AANBODVERHELDERING VLAAMSE THUISLOZENZORG
|
|
- Klaas Pauwels
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kapucijnenvoer Leuven +32(0) fax: +32(0) AANBODVERHELDERING VLAAMSE THUISLOZENZORG Evelien Demaerschalk Dr. Koen Hermans Leuven juli 2010
2
3 Colofon Opdrachtgever De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar regering, bij delegatie, in de persoon van de heer Marc Morris, secretaris-generaal van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Onderzoeksleiding Dr. Koen Hermans Prof. dr. Chantal Van Audenhove Stuurgroep Dr. Freddy Deven, Kenniscentrum WVG, Departement WVG Bart Verhoeven, Raadgever Kabinet van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Marijke Enghien, Afdeling Welzijn en Samenleving, Departement WVG Caroline Beyers, Afdeling Welzijn en Samenleving, Departement WVG Joost Bronselaer, Kenniscentrum WVG, Departement WVG Véronique Vandezande, Kenniscentrum WVG, Departement WVG Danny Lescauwaet, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Nathalie Debast, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten Wetenschappelijk medewerker Evelien Demaerschalk Administratieve ondersteuning Lieve Van Cauwenberghe, Sabine Vanden Bossche, Lut Van Hoof, Manuela Schröder Leuven, juli 2010
4
5 INHOUD Hoofdstuk 1 Probleemstelling en onderzoeksopzet 13 1 Meer dan dak- en thuislozen in Vlaanderen 13 2 Van aandacht naar actie 14 3 Het onderzoeksdoel: een instrument voor Vlaanderen 15 4 Onderzoeksmethodologie 16 5 Inhoud van dit rapport 17 Hoofdstuk 2 Naar een gedeelde definitie van dak- en thuisloosheid 19 1 Definitie dak- en thuislozen Een heterogene groep De ETHOS-typologie 22 2 Definitie van dak- en thuislozenzorg Het MPHASIS-project De Nederlandse woonladder De ETHOS-typologie In dit onderzoek 27 3 Conclusie 28 Hoofdstuk 3 Het Vlaamse aanbod voor dak- en thuislozen 31 1 Centra voor algemeen welzijnswerk Onthaal Inloopcentra Crisishulpverlening Straathoekwerk Nachtopvang Ambulante begeleiding Preventieve woonbegeleiding Begeleid en begeleid zelfstandig wonen Woonclub Integrale begeleiding 37
6 2 Lokale besturen Regiefunctie van de gemeente Lokaal toewijzingsreglement Onbewoonbaar/ ongeschikt verklaringen Het woonaanbod van de lokale besturen Woningen voor lange duur Woningen voor korte duur Nachtopvang Winteropvang Ambulante begeleiding door het OCMW Woonbegeleiding Preventie van uithuiszetting Vindplaatsgericht werken OCMW-instrumenten Installatiepremie Vlaamse huursubsidie Huurwaarborg Huurtoelage Referentieadres Geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie voor daklozen Versnelde toewijzing voor daklozen Dringende hulpverlening door de OCMW-voorzitter Bijkomende taken 57 3 Sociale Huisvestingsmaatschappij (SHM) Aanbod en erkenning Het toewijzen van woningen Dak- en thuislozen bij de SHM 58 4 Sociale Verhuurkantoren Aanbod en erkenning Het toewijzen van woningen Dak- en thuislozen bij SVK 62 5 Straathoekwerk 65 6 Samenlevingsopbouw 66 7 Conclusie 69
7 Hoofdstuk 4 Modules en instrumenten 71 1 Definities Definitie module Definitie instrument 72 2 Sectorale modules voor dak- en thuislozen 73 3 Intersectorale modules voor dak- en thuislozen Straathoekwerk Oorsprong van de module Inhoud van de module Nachtopvang Oorsprong van de module Inhoud van de module Mobiel en ambulant onthaal Oorsprong van de module Inhoud van de module Dagcentrum Oorsprong van de module Inhoud van de module Crisisopvang Oorsprong van de module Inhoud van de module Residentiële begeleiding van slachtoffers van partnergeweld Oorsprong van de module Inhoud van de module Residentiële begeleiding Oorsprong van de module Inhoud van de module Zorgwonen Oorsprong van de module Inhoud van de module Begeleid wonen Oorsprong van de module Inhoud van de module 84
8 3.10 Preventie van gerechtelijke uithuiszetting Oorsprong van de module Inhoud van de module Preventie van uithuiszetting Oorsprong van de module Inhoud van de module Begeleiden van mensen in ontoereikende huisvesting Oorsprong van de module Inhoud van de module Ambulante woonbegeleiding Oorsprong van de module Inhoud van de module Huurbegeleiding Oorsprong van de module Inhoud van de module Woonst zoeken Oorsprong van de module Inhoud van de module Noodwoning Oorsprong van de module Inhoud van de module 90 4 Instrumenten voor dak- en thuislozen Installatiepremie Vlaamse huursubsidie Huurwaarborg Huurtoelage Referentieadres GPMI voor daklozen Versnelde toewijzing voor daklozen Lokaal toewijzingsreglement voor daklozen Dringende hulp door de OCMW-voorzitter 97
9 5 Validering: intersectorale dialoogdag voor OCMW en CAW Methode Resultaten Algemeen Woonst met begeleiding Ambulante woonbegeleiding en uithuiszetting Conclusie 101 Hoofdstuk 5 De creatie van een databank De Europese richtlijnen Acht fasen bij de creatie van een databank Fase 1 - Ontwerp het instrument Fase 2 - Beoordeel alle bestaande databanken op basis van de (kern)variabelen Fase 3 - Kies de vorm van het instrument Fase 4 - Bepaal de betrokken diensten Fase 5 - Voer het onderzoek uit Fase 6 - Gebruik/verspreiding van de databank Fase 7 - Bijwerken van gegevens Fase 8 - Evaluatie van de databank Geschatte duur voor de creatie van een databank 108 Hoofdstuk 6 Signalen vanuit het werkveld 109 Nood aan preventieve acties 109 Nood aan een meer gediversifieerd aanbod 111 Nood aan langetermijnoplossingen 112 Nood aan (traject)begeleiding 114 Meer ontschotting en intersectorale samenwerking 115
10 Hoofdstuk 7 Conclusies en aanbevelingen 117 Betrokkenheid van de vier sectoren in het onderzoeksproces 117 De ontwikkeling van intersectorale modules 118 Praktisch gebruik van het instrument 119 Het huidig aanbod is onvoldoende? 120 Bibliografie 123 Bijlage 1 Lijsten met deelnemers 127 Bijlage 2 Instrument voor het bevragen van Vlaamse organisaties voor dak- en thuislozen 133 Lijst tabellen Tabel 1. Thuisloosheid als gevolg van sociale uitsluiting Tabel 2. De ETHOS-typologie van dakloosheid en sociale uitsluiting Tabel 3. De Vlaamse organisaties voor dak- en thuislozen in dit onderzoek volgens de ETHOS- typologie Tabel 4. Aantal bezoekers per jaar per inloopcentrum volgens geslacht Tabel 5. Aantal opvangplaatsen en gemiddelde verblijfsduur in de Vlaamse crisisopvangcentra (jongeren en/of volwassenen) van het CAW Tabel 6. Begeleidingen modules thuisloosheid Tabel 7. Residentiële capaciteit dak- en thuislozenopvang naar doelgroep en werkingsgebied, Vlaams Gewest en Brussels Gewest Tabel 8. Globale taken m.b.t. wonen opgenomen door de gemeente Tabel 9. Toewijzingsreglementen in Vlaanderen naar provincie en inhoud Tabel 10. Inhoud van de goedgekeurde toewijzingsreglementen voor kwetsbare groepen 43 Tabel 11. Het eigen patrimonium en aanbod van nachtopvang en winteropvang door de Vlaamse centrumsteden Tabel 12. Frequentie van het toekennen van de installatiepremie aan dak- en thuislozen door de OCMW in Tabel 13. Frequentie van het toekennen van het referentieadres aan dak- en thuislozen in
11 Tabel 14. Frequentie van het aanbieden van het GPMI door de OCMW in Tabel 15. Aantal SVK en aantal SVK- woningen per provincie Tabel 16. Overzicht woonnood van kandidaat-huurders op 31/12/ Tabel 17. Aantal toegewezen SVK-woningen en percentages ten opzichte van het totaal aantal toewijzingen in Tabel 18. Overzicht van het aantal Vlaamse straathoekwerkers naar financiering en uitvoerende dienst Tabel 19. Overzicht van intersectorale en overeenstemmende sectorale modules voor daken thuislozen Tabel 20. Overzicht van instrumenten voor dak- en thuislozen Tabel 21. Variabelen op niveau 1, 2 en 3 in een databank van dak- en thuislozenorganisaties Tabel 22. Benodigde tijd voor het opstarten en updaten van een databank voor diensten voor dak- en thuislozen Lijst figuren Figuur 1. De Nederlandse woonladder
12
13 Hoofdstuk 1 Probleemstelling en onderzoeksopzet 1 Meer dan dak- en thuislozen in Vlaanderen Volgens een oudere schatting van FEANTSA 1 (Fédération Européenne des Associations Nationales Travaillant avec les Sans-Abri) telt België dak- en thuislozen. Deze schatting situeert ruim personen in de Vlaamse thuislozenzorg, een tal in Wallonië en in Brussel (De Decker, 2003). We moeten voor de omvang van de doelgroep terugvallen op deze ramingen, omdat België (nog) niet beschikt over een officieel registratie- of telsysteem. In Brussel werd in 2008 wel een daklozentelling georganiseerd: 145 vrijwilligers telden in de nacht van 19 november tussen 23u en 24u het aantal mensen dat op straat of in opvangcentra sliep. Van de totale groep van daklozen sliepen er volgens deze telling 262 daadwerkelijk op straat. In Vlaanderen gebeurde zo een telling nog niet. De geschatte daklozen voor Vlaanderen is enkel gebaseerd op cijfers van de Centra voor Algemeen Welzijn (CAW). Het gaat over het aantal opnames in residentiële diensten voor thuislozen. Doordat iemand per jaar meerdere keren kan worden opgenomen is dit cijfer eerder een overschatting. Anderzijds blijven de opnames in het OCMW-aanbod buiten beeld omdat er geen globaal cijfermateriaal voorhanden is. In 2008 ondernam de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) een poging om een licht te werpen op het huidige OCMW-aanbod. Op basis van een extrapolatie van de resultaten schatten de OCMW hun huisvestingsaanbod op woningen en bedden (De Bolle, Poesmans, & Verbeeck, 2009). Naast dit huisvestingsaanbod spelen de OCMW ook een belangrijke rol in de preventie van dak- en thuisloosheid gezien hun wettelijke rol bij het voorkomen van de gerechtelijke uithuiszetting. Een van de problemen bij het tellen van dak- en thuislozen is de heterogeniteit van de doelgroep. Een aantal heeft acuut en zeer kortstondig geen dak boven het hoofd. Sommigen zitten tijdelijk zonder woonst. Maar anderen zijn chronisch thuisloos. De oorzaken van de thuisloosheid blijken al bijna even divers als de doelgroep zelf. Er zijn heel wat uiteenlopende aanleidingen die zorgen voor een plotse dakloosheid, bijvoorbeeld een woningbrand of relatieproblemen met ouders of partner. Vlaams onderzoek toont aan dat voor sommige dakof thuislozen was één gebeurtenis traumatisch genoeg om hen helemaal te doen wegzakken (bv. een scheiding of de dood van een partner) (Van Regenmortel e.a, 2006). Anderen rolden in de thuisloosheid door een opeenstapeling van crisismomenten en stressvolle gebeurtenissen: een problematische gezinssituatie, relatiebreuken, psychische problematiek. 1 Europese federatie van organisaties voor dak- en thuislozen 13
