Numerieke methoden voor stelsels gewone differentiaalvergelijkingen. Prof. Dr. Marnix Van Daele
|
|
- Regina Martha Abbink
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Numerieke methoden voor stelsels gewone differentiaalvergelijkingen Prof. Dr. Marnix Van Daele
2 Deel I Beginwaardeproblemen of IVPs 1
3 Hoofdstuk 2 Introductie tot numerieke methoden voor IVPs 2.1 Nomenclatuur en voorbeelden We zoeken naar numerieke methoden voor oplossen van het standaard IVP y = fx, y), ya) = η, 2.1) waarbij y = [ 1 y, 2 y,..., m y] T, f = [ 1 f, 2 f,..., m f] T en η = [ 1 η, 2 η,..., m η] T m-dimensionale vectoren zijn, en x en a scalairen. Een oplossing wordt gezocht in het interval [a, b] van x, waarbij a en b eindig zijn. Er wordt tevens verondersteld dat de voorwaarden aangegeven in Stelling gelden, zodat er steeds een unieke oplossing yx) van 2.1) bestaat. Alle numerieke methoden die in deze nota s aan de orde zullen komen, steunen op het principe van discretizatie: het continue interval [a, b] van x wordt vervangen door de discrete puntenverzameling {x n x n = a + n h; n = 0, 1, 2,...,N = b a)/h}. De parameter h wordt de staplengte genoemd. Voorlopig zullen we h als een constante beschouwen, maar de meeste moderne algoritmen voor ODEs halen hun kracht en nauwkeurigheid uit de aanpasbaarheid van de staplengte tijdens de berekeningen. Verder laten we y n een benadering voorstellen van de oplossing yx n ) van 2.1) in x n : y n yx n ). Ons doel is dan een rij van waarden {y n } te bepalen die de oplossing van 2.1) in de discrete puntenverzameling {x n } benadert; zo n rij wordt een numerieke oplossing voor het probleem 2.1) genoemd. 16
4 Een numerieke methode is een differentievergelijking, waarin een aantal opeenvolgende benaderingen y n+j, j = 0, 1,..., k voorkomen en waarmee het mogelijk wordt achtereenvolgens een rij {y n n = 0, 1, 2,..., N} te bepalen. Natuurlijk zal in die differentievergelijking de functie f ook voorkomen. Het gehele getal k wordt het stapgetal step number) genoemd; als k = 1 wordt de methode een één-stapsmethode genoemd, terwijl voor k > 1 de methode een meerstaps- of k-stapsmethode wordt genoemd. Een algoritme of pakket is een computercode die een methode implementeert. Behalve het berekenen van de rij {y n } kan het ook andere taken vervullen, zoals het schatten van de fout van de benadering 2.1), het opvolgen en aanpassen van de waarde van de staplengte h en het beslissen welke klasse van methoden te gebruiken in een bepaalde fase van de oplossing. Opmerking Een goede keuze van de stapgrootte h is van groot belang bij numeriek rekenwerk. Een te kleine waarde van h betekent dat we overbodig rekenwerk uitvoeren dat kan leiden tot afrondingsfouten omdat de arithmetiek niet exact is). Een te grote waarde voor h betekent dat we meestal niet de vereiste nauwkeurigheid bereiken. Een typisch gedrag van de gemaakte fout in functie van h wordt gegeven in Figuur 2.1. fout h Figuur 2.1: Kwalitatief gedrag van de absolute fout in een vast punt als functie van h. Numerieke methoden kunnen vele vormen aannemen : a) y n+2 + y n+1 2 y n = h 4 [fx n+2, y n+2 ) + 8fx n+1, y n+1 ) + 3fx n, y n )] b) y n+2 y n+1 = h 3 [3fx n+1, y n+1 ) 2 fx n, y n )] c) y n y n y n y n = h 8 [19fx n+2, y n+2 ) + 5fx n, y n )] d) y n+2 y n = h[fx n+2, y n+2) + fx n, y n )] waarbij y n+2 3 y n+1 + 2y n = h 2 [fx n+1, y n+1 ) 3 fx n, y n )] 17
5 e) y n+1 y n = h 4 k 1 + 3k 3 ) met k 1 = fx n, y n ) k 2 = fx n h, y n hk 1) k 3 = fx n h, y n hk 2) f) y n+1 y n = h 2 k 1 + k 2 ) waarbij k 1 = fx n, y n ) k 2 = fx n + h, y n hk hk 2) De voorbeelden e) een f) zijn duidelijk één-stapsmethoden : vertrekkend van y 0 = η kan de rij {y n } sequentieel berekend worden door n = 0, 1, 2,... in te vullen in de differentievergelijking. De voorbeelden a), b) en d) zijn twee-stapsmethoden, en het zal noodzakelijk zijn te voorzien in een bijkomende startwaarde y 1, alvorens de rij {y n } kan berekend worden. In het geval van voorbeeld c), die een drie-stapsmethode is, zal het noodzakelijk zijn twee bijkomende startwaarden y 1 en y 2 te voorzien. Het vinden van bijkomende startwaarden vertegenwoordigt geen onoverkomenlijke moeilijkheid. Men kan gebruik maken van een afzonderlijke één-stapsmethode om die waarden te vinden, maar in principe zijn alle moderne algoritmen gebaseerd op meerstapsmethoden selfstarting. Als bij gegeven y n+j, j = 0, 1,..., k 1, y n+k rechtstreeks uit de differentievergelijking volgt, spreken we van een expliciete methode; dit is duidelijk het geval voor de voorbeelden b), c), d) en e). Als de waarde y n+k niet kan berekend worden zonder het oplossen van een impliciet stelsel van vergelijkingen, zoals dit het geval is voor de voorbeelden a) en f), dan wordt de methode impliciet genoemd. Vermits de functie f in het algemeen niet-lineair is, vereisen impliciete methoden het oplossen van een niet-lineair stelsel van vergelijkingen zie Appendix A) bij elke berekeningsstap; impliciete methoden zijn dan ook veel tijdrovender dan expliciete. Voorbeelden a), b) en c) zijn lineaire meerstapsmethoden LMMn) : Definitie Een lineaire k-stapsmethode voor y = fx, y) is van de vorm α j y n+j = h β j fx n+j, y n+j ), waarbij α k = 1 en α 0 + β
6 Voorbeeld d) is een predictor-corrector methode, waarin een expliciete LMM de predictor) gecombineerd wordt met een impliciete de corrector). Merk wel op dat de resulterende methode expliciet is. Voorbeelden e) en f) behoren tot de klasse van de Runge-Kutta-methoden RKMn) : Definitie Een s-traps Runge-Kutta-methode voor y = fx, y) is van de vorm s y n+1 = y n + h b i k i, i=1 s k i = fx n + c i h, y n + h a ij k j ), i = 1, 2,..., s. j=1 Zowel meerstapsmethoden als Runge-Kutta-methoden behoren tot de meer algemene klasse van methoden die kunnen geschreven worden als α j y n+j = hφ f y n+k, y n+k 1,..., y n, x n ; h), 2.2) waarbij de index f in het rechterlid aangeeft dat de afhankelijkheid van φ t.o.v. y n+k, y n+k 1,..., y n, x n gebeurt langs de functie fx, y). Aan het linkerlid van 2.2) associëren we de zogenaamde eerste karakteristieke veelterm ρξ). Definitie De eerste karakteristieke veelterm ρξ) van 2.2) is ρξ) = α j ξ j. We leggen twee voorwaarden op aan 2.2), nl. en φ f 0 y n+k, y n+k 1,..., y n, x n ; h) 0, 2.3) φ f y n+k, y n+k 1,..., y n, x n ; h) φ f yn+k, yn+k 1,..., yn, x n ; h) M y n+j yn+j 2.4) waarbij M een constante is. Deze voorwaarden zijn niet echt beperkend; voor alle methoden van de vorm 2.2) die in deze nota s worden beschouwd is de eerste voorwaarde vervuld. De tweede is een gevolg van het feit dat het IVP 2.1) verondersteld is aan de Lipschitzvoorwaarde zie Stelling 1.2.2) te voldoen. 19
7 Voorbeeld De differentievergelijking uit voorbeeld d) is te schrijven als y n+2 y n = hφ f y n+1, y n, x n ; h), met φ f = f x n+2, 3 y n+1 2 y n + h 2 fx n+1, y n+1 ) 3 ) 2 hfx n, y n ) + fx n, y n ). Hieruit volgt onmiddellijk dat de voorwaarde 2.3) vervuld is. Door opeenvolgend de Lipschitz-voorwaarde fx, y) fx, y ) L y y toe te passen kan, men gemakkelijk aantonen dat φ f y n+1, y n, x n ; h) φ f yn+1, yn, x n ; h) 3 + h ) 2 L L y n+1 yn h ) 2 L L y n yn, waaruit volgt dat 2.4) voldaan is wanneer we M = h ) 2 L L kiezen. Stel dat een k-stapsmethode toegepast wordt met stap h in de equidistante punten x n, y n ),..., x n+k 1, y n+k 1 ) en aanleiding geeft tot de waarde y [A] n+k in x n+k. Vervolgens passen we deze methode tot met stap h in de punten x n+k, y [A] n+k ), x n+k 1, y n+k 1 ),..., x n+1, y n+1 ) en we vinden y n [B] in x n. Over het algemeen is y n [B] y n. We moeten dus over het algemeen een andere methode toepassen met stap h om terug in het oorspronkelijke punt x n, y n ) te komen. Deze andere methode wordt de toegevoegde methode genoemd. Is de methode toegevoegd aan zichzelf m.a.w. geldt toch dat y n = y n [B] ), dan wordt de methode symmetrisch genoemd. Voorbeeld We bekijken de 1-staps Euler-methode y n+1 = y n + hf n. Hierin is f n = fx n, y n ) en y n+k is de benadering voor y in x n + k h. Passen we de Euler methode toe met stap h vanaf x n+1, dan ontstaat de methode y n+1) 1 = y n+1 hf n+1, of door herschikking van de termen : y n+1 = y n + hf n+1. De Euler-methode is derhalve niet symmetrisch. 20
8 2.2 Minimale voorwaarden voor numerieke methoden voor y = fx, y) Nulstabiliteit Stel dat een methode toegepast wordt op het probleem y = 0, y0) = y 0, 2.5) waarvan de exacte oplossing yx) = y 0 constant en bijgevolg begrensd is. Bij een vastestap-implementatie resulteert dit in de differentievergelijking α j y n+j = 0. Het begrensd zijn van de numerieke oplossing hangt af van de nulpunten van de karakteristieke veelterm ρξ) : ligt geen enkele wortel buiten de eenheidscirkel en zijn de wortels met modulus 1 enkelvoudig, dan zal y n begrensd blijven. Definitie De methode wordt nulstabiel zero-stable) genoemd indien geen enkele wortel van de eerste karakteristieke veelterm buiten de eenheidscirkel ligt en indien de wortels met modulus 1 enkelvoudig zijn. Deze voorwaarde wordt ook wel de root condition genoemd Consistentie Het is duidelijk dat nulstabiliteit een eerste minimale stabiliteitsvoorwaarde is die moet opgelegd worden aan alle methoden voor het oplossen van ODEs. Het lijkt daarenboven ook heel redelijk te eisen dat de oplossing van probleem 2.5) ook een oplossing is van de vergelijking 2.2). Voor de methoden die wij beschouwen betekent dit dat α j = 0, 2.6) of m.a.w. ρ1) = 0. Deze voorwaarde is voor RKMn steeds voldaan. Deze voorwaarde legt echter geen enkele beperking op aan het rechterlid en daarom lijkt een bijkomende voorwaarde wenselijk. Daarom eisen we dat ook de oplossing van de vergelijking y = c, y0) = y 0, 2.7) 21
9 exact kan worden bekomen door de methode. Voor de LMMn betekent deze voorwaarde j α j = β j. 2.8) Voor RKMn komt deze voorwaarde overeen met s b i = 1. i= Convergentie Hetgeen we uiteindelijk van een numerieke methode verlangen is dat ze convergent is. Indien de stap h 0, dan wordt de discrete puntenverzameling {x n x n = a + n h, n = 0, 1,..., N = b a)/h} het continue interval [a, b]. Een voor de hand liggende eis die aan de methode opgelegd kan worden, is dat in die limiet de numerieke oplossing {y n n = 0, 1,..., N} de exacte oplossing yx) wordt x [a, b] en dit voor alle beginwaarden die in de limiet h 0 naderen tot de exacte beginwaarden. Deze conditie drukt uit dat men convergentie eist. Definitie De methode α j y n+j = hφ f y n+k, y n+k 1,..., y n, x n ; h) 2.9) wordt convergent genoemd als we vinden dat voor elk IVP dat voldoet aan de voorwaarden van Stelling lim h 0 x = a + n h y n = yx) voor alle x [a, b] en voor alle oplossingen {y n } van de differentievergelijking 2.9) die voldoen aan de beginvoorwaarden y i = η i h) met lim h 0 η i h) = η, i = 0, 1,..., k 1. Een methode die niet convergent is, is divergent. Het begrip convergentie wordt voorgesteld in Figuur 2.2, waar de numerieke oplossing van een component t y wordt geschetst voor h = h i = h 0 /2 i, i = 0, 1, 2,.... Hierin betekent t y n h i ) de berekende waarde in ˆx = x 0 + n h i. De vraag stelt zich dus welke voorwaarden moeten voldaan zijn om convergentie te waarborgen. Het antwoord wordt gegeven in de volgende stelling : Stelling De nodige en voldoende voorwaarde voor convergentie van methode 2.2) is dat ze zowel consistent als nulstabiel is. 22
