhuizen

Nadere informatie

CAW Zuid-West-Vlaanderen : Loopplanken

CAW Zuid-West-Vlaanderen : Loopplanken CAW Zuid-West-Vlaanderen : Loopplanken Overgang van Jeugdhulp naar (jong)volwassenenhulpverlening 1 2011 : gestart als actieonderzoek binnen regio gebonden projecten Integrale Jeugdhulp. Vaststellingen

Nadere informatie

Registratie arbeidszorg

Registratie arbeidszorg Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft

Nadere informatie

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin

Nadere informatie

Sociaal wonen, woonkosten en betaalbaarheid

Sociaal wonen, woonkosten en betaalbaarheid Sociaal wonen, woonkosten en betaalbaarheid Wat vertelt het Grote Woononderzoek 2013 ons over betaalbaarheid in de sociale huur in Vlaanderen? Dr. Kristof Heylen HIVA - KU Leuven VIVAS Bewonerscongres

Nadere informatie

Honderdduizenden mensen op de vlucht trachtten sinds 2013 via

Honderdduizenden mensen op de vlucht trachtten sinds 2013 via Wachtlijst sociaal wonen: nauwelijks 350 toewijzingen voor 8000 erkende vluchtelingen Bjorn Mallants Directeur Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH) Honderdduizenden mensen op de vlucht

Nadere informatie

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector Internering Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector Programma Functie coördinator extern zorgcircuit Registratie: vraag Uitstroom Extern aanbod wachtlijsten Perspectieven en uitdagingen

Nadere informatie

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING 7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING 7.1 BEGELEIDING DOOR SOCIALE DIENST OCMW Afbakening van de doelgroep Huurders die uit huis dreigen gezet te worden Omschrijving van het aanbod Het OCMW wordt preventief

Nadere informatie

Wat maakt een doorgangswoning tot een specifiek model binnen de OCMW - hulpverlening?

Wat maakt een doorgangswoning tot een specifiek model binnen de OCMW - hulpverlening? Wat maakt een doorgangswoning tot een specifiek model binnen de OCMW - hulpverlening? concept met 6 pijlers drie deelmodellen Een doorgangswoning is een vorm van aangepaste OCMWdienstverlening. 1 vorm

Nadere informatie

HOUSING FIRST LIMBURG & HOUSING FIRST HASSELT

HOUSING FIRST LIMBURG & HOUSING FIRST HASSELT HOUSING FIRST LIMBURG & HOUSING FIRST HASSELT In december 2014 startten OCMW Sint-Truiden, OCMW Genk, CAW Limburg en OCMW Hasselt samen met een ruimer netwerk aan partners 1 een Housing first project met

Nadere informatie

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis 1. Inhoud van het CAP Het centraal aanmeldpunt drugs of kortweg CAP, wil alle gedetineerden met een drugprobleem ondersteunen in hun zoektocht

Nadere informatie

Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur

Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur 1) De bijzondere bevoegdheidsregel voor het toekennen van een huurwaarborg bij het verlaten van een opvangstructuur Voor we de verschillende situaties

Nadere informatie

(Energetische) renovaties en financiering

(Energetische) renovaties en financiering 28 juni 2016 Team wonen (Energetische) renovaties en financiering (Energetische) renovaties en financiering Context Uitgangspunten: Kwaliteitsproblemen private huurmarkt Woonsituatie maatschappelijk kwetsbare

Nadere informatie

SVK NOORDERKEMPEN VZW

SVK NOORDERKEMPEN VZW SVK NOORDERKEMPEN VZW Sociaal VerhuurKantoor, kortweg SVK, is net als vele andere SVK s in Vlaanderen opgericht vanuit de OCMW s en welzijnsactoren om een antwoord te bieden aan woonbehoeftigen die op

Nadere informatie

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen Steven Vanackere Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) 1 Lokaal sociaal beleid: een sterk verhaal Decreet

Nadere informatie

GEMEENTE WAASMUNSTER TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR SOCIALE HUURWONINGEN

GEMEENTE WAASMUNSTER TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR SOCIALE HUURWONINGEN GEMEENTE WAASMUNSTER TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR SOCIALE HUURWONINGEN INHOUD 1. Situering 1.1. Wettelijk kader 1.2. Standaard regime en eigen gemeentelijk toewijsreglement 2. Toewijzingsreglement voor de

Nadere informatie

ons kenmerk KS/2016/PM/118 In antwoord op uw schriftelijke vraag met betrekking tot asielzoekers, vindt u hierbij de antwoorden op u vragen.

ons kenmerk KS/2016/PM/118 In antwoord op uw schriftelijke vraag met betrekking tot asielzoekers, vindt u hierbij de antwoorden op u vragen. OCMW Antwerpen GR Mevrouw Anke Van dermeersch Gemeenteraadslid Alle briefwisseling te richten aan het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen 1. uw bericht van uw kenmerk ons

Nadere informatie

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING WOONBELEID REGIO NOORD INHOUD: INHOUD: 1. INLEIDING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijke maatregel HET LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT WERD

Nadere informatie

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Eén gezin één plan Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Inhoud De oproep Context en beleidskeuzes Finaliteit van de oproep: één gezin, één plan Samenstelling en uitbouw

Nadere informatie

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS Advies 2017-09 / 6.07.2017 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Wijzigende

Nadere informatie

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Document opgesteld door: vzw de Keeting vzw Recht-Op Kroonstraat 64/66 Lange Lobroekstraat 34 2800 Mechelen 2060 Antwerpen email: info@dekeeting.be

Nadere informatie

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar?

