Een ruimere uitleg van de btw-fiscale eenheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een ruimere uitleg van de btw-fiscale eenheid"

Transcriptie

1 De btw-fiscale eenheid was in 2013 een actueel onderwerp in de jurisprudentie. In dit artikel gaan wij in op de ruimere toepassing die naar onze opvatting het gevolg is van de recentelijk gewezen jurisprudentie. Drs. K. Dijkstra; mr. Iris Duinker 1 Een ruimere uitleg van de btw-fiscale eenheid De btw-fiscale eenheid was in 2013 een actueel onderwerp in de jurisprudentie. Zowel de vraag of en wanneer niet-btw-belastingplichtigen deel kunnen uitmaken van de btw-fiscale eenheid als de vraag wanneer wordt voldaan aan de verwevenheidscriteria werd aan de orde gesteld. Beide vragen werden naar onze opvatting beantwoord op een manier die meer ruimte biedt voor het onderkennen van een fiscale eenheid dan vóór de in 2013 gewezen jurisprudentie het geval was. In dit artikel gaan wij in op deze recent gewezen jurisprudentie en haar betekenis voor de uitleg van de btw-fiscale eenheid. 1. Vooraf: de voorwaarden voor de btw-fiscale eenheid Voor de aanwezigheid van de btw-fiscale eenheid moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Deze voorwaarden zijn verwoord in artikel 7, lid 4, Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB) en kunnen als volgt worden omschreven. 1. Het moet gaan om ondernemers (zie hierover meer in paragraaf 2 van dit artikel); 2. Deze ondernemers moeten in Nederland wonen, gevestigd zijn of een vaste inrichting hebben; en 3. Deze ondernemers moeten in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig zijn verweven, dat zij een eenheid vormen (zie hierover meer in paragraaf 4 van dit artikel). De Btw-Richtlijn bevat een bijna identieke bepaling. In artikel 11 Btw-Richtlijn is opgenomen, dat elke lidstaat (na raadpleging van het BTW-comité van de Europese Unie) meerdere (rechts)personen binnen de eigen lidstaat als één belastingplichtige kan aanmerken, wanneer zij juridisch gezien zelfstandig zijn, doch financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar verbonden zijn. Opvallend is, dat de Nederlandse term verweven verder lijkt te gaan dan de Europese term verbonden. In de jurisprudentie is echter aan dit mogelijke verschil tussen de Europeesrechtelijke bepaling en de Nederlandse invulling daarvan voorbij gegaan. Advocaat-Generaal (hierna: P-G) Van Hilten gaf de Hoge Raad in 2008 in overweging om een aantal prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie (hierna: HvJ) (zie: Conclusie P-G 29 juli 2008, nr ), onder meer of de verbondenheidscriteria op Europees niveau moeten worden uitgelegd en of de drie criteria afzonderlijk of tezamen moeten worden beoordeeld. De Hoge Raad besloot echter geen prejudiciële vragen te stellen en de zaak zelf af te doen, met als gevolg dat deze vragen impliciet terugkeren in het recentelijk door de Hoge Raad gewezen arrest (HR 11 oktober 2013, 11/05105) 2. Alleen ondernemers of ook niet-ondernemers binnen de fiscale eenheid? Het als eerste in artikel 7, lid 4, Wet OB genoemde criterium voor de btw-fiscale eenheid levert direct al verwarring op. Volgens dit criterium kunnen natuurlijke personen en lichamen als ondernemer onderdeel uitmaken van de fiscale eenheid. Uit de (Nederlandse) btw-resolutie van 18 1 Drs. Klaas Dijkstra en mr. Iris Duinker zijn verbonden aan DHK Tax & Legal te Rotterdam.

