UNIVERSITEIT VAN TILBURG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT VAN TILBURG"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT VAN TILBURG Modernisering van de vrijstelling voor betalingsverkeer Onderzoek naar de reikwijdte en toepassing van de vrijstelling ten behoeve van het moderne betalingsverkeer Naam: A.W. Groeneweg Adres: Lunterenstraat WH Tilburg Telefoonnummer: Studierichting: Fiscale Economie ANR: Examencommissie: Mr. drs. I.H.T. Reiniers Mr. dr..a.j. van Doesum Mr. dr. G.J. van Norden Datum: Mei 2011

2 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen 4 H1 Inleiding Motivering van het onderwerp Probleemstelling Plan van aanpak 6 H2 Btw belastingplichtige Inleiding Belastingplicht voor de btw Btw-ondernemerschap algemeen Inleiding Ieder Zelfstandig Economische activiteit Begin belastingplicht Einde belastingplicht De overheid als belastingplichtige Fiscale Eenheid Algemeen De financiële, economische en organisatorische verwevenheid Vrijstellingen Algemeen SUFA Consequentie van vrijstellingen Effect van een vrijstelling Consequentie voor belastingplichtigen Consequentie voor particulieren Vrijstelling voor betalingsverkeer Combinatie van prestaties Samenvatting 13 H3 Arresten over de reikwijdte van de vrijstelling van het betalingsverkeer Inleiding SDC-arrest Situatieschets Behandeling door het HvJ Toepassingsbereik van de vrijstelling voor betalingsverkeer Kenmerkend en essentieel voor handelingen inzake betalingsverkeer Kenmerkend en essentieel materiële, administratieve of technische dienst 17 1

3 3.3 CSC-arrest Situatieschets Behandeling door het HvJ Juridische en financiële wijziging Handelingen inzake waardepapieren Bemiddeling Samenvatting 20 H4 Arresten over de uitzondering van de vrijstelling voor betalingsverkeer Inleiding Axa-Denplan Situatieschets Behandeling door het HvJ Één of meerdere prestaties Uitleg vrijstelling voor betalingsverkeer Uitzondering van de vrijstelling voor betalingsverkeer Everything Everywhere Ltd Situatieschets Behandeling door het HvJ Inning en invordering Samenvatting 25 H5 Moderne vormen van betalen Inleiding ideal Inleiding Handelingen van ideal Valt de prestatie van ideal onder de reikwijdte van artikel 135 lid 1 onderdeel d van 28 de Btw-richtlijn? 28 betalingsverkeer? Belastingplicht SDC en CSC arrest Overmaking inzake betalingsverkeer Materiële, ondersteunende of technische dienst Axa Denplan en Everything Everywhere Ltd Axa Denplan Everything Everywhere Ltd Rechtstreekse vergoeding van de klant aan ideal Zou de prestatie van ideal onder de reikwijdte van artikel 135 lid 1 onderdeel d 31 van de Btw-richtlijn moeten vallen? Inleiding Ontwikkelingen in het betalingsverkeer Kenmerkende en essentiële handeling 31 2

4 5.6 Samenvatting 32 H6 Aanbevelingen en conclusie Herziening van de Financial Services Inleiding Richtlijn en verordening Betere definities Mijn aanbevelingen voor de herziening van de FS Betere definitie Inning van schuldvorderingen Conclusie 36 Literatuurlijst 38 Jurisprudentie 39 3

5 Lijst van gebruikte afkortingen art. artikel(en) BACS Bankers Automated Clearing System BNB Beslissingen in Belastingzaken. Nederlandse Belastingrechtspraak btw belasting over de toegevoegde waarde Btw-richtlijn Richtlijn van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, nr. 2006/112/EG, PB L347 BV besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Commissie Europese Commissie CPSP Collecterende Payment Service Provider derde landen landen die geen lid zijn van de Europese Unie EG Europese Gemeenschappen EEG Europese Economische Gemeenschap EK Eerste Kamer der Staten-Generaal EU Europese Unie FED Fiscaal Weekblad FED FS Financial Services GBP Pond Sterling Hof Gerechtshof HvJ Het tot het HvJ van de Europese Unie behorende HvJ; de afkorting wordt ook gebezigd voor zover het gaat om het HvJ van de Europese Gemeenschappen, zoals het HvJ vóór 1december 2009 heette HR Hoge Raad der Nederlanden jo. juncto lidstaten de lidstaten van de Europese Unie nr. Nummer NV Naamloze Vennootschap OB Omzetbelasting r.o. rechtsoverweging TC Tariefcommissie V-N Vakstudie Nieuws vrijstelling van het betalingsverkeer artikel 135 lid 1 sub d van de Btw-richtlijn, alsmede kenbaar onder oudere versies: artikel 13 B, sub d, 3 van de Zesde Richtlijn vof vennootschap onder firma Wet OB 1968 Wet op de Omzetbelasting 1968 WFR Weekblad Fiscaal Recht Zesde Richtlijn Zesde richtlijn betreffende de harmonisatie van de wetgeving der lidstaten inzake omzetbelasting Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, nr. 77/388/EEG, vastgesteld op 17 mei 1977, PbEG 1977, nr. L 145, zoals daarna diverse malen gewijzigd 4

6 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Motivering van het onderwerp In 1977 is de Zesde richtlijn aangenomen. Hierin was de vrijstelling van het betalingsverkeer opgenomen onder artikel 13 onderdeel B ten 3 e. Deze vrijstelling is ook in de Btw-richtlijn uit 2007 onveranderd gebleven. Ondertussen is de wereld inclusief het betalingsverkeer veel veranderd. Zo is het pinnen geïntroduceerd in 1985, het betalen via internet wordt steeds populairder en in 2012 kan je voortaan je boodschappen betalen via je mobiel. 1 Daarnaast zal de Nederlandse pinpas plaats moeten maken voor een Europese betaalpas. 2 Er verschijnen dus steeds nieuwe vormen van betalingsmethoden. De vrijstelling is te vinden onder artikel 135 lid 1 sub d van de Btw-richtlijn (vrijstelling voor betalingsverkeer). Dit artikel is echter niet meegegaan met de tijd. Hierdoor ontstaan er problemen betreffende de reikwijdte en de uitleg van de vrijstelling voor betalingsverkeer. De financiële vrijstellingen van de Btw-richtlijn worden momenteel herzien door de Europese Commissie. 3 In deze scriptie zal ik aanbevelingen geven voor de herziening van de vrijstelling voor het betalingsverkeer. Ik heb de modernisatie van de vrijstelling van het betalingsverkeer als scriptieonderwerp gekozen omdat ik zelf een voorstander ben van deze nieuwe betalingsmethoden zoals het internetbankieren en het betalen via de mobiel. Naar mijn mening heb je meer keuzevrijheid als je iets via internet bestelt dan wanneer je naar de stad gaat. Daarnaast zijn deze nieuwe betalingsmethoden eenvoudig te hanteren. Ik ben van mening dat er overwogen moet worden of deze nieuwe betalingsmethoden moeten worden inbegrepen in de vrijstelling. 1.2 Probleemstelling Het chartaal geld verliest zijn aandeel in het betalingsverkeer door de technische ontwikkelingen. Hierdoor zijn er vragen en problemen ontstaan betreffende de vrijstelling van het betalingsverkeer. Deze vragen hebben betrekking op het wel of niet meenemen van het elektronische betalingsverkeer in de vrijstelling. In deze scriptie zet ik het probleem uiteen en aan de hand van het onderzoek zal ik mijn aanbevelingen geven. Aan de hand hiervan is er een probleemstelling vastgesteld: 1 Mobiele Telefoon, 2 Waarom Sepa?, 3 A. van Dalen, Vrijstelling voor financiële prestaties grondig herzien, Btwbrief, nr , p. 7. 5

7 Wat is de huidige reikwijdte van de vrijstelling van artikel 135 lid 1 onderdeel d van de Btw-richtlijn en passen de moderne betaalmethoden in deze vrijstelling?zo nee, zouden de moderne betaalmethoden daarin moeten passen? 1.3 Plan van aanpak Voordat de problemen over de moderne betalingsmethoden besproken worden, zal ik in hoofdstuk 2 uiteen zetten wanneer iemand belastingplichtig is voor de btw. Daarna wordt de vrijstelling van artikel 135 lid 1 sub d van de Btw-richtlijn geïntroduceerd. Vervolgens zet ik uiteen wat de gevolgen van een btw vrijstelling zijn. Ten slotte wordt het probleem van combinatie van prestaties besproken. In hoofdstuk 3 ga ik de reikwijdte van artikel 135 lid 1 sub d btw-richtlijn bespreken. Eerst wordt het probleem betreffende de nieuwe betalingsmethoden beschreven. Vervolgens komt het SDC en het CSC arrest aan bod. Eerst zal ik in ieder arrest een situatieschets geven. Vervolgens wordt er gekeken naar de invloed van het arrest op de toepassing van de vrijstelling. In hoofdstuk 4 zal de uitzondering van de vrijstelling centraal staan: de inning van schuldvorderingen. 4 Hierbij behandel ik eerst Axa-denplan arrest. Vervolgens wordt het Everything Everywhere Ltd. arrest besproken. Ook hier zal ik de arresten uitleggen aan de hand van een situatieschets, waarna de invloed van de arresten op de vrijstelling wordt bepaald. In hoofdstuk 5 introduceer ik een voorbeeld van de moderne vormen van betalen. Ik zal voornamelijk het internetbankieren behandelen, dat zal gebeuren aan de hand van Ideal Daarbij wordt er gekeken naar de huidige toepassing van de vrijstelling. Daarna behandel ik of deze vorm van betalen in moet worden begrepen bij de vrijstelling. Ten slotte zal ik in hoofdstuk 6 de herziening van de Financial Servecis aankaarten. Daarna zal ik mijn aanbevelingen geven omtrent probleem. Ten slotte sluit ik af met mijn conclusie. 4 Art. 135 lid 1 sub d van de Btw-richtlijn. 6