10 + t y 3h 2) + + t y.. 3h 1) +. t. y 3h 0) + + t y +. 6h 1) +. + t y 12h 2) t yx) 2.3 Numerieke experimenten a ˆx x Figuur 2.2: Convergentie van een methode. De experimenten beschreven in deze paragraaf passen enkele van de methoden a) f) uit paragraaf 2.1 toe op hetzelfde IVP met verschillende waarden voor h. Deze experimenten tonen de effecten aan van de begrippen die in de vorige paragrafen werden aangebracht. Tevens willen we met deze voorbeelden aantonen dat een convergente methode niet altijd aanvaardbare numerieke waarden genereert. Het IVP dat we zullen oplossen is y = fx, y), y0) = η, x [0, 1].. met y = u v ), fx, y) = v v v 1) u ), η = ). De unieke exacte oplossing is u v ) = exp 8 x)) 3 exp 8 x) ). 2.10) De norm van elke component van de oplossing is dus monotoon dalend. Wanneer bijkomende startwaarden nodig zijn, laten we ze samenvallen met de exacte oplossing. Vermits het niet praktisch is de numerieke oplossing te tonen bij elk discretizatiepunt, presenteren we enkel tabellen voor waarden x = 0, x = 0.2, x = 0.4, x = 0.6 enz. In die tabellen wordt de fout E n := yx n ) y n 2 voorgesteld. Voorbeeld y n+2 + y n+1 2 y n = h 4 fx n+2, y n+2 ) + 8fx n+1, y n+1 ) + 3fx n, y n )) Deze methode is consistent maar niet nulstabiel en daarom divergent. De numerieke resultaten vinden we in Tabel 2.1. De divergentie is opmerkelijk. Voor 23
11 x h = 0.1 h = 0.05 h = h = overflow Tabel 2.1: Een consistente, maar niet nulstabiele methode elke vaste h, neemt de fout snel toe als x toeneemt. Voor x = 0.2 daalt de fout initieel als h afneemt, maar nadien neemt ze weer snel toe. Voor alle andere vaste waarden van x neemt de fout toe als h afneemt. Voorbeeld y n+2 y n+1 = h 3 3fx n+1, y n+1 ) 2 fx n, y n )) Deze methode is nulstabiel, maar inconsistent en daardoor divergent. De numerieke resultaten zijn weergegeven in Tabel 2.2. De divergentie tengevolge van x h = 0.1 h = 0.01 h = h = Tabel 2.2: Een nulstabiele maar inconsistente methode. nulstabiliteit, zoals in het vorige voorbeeld, leidt tot een explosie van de fout. Hier ontstaat de divergentie tengevolge van inconsistentie en dit leidt niet tot zulk een explosie. De fout blijft echter altijd even groot zelfs als h kleiner wordt. De rij {y n } convergeert als h 0, maar niet naar de oplossing 2.10). Dit is exact wat we konden verwachten, vermits de methode voldoet aan de eerste van de consistentievoorwaarden 2.6) maar niet aan de tweede 2.8). Voorbeeld y n y n y n y n = h 8 19fx n+2, y n+2 ) + 5fx n, y n )). Deze methode is consistent en nulstabiel en daarom convergent. De numerieke resultaten zijn weergegeven in Tabel 2.3. De laatste twee kolommen tonen duidelijk x h = 0.1 h = 0.05 h = h = Tabel 2.3: Een convergente methode. 24
12 aan dat de methode convergeert. Nochtans schijnt er een waarde h van h te bestaan tussen en 0.05, zodat voor een waarde h > h de fout toeneemt als x toeneemt, terwijl voor h < h de fout afneemt als x toeneemt. We zullen dit fenomeen verder in deze nota s in detail bespreken. Voor het ogenblik merken we op dat voor h > h de numerieke oplossing niet aanvaardbaar is. Convergente methoden leveren dus niet altijd aanvaardbare oplossingen! De staplengte h moet voldoende klein gekozen worden. Voorbeeld met y n+2 y n = h fx n+2, y n+2) + fx n, y n ) ) y n+2 3 y n+1 + 2y n = h 2 fx n+1, y n+1 ) 3 fx n, y n )). Deze methode is consistent en nulstabiel en daarom convergent. De numerieke resultaten vinden we in Tabel 2.4. De resultaten hier zijn wat onverwachts en schijx h = 0.1 h = 0.01 h = h = Tabel 2.4: Een convergente methode. nen eerder divergentie dan convergentie aan te tonen. Als we ze echter vergelijken met degene uit Tabel 2.1 zien we toch een opmerkelijk verschil. In Tabel 2.1 zien we voor afnemende h dat de waarde van x, waarvoor de numerieke oplossing niet meer dicht bij de exacte oplossing ligt, nadert naar het beginpunt x = 0. In Tabel 2.4 beweegt het van het beginpunt weg. Als we h zouden blijven verkleinen dan zou blijken dat de numerieke oplossing een redelijke benadering is van de exacte oplossing voor groter en groter intervallen van x, maar voor een voldoend grote x komt er telkens een afwijking : in de limiet h 0 zal het punt waarop de numerieke oplossing afwijkt van de exacte oplossing naderen naar oneindig. De oplossing is derhalve convergent. Voor de waarden in Tabel 2.1 nadert dit punt naar het initiale punt en daardoor is de methode divergent. Dit voorbeeld toont aan dat er convergente methoden bestaan die, onafhankelijk van de staplengte, numerieke oplossingen zullen produceren die opblazen wanneer voldoende grote integratie-intervallen worden in acht genomen. De bovenstaande voorbeelden zijn gekozen om aan te tonen dat er verschillende stabiliteitsfenomenen bestaan, die een verdere studie verlangen. In het bijzonder moet het duidelijk zijn dat nulstabiliteit niet de enige vorm van stabiliteit is die moet beschouwd worden. Deze feiten zullen verder in de nota s aan de orde komen. 25
13 2.4 Fouten en Orde Bij het opstellen van de consistentievoorwaarden hebben we voor de uitdrukking R n+k := α j yx n+j ) hφ f yx n+k ), yx n+k 1 ),..., yx n ), x n ; h), 2.11) die ook het residu wordt genoemd, geëist dat ze nul wordt als respectievelijk fx, y) = 0 en fx, y) = c, d.w.z. als yx) hetzij constant, hetzij lineair is. Niets sluit uit dat dit ook het geval is voor andere functies fx, y). Tevens laat deze uitdrukking toe om de lokale afknottingsfout LAF) te analyseren. Definitie Zij y n+k de oplossing die verkregen wordt door de methode 2.2) toe te passen met startwaarden y n+j = yx n + j h), j = 0, 1, 2,..., k 1, dan wordt yx n + k h) y n+k de lokale afknottingsfout genoemd. Residu en LAF zijn dus synoniemen voor expliciete methoden waarbij α k = 1. Voorbeeld We bepalen de LAF en het residu voor de expliciete Euler-methode en de impliciete achterwaartse Euler-methode bij toepassing op y = λ y, y0) = 1. Hiervoor geldt dat yx n ) = yn h) = expn ĥ) met ĥ = λ h. Voor de expliciete methode is y n+1 = y n + hf n = y n + ĥy n = 1 + ĥ)y n. De lokale afknottingsfout in x n+1 bedraagt dan LAF = yx n+1 ) y n+1 = expn + 1)ĥ) 1 + ĥ) expn ĥ) Het residu volgt uit = expn ĥ)expĥ) 1 ĥ). Residu = yx n+1 ) yx n ) hfx n, yx n )) zodat beide gelijk zijn. = expn + 1)ĥ) expn ĥ) ĥ expn ĥ) = expn ĥ)expĥ) 1 ĥ), We passen nu dezelfde redenering toe op de impliciete achterwaartse Euler-methode. We vinden dan y n+1 = y n + hf n+1 = y n + ĥy n+1, waaruit y n+1 = 1 1 ĥ y n. 26
14 De lokale afknottingsfout in x n+1 bedraagt nu LAF = yx n+1 ) y n+1 = expn + 1)ĥ) 1 expn ĥ) 1 ĥ = expn ĥ) expĥ) 1 ) 1 ĥ. Het residu volgt nu uit Residu = yx n+1 ) yx n ) hfx n+1, yx n+1 )) = expn + 1)ĥ) expn ĥ) ĥ expn + 1)ĥ) ) = expn ĥ) 1 ĥ) expĥ) 1. Hoewel residu en LAF niet meer aan elkaar gelijk zijn, zijn ze wel nog van dezelfde orde in h. Naast de LAF, die de fout beschrijft na 1 stap, wordt ook gebruik gemaakt van de globale afknottingsfout GAF), die de fout beschrijft na een willekeurig aantal stappen. Definitie Zij y n de oplossing die verkregen wordt in x n = x 0 + n h door de methode 2.2), dan wordt yx n ) y n de globale afknottingsfout in x n genoemd. Het is belangrijk op te merken dat de berekening van de LAF uitgaat van de exacte beginwaarden. Dit is echter een artificiële uitgangspositie, want reeds bij het nemen van de tweede stap kan een beroep gedaan worden op de in de eerste stap berekende waarde! Daarom wordt ook vaak gebruik gemaakt van de lokale fout LF), die als volgt wordt gedefinieerd : Definitie Zij ux) de oplossing van het IVP u = fx, u), ux n+k 1 ) = y n+k 1, dan wordt ux n+k ) y n+k de lokale fout genoemd in x = x n+k. In Figuur 2.3 wordt een voorbeeld gegeven voor k = 3. De -tekens corresponderen met exacte startwaarden, de -tekens met de eerder numeriek berekende waarden. Stel nu dat de LAF wordt ontwikkeld in een reeks in machten van de stap h. De leidende term in deze ontwikkeling wordt de principale lokale afknottingsfout PLAF) genoemd. Definitie Indien de PLAF zich gedraagt als Oh p+1 ), dan wordt de methode van de orde p genoemd. De bovenstaande definitie geeft meteen aan hoe een methode van de orde p kan worden opgesteld : het volstaat in de ontwikkeling van het residu alle coëfficiënten bij h q met q p gelijk aan nul te maken. In de volgende hoofdstukken zullen we zien dat dit een verschillende aanpak voor LMMn en RKMn vergt. Tot slot wordt een nog een uitermate belangrijk verband tussen de lokale afknottings-)fout en de globale fout gegeven in de volgende stelling : 27
15 t yx) LAF t ux) LF x n x n+1 x n+2 x n+3 x Figuur 2.3:.. Stelling Is een methode voor y = fx, y) van de orde p, dan is yx n ) y n = Oh p ). Voorbeeld We passen de Euler-methode toe op het IVP y = λ y, y0) = 1. Uit y n+1 = 1 + ĥ)y n volgt voor x n = n h dat y n = 1 + ĥ)n n n 1) = 1 + n ĥ + ĥ n n 1)n 2) 6 ĥ 3 + = 1 + λ x n + λ2 2 x n x n h) + λ3 6 x n x n h)x n 2 h) +, terwijl Derhalve is yx n ) = expn ĥ) = 1 + n ĥ + n2 2 ĥ2 + n3 6 ĥ3 + = 1 + λ x n + λ2 2 x2 n + λ3 6 x3 n +. yx n ) y n = λ2 2 x n h + λ3 6 3x2 n h 2 h 2 x n ) + = Oh). 28
Numerieke methoden voor stelsels gewone differentiaalvergelijkingen. Prof. Dr. Marnix Van Daele
Numerieke methoden voor stelsels gewone differentiaalvergelijkingen Prof Dr Marnix Van Daele Deel II Lineaire Meerstapsmethoden 40 Hoofdstuk 5 Lineaire-stabiliteitstheorie 51 Inleiding In Voorbeeld 233
Nadere informatieOefenopgaven wi3097: Numerieke methoden voor differentiaalvergelijkingen
Oefenopgaven wi3097: Numerieke methoden voor differentiaalvergelijkingen 1 Introductie Taylor polynoom, floating point getal, afrondfout Orde symbool Landau 1. Laat f(x) = x 3. Bepaal het tweede orde Taylor
Nadere informatiew (n). w n+1 = w n+1 = w n + hf(w n ), w n+1 = w n + hf(w n+1 ), 1195w (n) [ ( 2) ( 2) =
We bekijken het stelsel vergelijkingen { y 95y + 995y y 97y 997y, met als beginvoorwaarden { y (0) y (0) Op tijdsniveau t nh definieren we de vector w (n) w n+ w (n) Euler Voorwaarts is dan en Euler Achterwaarts
Nadere informatie34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN
34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 1.11 Vraagstukken Vraagstuk 1.11.1 Beschouw het beginwaardeprobleem = 2x (y 1), y(0) = y 0. Los dit beginwaardeprobleem op voor y 0 R en maak een
Nadere informatieOF (vermits y = dy. dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0
Algemeen kunnen we een eerste orde differentiaalvergelijking schrijven als: y = Φ(x, y) OF (vermits y = dy dx ) P (x, y) dy + Q(x, y) dx = 0 Indien we dan P (x, y) en Q(x, y) kunnen schrijven als P (x,
Nadere informatie168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN
168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 5.7 Vraagstukken Vraagstuk 5.7.1 Beschouw de differentiaalvergelijking d2 y d 2 = 2 y. (i) Schrijf y = a k k. Geef een recurrente betrekking voor de coëfficienten a
Nadere informatieOverzicht Fourier-theorie
B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van
Nadere informatieOefeningen Numerieke Wiskunde
Oefeningen Numerieke Wiskunde Oefenzitting 2: Foutenanalyse, Conditie en Stabiliteit Vereiste voorkennis Foutenanalyse van de som De begrippen conditie en stabiliteit 1 Oefeningen 1.1 Foutenanalyse van
Nadere informatieQuizAnalyseHoofdstuk2 - wv -Brackx
QuizAnalyseHoofdstuk2 - wv -Brackx Voor de rij van reële getallen u n is gegeven dat: liminf u n = α < β = limsup u n Deze rij u n convergeert naar een limiet die tussen α en β in gelegen is. Een begrensde
Nadere informatieHoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen
Hoofdstuk : Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Partiële differentiaalvergelijkingen zijn vergelijkingen waarin een onbekende functie van twee of meer variabelen en z n partiële afgeleide(n)
Nadere informatieNumerieke Analyse. Prof. Dr. Guido Vanden Berghe
Numerieke Analyse Prof. Dr. Guido Vanden Berghe Chapter 7 Numeriek berekenen van afgeleiden Doelstelling De topics behandeld in dit hoofdstuk zullen vooral van belang zijn voor de paragrafen over randwaarde
Nadere informatieNumerieke methoden voor stelsels gewone differentiaalvergelijkingen. Prof. Dr. Marnix Van Daele
Numerieke methoden voor stelsels gewone differentiaalvergelijkingen Prof. Dr. Marnix Van Daele Deel I Beginwaardeproblemen of IVPs 1 Hoofdstuk 1 Problemen rond gewone differentiaalvergelijkingen 1.1 Inleiding
Nadere informatie1 WAAM - Differentiaalvergelijkingen
1 WAAM - Differentiaalvergelijkingen 1.1 Algemene begrippen Een (gewone) differentiaalvergelijking heeft naast de onafhankelijke veranderlijke (bijvoorbeeld genoteerd als x), eveneens een onbekende functie
Nadere informatieHet uitwendig product van twee vectoren
Het uitwendig product van twee vectoren Als u, v R 3, u = u 1, u 2, u 3 en v = v 1, v 2, v 3 dan is het uitwendig product van u en v gelijk aan een vector in R 3 en wel u 2 v 3 u 3 v 2, u 3 v 1 u 1 v 3,
Nadere informatieTechnische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015,
Technische Universiteit Delft Faculteit EWI ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW23 Vrijdag 3 januari 25, 4.-7. Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven. Alle antwoorden dienen beargumenteerd
Nadere informatie(x x 1 ) + y 1. x x k+1 x k x k+1
Les Talor reeksen We hebben in Wiskunde een aantal belangrijke reële functies gezien, bijvoorbeeld de exponentiële functie exp(x) of de trigonometrische functies sin(x) en cos(x) Toen hebben we wel eigenschappen
Nadere informatieDoe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle.
De n-de term van de numerieke rij (t n ) (met n = 0,, 2,...) is het rekenkundig gemiddelde van zijn twee voorgangers. (a) Bepaal het Z-beeld F van deze numerieke rij en het bijhorende convergentiegebied.
Nadere informatie2. Het benaderen van nulpunten
Het benaderen van nulpunten Benaderen van vierkantswortels Als we met een numerieke rekenmachine benadering, 7 =,64575 7 berekenen, krijgen we als resultaat een Het numeriek benaderen kan met een recursieve
Nadere informatieAanvullingen van de Wiskunde
1ste semester 23 januari 2007 Aanvullingen van de Wiskunde 1. Gegeven zijn twee normen 1 en 2 op een vectorruimte V. Wanneer zegt men dat de 1 fijner is dan 2? Wat is dan het verband tussen convergentie
Nadere informatieTentamen Gewone Differentiaal Vergelijkingen II
Tentamen Gewone Differentiaal Vergelijkingen II.0.007 Jullie mogen een willekeurige van de vier opgaven als bonusopgave bekijken. (Dus drie opgaven volledig en goed gedaan is al een 10.) Opgave 1 Bekijk
Nadere informatieHoofdstuk 5: Machtreeksoplossingen van tweede orde lineaire differentiaalvergelijkingen
Hoofdstuk 5: Machtreeksoplossing van tweede orde lineaire differtiaalvergelijking 5.1. Machtreeks. In deze paragraaf word de belangrijkste eigschapp van machtreeks op e rijtje gezet. Zelf doorlez! Zie
Nadere informatie1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3
HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische
Nadere informatieHoofdstuk 1: Inleiding
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Richtingsvelden. Zie Stewart, 9.2. 1.2. Oplossingen van enkele differentiaalvergelijkingen. Zelf doorlezen. 1.3. Classificatie van differentiaalvergelijkingen. Differentiaalvergelijkingen
Nadere informatieCombinatoriek groep 1 & 2: Recursie
Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie
Nadere informatieOEFENOPGAVEN OVER REEKSEN
OEFENOPGAVEN OVER REEKSEN Opgave. Bereen n=0 ( 3 n + 6n 7 n ) (antwoord 0). Opgave. Ga voor de volgende reesen na of ze convergent of divergent zijn: a) (convergent); (ln ) b) c) d) e) f) g) h) 5 5 3 +
Nadere informatieax + 2 dx con- vergent? n ln(n) ln(ln(n)), n=3 (d) y(x) = e 1 2 x2 e 1 2 t2 +t dt + 2
Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NPB 8 januari 3, 8.3.3 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boek(en) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden. Maak uw redenering
Nadere informatieDe pariteitstestmatrix van de (6,4) Hamming-code over GF(5) is de volgende: [ H =
Oplossing examen TAI 11 juni 2008 Veel plezier :) Vraag 1 De pariteitstestmatrix van de (6,4) Hamming-code over GF(5) is de volgende: H = [ 1 0 1 2 3 ] 4 0 1 1 1 1 1 (a) Bepaal de bijhorende generatormatrix
Nadere informatieextra sommen bij Numerieke lineaire algebra
extra sommen bij Numerieke lineaire algebra 31 oktober 2012 1. Stel, we willen met een rekenapparaat (dat arithmetische bewerkingen uitvoert met een relatieve nauwkeurigheid ξ, ξ ξ) voor twee getallen
Nadere informatieZ.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)
Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 016, 1:30 15:30 (16:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van aantekeningen
Nadere informatieExamenvragen Hogere Wiskunde I
1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies
Nadere informatien 2 + 2n + 4 3n 2 n + 4n n + 2n + 12 n=1
Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 2 NWI-NP004B 6 april 205, 8.00 2.00 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten
Nadere informatieNUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING. Docent: Karel in t Hout. Studiepunten: 3
NUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING Docent: Karel in t Hout Studiepunten: 3 Over deze opgave dien je een verslag te schrijven waarin de antwoorden op alle vragen zijn verwerkt. Richtlijnen
Nadere informatieOPLOSSINGEN PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 18 november 2010
OPLOSSINGEN PROEFEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA donderdag 18 november 2010 1. Zij V een vectorruimte en A = {v 1,..., v m } een deelverzameling van m vectoren uit V die voortbrengend is voor V, m.a.w. V = A.
Nadere informatieEerste orde partiële differentiaalvergelijkingen
Eerste orde partiële differentiaalvergelijkingen Vakgroep Differentiaalvergelijkingen 1995, 2001, 2002 1 Eerste orde golf-vergelijking De vergelijking au x + u t = 0, u = u(x, t), a ɛ IR (1.1) beschrijft
Nadere informatieTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN
TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D020. Datum: vrijdag 17 maart 2006. Tijd: 14:00 17:00. Plaats: SC C. Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008
Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.
Nadere informatieHoofdstuk 3: Tweede orde lineaire differentiaalvergelijkingen
Hoofdstuk 3: Tweede orde lineaire differentiaalvergelijkingen De inhoud van hoofdstuk 3 zou grotendeels bekende stof moeten zijn. Deze stof is terug te vinden in Stewart, hoofdstuk 17. Daar staat alles
Nadere informatieReeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x
Calculus, 4//4. Gegeven de reële functie ft) met als voorschrift t arcsin x ft) = dx x a) Geef het domein van de functie ft). Op dit domein, bespreek waar de functie stijgt, daalt en bepaal de lokale extrema.
Nadere informatie2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?
Vraag Een vloeistoftank met onbeperkte capaciteit, bevat aanvankelijk V liter zuiver water. Tijdens de eerste faze stroomt water, dat zout bevat met een concentratie van k kilogram per liter, de tank binnen
Nadere informatie(x x 1 ) + y 1. x x 1 x k x x x k 1
Les Taylor reeksen We hebben in Wiskunde een aantal belangrijke reële functies gezien, bijvoorbeeld de exponentiële functie exp(x) of de trigonometrische functies sin(x) en cos(x) Toen hebben we wel eigenschappen
Nadere informatieAANVULLINGEN WISKUNDE MET (BEDRIJFS)ECONOMISCHE TOEPASSINGEN: OEFENINGEN
AANVULLINGEN WISKUNDE MET (BEDRIJFS)ECONOMISCHE TOEPASSINGEN: OEFENINGEN Hieronder volgt een korte beschrijving van de vragen van het oefeningengedeelte met antwoord. We geven ook kort weer wat regelmatig
Nadere informatieComplexe eigenwaarden
Complexe eigenwaarden Tot nu toe hebben we alleen reële getallen toegelaten als eigenwaarden van een matrix Het is echter vrij eenvoudig om de definitie uit te breiden tot de complexe getallen Een consequentie
Nadere informatie18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)
8.I.00 Wiskundige Analyse I, theorie 60% van de punten) Beantwoord elk van de vragen I,II,III en IV op één van de dubbele geruite bladen. Schrijf op elk van die dubbele geruite bladen, bovenaan de eerste
Nadere informatieBespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)
Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op
Nadere informatieV.2 Limieten van functies
V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de
Nadere informatieAntwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding
Antwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding Theorie vraag Zij A een m n-matrix. Geef het verband tussen de formule voor de dimensie d van een niet-strijdig stelsel, d = n rang (A) (zie
Nadere informatieTechnische Universiteit Delft Uitwerking Tentamen Analyse 3, WI 2601 Maandag 11 januari 2010, 9.00-12.00
Technische Universiteit Delft Uitwerking Tentamen Analyse 3, WI 6 Maandag januari, 9- Faculteit EWI Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven Alle antwoorden dienen beargumenteerd te worden Normering: punten
Nadere informatieTentamen Simulaties van biochemische systemen - 8C Juni uur
Tentamen Simulaties van biochemische systemen - 8C110 8 Juni 010-900-100 uur Vier algemene opmerkingen: Het tentamen bestaat uit 7 opgaven verdeeld over 3 pagina s Op pagina 3 staat voor iedere opgave
Nadere informatieCombinatoriek groep 1
Combinatoriek groep 1 Recursie Trainingsweek, juni 009 Stappenplan homogene lineaire recurrente betrekkingen Even herhalen: het stappenplan om een recurrente betrekking van orde op te lossen: Stap 1. Bepaal
Nadere informatieOpgaven bij Numerieke Wiskunde I
Opgaven bij Numerieke Wiskunde I 7 november 8 1. (a) Gegeven verschillende interpolatiepunten x, x 1, x [a, b], en getallen y, y 1, y, z 1, toon aan dat er hooguit 1 polynoom p P 3 is met p(x i ) = y i,
Nadere informatieOpgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman
Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Roland van der Veen Inleiding Deze reeks opgaven is bedoeld voor de werkcolleges van de vakantiecursus Wiskunde in Wording, Augustus 2013. 1
Nadere informatie3 Wat is een stelsel lineaire vergelijkingen?
In deze les bekijken we de situatie waarin er mogelijk meerdere vergelijkingen zijn ( stelsels ) en meerdere variabelen, maar waarin elke vergelijking er relatief eenvoudig uitziet, namelijk lineair is.
Nadere informatieWetenschappelijk Rekenen
Wetenschappelijk Rekenen Eamen - Bacheloropleiding informatica Oefeningen 10 juni 2014 1. In de oefeninglessen hebben we gezien dat we de machine-epsilon bekomen bij het berekenen van ( 4 1) 1. Beschouw
Nadere informatieEXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I. 1. Theorie
EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I MAANDAG 17 JANUARI 2011 1. Theorie Opgave 1. (a) In Voorbeelden 2.1.17 (7) wordt gesteld dat de maximale lineair onafhankelijke deelverzamelingen van
Nadere informatieExamen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet. dinsdag 5 januari Vraag 1.1. Waar of vals (1pt) Het beginvoorwaardenprobleem
Examen Wiskundige Analyse I ste bach ir wet dinsdag 5 januari 206 Vraag.. Waar of vals (pt) Het beginvoorwaardenprobleem 32x 3 y = (y ) 3, y() = 2, y () = 4 bezit een unieke oplossing, die geldig is in
Nadere informatieHet oplossen van vergelijkingen Voor het benaderen van oplossingen van vergelijkingen van de vorm F(x)=0 bespreken we een aantal methoden:
Hoofdstuk 4 Programmeren met de GR Toevoegen: een inleiding op het programmeren met de GR Hoofdstuk 5 - Numerieke methoden Numerieke wiskunde is een deelgebied van de wiskunde waarin algoritmes voor problemen
Nadere informatieTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN
TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D2. Datum: dinsdag 29 april 28. Tijd: 14: 17:. Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je naam en studentnummer
Nadere informatieRadboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal
Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, 14.00 17.00, Examenzaal Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek
Nadere informatieToepassingen op differentievergelijkingen
Toepassingen op differentievergelijkingen We beschouwen lineaire differentievergelijkingen of lineaire recurrente betrekkingen van de vorm a 0 y k+n + a y k+n + + a n y k+ + a n y k = z k, k = 0,,, Hierbij
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)
Katholieke Universiteit Leuven September 011 Module 1 Algebraïsch rekenen (versie augustus 011) Inhoudsopgave 1 Rekenen met haakjes 1.1 Uitwerken van haakjes en ontbinden in factoren............. 1. De
Nadere informatieTer Leering ende Vermaeck
Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel
Nadere informatie1 Eigenwaarden en eigenvectoren
Eigenwaarden en eigenvectoren Invoeren van de begrippen eigenwaarde en eigenvector DEFINITIE Een complex (of reëel getal λ heet een eigenwaarde van de n n matrix A als er een vector x is met Ax = λx Dan
Nadere informatieConvergentie van een rij
Hoofdstuk Convergentie van een rij. Basis. Bepaal de som van de volgende oneindige meetkundige rijen a) + 0. + 0.0 + 0.00 + 0.000 +... b) 6 + 8 + + 2 +, +... c) 8 + 2 + 2 + 8 +... 2. Schrijf de volgende
Nadere informatie1. Gegeven een Lineair Stationair Systeem in continue-tijd. Als aan het systeem het ingangssignaal
. Gegeven een Lineair Stationair Systeem in continue-tijd. Als aan het systeem het ingangssignaal { 0 t u(t) = 0 elders aangelegd wordt, dan is het corresponderende uitgangssignaal t 0 t y(t) = 2 t t 2
Nadere informatie1e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari y = u sin(vt) dt. wordt voorgesteld door de matrix
e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari 9. Opgave: Bereken dt ( q) als p = (, ), q = (, ) en p u+v x = e t dt T : (u, v) (x, y) : u y = u sin(vt) dt Oplossing:
Nadere informatie8. Differentiaal- en integraalrekening
Computeralgebra met Maxima 8. Differentiaal- en integraalrekening 8.1. Sommeren Voor de berekening van sommen kent Maxima de opdracht: sum (expr, index, laag, hoog) Hierbij is expr een Maxima-expressie,
Nadere informatieExamen Complexe Analyse (September 2008)
Examen Complexe Analyse (September 2008) De examenvragen vind je op het einde van dit documentje. Omdat het hier over weinig studenten gaat, heb ik geen puntenverdeling meegegeven. Vraag. Je had eerst
Nadere informatieTentamen Simulaties van Biochemische Systemen - 8C110 en 8CB19 4 Juli uur
Tentamen Simulaties van Biochemische Systemen - 8C0 en 8CB9 4 Juli 04-900-00 uur Vier algemene opmerkingen: Het tentamen bestaat uit 7 opgaven verdeeld over pagina s Op pagina 4 staat voor iedere opgave
Nadere informatieDiscrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma
Discrete Wiskunde 2WC15, Lente 2010 Jan Draisma HOOFDSTUK 2 Gröbnerbases 1. Vragen We hebben gezien dat de studie van stelsels polynoomvergelijkingen in meerdere variabelen op natuurlijke manier leidt
Nadere informatieFunctieonderzoek. f(x) = x2 4 x 4 + 2. Igor Voulis. 9 december 2009. 1 De functie en haar definitiegebied 2. 2 Het tekenverloop van de functie 2
Functieonderzoek f(x) = x2 4 x 4 + 2 Igor Voulis 9 december 2009 Inhoudsopgave 1 De functie en haar definitiegebied 2 2 Het tekenverloop van de functie 2 3 De asymptoten 3 4 De eerste afgeleide 3 5 De
Nadere informatieBasiskennis lineaire algebra
Basiskennis lineaire algebra Lineaire algebra is belangrijk als achtergrond voor lineaire programmering, omdat we het probleem kunnen tekenen in de n-dimensionale ruimte, waarbij n gelijk is aan het aantal
Nadere informatieUitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen
Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Maandag 4 januari 216, 1: - 13: uur 1. Beschouw voor t > de inhomogene singuliere tweede orde vergelijking, t 2 ẍ + 4tẋ + 2x = f(t, (1 waarin f
Nadere informatie1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks
Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 7 augustus 2015, 16:30 19:30 (20:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek
Nadere informatie7. Hamiltoniaanse systemen
7. Hamiltoniaanse systemen In de moleculaire dynamica, maar ook in andere gebieden zoals de hemelmechanica of klassieke mechanica, worden oplossingen gezocht van het Hamiltoniaanse systeem van differentiaalvergelijkingen
Nadere informatieBekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:
Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x
Nadere informatieWiskunde: Voortgezette Analyse
de Bach. IR Wet.: Architectuur Academiejaar 0-04 ste zittijd, januari 04 Wiskunde: Voortgezette Analyse. Gegeven is de reeks n x (x + ) n+ Toon aan dat de reeks puntsgewijs convergeert over R. Toon aan
Nadere informatiePARADOXEN 2 Dr. Luc Gheysens