2 februari 1991, nr. VB91/347 blijkt echter, dat houdstermaatschappijen/ holdings onder voorwaarden ook in de fiscale eenheid kunnen worden opgenomen. Dit terwijl holdings zich in het algemeen bezig met het verwerven en houden van aandelen (in de werkmaatschappijen) en deze activiteiten volgens vaste jurisprudentie niet kwalificeren als economische activiteit, waardoor er geen sprake is van btwondernemerschap (zie: HR 10 december 1990, nr en HvJ 20 juni 1991, nr. C-60/90, Polystar Investments Netherlands). De bewoording van artikel 7, lid 4, Wet OB zou met zich meebrengen dat holdings nooit onderdeel kunnen uitmaken van de btw-fiscale eenheid. De voornoemde resolutie maakt onderscheid tussen drie typen holdings: a. Zuivere holdings die zich uitsluitend bezig houden met het houden van aandelen en daarmee samenhangende, d.w.z. in de hoedanigheid van aandeelhouder plaatshebbende activiteiten ; b. Moeiende holdings/ topholdings die een wezenlijke economische functie vervullen binnen concernverband. Het houden van aandelen kan in dit geval in feite worden aangemerkt als een middel om in concernverband te komen tot uitoefening van de zeggenschap over en het dragen van verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke ondernemersactiviteiten van de gelieerde werkmaatschappijen en dus niet meer enkel als beleggingsdoel. c. Holding plus waarbij de holding niet alleen aandelen houdt, maar ook andere werkzaamheden verricht, zoals management-, financierings- en advieswerkzaamheden. Volgens de resolutie kan slechts de zuivere holding per definitie geen onderdeel van de fiscale eenheid zijn. Aangezien deze holding in het geheel niet optreedt in het economisch verkeer, kan er ook geen sprake zijn van economische verwevenheid. Dit is volgens de resolutie anders ingeval van de topholding en de holding plus. Dergelijke holdings vervullen een wezenlijke economische functie voor de werkmaatschappijen, waardoor het wel mogelijk is dat tussen de verschillende lichamen economische verwevenheid bestaat. De Europese Commissie kon zich niet vinden in het standpunt dat holdings in bepaalde gevallen wel onderdeel van de fiscale eenheid kunnen uitmaken aangezien holdings zelfstandig niet als btwondernemer kwalificeren en startte een inbreukprocedure tegen Nederland. Het HvJ heeft op 25 januari 2013 (nr. C-65/11) haar arrest in deze procedure (en overigens ook in vergelijkbare inbreukprocedures tegen andere lidstaten) gewezen. Daarvoor sluit het HvJ aan bij de tekst van de richtlijnbepaling, waarin de term persoon in plaats van belastingplichtige persoon wordt gebruikt. Samenvattend gesteld koppelt het HvJ hieraan de vaststelling dat inderdaad beoordeeld dient te worden of aan de verwevenheidscriteria is voldaan en dat dit ook mogelijk is voor lichamen die niet zelfstandig als btw-ondernemer kwalificeren. Het standpunt van Nederland c.q. de voornoemde resolutie wordt, met andere woorden, door het HvJ akkoord bevonden. Deze ontwikkeling heeft derhalve een ruimere uitleg van de btw-fiscale eenheid tot gevolg, zij het met name op Europees vlak. 3. De verwevenheidsvereisten De invulling van de verwevenheidvereisten is in jurisprudentie meermaals onderwerp van geschil geweest. Hoewel de figuur van de fiscale eenheid al vanaf de jaren 70 bestaat, is de concrete invulling van deze figuur nog steeds niet geheel duidelijk. In deze paragraaf bespreken we de uitleg die aan de verschillende verwevenheidsvereisten gegeven wordt.

3 3.1 Financiële verwevenheid/ verbondenheid De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 22 februari 1989 (nr ) nadere uitleg gegeven over de verwevenheidscriteria van artikel 7, lid 4, Wet OB. Vereist is dat ten minste de meerderheid van de aandelen (middellijk of onmiddellijk) in dezelfde handen is. De striktheid van deze uitleg blijkt uit het arrest HR 14 februari 2003, nr , waarbij 49,999851% in handen van een bank onvoldoende blijkt te zijn. Door de heldere en strikte invulling van het financiële verwevenheidscriterium, levert de toetsing aan dit criterium bij vennootschappen met in aandelen verdeeld kapitaal weinig problemen op. Dit is anders, indien de financiële verwevenheid moet worden getoetst voor organisaties die geen in aandelen verdeeld kapitaal hebben, zoals stichtingen en verenigingen. De Hoge Raad oordeelde in zijn arrest van 30 mei 1990 (nr ) over de vraag wanneer er sprake is van financiële verwevenheid tussen twee stichtingen. Volgens de Hoge Raad is er sprake van financiële verwevenheid, indien de financiële positie en/of de financiële gedragingen van het ene lichaam rechtstreeks afhankelijk zijn van, dan wel rechtstreeks van invloed zijn op de financiële positie van het andere lichaam. Deze constatering wordt herbevestigd en toegelicht in het arrest HR 26 juni 2009, nr , waarin de Hoge Raad stelt: Indien het ene lichaam een mate van zeggenschap heeft in het andere lichaam die niet onderdoet voor de mate van zeggenschap van een meerderheidsaandeelhouder in een aandelenvennootschap, en de financiële relatie tussen betrokken lichamen van dien aard is dat door gebruikmaking van die zeggenschap de financiële posities van deze lichamen in een gewenste onderlinge verhouding kunnen worden gebracht is aan evenbedoelde voorwaarde voldaan. Samenvattend kan worden geconcludeerd, dat voor de vraag of er sprake is van een fiscale eenheid niet van belang mag zijn om welke rechtsvormen het gaat (de fiscale eenheid is rechtsvormneutraal ). Het bepalende criterium voor de aanwezigheid van financiële verwevenheid is dat er een belangrijke mate van gemeenschappelijke zeggenschap bestaat over het financiële beleid van de aangesloten lichamen. Wanneer dit precies het geval is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Wij verwachten daarom dat deze vraag in de toekomst vaker aan de orde zal worden gesteld. Tot slot moet in het kader van de financiële verwevenheid worden vermeld, dat de financiële verwevenheid indien deze middellijk moet worden vastgesteld- ook kan lopen via het buitenland. De beperkende voorwaarde dat alleen in dezelfde lidstaat gevestigde lichamen deel kunnen uitmaken van een fiscale eenheid staat hieraan niet in de weg. 3.2 Organisatorische verwevenheid/ verbondenheid De Hoge Raad heeft in het voornoemde arrest van 22 februari 1989 ook het organisatorische verwevenheidsvereiste nader omschreven. Volgens deze omschrijving is er in de navolgende situaties sprake van organisatorische verwevenheid. 1. de vennootschappen staan onder een gezamenlijke of als eenheid functionerende leiding; of 2. de leiding van de ene vennootschap is ondergeschikt ten opzichte van die van de andere vennootschap. In feite komt dit vereiste erop neer, dat moet worden nagegaan of één partij de organisatorische/ bestuurlijke invloed heeft over alle lichamen. Het moet hierbij overigens gaan om het feitelijke bestuur en niet slechts het dagelijkse bestuur van één of meer van de lichamen (HR 26 augustus 1998, nr ). De organisatorische verwevenheid zal met name eenvoudig zijn vast te stellen, wanneer het bestuur voor alle lichamen dezelfde is. In veel gevallen zal het bestuur niet exact gelijk zijn voor alle lichamen. Alsdan moet worden vastgesteld of er een partij is die van doorslaggevende/ bepalende (bestuurlijke) invloed is en, zo ja, voor welke lichamen deze doorslaggevende invloed