8 Hoofdstuk 2 Btw belastingplichtige 2.1 Inleiding Voordat de vraag aan de orde komt of de vrijstelling voor betalingsverkeer kan worden toegepast moet er gekeken worden naar de belastingplicht voor de btw. De vrijstelling kan alleen worden toegepast wanneer de dienst wordt verricht door een belastingplichtige. In dit hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan dit begrip, daarna zal ik vrijstellingen in het algemeen behandelen en de consequentie van een vrijstelling en de vrijstelling voor het betalingsverkeer. Ten slotte behandel ik de combinatie van prestaties. 2.2 Belastingplicht voor de btw Btw-ondernemerschap Inleiding In de btw-richtlijn staat een andere beschrijving van het begrip belastingplichtige dan in de wet op de omzetbelasting. Zo wordt er in art. 9 van de Btw-richtlijn gesproken over een belastingplichtige, dit artikel kent de volgende definitie: als belastingplichtige wordt beschouwd, een ieder die, op ongeacht welke plaats, zelfstandig een economische activiteit verricht, ongeacht het winstoogmerk. Art. 7 van de Wet OB 68 hanteert het begrip ondernemer en definieert dat als volgt: ondernemer is ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent. Dit heeft echter geen effect op de toepassing van deze begrippen, omdat het Nederlandse begrip ondernemer dezelfde betekenis kent als het Europese begrip belastingplichtige en daarom moeten deze begrippen hetzelfde worden uitgelegd. 5 Hieruit blijkt dus dat het Europese begrip het uitgangspunt is voor de kwalificatie van een belastingplichtige. In de volgende subparagrafen zal alles zoveel mogelijk worden uitgelegd aan de hand van de Europese begrippen Ieder Een ieder is het eerste deel voor de kwalificatie van een belastingplichtige. Het begrip kent een ruime uitleg. 6 Zo bevat zij: natuurlijke personen, rechtspersonen en samenwerkingsverbanden. Onder 5 HR 2 mei 1984, nr , BNB 1984/ HR 5 januari 1983, nr , BNB 1983/76. 7

9 samenwerkingsverbanden wordt verstaan: vennootschap onder firma (in nieuw recht een Openbare Vennootschap ), verenigingen, maatschappen enzovoorts. Een samenwerkingsverband is een combinatie van natuurlijke of rechtspersonen. Het samenwerkingsverband wordt gezien als één ondernemer, in plaats van twee aparte ondernemers. 7 Echter is er wel een voorwaarde gehangen aan het aanmerken van deze combinatie als een ieder, de twee personen moeten kenbaar zijn als combinatie en zodanig als een combinatie naar buiten treden Zelfstandig De zelfstandigheideis is vastgesteld om zo te voorkomen dat werknemers ook worden gekwalificeerd als belastingplichtigen voor de btw. De Btw-richtlijn stelt twee eisen voor de zelfstandigheid. Ten eerste sluit zij alle personen uit die met een werkgever een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan. Ten tweede sluit art. 10 van de Btw richtlijn personen uit die een andere juridische band hebben waaruit een verhouding van ondergeschiktheid ontstaat ten aanzien van de arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden en de verantwoordelijkheid van de werkgever. Zo was dat in de volgende zaak. Het betrof een handelsagente die maar één opdrachtgever had. Daardoor voldeed zij niet aan de tweede eis van art. 10 van de Btw-richtlijn. Zij werkte wel als zelfstandige, maar werd volgens de btw-richtlijn niet als zelfstandige aangemerkt, met als gevolg dat zij geen btw belastingplichtige was. 9 Vervolgens bestaat het probleem van een directeur-grootaandeelhouder. Want deze is in dienst van de vennootschap maar die treedt ook op namens de vennootschap. Het HvJ heeft hen gekwalificeerd als niet-belastingplichtige. 10 Dat was voornamelijk om de reden dat de directeur-grootaandeelhouder geen bedrijfsrisico mocht lopen Economische activiteit De beschrijving van een economische activiteit is geregeld in de Btw-richtlijn zelf. Zo staat er in art. 9.1 van de Btw-richtlijn het volgende: als economische activiteit wordt beschouwd, alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, landbouw, en de uitoefening van vrije of daarmede gelijkgestelde beroepen. Als economische activiteit wordt in het bijzonder beschouwd de exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. Uit jurisprudentie blijkt echter nog een voorwaarde aan het begrip economische activiteit, waarmee de uitleg ervan iets is beperkt. Het 7 Van Hilten & Van Kesteren 2010, p TC 28 november 1977, O 68, BNB 1978/89. 9 Hof Leeuwarden 8 januari 1993, nr. 91/0292, BNB 1994/ HvJ EG 18 oktober 2007, nr. C-355/06 (Van der Steen), V-N 2007/

10 betreft namelijk de handelingen die om niet zijn gepresteerd. Dat betekent dat ze zonder vergoeding zijn verstrekt. Hiervan was sprake bij het Hong Kong arrest. In dit arrest verstrekte het bedrijf gratis voorlichtingen en inlichtingen aan andere ondernemers. Het HvJ oordeelde dat een prestatie om niet niet kan worden gekwalificeerd als een economische activiteit. 11 Daarnaast is een prestatie tegen een symbolische vergoeding ook geen economische activiteit. 12 Dus indien een persoon enkel prestaties om niet of tegen een symbolische vergoeding verricht voldoet zij niet aan het criteria van de economische activiteit, met als gevolg dat zij niet belastingplichtig is. Het streven naar opbrengst is dus van belang Begin belastingplicht Wanneer begint nu eigenlijk de belastingplicht? Dit is vastgesteld in het Rompelman arrest. Het ondernemerschap begint al bij de eerste investering. De voorwaarde is dat dit moet worden bewezen aan de belastingdienst door middel van objectieve gegevens. 13 De bewijslast van de objectieve gegevens ligt geheel bij de belanghebbende Einde belastingplicht Als er een begin van de belastingplicht is, dan is er ook een einde van de belastingplicht. Het einde van de belastingplicht is geregeld in de arresten Rompelman en Fini H. Een persoon blijft belastingplichtig tot de allerlaatste handeling is voltooid. Zo is de verkoop van het bedrijfspand nadat de onderneming is gestopt nog steeds een handeling die onderdanig is aan de omzetbelasting De overheid als belastingplichtige Artikel 13 van de Btw-richtlijn gaat over de belastingplicht van de overheid. Daarin staat dat de overheid niet als belastingplichtige wordt aangemerkt wanneer zij werkzaamheden of handelingen verricht als overheid. Omdat het handelen als overheid niet in de Zesde Richtlijn is uitgewerkt, heeft het HvJ heeft het handelen als overheid verduidelijkt in het arrest: Carpaneto Piazentino. De overheid handelt als overheid wanneer zij: optreedt as publiekrechtelijk lichaam, handelt in het kader van het specifiek voor haar geldende juridisch regime, met uitzondering van de werkzaamheden 11 HvJ 1 april 1982, nr. 89/81 (Hong Kong), BNB 1982/ HR 11 februari 2005, nr , BNB 2005/ HvJ 14 februari 1985, nr. 268/83 (Rompelman), FED 1985/ HvJ 11 juli 1991, nr. C-97/90 (Lennartz), FED 1991 / HvJ EG 3 maart 2005, nr. C-32/03 (Fini H), FED 2005/72. 9