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Boek uitgegeven bij Garant Redactie: Sien Winters Auteurs: Sien Winters, Kristof Heylen, Marietta Haffner, Pascal De Decker, Frank Vastmans, Erik Buyst Boekvoorstelling

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Welke uitdagingen liggen er? Een samenleving neemt zorg op voor en biedt bescherming aan haar kinderen. Ze biedt ondersteuning aan de diversiteit van gezinnen die

Nadere informatie

De private huurmarkt in Vlaanderen Probleemschets en verkenning van de mogelijkheden voor een huursubsidie

De private huurmarkt in Vlaanderen Probleemschets en verkenning van de mogelijkheden voor een huursubsidie Kenniscentrum Vlaamse Steden Workshop private huur 23 maart 2009 De private huurmarkt in Vlaanderen Probleemschets en verkenning van de mogelijkheden voor een huursubsidie Sien Winters HIVA KULeuven Steunpunt

Nadere informatie

Een greep uit de geschiedenis van CAW Artevelde

Een greep uit de geschiedenis van CAW Artevelde CAW Artevelde - 6 -jaargang 12 nr. 4 Op 6 februari 1995 werd vzw Pluralistisch Centrum Welzijnswerk regio Gent geboren onder het goeddunkend oog van Kris Coenegrachts en Patrick Seys. In de wieg lagen

Nadere informatie

Jongeren die jeugdhulp verlaten

Jongeren die jeugdhulp verlaten Jongeren die jeugdhulp verlaten Krachtgerichte focus biedt succes Laurens Troch Met het overlijden van Jordy leek het in 2016 of er veel mis loopt in de jeugdhulp. Gelukkig zijn er ook positieve verhalen

Nadere informatie

PopovGGZ vzw. PopovGGZ/2014/RVB/GN/067ter 26/2/2015

PopovGGZ vzw. PopovGGZ/2014/RVB/GN/067ter 26/2/2015 PopovGGZ vzw Oude Abdij, Drongenplein 26, 9031 Gent (Drongen) Overlegplatform tel: 09 / 216 65 50 & fax: 09 / 216 65 59 Geestelijke e-mail: info@popovggz.be Gezondheidszorg website: www.popovggz.be Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

Club 107. voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek. een initiatief van GGALIMERO

Club 107. voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek. een initiatief van GGALIMERO Club 107 voor een vernieuwde GGZ in de regio Mechelen Rupelstreek een initiatief van GGALIMERO PC Duffel woensdag 23 mei 2012 1. Welkom 2. GGALIMERO 3. GGZ-vernieuwing 4. Experimenten 5. En onze regio?

Nadere informatie

De aanpak van dak- en thuisloosheid. Intersectoraal, woongericht en aanklampend. Prof. dr. Koen Hermans

De aanpak van dak- en thuisloosheid. Intersectoraal, woongericht en aanklampend. Prof. dr. Koen Hermans De aanpak van dak- en thuisloosheid Intersectoraal, woongericht en aanklampend Prof. dr. Koen Hermans 2 Dak- en thuisloosheid in Europa: alarmerende cijfers in 2016 Dakloosheid definiëren ahv ETHOS (t)huis

Nadere informatie

NETWERK GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG REGIO IEPER - DIKSMUIDE

NETWERK GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG REGIO IEPER - DIKSMUIDE NETWERK GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG REGIO IEPER - DIKSMUIDE Situering De overheid ontwikkelde een globale visie op wat er nodig is om te komen tot een (nog) betere geestelijke gezondheidszorg, weliswaar

Nadere informatie

Budget 2015 OCMW BEVEREN

Budget 2015 OCMW BEVEREN Budget 2015 OCMW BEVEREN INHOUD BELEIDSNOTA... 4 I. Inleiding... 4 II. Missie, Visie en waarden... 5 1. Missie... 5 2. Visie... 5 3. Waarden... 6 III.Doelstellingennota... 7 IV. doelstellingenbudget (B1)...

Nadere informatie

Studienamiddag Anders wonen in de toekomst? Sessie 2: Wonen aan de onderkant van de woonladder Spreker: Lotte Van Ranst, projectmedewerker dak-en

Studienamiddag Anders wonen in de toekomst? Sessie 2: Wonen aan de onderkant van de woonladder Spreker: Lotte Van Ranst, projectmedewerker dak-en Studienamiddag Anders wonen in de toekomst? Sessie 2: Wonen aan de onderkant van de woonladder Spreker: Lotte Van Ranst, projectmedewerker dak-en thuislozen bij Welzijnszorg Kempen 15-01-2015 Dak- en thuisloosheid

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer

Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer Persconferentie Welkom door Jos Geysels, voorzitter Decenniumdoelen Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer door Michel Debruyne, coördinator Decenniumdoelen

Nadere informatie

Landen of regio s die het beëindigen van thuisloosheid nastreven doen dit aan de hand van de volgende vijf doelstellingen:

Landen of regio s die het beëindigen van thuisloosheid nastreven doen dit aan de hand van de volgende vijf doelstellingen: REGIOSTRATEGIE THUISLOOSHEID NOORD-WEST-VLAANDEREN JULI 2013 INLEIDING Enkele maanden geleden startten een aantal partners, op uitnodiging van de Regionale Welzijnscommissie Oostende, met het uitwerken

Nadere informatie