19 juli 2011 Corr.nr , VB Nummer 23/2011 Zaaknr

Transcriptie

1 19 juli 2011 Corr.nr , VB Nummer 23/2011 Zaaknr Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende het project Vervanging Noordzeebrug SAMENVATTING: In 2005 en 2006 heeft u een krediet beschikbaar gesteld van 28,5 mln. incl. BTW voor de uitvoering van het project Vervanging Noordzeebrug. Met dit project wordt (in het kader van Vaarweg Lemmer-Delfzijl) de bestaande Noordzeebrug over het Van Starkenborghkanaal vervangen en wordt (in het kader van de aanpak ringwegen) de aansluiting van de Noordelijke Ringweg op de Bedumerweg en bedrijventerrein De Hoogte gereconstrueerd. Als gevolg van prijsontwikkeling is het destijds beschikbaar gestelde krediet op dit moment onvoldoende. De totale projectkosten worden op basis van huidig prijspeil geraamd op 30,62 mln. excl. BTW 1. In deze voordracht worden de achtergronden hiervan toegelicht en wordt u gevraagd in te stemmen met een aangepaste financiering voor het project en een aangepast krediet van 30,62 mln. excl. BTW beschikbaar te stellen. Inleiding In 2006 hebben zowel uw Staten (voordracht 17/2006, d.d. 27/06/2006) als de gemeente Groningen een besluit genomen over de uitvoering en financiering van het project Vervanging Noordzeebrug. Uw Staten hebben daarbij krediet beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het project. Uw besluit en dat van de gemeenteraad vormde een vervolg op het realisatiebesluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 2004 en op het besluit van de commissie Bodemdaling door aardgaswinning (beiden financiers van het project, samen met provincie en gemeente) en op voordracht 21/2005 van 2005 ten aanzien van de voorfinanciering van de grondverwerving door de provincie. Met genoemde voordrachten heeft u in totaal een krediet van 28,5 mln. incl. BTW beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het project. Het besluit van de Minister in 2004 is gebaseerd op een raming met prijspeil Het besluit van de Commissie bodemdaling gaat uit van nacalculatie. Wij zijn samen met het gemeentebestuur in 2006 uitgegaan van prijspeil 2005, en een aanname ten aanzien van de doorberekening van prijsontwikkeling richting financierende partijen welke onhoudbaar is gebleken. Als gevolg van prijsontwikkeling is het destijds beschikbaar gestelde krediet op dit moment onvoldoende. Met deze voordracht stellen wij u voor aanvullende financiering en krediet beschikbaar te stellen. Parallel hieraan zal ook bij de gemeente een besluit genomen worden ten aanzien van aanvullende financiering. De Commissie Bodemdaling - welke uitgaat van nacalculatie - is al geïnformeerd over de stand van zaken bij onze brief d.d. 12 mei Het Rijk heeft op 1 juli 2011 de subsidiebeschikking voor het project afgegeven. Ontwikkelingen periode In vervolg op uw uitvoeringsbesluit en kredietverstrekking is gewerkt aan de voorbereiding van het bestek en van de aanbesteding van het werk en aan de grondverwerving. De laatste benodigde percelen zijn op 1 oktober 2010 middels onteigening door de provincie verworven. 1 ): door gewijzigde BTW-regelgeving wordt nu (anders dan in 2006) excl. BTW gerekend. Blz. 1 van 10

2 Dat tenminste een deel van de benodigde resterende grond door onteigening verkregen zou moeten worden en dat daarmee vertraging zou optreden, hebben wij in 2007 geconstateerd. U en overige betrokken partijen zijn daarover destijds geïnformeerd (zie onze brief met correspondentienummer /BW, d.d. 3 juli 2007), waarbij op dat moment is aangegeven dat de uitvoering van het project als gevolg hiervan naar verwachting eerst zou starten in Ten aanzien van de financiële consequenties van een en ander is destijds aangegeven dat voor de grondverwerving rekening gehouden zou moeten worden met een overschrijding van de eerder geraamde kosten met maximaal circa 1,0 mln. en dat verwacht mocht worden dat de vertraging zou leiden tot financiële consequenties volgens de algemene markt- en prijsontwikkeling. Inmiddels is voor het project een geactualiseerde raming opgesteld (prijspeil 2010). Ten opzichte van de raming met prijspeil 2002 is sprake van een toename met 28,5%. Met het Rijk is inmiddels overeenstemming in de vorm van een verleende subsidiebeschikking. Ook met de gemeente zijn afspraken gemaakt hoe hiermee om te gaan. Deze voordracht sluit aan op de gemaakte afspraken. Hieronder wordt een en ander meer uitgebreid toegelicht. Plan en planontwikkeling Het plan is ten behoeve van de besteksvoorbereiding nader uitgewerkt. Het gaat daarbij vooral om vormgeving en inpassing. Functioneel, verkeerskundig en qua scope hebben zich ten opzichte van het plan waarover u in 2006 hebt besloten geen wezenlijke wijzigingen voorgedaan. Bijzondere aandacht bij de uitwerking is besteed aan twee onderdelen, te weten de kruising van het fietsverkeer met de Groningerweg en het zoeken van een oplossing (los van het project Noordzeebrug) voor de geluidsproblematiek bij Noorderhogebrug. Dit als destijds aangegeven in voordracht 17/2006. Voor de kruising heeft dit geleid tot een kleine maar verkeerstechnisch zinvolle wijziging in de fietsstructuur, met de toepassing van een middenberm in de Groningerweg. Voor genoemde geluidsproblematiek heeft dit geleid tot extra geluidschermen ten westen van de N370 bij Noorderhogebrug, welke los van het project Noordzeebrug worden gefinancierd door provincie en gemeente, als vastgelegd in bijlage 1 van de Programmabegroting Naast de verbetering van de fietsstructuur ter plaatse van de Groningerweg is op verzoek van de gemeente Groningen een fietstunnel naast de tunnel Winsumerweg in het contract meegenomen. Deze fietstunnel is als optie in het contract gevoegd: indien na aanbesteding blijkt dat deze tunnel binnen het projectbudget past, wordt deze ook uitgevoerd. Het voordeel hiervan is, dat er slechts eenmalig verkeersmaatregelen op de ringweg noodzakelijk zijn. De weg wordt hiermee vrijgemaakt om langs de N361 ter plaatse van de Winsumerweg in de toekomst een fietspad aan te leggen. Aan noordzijde is nogmaals kritisch gekeken naar het rolpad ter plaatse. Een laaggelegen fietspad (tussen Groningerweg naar rolpad) ingeklemd tussen talud en bosschages wordt als sociaal onveilig beschouwd. Bovendien is het aan de noordzijde mogelijk gebleken de helling van het fietspad terug te brengen naar 2,5% (zuidzijde 3,1%), met toepassing van een tussenplateau. Dit heeft ertoe geleid dat het rolpad aan de noordzijde komt te vervallen. Afbeeldingen van het plan zijn opgenomen in de bijlagen bij deze voordracht, bestaand uit twee technische tekeningen en een impressie afkomstig uit het beeldkwaliteitsplan voor het project. Prijsontwikkeling en kostentoedeling De raming welke de grondslag vormt voor het realisatiebesluit van de Minister bedraagt 28,58 mln, incl. BTW, op basis van prijspeil In verband met het intrekken destijds door de gemeente Groningen van een eerder aangehouden gemeentelijke bijdrage van 1,0 mln uit ISVgelden 2 is op het project bezuinigd. Gegeven deze bezuiniging zijn budget en raming op basis van prijspeil 2002 bijgesteld van 28,58 mln. naar 27,58 mln. incl. BTW. Voor voordrachten 21/2005 en 17/2006 is de raming aangepast op basis van prijspeil Deze geactualiseerde raming kwam uit op 28,5 mln. incl. BTW (prijspeil 2005) en vormde de basis voor het toegekend krediet. 2 ): zie voordracht 21/2005, d.d. 12 juli

3 Voor het project is inmiddels een nieuwe volledig geactualiseerde raming opgesteld volgens een op verzoek van RWS aangepaste methodiek. Het betreft een probabilistische raming (eerdere ramingen waren deterministisch), welke uitkomt op een bedrag van 35,43 mln. incl. BTW (prijspeil 2010). Dit komt overeen met een toename van 6,93 mln., ofwel circa 24,3% ten opzichte van de raming van Bovenstaande toename wordt voor het overgrote deel veroorzaakt door de in 2007 geconstateerde toename van de kosten voor grondverwerving en de consequenties van prijsontwikkeling. Deels is deze echter ook een gevolg van de nadere uitwerking. Ook bij de gemeente is de besluitvorming gaande ten aanzien van aanvullende financiering. Insteek van alle partijen is de kostentoename te verdelen naar rato van de oorspronkelijke relatieve bijdragen van partijen aan het project (d.w.z. Rijk 49,8%; Commissie Bodemdaling 13,5%; provincie 27,7% en gemeente 9,0%). Door uit te gaan van nacalculatie gaat de Commissie Bodemdaling hier in feite altijd al vanuit. Bovenstaande insteek wijkt af van het uitgangspunt in voordracht 17/2006, waarbij er van uitgegaan werd dat de regio geen indexatie toe zou passen. Deze opstelling is - zeker met de nu geconstateerde prijsontwikkeling - onhoudbaar gebleken. Financiering Als aangegeven komt de geactualiseerde raming uit op een bedrag van 35,43 mln. incl. BTW (prijspeil 2010). Op basis hiervan en van de oorspronkelijke bijdragen van partijen en rekening houdend met een "werkelijk" BTW-percentage van 15,7% 4 leidt dit tot de volgende aangepaste financiering door partijen, voor in totaal 30,62 mln. excl. BTW: financiering (o.b.v. real. besluit*) incl. BTW financiering (aangepast) incl. BTW financiering (aangepast) excl. BTW rijksbijdrage , , ,- bodemdalingsbijdrage , , ,- bijdrage regio , , ,- Totaal: , , ,- *): rekening houdend met wegvallen ISV-bijdrage gemeente Tabel 1: financiering. Financiële gevolgen provincie De provinciale bijdrage bestaat uit een deel bijdrage ringweggelden (Reservering aanpak Ring Groningen), de provinciale bijdrage engineering (inzet personeel provincie) en de onderhoudsbijdrage vaarweg. De ringweggelden zijn gereserveerd in de reserve ESFI. Provincie en gemeente reserveren hiervoor jaarlijks respectievelijk ,- en ,- (incl. BTW). Dezelfde bedragen worden jaarlijks binnen de BDU gereserveerd. In onderstaand overzicht zijn de bijdragen van gemeente en provincie opgenomen. Het betreft hier zowel de bijdragen waartoe partijen hebben besloten in 2006 als de beoogde aanvullende bijdragen van partijen. Zowel de oorspronkelijke als aanvullende bijdragen ringweggelden zijn afgestemd met de andere ringwegprojecten (met als meest recente de Oostelijke Ringweg) en voor wat betreft de gemeente ook met de RegioTram. De aanvullende bijdrage ringweggelden komt uit de jaarschijven 2014 en ): de door het Rijk gehanteerde IBOI-index over dezelfde periode komt uit op 5,67%; de GWW-index (index Grond-, Weg- en Waterbouw) van het CBS op 22,48%. 4 ): op een deel van kosten (onroerend goed en engineering) is geen BTW van toepassing, zodat het "werkelijk" BTWpercentage beduidend lager ligt dan 19%. 23-3