11 die zij onder dezelfde juridische voorwaarden als particuliere economische subjecten verrichten. 16 Echter is de overheid toch belastingplichtig wanneer zij met haar handelingen in concurrentie treedt met anderen. Daarnaast wordt zij voor enige specifieke handelingen altijd gezien als ondernemer, deze handelingen zijn opgenomen in bijlage I van de Btw-richtlijn Fiscale Eenheid Algemeen Art. 11 van de Btw-richtlijn beschrijft de voorwaarden voor het vormen van een fiscale eenheid. Die bestaat uit (minimaal) twee btw-ondernemers. Mits zij voldoen aan de eisen van de fiscale eenheid kunnen zij worden gezien als één belastingplichtige: Elke lidstaat personen die binnen het grondgebied van deze lidstaat gevestigd zijn en die juridisch gezien zelfstandig zijn, doch financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar verbonden zijn, tezamen als één belastingplichtige aanmerken. 17 De eerste eis is dat deze personen gevestigd moeten zijn in hetzelfde land, de tweede eis is de eis van de verwevenheid. Deze verwevenheid kan in drieën worden gesplitst. Ten eerste de financiële verwevenheid, de economische en de organisatorische verwevenheid De financiële, economische en organisatorische verwevenheid Er is sprake van een financiële verwevenheid wanneer een persoon meer dan 50% van het totale aandelenkapitaal van een B.V. of N.V. bezit. 18 De economische verwevenheid kent twee onderdelen. Er is namelijk sprake van een economische verwevenheid wanneer de desbetreffende personen dezelfde klantenkring hebben. En er is sprake van een economische verwevenheid wanneer zij een prestatie verricht dat voor minstens 50% wordt uitgevoerd binnen de fiscale eenheid. Ten slotte is er sprake van een organisatorische verwevenheid wanneer deze personen zich onder dezelfde leiding bevinden, of wanneer zij feitelijk ondergeschikt zijn HvJ 17 oktober 1989, nr. 231/87 en 129/88 (Carpaneto Piacentino), FED 1990/ Art. 11 van de Btw-richtlijn. 18 HR 30 mei 1990, nr , BNB 1990/ HR 22 februari 1989, nr , BNB 1989/

12 2.3 Vrijstellingen Algemeen Zonder vrijstellingen zou het begrip ondernemerschap niet zo ruim kunnen zijn als die nu is. Het begrip ondernemerschap is zo ruim mogelijk genomen om zoveel mogelijk handelingen te belasten met btw. Vrijstellingen gelden voor handelingen die eigenlijk niet belast zouden moeten worden, maar toch in de reikwijdte van het ondernemerschap zijn gevallen. Een vrijstelling werkt corrigerend op het begrip ondernemerschap SUFA C-348/87 Vrijstellingen moeten volgens het HvJ strikt worden uitgelegd. Zo kwam dat naar voren in de zaak SUFA. De strekking uit het arrest, met betrekking tot de vrijstellingen, is dat de reikwijdte van een vrijstelling niet ruimer mag worden uitgelegd wanneer de vrijstellingsvoorwaarden in het artikel nauwkeurig zijn geformuleerd. 20 De opsomming uit het artikel zijn dus niet enkele voorbeelden. Maar de opsomming moet letterlijk worden gelezen zodanig toegepast worden. Daarnaast is een vrijstelling een uniebegrip, deze moet zodanig in iedere staat hetzelfde worden uitgelegd en toegepast Consequentie van vrijstellingen Effect van een vrijstelling De meeste belastingplichtigen associëren een vrijstelling als iets aangenaams. Echter is dat niet het geval bij vrijstellingen van de omzetbelasting. Deze vrijstelling is enkel voordelig voor de consument. Maar dat klopt ook aangezien de omzetbelasting drukt op de consument. Vrijstellingen hebben een effect op de heffing van de omzetbelasting (de consument) en de aftrek van voorbelasting (de belastingplichtige). 21 Wanneer er een vrijstelling van toepassing is heeft dat het volgende effect voor de belastingplichtige: zij mag de voorbelasting die toerekenbaar is aan de vrijgestelde prestaties niet aftrekken. Echter kan zij voor enige handelingen wel de voorbelasting. Dat blijkt uit art. 15 lid 2 sub c. De belastingplichtige kan voorbelasting in aftrek nemen wanneer zij handelt met een persoon die ingezetene is van een derde land. Dit artikel geldt alleen voor de vrijstellingen die beschreven zijn in art. 11 lid 1 onderdelen i,j en k. Hieronder behoort ook de vrijstelling voor betalingsverkeer. 20 HvJ EG 15 juni 1989, nr. C-348/87 (Stichting Uitvoering Financiële Acties), FED 1989/ Van Hilten & Van Kesteren 2010, p

13 Consequentie voor belastingplichtigen De toepassing van een vrijstelling heeft als gevolg dat een belastingplichtige wel btw heeft betaald op de goederen en diensten die zij heeft aangeschaft, maar deze niet of gedeeltelijk mag terugvragen. Dit gebeurd via art. 15 lid 6 van de Wet OB Dit artikel verwijst naar art. 11 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting Art. 11 lid 1 sub b heeft betrekking op de directe kosten. En deze zegt het volgende: goederen en diensten, die uitsluitend worden gebruikt worden voor handelingen waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat, komt de voorbelasting in het geheel niet voor in aftrek in aanmerking. 22 Dus op de directe kosten die worden gemaakt voor een vrijgestelde handeling ligt geen recht van aftrek op voorbelasting. In sub c van hetzelfde lid staat de regeling voor gemengde kosten, hierin staat dat de btw pro-rata mag worden teruggevorderd. Stel dat een belastingplichtige een computer aanschaft. Uit deze computer geniet zij 60% van de totale inkomsten die toe te rekenen zijn aan belaste handelingen, en 40% van de inkomsten zijn toe te rekenen aan vrijgestelde handelingen, dan mag zij 60% van de betaalde btw terugvorderen. Dus in geval van gemengde kosten kan een belastingplichtige deze naar verhouding terugvorderen Consequentie voor particulieren De belastingplichtige kan deze betaalde btw die hij niet terug mag vragen wel afwentelen op de consument. Zij doet dit door het te verrekenen in de prijs. Hierdoor betaalt de consument evenveel btw als dat de belastingplichtige heeft gedaan, maar zij betaalt dus geen belasting over de toegevoegde waarde van de belastingplichtige. Daarnaast kan er een cumulatie van btw optreden. Hier is sprake van wanneer een eerste partij belaste goederen of diensten levert aan een tweede partij. Deze tweede partij verricht vrijgestelde handelingen en kan geen btw terugvragen. Daarna levert de tweede partij goederen of diensten aan een derde partij. De derde partij verricht geen vrijgestelde handelingen en moet daarom btw verrekenen. Uiteindelijk betaalt de consument btw over de btw van de prestaties van de eerste partij Vrijstelling voor betalingsverkeer Artikel 135 lid 1 onderdeel d van de Btw-richtlijn heeft betrekking op het vrijstellen van dit betalingsverkeer. De wettekst luidt als volgt: 22 Art. 11 lid 1 sub b van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting Van Hilten & Van Kesteren 2010, p

14 De lidstaten verlenen vrijstelling voor de volgende handelingen: handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deposito s, rekening-courantverkeer, betalingen, overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren met uitzondering van de inning van schuldvorderingen. 24 Deze tekst moet volgens het arrest SUFA strikt worden uitgelegd. Ik kom daar in hoofdstuk 3 op terug. 2.4 Combinatie van prestaties In beginsel is elke prestatie op zich een aparte prestatie, tenzij verschillende handelingen samen als één samengestelde handeling zijn aan te merken. Het kan namelijk zo zijn dat een onderdeel uit die samengestelde prestatie vrijgesteld is terwijl het andere onderdeel niet vrijgesteld is. De vraag die daarbij gesteld moet worden is of het ging om verschillende prestaties of om één economische dienst, waarbij splitsing enkel kunstmatig zou zijn. Er moet dan sprake zijn van één hoofddienst, waarbij alle andere elementen moeten worden gezien als bijkomende diensten. Deze kunnen van elkaar worden onderscheiden doordat de bijkomende diensten geen doel op zich zijn. Zij zijn er enkel om de hoofddienst aantrekkelijker te maken. Uit het arrest blijkt dat de visie van de gemiddelde afnemer daarvoor de beslissende factor is. 25 Stel dat het één geheel betreft, dan zullen alle elementen van de prestaties worden belast zoals de hoofdprestatie. 26 Dit is belangrijk voor de behandeling van vrijstellingen. Als een vrijgestelde handeling namelijk een bijzaak is van een prestatie wordt zij volgens de jurisprudentie hetzelfde behandeld als de hoofdprestatie. Hierdoor kan het dus voorkomen dat een vrijgestelde handeling wordt belast, omdat zij onderdeel is van een hoofdprestatie die niet onder de vrijstelling voor betalingsverkeer valt. 2.5 Samenvatting Algemeen gezien zijn de begrippen een ieder, zelfstandig en economische activiteit doorslaggevend om te bepalen of iemand belastingplichtig is of niet. Daarnaast ik laten zien dat het begrip belastingplichtige ruim moet worden genomen. Echter moet het begrip vrijstelling strikt worden uitgelegd. Verder heb ik laten zien dat een vrijstelling voor de btw gunstig is voor de consument, maar niet zozeer voor een belastingplichtige omdat het recht op de aftrek van 24 Art. 135 lid1 sub d van de Btw-richtlijn. 25 HvJ 25 februari 1999, nr. C-349/96 (Card Protection Plan), BNB 1999/ HvJ EG 12 juni 1979, nr. 126/78, (NV Nederlandse Spoorwegen), BNB 1980/2. 13