4 geldt. Ontbreekt de doorslaggevende invloed bij één van de lichamen, dan zal voor dit lichaam worden geconcludeerd dat er geen sprake is van organisatorische verwevenheid, waardoor dit lichaam geen deel uitmaakt van de fiscale eenheid. 3.3 Economische verwevenheid/ verbondenheid Tenslotte geldt het economische verwevenheidscriterium. In het voornoemde arrest HR 22 februari 1989, nr is hierover opgemerkt, dat de activiteiten van de vennootschappen in hoofdzaak moeten strekken tot verwezenlijking van een zelfde economisch doel, zoals de bediening van een gemeenschappelijke klantenkring, danwel dat de activiteiten van de ene vennootschap in hoofdzaak ten behoeve van de andere vennootschap worden uitgeoefend. In de praktijk is op grond hiervan een drietal categorieën onderscheiden waarin er economische verwevenheid kan bestaan: a. De prestaties richten zich in hoofdzaak tot dezelfde klantenkring; b. De onderdelen van de fiscale eenheid verrichten prestaties die elkaar aanvullen; of c. Een onderdeel (of diverse onderdelen) van de fiscale eenheid verricht (of verrichten) in hoofdzaak prestaties aan andere delen van de fiscale eenheid (complementaire handelingen). De Europese Commissie heeft in zijn opinie/ Mededeling van 2 juli 2009, nr. COM(2009) 325 een andere formulering gehanteerd, namelijk: (a) De hoofdactiviteit van de groepsleden is van dezelfde aard; (b) De activiteiten van de groepsleden vullen elkaar aan of hangen van elkaar af; of (c) Een groepslid verricht activiteiten die volledig of in aanmerkelijke mate tot voordeel strekken van de andere groepsleden. Duidelijk is, dat in ieder geval het opereren in concernverband en het verrichten van prestaties binnen dezelfde branche op zichzelf genomen onvoldoende is om te concluderen dat er sprake is van economische verwevenheid (HR 22 februari 1989, BNB 1989/112). a. Gemeenschappelijke klantenkring Wanneer er sprake is van een in hoofdzaak dezelfde klantenkring, is een niet duidelijk afgebakend. In jurisprudentie is dit vereiste vaak strikt ingevuld, namelijk in de zin van in hoofdzaak dezelfde afnemers. Naar de P-G in haar Conclusie van 29 november 2012 (nr. 11/05105) echter onzes inziens terecht opmerkt, kan tegen het gezamenlijke economisch doel (zoals de gezamenlijke klantenkring) verschillend worden aangekeken: vanuit het perspectief van de prestatie en vanuit het perspectief van de klant. Vanuit eerstgenoemd perspectief kunnen verschillende verkopers van auto's economisch verweven zijn: zij streven allen hetzelfde economische doel na, te weten de verkoop van auto's; hun afnemers zijn echter divers. Vanuit het perspectief van de klant bezien kunnen echter ook het reisbureau en de reisverzekeraar economisch verweven zijn: in dit geval zijn de verrichte prestaties verschillend, maar de afnemers dezelfde: de prestaties van de verzekeraar en de reisverkoper vullen elkaar als het ware aan ten behoeve van dezelfde klant. (overweging ). In onze optiek valt het perspectief van de klant (dezelfde afnemers) onder categorie a van een gemeenschappelijke klantenkring, terwijl het perspectief van de verkoper onder categorie b van aanvullende prestaties valt (zie hierna). Op deze wijze heeft een strikte toetsing van het criterium gemeenschappelijke klantenkring niet tot gevolg dat bijvoorbeeld verschillende vestigingen niet tot dezelfde fiscale eenheid zouden kunnen horen. Beide perspectieven kunnen in onze optiek leiden tot een fiscale eenheid.