14 Hoofdstuk 1 De groep dak- en thuislozen is dus heel wat ruimer dan de typische dakloze die op straat slaapt. Over de kenmerken van de personen die een beroep doen op het CAW-aanbod zijn wel cijfers beschikbaar. Deze cijfers wijzen op een aantal verschuivingen in de thuislozenpopulatie. Terwijl de groep twintig jaar geleden voor 80% uit mannen bestond, is dit percentage nu gezakt naar 60%. Jongeren onder de 30 jaar blijven de helft van de groep uitmaken. Het aandeel dat financiële steun krijgt van het OCMW daalde, evenals het aandeel dat zijn inkomen haalt uit tewerkstelling (Van Menxel, Lescrauwaet, & Parys, 2003). De laatste jaren krijgt deze doelgroep heel wat aandacht. In 2000 maakte de Europese Unie met de Lissabon Strategie het bestrijden van armoede tot een van haar prioriteiten; en wilde ze tegen 2010 een beslissende stap zetten in de uitroeiing van armoede werd dan ook uitgeroepen tot het Europese jaar tegen armoede en sociale uitsluiting. De verantwoordelijkheid ligt in de eerste plaats bij de lidstaten. Een van de instrumenten van deze OMC zijn de Nationale Actieplannen (NAPIncl). Hierin schrijven de lidstaten hun geplande acties ter versterking van sociale insluiting neer. Europa wil ook specifiek naar daken thuislozen toe kort op de bal spelen. In 2008 riep het Europese parlement in een schriftelijke verklaring 2 de lidstaten op om dakloosheid tegen 2015 uit de wereld te helpen. Hierbij pleit het voor de ontwikkeling van een Europese definitie van thuisloosheid en het verzamelen en vergelijken van betrouwbare statistische data, zodat de lidstaten jaarlijks hun ondernomen acties kunnen toelichten. 2 Van aandacht naar actie De beleidsaandacht wordt langzamerhand omgezet in concrete beleidsacties. De lidstaten stellen nationale strategieën op om dakloosheid aan te pakken en gaan van start met dataverzameling om de effectiviteit van hun strategieën te monitoren. Maar niet elk land staat hierin even ver. In Noord-Europa merken we de meeste actie op. De Noord-Europese landen ontwikkelden een nationale strategie met een duidelijke verantwoordelijke voor het monitoren en de uitvoering. Dit is het geval voor alle Scandinavische landen (Noorwegen, Zweden, Finland en Denemarken), Ierland, Engeland, Schotland en Wales. In West-Europa vinden we enkel bij Nederland en Frankrijk nationale plannen terug 3. In geen enkel West-Europees land met een federale structuur (Oostenrijk, Duitsland en België) is er een federale aanpak om thuisloosheid te verminderen. Er zijn enkel stedelijke (bv. Wenen) of regionale initiatieven (bv. Noordrijn-Westfalen). Bij de Zuid-Europese landen heeft enkel Portugal een nationaal plan en voor de overige landen valt de aanpak terug op sporadische initiatieven van enkele 2 P6_TA(2008)0163; De Nederlandse aanpak beschreven we in Alert (Demaerschalk en Hermans, 2010). Het Trimbos Instituut brengt jaarlijks een monitor uit die vraag en aanbod in Nederland beschrijft (zie verder). 14
15 Probleemstelling en onderzoeksopzet steden, regio s of NGO s (Edgar, 2009). Deze strategieën en acties zijn relatief nieuw. De plannen dateren allemaal van Een uitzondering hierop is Schotland, waar de Housing Act al in 2001 van start ging. De nationale actieplannen zijn niet enkel nieuw, ook de inhoud is vernieuwend. Zo zien we dat de Noord-Europese landen steeds minder investeren in tijdelijke opvang en in plaats hiervan focussen op het voorzien van permanente huisvesting. Ze redeneren dat het opvangen en beheersen van dak- en thuislozen op termijn vaak meer kost aan de samenleving dan thuisloosheid voorkomen en beëindigen (Lescrauwaet, 2010). De preventie van thuisloosheid, het versnellen van de uitstroom en het ontwikkelen van alternatieve huisvestingsvormen zijn dus de nieuwe beleidsaccenten. De Europese landen startten ook met het verzamelen van data om de omvang van de thuisloosheid te meten en de effectiviteit van hun aanpak te monitoren. Ook hier verschilt de aanpak van land tot land. Sommige landen kiezen voor een momentopname. Hierbij tellen ze wie buiten slaapt of in de nachtopvang verblijft. Deze telling kan op nationaal niveau (bv. Italië, Frankrijk, Spanje en Portugal) of enkel in de grote steden (bv. Ierland, Engeland, Portugal). Andere lidstaten doen een bevraging van de lokale overheden. Nederland kiest voor een tussenoplossing: de vier grote steden en de 39 centrumsteden leveren aan het Trimbos Instituut de noodzakelijke informatie aan. Het Trimbos Instituut stelt vervolgens jaarlijks een monitor op die de vooruitgang beschrijft (Maas & Planije, 2010; Planije, Maas, & Been, 2010). Ook hier kiezen sommigen voor het nationale niveau (bv. Finland, Ierland en Zweden) terwijl andere landen slechts een aantal lokale overheden bevragen (bv. Duitsland). In enkele landen houden organisaties en/of lokale overheden stelselmatig cliëntgegevens bij. Deze informatie maken ze over aan de overheid. Voorbeelden zijn Denemarken, Hongarije, Tsjechië en Vlaanderen (via de Tellus-registratie van de CAW). 3 Het onderzoeksdoel: een instrument voor Vlaanderen Noch België noch Vlaanderen beschikt op dit moment over een strategie om dak- en thuisloosheid aan te pakken. Er is ook relatief weinig cijfermateriaal voorhanden dat toelaat om een strategie op te stellen. Deze gegevens zijn nochtans nodig om een zicht te krijgen op het Vlaamse aanbod en op de doelgroep van de dak- en thuislozen. Pas als we dit materiaal hebben, kan de Vlaamse overheid meetbare en toetsbare doelen formuleren om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Daarom heeft dit onderzoek tot doel om het aanbod van de Vlaamse organisaties die hulp verlenen aan dak- en thuislozen in kaart te brengen. De opdrachtgever definieert voor dit project het aanbod als de vormen van residentiële en ambulante dienstverlening van de volgende voorzieningen: Centra voor Algemeen Welzijnswerk Lokale besturen: gemeenten, OCMW Sociale huisvestingsactoren: sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren 15
16 Hoofdstuk 1 Samenlevingsopbouw Straathoekwerk Het resultaat van deze studie is een instrument dat toelaat het huidige aanbod op uniforme wijze in kaart te brengen en dit in de toekomst ook te monitoren. Hierin worden aanbodkenmerken opgenomen gaande van gegevens over de organisatie (regio, capaciteit) tot over de dienst- en hulpverlening (doelstelling aanbod, types hulpmodules). Met dit project sluit de Vlaamse overheid aan bij een Europese trend om het aanbod op een uniforme en transparante wijze te beschrijven. De Vlaamse overheid opteert er tevens voor om de inhoud van de hulpverlening weer te geven in modules: een pakket van hulpverlening dat een voorziening afzonderlijk kan inzetten. Voor hun begeleiding stelden de CAW reeds modules op, maar niet voor de kernfunctie onthaal. De OCMW, de samenlevingsopbouw en de sociale huisvestingsactoren hebben geen ervaring met het moduleren van hun aanbod. 4 Onderzoeksmethodologie Het doel van dit onderzoek is een instrument te ontwikkelen dat het aanbod van de Vlaamse organisaties voor dak- en thuislozen in kaart brengt. Dit instrument moet een antwoord bieden op twee vragen die de Vlaamse overheid formuleerde in het bestek van dit onderzoek: 1. Welke aanbodskenmerken hebben actoren die hulp- en dienstverlening aanbieden t.a.v. thuislozen?: a. Welke hulpmodules worden specifiek aangeboden t.a.v. dak- en thuislozen? b. Wat is de capaciteit van hun aanbod? c. Binnen welke regio is het aanbod gesitueerd? d. Is dit aanbod gericht op de beperking van de instroom, op de bevordering van de doorstroom of op de bevordering van de uitstroom? 2. Hoe moeten deze kenmerken worden bevraagd bij de sectoren zodat nu en in de toekomst een ondubbelzinnig en onderling vergelijkbaar resultaat wordt bekomen? Bij het beantwoorden van deze vragen volgen we de Europese richtlijnen. We maken gebruik van de ETHOS-typologie 4 voor de definitie van thuislozen en de richtlijnen uit het MPHASIS-project 5 voor de ontwikkeling van het instrument. In MPHASIS, gefinancierd door de Europese Commissie, pleiten de auteurs voor de verbetering van de informatiebasis over dakloosheid op regionaal, nationaal en Europees niveau (Edgar, 2008). Hiervoor schrijven ze richtlijnen uit voor het ontwikkelen van een databank die het aanbod in kaart 4 ETHOS: European Typology on homelessness and housing exclusion. 5 MPHASIS: Mutual Progress on Homelessness Through Advancing and Strengthening Information Systems 16