15 voorbelasting vervalt. Ten slotte kan er nog worden opgemerkt dat een vrijgestelde handeling toch kan worden belast mits zij niet de hoofdprestatie is van een belastingplichtige. 14

16 Hoofdstuk 3 Arresten over de reikwijdte van de vrijstelling van betalingsverkeer 3.1 Inleiding Zoals ik heb laten zien in Hoofdstuk 2, moet de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer strikt worden uitgelegd. De wereld van het betalingsverkeer is veranderd en daarom is het ook aannemelijk dat de reikwijdte van de vrijstelling voor het betalingsverkeer zich aanpast. Deze mogelijke verruiming van de reikwijdte zal in de aankomende hoofdstukken aan bod komen. Dit hoofdstuk zal centraal staan rond de twee arresten die betrekking hebben op de uitleg van de vrijstelling voor betalingsverkeer. De lidstaten verlenen vrijstelling voor de volgende handelingen: handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deposito s, rekening-courantverkeer, betalingen, overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren met uitzondering van de inning van schuldvorderingen SDC arrest Situatieschets Het geschil betrof tussen twee partijen, enerzijds Sparekassernes Datacenter (SDC) en anderzijds het Skatteministerium. Zij waren het oneens over de behandeling van de btw heffing over een aantal handelingen die zij uitvoerde ten behoeven van haar leden (spaarkassen). SDC voerde diensten uit die bijdragen tot de uitvoering van betalingstransacties. Waaronder handel in waardepapieren en advies daarvan en beheer van depots, koopovereenkomsten en kredieten. Daarnaast zorgde zij nog voor administratieve taken van haar leden. Daarbij was op te merken dat deze diensten hoofdzakelijk geheel of gedeeltelijk elektronisch werden verricht. De Deense rechter wist niet hoe deze diensten fiscaal behandeld moest worden, en stelde het HvJ daarom een aantal vragen omtrent de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer Art. 135 lid1 sub d van de Btw-richtlijn. 28 HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o

17 3.2.2 Behandeling door het HvJ Toepassingsbereik van de vrijstelling voor betalingsverkeer Het HvJ heeft alle vragen in deze casus beantwoord, de reikwijdte van de vrijstelling is hiermee verduidelijkt. Uit r.o. 37 blijkt dat er voor de toepassing van de vrijstelling moet worden gekeken naar de aard van de dienst. 29 Daarbij maakt het niet uit of dit geheel of gedeeltelijk elektronisch wordt verricht, en dat het niet uit maakt wie deze handeling verricht. 30 Het HvJ herhaalt dit in r.o. 56, hierbij zegt het HvJ dat het niet uitmaakt wie de vrijgestelde dienst uitvoert, zowel banken als andere marktdeelnemers kunnen onder de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer vallen. 31 Verder geeft hij aan dat het niet maakt of er wel of niet een rechtsbetrekking bestaat tussen de door de bank ingehuurde dienstverrichter (SDC) en de cliënten van de bank. 32 Het HvJ legt uit dat de aard van de handeling één geheel moet vormen dat kenmerkend en essentieel is voor een handeling die is inbegrepen in de vrijstelling voor betalingsverkeer. Dit begrip wordt in de volgende subparagraaf uitgelegd Kenmerkend en essentieel voor handelingen inzake betalingsverkeer Het HvJ heeft handelingen inzake betalingsverkeer verduidelijkt in r.o. 53 en 64. Het HvJ heeft de volgende betekenis gegeven aan het begrip handelingen : Een overmaking is een handeling die bestaat in de uitvoering van een opdracht tot overboeking van een geldsom van de ene bankrekening naar de andere. Kenmerkend voor deze verrichting is met name, dat zij een wijziging brengt in de rechtsbetrekking en de financiële relatie die bestaan tussen de opdrachtgever en de ontvanger enerzijds, en tussen hen en hun respectieve bank en eventueel tussen de banken anderzijds. 33 Een handeling inzake betalingsverkeer is volgens deze uitleg uitsluitend de handeling die leidt tot de overboeking van het geld. Ook merkt het HvJ op in r.o. 64 dat een overmaking uit verschillende afzonderlijke diensten kan bestaan. 34 Echter moeten deze handelingen wel één geheel vormen en die 29 HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o

18 kenmerkend en essentieel zijn voor een vrijgestelde dienst. Dit wordt in de volgende subparagraaf verder toegelicht Kenmerkend en essentieel De begrippen kenmerkend en essentieel vormen de voorwaarde voor de toepassing van de vrijstelling voor betalingsverkeer. Het HvJ legt de begrippen in de volgende context uit: een handeling inzake betalingsverkeer die de belastingplichtige uitvoert, moet één afzonderlijk geheel vormen, zoals we hebben gezien in het CPP- arrest, en deze handelingen moeten kenmerkend en essentieel zijn voor een vrijgestelde handeling. Verder zegt hij dat hij met kenmerkend en essentieel bedoeld dat deze handelingen inzake overmaking juridische en financiële wijzigingen met zich mee moeten brengen. Daarnaast moet zij zich onderscheiden van een louter materiële of technische ondersteunende dienst, want een dienst als zodanig is niet inbegrepen in de vrijstelling voor betalingsverkeer. 35 De juridische en financiële wijziging waar het HvJ over spreekt, geeft dus aan dat de vrijstelling voor betalingsverkeer toepasbaar is op de handelingen die de feitelijke overmaking zelf omvatten. Echter overwoog het HvJ eerder in het arrest anders. In r.o. 56 van het arrest zegt hij namelijk dat de vrijstelling te beperkt zou zijn als zij alleen de handelingen inzake de overmaking zouden bevatten. 36 R. Franke is van mening dat de reikwijdte van de vrijstelling hierdoor niet moet worden beperkt tot de feitelijke overmaking zelf, echter kom ik hier later in mijn scriptie op terug materiële, administratieve of technische dienst Er opgemerkt dat diensten die aan te merken zijn als een materiële, administratieve of technische dienst niet onder de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer vallen. Het HvJ geeft een criteria om een kenmerkende en essentiële dienst te veronderscheiden van een ondersteunende materiële, administratieve of technische dienst. Volgens het HvJ moet de rechter de omvang van de aansprakelijkheid onderzoeken, om te beoordelen of deze onder de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o R. Franke, Outsourcing in de financiële wereld en btw, WFR 2005/ HvJ EG 5 juni 1997, nr. C-2/95 (Sparekassernes Datacenter), V-N 1997, p. 2606, r.o

19 3.3 CSC arrest Situatieschets Het CSC arrest is een vervolg op het eerder behandelde SDC arrest. Dit arrest gaat verder in op de voorwaarde die wordt gesteld aan de toepassing van de vrijstelling voor betalingsverkeer die uit het SDC arrest voortvloeit. CSC is een belastingplichtige die callcenter diensten levert voor financiële instellingen. Zij regelt alles vanaf de vraag om informatie tot de verkoop van het product, maar niet de verkoop zelf. Dus de allerlaatste handeling ontbreekt: de feitelijke overmaking van het geld. Hierdoor voldeed CSC niet aan de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer. Voor de btw behandeling van de handelingen van CSC zijn er prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. En ook voor handelingen inzake waardepapieren 39 is er nadere uitleg gevraagd aan het HvJ Behandeling door het HvJ Juridische en financiële wijziging. Het HvJ maakt in dit arrest veelvuldig gebruik van het SDC arrest. De reikwijdte van het de vrijstelling van betalingsverkeer wordt nader besproken in r.o. 26 van het CSC arrest. Daarin staat voor de toepassing van de vrijstelling voor betalingsverkeer van belang is dat: de verrichte diensten kunnen leiden tot een overmaking van geld en juridische en financiële wijzigingen moeten meebrengen. 41 Hierdoor formuleert het HvJ de volgende voorwaarde: een handeling inzake betalingsverkeer moet één geheel vormen dat kenmerkend en essentieel is voor een vrijgestelde handeling, waarvan belang is dat een handeling inzake betalingsverkeer te kwalificeren is als een handeling die leidt tot een overmaking van geld en juridische en financiële wijzigingen met zich mee moet brengen. Daarbij moet een handeling dat niet de overmaking in enge zin bevat een onderdeel zijn van de handeling die een als geheel genomen een afzonderlijk geheel vormt die kenmerkend en essentieel is voor een vrijgestelde handeling. 42 Ook merkt het HvJ op, dat een onmisbaar element om een vrijgestelde handeling te verrichten, niet gelijk inhoudt dat deze handeling onder de reikwijdte van de vrijstelling van betalingsverkeer valt. 39 Artikel 135 lid1 sub d van de Btw-richtlijn 40 HvJ EG, 13 december 2001, nr. C (CSC), VN 2002/ HvJ EG, 13 december 2001, nr. C (CSC), VN 2002/5.26, r.o Het commentaar op HvJ EG, 13 december 2001, nr. C (CSC), VN 2002/