5 Vraag is voorts nog in welke mate een de klantenkring dezelfde moet zijn om in hoofdzaak dezelfde te zijn. Naar de P-G heeft opgemerkt legde het Hof Den Haag de grens op meer dan 50% (Hof s- Gravenhage 7 februari 1990, nr. 3979/89). Wij zijn het met de P-G eens dat de invulling van een duurzame gelijke klantenkring van meer dan 50% niet onredelijk is. b. Aanvullende prestaties Naar onze opvatting is in de jurisprudentie vaak onvoldoende ruimte gegeven aan deze categorie b. Zo oordeelde de Tariefscommissie in 1961 dat een NV die zich toelegt op het uitdeuken en spuiten van autocarrosserieën, en een tweetal andere NV's die het garagebedrijf uitoefenen niet als btw-fiscale eenheid konden worden aangemerkt, aangezien niet zou zijn voldaan aan het economische verwevenheidscriterium doordat er veeleer sprake was van nevengeschikte ondernemingen, wier rechtstreekse onderlinge prestaties gering zijn (TC 28 november 1961, nr O, BNB 1962/113). Het Hof s-gravenhage gaf in zijn uitspraak van 15 maart 1995 (nr. 92/1211) een andere, ruimere uitleg aan het begrip fiscale eenheid. De uitspraak van het Hof had betrekking op een aantal zustervennootschappen, die allen een groothandel van aanvullende (niet dezelfde) schoonheidsproducten exploiteerden. Naar het oordeel van het Hof was het voldoende aannemelijk dat de activiteit van dezelfde aard waren en gericht waren op gelijksoortige afnemers. Hierdoor strekten de activiteiten in hoofdzaak tot hetzelfde economisch doel, te weten het ten behoeve van de afnemers voor zien in producten op het gebied van de lichaamsverzorging en meer specifiek huiden haarverzorging. Wij zijn van opvatting dat het Hof een juiste uitleg heeft gegeven van het begrip aanvullende prestaties. Een andere uitleg zou ertoe kunnen leiden, dat zustervennootschappen die organisatorisch en financieel verweven zijn slechts vanwege de omstandigheid dat de activiteiten over verschillende organisaties zijn verdeeld geen deel kunnen uitmaken van de btw-fiscale eenheid en er een extra btw-last op de onderling tussen deze organisaties verrichte prestaties rust. Een dergelijke situatie is in onze optiek in strijd met de fiscale neutraliteit. c. Complementaire prestaties Tot slot geldt als voorbeeld van economische verwevenheid, dat een lichaam in hoofdzaak activiteiten verricht ten aanzien van andere lichamen binnen de fiscale eenheid: de activiteiten van de ene vennootschap worden in hoofdzaak ten behoeve van de andere vennootschap uitgeoefend. Hof s-gravenhage 7 februari 1990, nr. 3979/89-M-4, JOB 1990/53 legde de grens op meer dan 50%. De P-G oordeelde in haar Conclusie van 29 november 2012 (nr. 11/05105), dat in de aan de Hoge Raad voorgelegde casus niet aan dit criterium/ deze categorie werd voldaan, aangezien de onderlinge prestaties opgeteld niet meer dan 50% van de omzetten bedroegen. Overigens zou volgens de P-G een invulling naar werkelijk gebruik ook mogelijk zijn geweest. De Hoge Raad volgde deze uitleg van de P-G echter niet. In paragraaf 4 hierna gaan wij in op deze recentelijk door de Hoge Raad gewezen jurisprudentie. 4. Hoge Raad 11 oktober 2013, 11/05105 De Hoge Raad oordeelde in dit arrest over de navolgende situatie.