PARADOXEN Dr. Luc Gheysens SPELEN MET ONEINDIG Historische nota De Griekse filosoof Zeno (ca. 90-0 v. Chr.) bedacht een aantal paradoen om aan te tonen dat beweging eigenlijk een illusie is. De meest bekende
Nadere informatie1. (a) De methode die in deze opgave wordt gebruikt is als volgt gedefinieerd
. (a) De metode die in deze opgave wordt gebruikt is als volgt gedefinieerd u = u n + βf(t n, u n ) () u n+ = u + ( β)f(t n + β, u ) () We gaan te werk als in et bepalen van de lokale afbreekfout van de
Nadere informatieUNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica
UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking Proeftentamen 3 Functies van één veranderlijke (15126 De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk
Nadere informatieAnalyse, Deel III Samenvatting Martijn Boussé
Analyse, Deel III Inhoudsopgave I Lineaire Differentiaalvergelijkingen... 2 I.I Algemene theorie... 2 I.II Lineaire differentiaalvergelijkingen constante coëfficiënten... 3 I.III Lineaire differentiaalvergelijking
Nadere informatieTW2040: Complexe Functietheorie
TW2040: Complexe Functietheorie week 4.10, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 23 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 46 Outline 1 2 3 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie
Nadere informatieTENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN
TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D020. Datum: Vrijdag 26 maart 2004. Tijd: 14.00 17.00 uur. Plaats: MA 1.41 Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf
Nadere informatieTRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER
TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER Cursusjaar 2009 / 2010 2 Inhoudsopgave 1 FOURIERANALYSE 5 1.1 INLEIDING............................... 5 1.2 FOURIERREEKSEN.......................... 5 1.3 CONSEQUENTIES
Nadere informatieOpdrachten numerieke methoden, week 1
Opdrachten numerieke methoden, week Opdracht : De potentiaal in een diode. [Bewijs dat ψ = u T arcsinh D 2n i ) ] ) ) D = n p = n i e ψ u T e ψ u ψ T = 2n i sinh u T ) D ψ = u T arcsinh 2n i.2 [Conditiegetal
Nadere informatieGrafieken van veeltermfuncties
(HOOFDSTUK 43, uit College Mathematics, door Frank Ayres, Jr. and Philip A. Schmidt, Schaum s Series, McGraw-Hill, New York; dit is de voorbereiding voor een uit te geven Nederlandse vertaling). Grafieken
Nadere informatieDigitale systemen. Hoofdstuk 6. 6.1 De digitale regelaar
Hoofdstuk 6 Digitale systemen Doelstellingen 1. Weten dat digitale systemen andere stabiliteitsvoorwaarden hebben In deze tijd van digitalisatie is het gebruik van computers in regelkringen alom.denk maar
Nadere informatie( ) Hoofdstuk 4 Verloop van functies. 4.1 De grafiek van ( ) 4.1.1 Spiegelen t.o.v. de x-as, y-as en de oorsprong
Hoofdstuk 4 Verloop van functies Met DERIVE is het mogelijk om tal van eigenschappen van functies experimenteel te ontdekken. In een eerste paragraaf onderzoeken we het verband tussen de grafieken van
Nadere informatieExamenvragen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet, eerste examenperiode
Examenvragen Wiskundige Analyse I 1ste bach ir wet, eerste examenperiode 2008-2009 Een vloeistoftank met een capaciteit van 500 liter bevat aanvankelijk 100 liter water, waarin 30 kilogram zout is opgelost.
Nadere informatieWetenschappelijk Rekenen
Wetenschappelijk Rekenen Examen - Bacheloropleiding informatica Oefeningen 22 augustus 213 1. Hoe zou je de vector x in de uitdrukking Q x = A n y op een computationeel slimme manier berekenen? Hierbij
Nadere informatieAanvullingen van de Wiskunde
3de Bachelor EIT - de Bachelor Fysica Academiejaar 014-015 1ste semester 7 januari 015 Aanvullingen van de Wiskunde 1. Gegeven is een lineaire partiële differentiaalvergelijking van orde 1: a 1 (x 1,,
Nadere informatie3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.
Radboud Universiteit Tentamen Calculus A NWI-WP025 25 januari 208, 8.30.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.
Nadere informatieTentamen Numerieke Wiskunde dinsdag, 28 januari 2014,
Tentamen Numerieke Wiskunde dinsdag, 8 januari 04, 3.30 6.30. Zet op ieder vel dat je inlevert je naam en op et eerste vel bovendien nog je studentnummer.. Je mag et dictaat gebruiken, de uitwerkingen
Nadere informatieNumerieke methoden voor het oplossen van randwaardeproblemen
Faculteit Wetenschappen Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Informatica en Statistiek Numerieke methoden voor het oplossen van randwaardeproblemen Lien Gillis e Master Wiskunde Promotor: Prof. Dr. Van Daele
Nadere informatieAanvullingen van de Wiskunde / Partiële Differentiaalvergelijkingen
de Bachelor EIT 2de en de Bachelor Wiskunde Academiejaar 215-216 1ste semester 26 januari 216 Aanvullingen van de Wiskunde / Partiële Differentiaalvergelijkingen 1. Gegeven een homogene lineaire partiële
Nadere informatie1. Toon aan dat de rij (e n := (1 + 1 n )n ) monotoon stijgend en naar boven begrensd is. Conclusie i.v.m. convergentie? 13. Toon aan dat er voor elk
Rijen en reeksen Oefeningen Wiskundige Analyse I 1. Toon aan dat de limiet van een convergente rij uniek is.. Toon aan dat elke deelrij van een convergente rij, convergeert naar dezelfde limiet als de
Nadere informatieKettingbreuken. 20 april 2010 1 K + 1 E + 1 T + 1 T + 1 I + 1 N + 1 G + 1 B + 1 R + 1 E + 1 U + 1 K + E + 1 N 1 2 + 1 0 + 1 A + 1 P + 1 R + 1 I + 1
Kettingbreuken Frédéric Guffens 0 april 00 K + E + T + T + I + N + G + B + R + E + U + K + E + N 0 + A + P + R + I + L + 0 + + 0 Wat zijn Kettingbreuken? Een kettingbreuk is een wiskundige uitdrukking
Nadere informatie10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden
10.0 Voorkennis 5 1 6 6 cos( ) = -cos( ) = -½ 3 [cos is x-coördinaat] 5 1 3 3 sin( ) = -sin( ) = -½ 3 [sin is y-coördinaat] 1 Voorbeeld 1: Getekend is de lijn k: y = ½x 1. De richtingshoek α van de lijn
Nadere informatieExamenvragen Wiskundige Analyse I, 1ste examenperiode
Examenvragen Wiskundige Analyse I, ste examenperiode 24-25 Vraag (op 6pt) Vraag.. Waar of vals (.5pt) De Wronskiaanse determinant van twee LOF oplossingen y en y 2 van de differentiaalvergelijking cosh(x)y
Nadere informatieDe dimensie van een deelruimte
De dimensie van een deelruimte Een deelruimte van R n is een deelverzameling die op zichzelf ook een vectorruimte is. Ter herinnering : Definitie. Een deelverzameling H van R n heet een deelruimte van
Nadere informatie2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.
Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt
Nadere informatie