v o o r d r a c h t 12 september 2017 Corr.nr , FC Nummer 35/2017 Zaaknr. K5674

Transcriptie

1 v o o r d r a c h t 12 september 2017 Corr.nr , FC Nummer 35/2017 Zaaknr. K5674 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Najaarsnota 2017 en de daarin opgenomen 4 e en 5 e wijziging van de Begroting Samenvatting Hierbij bieden wij u de Najaarsnota 2017 aan. Met dit P&C-document rapporteren wij aan uw Staten over de uitvoering van de lopende begroting. De Najaarsnota 2017 bestaat uit drie hoofdstukken. In hoofdstuk 1 rapporteren wij over afwijkingen ten opzichte van de Begroting Hiervan zijn de gevolgen op het financieel perspectief opgenomen in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 zijn bij enkele onderwerpen voortgangsrapportages opgenomen. 2. Doel en wettelijke grondslag Deze voordracht heeft als doel om verantwoording af te leggen over de uitvoering van de Begroting 2017 en deze op basis hiervan aan te passen. De wijze waarop wij verantwoording afleggen, doen wij via twee instrumenten, namelijk via het document Najaarsnota en via de Digitale Monitor. De soort verantwoording die we per instrument afleggen is verschillend. In de inleiding van de Najaarsnota 2017 leggen wij het onderscheid uit. Tevens leggen wij een herzien financieel perspectief aan u voor. Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2017 is sprake van een verbetering van 1,62 miljoen in 2017 en van gemiddeld 0,82 miljoen per jaar in de periode Deze verbetering wordt vooral veroorzaakt door een verwachte hogere opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting en iets lagere kapitaallasten. Aan uw Staten wordt gevraagd in te stemmen met de voorgestelde twee begrotingswijzigingen van de Begroting In de 4 e wijziging 2017 worden vooral administratief-technische wijzigingen doorgevoerd en in de 5 e wijziging 2017 hebben wij de financiële gevolgen van de voor 2017 voorziene (autonome) ontwikkelingen en van een aantal bestedingsvoorstellen verwerkt. Met het vaststellen van de 4 e en 5 e begrotingswijzigingen autoriseert u ons college om in 2017 uitgaven te doen binnen de aangepaste ramingen. 3. Procesbeschrijving en planning Conform de nieuwe planning van P&C-documenten wordt de Najaarsnota in de periode september/oktober behandeld in uw Staten (dit is o.a. afhankelijk van de planning van de Statenvergaderingen). 4. Begroting De Najaarsnota is vooral bedoeld als bijsturingsdocument ten aanzien van de uitvoering van het voorgenomen beleid, de activiteiten en de middeleninzet gedurende het begrotingsjaar. 5. Inspraak/participatie Niet van toepassing. 6. Nadere toelichting De toelichting bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Financieel kader Najaarsnota 2017; 2. Omgaan met financiële meevallers; 3. Onvoorziene uitgaven; 4. Beschikbaar stellen van een aantal investeringskredieten; 5. Financieel verantwoorden RSP subsidies via SISA; 6. Beter Benutten Regionaal Spoor. 35-1

2 6.1. Financieel kader Najaarsnota 2017 In de Najaarsnota 2017 informeren wij u over de sinds de Voorjaarsnota 2017 zichtbaar geworden ontwikkelingen en de vanaf dat moment genomen besluiten. De Najaarsnota 2017 laat op grond van de nu bekende ontwikkelingen en genomen besluiten een verbetering van het begrotingsbeeld zien. De begrotingsruimte 2017 neemt met circa 1,62 miljoen toe en de gemiddelde begrotingsruimte in de jaren op basis van aanvaard beleid neemt in deze Najaarsnota 2017 tot gemiddeld 5,95 miljoen per jaar. In de Voorjaarsnota 2017 raamden wij deze begrotingsruimte nog op gemiddeld 5,13 miljoen per jaar. Hierbij is rekening gehouden met het doorschuiven van begrotingsruimte 2017 naar volgende jaren in verband met wijzigingen in de fasering van een aantal bestedingsvoorstellen. In tabel 1 hebben wij aangegeven waardoor de verbetering van het financieel perspectief ten opzichte van de Voorjaarsnota 2017 met gemiddeld 0,82 miljoen (= 5,95 miljoen minus 5,13 miljoen) per jaar wordt veroorzaakt: Binnen de voorziene (autonome) ontwikkelingen ramen wij een hogere opbrengst uit de opcentenheffing Motorrijtuigenbelasting en is er sprake van iets lagere kapitaallasten (regel 2.a). Daarnaast leggen een aantal bestedingsvoorstellen een beperkt beslag op de Algemene middelen (regel 2.b.1). Tabel 1. Oorzaak verschillen in begrotingsruimte (bedragen x 1 miljoen) Omschrijving gemiddelde Financieel perspectief VJN2017 0,00 2,00 2,00 8,35 8,18 5,13 2. (Voorgestelde) wijzigingen NJN2017 a. Voorziene (autonome) ontwikkelingen 1,58 0,85 1,03 1,13 0,90 0,98 b. Bestedingsvoorstellen : 1. voorstellen met beslag op de algemene middelen 0,04-0,16-0,17-0,16-0,15-0,16 2. voorstellen tot wijziging fasering van de uitgaven '17-'23 2,15-0,87-0,64 0,56-0,25-0,30 totaal (voorgestelde) wijzigingen NJN2017 3,77-0,19 0,22 1,53 0,50 0,52 3. Vrij besteedbare begrotingsruimte NJN2017 3,77 1,81 2,22 9,88 8,67 5,65 4. Doorschuiven begrotingsruimte 2017 naar 2018 e.v. jaren -2,15 0,87 0,64-0,56 0,25 0,30 5. Herzien financieel perspectief NJN2017 (incl. doorsch. 2017) 1,62 2,68 2,87 9,33 8,92 5,95 NB. Bedragen voorzien van een minteken betekenen een beslag op de algemene middelen (flexibel budget) Omdat een andere fasering van een aantal bestedingsvoorstellen over de jaren tot een ongelijkmatig verloop van de begrotingsruimte in die periode leidt, zal een deel van de begrotingsruimte 2017 moeten worden doorgeschoven naar de jaren 2018 tot en met Daarmee kan in jaren 2018 tot en met 2021 een flexibel budget van ten minste 2 miljoen per jaar worden gerealiseerd. Zie tabel 1 en de onderstaande grafiek. De gewijzigde fasering vloeit onder meer voort uit het zo realistisch mogelijk ramen van de kredieten. Niet uitgesloten is dat de hoogte van de kredieten dit najaar moet worden herzien. Dit heeft te maken met de systematiek waarmee wij onze subsidielasten tot nu toe verantwoorden. Die systematiek wordt momenteel tegen het licht gehouden omdat deze tot vertraging heeft geleid bij het uitbrengen van onze Rekening Daarbij worden verschillende varianten onderzocht die - afhankelijk van de variant - van invloed zijn op de hoogte van onze kredieten. Zo mogelijk zal ook de financiële verordening van de provincie moeten worden aangepast op het onderdeel van subsidieverantwoording. 35-2

3 10,00 Financieel perspectief (bedragen x 1 miljoen) 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 Voorjaarsnota 2017 Najaarsnota , gemiddelde Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2017 zijn door uw Staten een negental moties aangenomen. In de Voorjaarsnota 2017 hebben wij de lijn ingezet om geen extra beslag te leggen op de Algemene middelen, maar dekking te vinden binnen bestaande middelen. Deze lijn blijven wij in principe handhaven. De nog te ontvangen septembercirculaire 2017 voor het Provinciefonds en het regeerakkoord van het nog aan te treden nieuwe kabinet kunnen overigens wel financiële gevolgen hebben. In aanvulling daarop willen we nog wijzen op het risico dat mogelijk een aanvullende voorziening moet worden getroffen om de hogere IBOI-index (voor het indexeren van de RSP-middelen) te kunnen compenseren. In het Convenant RSP zijn afspraken vastgelegd over de indexering van de nog niet uitgegeven RSP-middelen. Met ingang van de Voorjaarsnota 2015 nemen wij in de begroting jaarlijks een (meerjarig aflopende) stelpost voor deze verplichting op. De beschikbare stelpost bedraagt tot en met Wij verwachten dat de toegekende IBOI-index 2017 iets boven 1% zal uitkomen. Dit zou voor de provincie in het jaar 2017 gaan om een bedrag van ruim 3 miljoen aan indexering, die moet worden toegevoegd aan de RSP-middelen. Dit leidt in 2017 tot een extra last van ruim 1 miljoen, rekening houdend met de hiervoor nu al gereserveerde middelen. De definitieve hoogte van de toegekende IBOI-index kunnen wij naar verwachting bepalen na ontvangst van de septembercirculaire Vervolgens zullen wij in het kader van de Begroting 2018, door middel van een begrotingswijziging voor 2017, de Begroting 2017 hierop aanpassen Omgaan met financiële meevallers Met ingang van de Begroting 2016 passen wij de beleidslijn bestemming structurele meevallers toe. Structurele meevallers werden tot nu toe voor 50% ingezet voor het aanvullen het budget Provinciale Meefinanciering tot maximaal 7,5 miljoen per jaar en voor 50% voor middelen ten behoeve van een tweetal p.m.-posten (Waddenkust/Eems-Dollard en Erfgoed, Ruimtelijke kwaliteit en Landschap). Nu zowel het budget Provinciale Meefinanciering in de Voorjaarsnota 2017 voor de jaren tot en met 2019 op het niveau van 7,5 miljoen per jaar is gekomen en er middelen voor genoemde p.m. posten beschikbaar zijn gekomen, stellen wij voor deze beleidslijn niet langer in de huidige vorm toe te passen. Wij stellen vanaf nu de volgende werkwijze voor: 1. In het kader van de besluitvorming rondom Groningen Airport Eelde (GAE) en het daarmee annex zijnde compensatiepakket is een bedrag van 14,83 miljoen onttrokken uit het stamkapitaal. Conform eerdere besluitvorming dient het stamkapitaal weer aangevuld te worden vanuit toekomstige meevallers. Conform eerdere afspraken wordt voorgesteld om het moment van de jaarrekening hiervoor te benutten. 35-3

4 2. Er kunnen zich onverhoopt knelpunten voordoen in de opgaven en majeure taken waar wij als provincie fors op inzetten. Indien dit aan de orde is, kan overwogen worden om bij de Voorjaarsnota hier extra middelen op in te zetten. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het hier om verschillende opgaven/majeure taken kan gaan, hetgeen betekent dat het niet wordt beperkt tot de opgaven Waddenkust/Eems-Dollard en Erfgoed, Ruimtelijke kwaliteit en Landschap (ERL) Onvoorziene uitgaven In de begroting nemen wij jaarlijks een bedrag van op voor onvoorziene uitgaven. Voor 2017 resteert nu nog een bedrag van Wij stellen voor dit bedrag nu niet af te ramen. Deze post wordt nl. aangewend om incidentele financiële knelpunten tot te dekken. Wij zijn conform het nieuwe beleid Begrotingswijzigingen gemandateerd om hiervoor een begrotingswijziging vast te stellen Beschikbaar stellen van een aantal investeringskredieten Aanpassen beschikbaar gestelde uitvoeringskredieten projecten Door middel van verschillende besluiten hebben uw Staten kredieten beschikbaar gesteld voor de uitvoering van projecten. Door ontwikkelingen in de tijd dienen enkele investeringskredieten aangepast te worden. Het betreft de volgende projecten. Zie tabel 2. Tabel 2. Voorgestelde ophoging investeringskredieten Nr. Voordracht Project Ophoging krediet Dekking/ Financier 1 32/2013 ESGL 52,7 miljoen Ministerie van IenM 2 23/2013 N33-midden - verkenning/planstudie - anticiperende grondaankopen 1,14 miljoen Reserve MIT 1,50 miljoen Reserve MIT 3 33/2014 spoor Groningen-Winschoten 0,50 miljoen Capaciteitskredieten 1. Extra sneltrein Groningen-Leeuwarden (ESGL) In de zomer 2015 is de Uitvoeringsovereenkomst ESGL ondertekend door ProRail, IenM en provincies Groningen en Fryslân. In deze overeenkomst is o.a. geregeld dat IenM de formele opdrachtgever is richting ProRail en dat de regio de inhoudelijke opdrachtgever is en zelf ook een financiële bijdrage levert aan het project. In de uitvoeringsovereenkomst is destijds opgenomen dat het formeel opdrachtgeverschap van IenM weer kan worden overgedragen aan de provincies. In het BO Spoor van 17 maart 2017 is besloten om het formele opdrachtgeverschap van het project ESGL weer over te nemen van IenM. De provincies zijn risicodrager en hebben als concessiehouder de wens om directer te sturen op de uitvoering van het project. Een logisch moment om het opdrachtgeverschap voor het project ESGL over te nemen is wanneer het project over gaat naar de realisatiefase. De realisatie van het project start na vaststelling van het Tracébesluit (naar verwachting eind 2017). Het Rijk is op basis van de tracéwet bevoegd gezag. Na vaststelling van het Tracébesluit is terugtrekken van het Rijk als opdrachtgever daarmee een logisch moment. In het najaar zal de definitieve overdracht via een addendum op de Uitvoeringsovereenkomst worden bekrachtigd. Verder worden in het najaar ook de belangrijkste contracten voor de bouw (onderdoorgang Paterswoldseweg en het contract met alle spoorse infrastructuur) definitief gegund, zodat in 2018 gestart kan worden met de realisatie. Het gevolg van het overnemen van het opdrachtgeverschap is ook dat de RSP-middelen ter financiering van het project niet meer rechtstreeks door IenM aan ProRail zullen worden beschikt, maar zullen worden overgeheveld naar de provincies. Hierdoor zullen de betalingen vanuit de RSP-middelen aan ProRail via de provincies gaan lopen. Bij voordracht 32/2013 hebben uw Staten een krediet van totaal 19,3 miljoen beschikbaar gesteld voor de provinciale bijdrage in de tunnel bij de overweg Paterswoldseweg en het verlengd dubbelspoor tussen Zuidhorn en Hoogkerk. Doordat bij de realisatiefase alle facturen van ProRail via de provincies gaan lopen is dit krediet niet meer toereikend. Op basis van de uitvoeringsovereenkomst is vanuit de RSP-middelen 12 miljoen beschikbaar voor de onderdoorgang Paterswoldseweg en 81,4 miljoen voor de maatregelen (incl. dubbel spoor) aan het spoor (pp 2014, excl btw). Voor de maatregelen aan het spoor zijn de provincies Groningen en Fryslân gezamenlijk verantwoordelijk. IenM zal maximaal 12 miljoen + 50% van 81,4 miljoen, onder aftrek van reeds gemaakte kosten, naar de provincie Groningen overhevelen. 35-4

5 Opgeteld betreft dit maximaal 52,7 miljoen (prijspeil 2014, excl. btw), waarmee ook het realisatiekrediet verhoogt dient te worden. 2. N33-midden Verkenning/planstudie Via voordracht 23/2013 hebben uw Staten 78 miljoen bestemd voor het project verdubbeling N33-midden. Via brief /8/A.15, bent u vervolgens geïnformeerd over het afgesloten bestuursakkoord. Hierbij werd geconcludeerd dat de kosten 22 miljoen hoger uit leken te komen op totaal 100 miljoen, waarbij het Rijk en de provincie Groningen elk additioneel 11 miljoen beschikbaar hebben gesteld (voor het provinciaal aandeel ten laste van de BDU). Inmiddels is de verkenning van het project in volle gang. Voor de kosten van de verkenning en planstudie ter hoogte van is echter nog geen krediet beschikbaar gesteld door uw Staten. Het provinciaal aandeel in de kosten van de verkenning en planstudie is Wij verzoeken u deze middelen beschikbaar te stellen ten laste van de binnen het provinciaal MIT hiervoor bestemde middelen. Grondaankopen Onderdeel van de verkenningsfase is het opstellen van een Aankoopstrategieplan Grondaankopen die er onder andere in voorziet om tijdens deze fase al anticiperende grondaankopen te doen. Daartoe zal de projectorganisatie de markt monitoren naar voor het project interessante, te koop staande objecten ten behoeve van het verwerven van stroken grond voor het nieuwe tracé en/of als inzet voor grondruil en/of kavelruil. Indien dit het geval is, kan een aanbieding op basis van de getaxeerde marktwaarde gedaan worden. Dit betreft dan met name zogenaamde "buitenkansen" of zaken die anders de planning van het project zullen stagneren. Binnen het projectbudget van 100 miljoen zijn middelen gereserveerd voor grondaankopen. Aangezien het project zich echter nog in de verkenningsfase bevindt, zijn de middelen voor grondaankopen nog niet door uw Staten beschikbaar gesteld. Wij stellen u daarom voor hiervoor op dit moment beschikbaar te stellen. Met deze middelen zullen wij terughoudend omgaan. De middelen zullen alleen ingezet worden als buitenkansen zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. Het risico bestaat immers dat bij de keuze van het uiteindelijke voorkeursalternatief de aangekochte gronden of objecten uiteindelijk niet nodig blijken te zijn en niet meer tegen de aangekochte waarde verkocht kunnen worden. 3. Spoor Groningen-Winschoten Op 24 september 2014 is een besluit genomen door uw Staten. Hiervoor heeft u een budget van beschikbaar gesteld voor de planuitwerkingsfase voor het project (voordracht 33/2014). Vanwege de hierna genoemde punten is er een extra budget van nodig: Uit een eerste analyse is gebleken dat de bodemgesteldheid van het baanvak tussen Groningen en Winschoten voor realisatie van de gewenste snelheidsverhoging nader onderzocht dient te worden. Daarvoor is aanvullend geotechnisch onderzoek noodzakelijk. Afhankelijk van het resultaat dienen mogelijk alternatieve oplossingen onderzocht te worden. Het verlengen van de doorlooptijd van het project. Dit leidt tot extra kosten voor projectorganisaties bij provincie, ProRail en ingenieursbureaus. Het toepassen van de werkwijze conform Werkwijze Duurzaam GWW. In januari 2017 heeft de provincie Groningen zich hieraan gecommitteerd. Het uitvoeren van extra onderzoeken om te bezien of op onderdelen (bijvoorbeeld maatregelen bij de perrons) een gewijzigde uitvoering mogelijk is. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen in het ontwerp waardoor in de uitvoeringsfase kostenbesparingen optreden. Deze kosten worden gedekt uit het capaciteitskrediet planuitwerkingsfase conform de afgesproken systematiek rond capaciteitskredieten (voordracht 41/2011). Actualiseren geraamde investeringen 2017 en volgende jaren In bijlage H bij de Begroting 2018 zult u een volledig overzicht aantreffen van de verwachte bestedingen van de kapitaalkredieten in 2017 en volgende jaren. Voor zover het na het verschijnen van de Begroting 2018 noodzakelijk blijkt aanvullende dan wel nieuwe kapitaalkredieten beschikbaar te stellen zullen wij u daartoe door middel van afzonderlijke Statenvoordrachten nadere voorstellen doen. 35-5

6 6.5. Financieel verantwoorden RSP subsidies via Sisa Vanuit het RSP project Transferia en busstations en Infra HOV-bus en Qliners hebben wij, op basis van de door u vastgestelde lijst met projecten, subsidies verleend voor projecten aan overheden, meestal gemeenten en ook collega-provincie Drenthe. Ontvangers van deze RSP subsidie die een 2e of 3e voorschot willen ontvangen of de subsidie vastgesteld willen hebben, moeten conform het door u in 2011 vastgestelde toetsingskader steeds en per subsidie een controleverklaring van een accountant overleggen. Een controleverklaring brengt kosten en administratieve lasten met zich mee. Voor subsidies tussen overheden (provincies, gemeenten en samenwerkingsverbanden) heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanaf 2006 de Sisa-methodiek in het leven geroepen en samen met provincies en gemeenten verder ontwikkeld. Sisa staat voor single information single audit. Eerst was dit alleen bedoeld voor subsidies uit specifieke doeluitkeringen, maar sinds 1 januari 2016 is Sisa ook inzetbaar voor de financiële verantwoording van alle subsidies, die overheden onderling aan elkaar verlenen. De drie Noordelijke provincies hebben in overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met succes de mogelijkheden verkend om de Sisa-methodiek ook toe te passen voor het financieel verantwoorden van RSP subsidies. Subsidies die worden verantwoord in de Sisa-bijlage bij de jaarrekening, maken integraal deel uit van die jaarrekening en zijn zo ook onderwerp van controle (audit) door een accountant, die hierover een controleverklaring afgeeft. Om Sisa te kunnen toepassen stellen wij u voor het in ontwerp bij deze voordracht gevoegde besluit vast te stellen. Tevens stellen wij u voor dit besluit bekend te maken door middel van het versturen van een brief aan de ontvangers van deze RSP-subsidie en dit besluit in werking te laten treden met ingang van 1 januari Beter Benutten Regionaal Spoor Op de trajecten van het regionale spoor is sprake van een forse reizigersgroei. Het aantal reizigers in de spits blijkt sterker te stijgen dan op andere tijdstippen. Provincie en Arriva zijn in 2013 begonnen met de uitrol van het maatregelenpakket om het stijgende OV-gebruik te accommoderen en het reiscomfort te vergroten. Het pakket bestaat zowel uit het bieden van extra vervoercapaciteit als maatregelen om reizigers beter over de dag te verdelen. Het voornaamste deel van de uitbreiding van de vervoercapaciteit is gerealiseerd door ombouw van een achttal treinstellen van twee naar drie wagons. Hierdoor zijn er 472 extra zitplaatsen in de spits ontstaan. Daarnaast rijden er extra spitstreinen vanaf Zuidhorn en Warffum en werkt ProRail aan de infrastructurele maatregelen die nodig zijn om ook sneltreinen van en naar Winschoten te kunnen rijden. De proef met de spitsmijden-app MyOV is afgerond. Uit evaluatie is gebleken dat de app per treinrit tot gemiddeld één spitsmijding heeft geleid. Dat aantal is te laag in verhouding tot de kosten, waardoor besloten is geen vervolg aan de app te geven. Groningen Bereikbaar is samen met onderwijsinstellingen en andere werkgevers aan de slag om reizigers op andere manieren te bewegen om de spits te mijden, zoals door anders roosteren en het gebruik van e-bikes. 7. Geheimhouding Niet van toepassing. 35-6

7 8. Voorstel Voorgesteld wordt in te stemmen met de Najaarsnota 2017 en het daarin gepresenteerde actuele financiële kader voor de jaren en de verwerking van de door ons voorgestelde beleidskeuzes Tevens wordt voorgesteld om de 4 e en 5 e wijziging van de provinciale Begroting 2017 vast te stellen, e.e.a. door het vaststellen van het bij deze voordracht gevoegde conceptbesluit. Groningen, 12 september Gedeputeerde Staten van Groningen: F.J. Paas, voorzitter. H.J. Bolding, secretaris. Behandeld door : H.A. Boeijenk Telefoonnummer : h.a.boeijenk@provinciegroningen.nl Bijlagen bij de voordracht Geen 35-7

8 Nr. 35/2017 Provinciale Staten van Groningen: Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 12 september 2017, nr , FC; BESLUITEN: 1. Een (aanvullend) investeringskrediet beschikbaar te stellen van: voor de verhoging van het realisatiekrediet Extra sneltrein Groningen-Leeuwarden (ESGL), te dekken ten laste van de bijdrage van het ministerie van IenM; voor de verkenning/planstudie N33-midden, te dekken ten laste van de reserve MIT; voor grondaankopen N33-midden, te dekken ten laste van de reserve MIT; voor de planuitwerkingsfase Spoor Groningen-Winschoten, te dekken ten laste van het capaciteitskrediet planuitwerkingsfase. 2. Het Toetsingskader RSP-projecten Transferia en busstations en Infra HOV-bus en Qliners van 1 juni 2011 als volgt te wijzigen: A. Na punt 7-V wordt een nieuw punt 7-V.a ingevoegd, luidende als volgt: 7-V.a. De vereiste van een accountantsverklaring van 7-V vervalt, indien de subsidie financieel wordt verantwoord via een Sisa-bijlage bij de jaarrekening van de subsidieontvanger. B. Na punt 7-VI, onderdeel a) wordt, onder verlettering van onderdeel b) in c) een nieuw onderdeel b) ingevoegd, luidende als volgt: b) de vereiste van een accountantsverklaring van 7-VI, onderdeel a), vervalt, indien de subsidie financieel wordt verantwoord via een Sisa-bijlage bij de jaarrekening van de subsidieontvanger. 3. Onderdeel 2 treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 en daarmee voor de subsidieontvangers met ingang van hun Jaarrekening Vast te stellen de bijgevoegde Najaarsnota 2017 en het daarbij behorende besluit tot 4 e en 5 e wijziging van de provinciale Begroting Groningen, Provinciale Staten voornoemd:, voorzitter. Bijlagen bij het besluit, griffier. Nr. Titel Soort bijlage 1 Najaarsnota 2017 incl. 4 e en 5 e wijziging Begroting 2017 nota + ontwerpbesluit 35-8