6 Holding BV (X) heeft drie werkmaatschappijen onder zich, waarover zij tegen vergoeding het management voert. De belanghebbende (A) is één van deze werkmaatschappijen. A exploiteert in een woon-/winkelcentrum een energie-installatie, die zich bevindt in een kelderruimte onder het centrum. Werkmaatschappij B exploiteert in het woon-/ winkelcentrum een supermarkt. Werkmaatschappij C draagt zorg voor de exploitatie van onroerende zaken, onder meer het pand dat als supermarkt wordt gebruikt en waarin ook de energie-installatie zich bevindt. A behaalt 22% van zijn omzet met het leveren van energie aan B en C en 78% van derden. Daarnaast heeft A 3,3 % met B en C gemeenschappelijke klanten. De inspecteur stelde vast dat X, B en C een btw-fiscale eenheid vormen, maar wijst het verzoek om A aan deze fiscale eenheid toe te voegen af. Dat er sprake was van (100%) financiële en van organisatorische verwevenheid was niet in geschil. In geschil was de vraag of er sprake was van economische verwevenheid. De rechtbank beantwoordde deze vraag ontkennend, op grond van de overweging dat een economische verwevenheid van maximaal 25,3% (22% plus 3,3%) onvoldoende was om te oordelen dat er in hoofdzaak sprake was van een zelfde economisch doel. Een eerste vraag die ten aanzien van het vonnis van de rechtbank kan worden gesteld, is of de twee percentages van 22% en van 3,3% inderdaad bij elkaar kunnen worden opgeteld. Het als eerste genoemde percentage doelt op de complementaire prestaties die tussen de verschillende ondernemers worden verricht; het als tweede genoemde percentage doelt op de gemeenschappelijke klantenkring. De P-G schrijft, dat zij een dergelijke additieve methode niet op voorhand van de hand wijst ondanks dat deze methode niet blijkt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad. Een percentage van 25,3% is naar oordeel van de P-G echter in ieder geval onvoldoende om aan het criterium van in hoofdzaak hetzelfde economische doel te voldoen. Daarnaast stelt de P-G dat voor deelname aan een btw-fiscale eenheid moet worden voldaan aan alle verwevenheidscriteria. Verwevenheid in twee-opzichten-en-een-beetje is volgens de P-G onvoldoende. Deze stringente uitleg kan mede worden verklaard vanuit het oogpunt dat de fiscale eenheid een uitzondering op de hoofdregel (dat iedere ondernemer fiscaal zelfstandig als ondernemer moet worden behandeld) vormt. De uitleg van de P-G past naar onze opvatting goed binnen de eerder in de jurisprudentie uitgezette kaders ten aanzien van de btw-fiscale eenheid. Met het oog hierop is het des te opvallender dat de Hoge Raad in zijn arrest tot een andere beoordeling komt. De Hoge Raad overweegt dat er sprake is van nauwe verbondenheid in economische opzicht ingeval tussen de werkmaatschappijen niet verwaarloosbare economische betrekkingen bestaan. Dit was naar oordeel van de Hoge Raad het geval nu A en B hun bedrijfsruimte van C huurden en nu B en C hun elektriciteit afnamen van A. Een conclusie die hieruit volgt, is dat er bij onderlinge/ complementaire prestaties ook sprake kan zijn van een fiscale eenheid indien de onderlinge prestaties tezamen minder dan 50% vertegenwoordigen. De omstandigheid dat de verschillende lichamen in meer of minder belangrijke

7 mate goederen/ diensten verrichten jegens derden doet hieraan volgens de Hoge Raad niet af. Met andere woorden: doordat de economische betrekkingen volgens de Hoge Raad niet verwaarloosbaar zijn, maakt ook A deel uit van de fiscale eenheid, ook al voldoet A in bewoordingen van de P-G in-twee-opzichten-en-een-beetje aan de verwevenheidscriteria. 5. Conclusies De twee in dit artikel besproken arresten leiden naar onze beoordeling tot een ruimere uitleg van het begrip fiscale eenheid. Het arrest HR 11 oktober 2013, nr. 11/05105 vormt daarbij een toelichting op de eerder (in 1989) door de Hoge Raad gegeven uitleg van het economische verwevenheidscriterium. De reikwijdte van de eis dat er in hoofdzaak tot verwezenlijking van een zelfde economisch doel moet zijn, was tot op heden niet volledig duidelijk. Hieraan ligt mede ten grondslag, dat de Hoge Raad in 1989 alleen voorbeelden noemden ter verduidelijking, namelijk de bediening van een gemeenschappelijke klantenkring of het uitoefenen van activiteiten door een vennootschap ten behoeve van een andere vennootschap binnen de fiscale eenheid. Met het op 11 oktober 2013 gewezen arrest lijkt de Hoge Raad een nieuw voorbeeld aan dit rijtje te hebben toegevoegd, namelijk de situatie waarin er tussen de werkmaatschappijen niet verwaarloosbare economische betrekkingen bestaan. De precieze invulling van dit soort terminologie blijft niet eenvoudig en niet eenduidig te geven. Wel blijkt de situatie waarin vennootschappen in eerste instantie ten opzichte van elkaar prestaties verrichten, relatief snel te kunnen leiden tot economische verwevenheid, ook in gevallen waarin een relatief laag percentage van de omzet van een samenwerkende onderneming wordt behaalt tussen de werkmaatschappijen onderling of bij gemeenschappelijke klanten. In onze optiek is dit een welkome ontwikkeling, die voor werkmaatschappijen met een onderlinge samenhang beter recht doet aan de economische realiteit. De toch wat vage term niet verwaarloosbare economische betrekkingen geeft in de context van dit arrest ruimte om in situaties waar een samenhangende bedrijfsstructuur wordt opgezet al snel tot een fiscale eenheid voor de btw te komen. Dit is naar onze mening ook de bedoeling geweest van de (Europese) wetgever. De strikte benadering die de Belastingdienst regelmatig heeft gevoerd leidde naar onze mening tot willekeur en was in strijd met het neutraliteitsbeginsel. Naar onze mening geeft het neutraliteitsbeginsel een basis om de btw-fiscale eenheid juist ruim toe te passen, aangezien er anders een extra btw-belastingdruk zou ontstaan voor feitelijk verweven organisaties. Dit arrest van de Hoge Raad lijkt deze lijn te volgen. Vindplaats: K. Dijkstra; I.M. Duinker, Een ruimere uitleg van de btw-fiscale eenheid, BTW-Bulletin 2, 2014.

Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang

Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang Inleiding Zowel onderwijsinstellingen als kinderopvangorganisaties verrichten btw-vrijgestelde prestaties, namelijk het verzorgen van

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De niet-ondernemer in de fiscale eenheid. : Jurgen van de Meerendonk. Administratienummer : Datum : december 2013

Bachelor Thesis. De niet-ondernemer in de fiscale eenheid. : Jurgen van de Meerendonk. Administratienummer : Datum : december 2013 Bachelor Thesis De niet-ondernemer in de fiscale eenheid Naam : Jurgen van de Meerendonk Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 183273 Datum : december 2013 Examencommissie : W.J.C. de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

RB bijeenkomst Btw actualiteiten

RB bijeenkomst Btw actualiteiten RB bijeenkomst Btw actualiteiten Annette Pol-Habing 8 februari 2016 Hengelo Btw-actualiteiten Ondernemerschap Holdingvennootschap Aftrek van voorbelasting Afnemer van de prestatie Leegstand Privé gebruik

Nadere informatie

Is de fiscale eenheid in Nederland in strijd met Europese btw-richtlijn?

Is de fiscale eenheid in Nederland in strijd met Europese btw-richtlijn? Is de fiscale eenheid in Nederland in strijd met Europese btw-richtlijn? Naam: Eline Fleuren Studierichting: Fiscale economie Studentennummer: S798936 Datum: 26-4-2011 Begeleider: Mr. N. Sayedi 1 Hoofdstuk

Nadere informatie

Btw-heffing over sportbeoefening en het geven van gelegenheid tot sportbeoefening

Btw-heffing over sportbeoefening en het geven van gelegenheid tot sportbeoefening drs. Klaas Dijkstra; mr. Iris Duinker 1 Btw-heffing over sportbeoefening en het geven van gelegenheid tot sportbeoefening Het rommelt in de btw-regelgeving ten aanzien van sportbeoefening, zowel voor wat

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Een ruimere algemeenheid

Een ruimere algemeenheid Bachelor thesis Een ruimere algemeenheid Naam Imke Kuunders Adres Oude Molen 14 5757 AZ Liessel Telefoonnummer 0650983558 Studierichting Fiscale Economie Administratienummer 129392 Datum mei 2011 Examencommissie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

De ruimte van de fiscale eenheid in Nederland

De ruimte van de fiscale eenheid in Nederland De ruimte van de fiscale eenheid in Nederland Naam student: Bob Klooster Administratie nummer Student: S 572806 Naam begeleider: Mw. Mr. A.H.S. Bouwman 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Fiscale eenheid in

Nadere informatie

aan de ondernemers een beschikking fiscale eenheid BTW afgeven. Deze beschikking op initiatief van de Belastingdienst, kan echter niet met terugwerken

aan de ondernemers een beschikking fiscale eenheid BTW afgeven. Deze beschikking op initiatief van de Belastingdienst, kan echter niet met terugwerken Voorkoming aansprakelijkheid bij beëindiging fiscale eenheid BTW. Meld dit tijdig! Als ondernemers in financieel, organisatorisch en economisch opzicht met elkaar verweven zijn, dan is er sprake van een

Nadere informatie

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is

Nadere informatie

Niet ondernemers en de fiscale eenheid

Niet ondernemers en de fiscale eenheid Niet ondernemers en de fiscale eenheid Awynash Sewnandan Fiscale Economie 264313 November 2016 Examencommissie: B. Willemsen LL.M, Mr. Dr. S.B. Cornielje Inhoudsopgave Lijst van afkortingen... 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap Rashmi Gangaram Panday 5606306 Semester 2, studiejaar 2008/2009 Juli 2009 Bachelorscriptie Begeleider : dhr. mr. drs. W.A.P.

