Vragen raadsleden cie. WF n.a.v. te behandelen raadsvoorstellen (inclusief antwoorden)

Transcriptie

1 Vragen raadsleden cie. WF n.a.v. te behandelen raadsvoorstellen (inclusief antwoorden) Raadsvoorstel : Ontwerpbegroting 2011 Servicepunt71 Indiener Nr. Vraag en antwoord VVD 1. Volgens de begroting is in 2011 een herijking van de uitnamen bij de deelnemers voorzien. De VVD neemt aan dat deze ter besluitvorming aan de commissie/raad voorgelegd gaat worden. Als niet, waarom niet? En kunt u aangeven in welke maand de commissie LB deze herijking tegemoet kan zien? Een herijking die leidt tot het wijzigen van de begroting zal te allen tijde worden voorgelegd aan commissie/ raad. De bedoeling is de herijking te verwerken in de ontwerpbegroting Hierover wordt de raad een zienswijze gevraagd. Per saldo geldt dat wat in de begroting van het Servicepunt71 wordt gebracht, moet corresponderen met dat wat in de begroting van de gemeenten voor hetservicepunt71 wordt geoormerkt. VVD 2. In welke maand kan de commissie LB de begroting 2012 tegemoet zien? In oktober 2011 kan de commissie LB de begroting 2012 tegemoet zien. Inmiddels is van de provincie uitstel hiervoor verkregen, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor het toezicht. VVD 3. U geeft aan dat het risico van ontstane afwijkingen t.o.v. het financieel kader bedrijfsplan door middel van een strakke bewaking van de lasten en monitoring op de inkoopvoordelen + besparingen beheerst zal worden (p.22). Op welke wijze gaat u deze bewaking en monitoring doen? En op welke wijze gaat u de commissie LB op de hoogte houden van deze bewaking/monitoring en het al dan niet slagen van de beheersingsmaatregelen? Binnen de projectorganisatie van het Servicepunt71 is projectcontrol een belangrijke taak, omdat daarmee het financieel kader van het bedrijfsplan kan worden bewaakt. Over de stand van zaken zal op de afgesproken momenten worden gerapporteerd. Hoewel inkoop vooruitlopend op overgang naar het Servicepunt71 nu formeel nog onder verantwoordelijkheid van de gemeente Leiden opereert, houdt het Servicepunt71 vinger aan de pols over de door inkoop begeleide aanbestedingsprocedures. De resultaten van de procedures worden aan de gemeenten bekend gemaakt, zodat zij voor zichzelf het daadwerkelijk te realiseren inkoopvoordeel kunnen bepalen. Ook hierover zal op de afgesproken momenten worden gerapporteerd. VVD 4. In 2011 worden de budgetten t.a.v. inbreng in formatie en materiële kosten herijkt (p.22 onderaan). Betreft dit dezelfde herijking als bedoeld op pagina 21 onder 'De stelpost loon- en prijscompensatie'? Als nee, in welke maand vindt deze herijking plaats en wanneer kan de commissie LB deze herijking tegemoet zien? Ja, dit betreft dezelfde herijking, zie verder antwoord bij vraag 1. VVD 5. In paragraaf 4 is vermeld dat de financiële gegevens in de begroting aansluiten bij de financiële gegevens uit het bedrijfsplan. De VVD maakt hieruit op dat, m.u.v. de verschuiving van de overige kosten (minus de transitiekosten en de kosten voor programma Directie en Uitvoering) naar 2012, deze begroting conform de begroting als in het bedrijfsplan is en dat daarmee in deze begroting nog steeds uitgegaan wordt dat de verwachte besparingen in jaar 5 volledig haalbaar zijn. Kunt u deze analyse onderschrijven? Zo nee, waarom niet? 1

2 Deze analyse onderschrijven we. Alleen jaar 5 is in de tijd gezien een jaar later, omdat Servicepunt71 in 2011 gefaseerd start. Alle organisatie onderdelen zijn pas per 1 januari 2012 onder de nieuwe organisatie Servicepunt 71 gebracht. Voor de goede orde merken wij op dat het grootste deel van de verwachte inkoopbesparingen bij de gemeenten zelf moeten worden gerealiseerd, een maar voor een klein deel door het Servicepunt71 zelf. Slechts dit deel is uiteraard in deze begroting verwerkt. VVD 6. U geeft aan dat in de voortgangsrapportages over 2011 nader op de risico's ingegaan zal worden. In welke frequentie komen deze voortgangsrapportages uit? En stuurt u deze voortgangsrapportages ook naar de commissie LB? Voortgangsrapportages zullen 1 à 2 keer per jaar verschijnen. Het is aan de