17 Probleemstelling en onderzoeksopzet brengt en geven ze een overzicht van de kernvariabelen die hierin opgenomen dienen te worden. Als we in Europa op dezelfde manier gegevens inzamelen, maken we de data vergelijkbaar voor het delen van informatie en goede praktijken. We kiezen ervoor om in Vlaanderen deze Europese richtlijnen te gebruiken ter inspiratie en te volgen. De Vlaamse overheid vraagt het aanbod voor dak- en thuislozen te formuleren in de vorm van modules. Het opstellen van modules vormt dan ook de eerste doelstelling in dit onderzoek. We startten met de modules die de CAW al uitwerkte voor hun begeleidingsaanbod. De andere sectoren hadden nog geen ervaring met de modulering van hun aanbod. We organiseerden telkens twee focusgroepen met OCMW- en CAW-medewerkers. Met de CAWmedewerkers ontwikkelden we modules voor vier specifieke vormen van onthaal. Met de OCMW-medewerkers vertrokken we vanuit de CAW-modules om vervolgens eigen modules te ontwikkelen. We nodigden ook een 40-tal CAW- en OCMW-medewerkers uit op een intersectorale dialoogdag om de ontwikkelde modules af te toetsen en om de overlappingen en hiaten in hun aanbod te bespreken. De taal en de termen die beide sectoren gebruiken zijn niet altijd even eenduidig. Soms dekt eenzelfde term een andere lading en een andere keer hebben verschillende termen een gelijkaardige inhoud. Om dubbelzinnigheid te vermijden kiezen we in dit rapport dan ook voor intersectorale modules. Voor Samenlevingsopbouw, Straathoekwerk, SHM en SVK stelden we enkele nieuwe modules op. Hiervoor gingen we te rade bij experten en bevoorrechte getuigen uit de Vlaamse koepel voor straathoekwerkers (VLASTROV), Samenlevingsopbouw Vlaanderen, Vlaams Overleg Bewonersbelangen (VOB) en de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). We legden hen ook de modules voor. De tweede doelstelling van dit onderzoek bestond uit het ontwerpen van een instrument dat op een uniforme wijze het aanbod transparant maakt. De variabelen van het instrument werden eveneens gekozen volgens de richtlijnen uit de MPHASIS-studies. 5 Inhoud van dit rapport Na dit inleidende hoofdstuk gaat Hoofdstuk 2 op zoek naar gedeelde definities. Wie zijn dak en thuislozen? En welke zijn de organisaties die hulp verlenen aan dak- en thuislozen? Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de hulp die de Vlaamse organisaties aanbieden voor daken thuislozen. In Hoofdstuk 4 stellen we intersectorale modules en instrumenten voor om het aanbod van de Vlaamse organisaties ten behoeve van dak- en thuislozen te beschrijven. De inhoud werd gewikt en gewogen in twee focusgroepen met OCMW-medewerkers, twee focusgroepen met CAW-medewerkers en een intersectorale dag met beide groepen samen. Voor de inhoud van de modules uit de overige sectoren, interviewden we experten. Hoofdstuk 5 overloopt de stappen die nodig zijn voor de creatie van een databank van de organisaties die aan dak- en thuislozen hulp verlenen. We volgen hiervoor de Europese 17
18 Hoofdstuk 1 richtlijnen uit de MPHASIS-studies. We lichten de ontwikkeling van het instrument toe om de organisaties te bevragen en geven advies voor het opvolgen van de volgende fasen. Tijdens de gesprekken en focusgroepen verzamelden we een aantal aandachtspunten en beleidssignalen die we onderbrengen in hoofdstuk 6. We verwijzen ook naar buitenlandse goede praktijken die hierop een antwoord kunnen bieden. In een laatste zesde hoofdstuk formuleren we conclusies en aanbevelingen. 18
19 Hoofdstuk 2 Naar een gedeelde definitie van dak- en thuisloosheid Vooraleer we een studie uitvoeren over dak- en thuisloosheid, moet eerst de doelgroep en het aanbod duidelijk worden afgebakend. Dit is nodig want de thuislozenpopulatie is erg divers en ook het aanbod bestaat uit uiteenlopende vormen van hulp- en dienstverlening van meerdere sectoren en voorzieningen. Dit hoofdstuk start met de afbakening van de doelgroep en stelt hiervoor de ETHOS-typologie van FEANTSA voor. Vervolgens geeft het aan welke organisaties dit onderzoek onder de loep zal nemen. 1 Definitie dak- en thuislozen 1.1 Een heterogene groep Een analyse van de literatuur over dak- en thuisloosheid leert dat er heel wat definities voorhanden zijn. Dit kan in de eerste plaats toegeschreven worden aan een diversiteit van oorzaken van dak- en thuisloosheid. Er zijn mensen die plots en kortstondig dakloos zijn, bijvoorbeeld na een woningbrand of een stukgelopen relatie, anderen overleven al jaren op straat of zijn slachtoffer van intra-familiaal geweld. In plaats van thuisloosheid te zien als een individueel probleem, komen de structurele en institutionele componenten de laatste jaren meer en meer in beeld. Dit betekent dat niet enkel naar het gedrag van de thuisloze wordt gekeken, maar ook naar de uitsluitingsmechanismen die aan de basis van thuisloosheid liggen. Tabel 1 maakt een onderscheid tussen structurele, institutionele, relationele en persoonlijke factoren. In de eerste plaats gaat het over structurele factoren zoals economische uitsluiting, een ontoereikend inkomen, immigratieprocessen, een ontoereikend onderwijssysteem en de toegenomen voorwaardelijkheid van socialezekerheidsuitkeringen (leefloon, werkloosheidsuitkering). In de tweede plaats kunnen we een aantal institutionele oorzaken aanduiden die tot maatschappelijke kwetsbaarheid leiden: gebrek aan voorzieningen die aansluiten bij de behoeften, ontoereikende en moeilijk toegankelijke welzijns- en gezondheidsvoorzieningen, verkokering van en onvoldoende coördinatie tussen beleidssectoren. Maatschappelijk kwetsbaar is al wie in zijn contact met de maatschappelijke instellingen telkens weer te maken krijgt met de controlerende en sanctionerende aspecten ervan en minder geniet van het positieve aanbod (Vettenburg e.a., 1984). Naast structurele en institutionele factoren liggen ook relationele en persoonlijke factoren aan de basis van thuisloosheid. 19
20 Hoofdstuk 2 Tabel 1. Thuisloosheid als gevolg van sociale uitsluiting. Structureel Institutioneel Relationeel Persoonlijk Factoren van sociale uitsluiting Economische veranderingen Migratie Selectiviteit van sociale bescherming Gebrek aan generieke voorzieningen Gebrek aan specifieke voorzieningen Gebrek aan sense of urgency bij beleidsmakers en bevolking Onvoldoende coördinatie Gezinssituatie Relationele situatie Beëindiging van relatie Gezondheid en handicap Verslaving Etniciteit Financiële problemen Geslacht Leeftijd Voorbeelden Onzekere tewerkstelling en werkloosheid Racisme en xenofobie Voorwaardelijkheid van uitkeringen Gebrek aan betaalbare woningen Onvoldoende opvangcapaciteit Weinig buitenslapers geeft het gevoel dat het probleem niet dringend is Tussen welzijn en wonen, tussen welzijn en gezondheid Kwetsbaarheid van alleenstaanden Intra-familiaal geweld Overlijden, echtscheiding Inclusief geestelijke gezondheid Drugs, alcohol, gokken Kans op discriminatie Schulden Bron: European Observatory for Homelessness (2005) Een analyse van de levensverhalen van Vlaamse en Brusselse dak- en thuislozen toont eveneens de heterogeniteit van deze groep aan. Elk verhaal is namelijk uniek, er is niet één route die leidt tot thuisloosheid. Sommige oorzaken zorgen voor een acute dakloosheid zoals het stuklopen van een relatie (met ouders of met een partner). Andere oorzaken zijn zo traumatisch dat mensen helemaal wegzakken (bv. een scheiding of de dood van een partner). Vaak kregen dak- en thuislozen een opeenstapeling van crisismomenten en stressvolle gebeurtenissen te verwerken (Van Regenmortel e.a, 2006). Deze studie geeft volgende risicofactoren aan: een opeenstapeling van negatieve gebeurtenissen die leidt tot wanorde verlies- en scheidingservaringen in de jeugd problematische gezinssituatie relatiebreuken afbreken van sociale contacten (familie, vrienden, kennissen) verblijf in instellingen psychische problemen verslavingsproblematiek contacten met justitie stigmatisering 20
21 Naar een gedeelde definitie van dak- en thuisloosheid ongunstige, materiële omstandigheden (bv. werkloosheid) verstrikt in administratieve en bureaucratische netten Deze heterogeniteit zorgt ervoor dat we de doelgroep niet zomaar in één vakje of in één definitie kunnen stoppen. Auteurs die het thema aansnijden, lossen dit op door bepaalde aspecten van dak- en thuisloosheid te benadrukken. Zo heeft de ene groep auteurs het voornamelijk over het ontbreken van huisvesting. Thuislozen worden in deze definities gezien als mensen die geen eigen thuis hebben, geen eigen toevluchtsoord of plek waar ze kunnen leven. Het niet beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats is echter slechts één aspect van thuisloosheid. Thuis betekent immers meer dan alleen een onderdak. Het betekent beschutting en geborgenheid, een eigen plek met mogelijkheden om zichzelf te zijn en tot ontplooiing te komen. Een thuis geeft de plaats van de mens in de samenleving weer en het ontbreken ervan wijst vooral op een maatschappelijk en sociaal isolement (Noom, 2003). Een andere groep auteurs heeft het vooral over deze maatschappelijke en relationele kwetsbaarheid. Voor beleidsdoeleinden is een definitie nodig die werkbaar is voor verschillende organisaties. Bijna de helft van de 27 Europese lidstaten heeft geen officiële definitie van dak- en thuislozen en uitsluiting op de huisvestingsmarkt (Frazer & Marlier, 2009). De landen die wel een definitie hebben, bepalen de doelgroep niet op dezelfde manier. Sommigen hebben het enkel hebben over daklozen, terwijl andere landen ook sociale uitsluiting en uitsluiting op de huisvestingsmarkt in de definitie opnemen. In Vlaanderen is er geen algemeen aanvaarde of gebruikte definitie van thuisloosheid voorhanden. Elke sector maakt gebruik van zijn eigen definitie. Het OCMW vertrekt van de definitie die afkomstig is uit de parlementaire stukken ter voorbereiding van het Urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving uit In deze definitie staat vooral het ontbreken van een eigen woonst of woongelegenheid centraal: Een dakloze is een persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft, of die tijdelijk in een tehuis verblijft in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld. Dit is tevens de definitie die teruggevonden kan worden in de OCMW-wetgeving en sinds begin 2008 ook in het kaderbesluit sociale huur 7, die het sociaal huren regelt. De CAW baseren zich voor hun definitie op het werk van Heydendael en Nuy (Landelijke Stichting voor thuislozen in Nederland). Zij omschrijven thuisloosheid als: Een toestand waarin een persoon zich bevindt waarin een persoon zonder permanente woonst, werk en/of bestaansmiddelen verkeert, en waarin sprake is van een combinatie van 6 Parl. doc Kamer, B.Z ; nr 630/5 p Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode 21
22 Hoofdstuk 2 persoonlijke, relationele en maatschappelijke kwetsbaarheid, zodat er geen bindingen van betekenis meer bestaan op deze drie domeinen (Van Menxel, Lescrauweat, & Parys, 2003). Deze definitie betreft vooral de kwetsbaarheid en het gebrek aan bindingen van de thuisloze. Ze is in ieder geval voor de hulpverlening erg bruikbaar, omdat ze verwijst naar aanknopingspunten voor hulpverlening. Ze wijst er ook op dat thuisloosheid veel meer is dan het niet beschikken over een eigen woning. Voor beleidsdoeleinden is deze definitie mogelijks minder bruikbaar, omdat het gebrek aan bindingen niet altijd even meetbaar is. 1.2 De ETHOS-typologie Meer en meer wint de opvatting terrein dat een brede definitie van thuisloosheid nodig is om het probleem aan te pakken (Frazer & Marlier, 2009). Een brede definitie brengt immers ook de risicogroepen in beeld, waarop een meer preventief beleid kan worden geënt. Daarom geven we er de voorkeur aan om in dit onderzoek te werken met de brede Europese typologie van dakloosheid en sociale uitsluiting (ETHOS). Deze ETHOS-typologie (zie tabel 2) deelt dak- en thuislozen in op basis van de aard van (het gebrek aan) huisvesting. De typologie onderscheidt vier categorieën: dakloos, thuisloos, instabiele huisvesting en ontoereikende huisvesting. Elk van deze categorieën bestaat uit meerdere onderdelen, in totaal dertien. Deze onderdelen worden gekenmerkt door een specifieke leefsituatie. In de onderverdeling houdt ETHOS rekening met drie domeinen waarnaar een thuis verwijst: het fysieke domein (adequate woning), het sociale domein (mogelijkheid tot privacy en sociale relaties) en het wettelijke domein (wettelijke titel). Deze ETHOS-typologie is vooral nuttig voor een duidelijke en ruime omschrijving van de doelgroep. De typologie zegt echter relatief weinig over de hulpverlening die deze groepen nodig hebben. Om de neuzen in dezelfde richting te zetten en zeker te zijn dat de betrokken sectoren deze ETHOS-typologie aanvaarden en (h)erkennen, legden we de typologie voor aan de stuurgroep van dit project, een focusgroep met CAW-medewerkers en een focusgroep met OCMWmedewerkers. Lijsten met de deelnemers zijn in de bijlagen terug te vinden. We lichten enkele vaststellingen uit deze gesprekken op. ETHOS geeft een brede kijk op thuisloosheid De ETHOS-typologie geeft een overzicht van dakloosheid en sociale uitsluiting. In de focusgroepen bleek deze ruime benadering van thuisloosheid bij enkele deelnemers een dubbel gevoel op te roepen. Zo hoeven de mensen die leven onder dreiging van huiselijk geweld (n 10) niet noodzakelijk onder het label thuisloos gevat te worden. Het CAW plaatst ook niet alle hulpverlening in het kader van intra-familiaal geweld onder thuislozenzorg. Tegelijkertijd geven de deelnemers aan dat deze vrouwen vaak op een beperkt sociaal netwerk kunnen terugvallen zodat de begeleiding wel een belangrijke preventieve functie m.b.t. thuisloosheid kan hebben. 22
23 Naar een gedeelde definitie van dak- en thuisloosheid Tabel 2. De ETHOS-typologie van dakloosheid en sociale uitsluiting. Operationele categorie Leefsituatie Definitie Dakloos 1 Mensen zonder vaste verblijfplaats 1.1 Openbare ruimte of open lucht Leven op straat en in openbare ruimte, zonder vaste verblijfplaats 2 Mensen in noodopvang 2.1 Nachtopvang Mensen zonder vaste verblijfplaats die gebruik maken van de nachtopvang, laagdrempelige opvang 3 Mensen in opvang voor thuislozen 3.1 Opvangcentrum halflange termijn Opvang voor kortdurend verblijf 3.2 Tijdelijke huisvesting 3.3 Huisvesting als overbruggingsperiode 4 Mensen in vrouwenopvang 4.1 Vluchthuizen vrouwenopvang Opvang voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, bedoeld voor kortdurend verblijf Conceptuele categorie Ontoereikende Instabiele huisvesting Thuisloos Mensen in opvang voor asielzoekers en immigranten Mensen die binnenkort uit een instelling komen 5.1 Asielcentra Immigranten in asielcentra of tijdelijke opvang door 5.2 Pension voor seizoenarbeiders hun verblijfstatus 6.1 Penitentiaire inrichting Geen huisvesting beschikbaar voor vrijlating 6.2 Medische instellingen (inclusief afkickcentra, psychiatrische ziekenhuizen) 6.3 Jeugdinstellingen Begeleid wonen 7.1 Zorgwonen voor oudere daklozen 7.2 Begeleid wonen voor mensen die dakloos zijn geweest Blijven langer door gebrek aan huisvesting Geen geïdentificeerde huisvesting (bijvoorbeeld door 18 e verjaardag) Langdurige verblijfplaats voor mensen die dakloos geweest zijn (meestal langer dan een jaar) Mensen zonder een huurcontract 8.1 Tijdelijk bij familie of vrienden Leven in tijdelijk conventionele huisvesting (niet uit vrije keuze) Mensen die uit hun huis worden gezet Mensen die leven onder dreiging van huiselijk/familiaal geweld Mensen in tijdelijke / niet conventionele woningen 8.2 Zonder formeel huurcontract Gebruiken van een woning zonder standaard huurcontract (niet kraken) 8.3 Illegale bezetting van terrein Bezetten van land zonder wettelijke rechten 9.1 Uitgevoerd dwangbevel (huurhuis) Wanneer procedures voor uithuiszetting in gang gezet zijn 9.2 Terugname bevel (koophuis) Wanneer de hypotheekverstrekker het huis in beslag mag nemen 10.1 Gemeld bij politie Wanneer de politie acties onderneemt om veiligheid voor slachtoffers van huiselijk geweld te garanderen 11.1 Camper / caravan Niet bedoeld als standaard woonplaats 11.2 Niet conventionele woonruimte Tijdelijke schuilplaats (kraken) 11.3 Tijdelijke aard Roma, zigeuners, woonwagenbewoners Mensen in ongeschikte huisvesting 12.1 Woning ongeschikt voor bewoning Woonruimte die door landelijke wetgeving ongeschikt verklaard is voor bewoning Mensen die wonen in een extreem overbevolkt gebouw 13.1 Hoogste nationale norm van overbevolking Bepaald als het overschrijden van de nationale dichtheidsnorm voor oppervlakte of bruikbare kamers. Bron: 23
24 Hoofdstuk 2 In de OCMW-focusgroep merken de deelnemers op dat ETHOS de woonwagen- en campingbewoners (n 11) onder de dak- en thuislozen rekent. Sinds de Vlaamse wooncode 8 is het echter wettelijk toegestaan om op de erkende woonwagenparken te wonen of te verblijven. Voor sommigen is deze manier van wonen een deel van hun levenswijze. Anderen kiezen bewust voor het groene, rustige en sociale woonwagenleven. Voor campingbewoners is de wetgeving minder soepel. De Vlaamse overheid werkte in 1998 een gedoogscenario uit om campingbewoners te motiveren om te verhuizen. Maar sinds 2004 versoepelde het beleid. De bewoners die vóór 2001 op een erkende camping woonden, mogen er blijven tot ze een andere woonst aangeboden krijgen. Er is dus een groep mensen die bewust voor deze manier van leven kiest. Maar tegelijkertijd kan de grootte van deze doelgroep een tekort aan (betaalbare) huisvesting aantonen. ETHOS werpt een licht op de ontoereikendheid van het aanbod De ETHOS-typologie geeft een overzicht van mensen die (al dan niet preventief) hulp of ondersteuning kunnen gebruiken. Voor de OCMW- en CAW-medewerkers was het vrij eenvoudig om hun eigen aanbod bij de categorieën te plaatsen. Vooral voor de residentiële hulpverlening is dit eenvoudig omdat de leefsituatie vaak overeenkomt met het residentiële hulpaanbod. Zo gaan mensen in noodopvang (n 2) naar de nachtopvang. Doordat de focusgroepen hun aanbod in de categorieën konden plaatsen, werd ook snel duidelijk voor welke mensen momenteel nog geen aanbod voorhanden is. Twee categorieën vallen momenteel grotendeels buiten het reguliere aanbod. Een eerste categorie zijn de mensen die een instelling (gevangenis, medische instelling, jeugdinrichtingen) verlaten (n 6). Deze groep komt vaak op termijn terecht in de reguliere dak- en thuislozenzorg. Maar beide focusgroepen geven aan dat er (te) weinig contacten zijn met de instellingen om de instroom in de thuislozenzorg te voorkomen. Een tweede categorie zijn de mensen in ongeschikte huisvesting (n 12). Zowel OCMW- als CAW-medewerkers worden sinds de Vlaamse wooncode met deze groep geconfronteerd. De acties in het licht van deze wooncode zorgen ervoor dat mensen een ongeschikte of onbewoonbare woning moeten verlaten. Vaak gaat dit over oude en/of vereenzaamde mensen. In de praktijk blijkt ongeschikte huisvesting vaak een breder probleem. Voor een woning die niet in orde is, kan het OCMW geen huurwaarborg toekennen terwijl de stad dit probleem vaak kent en niet ingrijpt omdat anders iedereen op straat terecht komt. Vaak verkiezen mensen in hun slechte woning te blijven boven het noodgedwongen moeten zoeken naar betere huisvesting. Asielzoekers in procedure buiten dit onderzoek De OCMW bieden ook hulp aan asielzoekers (n 5). Sommige OCMW hebben een Lokaal Opvang Initiatief (LOI) waar asielzoekers terechtkunnen. Het probleem begint wanneer deze mensen een verblijfstitel krijgen en vervolgens huisvesting zoeken. In Kortrijk analyseerden 8 Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode 24