Nadere informatie

1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen

1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen Handelsregister 1. Inschrijvingsplicht voor rechtspersonen en ondernemingen Op grond van art. 5 aanhef en sub a Handelsregisterwet 2007 wordt een onderneming die in Nederland is gevestigd en die toebehoort

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018

CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 februari 2018 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 1. ALGEMEEN Met grote belangstelling hebben wij kennis genomen van de consultatieversie

Nadere informatie

De omvang van de fiscale eenheid in Nederland

De omvang van de fiscale eenheid in Nederland De omvang van de fiscale eenheid in Nederland Masterscriptie Fiscaal Recht Naam: J.H.A. Otten ANR: 714392 Telefoonnummer: 0647679717 Adres: Torenpad 10, 5056 SE Berkel-Enschot Datum: 22 november 2011 Opleiding:

Nadere informatie

2014 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International

2014 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International 2014 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International Cooperative ("KPMG International"), een Zwitserse entiteit.

Nadere informatie

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Mr. Almer M.A. de Beer 1 De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Wanneer is een houdstervennootschap beleidsbepalend? 1 Werkzaam bij Arenthals

Nadere informatie

Hoeveel service geeft btw? Utrecht, 27 november 2014 Mr. Henk de Kat

Hoeveel service geeft btw? Utrecht, 27 november 2014 Mr. Henk de Kat Hoeveel service geeft btw? Utrecht, 27 november 2014 Mr. Henk de Kat Stelling BTW en gezondheidszorg, bestuurlijk een uitdaging Uitgangspunten Zorginstelling is btw-ondernemer Zorginstelling verricht belaste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje mr. I.M. Duinker; mr. P. de Kock 1 Met ingang van 1 januari 2012 zijn in de Wet op de omzetbelasting 1968 wijzigingen aangebracht in het kader

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De btw-fiscale eenheid in Nederland te ruim? De btw-fiscale eenheid in Nederland te ruim? Naam student: Rick Meijer ANR:

Bachelor Thesis. De btw-fiscale eenheid in Nederland te ruim? De btw-fiscale eenheid in Nederland te ruim? Naam student: Rick Meijer ANR: Bachelor Thesis De btw-fiscale eenheid in Nederland te ruim? Naam student: Rick Meijer ANR: 450182 Begeleider: W. J. C. de Bakker Examencommissie: A.J. van Doesum ~ 1 ~ Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding...

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

Advieswijzer. Fiscale eenheid 2016 De voor- en nadelen op een rij Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Fiscale eenheid 2016 De voor- en nadelen op een rij Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Fiscale eenheid 2016 De voor- en nadelen op een rij 13-07-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale

Nadere informatie

Casus 13 Kom op voor je recht

Casus 13 Kom op voor je recht Casus 13 Kom op voor je recht Een werkgever kan tegenwoordig niet meer alle beslissingen nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Naar de factor arbeid moet in een aantal

Nadere informatie

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper 13.07.16 Uw bv s als fiscale eenheid in 2016 De belangrijkste voor- en nadelen op een rij whitepaper In dit whitepaper: Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv

Nadere informatie

Verkoop van deelnemingen in de economische en niet-economische sfeer

Verkoop van deelnemingen in de economische en niet-economische sfeer Verkoop van deelnemingen in de economische en niet-economische sfeer Door: N. Tanouti M. Sc. 2010/ 2011 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 4 Hoofdstuk 2 Belastingplicht van houdstermaatschappijen bij

Nadere informatie

Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie

Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie In deze nieuwsbrief informeren wij u over de laatste ontwikkelingen inzake de procedures over btw en leerlingenvervoer.

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

Datum 10 september 2014 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) (2014Z13486)

Datum 10 september 2014 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) (2014Z13486) > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 AE Den Haag Directie Douane en Verbruiksbelastingen Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447

RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 Van : college van burgemeester en wethouders Datum : 27 juni 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Haring Portefeuille(s) : Financiën Contactpersoon : W. Lam Tel.nr. : 8318

Nadere informatie

VOLSTORTING VAN AANDELEN BIJ OPRICH- TING BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NE- DERLANDS RECHT

VOLSTORTING VAN AANDELEN BIJ OPRICH- TING BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NE- DERLANDS RECHT VOLSTORTING VAN AANDELEN BIJ OPRICH- TING BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NE- DERLANDS RECHT PAS OP VOOR AANSPRAKELIJKHEID! Bij faillissement van een kapitaalvennootschap naar Nederlands recht, onderzoekt de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2005:AT4996

ECLI:NL:RBROT:2005:AT4996 ECLI:NL:RBROT:2005:AT4996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 25-04-2005 Datum publicatie 03-05-2005 Zaaknummer 04/2882 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs Deze informatie gaat over de btw-heffing bij publiek-private samenwerking. In deze informatie worden de btw-regels uitgelegd,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:3135

