OP ZOEK NAAR WONEN NA DETENTIE Een verkennend onderzoek naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OP ZOEK NAAR WONEN NA DETENTIE Een verkennend onderzoek naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven."

Transcriptie

1 OP ZOEK NAAR WONEN NA DETENTIE Een verkennend onderzoek naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven Jana Verstraete

2

3 OP ZOEK NAAR WONEN NA DETENTIE Een verkennend onderzoek naar het hulpverleningsaanbod en de beleidsinitiatieven in Leuven Jana Verstraete Promotor: dr. Pascal De Decker Leuven, mei 2014

4 Het Steunpunt Wonen is een samenwerkingsverband van de KU Leuven, LUCA School of Arts (Sint-Lucas Brussel-Gent), de Universiteit Hasselt, de Universiteit Antwerpen en het Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft (Nederland). Binnen het Steunpunt verzamelen onderzoekers van verschillende wetenschappelijke disciplines objectieve gegevens over de woningmarkt en het woonbeleid. Via gedegen wetenschappelijke analyses wensen de onderzoekers bij te dragen tot een langetermijnvisie op het Vlaamse woonbeleid. Het Steunpunt Wonen wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid, binnen het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt: Verstraete J. & De Decker P. (2014), Op zoek naar wonen na detentie. Een verkennend onderzoek naar Gelieve het naar hulpverleningsaanbod deze publicatie te en verwijzen de beleidsinitiatieven als volgt: in Leuven, Steunpunt Wonen, Leuven, 56 p. typ de bibliografische referentie van de publicatie Voor meer informatie over deze publicatie Voor meer informatie over deze publicatie typ adres(sen) van de corresponding authors In deze publicatie wordt de mening van de auteur weergegeven en niet die van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de opgenomen gegevens. D/typ het jaartal/4718/typ het depotnummer ISBN typ het ISBN nummer typ 2014 het STEUNPUNT jaartal WONEN STEUNPUNT WONEN Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of en/of openbaar gemaakt door door middel middel van van druk, druk, fotocopie, fotocopie, microfilm microfilm op of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission in writing from the publisher. p.a. Secretariaat Steunpunt Wonen HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven Dit Deze rapport publicatie is ook is ook beschikbaar via via

5 Voorwoord Het voorliggend rapport is een verslag van onderzoek dat werd uitgevoerd in het najaar van Het onderzoek naar de uitstroom uit gevangenissen is onderdeel van een groter onderzoeksproject binnen het Steunpunt Wonen waarbij de uitstroom van kwetsbare groepen uit drie verschillende instellingen (psychiatrie, gevangenissen en bijzondere jeugdzorg) tegen het licht wordt gehouden. De focus van dit bredere onderzoeksproject ligt op de begeleiding in brede zin die deze kwetsbare groepen krijgen bij hun uitstroom naar de woningmarkt. Met brede zin wordt bedoeld dat wordt gekeken naar drie aspecten van die overgang: (1) binnen welke segmenten van de woningmarkt komen instellingverlaters terecht en hoe worden ze daar en in andere segmenten ontvangen; (2) in welke mate worden toekomstige instellingverlaters tijdens hun residentieel verblijf op hun uitstroom voorbereid en eventueel opgevolgd; (3) welke institutionele en wettelijke belemmeringen bemoeilijken de begeleiding. Op zoek naar wonen na detentie v

6

7 Inhoud Lijst met afkortingen Managementsamenvatting ix xi Inleiding 1 1. De maatschappelijke re integratie van (ex )gedetineerden 3 2. Het recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening, ook voor gedetineerden 4 3. Thuisloosheid? Risicofactoren in de weg naar thuisloosheid Verblijf in de gevangenis Huisvesting: een moeilijke zoektocht voor thuislozen en (ex )gedetineerden Thuisloosheid in België Vlaamse thuislozenzorg Casestudy Leuven De Leuvense situatie Een krappe woningmarkt Zoektocht naar een begeleidingsplek Hulp en dienstverlening binnen de gevangenismuren Overgang naar de buitenwereld: een gebrek aan continuïteit Hulpverlening in de vrije samenleving Regionale ping pong Intersectorale samenwerking Slotbeschouwingen Beleidsvragen en aanbevelingen 39 Bibliografie 41 Op zoek naar wonen na detentie vii

8

9 Lijst met afkortingen CAW ET OCMW OCMW wet PSD SHM SURB SVK VDAB Centrum Algemeen Welzijnswerk Elektronisch toezicht Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn Psychosociale Dienst Sociale Huisvestingsmaatschappij Strafuitvoeringsrechtbank Sociaal Verhuurkantoor Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Op zoek naar wonen na detentie ix

10

11 Managementsamenvatting In Vlaanderen lopen gedetineerden, net als in andere landen, een verhoogd risico om thuisloos te worden. Een groep van hen verliest de banden met familie, vrienden en kennissen, komt in een maatschappelijk kwetsbare positie terecht en vindt na vrijlating geen aangepaste woonst. Aan de hand van een verkennende case study brengen we in kaart hoe toegankelijk de woningmarkt voor gedetineerden is; op welke manier ze in de gevangenis ondersteund worden bij de voorbereiding op hun re integratie; hoe zij indien nodig verder ondersteund worden in vrije samenleving en op welke manier verschillende betrokken actoren samenwerken. a) Hoe toegankelijk is de woningmarkt voor gedetineerden? Gedetineerden botsen bij hun zoektocht naar een nieuwe woonst op drempels op zowel de sociale als de private woningmarkt. Op de sociale huurmarkt worden gedetineerden geconfronteerd met lange wachtlijsten en tijden. Bovendien verlopen inschrijvingen bij sociale huisvestingsmaatschappijen en de actualisatie daarvan niet altijd vlot. De toewijzing verloopt bovendien moeilijk omdat het moment van toewijzing overeen moet komen met het moment van vrijlating. Bij vervroegde invrijheidstelling wordt dit nog verder bemoeilijkt doordat het onvoorspelbare karakter van de vrijlating botst met de rigide toewijzingsprocedures van SHM s. Het gebeurt dan ook zelden dat gedetineerden bij vrijlating rechtstreeks een sociale woning kunnen betrekken. Bij sociale verhuurkantoren maken gedetineerden relatief meer kans op een woning door de verschillen in toewijzingsprocedure. De capaciteit van SVK s is echter beperkt en ook hier belanden gedetineerden op een wachtlijst. Op de private huurmarkt wordt de zoektocht naar een woonst bemoeilijkt door het beperkte budget van velen en door de negatieve selectie van verhuurders ten aanzien van deze groep, gebaseerd op elementen als het detentieverleden en het zich beroepen op OCMW steun. Gedetineerden die geen woonst vinden vanuit de gevangenis richten zicht noodgedwongen tot de residentiële hulpverlening, ze blijven langer in de gevangenis omdat ze zonder woonplaats niet in aanmerking komen voor vervroegde invrijheidstelling, of ze kiezen voor strafeinde door een gebrek aan perspectieven. b) Hoe worden gedetineerden in de gevangenis ondersteund bij het voorbereiden van de re integratie? Er bestaat een breed aanbod aan diensten binnen de gevangenissen die gedetineerden (mee) voorbereiden op hun re integratie. De psychosociale dienst aangestuurd vanuit de federale overheid (justitie) en de medewerkers van het Strategisch Plan hulp en dienstverlening aan gedetineerden opgesteld door de Vlaamse regering staan in voor het aanbod. Met het Strategisch plan kwam er binnen de gevangenismuren aandacht voor verschillende levensdomeinen bijvoorbeeld arbeid, geestelijke gezondheidszorg, sport, onderwijs maar wonen vormt geen centrale peiler in dit plan. Hoewel er aandacht is voor huisvesting in de individuele reclasseringsplannen van gedetineerden, is er geen structurele aandacht voor noch structurele samenwerking met de huisvestingssector, dit ondanks de moeilijke overgang naar de woningmarkt voor veel gedetineerden en het belang vaan geschikte woonst voor een succesvolle re integratie. Op zoek naar wonen na detentie xi

12 Ondanks het brede aanbod aan hulp en dienstverlening in de gevangenis, worden niet alle gedetineerden bereikt door de PSD noch door medewerkers van het Strategisch plan. Er kunnen twee groepen onderscheiden worden die grotendeels weinig bereikt worden. Ten eerste gaat er vanuit de PSD een prioritaire aandacht naar langgestraften en blijven kortgestraften veel meer buiten de radar. Een tweede groep zijn diegenen die kiezen voor strafeinde. Aan hen worden geen voorwaarden opgelegd bij vrijlating en ze zijn niet verplicht een reclasseringsplan uit te werken. Deze tweede groep richt zich niet altijd vrijwillig tot het bestaande aanbod. Vanuit het justitiële veld bieden ook uitvoeringsmodaliteiten kansen om een re integratie te bespoedigen, maar ook hier treden tekortkomingen op. Ten eerste, de praktische invulling van beperkte detentie botst met de wensen of noden van gedetineerden en met de realiteit buiten de gevangenismuren. Het elektronisch toezicht, ten tweede, kan tot financiële problemen leiden doordat de bijbehorende uitkeringen ontoereikend zijn. c) Hoe worden gedetineerden na hun vrijlating ondersteund in de vrije samenleving? Een deel van de gedetineerden stromen na hun vrijlating vrijwillig door naar de residentiële hulpverlening omdat dit werd opgelegd als voorwaarde in hun reclasseringsplan, anderen moeten zich echter richten tot de residentiële zorg omdat de woningmarkt niet toegankelijk is. Echter, de instroom verloopt voor een aantal gedetineerden moeizaam. Diegenen die op vervroegde invrijheidstelling willen, worden ten eerste geconfronteerd met het onvoorspelbare karakter van die vrijlating. Omdat niet alle residentiële centra plaatsen willen vrijhouden, moeten ze geluk hebben dat ze op moment van vrijlating een begeleidingsplek vinden. Gedetineerden die een complexe hulpvraag hebben en/of een zwaar verleden hebben, vinden ten tweede niet altijd een antwoord voor hun hulpvraag. Een derde groep, ten slotte, die in het verleden al konden instromen in de hulpverlening maar hun kansen verpestten, zijn op den duur nergens meer welkom. Door de moeilijke instroom in de hulpverlening vanuit de gevangenis, geraken sommige gedetineerden ontmoedigd en beginnen ze niet aan het zoeken van een begeleidingsplek. Zij kiezen er voor om langer in de gevangenis te blijven, soms tot strafeinde. Doordat de woningmarkt moeilijk toegankelijk is, verloopt ook de doorstroming vanuit de residentiële hulpverlening moeizaam. Niet alle gedetineerden kunnen uitstromen wanneer zij daar klaar voor zijn en zo komt er een opstopping in de residentiële zorg, wat op haar beurt de instroom van nieuwe hulpvragers belemmert. Het is voor gedetineerden verder niet altijd eenvoudig om een hulpverleningstraject op te starten bij een OCMW en dit door de regionale bevoegdheid van de OCMW s. Hoewel wettelijk bepaald is welk OCMW bevoegd is wanneer een persoon een instelling verlaat, blijkt dit in de praktijk niet altijd nageleefd en worden hulpvragers van het kastje naar de muur gestuurd. d) Is er een samenwerking tussen de betrokken diensten en actoren? In Leuven bestaat een sterke samenwerkingscultuur. Actoren vanuit verschillende velden (wonen, hulpverlening binnen en buiten de gevangenismuren van zowel het CAW als het OCMW, justitie) komen geregeld samen en slaan de handen in elkaar. Ook in andere regio s bestaan echter waardevolle samenwerkingen tussen verschillende partners. Toch ontbreken in Leuven net als elders belangrijke schakels in het netwerk. Binnen de gevangeniswereld blijft de huisvestingssector ten eerste een belangrijke afwezige. Er is structurele aanwezigheid noch samenwerking binnen de gevangenismuren. Buiten de gevangenismuren blijkt het voor Op zoek naar wonen na detentie xii