25 Naar een gedeelde definitie van dak- en thuisloosheid ze het lokale aanbod naar dak- en thuislozen recent aan de hand van de ETHOS-typologie. Zij plaatsten deze doelgroep bij de groep mensen die uit een instelling komen (n 6). Ook al is deze groep zeer belangrijk voor de preventie van thuisloosheid, toch kiezen we ervoor om de hulpverlening aan asielzoekers in procedure niet mee te nemen in deze studie, aangezien het een zeer specifieke, afgelijnde procedure betreft die van toepassing is op een groep die niet samen valt met het reguliere publiek. Eens deze mensen verblijfsrecht krijgen, maken ze deel uit van de reguliere bevolking. 2 Definitie van dak- en thuislozenzorg Naast het omschrijven van de thuislozen waarop dit project zich richt, bakenen we ook af welke voorzieningen dit project in kaart brengt. Aangezien het aanbod voor dak- en thuislozen in de meeste landen vrij divers is, zien we in de literatuur meerdere typologieën terugkomen. Het Europese MPHASIS-project kiest voor een ruime en eenvoudige indeling van de diensten waarvan thuislozen gebruik kunnen maken. Het is ook mogelijk om het aanbod te koppelen aan modellen met woonvormen zoals de Nederlandse woonladder of de ETHOS-typologie. We beschrijven deze mogelijkheden hieronder. 2.1 Het MPHASIS-project In het MPHASIS-project stellen de onderzoekers een brede typologie voor waarin de Europese landen hun aanbod kunnen onderbrengen. Deze typologie maakt de volgende onderverdeling: Diensten specifiek VOOR dak- en thuislozen 1. Accommodatie (shelters ) 2. Niet residentiële of ambulante diensten (outreaching, inloopcentra, adviescentra) Diensten gebruikt DOOR dak- en thuislozen 3. Algemene diensten (adviescentra, openbare diensten, diensten voor gezondheidszorg) 4. Specialistische diensten (faciliteiten voor ontwenning, psychiatrische diensten) Deze onderverdeling is ook relevant voor onze studie. Dit project focust in de eerste plaats op diensten die specifiek voor dak- en thuislozen worden georganiseerd. Tegelijkertijd mogen we ook die andere diensten niet uit het oog verliezen. Later komen we hierop nog terug. 25
26 Hoofdstuk De Nederlandse woonladder In Nederland lanceerde Co Verdaas in 2005 de woonladder om verschillende woonvormen weer te geven gaande van buiten slapen tot zelfstandig wonen (zie figuur 1). Hij ontwikkelde de ladder om aan te tonen welke verschillende treden er zouden moeten zijn tussen wonen op straat en zelfstandig wonen (Stoele & Singelenberg, 2006). Figuur 1. De Nederlandse woonladder. Bron: Stoele & Singelenberg 2006 We kunnen de woonladder gebruiken om de organisaties die hulp verlenen aan deze groepen te structureren. De woonladder waaide over naar België en enkele steden vonden hierin inspiratie. Zo werkte in Hasselt een werkgroep rond het zorgcircuit wonen deze ladder uit voor het lokale aanbod. Ze tekenden het aanbod uit en geven aan welke partners op de treden zorgen voor het residentiële en/of ambulante aanbod. De woonladder doet ons nadenken over soorten woonvormen voor de heterogene groep daken thuislozen. Maar de ladder biedt geen plaats aan ambulante hulp op het snijpunt van de sectoren welzijn en wonen. Ook blijft de preventie van thuisloosheid buiten beeld (vb. preventie van uithuiszetting). Ook wekt de woonladder soms, misschien verkeerdelijk, de indruk dat mensen na het leven op straat niet onmiddellijk in staat zijn om zelfstandig te wonen en dat ze enkele extra treden nodig hebben vooraleer ze de opstap naar zelfstandigheid kunnen maken. Recent onderzoek toont echter aan dat dit niet noodzakelijk is. De innovatieve Housing First -aanpak toont aan dat het aanbieden van stabiele huisvesting rust teweeg brengt die de ruimte kan creëren om met andere zaken aan de slag te gaan. Deze aanpak gaat in tegen de meer courante benadering die, zoals bij de woonladder, iemand eerst 26
27 Naar een gedeelde definitie van dak- en thuisloosheid woonklaar wil maken. Vaak komt dit laatste neer op: verslaving onder controle krijgen en werk of een andere dagbesteding hebben. Op het vlak van de behandeling blijkt deze Housing First-aanpak, voor mensen met een combinatie van psychiatrische problemen en verslavingsproblematiek, even doeltreffend als gedwongen afkicken. Onderzoek toont aan dat er na 48 maanden zelfs geen significant verschil is in gebruik tussen de Treatment First- en de Housing First-categorie (Padgett, Gulcur, & Tsemberis, 2006). Deze uit New York afkomstige benadering is de laatste jaren in Europa sterk in opkomst, zeker bij de landen die voor dak- en thuislozen zoveel mogelijk willen overstappen naar langetermijnoplossingen (bv. Finland). 2.3 De ETHOS-typologie We kunnen de diensten van de organisaties voor dak- en thuislozen ook linken aan de ETHOS-typologie. Zo kunnen we het aanbod van de organisaties naast de categorieën leggen uit de typologie. Voor de residentiële hulpverlening is dit vrij eenvoudig: bijvoorbeeld mensen in noodopvang kunnen een beroep doen op de nachtopvang. De ambulante hulpverlening is echter minder eenvoudig te plaatsen. Zo is een inloopcentrum er niet voor een specifiek afgebakende doelgroep. Het linken van organisaties aan de ETHOS-categorieën heeft als voordeel dat het een zicht geeft op het ontbrekende aanbod voor sommige groepen. Zo gaven OCMW en CAW-deelnemers tijdens de focusgroepen aan dat een aanbod voor diegenen die een instelling zullen verlaten (n 6) ontbreekt. Ook voor mensen in instabiele of ontoereikende huisvesting is momenteel bijna geen (preventief) aanbod uitgebouwd. Tabel 3 geeft een overzicht van de diensten van de organisaties die in dit onderzoek meegenomen worden. 2.4 In dit onderzoek De opdrachtgever heeft het huidig aanbod van thuislozenzorg afgebakend tot de volgende sectoren en voorzieningen: Centra voor Algemeen Welzijnswerk Lokale besturen: gemeenten en OCMW Sociale huisvestingsactoren: sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren Samenlevingsopbouw Straathoekwerk Dit onderzoek behandelt dus in grote lijnen diensten en voorzieningen specifiek voor dak- en thuislozen, zoals het aanbod van CAW en lokale besturen. Daarnaast wordt ook het straathoekwerk meegenomen dat ook dak- en thuislozen bereikt. Samenlevingsopbouw en de sociale huisvestingsactoren zijn tevens diensten die gebruikt worden door thuislozen maar zich niet specifiek tot deze doelgroep richten. Hoofdstuk 3 beschrijft het huidige aanbod van deze organisaties. Andere vormen van algemene diensten en specialistische diensten die door thuislozen gebruikt worden, blijven in dit onderzoek buiten beeld. 27
28 Hoofdstuk 2 3 Conclusie In dit hoofdstuk toonden we de heterogeniteit aan van de doelgroep dak- en thuislozen. Deze heterogeniteit vraag om een brede definitie van de doelgroep. Daarom baseren we ons in dit onderzoek op de ETHOS-typologie van dakloosheid en uitsluiting op de huisvestingsmarkt. Door deze typologie te gebruiken werpen we een licht op het Vlaamse aanbod en zien we tevens waar dit aanbod tekort schiet. We focussen op de organisaties uit het bestek van dit onderzoek: CAW, lokale besturen, SHM, SVK, Samenlevingsopbouw en Straathoekwerk. 28