20 De reikwijdte van de vrijstelling is niet alleen toepasbaar op een overmaking in enge zin. Maar de vrijstelling is ook toepasbaar op andere handelingen, mits zij één geheel zijn en leiden tot een overmaking. Deze handelingen mogen geen materiële, administratieve of technische diensten zijn. Zulke diensten kun je veronderscheiden door te kijken naar de omvang van de aansprakelijkheid Handelingen inzake waardepapieren Het HvJ geeft aan dat de handelingen inzake waardepapieren hetzelfde moeten worden behandeld als een handeling inzake geldovermaking. 44 Verder bevestigd zij dat de vrijstelling niet van toepassing is op bewaring of beheer van waardepapieren. 45 Dit is echter overbodig, want de fiscale behandeling van bewaring of beheer van waardepapieren wordt beschreven in art. 135 lid 1 sub f van de Btw-richtlijn. Waarin staat dat deze is uitgezonderd van de vrijstelling Bemiddeling Naar aanleiding van een van de twee gestelde prejudiciële vragen heeft het HvJ het begrip bemiddeling nader toegelicht, omdat deze niet werd omschreven in de vrijstelling voor betalingsverkeer. Het HvJ stelt dat het woord bemiddeling is toegevoegd om de reikwijdte van de vrijstelling te verruimen. 46 Zij beschrijft bemiddeling in r.o. 39: Deze activiteit heeft dus tot doel het nodige te doen opdat twee partijen een contract sluiten, zonder dat de bemiddelaar een eigen belang heeft inzake de inhoud van het contract. 47 Hiermee bedoelt zij dat een bemiddelaar dus puur als bemiddelaar optreedt tussen twee partijen. Daaronder vallen alle handelingen die nodig zijn. Bemiddeling is dus een ruim begrip. Echter heeft het HvJ een uitzondering toegevoegd aan het begrip bemiddeling. Een dienst waarbij alleen informatie over een financieel product wordt verstrekt is niet aan te merken als een bemiddeling. Daarnaast is er ook geen sprake van bemiddeling wanneer de onderaannemer de plaats van de verkoper in neemt. 48 De dienst die CSC leverde was niet aan te merken als een bemiddeling omdat zij de plaats in nam van een onderaannemer. Dit kwam doordat CSC door middel van een contract handelingen uitvoerde namens verkoper aan de wederpartij. W.P. Otto vindt het argument dat het HvJ 43 R. Franke, Outsourcing in de financiële wereld en btw, WFR 2005/ HvJ EG, 13 december 2001, nr. C (CSC), VN 2002/5.26, r.o HvJ EG, 13 december 2001, nr. C (CSC), VN 2002/5.26, r.o HvJ EG, 13 december 2001, nr. C (CSC), VN 2002/5.26, r.o HvJ EG, 13 december 2001, nr. C (CSC), VN 2002/5.26, r.o HvJ EG, 13 december 2001, nr. C (CSC), VN 2002/5.26, r.o

21 levert enigszins zwak. Otto stelt dat het besluit omtrent CSC lijkt op een gevoelsmatige kwestie, omdat de handeling van CSC volgens Otto wel te plaatsen is onder een bemiddelingsactiviteit. 49 Daarnaast merkt W.A.P. Nieuwenhuizen op dat het HvJ weinig tot geen criteria heeft geeft om een tussenpersoon van een onderaannemer te onderscheiden Samenvatting In het SDC arrest heb ik laten zien dat het niet uit maakt wie een handeling inzake betalingsverkeer uitvoert, en dat het ook niet uit maakt of deze dan wel elektronisch of handmatig wordt uigevoerd. Het belangrijkste criteria is of de handeling een afzonderlijk geheel vormt, die kenmerkend en essentieel is voor de aard van de vrijstelling van betalingsverkeer. Wat inhoudt dat de handelingen een juridische en financiële wijziging met zich mee moeten brengen. In het CSC arrest heb ik laten zien dat het laatstgenoemde criteria kan worden uitgebreid naar het volgende: een handeling inzake betalingsverkeer moet één afzonderlijk geheel vormen die kenmerkend en essentieel is voor een vrijgestelde handeling, waarvan belang is dat een handeling inzake betalingsverkeer te kwalificeren is als een handeling die leidt tot een overmaking van geld en juridische en financiële wijzigingen met zich mee moet brengen. Daarbij moet een handeling dat niet de overmaking in enge zin bevat een onderdeel zijn van de handeling die een als geheel genomen een afzonderlijk geheel vormt die kenmerkend en essentieel is voor een vrijgestelde handeling. In beide arresten kwam naar voren dat een materiële, technische of administratieve dienst niet onder de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer valt. Deze dienst kan worden onderscheiden aan de hand van de omvang van de aansprakelijkheid. Ten slotte heb ik uiteengezet dat het begrip bemiddeling zo moet worden uitgelegd dat de tussenpersoon van de dienstverrichter en degene die de dienst afneemt, ook daadwerkelijk optreedt als een tussenpersoon die een contract tussen beide bemiddelt. 49 W.P. Otto, CSC Financial Services Ltd, Btwbrief, nr , p W.A.P. Nieuwenhuizen, Call-centerdiensten voor financiële instellingen belast, BTW-bulletin 2002, nr. 1, blz

22 Hoofdstuk 4 Arresten over de uitzondering van de vrijstelling voor betalingsverkeer 4.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk heb ik bepaald dat de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer moet worden uitgelegd aan de hand van de begrippen kenmerkend en essentieel. Echter is het voor de Britse rechters nog steeds niet duidelijk wat precies de kenmerken zijn van een vrijgestelde dienst. Daarom hebben de Britse rechters prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. Dit hoofdstuk zal echter betrekking hebben op de uitzondering van de vrijstelling voor betalingsverkeer: De lidstaten verlenen vrijstelling voor de volgende handelingen: handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deposito s, rekening-courantverkeer, betalingen, overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren met uitzondering van de inning van schuldvorderingen Axa-Denplan Situatieschets Het eerste arrest gaat over Denplan, dat toebehoort aan de fiscale eenheid van AXA. Denplan zorgt voor betaalplannen voor tandartsen. Patiënten betalen via een automatisch incasso aan Denplan, die vervolgens (tegen vergoeding), het bedrag overmaakt aan de tandartspraktijken. Deze bedragen worden overgemaakt door middel van gegevens door te geven aan een Bankers Automated Clearing System. Dit systeem wordt geregeld door een maatschappij waarvan alleen banken lid zijn. 52 Als er geen betaling is gedaan neemt Denplan contact op met de patiënten met het verzoek om als nog het verschuldigde bedrag te betalen. 53 In dit arrest zijn er prejudiciële vragen gesteld omtrent de fiscale behandeling van deze handelingen, waaronder de vraag of deze verwerking van gegevens (zonder de overmaking zelf) onder de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer vallen. 51 Art. 135 lid1 sub d van de Btw-richtlijn. 52 HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o

23 4.2.2 Behandeling door het HvJ Één of meerdere prestaties Het HvJ laat weten in r.o. 20 dat ze eerst moet vaststellen of het om een samengestelde prestatie gaat of om meerdere zelfstandige prestaties. 54 Omdat een van de handelingen wel een vrijgestelde handeling kan zijn, maar de gehele samengestelde prestatie op zichzelf niet indien het hoofdkarakter belast is. 55 In r.o. 23 geeft het HvJ aan dat alle handelingen die Denplan verricht vallen onder één samengestelde prestatie, omdat zij onlosmakelijk verboden zijn. De handelingen die Denplan uitvoert hebben als doel om het geld over te maken dat de patiënten verschuldigd zijn aan de tandartsen. En zoals blijkt uit het CPP arrest, moeten alle onderdelen van deze dienst worden behandeld zoals de hoofdprestatie Uitleg vrijstelling voor betalingsverkeer Het HvJ volgt met het definiëren van de vrijstelling voor betalingsverkeer. Vrijstellingen moeten strikt worden uitgelegd. 56 Daarnaast merkt hij (nogmaals) op dat er moet worden gekeken naar de aard van de dienst, niet naar de verrichter of ontvanger ervan. 57 Ten slotte moet een vrijgestelde dienst één afzonderlijk geheel vormen, die kenmerkende en essentiële functies van een vrijgestelde dienst vervuld Uitzondering van de vrijstelling voor betalingsverkeer Het HvJ behandelt in r.o. 28 de dienst die Denplan verricht. Zij stelt dat de dienst op zich een handeling inzake betalingsverkeer is. Maar omdat op Denplan de taak berust dat deze schuldvorderingen van de patiënten betaald worden aan de tandartsen, is de dienst die zij verricht te plaatsen onder de uitzondering van de vrijstelling: inning van schuldvorderingen Het HvJ legt uit dat de dienst van Denplan zich uitstrekt tot het innen van schuldvorderingen, omdat zij de taak als schuldeiser op zich neemt. 61 Het HvJ merkt het volgende op: 54 HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o Art. 135 lid 1 sub d van de Btw-richtlijn. 60 HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17, r.o