13 het welzijnsveld zeer moeilijk om samenwerkingen op te starten met actoren van de private huurmarkt waardoor de toegang voor welzijnscliënten zeer moeizaam blijft. Op zoek naar wonen na detentie xiii

14 Inleiding Wanneer gedetineerden de gevangenis verlaten, wacht hen de re integratie in de samenleving. Dat dit geen evidentie is, blijkt uit de vaststelling bij ons en in andere landen dat gedetineerden een verhoogd risico lopen om thuisloos te worden en dit ondanks wettelijke kaders die de ondersteuning van (ex )gedetineerden moeten waarborgen. Er zijn bovendien indicaties dat de groep thuislozen met een detentieverleden blijft toenemen: het aantal thuislozen met een detentieverleden in de thuislozenzorg is de afgelopen decennia toegenomen (Van Menxel, Lescrauwaet & Parys, 2003). Demeersman (2008) verwacht dat het aantal gedetineerden die thuisloos worden nog zal toenemen omdat het aantal gedetineerden stijgt, terwijl er een tekort is aan betaalbare (private en sociale) woningen én aan opvangplaatsen in de thuislozenzorg. In België bestaat zowel voor gedetineerden (zie onder meer Roose & Bouverne De Bie, 2008; Vander Laenen & Polfliet, 2009) als voor dak en thuislozen (zie Demaerschalk & Hermans, 2010) een breed hulpverleningsaanbod. Desondanks glippen heel wat mensen, waaronder ex gedetineerden, door de mazen van het ondersteuningsnet. Naar schatting lopen elk jaar ongeveer (ex )gedetineerden het risico om in de thuisloosheid verzeild te geraken (Demeersman, 2008). Dit staat haaks op een structurele visie op sociale integratie (zie Bouverne De Bie, 2002) én op het recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening dat in ons land geldt voor iedere burger en dus ook voor gedetineerden. We kunnen daaruit afleiden dat het bestaande hulpverleningsaanbod er niet in slaagt om gedetineerden voldoende te ondersteunen opdat zij succesvol zouden kunnen re integreren onder andere door niet in de thuisloosheid terecht komen. Vertrekkend van de vaststelling dat het voor velen na vrijlating toch fout lijkt te lopen, hebben we, aan de hand van een casestudy in Leuven, nagegaan hoe de herintrede van de gevangenen in de samenleving verloopt. We probeerden meer specifiek een antwoord te vinden op de volgende vragen: - Hoe verloopt de overgang naar een eigen woonst voor gedetineerden? - Wat is het hulpverleningsaanbod binnen de gevangenismuren dat gedetineerden moet voorbereiden op hun re integratie? - Wat is het hulpverleningsaanbod voor gedetineerden wanneer zij de gevangenis verlaten? - Hoe verloopt de overgang naar een eigen woonst voor gedetineerden? - Hoe werken de verschillende betrokken diensten samen? Om deze vragen te beantwoorden werden medewerkers van de (mogelijk) betrokken diensten uit het welzijns en huisvestingslandschap in Leuven zowel hulpverleners als beleidsmedewerkers alsook medewerkers van de stad op deze twee beleidsdomeinen bevraagd (N=14). In een latere fase werden ook actoren uit het welzijns en justitiële veld uit andere regio s bevraagd. In wat volgt, wordt eerst vanuit de literatuur een theoretisch kader geschetst met aandacht voor de re integratie van gedetineerden, de problematiek thuisloosheid en haar link met detentie en de rol van huisvesting binnen deze thematiek. Daarna volgt een uiteenzetting van de resultaten van dit Op zoek naar wonen na detentie 1

15 onderzoek waarin de bestaande problematiek alsook antwoorden van verschillende lokale hulpverleningsinstanties en beleidsdomeinen worden weergegeven. Op zoek naar wonen na detentie 2

16 1. De maatschappelijke re integratie van (ex )gedetineerden De meeste gedetineerden in België komen op een dag weer vrij en keren terug in de samenleving. Wat een re integratie succesvol maakt, wordt vanuit verschillende theoretische invalshoeken uiteenlopend ingevuld. Bouverne De Bie (2002) onderscheidt drie benaderingen van het concept sociale re integratie. De klassieke benadering plaatst het algemeen belang voorop en beschouwt een re integratie als succesvol wanneer er een consensus bestaat over waarden en normen, of, met andere woorden, wanneer de gedetineerde zich schikt in de gangbare maatschappelijke opvattingen. De kritische benadering heeft aandacht voor de processen waarbinnen zo een consensus tot stand komt. Ze vertrekt van het idee dat mensen geen passieve ontvangers zijn maar actoren die moeten leren om communicatieve en zelfreflectieve vaardigheden te ontwikkelen om conflicten te vermijden en aan te pakken (Bouverne De Bie, 2002). Binnen deze visies wordt integratie in feite herleid tot het aanpassen aan maatschappelijke normen en vormt het ontbreken van recidive een cruciale indicator voor integratie (Kenmore & Roldan, 2006; Visher & Travis, 2003). De twee voorgaande benaderingen vertrekken dus vanuit een logica die de bescherming van de maatschappij voorop plaatst en de wensen en noden van het individu in kwestie buiten beschouwing laat. Daarom scharen we ons achter een derde visie die de re integratie van (ex )gedetineerden vanuit een breder perspectief bekijkt en de individuele noden wel integreert, namelijk de structurele benadering. Deze stroming plaatst sociale integratie tegenover sociale uitsluiting. Een (ex )gedetineerde is pas volwaardig gere integreerd wanneer hij niet maatschappelijk wordt uitgesloten en de mogelijkheid heeft een menswaardig leven te leiden (Bouverne De Bie, 2002). Sociale uitsluiting betekent ondermeer het niet realiseren van sociale rechten (Vranken, Geldof & Van Menxel, 1995). Deze visie impliceert dat het ontbreken van recidive niet voldoende is als indicator van sociale reintegratie, maar dat ook gekeken moet worden naar de maatschappelijke positie die een ex gedetineerde inneemt (Bouverne De Bie, Roose, Vackier & Claeys, 1998). Vanuit deze structurele benadering op sociale re integratie is thuisloosheid ten gevolge van een detentiestraf een ernstig maatschappelijk probleem. Gedetineerden die in de thuisloosheid terecht komen, belanden immers in een positie van extreme sociale uitsluiting (Van Menxel, 2005). Op zoek naar wonen na detentie 3

17 2. Het recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening, ook voor gedetineerden Wanneer we vertrekken van een structurele visie op sociale integratie, dient een (ex )gedetineerde dus een volwaardige plaats binnen de maatschappij te vinden en een menswaardig leven te kunnen leiden, willen we over een succesvolle re integratie kunnen spreken. In België staan verschillende grondrechten opgeschreven die ertoe moeten bijdragen dat ieder een menswaardig leven kan leiden, zoals het recht op behoorlijke huisvesting en het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. Sinds 1976 geldt een wet die moet bijdragen tot de realisatie van het recht op een menswaardig bestaan (Bouverne De Bie, 2007a): het recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening. Lange tijd was welzijnszorg in ons land een gunst. Met de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn [de OCMW wet] werd het als een recht ingeschreven voor iedere burger (Bouverne De Bie, 2007b; Pieters, ). Het recht op maatschappelijk hulp en dienstverlening kent twee interpretaties, waarbij de draagwijdte van het recht verschilt. Een minimalistische opvatting beperkt het recht tot een symbolisch referentiepunt en stelt dat het ervoor moet zorgen dat vraag en aanbod in de welzijnsvoorzieningen op elkaar zijn afgesteld en dat het aanbod van voldoende kwaliteit is. Een maximalistische benadering ziet het recht als een hefboom tot veranderingen van sociale verhoudingen en meent dat dat het OCMW moet nagaan of een tussenkomst van de gemeenschap is aangewezen bij een hulpvraag en op welke gronden er dan gehandeld dient te worden (Bouverne De Bie, 2007b). De OCMW wet is voor iedere burger van toepassing en dus ook voor gedetineerden. Ook zij hebben recht op maatschappelijke hulp en dienstverlening tijdens hun opsluiting. In het afgelopen decennium werden zowel op het federale als op het Vlaamse beleidsniveau instrumenten ontwikkeld die de rechtspositie van gedetineerden moeten versterken. In 2005 werd op het federale niveau de zogenoemde Basiswet Dupont 1 bekrachtigd. Op het Vlaamse niveau werd door de Vlaamse regering een door Interdepartementale Commissie Hulp en Dienstverlening uitgewerkt plan, het Strategisch Plan hulp en dienstverlening aan gedetineerden (verder Strategisch plan), in 2000 goedgekeurd (Vander Laenen & Polfliet, 2009). De Basiswet Dupont legt de rechtspositie van gedetineerden vast en stelt expliciet dat zij recht hebben op dezelfde zorg en dienstverlening als vrije burgers. Aangezien gedetineerden niet zelf op ondersteuningsinstanties kunnen afstappen, moet het bestaande hulpverleningsaanbod binnen de gevangenismuren worden gebracht. Het Strategisch plan beoogde een verankering van een breed aanbod hulp en dienstverlening binnen de gevangenismuren. Het plan moet een instrument zijn om de rechtpositie van gedetineerden te versterken en om het recht op hulp en dienstverlening voor deze groep te garanderen, met tot doel om enerzijds te voorzien in een volwaardig en menswaardig leven tijdens de detentie en anderzijds volwaardige kansen te creëren op een vlotte re integratie in de samenleving (Vlaams Parlement, 1 Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden (12 januari 2005). Op zoek naar wonen na detentie 4

18 2012). De hulp en dienstverlening binnen de gevangenismuren moet van dezelfde kwaliteit zijn als de hulpverlening in de vrije samenleving en moet integraal zijn, de noden en de behoefte van de gedetineerde dienen als startpunt te gelden en alle aspecten van de betrokkene moeten aan bod (kunnen) komen. Nadat het Strategisch plan eerst werd geïmplementeerd in enkele pilootregio s, werd het sinds 2008 ingebracht in alle Vlaamse en 2 Brusselse gevangenissen. Vier jaar later, in 2012, volgde de decretale inbedding van ervan. Om het Strategisch plan in de praktijk tot uitvoering te brengen werden drie nieuwe functie gecreëerd die in iedere gevangenis aanwezig zijn. (1) De trajectbegeleider ingebed in de diensten justitieel welzijnswerk van de CAW s staat in voor de individuele begeleiding van de gedetineerde bij het opstellen en doorlopen van zijn individueel hulp en dienstverleningstraject en zijn reclasseringsplan. (2) De organisatieondersteuner zorgt voor de praktische ondersteuning van het aanbod (bv. inschrijvingsprocedures, planning van de lokalen, bekendmaking van het aanbod, ). (3) De beleidscoördinator (tot voor de decretale inbedding de beleidsmedewerker genoemd) coördineert het geheel aan hulp en dienstverlening (Vlaams Parlement, 2012). Het concrete aanbod aan hulpverlening binnen de gevangenismuren wordt georganiseerd door organisaties die ook in de vrije samenleving actief zijn (bv. VDAB, Centra voor Basiseducatie, Centra voor Volwassenenonderwijs) en organisaties die zich specifiek tot de groep gedetineerden richten (de Rode Antraciet vzw). Dit aanbod moet een breed aantal (levens)domeinen dekken, waartoe het plan zich richt: welzijn en gezondheid, werkgelegenheid, onderwijs, cultuur en sport (Vlaamse Overheid. Welzijn en Samenleving, 2010). De huisvestingssector ontbreekt echter als partner (Demeersman, 2008; Hellemans, Aertsen & Goethals, 2008). Hoewel dit in een extern onderzoek naar de implementatie van het plan ook vernoemd werd (zie Hellemans et al., 2008), werd ook met de decretale inbedding van het Strategisch plan de huisvestingssector niet structureel betrokken in de hulp en dienstverlening aan gedetineerden. Het decreet vermeldt wel dat het Strategisch plan handvaten moet aanreiken om de re integratie te bevorderen, zoals het regelen van huisvesting. In de individuele trajecten die gedetineerden samen met trajectbegeleiders uittekenen is inderdaad wel aandacht voor huisvesting, maar deze zoektocht verloopt zeer moeilijk (zie sectie 4) zonder structurele samenwerkingsakkoorden met de huisvestingssector. Dat de huisvestingssector niet structureel betrokken wordt in het plan, is niet logisch. Immers, dat gedetineerden maar moeilijk een woonst vinden bij vrijlating is bekend (zie verder sectie 6). Bovendien toonde internationaal onderzoek al aan dat een stabiele huisvestingssituatie de kans op recidive verkleint (Baldry, McDonnell, Maplestone & Peeters, 2006; Demeersman, 2008). Daarom lijkt, gezien de moeilijke overstap van de gevangenis naar de woningmarkt, het ontbreken van de huisvestingssector als structurele partner in de dienstverlening ter voorbereiding op integratie een belangrijk gemis. Op zoek naar wonen na detentie 5

19 3. Thuisloosheid? Thuisloosheid is een complexe problematiek die meer omvat dan het ontbreken van een dak boven het hoofd (Van Menxel et al., 2003), al mag de ernst van huisvestingsmoeilijkheden niet onderschat worden (Van Regenmortel, Demeyer, Vandenbempt & Van Damme, 2006). Het ontbreekt thuislozen niet (altijd) aan een huis, maar wel aan een thuis in de brede zin van het woord (Van Menxel et al., 2003) en zij slagen er niet in om die zonder hulp te creëren (Vlaminck, 1995). Thuisloosheid werd aanvankelijk vooral vanuit een voornamelijk sociaalpsychologische invalshoek benaderd. Gradueel kwam er echter een verschuiving naar een meer sociologische kijk en huidig onderzoek pleit voor een integrale visie die elementen van beide perspectieven in acht neemt (Van Regenmortel et al., 2006). De sociaalpsychologische benadering focust voornamelijk op individuele en persoonlijke kenmerken van de thuisloze en op relationele problemen. Het centrale kenmerk van thuisloosheid is hier de verbindingsproblematiek: thuislozen verliezen de verbinding met zichzelf, met anderen, met de maatschappij en met de toekomst. Daarnaast vormt de spiraal van negatieve levensgebeurtenissen als het verliezen van werk, het overlijden van dierbaren, drugproblemen en detentie een belangrijk kenmerk (ibid.). Het gevaar van een sociaalpsychologische kijk op thuisloosheid schuilt erin af te glijden in een individueel schuldmodel (van Doorn, 1997; Van Menxel et al., 2003) en voorbij te gaan aan de competenties van thuislozen (van Doorn, 1997). De sociologische benadering benadrukt dat thuisloosheid meer is dan negatieve gebeurtenissen of individuele kwetsbaarheid en dat de kern van thuisloosheid ligt in mechanismen van sociale uitsluiting (Van Menxel et al., 2003): in de maatschappij zijn structuren aanwezig die thuisloosheid creëren en in stand houden (van Doorn, 1997). Thuislozen worden op allerlei maatschappelijke domeinen uitgesloten: de arbeidsmarkt, huisvesting, onderwijs, gezondheid en inkomen (Van Menxel et al., 2003). Binnen deze stroming is vaak een kritische noot ten aanzien van het beleid en het hulpverleningsaanbod te vinden: thuisloosheid is (deels) het gevolg van een falend beleid en gaten in de organisatie en afstemming van zorg (Nuy, 2004). Ook lange wachttijden, ontoegankelijkheid en een weinig responsieve houding zijn risico elementen in de hulpverlening die tot marginalisering en sociale uitsluiting kunnen zorgen (Van Menxel et al., 2003; Van Regenmortel et al., 2006). Binnen de sociologische stroming in het onderzoek naar thuisloosheid vertrekken sommige auteurs vanuit de huisvestingssituatie van dak en thuislozen. De ETHOS typologie (zie tabel 1) die werd ontwikkeld door FEANTSA het Europees Observatorium voor Thuisloosheid kan binnen in deze lijn geplaatst worden. Deze typologie kijkt naar de woonsituatie van een individu, zonder wonen te herleiden tot louter huisvesting. Ze onderscheid vier categorieën woonsituaties: dakloos, thuisloos, instabiele huisvestingssituatie en een situatie van ontoereikende huisvesting. De opdeling van deze woonsituaties is gebaseerd op drie domeinen waar een (t)huis op gebaseerd is: een fysiek (een adequate woning), een sociaal (de mogelijkheid tot privacy en het behouden van sociale relaties) en een wettelijk domein (wettelijke titel). Het ontbreken van één van deze domeinen duidt op het ontbreken van een thuis. Er zijn dan verschillende variaties in thuisloosheid gebaseerd op de aan en Op zoek naar wonen na detentie 6

20 afwezigheid van de drie domeinen (Edgar, 2009). De ETHOS typologie biedt een aantal voordelen. Ten eerste kaart ze de problematische situatie van thuislozen en andere maatschappelijk kwetsbaren op de woningmarkt aan en duidt ze op de nood aan een divers en aangepast woonaanbod (Van Menxel et al., 2003). Verder brengt ze ook risicogroepen in beeld, wat kansen biedt om preventief in te zetten op het vermijden van thuisloosheid (Demaerschalk & Hermans, 2010). Toch lijkt deze benadering risico te lopen om zich te beperken tot een eenzijdig woonperspectief (Van Menxel et al., 2003), waarbij andere domeinen van maatschappelijke uitsluiting alsook persoonlijke, relationele problemen buiten beeld blijven. Zeker met het oog op gedetineerden lijkt het noodzakelijk om niet alleen naar de woonsituatie te kijken, maar ook naar relationele en psychosociale problemen te kijken wanneer we spreken over thuisloosheid (zie sectie 3.2). Het lijkt dan ook nodig om inzichten uit zowel sociaalpsychologische als sociologische visies mee te nemen. We vinden een integrale visie bij Van Menxel (2005, p. 158) die stelt dat thuisloosheid ontstaat door een samenspel van drie probleemfactoren: 1. De (al dan niet tijdelijke) afwezigheid van (een leefbare) woonst of onderdak; 2. Een gebrek aan materiële middelen om in zijn levensonderhoud te voorzien (door een gebrek aan werk, het verlies van recht op sociale zekerheid of zelfs het verlies van het recht op een menswaardig inkomen); 3. Een proces van ontankering als gevolg van psychosociale en relationele problemen en het verlies van sociale netwerken. We nemen deze brede kijk op thuisloosheid als beginpunt. Wanneer we zullen spreken over de huisvestingssituatie van thuislozen en (ex )gedetineerden houden we de ETHOS typologie wel in ons achterhoofd, omdat ze laat zien dat er een breed spectrum aan woonsituaties is. Op zoek naar wonen na detentie 7