deelnemende gemeenten of zij dit aan de Raad/ commissie LB voorleggen. Het college zal u informeren wanneer de voortgangsrapportages van het Servicepunt71 daartoe aanleiding geeft in de reguliere planning & control cyclus. VVD Hoewel u in de begroting 2011 aangeeft dat de risico's op dit moment onvoldoende bekend zijn om de kans en financiële impact te beoordelen, heeft de VVD nog wel enkele vragen over de genoemde risico s: 7. T.a.v. het risico 'Bezuiniging door gemeenten': wanneer denkt u ongeveer inzichtelijk te hebben of en in welke mate dit risico zich voor zal doen? Hoewel de voorgenomen herijking in opzet beperkt is, kan het zo zijn dat als de gemeenten moeten bezuinigen dit ook gevolgen heeft voor het Servicepunt71. Destijds is afgesproken dat vanaf 2012 een aantal gemeenschappelijke regelingen 5% dienen te bezuinigen als bijdrage aan de grote bezuinigingsopgaaf die gemeenten en ook Leiden heeft. Dit zou ook kunnen gelden voor het Servicepunt71. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat in de plannen van het Servicepunt71 door verbetering van haar bedrijfsvoering al rekening wordt gehouden met een besparing van 7% ten opzichte van de huidige kosten. Of en in hoeverre het risico werkelijkheid wordt zal niet eerder dan bij de herijking blijken. VVD 8. T.a.v. het risico 'btw-effect': wanneer denkt u ongeveer inzichtelijk te hebben of en in welke mate dit risico zich voor zal doen? Het btw-effect zal zich waarschijnlijk voordoen. Het risico bedraagt circa Oorspronkelijk was uitgegaan van een zogenaamde transparantieregeling, waarbij in principe Servicepunt btw-vrij werkt. De beperkte btw die Servicepunt betaalt zou dan doorgeschoven kunnen worden naar de deelnemende gemeenten ter compensatie. Eind vorig jaar is echter in een vergelijkbare situatie door de belastingdienst deze constructie aangepakt. Dit betekent dat in ieder geval een deel van de werkzaamheden btw belast zal zijn. Deze btw kan de gemeente dan voor ongeveer 97% terugvragen. Een voorstel voor de belastingdienst is op dit moment in voorbereiding, waarbij de mogelijkheid bestaat dat Servicepunt haar werkzaamheden geheel met btw doorbelast. PvdA 9. Bij welke uitgaven binnen Drechtsteden mocht de btw niet worden verrekend? Oorspronkelijk was net als bij Drechtsteden uitgegaan van de zogenaamde transparantieregeling, waarbij in principe het Servicepunt71 voor een deel btw-vrij zou werken. De beperkte btw die Servicepunt betaalt zou dan doorgeschoven kunnen worden naar de deelnemende gemeenten ter compensatie. Eind vorig jaar heeft de Belastingdienst deze constructie bij Drechtsteden ter discussie gesteld. Het niet meer mogen toepassen van deze constructie betekent dat in ieder geval een deel van de werkzaamheden btw belast zal zijn. Deze btw kan de gemeente dan voor ongeveer 97% 2

3 terugvragen. Het effect doet zich met name voelen bij kosten van de formatie. Deze zullen in afwijking van de huidige situatie met btw doorbelast moeten worden, terwijl de in rekening gebrachte btw voor Leiden dan voor 97% kan worden teruggevorderd. 3% is dan niet compensabel. PvdA 10. Btw-effect treedt niet op bij Servicepunt71 maar bij deelnemende gemeenten. Heeft de gemeente voor dit risico (dat reëel lijkt te zijn) een voorziening? Zo nee, wanneer krijgt de raad daarover nadere informatie / een voorstel? Gemeente Leiden heeft hiervoor geen voorziening. In de B&W nota en het raadsvoorstel bij de vaststelling van de ontwerpbegroting 2011 van Servicepunt71 (RV ) is voorgesteld om dit structurele nadeel te melden bij de perspectiefnota. B&W-besluit in dit kader was om te onderzoeken of toch de doorschuifmethode mogelijk is. Op dit moment zijn de gesprekken hierover met de Belastingdienst nog niet afgerond. PvdA 11. Hebben er al ambtenaren die over gaan naar Servicepunt71 ontslag genomen? Zo ja hoeveel? En om welke functies gaat het? Voor zover wij weten hebben nog geen ambtenaren, die naar het Servicepunt71 over zouden gaan, om deze reden ontslag genomen en een andere werkgever gezocht. De formele overgang van ambtenaren naar het Servicepunt71 wordt in oktober 2011 geregeld. De ambtenaren die