24 De beantwoording voor de vrijstelling van betalingsverkeer doelen op de inning van schuldvorderingen ongeacht de aard, zonder het toepassingsgebied ervan te beperken tot schuldvorderingen die op de vervaldag niet waren voldaan. 62 Een andere opmerking dat te plaatsen is bij dit arrest is dat er verder geen duidelijkheid is gegeven omtrent de vrijstelling voor betalingsverkeer. Het HvJ heeft de resterende prejudiciële vragen niet beantwoord. 4.3 Everything Everywhere Ltd Situatieschets Everything Everywhere Ltd. is een bedrijf dat mobiele telefoniediensten aanbiedt. Zij biedt verschillende mogelijkheden aan om deze telefoonrekening te betalen. Twee daarvan zijn kosteloos voor de dienstafnemer. Deze twee zijn de BACS-methode en het Direct Debit-system, dat is een soort machtigingssysteem. Voor de andere betaalmethodes wordt er 3 GBP in rekening gebracht. Een van deze andere betalingsmethoden betreft het gebruik van een creditcard dat via telefoon of internet een informaticaproces in gang zet, waardoor de bank die de creditcard uitgeeft het geld overmaakt naar Everything Everywhere Ltd. Deze overmakingen moeten volgens Everything Everywhere Ltd. worden gezien als een overmaking in de zin van de vrijstelling voor betalingsverkeer. Volgens de Britse belastingdienst is de zienswijze van Everything Everywhere Ltd. onjuist. 63 De Britse rechter heeft daarom zeer gedetailleerde prejudiciële vragen gesteld over wat de kenmerken zijn van een (vrijgestelde) dienst die tot een overmaking van geld leidt en juridische en financiële wijzigingen met zich meebrengen Behandeling door het HvJ Het HvJ begint, zoals in het vorige arrest, met de toepassing van het CPP arrest. Zij acht dat de Everything Everywhere Ltd. één samengestelde prestatie levert. Dit is een mobiele telefoniedienst. Het HvJ stelt dat de wijze van de overmaking geen dienst op zich is, want consumenten kunnen niet over deze dienst beschikken als zij geen gebruik maken van de mobiele telefoniedienst. 65 De 62 HvJ EU 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (Axa Denplan), VN 2010/57.17), r.o De Britse belastingdienst is bekend als Her Majesty s Revenue and Customs. 64 HvJ 2 december 2010, nr. C-276/09 (Everything Everywhere Ltd.), V-N 2010/ HvJ 2 december 2010, nr. C-276/09 (Everything Everywhere Ltd.), V-N 2010/64.24, r.o

25 gemiddelde afnemer heeft niet als doel om twee aparte diensten af te nemen, maar één hoofddienst (mobiele telefoniedienst). De overmaking van het geld wordt gezien als een bijdienst. Dus Everything Everywhere levert geen aparte dienst betreffende betalingsverkeer. Daardoor moeten alle handelingen (inclusief de betalingsdienst) worden belast zoals de telefoniedienst. 66 Het HvJ heeft op de resterende zeven vragen geen antwoord gegeven. 67 Daardoor zijn er geen antwoorden gekomen op de vragen die zijn gesteld betreffende de reikwijdte van de vrijstelling voor betalingsverkeer. 4.4 Inning en invordering De uitzondering van de vrijstelling van betalingsverkeer kent volgens het HvJ een zeer ruime uitleg. Een ruimere uitleg dan de uitzondering die de Nederlandse versie kent. In art 11 j ten 2 e staat als uitzondering: invordering van schuldvorderingen. In de Nederlandse wettekst betreft het een kwade vordering. Een kwade invordering gaat verder dan het normale innen van geld. Het normale innen van schuldvorderingen gaat over het pure ontvangst nemen van het geld. Terwijl het bij het kwade invorderen gaat om het eisen van geld. 68 Deze normale inningen vallen onder de vrijstelling voor betalingsverkeer, terwijl de kwade invorderingen onder de uitzondering vallen. Echter vallen zowel de kwade als normale vorderingen onder de uitzondering van de vrijstelling voor betalingsverkeer van de Btw-richtlijn. De HR geeft een uitleg van de Nederlandse definitie in het arrest van 16 september 1992, nr , VN 1993/970. De HR stelt dat de normale inning een passieve ontvangst is van gelden, en dat met de administratieve verwerking of doorbetaling ervan sprake is van een handeling inzake schuldvorderingen, en deze zijn volgens de HR vrijgesteld voor de btw. 69 Daarnaast geeft het HvJ volgens M.C. Schrauwen eenzelfde uitleg in het MKG- Kraftzeuge Factory-GmbH arrest. Hier stelt het HvJ in r.o. 78 dat het verrichtingen van handelingen tot het verkrijgen van betaling van een geldschuld duidelijk verschilt van een vrijgestelde handeling zoals in de vrijstelling voor betalingsverkeer. 70 M.C. Schrauwen concludeert hieruit dat het actief optreden inzake de schuldvordering (kwade invordering) met btw belast is, terwijl een passieve ontvangst btw vrijgesteld is. 71 Deze mening wordt gedeeld in de bankenresolutie. De normale inningen zijn voor 66 HvJ 2 december 2010, nr. C-276/09 (Everything Everywhere Ltd.), V-N 2010/64.24, r.o HvJ 2 december 2010, nr. C-276/09 (Everything Everywhere Ltd.), V-N 2010/64.24, r.o G.J. Norden &K.L.F. Hommen, Een betaling voor een betaling, niet per definitie vrijgesteld, Btwbrief, nr , p HR 16 september 1992, nr , VN 1993/ HvJ EG 26 juni 2003, nr. C-305/01 (MKG Kraftfahrzeuge Factory GmbH), FED 2003/513, r.o M.C. Schrauwen, Belofte maakt schuld: over kredieten en schuldvorderingen, Btwbrief, nr , p

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

Hoe kan er in de omzetbelasting een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen economische activiteiten en niet-economische activiteiten?

Hoe kan er in de omzetbelasting een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen economische activiteiten en niet-economische activiteiten? BACHELOR THESIS Hoe kan er in de omzetbelasting een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen economische activiteiten en niet-economische activiteiten? Naam: Anr: Studierichting: Datum: Begeleider:

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De niet-ondernemer in de fiscale eenheid. : Jurgen van de Meerendonk. Administratienummer : Datum : december 2013

Bachelor Thesis. De niet-ondernemer in de fiscale eenheid. : Jurgen van de Meerendonk. Administratienummer : Datum : december 2013 Bachelor Thesis De niet-ondernemer in de fiscale eenheid Naam : Jurgen van de Meerendonk Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 183273 Datum : december 2013 Examencommissie : W.J.C. de

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 september 2009 (23.09) (OR. en) 13057/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 112

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 september 2009 (23.09) (OR. en) 13057/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 112 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 september 2009 (23.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (CNS) PUBLIC 13057/09 LIMITE FISC 112 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de

Nadere informatie

btw en tussenpersonen Federatiebijeenkomst van Assurantieclubs Jakob Kamminga

btw en tussenpersonen Federatiebijeenkomst van Assurantieclubs Jakob Kamminga btw en tussenpersonen Federatiebijeenkomst van Assurantieclubs Jakob Kamminga btw en tussenpersonen 24 november 2011 Inhoud Update btw stavaza Het proceskader Het wettelijke kader Toepassing op casus btw

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * INVESTRAND ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * In zaak 0435/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De reikwijdte van de btw-vrijstelling van artikel 135 lid 1 onderdeel d Btwrichtlijn in verhouding tot moderne betalingsvormen

Bachelor Thesis. De reikwijdte van de btw-vrijstelling van artikel 135 lid 1 onderdeel d Btwrichtlijn in verhouding tot moderne betalingsvormen Bachelor Thesis De reikwijdte van de btw-vrijstelling van artikel 135 lid 1 onderdeel d Btwrichtlijn in verhouding tot moderne betalingsvormen Marit Verstappen Studierichting: Fiscale economie Inhoudsopgave

Nadere informatie

Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang

Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang Inleiding Zowel onderwijsinstellingen als kinderopvangorganisaties verrichten btw-vrijgestelde prestaties, namelijk het verzorgen van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Aftrek van voorbelasting:

Aftrek van voorbelasting: 2013 Master Thesis A.W.E.M. Vriends Aftrek van voorbelasting: Houdstermaatschappijen en verkoop van aandelen Naam: Anja Vriends Instelling: Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit van Tilburg ANR:

Nadere informatie

Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen

Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen Masterthesis Fiscale Economie Naam: Ruby- Jane de Jong Administratienummer: s505882 Universiteit:

Nadere informatie

Bachelor Thesis Fiscale Economie 2012/2013. De onbelastbare subsidie en het recht op aftrek van voorbelasting.

Bachelor Thesis Fiscale Economie 2012/2013. De onbelastbare subsidie en het recht op aftrek van voorbelasting. Bachelor Thesis Fiscale Economie 2012/2013 De onbelastbare subsidie en het recht op aftrek van voorbelasting. Naam: Guusje Mulders ANR: S. 930486 Faculteit: Economie en bedrijfswetenschappen Studierichting:

Nadere informatie

Elektronische betaaldiensten

Elektronische betaaldiensten Elektronische betaaldiensten By: mr. drs. K.A.M.M. Theunissen 2015/2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Elektronische betaaldiensten... 3 2.1 Inleiding... 3 2.2 DPSPs en CPSPs...

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 *

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * In zaak 235/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. F. Buhl als gemachtigde, bijgestaan door M. Mees, advocaat

Nadere informatie

CATEGORIE 1 BEMIDDELING BIJ VERZEKERINGEN

CATEGORIE 1 BEMIDDELING BIJ VERZEKERINGEN Inhoudstafel Dankwoord 7 Proloog De ijsberg van financiële fiscaliteit 9 Voorwoord 11 CATEGORIE 1 BEMIDDELING BIJ VERZEKERINGEN 15 1.1. Wettelijke bronnen en algemene overwegingen 16 a) Wettelijke bronnen

Nadere informatie

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, Omzetbelasting. Kleine ondernemersregeling Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

(verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële beslissing)

(verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële beslissing) Downloaded via the EU tax law app / web Zaak C?40/09 Astra Zeneca UK Ltd tegen Commissioners for Her Majesty s Revenue and Customs (verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 234 28 887 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de in beginsel tijdelijke invoering van een omzetbelastingregeling

Nadere informatie

Wettelijk geregeld onderwijs: Overheidshandelen of vrijgestelde ondernemersprestatie?

Wettelijk geregeld onderwijs: Overheidshandelen of vrijgestelde ondernemersprestatie? Wettelijk geregeld onderwijs: Overheidshandelen of vrijgestelde ondernemersprestatie? Door: Chantal Waage 2011/ 2012 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Blz 2 Hoofdstuk 2 Onderwijsvrijstelling Blz 4 2.1

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* ARREST VAN 6. 2. 1997 ZAAK C-80/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* In zaak C-80/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

De btw-gevolgen van een samenwerking in de (semi)publieke sector

De btw-gevolgen van een samenwerking in de (semi)publieke sector De btw-gevolgen van een samenwerking in de (semi)publieke sector In hoeverre dient, gelet op het fiscale neutraliteitsbeginsel, het aangaan van een samenwerking binnen de (semi)publieke sector te leiden

Nadere informatie

BTW en Financiële Prestaties

BTW en Financiële Prestaties BTW en Financiële Prestaties Erik Scheer, Philippe Steffens en Casper Evers De paradox van de BTW-vrijstellingen Toen: Nu: DATACENTER 500 + 95 BTW BANK BANK Lening: 1000 zonder BTW-druk Lening: 1000 95

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 887 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de in beginsel tijdelijke invoering van een omzetbelastingregeling voor elektronische

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

Btw consequenties. voor een all-in wok-restaurant. Bella Vista 4 6824 HC Arnhem

Btw consequenties. voor een all-in wok-restaurant. Bella Vista 4 6824 HC Arnhem Bella Vista 4 6824 HC Arnhem T: 088 400 4800 F: (026) 20 20 503 E: info@bleijerveldjuridischadvies.nl KvK: 62289187 Btw: NL212019259B01 IBAN: NL91 INGB 0006 7093 27 Btw consequenties voor een all-in wok-restaurant

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Partage in Europees perspectief

Partage in Europees perspectief Partage in Europees perspectief Door: R. Wijkstra Post-Master indirecte belastingen, 2016-2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 1. Partage in de btw... 5 1.1 Gezamenlijk naar de afnemer

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De toekomstbestendigheid van de vrijstelling van betalingsverkeer in de Btw-richtlijn. : Paul Knappers

Bachelor Thesis. De toekomstbestendigheid van de vrijstelling van betalingsverkeer in de Btw-richtlijn. : Paul Knappers Bachelor Thesis De toekomstbestendigheid van de vrijstelling van betalingsverkeer in de Btw-richtlijn Naam : Paul Knappers Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 603957 Datum : april 2011

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 14 februari 1985 * In zaak 268/83, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Utrecht 21 april 2015

Utrecht 21 april 2015 Utrecht 21 april 2015 ONDERWERPEN Algemene inleiding BTW verschuldigd over subsidies? Invloed van subsidies op de aftrek van BTW KARAKTER VAN DE BTW Belast het verbruik door consument / eindverbruiker

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1 Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen Week 1 2016-2017 HC week 1 Fiscale aspecten van Registergoederen 9 februari 2017 Inleiding Waarom is het vak voor notariëlen van belang? Wat heeft

Nadere informatie

ECONOMISCHE ACTIVITEIT:

ECONOMISCHE ACTIVITEIT: ECONOMISCHE ACTIVITEIT: DE EXPLOITATIE VAN EEN (ON)LICHAMELIJKE ZAAK OM ER DUURZAAM OPBRENGST UIT TE VERKRIJGEN Door: Mr. drs. J.R. Vollering 2013/2014 1 INHOUDSOPGAVE LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN...

Nadere informatie

2014 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International

2014 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International 2014 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International Cooperative ("KPMG International"), een Zwitserse entiteit.

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Weekblad voor Fiscaal Recht Afnemer in de btw: wie is het? Auteur: Mevr. mr. dr. M.M.W.D. Merkx[1] Op 2 december 2011 wees de Hoge Raad een belangrijk arrest over de bewijslastverdeling betreffende het

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 juni 2009 (13.07) (OR. en) 11584/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (C S) LIMITE FISC 92

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 juni 2009 (13.07) (OR. en) 11584/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (C S) LIMITE FISC 92 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 30 juni 2009 (13.07) (OR. en) Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (C S) PUBLIC 11584/09 LIMITE FISC 92 OTA van: aan: Betreft: het aantredende Zweedse voorzitterschap

Nadere informatie

een fiscale eenheid btw.

een fiscale eenheid btw. De nietbelastingplichtige in een fiscale eenheid btw. Naam: Studierichting: T.E.C. Rütze Master Fiscaal Recht Accent indirecte belastingen S178571 ANR: Afstudeerdatum: 24 augustus 2016 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap Rashmi Gangaram Panday 5606306 Semester 2, studiejaar 2008/2009 Juli 2009 Bachelorscriptie Begeleider : dhr. mr. drs. W.A.P.

Nadere informatie

Europa is duidelijk over bouwterrein, Nederland moet (verder) zich aanpassen.

Europa is duidelijk over bouwterrein, Nederland moet (verder) zich aanpassen. Europa is duidelijk over bouwterrein, Nederland moet (verder) zich aanpassen. Naam : G. Hoogenraad Studierichting : Bachelor fiscale economie Administratienummer : 875620 Datum : December 2013 Examencommissie

Nadere informatie

Verruiming btw-sportvrijstelling

Verruiming btw-sportvrijstelling omzetbelasting Verruiming btw-sportvrijstelling FISCAAL PRAKTIJKBLAD 2015-16 6 oktober 2015 De btw-sportvrijstelling voor sportverenigingen moet op termijn verruimd worden. Dit heeft de Staatssecretaris

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 juni 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 juni 2013 (*) Page 1 of 7 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 juni 2013 (*) Zesde btw-richtlijn Artikel 4, leden 1 en 2 Begrip economische activiteiten Aftrek van voorbelasting Exploitatie van fotovoltaïsche installatie

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

Fiscaal Portaal Gemeenten

Fiscaal Portaal Gemeenten Procedurenummer(s) : C-231/87 en C-129/88 Uitspraakdatum : 17-10-1989 Publicatiedatum : 17-10-1989 HOF VAN JUSTITIE EU Arrest om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 4, lid 5, van

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College,

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College, Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Edelhoogachtbaar College, De gemeente MP heeft bij brief van 21 september 2017 cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU 1 2 Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in 2013. De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU richtlijnen, met nogal dwingende instructies. De stroom

Nadere informatie

1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen

1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen Handelsregister 1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen Op grond van art. 5 aanhef en sub a Handelsregisterwet 2007 wordt een onderneming die in Nederland is gevestigd en die toebehoort

Nadere informatie

Door: Evert-Jan Bos 2010/ 2011. Financiële vrijstellingen en prestaties van derden

Door: Evert-Jan Bos 2010/ 2011. Financiële vrijstellingen en prestaties van derden Door: Evert-Jan Bos 2010/ 2011 Financiële vrijstellingen en prestaties van derden Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Blz 2 Hoofdstuk 2 Financiële prestaties in wet Blz 4 en richtlijn 2.1 Financiële prestaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) Nr. 103 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan

Nadere informatie

1. Inleiding. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

1. Inleiding. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Omzetbelasting, motorrijtuigenbelasting en belasting van personenauto s en motorrijwielen. Directeur-grootaandeelhouder en gevolgen Van der Steen arrest Hof van Justitie EG, zaak C-355/06 1 Omzetbelasting,

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november 2004 1 1. In deze zaak verzoekt de Hoge Raad der Nederlanden het Hof om uitlegging van de Zesde BTW-richtlijn 2 (hierna: richtlijn") voorzover

Nadere informatie

VERMOGENSETIKETTERING VOOR RECHTSPERSONEN?