21 Tabel 1 Conceptuele categorie Dakloos Thuisloos Instabiele huisvesting Ontoereikende huisvesting Bron: ETHOS typologie over thuisloosheid en sociale uitsluiting op vlak van wonen Operationele categorie Leefsituatie Definitie 1 In openbare ruimte leven 1.1 Openbare ruimte of open lucht Leven op de straat en in openbare ruimte, zonder verblijfplaats (geen vaste verblijfplaats) 2 Mensen in nachtopvang 2.1 Laagdrempelige opvang (direct toegankelijk) Mensen zonder vaste verblijfplaats die gebruik maken van de nachtopvang, laagdrempelige opvang, korte duur 3 Mensen in opvang voor thuislozen 3.1 Opvangcentrum halflange termijn Opvang voor kortdurend verblijf 3.2 Tijdelijke huisvesting Tijdelijke huisvesting (geen vastgestelde tijdslimiet) 3.3 Huisvesting als overbruggingsperiode Tijdelijke huisvesting (vastgestelde overbruggingsperiode) bv. OCMW 4 Mensen in vrouwenopvang 4.1 Vluchthuizen Opvang voor vrouwen die slachtoffer zijn van vrouwelijk geweld Vrouwenopvang 5 Mensen in opvang voor asielzoekers en 5.1 Asielzoekerscentrum Gesloten asielcentra of tijdelijke opvang door hun verblijfstatus immigranten 5.2 Pension voor seizoenarbeiders 6 Mensen die binnenkort uit een instelling komen Begeleid wonen Mensen zonder een huurcontract Mensen die uit hun huis worden gezet Penitentiaire inrichting Medische instellingen (incl. afkickcentra, psychiatrische ziekenhuizen) Jeugdinstellingen Zorgwonen voor oudere daklozen Begeleid wonen voor mensen die dakloos zijn geweest Tijdelijk bij familie of vrienden Zonder formeel huurcontract Illegale bezetting van terrein Uitgevoerd dwangbevel (huurhuis) Terugname bevel (koophuis) Geen huisvesting beschikbaar vóór vrijlating Geen huisvesting beschikbaar vóór vrijlating Blijven langer door gebrek aan huisvesting Begeleid wonen voor ouderen in groepswoning Begeleid wonen voor individuen Leven in tijdelijke conventionele huisvesting bij familie of vrienden (niet uit vrije keuze) Gebruiken van een woning zonder formeel huurcontract (niet kraken) Bezetten van terrein zonder wettelijke rechten Wanneer procedures voor uithuiszetting in gang zijn gezet Wanneer de hypotheekverstrekker het huis in beslag mag nemen wegens niet aflossing woonkrediet 10 Mensen die leven onder dreiging van huiselijk/familiaal geweld 10.1 Gemeld bij politie Wanneer de politie actie onderneemt om veiligheid voor slachtoffers van huiselijk geweld te garanderen 11 Mensen in tijdelijke/niet conventionele 11.1 Camper/caravan Niet bedoeld als standaard woonplaats woningen (bv. Roma, zigeuners, woonwagenbewoners, campingbewoners) 11.2 Niet conventionele woonruimte Tijdelijke schuilplaats (kraken) 11.3 Tijdelijke aard Illegale bezetting van een terrein/gebouw (kraken) 12 Mensen in ongeschikte huisvesting 12.1 Woning ongeschikt voor bewoning Woonruimte die ongeschikt is verklaard voor bewoning 13 Mensen die wonen in een extreem 13.1 Hoogste nationale vorm van Bepaald als het overschrijden van de nationale of regionale dichtheidsnorm voor overbevolkt gebouw overbevolking oppervlakte of bruikbare kamers, huisjesmelkerij Op zoek naar wonen na detentie 8

22 3.1 Risicofactoren in de weg naar thuisloosheid Levensverhalen van thuislozen en levenspaden in, doorheen en uit de thuisloosheid zijn uiterst divers waardoor niet gesproken kan worden over de thuisloze (Van Regenmortel et al., 2006). Toch is het mogelijk om enkele gemeenschappelijke elementen doorheen deze levenslopen te herkennen die leiden tot het ontstaan of in stand houden van thuisloosheid. Van Regenmortel et al. (2006) identificeerden op basis van literatuuronderzoek en biografisch onderzoek een aantal risicofactoren die in vele levensverhalen van thuislozen terugkomen. Ze maken daarbij een onderscheid tussen levensverhalen met en zonder breekpunt, waarbij de laatste gekenmerkt zijn door een opeenstapeling van negatieve gebeurtenissen. Bij Fitzpatrick, Kemp & Klinker (2000) vinden we een gelijkaardig onderscheid terug tussen wat zij risicofactoren en triggers noemen. Wanneer thuisloosheid in gang wordt gezet door een specifieke gebeurtenis, kunnen we spreken over een breekpunt (Van Regenmortel et al., 2006) of een trigger (Fitzpatrick et al., 2000). Levenspaden die voordien (relatief) regulier verliepen, worden gekenmerkt door een plotse gebeurtenis die een proces in gang zet waardoor de betrokkene afglijdt in een negatieve spiraal waarbij problemen elkaar opvolgen. Het gaat hierbij om gebeurtenissen als het overlijden van een naast familielid of partner, echtscheiding, het verliezen van werk, uithuiszetting, het ouderlijk huis verlaten na ruzies, een relatiebreuk, het verlaten van een instelling of een gezondheidscrisis (Fitzpatrick et al., 2000; Van Regenmortel et al., 2006). Vele thuislozen kennen echter geen plotse breuk of duidelijk kantelmoment in hun levensloop waardoor een proces van thuisloosheid in gang werd gezet, maar kenden een aaneenschakeling van negatieve gebeurtenissen en hun levenspad wordt gekenmerkt door verschillende risicofactoren. Risicofactoren gelden niet als directe oorzaak van thuisloosheid en leiden ook niet noodzakelijk tot thuisloosheid, maar ze maken mensen wel kwetsbaarder met het oog op thuisloosheid. Van Regenmortel et al. (2006) identificeren twaalf risicofactoren. De eerste risicofactor is opeenstapeling van verschillende negatieve ervaringen. Zij achten deze cumulatie ook als belangrijkste risicofactor. Andere auteurs spreken over een negatieve spiraal waarin thuislozen terecht komen (zie bv. Noom, Roorda Honée & Heydendael, 2003). De overige factoren die zij benoemen zijn verlies en scheidingservaringen doorheen de jeugd, problematische opgroeisituaties, relatiebreuken, het afbreken van sociale contacten en het sociale netwerk (al dan niet ten gevolge van conflicten), het verblijven in instellingen, psychische gezondheidsproblemen, verslavingen, contacten met justitie, ongunstige materiële omstandigheden, stigmatisering ten gevolge van de andere kenmerken/risicofactoren en ten slotte het verstikt geraken in administratieve en bureaucratische procedures (Van Regenmortel et al., 2006, p ). Bij Fitzpatrick et al. (2000) vinden we dezelfde risicofactoren terug, maar zij formuleren ook enkele bijkomende factoren: het opbouwen van schulden, een verleden van (seksueel) misbruik en schoolse uitsluiting of het gebrek aan kwalificaties. Wanneer meerdere risicofactoren samen optreden, blijken zij elkaar bovendien te versterken en ontstaat een moeilijk te doorbreken cirkel (Van Regenmortel et al., 2006). Deze risicofactoren en breekpunten kijken naar de individuele levensloop van thuislozen en kunnen daarom binnen de sociaalpsychologische stroming geplaatst worden. Vanuit de sociologische benadering van thuisloosheid wordt veeleer gewezen op elementen die het risico op marginalisering en sociale uitsluiting vergroten. Deze factoren bevinden zich zowel op micro, meso als macroniveau. Op microniveau gaat het om individuele kenmerken die de weerbaarheid in de samenleving verkleinen, zoals een lage draagkracht en geringe competenties. Op het mesoniveau vinden we elementen Op zoek naar wonen na detentie 9

23 met betrekking tot het gezin, de buurt en hulpverlening zoals drempels in de hulpverlening, gebrek aan sociale steun, non participatie, afkalving van lokale verbondenheid. Ten slotte zijn er risico indicatoren op het niveau van de samenleving (macroniveau): moeilijke toegang tot hulpbronnen ten gevolge van een lage sociaaleconomische status, individualisering en ook nieuwe en hogere eisen ten aanzien van individuen (Van Regenmortel et al., 2006). 3.2 Verblijf in de gevangenis We gaven in de vorige sectie al aan dat het verblijven in een instelling, zoals een psychiatrische instelling of een gevangenis, als risicofactor wordt aangeduid in bestaand onderzoek rond thuisloosheid en dat het verlaten van een instelling kan gelden als crisismoment of breekpunt dat leidt tot thuisloos zijn (zie Fitzpatrick et al., 2000; Gouvis Roman, Kane & Giridharadas, 2006; Van Regenmortel et al., 2006). Wanneer we kijken naar de ETHOS typologie zien we ook dat gedetineerden die weldra de gevangenis verlaten maar geen perspectief hebben op (stabiele) huisvesting worden opgenomen in de categorie thuislozen (zie tabel 1). In deze paragraaf gaan we dieper in op de specifieke rol van een verblijf in de gevangenis in de weg naar thuisloosheid. Een verblijf in de gevangenis gaat gepaard met verschillende gebeurtenissen of kenmerken die het risico op thuisloosheid vergroten. Demeersman (2008, p. 6 21) geeft hiervan een overzicht. Ten eerste is het behouden van de woning gedurende de opsluiting moeilijk. Wanneer gedetineerden hun (huur)woning proberen te behouden, zien zij ofwel hun spaarpotje slinken ofwel hun schuldenberg groeien. Velen verliezen dan ook meteen bij opsluiting of enkele maanden later hun woning waardoor hun perspectief of een eigen woonst bij vrijlating wegvalt. Een periode van opsluiting geldt voor vele gedetineerden vervolgens als een nieuw startpunt van sociale uitsluiting. Heel wat gedetineerden bevinden zich in de periode voor hun detentie al in een maatschappelijk kwetsbare positie die door de gevangenisstraf wordt bevestigd en versterkt. Een verblijf in de gevangenis maakt ook arm. Gedetineerden verliezen hun inkomen uit werk of uit sociale uitkeringen en kijken vaak aan tegen hoge kosten (gerechtskosten, afbetalen burgerlijke partij, penitentiaire boetes, ). Ook de uitgaven binnen de gevangenis kunnen hoog oplopen, bijvoorbeeld voor het huren van een TV, het aankopen van sigaretten, shampoo, Er zijn bovendien onvoldoende kansen voor gedetineerden om inkomsten te vergaren om deze lasten te dragen: er is te weinig werk binnen de gevangenismuren én deze arbeid wordt zeer slecht betaald. De combinatie van deze kosten gecombineerd met vaak reeds bestaande schulden, duwt gedetineerden en hun direct sociale omgeving in armoede. Gedetineerden krijgen ook te maken met logge en onduidelijke administratieve en bureaucratische procedures. Zo wordt een deel van de gedetineerden ambtelijk geschrapt uit het bevolkingsregister. Nochtans blijven zij in principe ingeschreven op het adres van hun gezin of, wanneer deze relaties geen stand houden of er geen gezinsomgeving is op moment van opsluiting, kunnen zij ingeschreven worden op het adres van de gevangenis. Volgens Demeersman loopt dit echter niet altijd vlot en verliest een deel van de gevangenen bijgevolg hun inschrijving en domicilieadres. Ook wanneer gedetineerden de gevangenis verlaten dienen sommigen een hoop te regelen: zich weer inschrijven in het bevolkingsregister, een nieuwe identiteitskaart aanvragen, een vervangingsinkomen regelen, hulpverlening opstarten bij het OCMW, Een andere belangrijke risicofactor met het oog op thuisloosheid, is het feit dat veel sociale en familiale relaties van de gedetineerde op de klippen lopen. Het is zeer moeilijk om vanuit de gevangenis een rol als partner, ouder of vriend volwaardig op te nemen. Er zijn dan ook weinig relaties die een gevangenisstraf overleven en het netwerk van een gedetineerde brokkelt Op zoek naar wonen na detentie 10

24 stevig af. Het hoeft ook niet te verbazen dat hoe langer een detentiestraf duurt, hoe meer relaties verloren gaan. Er zijn dus verschillende elementen doorheen de opsluiting die gedetineerden in een maatschappelijk kwetsbare positie duwen. In dat kader is het belangrijk om erop te wijzen dat thuisloos zijn niet alleen een toestand is, maar ook een proces. En dit proces kan reeds in de gevangenis in gang gezet worden. De situatie van gedetineerden duidt op de noodzaak om thuisloosheid breder te zien dan een louter huisvestingsprobleem. Een gedetineerde kent immers geen huisvestingprobleem gedurende de opsluiting (in die zin dat hij een dak boven het hoofd heeft) maar andere problemen kenmerkend voor thuisloosheid doen zich wel voor. Vooral de maatschappelijke uitsluiting en het afbrokkelen van sociale netwerken en de ontankering (zie definitie Van Menxel op p. 5) kunnen al optreden tijdens de detentieperiode. Daarom kiezen we er in deze paper ook voor om niet enkel over ex gedetineerden te spreken maar ook de situatie van gedetineerden binnen ons gezichtsveld te behouden. Op zoek naar wonen na detentie 11

25 4. Huisvesting: een moeilijke zoektocht voor thuislozen en (ex )gedetineerden Tijdens de opsluiting vormt het gebrek aan een woning geen acuut probleem voor gedetineerden, de zoektocht naar een woonst voor het moment dat zij de gevangenis verlaten, verloopt echter wel vaak zeer moeilijk en huisvestingsproblemen treden dan ook vaak op bij ex gedetineerden. Ook thuislozen ondervinden heel wat moeilijkheden bij het zoeken naar een woonst. Hoewel het thuislozen niet (enkel) aan een huis maar aan een thuis in de brede zin van het woord ontbreekt (Van Menxel et al., 2003), vormen huisvestingsproblemen wel een rode draad doorheen levensverhalen van thuislozen (Van Regenmortel et al., 2006). Een thuis is meer dan een fysiek onderdak: sociale, psychologische en culturele waarden maken een huis tot een thuis (Fox, 2002). Het zijn de emotioneel affectieve aspecten die men aan een huis verbindt, die het thuis gevoel creëren. Het toekennen van een woning heft het probleem van thuisloosheid dus niet op, maar vormt wel een belangrijke voorwaarde om weer een eigen plek of thuis te kunnen creëren (Van Menxel et al., 2003; Van Regenmortel et al., 2006). De zoektocht naar een woonst wordt voor thuislozen en gedetineerden echter bemoeilijkt door problemen op de woningmarkt die voor iedereen gelden maar voor maatschappelijk kwetsbaren des te scherper voelbaar zijn (Van Regenmortel et al., 2006). Het aanbod sociale woningen is in Vlaanderen ruim onvoldoende om het grondwettelijk recht op wonen te kunnen garanderen voor kansarme en kwetsbare bewoners. 2 Daardoor zijn thuislozen, net als andere sociaal kwetsbare groepen, voornamelijk aangewezen op de private huurmarkt. Huisbazen staan echter niet te springen om aan deze groepen te verhuren en ze treden selectief en discriminerend op (Heylen, Le Roy, Vanden Broucke, Vandekerckhove & Winters, 2007; Segers & De Decker, 2011; Van Regenmortel et al., 2006). Daarnaast krijgen thuislozen te kampen met andere problemen zoals woningen van onvoldoende kwaliteit (Segers & De Decker, 2011; Winters & Marchal, 2004), lagere woonzekerheid (De Decker & Geurts, 2005) en betaalbaarheidsproblemen (Van Regenmortel et al., 2006). Het recht op wonen, ingeschreven in de Belgische grondwet en de Vlaamse Wooncode, wordt dus niet voor iedereen gerealiseerd. Zo manifesteert zich op één domein zeer duidelijk de maatschappelijke uitsluiting van thuislozen. Doordat thuislozen problemen ondervinden om een woning te vinden, verlaten zij moeilijk opvangcentra en slibben die op hun buurt dicht. Dat beperkt dan weer de mogelijke instroom van nieuwe hulpvragers (Van Regenmortel et al., 2006). Gedetineerden krijgen bovenop de vermelde drempels nog te maken met bijkomende moeilijkheden, gerelateerd aan hun specifieke situatie. Een belangrijk probleem bij de zoektocht naar een woonst is de onvoorspelbaarheid van voorwaardelijke invrijheidstelling. Doordat gedetineerden die in aanmerking komen voor vervroegde vrijlating niet weten wanneer ze de gevangenis precies zullen verlaten, is het zowel op de private als op de sociale huurmarkt bijzonder moeilijk om een woonst te 2 Het aanbod aan sociale huurwoningen dat door sociale huisvestingsmaatschappijen wordt verhuurd bedroeg eind (SVR, 2012a). Volgens een raming van het Steunpunt Ruimte en Wonen is er nood aan een uitbreiding met sociale woningen om de wettelijk erkende behoefte te dekken (Winters et al., 2007). Het aantal SVK woningen, dat eind bedroeg (SVR, 2012a), kan de kloof tussen behoefte en aanbod niet dichten. Ter vergelijking, de Belgische woningmarkt bestaat slecht voor 5 à 6% uit sociale woningen tegenover een Europees gemiddelde van 11 à 14% (Pannecoucke & De Decker, 2005). Op zoek naar wonen na detentie 12

26 vinden (Demeersman, 2008). Bovendien is er, zoals hierboven vermeld, in individuele trajecten met gedetineerden wel aandacht voor huisvesting, maar blijven structurele afspraken of beleidsinitiatieven achterwege. Doordat gedetineerden geen (geschikte) woonst vinden, kloppen ook zij aan bij onthaalcentra ook al hebben ze niet altijd nood aan zulke intensieve begeleiding. Maar het vormt soms het enige alternatief (Ibid.). Tot slot willen we er op wijzen dat de relatie tussen detentie en thuisloosheid of huisvestingsproblemen niet in één richting loopt. Thuisloosheid blijkt ook een belangrijke factor in de weg naar detentie: wie thuisloos wordt, loopt tweemaal zoveel kans om te recidiveren dan een ex gedetineerde met een stabiele woonsituatie (Demeersman, 2008). Ook vanuit een klassieke of kritische benadering van sociale integratie kan dit fenomeen dus geproblematiseerd worden. Daarenboven zijn zij die in een maatschappelijk zwakkere situatie zitten waartoe thuislozen kunnen worden gerekend kwetsbaarder voor een gerechtelijk optreden (Bouverne De Bie, 1995). Op zoek naar wonen na detentie 13

27 5. Thuisloosheid in België Dat er verschillende visies op thuisloosheid zijn, laat zich ook in het Vlaamse welzijnslandschap aftekenen. Er bestaat geen eenduidige visie over wat thuisloosheid inhoudt en iedere sector hanteert zijn eigen definitie. Zo kan een verschil worden waargenomen tussen de definities van de twee grote spelers in het welzijnsaanbod, de OCMW s en de CAW s. De OCMW s spreken niet over thuislozen maar over daklozen en kijken dus naar de woonsituatie. CAW s baseren zich daarentegen op de sociaalpsychologische visie van Heydendael die voornamelijk oog heeft voor de kwetsbaarheid van het individu en het gebrek aan sociale bindingen (Demaerschalk & Hermans, 2010). Een dakloze is een persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft, of die tijdelijk in een tehuis verblijft in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld. (Demaerschalk & Hermans, 2010, p. 21). Thuisloosheid is een toestand waarin een persoon zonder permanente woonst, werk en/of bestaansmiddelen verkeert, en waarin sprake is van een combinatie van persoonlijke, relationele en maatschappelijke kwetsbaarheid, zodat er geen bindingen van betekenis meer bestaan op deze drie domeinen. (Van Menxel et al., 2003, p ). In België vinden geen officiële registraties of tellingen van het aantal thuislozen plaats, waardoor hun aantal enkel geschat kan worden. FEANTSA schatte in 2003 het aantal dak en thuislozen in België op ongeveer mensen (Van Menxel et al., 2003). Cijfers over het werkelijke aantal dak en thuislozen op Vlaams niveau bestaan evenmin. Het geschatte aantal van Vlaamse thuislozen is gebaseerd op cijfers van het aantal opnames binnen de thuislozenzorg van de Centra voor Algemeen Welzijn (De Decker & Van Menxel, 2005; Demaerschalk & Hermans, 2010). Net als in andere Europese landen blijft deze maatschappelijk kwetsbare groep groeien (Edgar, Doherty & Meert, 2003). Ondanks het uitgebreide netwerk aan hulpverleningsinstanties die gedetineerden moeten ondersteunen in de aanloop naar hun vrijlating, is thuisloosheid na detentie ook in België een harde realiteit. Net zo min als er cijfers zijn over het aantal thuislozen, kan er geen cijfer geplakt worden op het aantal gedetineerden die thuisloos worden. Het Steunpunt Algemeen welzijnswerk schat dat jaarlijks gedetineerden vrijkomen die het risico lopen thuisloos te worden (Demeersman, 2008). Op een totaal van ongeveer vrijkomende gevangenen 3 is dit een behoorlijk hoog aandeel. Bovendien groeit het aantal thuislozen met een detentieverleden in België, net als in andere landen. Een derde van de Vlaamse thuislozenpopulatie heeft een verleden in een strafinrichting. In relatieve cijfers daalde het percentage ex gedetineerden binnen de populatie in de thuislozenzorg dan wel gedurende de afgelopen twee decennia, in absolute cijfers is er wel degelijk een stijging van het aantal ex gedetineerden die belanden in de thuislozenzorg (Van Menxel et al., 2003) in 2011 (Federale Overheidsdienst Justitie, 2011). Op zoek naar wonen na detentie 14

De moeilijke oversteek. Wonen na een verblijf in bijzondere jeugdzorg, gevangenis en psychiatrie.

De moeilijke oversteek. Wonen na een verblijf in bijzondere jeugdzorg, gevangenis en psychiatrie. De moeilijke oversteek. Wonen na een verblijf in bijzondere jeugdzorg, gevangenis en psychiatrie. Trefdag vermaatschappelijking en wonen SAM vzw Schaarbeek, 7 juni 2019 Jana Verstraete P.PUL (KU Leuven)

Nadere informatie

Dak- en thuisloosheid bij jongeren

Dak- en thuisloosheid bij jongeren Dak- en thuisloosheid bij jongeren cijfers, oorzaken en ingrediënten van succesvolle aanpak Prof. dr. Koen Hermans Dak- en thuisloosheid bij jongeren Aantal en types in België/Vlaanderen Oorzaken en triggers

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen Stuk 2223 (2003-2004) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 5 maart 2004 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen betreffende een

Nadere informatie

Koortsachtig en creatief op zoek naar een woonst

Koortsachtig en creatief op zoek naar een woonst Koortsachtig en creatief op zoek naar een woonst Trefdag Hoe thuisloosheid van jongvolwassenen opvangen en voorkomen? 2 juni 2017 Joy Verstichele, Vlaams Huurdersplatform Inhoudstabel 1. Situering Vlaams

Nadere informatie

Dak- en thuislozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Dak- en thuislozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Telling van 7 november 2016, voor de start van het winterplan Telling van 6 maart 2017, tijdens het winterplan 1 Context Methodologie De avonden van 7 november 2016 en 6 maart 2017 organiseerde la Strada

Nadere informatie

De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen

De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen Promotor: Prof.dr. S.Snacken Onderzoekers: Hanne Tournel en Anne De Ron 1 Vanuit

Nadere informatie

Synthese en strategische analyse nulmeting dak-en thuisloosheid

Synthese en strategische analyse nulmeting dak-en thuisloosheid Datum: 22/01/2015 Auteur: Danny Lescrauwaet Versie: 01 Herkomst: Nulmeting dak-en thuisloosheid Doel: ter informatie Bestemming: werkgroep thuisloosheid en wonen Synthese en strategische analyse nulmeting

Nadere informatie

Roeien met te korte riemen

Roeien met te korte riemen Roeien met te korte riemen Wetenschappelijke inzichten en voorstellen om uithuiszetting te verminderen Pascal De Decker & Jana Verstraete Onderzoeksgroep P.PUL KU Leuven Trefdag Thuisloosheid - Steunpunt

Nadere informatie

Wat maakt een doorgangswoning tot een specifiek model binnen de OCMW - hulpverlening?

Wat maakt een doorgangswoning tot een specifiek model binnen de OCMW - hulpverlening? Wat maakt een doorgangswoning tot een specifiek model binnen de OCMW - hulpverlening? concept met 6 pijlers drie deelmodellen Een doorgangswoning is een vorm van aangepaste OCMWdienstverlening. 1 vorm

Nadere informatie

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur 1) De bijzondere bevoegdheidsregel voor het toekennen van een huurwaarborg bij het verlaten van een opvangstructuur Voor we de verschillende situaties

Nadere informatie

ulp- en dienstverlening aan gedetineerden ulp- en dienstverlening aan gedetineerden Wat? H H

ulp- en dienstverlening aan gedetineerden ulp- en dienstverlening aan gedetineerden Wat? H H Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden 2 Wat? De Vlaamse overheid wil de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden uitbreiden en verbeteren. De inspanningen

Nadere informatie

CO 15/02 Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen

CO 15/02 Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen CO 15/02 Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen Werkgroep OCMW s van de centrumsteden 10 maart 2015 Algemene informatie Nulmeting dak- en thuisloosheid, prof. dr. Koen Hermans, steunpunt welzijn, volksgezondheid

Nadere informatie

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Advies over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Brussel, 4 juli 2012 SARWGG_Raad_20120704_HulpEnDienstverleningGedetineerden_ADV_DEF Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid

Nadere informatie

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE NATIONAAL SECRETARIAAT Huidevettersstraat 165 1000 Brussel T 02 502 55 75 F

Nadere informatie

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk Het proces van gedetineerde tot (maat) werk Situering rol als detentieconsulent GTB = Gespecialiseerd Team Bemiddeling. Begeleiding en ondersteuning van mensen met een lange afstand of begeleidingsnood

Nadere informatie

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden wordt vandaag geregeld met het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie

Nadere informatie

MENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid

MENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid MENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid David Van Vooren Beleidsmedewerker Vlaamse Woonraad Studienamiddag Woonnood in Vlaanderen Brussel, 8 september 2015 2 Recht

Nadere informatie

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Voorwoord Geert Goeyvaerts, Marietta Haffner, Kristof Heylen, Katleen Van den Broeck, Frank Vastmans (coördinator) en Sien Winters Promotor: Erik Buyst Onderzoek

Nadere informatie

Landen of regio s die het beëindigen van thuisloosheid nastreven doen dit aan de hand van de volgende vijf doelstellingen:

Landen of regio s die het beëindigen van thuisloosheid nastreven doen dit aan de hand van de volgende vijf doelstellingen: REGIOSTRATEGIE THUISLOOSHEID NOORD-WEST-VLAANDEREN JULI 2013 INLEIDING Enkele maanden geleden startten een aantal partners, op uitnodiging van de Regionale Welzijnscommissie Oostende, met het uitwerken

Nadere informatie

Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie

Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Deze brochure is bedoeld voor iedereen die beroeps- en beleidsmatig met zwerfjongeren werkt. Zwerfjongeren

Nadere informatie

1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd:

1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd: Vlaamse Woonraad Koning Albert II-laan 19 bus 23 1210 Brussel vlaamse.woonraad@rwo.vlaanderen.be www.vlaamsewoonraad.be Advies 2015/08 datum 9 oktober 2015 bestemmeling kopie onderwerp Mevrouw Liesbeth

Nadere informatie

Op 7 juni 2018 vindt het Algemeen overleg over de staat van de volkshuisvesting plaats. Ik hoop dat u onderstaande input wilt meenemen in uw bijdrage.

Op 7 juni 2018 vindt het Algemeen overleg over de staat van de volkshuisvesting plaats. Ik hoop dat u onderstaande input wilt meenemen in uw bijdrage. De voorzitter van de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken E. Ziengs Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Uw brief van Datum AO staat van de Volkshuisvesting 7 juni 2018 Uw kenmerk 31 mei 2018 Ons

Nadere informatie

Preventie van uithuiszetting : een evaluatie van de CAW praktijk. Danny Lescrauwaet

Preventie van uithuiszetting : een evaluatie van de CAW praktijk. Danny Lescrauwaet Preventie van uithuiszetting : een evaluatie van de CAW praktijk. Danny Lescrauwaet Inhoudsopgave Preventieve woonbegeleiding : wat en aanbod? Risico s op thuisloosheid Probleemstelling Visie Algemeen

Nadere informatie

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De Vlaamse Gemeenschap in de gevangenis LSB 02/02/09 Koenraad Polfliet Historiek 1980 1994 2000 2002 2010 1 Missie Strategisch plan De Vlaamse Gemeenschap waarborgt

Nadere informatie

Programma LSB Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 4 speerpunten LSB als lerend netwerk

Programma LSB Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 4 speerpunten LSB als lerend netwerk Programma LSB 2011-2013 Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 4 speerpunten LSB als lerend netwerk Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 1. Prioritaire thema s: naar 4 speerpunten 2. Netwerk wordt versterkt

Nadere informatie

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Document opgesteld door: vzw de Keeting vzw Recht-Op Kroonstraat 64/66 Lange Lobroekstraat 34 2800 Mechelen 2060 Antwerpen email: info@dekeeting.be

Nadere informatie

Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020. Onze visie als regisseur armoedebestrijding

Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020. Onze visie als regisseur armoedebestrijding Armoedebeleidsplan Gent 2014-2020 Onze visie als regisseur armoedebestrijding 1 Inhoudstafel 1 Armoedebestrijding binnen het Gents welzijnsbeleid... 3 2 Wat is armoede?... 5 2.1 Financiële armoede... 5

Nadere informatie

HOUSING FIRST LIMBURG & HOUSING FIRST HASSELT

HOUSING FIRST LIMBURG & HOUSING FIRST HASSELT HOUSING FIRST LIMBURG & HOUSING FIRST HASSELT In december 2014 startten OCMW Sint-Truiden, OCMW Genk, CAW Limburg en OCMW Hasselt samen met een ruimer netwerk aan partners 1 een Housing first project met

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle

BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april 2014 Véronique Vancoppenolle 1 PROGRAMMA 1. Wat doet het CAW voor wie? 2. Kijk op thuisloosheid vanuit het Algemeen Welzijnswerk 3.