ECLI:NL:RBNNE:2017:3135 ECLI:NL:RBNNE:2017:3135 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer AWB - 15 _ 4205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BX9444

ECLI:NL:HR:2013:BX9444 ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 28.11.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0824/2008, ingediend door Kroum Kroumov (Bulgaarse nationaliteit), gesteund door zestien

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:6620

ECLI:NL:RBGEL:2016:6620 ECLI:NL:RBGEL:2016:6620 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 13-12-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 4829 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer;

HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer; Belastingkamer: Nummer: 883/79 HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer; Gezien het beroepschrift van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. voorheen de vennootschap

Nadere informatie

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: '"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep

Nadere informatie

Samenwerking in de btw

Samenwerking in de btw BTW-VRIJSTELLINGEN Samenwerking in de btw 25 MEI 2010 Bij samenwerkingsverbanden komen er altijd specifieke vraagstukken op het gebied van de btw naar voren. Omdat er over en weer prestaties worden verricht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 luxembourg c - ~~///3 - Entrée 2 5 FEV. 2013 oge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/04457 1 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie

Nadere informatie

BTW OP VERKOOP VAN GROND

BTW OP VERKOOP VAN GROND BTW OP VERKOOP VAN GROND Sinds 1 januari 2011 is de verkoop van grond in bepaalde gevallen onderworpen aan btw in plaats van aan registratierechten. Dit is het geval wanneer een terrein dat bij een nieuw

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 19 juli 2007

No.W /III 's-gravenhage, 19 juli 2007 ................................................................................... No.W06.07.0169/III 's-gravenhage, 19 juli 2007 Bij Kabinetsmissive van 21 juni 2007, no.07.001943, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761

Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 Datum: 26 juni 2017 Team: Vastgoed Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift aan: wethouder Haring,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 C -,44Li jj':j - Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 10/04806 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr ~3.~o 6..3.s.::.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 Instantie Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 15-03-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11/4708 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Zaaknummer : S Datum uitspraak : 15 mei 2018 Plaats uitspraak : Zeist

Zaaknummer : S Datum uitspraak : 15 mei 2018 Plaats uitspraak : Zeist Zaaknummer : S21-101 Datum uitspraak : 15 mei 2018 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: de heer G.W. W mevrouw K. W wonende te Vlissingen verder te noemen: W c.s. tegen: Bindend Advies de Vereniging

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid

Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Vennootschapsbelasting (IS). 1. Algemeen. Vennootschappen. De vennootschapsbelasting (Impuesto sobre

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen tussenkomst De Belastingdienst heeft, in samenwerking met

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden en de AVG

Samenwerkingsverbanden en de AVG Realisatie Handreiking Samenwerkingsverbanden en de AVG Deel 1 - Verwerkingsverantwoordelijke Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Verwerkingsverantwoordelijke...4 2.1 Wat zegt de AVG?...4 2.2 Wat betekent

Nadere informatie

een fiscale eenheid btw.

een fiscale eenheid btw. De nietbelastingplichtige in een fiscale eenheid btw. Naam: Studierichting: T.E.C. Rütze Master Fiscaal Recht Accent indirecte belastingen S178571 ANR: Afstudeerdatum: 24 augustus 2016 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JUNI 2013 F.12.0005.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0005.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

Europa is duidelijk over bouwterrein, Nederland moet (verder) zich aanpassen.

Europa is duidelijk over bouwterrein, Nederland moet (verder) zich aanpassen. Europa is duidelijk over bouwterrein, Nederland moet (verder) zich aanpassen. Naam : G. Hoogenraad Studierichting : Bachelor fiscale economie Administratienummer : 875620 Datum : December 2013 Examencommissie

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-22 d.d. 24 januari 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 Permanente link: http://deeplink. Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-07-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 5490 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de algemeen directeur Belastingen van de Belastingdienst. Publicatiedatum: 11 februari 2015

Rapport. Rapport over een klacht over de algemeen directeur Belastingen van de Belastingdienst. Publicatiedatum: 11 februari 2015 Rapport Rapport over een klacht over de algemeen directeur Belastingen van de Belastingdienst. Publicatiedatum: 11 februari 2015 Rapportnummer: 2015/019 Wat is de klacht? De klacht is gericht tegen de

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT OVEREENKOMST VAN OPDRACHT Partijen: 1. (intermediair), gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1848/ABN AMRO Bouwfonds - Proverko I. MELDING

Nadere informatie

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht 87 HOOFDSTUK 1 Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht AFDELING 1 Het fiscale stelsel opgelegd door de Europese fiscale fusierichtlijn van 23 juli 1990 (veelvuldig gewijzigd) 1. Toepassingsgebied

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie