STAAT VAN DE INSTELLING MBO. ROC Landstede. juli 2012

Transcriptie

1 STAAT VAN DE INSTELLING MBO ROC Landstede juli 2012

2 Plaats: Zwolle BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd in: februari en maart 2012 Conceptrapport verzonden op: 9 mei 2012 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 11 juli 2012

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Conclusie en vervolgtoezicht Conclusie Vervolgtoezicht Instellingsbrede resultaten Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Risico s op relevante indicatoren Opleidingspecifieke resultaten Opleiding Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) Opleiding Juridisch medewerker (Openbaar bestuur) Opleiding Medewerker mode/maatkleding (Basismedewerker mode/maatkleding) Opleiding Onderwijsassistent Opleiding Luchtvaartdienstverlener Bijlagen...33 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden Bijlage II Overzicht cp-codes Bijlage III Beoordeling indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) Bijlage V Beoordeling indicatoren opleiding Juridisch medewerker (Openbaar bestuur) Bijlage VI Beoordeling indicatoren opleiding Medewerker mode/maatkleding (Basismedewerker mode/maatkleding) Bijlage VII Beoordeling indicatoren opleiding Onderwijsassistent Bijlage VIII Beoordeling indicatoren opleiding Luchtvaartdienstverlener... 45

4

5 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde in februari en maart 2012 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij ROC Landstede. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo onderwijs. Landstede is een roc met ongeveer studenten en ongeveer 99 opleidingen. De instelling heeft onderwijslocaties in zes plaatsen. Het onderzoek heeft tot doel het bepalen van de stand van de kwaliteitsborging van de instelling en het inschatten van de risico's voor de onderwijskwaliteit. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek bij de instelling zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: cp- Gebied code Onderwijsproces com14 Commercieel medewerker ; Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) eca21 Juridisch medewerker ; Juridisch medewerker Openbaar bestuur lif06 Medewerker mode/maatkleding (Basismedewerker mode/maatkleding) ovd07 Onderwijsassistent vtl08 Luchtvaartdienstverlener Gebied Examinering en diplomering Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) Juridisch medewerker Openbaar bestuur Medewerker mode/maatkleding (Basismedewerker mode/maatkleding) Onderwijsassistent Luchtvaartdienstverlener Leerweg, niveau, locatie BOL, 3, Harderwijk A, Westeinde 33 BOL, 4, Zwolle C, Dokterspad 1 BOL, 2, Zwolle D, Rechterland 1 BOL, 4, Raalte, Zwolsestraat 63a BOL, 4, Zwolle D, Rechterland 1 De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor de instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. Rapport Staat van de instelling mbo - ROC Landstede Pagina 1 van 52

6 In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de opleidingen vindt u in hoofdstuk 4. De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve Dit is te vinden op De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte cpcodes opgenomen. Rapport Staat van de instelling mbo - ROC Landstede Pagina 2 van 52

7 2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor ROC Landstede inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven wij aan in welke mate er risico s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico s, enkele risico s of veel risico s. Naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat de kwaliteitsborging bij ROC Landstede onvoldoende is. Voorts concluderen we dat er enkele risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico s komen vooral naar voren bij de kwaliteit van het onderwijsproces en de examens. Bij de opbrengsten van het onderwijs en de tevredenheid van studenten doen zich ook risico s voor, maar in beduidend mindere mate. Het oordeel dat de kwaliteitsborging onvoldoende is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we beperkt vervolgtoezicht uitvoeren bij ROC Landstede. Dit houdt in dat we bij een aantal opleidingen nader onderzoek doen en dat we voor risico s bij andere opleidingen afspraken maken. ROC Landstede heeft kwaliteitsborging als één van de beleidsprioriteiten. Het proces om kwaliteitsborging op de werkvloer tot een degelijke, reguliere activiteit te maken, vraagt in de komende jaren de nodige tijd en inspanning van college van bestuur, middenmanagement en teams. In de sturing op centraal niveau is een goede aanzet gegeven, maar op het niveau van middenmanagement en vooral op teamniveau zijn hierop nog verdergaande verbeteringen te realiseren. De beoordeling van de eigen kwaliteit is voldoende beoordeeld. Er wordt met audits en zelfevaluaties gewerkt om het onderwijs te beoordelen. Wij hebben overigens bij de teams waar wij onderzoek hebben gedaan, doorgaans een duidelijke wil en zichtbare inzet tot verbeteren aangetroffen. Dat biedt de instelling een goede basis voor de implementatie van een systeem van kwaliteitsborging. Voor het onderzoek naar de Staat van de instellingen hebben we 5 opleidingen nader onderzocht. Bij deze opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. pagina 3 van 46

8 2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij ROC Landstede is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art ) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. ROC Landstede krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleidingen In onderstaande schema s is het vervolgtoezicht te lezen. Opleiding Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst), crebo 90110/90111, niveau 3, locatie Harderwijk Beoordeling Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht Niveau opbrengsten is onvoldoende. * Kwaliteit examinering is slecht. Kwaliteitsborging is slecht. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van van de WEB. - Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. * - De inspectie meldt het oordeel aan de minister; - de instelling ontvangt een waarschuwing; - na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. - De instelling herstelt de tekortkoming; - na een jaar beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. * Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de cp-code, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. pagina 4 van 46

9 Opleiding Juridisch medewerker Openbaar bestuur, crebo 94890/94892, niveau 4, locatie Zwolle C Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende (zwak onderwijs). Kwaliteit examinering is slecht. Kwaliteitsborging is slecht. Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van van de WEB. - Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering. - De inspectie meldt het oordeel aan de minister; - de instelling ontvangt een waarschuwing; - na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. - De instelling herstelt de tekortkoming; - na een jaar beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. pagina 5 van 46

10 Opleiding Medewerker mode/maatkleding (Basismedewerker mode/maatkleding), crebo 91240, niveau 2, locatie Zwolle D Beoordeling Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces en niveau opbrengsten zijn onvoldoende (zeer zwak onderwijs). * Kwaliteit examinering is onvoldoende. Kwaliteitsborging is slecht. Aangepast toezicht vanwege zeer zwak onderwijs. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van van de WEB. - De inspectie meldt het oordeel aan de minister; - de instelling ontvangt een waarschuwing; - de instelling stelt zeven weken na ontvangst conceptrapport een plan van aanpak op; - de inspectie geeft een reactie op het plan van aanpak; - circa een jaar na de waarschuwingsbrief een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. - De inspectie meldt het oordeel aan de minister; - de instelling ontvangt een waarschuwing; - na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. - De instelling herstelt de tekortkoming; - na een jaar beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. * Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de cp-code, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. pagina 6 van 46

11 Opleiding Onderwijsassistent, crebo 93500, niveau 4, locatie Raalte Beoordeling Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht Kwaliteit examinering is slecht. Kwaliteitsborging is onvoldoende. Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van van de WEB. - De inspectie meldt het oordeel aan de minister; - de instelling ontvangt een waarschuwing; - na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. - De instelling herstelt de tekortkoming; - na een jaar beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. Opleiding Luchtvaartdienstverlener, crebo 91850, niveau 4, locatie Zwolle D Beoordeling Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht Kwaliteit onderwijsproces en niveau opbrengsten zijn onvoldoende (zeer zwak onderwijs). * Kwaliteit examinering is onvoldoende. Kwaliteitsborging is slecht. Aangepast toezicht vanwege zeer zwak onderwijs. Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van van de WEB. - De inspectie meldt het oordeel aan de minister; - de instelling ontvangt een waarschuwing. - de instelling stelt zeven weken na ontvangst conceptrapport een plan van aanpak op; - de inspectie geeft een reactie op het plan van aanpak; - circa een jaar na de waarschuwingsbrief een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. - De inspectie meldt het oordeel aan de minister; - de instelling ontvangt een waarschuwing; - na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. - De instelling herstelt de tekortkoming; - na een jaar beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw. * Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de cp-code, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. pagina 7 van 46

12 Lopende toezichtactiviteiten voortvloeiend uit eerder inspectieonderzoek Op het moment van het vaststellen van het definitieve rapport van de Staat van de instelling hebben wij nog onderzoeken naar kwaliteitsverbetering (OKV s) in uitvoering dan wel in onze planning staan. Het gaat om OKV s die we uitvoeren vanwege eerder tijdens kwaliteitsonderzoeken geconstateerde tekorten in de onderwijs- of examenkwaliteit. Het gaat om OKV s bij 4 opleidingen vanwege onvoldoende opbrengsten. Het gaat om opleidingen op het terrein van zorg en economie. Nader onderzoek Onderzoek door de inspectie De opbrengstgegevens zijn vastgesteld en inmiddels geanalyseerd. Wij stellen vast dat bij de volgende opleidingen van ROC Landstede sprake is van ernstige of zeer ernstige risico s in de opbrengsten: Com43 Verkoopspecialist, niveau 3, crebo 10847, 90383, en Htv04 Reizen, niveau 3, crebo en Com59 Sport en Bewegen, niveau 3, crebo Com60 Sport en bewegingsbegeleider, niveau 2, crebo Bij deze opleidingen zal dit najaar een kwaliteitsonderzoek plaatsvinden. Hierover worden nadere afspraken gemaakt. Daarnaast zal de inspectie over één jaar bij 2 opleidingen een kwaliteitsonderzoek uitvoeren. Deze opleidingen worden aselect geselecteerd. Bij het vavo is sprake van een zeer groot verschil tussen het cijfer voor het centraal examen en het schoolexamen van het vwo. ROC Landstede heeft hier al een analyse voor gemaakt. Op basis van een plan van aanpak dat de instelling hiervoor ontwikkelt en dat wij uiterlijk 3 september 2012 ontvangen, bepalen wij of er nog een kwaliteitsonderzoek plaats moet vinden. Onderzoek door de instelling Ter voorbereiding op het inspectieonderzoek naar de verbetering van de kwaliteitsborging in het voorjaar van 2013 voert ROC Landstede zelf een inhoudelijk onderbouwde, geactualiseerde risicoanalyse uit, zodat de kwaliteit van onderwijs en examinering bij hun opleidingen inzichtelijk(er) wordt. Voorts verzoeken wij ROC Landstede om na te gaan in hoeverre de door de inspectie gesignaleerde problemen op het terrein van de examinering en het onderwijsproces zich ook bij andere opleidingen voordoen. Wij gaan ervan uit dat ROC Landstede de nodige maatregelen treft ter verbetering van geconstateerde tekorten. Deze analyse en een overzicht van de voorgenomen of reeds getroffen maatregelen ontvangen wij graag voor 15 oktober Deze analyse wordt betrokken bij de voorbereiding van de kwaliteitsonderzoeken en de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering. pagina 8 van 46

13 3 Instellingsbrede resultaten In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico s zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 4. Kwaliteitsborging Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende Aspect 4.1 Sturing * Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording Beschouwing Kwaliteitsborging is onvoldoende, omdat op dit moment in alle relevante lagen van de instelling nog niet gestuurd wordt op basis van meetbare doelen voor de kwaliteit. Daardoor komen risico s voor gebrek aan kwaliteit niet scherp en/of niet tijdig genoeg in beeld en verloopt de verbetering en verankering op het niveau van de teams in het algemeen onvoldoende systematisch. De instelling maakt een cultuuromslag van een proces- naar een resultaatgerichte beoordeling door. Op instellingsniveau worden sinds 2009 verscheidene initiatieven genomen om een cyclisch proces van kwaliteitsborging op gang te brengen. De kaders en hoofdlijnen van de aanpak zijn helder. Het operationaliseren van doelen en het opstellen van normen voor kwaliteit en het evalueren aan de hand daarvan vormen echter nog belangrijke opgaven. De instelling beschikt over een veelheid van plannen. Deze hangen onderling samen en hebben betrekking op alle sturingsgremia van de organisatie, maar brengen de te bereiken kwaliteit in de praktijk niet helder in beeld. Op het punt van de sturingsinformatie is nog wel versterking wenselijk, bijvoorbeeld wat betreft de tevredenheid van werkgevers over de uitvoering van de beroepspraktijkvorming. Het ontbreekt nog aan helder geformuleerde doelen en normen op de verschillende niveaus. 1 De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. pagina 9 van 46

14 Op teamniveau is het beoogde cyclisch proces van kwaliteitsborging doorgaans nog onvoldoende geïmplementeerd. De doelen in de teamplannen zijn onvoldoende scherp geformuleerd. Zelfevaluaties van teams zijn nog onvoldoende gebaseerd op grondig geanalyseerde gegevens over opbrengsten en tevredenheid van studenten. Bij de analyse van deze gegevens zou in het algemeen meer nadruk moeten liggen op noodzakelijke verbetering van het eigen handelen. Voor de uitvoering ervan bestaat bij het middenmanagement een redelijk draagvlak en is sturingsinformatie beschikbaar. Het aspect Beoordeling beoordelen wij als voldoende. De monitoring en evaluatie zijn nog in ontwikkeling, maar gelet op de huidige stand van zaken is het reëel te verwachten dat deze ontwikkeling zich doorzet en positieve resultaten oplevert. Dit blijkt met name uit het feit dat het college van bestuur ernaar streeft om de feitelijke kwaliteit van het onderwijsproces en de examinering betrouwbaar in beeld te brengen door middel van audits. Als gevolg op een eerdere nulmeting zijn in het najaar van 2011 audits gestart die een periode van drie jaar bestrijken. Bij de uitvoering van de audits zijn onafhankelijke deskundigen betrokken. Bij de uitvoering van audits zijn zo mogelijk onafhankelijke deskundigen betrokken. Het instrument van de audits is veelbelovend, maar de kwaliteit van de uitvoering behoeft nog wel enige verbetering. Bestudering van beschikbare auditrapporten laat zien dat hierdoor een scherp(er) beeld van de realiteit ontstaat, maar dit is in deze fase nog niet altijd of niet op alle relevante punten gerealiseerd door een gebrek aan diepgang of door een gebrekkige en weinig betrouwbare onderbouwing van de bevindingen. Het vaststellen van duidelijke normen voor het bepalen van de kwaliteit van de uitvoering van onderwijs en examinering kan aan de verbeterslag van de audits bijdragen. De initiatieven van de instelling op het gebied van de deskundigheidsbevordering van het eigen personeel zijn toereikend, het bewaken van een deskundigheid van de beoordelaars van de examens is echter wel een aandachtspunt. Hoewel op dit moment kwaliteitstekorten en oorzaken daarvan niet voldoende scherp in beeld komen, bestaat er bij de teams doorgaans een grote bereidheid tot verbeteren en worden soms heel snel diverse maatregelen deels ad hoc genomen. De zorg voor bewaking van de kwaliteit is in de teams belegd bij de taakhouder kwaliteitszorg en de taakhouder organisatie. De personele capaciteit voor kwaliteitsborging is niet altijd toereikend. Dit geldt met name voor kleine teams waar nog veel te verbeteren valt. De landschapsexamencommissies beschikken doorgaans over te weinig gegevens, instrumenten en verifieerbare afspraken met de teams om de kwaliteit van de examens in de uitvoeringslocaties te kunnen waarborgen. De dialoog met belanghebbenden over de kwaliteit van het onderwijs functioneert in voldoende mate, ook waar het gaat om studentenpanels en verantwoording naar bovenliggende sturingslagen. De beoogde versterking van de sturingsinformatie, waaronder de uitkomsten van de audits, kan aan een verdieping van de dialoog en de externe verantwoording bijdragen. Met werkvelden en representanten van andere roc s bestaat een dialoog over het opleidingenportfolio. pagina 10 van 46

15 3.2 Risico s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico s hebben we, in samenhang met de toezichthistorie en de beschikbare gegevens, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Mate van risico s Geen Enkele Veel Uit de uitgevoerde onderzoeken op opleidingsniveau blijkt dat de kwaliteit van het onderwijsproces onvoldoende is voor drie van de vijf onderzochte opleidingen; voor alle vijf opleidingen is geconstateerd dat de examenkwaliteit onvoldoende is. Bij de kwaliteit van de examens is een zeker patroon van tekortkomingen aanwezig. De tekortkomingen betreffen vooral de afnamecondities en de betrouwbaarheid van de beoordeling en de vaststelling dat de examencommissies onvoldoende zicht hebben op de uitvoering van het examens en deskundigheid van betrokkenen. In de aard van de onvoldoendes bij het onderwijsproces is in hoofdzaak geen specifiek inhoudelijk patroon van vastgestelde tekortkomingen te ontdekken. Wel valt op dat vier van de vijf onderzochte opleidingen het programma te weinig differentiëren naar onderwijsbehoeften van studenten. Ook biedt bij drie van de vijf opleidingen de studieloopbaanbegeleiding onvoldoende ondersteuning voor een succesvol leerproces. Hieruit blijkt dat er nog aandacht nodig is om het beroepsgerichte onderwijs (competentiegerichte onderwijs), in de totale breedte van de instelling te implementeren. Wij hebben overigens ook bij de examens van het vavo risico s aangetroffen. Deze hebben vooral te maken met een zeer groot verschil tussen het cijfer voor het centraal examen en het schoolexamen van het vwo. Op het punt van opbrengsten en voortijdig schoolverlaten wordt het risico op onvoldoende onderwijskwaliteit door de inspectie als geen tot gering beoordeeld. De opbrengsten van de instelling liggen op alle niveaus boven het landelijk gemiddelde, deels ruim hierboven. Wel doen zich bij een beperkt aantal opleidingen, in vooral de economische sector, langdurige tekorten in de opbrengsten voor. Deze opleidingen zijn door ons al eerder als risicovol beschouwd en hiervoor wordt al vervolgtoezicht ingericht. Het percentage voortijdige schoolverlaters ligt nog steeds onder het landelijk gemiddelde. In 2010/2011 was het percentage op ROC Landstede op 6,4 procent, terwijl dit landelijk op 7,2 procent ligt. Maar de instelling realiseert niet de vermindering die in het convenant is vastgelegd. Volgens de laatste gegevens is er in de afgelopen jaren sprake van een lichte stijging van het percentage voortijdig schoolverlaters. De risico s in tevredenheid van studenten kwalificeren wij als gering tot matig. In het laatst gepubliceerde onderzoek van JOB heeft circa zes procent van de pagina 11 van 46

16 opleidingen van de instelling, ingedeeld naar cp-code, een gemiddeld rapportcijfer dat beneden een zes ligt. Het risico voor de financiële continuïteit is geen tot gering: solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit liggen al een aantal jaren boven de signaleringsgrens die de inspectie aanhoudt. Recentelijk heeft de instelling een aantal noodzakelijke maatregelen ter veiligstelling van de financiële continuïteit getroffen. Ook voor de stabiliteit van de organisatie en het management is het risico geen tot gering. Wij komen uit op enkele risico s vanwege de geconstateerde tekorten bij de door de inspectie onderzochte opleidingen. Vier van de vijf opleidingen vertoonden belangrijke tekortkomingen op het gebied van examinering en diplomering en deels ook bij de opbrengsten. Daarnaast bleken de opbrengsten op instellingsniveau voldoende te zijn en was de tevredenheid van de studenten op instellingsniveau ruim voldoende. Risico s voor de financiële continuïteit zijn niet geconstateerd. pagina 12 van 46

17 4 Opleidingspecifieke resultaten In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing. 4.1 Opleiding Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) Het kwaliteitsonderzoek bij Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst), crebo 90111, niveau 3, locatie Harderwijk A, heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Voldoet Voldoet niet 5. Naleving wettelijke vereisten De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering, opbrengsten en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit, onvoldoende opbrengsten en niet naleven van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* 2 De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. pagina 13 van 46

18 Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten Beschouwing Algemeen beeld De opleiding Commercieel medewerker binnendienst (crebo 91111) is een opleiding op niveau 3 die binnen Landstede in een tweejarig traject wordt uitgevoerd. Het grootste deel van de studenten stroomt na anderhalf jaar zonder diplomering door naar een niveau 4 opleiding Marketing en Communicatie of (Internationale) Groothandel. Vanaf het studiejaar worden de studenten ingeschreven op de niveau 4 opleiding. Tijdens de opleiding wordt bekeken of tussentijds moet worden overgestapt naar niveau 3. Het team van deze opleiding bevindt zich op verschillende kwaliteitsgebieden in een ontwikkelingsproces en zet zich op een constructieve manier in om de kwaliteit van het onderwijs op peil te brengen. Onderwijsproces De opleiding heeft de studieloopbaanbegeleiding en de begeleiding bij de beroepspraktijkvorming goed op orde. De coaches vervullen daarbij een centrale rol. De overdraagbaarheid van (geobjectiveerde) informatie uit de coachgesprekken vraagt nog wel de nodige aandacht. Het werken met projecten is positief voor de inhoudelijke samenhang. Dit biedt de docenten voldoende houvast om het programma evenwichtig in te delen en hierover af te stemmen. De uitwerking van de leerlijnen op papier is nog in ontwikkeling. De afstemming en de borging van afspraken over de leerlijnen en concrete uitwerkingen (bijvoorbeeld het gebruik van definities) kan verbeterd worden. Tijdens de opleiding zijn er voldoende mogelijkheden voor maatwerk. Deelnemers kunnen flexibel instromen en er zijn ook mogelijkheden tot versnelling en vertraging. Ook bij de moderne vreemde talen worden de studenten ingedeeld op niveau. Ook is het mogelijk om extra vreemde taal te volgen. Een aandachtspunt is de beoogde rechtstreekse instroom in het tweede leerjaar. Aangezien de studenten dan direct op beroepspraktijkvorming gaan maken zij van deze instroommogelijkheid geen gebruik. Het geven van feedback op leerprestaties hebben wij onvoldoende beoordeeld omdat deze vooral gericht is op het product. Feedback op het proces behoort niet tot het standaardrepertoire. Het digitale systeem biedt wel mogelijkheden voor schriftelijke feedback, maar mondeling wordt deze feedback onvoldoende pagina 14 van 46

19 doorgesproken met de studenten terwijl hieraan wel behoefte is. Daarbij zijn er geen normen voor de voortgang van de studenten. Er worden te weinig passende maatregelen genomen om onvoldoende resultaten tijdig te herkansen. Hiermee is te weinig gegarandeerd dat studenten over voldoende basiskennis beschikken en met een redelijke kans op succes starten aan de beroepspraktijkvorming. Hoewel de leertijd voldoende is, zijn niet alle studenten tijdig aanwezig en docenten spreken hen hierop onvoldoende aan. De programmering sluit aan op het kwalificatiedossier. Er is wel een beperkt risico van onderpresteren. Studenten geven aan dat met een goede inzet aan het begin van een week in de resterende dagen het werk makkelijk afgerond kan worden. De intake en plaatsing zijn voldoende, de voorlichting echter niet. Het samenhangend beeld van de opeenvolgende opleidingen (niveau 3 en niveau 4) is niet duidelijk geschetst. Hierdoor weten studenten niet goed wat van hen verwacht wordt. De studiegids geeft hierover ook onvoldoende duidelijkheid. Examinering en diplomering Het exameninstrumentarium is voldoende, de overgang tussen ontwikkelinggerichte toetsen en examinering is voldoende gemarkeerd. Het informeren van studenten over hun examinering is een punt waar de opleiding blijvend aandacht aan moet besteden. De beroepsgerichte examens worden ingekocht bij KCH Examens. Dit materiaal hebben we op een eerder moment onderzocht en positief gewaardeerd. De betrouwbaarheid van de afname vertoont echter wel tekortkomingen. De examens worden in de praktijk afgenomen en beoordeeld door de praktijkbeoordelaar in één situatie zonder directe betrokkenheid van de opleiding. De praktijkbegeleider is tevens praktijkbeoordelaar. De coach is betrokken bij het eindgesprek met de praktijkopleider en de student over de beroepspraktijkvorming, maar dat is niet het geval bij de afname van het examen. Hierdoor kan de opleiding onvoldoende garanderen dat in min of meer gelijke gevallen gelijk wordt geoordeeld en dat de afnamecondities voor alle studenten gelijk zijn. Daarnaast heeft de examencommissie te weinig zicht op de uitvoering van het examen en op de deskundigheid van betrokkenen. De examencommissie bepaalt op basis van een steekproef in het dossier achteraf of de kwaliteit van de examinering voldoende geborgd is. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de examinering ligt vooral bij het team. De examencommissie fiatteert. Er is een evaluatie van het team met studenten die een toets of examen hebben afgelegd. Hiermee is voor de examencommissie niet transparant of de analyse juist is en of aanpassingen het juiste effect beogen. Opvallend is ook dat er geen normering of streefdoelen zijn vastgesteld. Hierdoor is systematische aanpassing op basis van de resultaten niet geborgd. Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Duits is ingekocht bij De Vries Taaltrainingen. Dit materiaal hebben we op een eerder moment onderzocht en voldoende bevonden. Opbrengsten De opbrengsten zijn in met een jaarresultaat van 49 procent en een diplomaresultaat van 52 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens zijn de resultaten van de cp-code com 14, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. pagina 15 van 46

20 Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is slecht. De speerpunten die het team aan de hand van de voorjaarsbrief van de directie heeft vastgesteld zijn niet smart geformuleerd, bovendien ontbreken vastgestelde normen voor het beoordelen van de resultaten. Hierdoor is de evaluatie van het onderwijsproces en behaalde resultaten niet eenduidig vast te stellen. De afstemming op Landstede brede ontwikkelingen verloopt, mede door de informatie vanuit de directie en het werken met taakhouders, positief. De recent uitgevoerde audit geeft een beeld van het onderwijs en de examinering. Het is positief dat er externe deskundigen bij betrokken zijn. Er is nog geen verbeterplan opgesteld naar aanleiding van de resultaten van de audit. Er is nog geen cyclus van systematische kwaliteitszorg. De inzet van een taakhouder kwaliteitszorg is redelijk recent en zal naar verwachting tot een positieve ontwikkeling op dit gebied leiden. De borging van de examenkwaliteit is niet gegarandeerd en ook de sturing resulteert niet in een adequaat, richtinggevend planningsinstrument dat de uitvoering van de pdca-cyclus op opleidingsniveau mogelijk maakt. Wettelijke vereisten Voor zover onderzocht voldoet de opleiding aan de wettelijke eisen. 4.2 Opleiding Juridisch medewerker (Openbaar bestuur) Het kwaliteitsonderzoek bij Juridisch medewerker (Openbaar bestuur), crebo 94890/94892, niveau 4, locatie Zwolle C, heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Voldoet Voldoet niet 5. Naleving wettelijke vereisten De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege zwak onderwijs, vanwege onvoldoende examenkwaliteit en niet naleven van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage VI is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang pagina 16 van 46

21 Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten Beschouwing Algemeen beeld Door herpositionering van opleidingen is spanning en onzekerheid in het team ontstaan. Ook heeft dit geleid tot een forse terugloop van het aantal studenten voor het team Office en management, waar de onderzochte opleiding deel van uitmaakt. Het aantal deelnemers van de uitstroom Openbaar bestuur is echter op peil gebleven. De docenten Juridische opleidingen werken al langere tijd samen en zijn erg intern gericht. Mede door deze situatie zijn er patronen ingeslepen die door geringe (zelf)reflectie niet gunstig zijn voor het totale opleidingsklimaat en de kwaliteit van de opleiding. De docenten Juridische opleidingen zijn in het studiejaar gestart met competentiegericht opleiden. In heeft voor het eerst examinering plaatsgevonden. Deze omschakeling is nog niet in de volle breedte herkenbaar in de uitvoering van het onderwijs en de examinering. Binnen de opleiding wordt gewerkt met twee uitstroomprofielen; vooral in het tweede deel van de studie levert dit voor studenten veel onduidelijkheid op. Deze onduidelijkheid wordt versterkt doordat er geen heldere en eenduidige normering voor de studievoortgang of afronding is. 3 De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. pagina 17 van 46

22 Het opleidingsmanagement heeft een reëel beeld van de opleiding en realiseert zich dat er maatregelen nodig zijn om de situatie in hoog tempo te verbeteren. Onderwijsproces Het programma kent een onevenwichtige opbouw; vooral in het eerste jaar ligt er een zwaar accent op de vakken waar studenten inhoudelijk minder affiniteit mee hebben. Hierdoor ligt er al direct een zware druk op beginnende studenten in een fase waarbij het leren zelfstandig te studeren nog erg centraal staat. In combinatie met de onduidelijkheid over de voortgang en de mogelijkheid om zelfs nog in het derdejaar eerstejaars toetsen af te leggen is de opleiding voor studenten niet transparant. De opleiding kent, met uitzondering van de moderne vreemde talen, rekenen en Nederlands geen differentiatiemogelijkheden. De carrousellessen bieden weliswaar een structuur waarin differentiatie mogelijk is, maar in de praktijk blijkt dat er niet gedifferentieerd wordt. Studenten verzuimen hier regelmatig en ook de docenten zijn niet tevreden over de opzet en inhoud. Het toepassen van het vrijstellingenbeleid is binnen deze opleiding nog niet volledig gerealiseerd. Gelet op de diversiteit van instroom van studenten leidt dit tot ontevredenheid en daarmee tot afname van studie-inzet door studenten. Het overgrote deel van de lessen is sterk docent georiënteerd. Kennisoverdracht staat centraal waarbij docenten veelal zelf aan het woord zijn en er weinig interactie is. Studenten raken hierdoor snel de aandacht kwijt. Deze aanpak stimuleert studenten niet om gemotiveerd met het vak bezig te zijn. Door een zwaar accent te leggen op kennis komen de ontwikkeling van vaardigheden en houding beperkt aan bod. De feedback op leerprestaties is uitermate gering en meestal alleen op het product gericht. Omdat er bij terugkoppeling van toetsen geen mogelijkheid wordt geboden tot inzage in het gemaakte werk, ontbreekt bij studenten het zicht op de zwakke onderdelen. Hierdoor en door het ontbreken van een analyse kunnen studenten niet leren van gemaakte fouten. Een aantal docenten Juridische opleidingen ziet ook de noodzaak tot het geven van meer feedback niet. Tijdens de intake worden de afgesproken procedures niet consequent gehanteerd. Hierdoor kan de opleiding niet realiseren dat de plaatsing voldoende afgestemd is op de wensen en mogelijkheden van potentiële studenten. Afspraken die tijdens de intake worden gemaakt worden tijdens de opleiding onvoldoende uitgevoerd. De opleiding slaagt er daarmee onvoldoende in om de informatie uit de intake te vertalen in voor de student passend onderwijsprogramma. In de begeleiding en beoordeling speelt de coach een dominante rol. De begeleidingssystematiek is echter niet zodanig ingericht dat ook de informatie van andere docenten of informatie uit andere situaties consequent meegewogen wordt tijdens de begeleiding en beoordeling. Hierdoor kan niet gegarandeerd worden dat de begeleiding optimaal verloopt en dat er voldoende rekening gehouden wordt met de verschillen in begeleidingsbehoefte tussen studenten. De nabijheid van het bureau Student Advies en Begeleiding maakt korte lijnen voor specifieke zorg mogelijk. Er is zichtbaar aandacht besteed aan de dossieropbouw, deze is overzichtelijk. Een aandachtspunt vormen losse, ongedateerde en niet ondertekende documenten. Examinering en diplomering In het examenplan is de overgang tussen ontwikkelgerichte beoordelingen in de praktijk en de examinering voldoende gemarkeerd. Voor de studenten is echter niet pagina 18 van 46

23 altijd duidelijk op grond van welk examen en overige eisen het diploma wordt verstrekt. Deze informatie wordt op een laat moment via intranet verspreid. Het exameninstrumentarium is ingekocht bij de Stichting Praktijk Leren en op een eerder moment positief beoordeeld door de inspectie. De proeven van bekwaamheid (pvb) zijn in het studiejaar voor het eerst afgenomen. Ze vinden in simulatie plaats op de opleidingslocatie. Hierdoor is het beroepenveld niet betrokken bij de examinering. Het is de bedoeling dat vanaf dit of komend studiejaar de proeve van bekwaamheid tijdens de beroepspraktijkvorming worden afgenomen. Door de samenstelling van de examencommissie is de relatie met de examinering door de opleiding voldoende geregeld. De procedurele lijn van de examinering is in orde. De examencommissie heeft zicht op de beoordeling door het incidenteel (steekproefsgewijs) bijwonen van de afname. De examencommissie toetst achteraf op grond van mondelinge informatie van de docenten Juridische opleidingen en op basis van de behaalde resultaten. Er is een evaluatie van studenten die een toets of examen hebben afgelegd. Opvallend is dat er geen normering, streefdoelen of streefcijfers zijn vastgesteld. Hierdoor is systematische analyse op basis van de resultaten niet geborgd. De evaluatie door de examencommissie geschiedt vooral op basis van bevraging van de docenten Juridische opleidingen, hiermee is de analyse onvoldoende transparant en zijn de eventuele aanpassingen niet zichtbaar en meetbaar. Het exameninstrumentarium van de talen is ingekocht. Dit is eerder door ons onderzocht en voldoende bevonden. Opbrengsten De opbrengsten zijn voldoende. Het jaarresultaat van bedraagt 72,2 procent, het diplomaresultaat 67,7 procent. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens zijn de resultaten van de cp-code eca 21, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging Gelet op de complexe ontwikkelingen binnen het team Office en management heeft het management voor dit schooljaar geaccordeerd dat er geen nieuw teamplan is gemaakt. Wel zijn er verbeterpunten opgesteld. Deze punten zijn echter niet smart geformuleerd. Directie en docenten hebben regelmatig overleg over de voortgang van de uitvoering, maar er is nog geen sprake van een cyclus van systematische kwaliteitszorg. Ook moet de rol van de taakhouder kwaliteitszorg binnen de opleiding nog verder gestalte krijgen. De gegevens uit de centrale evaluatie van de afname van toetsen leiden niet tot compacte informatie die gebruikt kan worden om resultaatgericht te werken. Ook is er geen normering aan gekoppeld waardoor oordelen niet op een objectieve wijze tot stand gekomen. In het studentenpanel van de locatie krijgt de vrij kleine opleiding Juridisch medewerker weinig aandacht. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet voor zover onderzocht aan de wettelijke vereisten. Over de resultaten van het onderzoek naar onderwijstijd bent u separaat geïnformeerd. pagina 19 van 46

24 Hieronder zijn de bevindingen naar het onderzoek naar ongeoorloofd verzuim en beroepspraktijkvorming-overeenkomst opgenomen. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten Bij het onderzoek naar ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten is ons gebleken dat: Voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van 4 opeenvolgende lesweken voor deelnemers waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 21a Leerplichtwet Als het ongeoorloofd verzuim voortduurt na 16 uur vindt een vervolgmelding plaats. Voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor deelnemers van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Als het verzuim voortduurt, vindt een vervolgmelding plaats. Voor de vervolgmelding geldt dat wanneer het ongeoorloofd verzuim na de initiële melding voortduurt het volgende van toepassing is: Voor leerplichtigen geldt dat na de eerste 16 uur ongeoorloofde afwezigheid een vervolgmelding gedaan dient te worden zodra er binnen een periode van vier weken wederom 16 uur ongeoorloofd verzuim is opgebouwd. Dit dient te gebeuren, ongeacht of er een actie vanuit de instelling of leerplichtambtenaar loopt. Wanneer een leerplichtige leerling na de initiële melding helemaal niet meer op school verschijnt, en als gevolg daarvan meerdere keren per week een overschrijding van 16 uur en dus melding aan de orde zou zijn, kan worden volstaan met een wekelijkse vervolgmelding in plaats van na iedere 16 uur afwezigheid opnieuw te melden. Voor niet leerplichtigen zonder startkwalificatie (18+) geldt dat na de eerste melding bij iedere volgende maand volledige afwezigheid een vervolgmelding gedaan moet worden. Bij het onderzoek naar ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten is ons verder gebleken dat: Voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht, zoals neergelegd in artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Deze wettelijke bepaling heeft een relatie met bewaken van het rechtmatig gebruik van studiefinanciering of tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten. In het wetsartikel en de bijbehorende toelichting van DUO staat vermeld voor welke deelnemers dit van toepassing is en welke stappen ondernomen dienen te worden (zoals het doen van onderzoek naar de reden van afwezigheid, het informeren van de deelnemer over mogelijke financiële consequenties en het insturen van een formulier van melding afwezigheid naar DUO). Op grond van de bevindingen tijdens het onderzoek concludeert de inspectie dat voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht, zoals neergelegd in de artikelen 8.1.7, en 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en artikel 21a Leerplichtwet pagina 20 van 46

25 Beroepspraktijkvorming overeenkomst Bij dit onderzoek is de inspectie gebleken dat voldaan wordt aan de wettelijk voorgeschreven eisen, zoals neergelegd in de artikelen 7.2.8, en van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Het onderzoek wijst wel uit dat het management goed moet toezien op het structureel voldoen aan tijdige ondertekening van de praktijkovereenkomsten. 4.3 Opleiding Medewerker mode/maatkleding (Basismedewerker mode/maatkleding) Het kwaliteitsonderzoek bij Medewerker mode/maatkleding (Basismedewerker mode/maatkleding), crebo 91240, locatie Zwolle D, heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied Goed Voldoende Onvoldoende Slecht 1. Onderwijsproces 2. Examinering en diplomering 3. Opbrengsten 4. Kwaliteitsborging Voldoet Voldoet niet 5. Naleving wettelijke vereisten De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering, opbrengsten en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege zeer zwak onderwijs, vanwege onvoldoende examenkwaliteit en niet naleven van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebieden opgenomen. Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* 4 De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied. pagina 21 van 46

26 Kwaliteitsgebied Voldoende Onvoldoende Aspect Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten Beschouwing Algemeen beeld De opleiding is relatief jong en opgestart door een team dat vooral op de verkoop van mode gericht was. In de eerste jaren hebben zich in het team forse fricties over de inrichting van de opleiding voorgedaan, over zowel inhoud als onderwijskundige vormgeving. Bij studenten is grote ontevredenheid over de kwaliteit van het onderwijs ontstaan. Mede daardoor is in een substantieel aantal studenten voortijdig uitgestroomd. Hoewel zich inmiddels een opgaande lijn aftekent en het huidige team aanzienlijke inspanningen levert om de kwaliteit van de opleiding te verbeteren, vertoont deze nu nog op verscheidene punten tekortkomingen. Deze doen zich het sterkst in het onderwijsproces voor. Het team heeft op veel punten ideeën over verbetering maar moet verscheidene daarvan nog effectueren. Het ontstaan van de tekortkomingen en de duur van het verbeteringsproces zijn mede het gevolg van veranderingen in het opleidingenaanbod. Het nieuwe aanbod paste onvoldoende bij de deskundigheid in het team. De samenstelling en capaciteit van het huidige team is aangepast, maar vormt nog steeds een risico. Bij zowel het onderwijs als de examinering is de borging van de kwaliteit ontoereikend. Onderwijsproces De geplande onderwijstijd wordt door een aanzienlijk aantal studenten onvoldoende benut. Het forse lesverzuim is een van de grootste problemen van de opleiding. Het team weet dit tot op heden niet terug te dringen. Hulp van de leerplichtambtenaar of het RMC wordt niet altijd tijdig ingeroepen. Dat komt door tot voor kort bestaande tekortkomingen in de registratie en meldingen van verzuim en voortijdig schoolverlaten, soms ook omdat de coach externe bemoeienis afhoudt omdat hij/zij zelf nog gesprekken met de student voert. Het onderwijsprogramma is volop in ontwikkeling maar kent nog onvoldoende samenhang. Alle relevante onderdelen zijn aanwezig, maar de inhoudelijke pagina 22 van 46