4 besluitvorming 2006 aanvullend 2010 totaal (excl. BTW) aandeel gemeente eigen middelen (ringweg) , , ,- totaal gemeente: , , ,- aandeel provincie eigen middelen (ringweg) , , ,- onderh. bijdrage vaarweg , , ,- bijdrage engineering , , ,- totaal provincie: , , ,- BDU (o.b.v. gem.) , , ,- BDU (o.b.v. prov.) , , ,- totaal BDU: , , ,- Totaal regio: ,- Tabel 2: bijdragen gemeente en provincie (bedragen excl. BTW). Het voorgaande laat zien dat de provincie een totale aanvullende bijdrage levert aan het project van ,- excl. BTW. Van dit bedrag komt ,- uit eigen middelen (reserve ESFI) en respectievelijk ,- en ,- uit een extra onderhoudsbijdrage en een extra bijdrage engineering. Risico's Ook ten aanzien van risico's (en eventuele overschotten) zal worden afgesproken dat deze naar rato tussen partijen worden verdeeld. Uitzondering hierop is de gemeente Groningen, waarmee is afgesproken dat de bijdrage als taakstellend wordt beschouwd. Het voorgaande heeft geen betrekking op eventuele scopewijzigingen. Deze komen voor rekening van de belanghebbende partij(en). Uitzondering hierop is de fietstunnel parallel aan de Winsumerweg. Over deze scopewijziging zijn, indien de tunnel niet binnen het budget van de Noordzeebrug past, aanvullende afspraken gemaakt met de stuurgroep N361. Beheer en onderhoud Zoals aangegeven in voordracht 17/2006 krijgt de provincie de ringweg inclusief op- en afritten in beheer. Provincie en gemeente delen de kosten voor beheer en onderhoud van het rolpad. Het project brengt een areaaluitbreiding met zich mee in de vorm van een viaduct en circa 900 m weg. In de eerdere voordracht is daarvoor een onderhoudslast bepaald op basis van een standaard eenheidsprijs voor een stekkende meter provinciale weg. Anders dan ten tijde van de eerdere voordracht wordt nu niet uitgegaan van een standaard eenheidsprijs maar wordt gekeken naar de werkelijke onderhoudslasten op basis van het uitgewerkte plan. Het moge duidelijk zijn dat een m1 weg op deze plaats - ingepast in de stedelijke omgeving en met geluidschermen - hogere onderhoudslasten heeft dan een m1 weg op een willekeurige andere plek in de provincie. Als gevolg van bovengenoemd verschil in benadering is de uitbreiding van de onderhoudslasten voor de provincie (per 2014) nu vastgesteld op ,- excl. BTW per jaar, prijspeil 2010 (eerder was dit ,- excl. BTW, met prijspeil 2005). Dit wordt te zijner tijd geregeld in het managementcontract wegen en kanalen, conform de regels die gelden bij areaaluitbreiding. Planning en aanbesteding De aanbestedingsprocedure en de procedure voor de bouwvergunning hebben wij inmiddels gestart. Het werk wordt aanbesteed op basis van de Europese procedure voor aanbesteding met voorafgaande selectie volgens de ARW-2005 (Aanbestedingsreglement Werken 2005). Richting gegadigden is hierbij een voorbehoud gemaakt dat voortzetting van de aanbestedingsprocedure alleen en niet eerder plaatsvindt, dan nadat Provinciale Staten en de gemeenteraad hebben ingestemd met aanvullende financiering. De uitnodiging tot inschrijving naar gegadigden zal dus niet eerder dan na het positief besluit van genoemde partijen worden verzonden. 23-4

5 Bij een voorspoedig verloop van deze besluitvorming kan de gunning van het werk naar verwachting medio 2012 plaatsvinden en de start van de grootschalige civieltechnische werkzaamheden kort daarna. Voor de opleverdatum wordt in dat geval eind 2014 aangehouden. De uitvoering van voorbereidende werkzaamheden, zoals de sloop van aangekochte panden, verlegging van kabels en leidingen ten behoeve van deze werkzaamheden is inmiddels gestart of wordt op korte termijn begonnen. Communicatie De communicatie richting omgeving is opgestart. Samen met het vaststellen van deze voordracht hebben wij een nieuwsbrief uitgebracht en is een openbare informatieavond georganiseerd. Daarnaast zal - naar behoefte en mede in overleg met de gemeente - ook op andere wijzen geïnformeerd worden. Alle communicatie heeft een informerend karakter. Alle partijen hebben het plan in 2006 of eerder al goedgekeurd (mede o.b.v. de informatieavonden destijds). Voorstel/procedure Wij stellen u voor in te stemmen met de aangepaste financiering voor het project Vervanging Noordzeebrug, zoals beschreven in deze voordracht. Tevens stellen wij u voor om in plaats van het in 2005 en 2006 beschikbaar gesteld krediet van in totaal 28,5 mln. incl. BTW, een nieuw krediet voor de uitvoering van het plan beschikbaar te stellen van 30,62 mln. excl. BTW. Beslispunten Wij stellen u voor het in ontwerp bij deze voordracht gevoegde besluit vast te stellen. Groningen, 19 juli Gedeputeerde Staten van Groningen: M.J. van den Berg, voorzitter. H.J. Bolding, secretaris. 23-5

6 23-6

7 ONTWERP ZUIDZIJDE Blz. 7 van 10

8 ONTWERP NOORDZIJDE 23-8

9 IMPRESSIE TOEKOMSTIGE SITUATIE 23-9

10 23-10

11 Nr. 23/2011 Provinciale Staten van Groningen: Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 19 juli 2011, nr , VB; BESLUITEN: 1. Onder intrekking van het eerder beschikbaar gestelde krediet van ,- incl. btw bij de besluiten van 5 oktober 2005 (B.3) en van 4 oktober 2006 (B.2) een krediet beschikbaar te stellen van ,- excl. BTW ten behoeve van de uitvoering van het project Noordzeebrug, op basis van de financieringsopzet zoals opgenomen in bijbehorende voordracht (blz. 4, laatste kolom). Groningen, Provinciale Staten voornoemd:, voorzitter., griffier. Blz. 11 van 10