29 Naar een gedeelde definitie van dak- en thuisloosheid Tabel 3. De Vlaamse organisaties voor dak- en thuislozen in dit onderzoek volgens de ETHOS- typologie. Dakloos Thuisloos Instabiele huisvesting Ontoereikende huisvesting Operationele categorie Leefsituatie Voorziening residentieel Voorziening ambulant Mensen zonder vaste Openbare ruimte of open lucht Straathoekwerk stad/caw/ocmw verblijfplaats 2 Mensen in noodopvang 2.1 Nachtopvang 3 Mensen in opvang voor thuislozen Nachtopvang CAW Shelter OCMW 3.1 Opvangcentrum halflange termijn Crisisopvang CAW 3.2 Tijdelijke huisvesting Crisisopvang jongeren CAW Algemeen opvangcentrum CAW Mannenopvang CAW Outreach dienst CAW/OCMW Inloopcentrum CAW Inloopcentrum CAW 3.3 Huisvesting als overbruggingsperiode Noodwoning OCMW, stad 4 Mensen in vrouwenopvang 4.1 Vluchthuizen vrouwenopvang Vrouwenopvang CAW Vluchthuis CAW 5 Mensen in opvang voor 5.1 Asielcentra asielzoekers en immigranten 5.2 Pension voor seizoenarbeiders Het aanbod naar deze doelgroep maakt geen deel uit van dit onderzoek. 6.1 Penitentiaire inrichting Nazorg woonbegeleiding CAW 6 Mensen die binnenkort uit een instelling komen 7 Begeleid wonen Mensen zonder een huurcontract Mensen die uit hun huis worden gezet Mensen die leven onder dreiging van huiselijk/familiaal geweld Mensen in tijdelijke / niet conventionele woningen Mensen in ongeschikte huisvesting Mensen die wonen in een extreem overbevolkt gebouw 6.2 Medische instellingen (inclusief afkickcentra, psychiatrische ziekenhuizen) 6.3 Jeugdinstellingen 7.1 Zorgwonen voor oudere daklozen 7.2 Begeleid wonen voor mensen die dakloos zijn geweest 8.1 Tijdelijk bij familie of vrienden 8.2 Zonder formeel huurcontract 8.3 Illegale bezetting van terrein 9.1 Uitgevoerd dwangbevel (huurhuis) 9.2 Terugname bevel (koophuis) 10.1 Gemeld bij politie 11.1 Camper / caravan 11.2 Niet conventionele woonruimte 11.3 Tijdelijke aard 12.1 Woning ongeschikt voor bewoning 13.1 Hoogste nationale norm van overbevolking Zorgwonen CAW Pensionwonen OCMW Begeleid wonen CAW Begeleid zelfstandig wonen CAW Transitwoning OCMW Inloopcentrum CAW Woonbegeleiding OCMW/CAW Preventieve woonbegeleiding CAW Preventie (gerechtelijke) uithuiszetting OCMW Samenlevingsopbouw 29
30 Hoofdstuk 2 30
31 Hoofdstuk 3 Het Vlaamse aanbod voor dak- en thuislozen Dit hoofdstuk beschrijft het aanbod van de Vlaamse voorzieningen voor dak- en thuislozen. Dit betreft: het huidige aanbod (en niet het wenselijke aanbod) het aanbod van ambulante en residentiële diensten het aanbod van de volgende organisaties en sectoren: Centra voor Algemeen Welzijnswerk Lokale besturen: gemeenten en OCMW Sociale huisvestingsactoren: sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren Samenlevingsopbouw Straathoekwerk Voor deze beschrijving doen we enerzijds een beroep op materiaal van de betrokken organisaties zoals documenten, registratiegegevens en publicaties. Anderzijds verduidelijken we deze gegevens met informatie uit de gesprekken die we voerden. Voor OCMW en CAW vonden telkens twee focusgroepen plaats. Voor de overige sectoren gingen we praten met enkele experten en bevoorrechte getuigen. Deelnemerslijsten zijn in de bijlagen terug te vinden. 1 Centra voor algemeen welzijnswerk In Vlaanderen en Brussel bieden 26 Centra voor Algemeen Welzijn een antwoord op een veelheid aan vragen. De laagdrempelige hulp die ze bieden, bestaat uit het geven van informatie en advies, begeleiding en residentiële opvang. Ze hebben ook een uitgebreide dienstverlening naar dak- en thuislozen toe. Deze dienstverlening bestaat uit een onthaal en ambulante en integrale begeleiding. Specifiek voor dak en thuislozen gaat het om de volgende vormen van hulp- en dienstverlening Kernfunctie onthaal Inloopcentra Crisisopvang jongeren Crisisopvang volwassenen Straathoekwerk Nachtopvang 31
Dak- en thuisloosheid bij jongeren
Dak- en thuisloosheid bij jongeren cijfers, oorzaken en ingrediënten van succesvolle aanpak Prof. dr. Koen Hermans Dak- en thuisloosheid bij jongeren Aantal en types in België/Vlaanderen Oorzaken en triggers
Nadere informatieDak- en thuislozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Telling van 7 november 2016, voor de start van het winterplan Telling van 6 maart 2017, tijdens het winterplan 1 Context Methodologie De avonden van 7 november 2016 en 6 maart 2017 organiseerde la Strada
Nadere informatieBEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april Véronique Vancoppenolle
BEGELEIDINGS EN OPVANGMOGELIJKHEDEN VOOR DAK- EN THUISLOZEN 29 april 2014 Véronique Vancoppenolle 1 PROGRAMMA 1. Wat doet het CAW voor wie? 2. Kijk op thuisloosheid vanuit het Algemeen Welzijnswerk 3.
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen
Stuk 2223 (2003-2004) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 5 maart 2004 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen betreffende een
Nadere informatieLanden of regio s die het beëindigen van thuisloosheid nastreven doen dit aan de hand van de volgende vijf doelstellingen:
REGIOSTRATEGIE THUISLOOSHEID NOORD-WEST-VLAANDEREN JULI 2013 INLEIDING Enkele maanden geleden startten een aantal partners, op uitnodiging van de Regionale Welzijnscommissie Oostende, met het uitwerken
Nadere informatiePreventie van uithuiszetting : een evaluatie van de CAW praktijk. Danny Lescrauwaet
Preventie van uithuiszetting : een evaluatie van de CAW praktijk. Danny Lescrauwaet Inhoudsopgave Preventieve woonbegeleiding : wat en aanbod? Risico s op thuisloosheid Probleemstelling Visie Algemeen
Nadere informatieWat maakt een doorgangswoning tot een specifiek model binnen de OCMW - hulpverlening?
Wat maakt een doorgangswoning tot een specifiek model binnen de OCMW - hulpverlening? concept met 6 pijlers drie deelmodellen Een doorgangswoning is een vorm van aangepaste OCMWdienstverlening. 1 vorm
Nadere informatieDe moeilijke oversteek. Wonen na een verblijf in bijzondere jeugdzorg, gevangenis en psychiatrie.
De moeilijke oversteek. Wonen na een verblijf in bijzondere jeugdzorg, gevangenis en psychiatrie. Trefdag vermaatschappelijking en wonen SAM vzw Schaarbeek, 7 juni 2019 Jana Verstraete P.PUL (KU Leuven)
Nadere informatieStop thuisloosheid. Europese strategieën tegen thuisloosheid. Danny Lescrauwaet
Stop thuisloosheid. Europese strategieën tegen thuisloosheid. Danny Lescrauwaet Thuisloosheid beëindigen is mogelijk I.p.v. managen of beheersen : kost evenveel of meer, ontkenning mensenrechten Groeiend
Nadere informatieHousing First. Housing First juli 2013 Pag. 1 van 5. Wat is Housing First?
Housing First Wat is Housing First? Het aanbieden van een individuele woonst én langdurige begeleiding aan mensen die chronisch dakloos zijn en kampen met een verslavings en/of psychiatrische problematiek.
Nadere informatieSynthese en strategische analyse nulmeting dak-en thuisloosheid
Datum: 22/01/2015 Auteur: Danny Lescrauwaet Versie: 01 Herkomst: Nulmeting dak-en thuisloosheid Doel: ter informatie Bestemming: werkgroep thuisloosheid en wonen Synthese en strategische analyse nulmeting
Nadere informatieTijdelijke huisvesting bij de Vlaamse OCMW s Resultaten VVSG-bevraging
Tijdelijke huisvesting bij de Vlaamse OCMW s Resultaten VVSG-bevraging Studiedag SOS Huisvesting 8/5/2009 Piet Van Schuylenbergh directeur afdeling OCMW s 1 Tijdelijke huisvesting Geen permanente huisvesting
Nadere informatieCO 15/02 Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen
CO 15/02 Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen Werkgroep OCMW s van de centrumsteden 10 maart 2015 Algemene informatie Nulmeting dak- en thuisloosheid, prof. dr. Koen Hermans, steunpunt welzijn, volksgezondheid
Nadere informatieKoortsachtig en creatief op zoek naar een woonst
Koortsachtig en creatief op zoek naar een woonst Trefdag Hoe thuisloosheid van jongvolwassenen opvangen en voorkomen? 2 juni 2017 Joy Verstichele, Vlaams Huurdersplatform Inhoudstabel 1. Situering Vlaams
Nadere informatieProgramma LSB Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 4 speerpunten LSB als lerend netwerk
Programma LSB 2011-2013 Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 4 speerpunten LSB als lerend netwerk Bijsturingen na tussentijdse evaluatie 1. Prioritaire thema s: naar 4 speerpunten 2. Netwerk wordt versterkt
Nadere informatieRoeien met te korte riemen
Roeien met te korte riemen Wetenschappelijke inzichten en voorstellen om uithuiszetting te verminderen Pascal De Decker & Jana Verstraete Onderzoeksgroep P.PUL KU Leuven Trefdag Thuisloosheid - Steunpunt
Nadere informatieTelling van dak en thuislozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Samenvatting Telling van dak en thuislozen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vierde en dubbele editie: 7 november 2016 6 maart 2017 Nicole Mondelaers la Strada Steunpunt Thuislozenzorg Brussel Dit
Nadere informatieKracht.wonen Geïntegreerde zorg aan dak- en thuislozen streekforum zorg oktober Titeltekst
Kracht.wonen Geïntegreerde zorg aan dak- en thuislozen streekforum zorg oktober 2018 Titeltekst Geïntegreerde zorg als utopie? Dakloosheid en toegang tot hulp. Waar te beginnen? Dakloosheid als woonproblematiek
Nadere informatieDe strijd tegen dakloosheid. woongericht, intersectoraal en aanklampend
De strijd tegen dakloosheid woongericht, intersectoraal en aanklampend Dak- en thuisloosheid in Europa: alarmerende cijfers 2 Europese consensusdefinitie van dakloosheid en uitsluiting op de huisvestingsmarkt
Nadere informatieGaranties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid
Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid Trefdag Jong en zonder (t)huis 2 juni 2017 David Debrouwere Afdelingshoofd Voorzieningenbeleid Jongerenwelzijn Inhoud Actieplan jongvolwassenen
Nadere informatieHUISVESTING. Hulpaanbod vanuit de OCMW s. Gerry Van de Steene Departementschef sociale dienstverlening OCMW Sint-Niklaas
HUISVESTING Hulpaanbod vanuit de OCMW s Gerry Van de Steene Departementschef sociale dienstverlening OCMW Sint-Niklaas 1. Opdrachten vanuit de wetgeving 2. Aanvullend hulpverleningsaanbod 3. Welk OCMW
Nadere informatieHoe doen andere Europese landen het? Danny Lescrauwaet
Hoe doen andere Europese landen het? Danny Lescrauwaet Inhoudsopgave 1. Klik voor titel 2. Klik voor titel 3. Klik voor titel Algemene vaststellingen Schotland Ierland Denemarken Finland Leerpunten Bronnen
Nadere informatie1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd:
Vlaamse Woonraad Koning Albert II-laan 19 bus 23 1210 Brussel vlaamse.woonraad@rwo.vlaanderen.be www.vlaamsewoonraad.be Advies 2015/08 datum 9 oktober 2015 bestemmeling kopie onderwerp Mevrouw Liesbeth
Nadere informatieStudienamiddag Anders wonen in de toekomst? Sessie 2: Wonen aan de onderkant van de woonladder Spreker: Lotte Van Ranst, projectmedewerker dak-en
Studienamiddag Anders wonen in de toekomst? Sessie 2: Wonen aan de onderkant van de woonladder Spreker: Lotte Van Ranst, projectmedewerker dak-en thuislozen bij Welzijnszorg Kempen 15-01-2015 Dak- en thuisloosheid
Nadere informatie2. EXTRA REGISTRATIE OP IPF VOOR JAARVERSLAG
Verslag: REGISTRATIEAFSPRAKEN 2017 Auteur: WERKGROEP BEHEER WE-DOSSIER 1. WIJZIGINGEN 2017 Zoals eerder gecommuniceerd (zie we-docs Wijzigingen 2017 ), gaan volgende afspraken in voor registratiejaar 2017
Nadere informatieZwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie
Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Deze brochure is bedoeld voor iedereen die beroeps- en beleidsmatig met zwerfjongeren werkt. Zwerfjongeren
Nadere informatie7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING
7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING 7.1 BEGELEIDING DOOR SOCIALE DIENST OCMW Afbakening van de doelgroep Huurders die uit huis dreigen gezet te worden Omschrijving van het aanbod Het OCMW wordt preventief
Nadere informatieDe aanpak van dak- en thuisloosheid. Intersectoraal, woongericht en aanklampend. Prof. dr. Koen Hermans
De aanpak van dak- en thuisloosheid Intersectoraal, woongericht en aanklampend Prof. dr. Koen Hermans 2 Dak- en thuisloosheid in Europa: alarmerende cijfers in 2016 Dakloosheid definiëren ahv ETHOS (t)huis
Nadere informatieWat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk. Ook voor jongeren. Het CAW versterkt welzijn. Daarvoor is het CAW er
Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk Dat hoort bij het leven. Soms kan je terecht bij vrienden en familie. Of vind je er zelf een weg doorheen. Maar iedereen kent ook momenten dat het helemaal
Nadere informatieNetwerkdag Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Erkende vluchtelingen en huisvesting
Netwerkdag Vluchtelingenwerk Vlaanderen Erkende vluchtelingen en huisvesting Inhoud VVSG? Rol en opdracht OCMW Huurwaarborg Wie is dakloos? Installatiepremie Referentieadres Leefloon Vrijwilligers 2 -
Nadere informatieRegionaal Crisisnetwerk Zuid-West-Vlaanderen. Titeltekst
Regionaal Crisisnetwerk Zuid-West-Vlaanderen Titeltekst inhoud Crisis? Regionaal crisisnetwerk Algemene werking Crisisinterventie Multidisciplinair crisisoverleg Trajectbegeleiding uitdagingen Crisis binnen
Nadere informatieConceptnota intergemeentelijke samenwerking
Welzijnsoverleg Regio Gent vzw (W R G ) WRG vzw Martelaarslaan 204B 9000 GENT 09 225 91 33 info@wrg.be www.wrg.be Bank: BE66 8804 1724 5143 Ondernemingsnummer: 418.092.962 Conceptnota intergemeentelijke
Nadere informatieDe kost van trajecten in de thuislozenzorg
Datum: 25/07/2014 Auteur: Evelien Demaerschalk en Danny Lescrauwaet Versie: 03 Herkomst: Belgisch Housing-First Experiment Doel: ter discussie Bestemming: Sector/Overheid De kost van trajecten in de thuislozenzorg
Nadere informatieBevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur
Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur 1) De bijzondere bevoegdheidsregel voor het toekennen van een huurwaarborg bij het verlaten van een opvangstructuur Voor we de verschillende situaties
Nadere informatieBULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN MEI /008 Proefproject Housing First 05/2013
BULLETIN 5 VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN MEI 2013 2013/008 Proefproject Housing First 05/2013 2013/008 Proefproject Housing First De heer Pascal Verbeke, OCMW-raadslid Onlangs werd
Nadere informatieHOUSING FIRST LIMBURG & HOUSING FIRST HASSELT
HOUSING FIRST LIMBURG & HOUSING FIRST HASSELT In december 2014 startten OCMW Sint-Truiden, OCMW Genk, CAW Limburg en OCMW Hasselt samen met een ruimer netwerk aan partners 1 een Housing first project met
Nadere informatieRecht op wonen én zorg voor iedereen?
Recht op wonen én zorg voor iedereen? Project Huis Inclusief Woonclub Woonzorg op mensenmaat 7 mei 2015, Leiedal Inhoudstafel 1. Een draagvlak voor het project Huis Inclusief 2. Wat is het project Huis
Nadere informatieover het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk
Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin
Nadere informatieDeel 1: Doorgangswoningen juridisch bekeken Deel 2: Beleidsaanbevelingen
. Studiedag SOS HUISVESTING 8 MEI 2009 Deel 1: Doorgangswoningen juridisch bekeken Deel 2: Beleidsaanbevelingen Nathalie Debast VVSG-Stafmedewerker Armoede, Energie en Wonen . Deel 1 DOORGANGSWONINGEN
Nadere informatieNOODWONING CRISISWONING SHELTER DOORGANGSWONING DOOR DE TERMEN DE MENS NOG ZIEN
NOODWONING CRISISWONING SHELTER DOORGANGSWONING DOOR DE TERMEN DE MENS NOG ZIEN KENNISMAKING & OPWARMER NAAR EEN REGIOSTRATEGIE DAK- &THUISLOOSHEID IN MIDDEN-WVL SITUERING Regio Centraal-West-Vlaanderen
Nadere informatieDe installatiepremie
De installatiepremie Versie nr: 1 Laatste wijziging: 22-09-2008 1) Waartoe dient deze fiche? 2) Wat is een installatiepremie? 3) Wie heeft recht op een installatiepremie? 4) Aan welke voorwaarden moet
Nadere informatieDienst Voogdij. Hoe zal deze dienst je helpen?
Dienst Voogdij Hoe zal deze dienst je helpen? Aankomst in België Je bent nog geen 18 en in België aangekomen zonder je vader of moeder. Je zoekt hulp of opvang, of je werd door de politie onderschept.
Nadere informatieManifest voor de Rechten van het kind
Manifest voor de Rechten van het kind Kinderen vormen de helft van de bevolking in ontwikkelde landen. Ongeveer 100 miljoen kinderen leven in de Europese Unie Het leven van kinderen in de hele wereld wordt
Nadere informatieDatum aanmelding:.. Inschrijvingsnummer:.
Doorgestuurd op:.. Datum aanmelding:.. Inschrijvingsnummer:... Dossierbeheerder: Inlichtingenfiche PERSOONSGEGEVENS Naam: Voornaam: Nationaliteit: Geboorteplaats: Nr. Rijksregister: Burgerlijke stand:
Nadere informatie15. AANBOD GERICHT OP DOORSTROOM NAAR EEN DUURZAME(RE) WOONOPLOSSING 15.1 VOOR GEDETINEERDEN
15. AANBOD GERICHT OP DOORSTROOM NAAR EEN DUURZAME(RE) WOONOPLOSSING 15.1 VOOR GEDETINEERDEN Afbakening van de doelgroep 15.1.1 IMPULSPROJECT RE-ENTRY Gedetineerden die zich in de tijdsvoorwaarden voor
Nadere informatieBegeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld
Begeleid Wonen www.st-neos.nl Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld De stichting Neos is een organisatie voor maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld. De organisatie richt zich
Nadere informatieWonen op maat Samenlevingsopbouw
6 december 2018 Woondag VVSG Leegstaand patrimonium inzetten voor (tijdelijke) woonoplossingen Wonen op maat Samenlevingsopbouw Wonen op maat Samenlevingsopbouw Wonen op maat Verschillende projecten, gelijke
Nadere informatieUitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING
Ministerieel besluit betreffende de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij met betrekking tot de
Nadere informatieMonitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016
Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016 Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering
Nadere informatieAuteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog
Risicokinderen in de gemeente Oude IJsselstreek Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog GGD Noord- en Oost-Gelderland, 1 mei 2015 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Methode... 3
Nadere informatieINHOUD 1. INLEIDING EN SITUERING. 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijk initiatief 1.3 Definities 2. ALGEMEEN KADER INZAKE TOEWIJZING
TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN STAD LEUVEN INHOUD 1. INLEIDING EN SITUERING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijk initiatief 1.3 Definities 2. ALGEMEEN KADER INZAKE TOEWIJZING 2.1 Decretale principe
Nadere informatieOCMW s en armoedebestrijding
OCMW s en armoedebestrijding Hoorzitting Commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid, Vlaams Parlement, 1.2.2011 Piet Van Schuylenbergh, directeur OCMW s VVSG Nathalie Debast, stafmedewerker
Nadere informatieWat is er gebeurd? Waarom ben je dak- en thuisloos? Wat als je dak- en thuisloos bent? Wat brengt de toekomst?
Signalen Beelden sluiting winteropvang 1.728 kinderen dak- en thuislozenzorg: bijna 1/3 minderjarig Bijna 13.000 vordering uithuiszetting: 1/4 minderjarig 4094 daklozen geteld: 653 minderjarig 2.838 slachtoffers
Nadere informatieDE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID
DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID Functie 1 Activiteiten op het vlak van preventie; geestelijke gezondheidszorgpromotie; vroegdetectie, -interventie en -diagnosestelling
Nadere informatieHet recht op wonen: wat betekent het voor de burger?