Nadere informatie

Strafinrichting Oudenaarde. Actieplan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Strafinrichting Oudenaarde. Actieplan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Strafinrichting Oudenaarde Actieplan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden 2016-2018 1 Inhoud Inhoud... 1 Kader... 2 Onze dromen... 3 Actieplan 2016 2018... 4 Strategische doelstellingen... 4 a. Tactische

Nadere informatie

Sociaal Wonen vandaag

Sociaal Wonen vandaag Sociaal Wonen vandaag Een tijdsbeeld van sociaal wonen in Vlaanderen anno 2011 Samenstelling en redactie: Sien Winters D 2011 2664 385 ISBN 978 90 4653 2928 BP/WZGN-DO11001 Verantwoordelijke uitgever:

Nadere informatie

Advies Wooncrisis onderste lagen private huurmarkt

Advies Wooncrisis onderste lagen private huurmarkt Advies Wooncrisis onderste lagen private huurmarkt Trefdag Thuisloosheid 01 Juni 2018 Inhoud presentatie 1. Situering 2. Onderkant private huurmarkt (PHM) theoretisch gekaderd 4. Overheidshandelen 1. Situering

Nadere informatie

Kracht.wonen Geïntegreerde zorg aan dak- en thuislozen streekforum zorg oktober Titeltekst

Kracht.wonen Geïntegreerde zorg aan dak- en thuislozen streekforum zorg oktober Titeltekst Kracht.wonen Geïntegreerde zorg aan dak- en thuislozen streekforum zorg oktober 2018 Titeltekst Geïntegreerde zorg als utopie? Dakloosheid en toegang tot hulp. Waar te beginnen? Dakloosheid als woonproblematiek

Nadere informatie

Steekproef bij jeugdhulpverlaters naar financiële redzaamheid van jeugdhulpverlaters

Steekproef bij jeugdhulpverlaters naar financiële redzaamheid van jeugdhulpverlaters 1 Steekproef bij jeugdhulpverlaters naar financiële redzaamheid van jeugdhulpverlaters Via een steekproef bij Vlaamse jeugdhulpvoorzieningen, stelt Caritas Vlaanderen vast dat de overgang voor jongeren

Nadere informatie

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG bewoners De vzw Beschut Wonen De Overweg richt zich tot volwassenen die omwille van hun psychiatrische problematiek en/of psychosociale

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,

Nadere informatie

HUISVESTING. Hulpaanbod vanuit de OCMW s. Gerry Van de Steene Departementschef sociale dienstverlening OCMW Sint-Niklaas

HUISVESTING. Hulpaanbod vanuit de OCMW s. Gerry Van de Steene Departementschef sociale dienstverlening OCMW Sint-Niklaas HUISVESTING Hulpaanbod vanuit de OCMW s Gerry Van de Steene Departementschef sociale dienstverlening OCMW Sint-Niklaas 1. Opdrachten vanuit de wetgeving 2. Aanvullend hulpverleningsaanbod 3. Welk OCMW

Nadere informatie

De strijd tegen dakloosheid. woongericht, intersectoraal en aanklampend

De strijd tegen dakloosheid. woongericht, intersectoraal en aanklampend De strijd tegen dakloosheid woongericht, intersectoraal en aanklampend Dak- en thuisloosheid in Europa: alarmerende cijfers 2 Europese consensusdefinitie van dakloosheid en uitsluiting op de huisvestingsmarkt

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf Profiel van daklozen in de vier grote Omz, UMC St Radboud Nijmegen steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) IVO, Rotterdam Jorien van der

Nadere informatie

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019 Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019 Didier Boost UAntwerpen Master Sociaal Werk Centre for Research on

Nadere informatie

Referentieadres als instrument van hulpverlening.

Referentieadres als instrument van hulpverlening. Referentieadres als instrument van hulpverlening. Dak- en thuisloosheid is een ruim begrip. Er bestaat op het terrein een grote diversiteit aan woonsituaties die sommigen als thuisloosheid zullen aanzien

Nadere informatie

Sociale psychiatrie in de marge

Sociale psychiatrie in de marge Presentatie, 10 december 2004 Sociale psychiatrie in de marge Prof. dr. Judith Wolf Sociaal wetenschapper. Zij is bij het Trimbosinstituut werkzaam als hoofd van het onderzoeksprogramma Opvang en maatschappelijke

Nadere informatie

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis 1. Inhoud van het CAP Het centraal aanmeldpunt drugs of kortweg CAP, wil alle gedetineerden met een drugprobleem ondersteunen in hun zoektocht

Nadere informatie

Een voorziening voor bijzondere jeugdzorg verlaten: op zoek naar een plek in de samenleving

Een voorziening voor bijzondere jeugdzorg verlaten: op zoek naar een plek in de samenleving Een voorziening voor bijzondere jeugdzorg verlaten: op zoek naar een plek in de samenleving De Cocon 25/11/2016 Veerle Stroobants Het is belangrijk te luisteren naar de strijd die gezinnen in armoede voeren.

Nadere informatie

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw Mondelinge vraag OPSCHRIFT Vergadering van 4 februari 2016 Nummer: 2016_MV_00047 Onderwerp: Mondelinge vraag van raadslid Mieke Bouve: Meer gezinnen

Nadere informatie

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts

Nadere informatie

51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen

51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen 51 Jongeren in precaire situaties vooruit helpen Sur ma Route Cachet vzw, Jeugdzorg Emmaüs Mechelen, Sociaal Huis Mechelen Jongeren uit de jeugdzorg aan het woord: 18 jaar, en wat nu? Naar een betere afstemming

Nadere informatie

Wetenschappelijke studie geeft zicht op de leefomstandigheden van daklozen en mensen zonder papieren

Wetenschappelijke studie geeft zicht op de leefomstandigheden van daklozen en mensen zonder papieren Kabinet van Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding Philippe COURARD Kabinet van Minister van KMO'S, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid Sabine LARUELLE Persbericht

Nadere informatie

15. AANBOD GERICHT OP DOORSTROOM NAAR EEN DUURZAME(RE) WOONOPLOSSING 15.1 VOOR GEDETINEERDEN

15. AANBOD GERICHT OP DOORSTROOM NAAR EEN DUURZAME(RE) WOONOPLOSSING 15.1 VOOR GEDETINEERDEN 15. AANBOD GERICHT OP DOORSTROOM NAAR EEN DUURZAME(RE) WOONOPLOSSING 15.1 VOOR GEDETINEERDEN Afbakening van de doelgroep 15.1.1 IMPULSPROJECT RE-ENTRY Gedetineerden die zich in de tijdsvoorwaarden voor

Nadere informatie

Housing First. Housing First juli 2013 Pag. 1 van 5. Wat is Housing First?

Housing First. Housing First juli 2013 Pag. 1 van 5. Wat is Housing First? Housing First Wat is Housing First? Het aanbieden van een individuele woonst én langdurige begeleiding aan mensen die chronisch dakloos zijn en kampen met een verslavings en/of psychiatrische problematiek.

Nadere informatie

Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen. Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september

Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen. Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september Laagdrempelige verenigingen: omgaan met mensen uit kansengroepen Workshop Roeselare stadhuis donderdag 10 september www.demos.be Tatjana van Driessche Stafmedewerker lokale netwerken en sport Ondersteuning

Nadere informatie

Outreach: ja hallo 19/05/2016

Outreach: ja hallo 19/05/2016 Outreach: ja hallo 19/05/2016 Inhoud 1. Visie 2. Quality of Life 3. Quickscan 4. De cirkel Visie? Visie geeft denken en handelen vorm Mens-en maatschappijvisie Ruimer dan outreach alleen Iedereen heeft

Nadere informatie

Toegankelijkheid van de CAW s volgens de verenigingen waar armen het woord nemen. April 16

Toegankelijkheid van de CAW s volgens de verenigingen waar armen het woord nemen. April 16 Netwerk tegen Armoede Vooruitgangstraat 323 bus 6-1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@netwerktegenarmoede.be / www.netwerktegenarmoede.be Toegankelijkheid van de CAW s volgens de

Nadere informatie

Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn. Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond

Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn. Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond Synergiën en Convergenties tussen werk en welzijn Hendrik Delaruelle, Commissie W² Vlaams Welzijnsverbond SYNERGIE = een begrip dat een proces beschrijft waarbij het samengaan van delen meer oplevert dan

Nadere informatie

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) (Bron: GGD Amsterdam) bevat onder andere het domein huisvesting. Het afwegingskader in deze bijlage is afgeleid van deze zelfredzaamheidsmatrix.

Nadere informatie

2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting

2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting In Gent steeg het aantal mensen met financiële moeilijkheden met 12,6 procent ten opzichte van vorig jaar (van 7.870 leefloongerechtigden

Nadere informatie

Studienamiddag Anders wonen in de toekomst? Sessie 2: Wonen aan de onderkant van de woonladder Spreker: Lotte Van Ranst, projectmedewerker dak-en

Studienamiddag Anders wonen in de toekomst? Sessie 2: Wonen aan de onderkant van de woonladder Spreker: Lotte Van Ranst, projectmedewerker dak-en Studienamiddag Anders wonen in de toekomst? Sessie 2: Wonen aan de onderkant van de woonladder Spreker: Lotte Van Ranst, projectmedewerker dak-en thuislozen bij Welzijnszorg Kempen 15-01-2015 Dak- en thuisloosheid

Nadere informatie

AANBODVERHELDERING VLAAMSE THUISLOZENZORG

AANBODVERHELDERING VLAAMSE THUISLOZENZORG Kapucijnenvoer 39 3000 Leuven +32(0)16 33 69 10 fax: +32(0)16 33 69 22 www.kuleuven.be AANBODVERHELDERING VLAAMSE THUISLOZENZORG Evelien Demaerschalk Dr. Koen Hermans Leuven juli 2010 Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

Verslag Rondetafelgesprek Ex-gedetineerd in Gent

Verslag Rondetafelgesprek Ex-gedetineerd in Gent Verslag Rondetafelgesprek Ex-gedetineerd in Gent Status van dit verslag Goedgekeurd. Dit verslag werd rondgestuurd naar de aanwezigen op de rondetafel. Opmerkingen werden ingevoegd. Plaats en datum van

Nadere informatie

Steunpunt Wonen 2012-2015: van onderzoeksvragen naar resultaten en beleidsimpact

Steunpunt Wonen 2012-2015: van onderzoeksvragen naar resultaten en beleidsimpact Steunpunt Wonen 2012-2015: van onderzoeksvragen naar resultaten en beleidsimpact Sien Winters Coördinator Steunpunt Wonen www.steunpuntwonen.be Inhoud Van onderzoeksvragen behandelde thema s resultaten

Nadere informatie

Samenvatting. Onderzoeksvragen

Samenvatting. Onderzoeksvragen Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder (ex-)gedetineerden terug te dringen, wordt al tijdens detentie gewerkt aan re-integratie. Een belangrijk onderdeel van het re-integratiebeleid is het werken

Nadere informatie

ADVIES OVER DE VRIJSTELLING VAN DE SPECIFIEKE INHAALBEWEGING VOOR SOCIALE HUURWONINGEN

ADVIES OVER DE VRIJSTELLING VAN DE SPECIFIEKE INHAALBEWEGING VOOR SOCIALE HUURWONINGEN ADVIES OVER DE VRIJSTELLING VAN DE SPECIFIEKE INHAALBEWEGING VOOR SOCIALE HUURWONINGEN Advies 2016/14 8.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud van het ontwerpbesluit...