VERMOGENSETIKETTERING VOOR RECHTSPERSONEN? VERMOGENSETIKETTERING VOOR RECHTSPERSONEN? Naam Petra de Waal Adres Albert Schweitzerstraat 15 Postcode en woonplaats 6836 LA Arnhem Telefoonnummer 06 4251 6878 e-mail adres p.dewaal@uvt.nl Universiteit

Nadere informatie

Financiële prestaties in de btw

Financiële prestaties in de btw 26 augustus 2016 Financiële prestaties in de btw Een onderzoek naar hoe de btw-vrijstelling zich verhoudt tot financiële prestaties. A. el Amrani TILBURG UNIVERSITY Onder welke omstandigheden vallen prestaties

Nadere informatie

Bachelor Thesis Fiscale Economie

Bachelor Thesis Fiscale Economie Bachelor Thesis Fiscale Economie Heeft een belastingplichtige recht op aftrek van de voorbelasting die hij heeft voldaan over de verwerving van investeringsgoederen die bestemd zijn voor gratis gebruik

Nadere informatie

Eén vraag, twee antwoorden

Eén vraag, twee antwoorden Eén vraag, twee antwoorden Een onderzoek naar de vraag hoe, met betrekking tot de directeur-grootaandeelhouder in de btw, moet worden omgegaan met de drie gevolgen die zijn ontstaan doordat de Hoge Raad

Nadere informatie

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs Deze informatie gaat over de btw-heffing bij publiek-private samenwerking. In deze informatie worden de btw-regels uitgelegd,

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001»

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» BAKCSI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» In zaak C-415/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Bundesfinanzhof (Duitsland),

Nadere informatie

Een ruimere uitleg van de btw-fiscale eenheid

Een ruimere uitleg van de btw-fiscale eenheid De btw-fiscale eenheid was in 2013 een actueel onderwerp in de jurisprudentie. In dit artikel gaan wij in op de ruimere toepassing die naar onze opvatting het gevolg is van de recentelijk gewezen jurisprudentie.

Nadere informatie

Het aftrekrecht voor handelingen die buiten de werkingssfeer van de btw vallen

Het aftrekrecht voor handelingen die buiten de werkingssfeer van de btw vallen Het aftrekrecht voor handelingen die buiten de werkingssfeer van de btw vallen Een onsamenhangend geheel!? Naam: Jelle Schijvenaars Anr.: 13 57 83 Vak: Masterscriptie 2013-2014 Opleiding: Accent: Instelling:

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Kosten voor gemene rekening

Kosten voor gemene rekening Bachelor scriptie - Fiscale economie Kosten voor gemene rekening De verhoudingen binnen de omzetbelasting Tilburg University Naam: Sijmen Blommers ANR.: 731548 Examencommissie: W.J.C. de Bakker Datum:

Nadere informatie

Het belang van het doel en het doel van het belang. N.P. Arzini S.J. Carrière

Het belang van het doel en het doel van het belang. N.P. Arzini S.J. Carrière Het belang van het doel en het doel van het belang N.P. Arzini S.J. Carrière Mr. N.P. Arzini en mr. drs. S.J. Carrière 1 Artikelen Het belang van het doel en het doel van het belang BtwBrief 2017/4 In

Nadere informatie

Masterscriptie Fiscale Economie

Masterscriptie Fiscale Economie Masterscriptie Fiscale Economie De behandeling van de aftrek van voorbelasting bij de verkoop van een deelneming getoetst aan het fiscale neutraliteitsbeginsel Naam: H.J.L. van der Sanden Opleiding: Master

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 2 juni 2005*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 2 juni 2005* ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 2 juni 2005* In zaak C-378/02, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij beslissing

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Samenvatting Europees Recht

Samenvatting Europees Recht Samenvatting Europees Recht Week 1 Export en Europees recht Leerdoelen H4 (Nadruk of EU verdrag en EU werkingsverdrag) - De juridische vormen van export beschrijven - De basisstructuur van de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.7.2004 COM(2004) 468 definitief 2003/0091 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft

Nadere informatie

Een ruimere algemeenheid

Een ruimere algemeenheid Bachelor thesis Een ruimere algemeenheid Naam Imke Kuunders Adres Oude Molen 14 5757 AZ Liessel Telefoonnummer 0650983558 Studierichting Fiscale Economie Administratienummer 129392 Datum mei 2011 Examencommissie

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.12.2006 COM(2006) 802 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Estland, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

RB bijeenkomst Btw actualiteiten

RB bijeenkomst Btw actualiteiten RB bijeenkomst Btw actualiteiten Annette Pol-Habing 8 februari 2016 Hengelo Btw-actualiteiten Ondernemerschap Holdingvennootschap Aftrek van voorbelasting Afnemer van de prestatie Leegstand Privé gebruik

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen De wijze waarop internationale transacties in de heffing van btw worden betrokken, wordt bepaald door de systematiek van de btw-wetgeving.

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale

Nadere informatie

Omzetbelasting -- Deel 1

Omzetbelasting -- Deel 1 Omzetbelasting week 2 programma Inleiding omzetbelasting Kenmerken OB Belasting toegevoegde waarde Van wie en waarover? Leveringen en diensten Ondernemer Maatstaf van heffing Tarief 1 Omzetbelasting Kenmerken

Nadere informatie

Besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. Omzetbelasting. Heffing van omzetbelasting ten aanzien van en en mobiele telefoonabonnementen Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingdienstregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 25 januari

Nadere informatie

Factoring en het voorstel tot wijziging. Over identificatie en kwalificatie van prestaties

Factoring en het voorstel tot wijziging. Over identificatie en kwalificatie van prestaties Factoring en het voorstel tot wijziging Over identificatie en kwalificatie van prestaties Door: mr. drs. A.G.J. Wentink 2011/ 2012 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Essentie factorovereenkomsten

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 8.10.2010 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0192/2010, ingediend door Dr. Klaus P. Schacht (Duitse nationaliteit), namens 50 gokbedrijven,

Nadere informatie

Freelancers en zzp'ers

Freelancers en zzp'ers Freelancers en zzp'ers Zelfstandig of toch niet? Arbeidsrecht Belastingen Maart 2011 / E-0444 Kamer van Koophandel Nederland, Woerden Freelancers en zzp's E-0444 03-2011 1 In deze brochure: 1. Zelfstandig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0102 (CNS) 8741/16 FISC 70 ECOFIN 378 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN VAN DE RAAD

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 juli 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 juli 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 5, lid 3, sub c, en 13, B, sub d, punt 5 Bemiddeling bij overdracht van aandelen in vennootschapen Handeling die tevens overgang

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur) LJN: BW3414, Gerechtshof Arnhem, 11/00467 en 11/00468 Datum uitspraak: 11-04-2012 Datum publicatie: 20-04-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting. De

Nadere informatie

Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen

Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen Vanaf 1 januari 2019 gelden nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen. De nieuwe regels volgen uit de Europese

Nadere informatie

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik Speaking Notes e-invoicing: Juridisch luik 1 Op 1 januari 2013 treden er in België nieuwe factureringsregels in werking in verband met de belasting over de toegevoegde waarde. Deze wijzigingen werden aangebracht

Nadere informatie

Elektronisch factureren

Elektronisch factureren Elektronisch factureren 1 Waarom deze brochure Wanneer u als ondernemer goederen of diensten levert aan een andere ondernemer, bent u meestal verplicht een factuur uit te reiken aan die andere ondernemer.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Vertaling C-238/16-1 [DDP de référence: C-412/15] Zaak C-238/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 april 2016 Verwijzende rechter: Finanzgericht

Nadere informatie

2014 -- Omzetbelasting -- Deel 2

2014 -- Omzetbelasting -- Deel 2 Omzetbelasting week 3 programma Ondernemer en fiscale eenheid Uitbreiding begrippen levering en dienst Afstandsverkopen Gemengde prestaties Afwijkende plaats van dienst 1 Ondernemer 1 van 2 Artikel 7 1.

Nadere informatie