overgaan, ontvangen dan hun aanstellingsbrief bij het Servicepunt71 tegelijk met een ontslagbrief van hun gemeente. Raadsvoorstel : Beschikbaar stellen krediet t.b.v. vervanging koelinstallatie Tweelinghuis Indiener Nr. Vraag en antwoord PvdA 1. Waarom is niet ten tijde van het vaststellen van het bedrijfsplan al de mogelijkheid van flexwerken en de benodigde koeling onderzocht en daarin meegenomen? Te tijde van het vaststellen van het bedrijfsplan is gekozen voor flexwerken. Daarvoor zijn investeringen voor de binnenkant van het pand opgenomen, omdat uit ervaringen elders in het land gebleken is dat flexwerken specifieke investeringen vraagt. Het hierbij gereserveerde budget uit het bedrijfsplan van 1 mln is gebaseerd op normen van een vergelijkbare situatie, waarbij de prijs voor een flexwerkplek als basis is opgenomen. Die is duurder door bijvoorbeeld vereiste verstelmogelijkheden van het meubilair en de noodzaak van een aangepaste inrichting. Installatietechnisch is er toen niet verder gekeken. Bij een verder uitwerken van de situatie door onderzoek van Berenschot, ondersteund door bouwtechnische deskundigheid, is gebleken dat de installaties ook aangepast moeten worden om verantwoord te kunnen flexwerken op een juist ARBO niveau. PvdA 2. Waarom moet de gemeente betalen voor het flexwerken door een feitelijk externe organisatie? Wat staat hierover in de huurovereenkomst? Wanneer is de huurovereenkomst gesloten? Een huurovereenkomst is nog niet gesloten. Tijdens het opstellen van het bedrijfsplan zijn duidelijk afspraken gemaakt tussen verhuurder en huurder, die aldaar zijn vastgelegd. Zo zijn de prijzen vastgesteld als aangegeven in het raadsvoorstel. Ook is vastgelegd dat wettelijke (huisvesting)normen en andere relevante normen worden gehanteerd (blz. 6 van het bedrijfsplan) Onder het hoofdstuk huisvesting is verder opgenomen : Het SSC hanteert per service eenheid het principe van flexibele werkplekken (zogenaamde 3

4 flexplekken). Een flexplek is een werkplek binnen het SSC of bij de klant op locatie waar iedere SSC medewerker kan gaan zitten en werken. Door op een dergelijke plek in te loggen, heeft de SSC medewerker te allen tijde de beschikking over de voor hem relevante programma s en bestanden om zijn werkzaamheden te verrichten. Doordat in dit gebouw de ICT infrastructuur waaronder de serverruimte al aanwezig is, alsmede op facilitair gebied diverse voorzieningen reeds zijn getroffen (onder meer ingerichte vergaderruimten, geplaatste koffieapparaten), zijn de verhuiskosten naar dit gebouw beperkt. (blz. 78 van het bedrijfsplan). Concluderend kan gesteld worden dat het begrijpelijk is dat de huurder ervan uitging dat het Tweelinghuis wat betreft infrastructuur en installaties geschikt was voor flexwerken, zodat een extra bijdrage vragen voor onderhavige extra investering niet vanzelfsprekend is. PvdA 3. Graag een exemplaar van de huurovereenkomst tussen de gemeente en Servicepunt71. Er is nog geen schriftelijke huurovereenkomst. Het Tweelinghuis is ook nog niet door het Servicepunt71 betrokken. Zie verder het antwoord op vraag 2. PvdA 4. Er zit blijkbaar lucht in de besparingsdoelstellingen nu de inkoopdoelstelling met ,- kan worden verhoogd. In welke andere doelstellingen zit nog meer lucht? Waarom is de besparingsdoelstelling niet ambitieuzer neergezet? Graag een uitgebreid antwoord. Er zit geen lucht in de taakstelling op inkoop. Het totaal te bereiken bedrag aan besparingen blijft gelijk. Alleen wordt de besparing sneller bereikt, omdat vooruitlopend op de vorming van Servicepunt71 reeds begonnen is met gezamenlijk inkopen. Dat betekent dat de besparingen de eerste jaren naar verwachting wat hoger zijn dan origineel begroot, maar na enkele jaren op het structureel begrote taakstellingsbedrag blijven. Daarmee geeft dit wel voldoende ruimte om de kapitaalslasten van de eerste drie jaar te dekken. Op dit moment zien wij geen andere taakstellingen die eerder gerealiseerd kunnen worden of uiteindelijk hoger kunnen uitvallen. De besparingsdoelstelling was reëel neergezet. Op dat moment kon nog niet met zekerheid vastgesteld worden dat de inkoopafdeling versneld kon worden neergezet. PvdA 5. Wanneer wordt de compensatie van de btw met de Belastingdienst geformaliseerd? Wat als dit niet lukt? Oorspronkelijk was uitgegaan van een zogenaamde transparantieregeling, waarbij in principe Servicepunt btw-vrij werkt. De beperkte btw die Servicepunt betaalt zou dan doorgeschoven kunnen worden naar de deelnemende gemeenten ter compensatie. In deze situatie zou de huur ook btw-vrij zijn. Dan is de btw op de investering niet aftrekbaar. Eind vorig jaar is echter in een vergelijkbare situatie door de belastingdienst deze constructie aangepakt. Dit betekent dat in ieder geval een deel van de werkzaamheden btw belast zal zijn. Deze btw kan de gemeente dan voor ongeveer 97% terugvragen. Een voorstel voor de belastingdienst is op dit moment in voorbereiding, waarbij de mogelijkheid bestaat dat Servicepunt haar werkzaamheden geheel met btw doorbelast. In dat geval is de btw op de investering aftrekbaar. Naar verwachting zal dit de uitkomst worden. D66 6. Voor de dekking van de kapitaallasten ten behoeve van de vervanging van de koelinstallatie van het Tweelinghuis wordt voorgesteld om de taakstelling op de inkoop te verhogen. Is er gekeken naar een alternatieve vorm van financiering in plaats van de taakstelling op de inkoop? Zo nee, waarom niet en zou dit alsnog kunnen gebeuren? Zo ja, welke zou dit kunnen zijn? Er is naar gezocht om de dekking zo dicht mogelijk bij het Servicepunt71 zelf te houden. In dit 4

5 kader is gesondeerd bij de deelnemende gemeenten of zij de eerste jaren extra zouden willen bijdragen. Dan zouden zij echter problemen hebben om aan te tonen dat de doelstelling van de samenwerking gehaald wordt. Het antwoord was dan ook duidelijk afwijzend. Bovendien was door Leiden toegezegd dat het Tweelinghuis zou voldoen aan de aan flexwerken verbonden randvoorwaarden. Incidentele dekking uit de concernreserve is in dit geval niet gewenst, omdat de dekking voor 3 jaar gevonden moet worden en de concernreserve per jaar wordt vastgesteld. Binnen het Servicepunt71 is in de eerste 3 jaar ruimte om frictiekosten van gemeenten door leegstand of inrichting van werkplekken voor Servicepunt71-medewerkers te dekken. Na die periode valt dit bedrag vrij. Het aandeel in de vrijval voor Leiden is voldoende om vanaf dat moment de kapitaallasten verbonden aan de investering in de klimaatinstallatie voor het Tweelinghuis te dekken. Het gaat derhalve om een incidentele dekking van de benodigde kapitaallasten. Daarom geven er de voorkeur aan om op deze wijze in de dekking te voorzien. D66 7. De vergelijkbaarheid tussen erfpacht en liggeld roept de vraag op of het college van plan is om het liggeld af te schaffen, net zoals de erfpacht is afgeschaft (en om bestaande betalers van liggeld in staat te stellen dit af te kopen)? Zo nee, wat is dan het verschil tussen beide lasten? In Leiden is de erfpacht niet afgeschaft, er wordt wel niet meer in erfpacht uitgegeven en bestaande erfpachtconstructies kunnen worden afgekocht. Het College is niet van plan bestaande ligplaatsen te verkopen. Bovendien is lang niet al het water in Leiden in handen van de gemeente. Veel woonbootbewoners betalen liggeld aan derden. De vergelijking tussen erfpacht en liggeld is een vergelijking in het licht van het bijdragen aan de algemene middelen van de gemeente via de OZB en de RRB. In die zin zijn erfpacht en liggeld vergelijkbaar als vergoeding aan de eigenaar van de grond/het water waar de woning op staat/ligt. D66 8. Heeft het college andere inzichten dan het vorige college over de verhouding kosten/ opbrengsten van de RRB? Naar de mening van mijn fractie strandde invoering van de RRB juist op het feit dat 40% van de opbrengsten moest worden gebruikt om de kosten van inning te dekken. Er zijn op dit moment geen andere inzichten in de kostenverhoudingen. Dat wil zeggen dat verwacht mag worden dat er invoeringskosten zullen zijn en dat vanuit de (vertegenwoordigers van de) woonbootbewoners in het eerste jaar van heffing acties zullen worden gevoerd, in die zin dat men massaal bezwaar zal indienen tegen een vastgestelde waarde. Mede daarom