Nadere informatie

Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk. Ook voor jongeren. Het CAW versterkt welzijn. Daarvoor is het CAW er

Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk. Ook voor jongeren. Het CAW versterkt welzijn. Daarvoor is het CAW er Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk Dat hoort bij het leven. Soms kan je terecht bij vrienden en familie. Of vind je er zelf een weg doorheen. Maar iedereen kent ook momenten dat het helemaal

Nadere informatie

Voor meer info: Hilde Rekkers hilde.rekkers@vlaamseprovincies.be +32 2 508 13 26

Voor meer info: Hilde Rekkers hilde.rekkers@vlaamseprovincies.be +32 2 508 13 26 Voor meer info: Hilde Rekkers hilde.rekkers@vlaamseprovincies.be +32 2 508 13 26 Intrafamilaal geweld: provincies slaan brug tussen federale en Vlaamse overheid Intrafamiliaal geweld is een groot maatschappelijk

Nadere informatie

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING WOONBELEID REGIO NOORD INHOUD: INHOUD: 1. INLEIDING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijke maatregel HET LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT WERD

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar

Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar Dirk Van Noten en Inne Devos Departement Welzijn, Volksgezondheid en gezin Afdeling Welzijn en Samenleving

Nadere informatie

Huis Sofia 22 november 2011

Huis Sofia 22 november 2011 Huis Sofia 22 november 2011 Overzicht presentatie Antwerpen in cijfers OCMW Antwerpen in cijfers Studenten in Antwerpen Strategische visie en doelstelling Visie en uitgangspunten Wie woont er? Wat betekent

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2016-2019 3.2 Zorg (Wmo) 20 Programmabegroting 2016-2019 3.2.1 Wat wil Gouda bereiken? De implementatie van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden tengevolge van de decentralisaties

Nadere informatie

SAM TREFDAG UITHUISZETTING. Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting

SAM TREFDAG UITHUISZETTING. Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting SAM TREFDAG UITHUISZETTING Workshop - Meldpunt voorkomen uithuiszetting Chantal Cailloux 1 juni 2018 Verloop: 1. Ontstaan meldpunt 2. Het aanbod 3. Focus 4. Cijfers / private huur sociale huur 5. Evaluatie

Nadere informatie

Balanceren tussen hoop en wanhoop

Balanceren tussen hoop en wanhoop i n e vo or h a m Balanceren tussen hoop en wanhoop vo or a f In deze bijdrage staat het Leger des Heils centraal. Het Leger des Heils doet veel voor mensen, die te kampen hebben met chronische verslaving

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk 2019Z09989 Betreft Beantwoording Kamervragen

Nadere informatie

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO De wettelijke basis voor het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal wordt gelegd binnen het nieuwe decreet lokaal sociaal beleid. In uitvoering

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Eén van de manieren van het ministerie van Veiligheid en Justitie om de hoge recidive onder ex-gedetineerden omlaag te brengen is door al tijdens detentie

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Persbericht Vlaams volksvertegenwoordiger / Schepen Maldegem Valerie Taeldeman

Persbericht Vlaams volksvertegenwoordiger / Schepen Maldegem Valerie Taeldeman Persbericht Vlaams volksvertegenwoordiger / Schepen Maldegem Valerie Taeldeman 29.07.2015 WONEN IN HET MEETJESLAND: DE CIJFERS Voor steeds meer gezinnen is het een moeilijke klus om een geschikte, degelijke

Nadere informatie

Recht op wonen én zorg voor iedereen?

Recht op wonen én zorg voor iedereen? Recht op wonen én zorg voor iedereen? Project Huis Inclusief Woonclub Woonzorg op mensenmaat 7 mei 2015, Leiedal Inhoudstafel 1. Een draagvlak voor het project Huis Inclusief 2. Wat is het project Huis

Nadere informatie

Een greep uit de geschiedenis van CAW Artevelde

Een greep uit de geschiedenis van CAW Artevelde CAW Artevelde - 6 -jaargang 12 nr. 4 Op 6 februari 1995 werd vzw Pluralistisch Centrum Welzijnswerk regio Gent geboren onder het goeddunkend oog van Kris Coenegrachts en Patrick Seys. In de wieg lagen

Nadere informatie

Reflectievoormiddag Voorbij het statuut samenwonende

Reflectievoormiddag Voorbij het statuut samenwonende Reflectievoormiddag Voorbij het statuut samenwonende Donderdag 19 april - Senaat Goeiemorgen. Bijna op de dag af vier jaar geleden organiseerde het Steunpunt een studiedag over Sociale Bescherming en Armoede.

Nadere informatie

Verbinden vanuit diversiteit

Verbinden vanuit diversiteit Verbinden vanuit diversiteit Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit Studievoormiddag 6 juni 2014 Het verhaal van Ahmed Een zoektocht met vele partners Partners De

Nadere informatie

Wijkcentrum De Kring

Wijkcentrum De Kring Wijkcentrum De Kring contactgegevens: Wijkcentrum De Kring Zuidmoerstraat 136 bus 8, 9900 Eeklo Tel: 09/378.61.69 Fax: 09/327.04.69 E-mail: joke@wijkcentrumdekring.be www.wijkcentrumdekring.be www.facebook.com/wijkcentrumdekring

Nadere informatie

Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel

Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel Residentieel Jongerenprogramma (RKJ) Zuidmoerstraat 165 9900 Eeklo T 09-377 25 26 E-mail rkj.info@fracarita.org www.desleutel.be 2 Inleiding Het jongerenprogramma

Nadere informatie

Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur

Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur Bevoegdheid bij het verlaten van een opvangstructuur 1) De bijzondere bevoegdheidsregel voor het toekennen van een huurwaarborg bij het verlaten van een opvangstructuur Voor we de verschillende situaties

Nadere informatie

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang heeft verschillende functies: een economische functie, een pedagogische en een sociale functie. Kwalitatieve kinderopvang weet deze

Nadere informatie

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 Basis = participatieladder Kader: Trede 5 = maatwerkdecreet Trede 3 en 4= decreet Werk- en zorgtrajecten Trede

Nadere informatie

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin

Nadere informatie

Jongeren de nieuwe armen van morgen?

Jongeren de nieuwe armen van morgen? Jongeren de nieuwe armen van morgen? Groei van jongeren in armoede en rol van het jeugdwerk Leven leren werken in 2050 België heeft één van de hoogste kinderarmoedecijfers van Europa Structureel strijden

Nadere informatie

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike

Nadere informatie

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten 06/06/2016 Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten Vandaag is het eerste intersectorale jaarverslag 2015 van de jeugdhulp voorgesteld, in aanwezigheid van Jo Vandeurzen, Vlaams minister

Nadere informatie

Studiedag. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk. 27 november 2017

Studiedag. Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk. 27 november 2017 Studiedag Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk 27 november 2017 Enkele definities Vluchteling: persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder ex-gedetineerden te verminderen, wordt in het kader van re-integratie al tijdens detentie begonnen met het werken aan de problematiek van gedetineerden.

Nadere informatie

Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger?

Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger? Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger? 10 maart 2017 Programma Inleiding Waar vinden we de regel? Focus op artikel 23 van de Grondwet Focus op het Herzien Europees Sociaal Handvest 2 1 Inleiding

Nadere informatie

Voorstelling CAW Centraal-West-Vlaanderen

Voorstelling CAW Centraal-West-Vlaanderen Voorstelling CAW Centraal-West-Vlaanderen 1 2 WERKINGSGEBIED 32 gemeentes 7 kleinstedelijke zorgregio s 2 WERKINGSGEBIED Tielt Izegem Roeselare KLEINSTEDELIJKE ZORGREGIO S Ieper Poperinge Veurne Diksmuide

Nadere informatie

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek Het Geïntegreerd Breed Onthaal Een beschrijvend en evaluerend onderzoek Wie-is-wie? Didier Boost (onderzoeker) Universiteit Antwerpen, OASeS, Master Sociaal Werk Sara Elloukmani (onderzoeker) Universiteit

Nadere informatie

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes Heb je al gehoord van de 107? Niet 101 of 102 of 105 maar 107? gebaseerd op het nummer van het artikel in het KB over de ziekenhuizen die de

Nadere informatie

Maatschappelijke oorzaak

Maatschappelijke oorzaak Recht-Op hanteert het maatschappelijk schuldmodel inzake armoede. De organisatie van de maatschappij, de heersende structuren en regelgevingen veroorzaken armoede, bestendigen of vergroten ze zelfs. Modaliteit

Nadere informatie

Regionaal Crisisnetwerk Zuid-West-Vlaanderen. Titeltekst

Regionaal Crisisnetwerk Zuid-West-Vlaanderen. Titeltekst Regionaal Crisisnetwerk Zuid-West-Vlaanderen Titeltekst inhoud Crisis? Regionaal crisisnetwerk Algemene werking Crisisinterventie Multidisciplinair crisisoverleg Trajectbegeleiding uitdagingen Crisis binnen

Nadere informatie