Het recht op wonen: wat betekent het voor de burger? 10 maart 2017 Programma Inleiding Waar vinden we de regel? Focus op artikel 23 van de Grondwet Focus op het Herzien Europees Sociaal Handvest 2 1 Inleiding
Nadere informatieDECREET. betreffende het algemeen welzijnswerk
VLAAMS PARLEMENT DECREET betreffende het algemeen welzijnswerk HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Artikel 2 In dit decreet wordt verstaan onder
Nadere informatieToelichtingen bij de uitbreiding van de maatregel tot de toekenning van een installatiepremie aan personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen
Vragen naar: petr romelart E-mail: petra.romelart@mi-is.be Toelichtingen bij de uitbreiding van de maatregel tot de toekenning van een installatiepremie aan personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen
Nadere informatieAlgemeen Welzijnswerk
Algemeen Welzijnswerk Reglementair kader: decreten Decreet van 8 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk Decreet van 25 mei 2012 tot wijziging van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het algemeen
Nadere informatiePARTICIPATIERAADHAARLEM
PARTICIPATIERAADHAARLEM Aan het college van Burgemeester en Wethouders van Haarlem Datum 22 januari 2014 Ons kenmerk 2013/06 Contactpersoon S.K. Augustin Doorkiesnummer 023-511 5273 E-mail augustsk@haarlem.nl
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieFederaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012
Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030
Nadere informatieWERKGROEP GEZONDHEID REGIONAAL ZORGSTRATEGISCH PLAN
VISIETEKST WERKGROEP GEZONDHEID REGIONAAL ZORGSTRATEGISCH PLAN 2017-2024 P a g i n a 2 INHOUD 1. Wat vooraf ging 2. Roadshow 3. Keuzes en beleid 4. Gestelde doelstellingen 5. Meerjarenplan 6. Vooropgestelde
Nadere informatie4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING
TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING WOONBELEID REGIO NOORD INHOUD: INHOUD: 1. INLEIDING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijke maatregel HET LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT WERD
Nadere informatieCAW Antwerpen
CAW Antwerpen 2019 1 Visie en Missie CAW Antwerpen Toegankelijke hulpverlening Continuïteit in hulpverleningstrajecten Preventief werken Bijzondere aandacht voor kwetsbare doelgroepen Doelgroep CAW Antwerpen
Nadere informatieEen greep uit de geschiedenis van CAW Artevelde
CAW Artevelde - 6 -jaargang 12 nr. 4 Op 6 februari 1995 werd vzw Pluralistisch Centrum Welzijnswerk regio Gent geboren onder het goeddunkend oog van Kris Coenegrachts en Patrick Seys. In de wieg lagen
Nadere informatieActieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie
DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of
Nadere informatieSteekproef bij jeugdhulpverlaters naar financiële redzaamheid van jeugdhulpverlaters
1 Steekproef bij jeugdhulpverlaters naar financiële redzaamheid van jeugdhulpverlaters Via een steekproef bij Vlaamse jeugdhulpvoorzieningen, stelt Caritas Vlaanderen vast dat de overgang voor jongeren
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/043 ADVIES NR 10/23 VAN 5 OKTOBER 2010, GEWIJZIGD OP 5 APRIL 2011, BETREFFENDE HET MEEDELEN VAN ANONIEME
Nadere informatieIntegraal samenwerken om de behandelingskloof te bestrijden
Integraal samenwerken om de behandelingskloof te bestrijden Preventie van uithuiszetting als succesvolle interventie Prof. dr. Koen Hermans Opbouw presentatie Vertrekpunt: treatment gap in de GGZ in Vlaanderen
Nadere informatie2 DECEMBER Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid
NL einde Publicatie : 13-12-13 VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 2 DECEMBER 13. - Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid
Nadere informatieVan twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam
Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Kwadraat staat voor. kwaliteit, want kwaliteitsvolle zorg vermenigvuldigt als je ze deelt.. het bundelen van de krachten om mensen met een psychische
Nadere informatieInitiatiefvoorstel. Mede gezien de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel en de behandeling in de raadscommissie voor Zorg en Sport;
Gemeenteblad Jaar 2014 Publicatiedatum * Agendapunt * Datum initiatiefvoorstel 21-11-2014 Onderwerp ter instemming van het raadslid mevrouw Femke oosma (GroenLinks) van 21-11-2014, getiteld: Een Toegankelijke
Nadere informatie2010D02442. Lijst van vragen totaal
2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over
Nadere informatieHet sociaal huurbeleid en raakvlakken met welzijn
2011 03 30 Raakvlakken sociaal huurbeleid en welzijn - Marjan Cochez 24/03/2011 Het sociaal huurbeleid en raakvlakken met welzijn Marjan Cochez Dep RWO, afdeling Woonbeleid Regelgeving 1. Kaderbesluit
Nadere informatieAl gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes
Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes Heb je al gehoord van de 107? Niet 101 of 102 of 105 maar 107? gebaseerd op het nummer van het artikel in het KB over de ziekenhuizen die de
Nadere informatiePersmededeling. Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik
Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 8 maart 2012 Persmededeling Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik Vanaf 13 maart bestaat er 1 centraal telefoonnummer
Nadere informatieProvincieraadsbesluit
6 e Directie Dienst 62 Gezondheid Provincieraadsbesluit betreft verslaggever PARTNERGEWELD subsidiëren van 3 centra voor algemeen welzijnswerk voor de hulpverlening in het kader van de integrale projecten
Nadere informatieFlevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks
Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek
Nadere informatieFLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf
FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit
Nadere informatieVoorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid
VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,
Nadere informatieHoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar
Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar Dirk Van Noten en Inne Devos Departement Welzijn, Volksgezondheid en gezin Afdeling Welzijn en Samenleving
Nadere informatieMemorandum. Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Aan Regionaal beleidsteam. Datum 17 februari 2015
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Aan Regionaal beleidsteam Datum 17 februari 2015 Opgesteld door, telefoonnummer Renée Veldkamp, 9534 Onderwerp Ondersteuning voor adreslozen De laatste
Nadere informatieActie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs
FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van
Nadere informatieRECHT OP WONEN VAN MYTHE NAAR ACTIE!
RECHT OP WONEN VAN MYTHE NAAR ACTIE! Naar een toegankelijke woonmarkt voor kwetsbare doelgroepen in de regio Zuid-West-Vlaanderen. Opgemaakt door W13 en partners binnen stuurgroep thuisloosheid: CAW Zuid-West-Vlaanderen,
Nadere informatieBijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg
Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) (Bron: GGD Amsterdam) bevat onder andere het domein huisvesting. Het afwegingskader in deze bijlage is afgeleid van deze zelfredzaamheidsmatrix.
Nadere informatieVzw De Lork Vzw Beschut Wonen De Lariks. Lieve Dekempeneer STUDIEDAG GIBBIS
Vzw De Lork Vzw Beschut Wonen De Lariks Lieve Dekempeneer 1 Ø Vzw De Lork - sector personen met een beperking - Vaph - Verblijf - Dagactiviteiten (ontmoeten werken leren) - Mobiele ondersteuning Ø Vzw
Nadere informatieHEBBEN MENSEN ZONDER PAPIEREN (RECHT OP) TOEGANG TOT PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN?
HEBBEN MENSEN ZONDER PAPIEREN (RECHT OP) TOEGANG TOT PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN? 1. Inleiding Veel mensen die illegaal in België verblijven hebben in de loop van hun leven een aantal traumatische ervaringen
Nadere informatie1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 242 van GRIET COPPÉ datum: 20 januari 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Buitenlandse werkkrachten - Zorgsector Op mijn schriftelijke
Nadere informatieMonitor begeleid wonen Twente 2012
Monitor begeleid wonen Twente 2012 metingen 2009, 2010 en 2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen
Nadere informatieEen voorziening voor bijzondere jeugdzorg verlaten: op zoek naar een plek in de samenleving
Een voorziening voor bijzondere jeugdzorg verlaten: op zoek naar een plek in de samenleving De Cocon 25/11/2016 Veerle Stroobants Het is belangrijk te luisteren naar de strijd die gezinnen in armoede voeren.
Nadere informatieIntegrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak
Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Document opgesteld door: vzw de Keeting vzw Recht-Op Kroonstraat 64/66 Lange Lobroekstraat 34 2800 Mechelen 2060 Antwerpen email: info@dekeeting.be
Nadere informatieGLUREN BIJ DE BUREN. Bestrijding van thuisloosheid Lessen uit Amsterdam
GLUREN BIJ DE BUREN Bestrijding van thuisloosheid Lessen uit Amsterdam EVELIEN DEMAERSCHALK EN KOEN HERMANS Het Nederlandse beleid kan niet zo maar gekopieerd worden naar Vlaanderen maar bevat toch heel
Nadere informatieDaklozenprofiel jan 2012 Gent - acute nachtopvang
Nieuwe sectie 2 Pagina 1 Daklozenprofiel jan 2012 Gent - acute nachtopvang woensdag 1 februari 2012 14:42 493 responses INFORMATIE OVER DE DAKLOZE 1. Hoe oud ben je? Jonger dan 18 jaar 116 24% 18 jaar
Nadere informatieKANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving
KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving Evelyn Verlinde, Annelien Poppe, Dr. Sara Willems Ann DeSmet, Dr. Koen Hermans, o.l.v. Prof. Dr. Jan De Maeseneer Prof. Dr. Chantal Van Audenhove Studiedag
Nadere informatieDe wijzigingen aan het bestaande toewijzingsreglement werden in het geel aangeduid.
De wijzigingen aan het bestaande toewijzingsreglement werden in het geel aangeduid. TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING REGIONAAL WOONBELEID NOORD-WEST BRABANT INHOUD: 1. INLEIDING
Nadere informatie7 juni 2019 Wonen op Maat Samenlevingsopbouw
Wonen op Maat Samenlevingsopbouw Trefdag vermaatschappelijking en wonen Wonen op Maat: algemeen Samenlevingsopbouw ontwikkelt kleinschalige, innovatieve en/of collectieve woonvormen op maat van kwetsbare
Nadere informatieDECREET BETREFFENDE HET ALGEMEEN WELZIJNSWERK - 19 DECEMBER 1997
DECREET BETREFFENDE HET ALGEMEEN WELZIJNSWERK - 19 DECEMBER 1997 PUBLICATIE BELGISCH STAATSBLAD: 17 FEBRUARI 1998 Algemene bepalingen Algemene opdracht, doelstellingen, taken en werkingsprincipes Taken
Nadere informatieDe Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen
De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...
Nadere informatieOpgenomen kunnen worden: (jonge)vrouwen vanaf 18 jaar, alleenstaand of met kinderen.
Scenario 1A: Vrouwenopvang: "24 uur vrouwenopvang" 15 plaatsen crisisvrouwenopvang: 15 plaatsen vrouwenopvang regulier: Opgenomen kunnen worden: (jonge)vrouwen vanaf 18 jaar, alleenstaand of met kinderen.
Nadere informatieInhoud 1. Hoofdstuk 1: Kort verblijf, lang verblijf en vestiging Kort verblijf Lang verblijf Vestiging 11
INHOUD DEEL 1: ALGEMEEN Inhoud 1 Inleiding 5 1.1. Wat u mag verwachten 5 1.2. Wat u in de toekomst nog mag verwachten 6 1.3. Hoe kwam deze publicatie tot stand? 6 Lijst van gebruikte afkortingen 9 DEEL
Nadere informatie