zullen het eerste jaar de inkomsten per saldo laag zijn. De verwachting is dat in de jaren daarna de perceptiekosten langzaam op het niveau zullen komen van de perceptiekosten van een walwoning, aangezien de werkzaamheden die verricht moeten worden niet wezenlijk anders zijn. In Amsterdam, waar al langere tijd RRB wordt geheven, is deze ontwikkeling (van afnemende perceptiekosten na invoering) ook zichtbaar geweest. Overigens is de invoering van de RRB per 1 januari 2008 niet gestrand vanwege de perceptiekosten. Het voorstel tot invoering is in mei 2007 in de raadscommissie aan de orde geweest. Er was toen een meerderheid voor invoering van de RRB. Het onderwerp is controversieel verklaard na de val van het college later dat jaar. Vervolgens is het niet meer op de agenda gekomen. Nu verwacht mag worden dat de perceptiekosten voor OZB en RRB op termijn (ongeveer) gelijk zullen uitkomen, zult u als Raad moeten afwegen of de hogere eenmalige invoeringskosten aanleiding zijn af te zien van invoering van de RRB. Ten aanzien van de kosten als gevolg van het massaal indienen van bezwaarschriften als actievorm, zou u zich als Raad kunnen afvragen of een dergelijke actie, maar dan landelijk bv. op initiatief van de Vereniging Eigen Huis ten aanzien van woningen op de wal, voor u aanleiding zou zijn om de OZB af te schaffen. In de totaalafweging zult u naar de mening van het College tot de conclusie moeten komen, dat wonen op het water en aan wal niet gelijk is, maar dat de verschillen niet dusdanig zijn dat woonbootbewoners blijvend vrijgesteld zouden moeten worden van het bijdragen aan de algemene middelen van de gemeente. 5

6 GL 9. Welk percentage van de huishoudens die OZB betalen, betalen ook erfpacht aan de gemeente over de betreffende grond? Iedereen die de grond onder zijn huis niet in bezit heeft maar in erfpacht, dient jaarlijks de zgn. erfpachtcanon te voldoen. In Leiden gaat het om ongeveer 20% van de walwoningen. Het College verzet zich tegen de indruk van dubbele belasting die uitgaat van het woordje ook in de vraagstelling. Voor een juiste vergelijking wordt hier kortheidshalve verwezen naar onze brief. GL 10. Welk percentage van de huishoudens die OZB betalen, betalen ook huur aan de gemeente over de bij hun onroerend goed behorende extra grond zoals een tuin? Iedereen die met toestemming gemeentegrond in gebruik neemt, dient hiervoor aan de gemeente een vergoeding te betalen, dus ook woonbootbewoners. Het College verzet zich tegen de indruk van dubbele belasting die uitgaat van het woordje ook in de vraagstelling. Voor een juiste vergelijking wordt hier kortheidshalve verwezen naar onze brief. Ongeveer 1 op de 200 walwoningen hebben op die manier een stukje gemeentegrond in gebruik. Bij veel woonboten is (ooit) aanpalende grond aan de wal zonder toestemming van de gemeente in gebruik genomen. Dergelijke situaties zijn soms achteraf gelegaliseerd, deels zijn deze situaties nog steeds niet-legaal. (Of legalisatie alsnog overwogen moet worden is een vraag die buiten de discussie over de RRB valt. Wel kan deze vraag weer actueel worden bij bijvoorbeeld het plan voor de groene singels.) GL 11. Welk percentage van de huishoudens die in aanmerking komen om de RRB te gaan betalen, betalen op dit moment al liggeld aan de gemeente over de ruimte die dat roerend goed inneemt? Circa 60 tot 65%. Het restant ligt in water dat niet in eigendom is van de gemeente. Het College verzet zich tegen de indruk van dubbele belasting die uitgaat van het woordje al in de vraagstelling. Voor een juiste vergelijking wordt hier kortheidshalve verwezen naar onze brief. GL 12. Welk percentage van de huishoudens die in aanmerking komen om de RRB te gaan betalen, betalen op dit moment al precario aan de gemeente over de over de bij dat roerend goed behorende extra grond zoals een tuin? Van de woonboten betaalt 45% precario voor het in gebruik hebben van gemeentegrond t.b.v. een tuin. Het College verzet zich tegen de indruk van dubbele belasting die uitgaat van het woordje al in de vraagstelling. Voor een juiste vergelijking wordt hier kortheidshalve verwezen naar onze brief. 6