Grip op Regionale Samenwerking! Bijeenkomst in Heerhugowaard. Rob de Greef en Roeland Stolk

Transcriptie

1 Grip op Regionale Samenwerking! Bijeenkomst in Heerhugowaard Rob de Greef en Roeland Stolk

2 Doelstelling en agenda Doelstelling Samen verkennen wat grip op regionale samenwerking kan betekenen en daarbij specifieke aandacht voor juridische en politieke tools Helderheid krijgen over de betekenis van de wetswijziging Agenda 1. Voorstelronde en inventariseren vragen(15 minuten) 2. Algemene inleiding over regionale samenwerking en bespreken stand van zaken (45 minuten) 3. Casuïstiek en conclusies (60 minuten) 2

3 Uitgangspunten Indeling 1. Spel: waarom hoe samenwerken? 2. Spelregels: wat mag je als Raad? 3. Spelen: hoe optimaliseer je grip? 3

4 4

5 Centrale vragen bij samenwerking 1. Op welke taken wordt samengewerkt? 2. Wat is het gemeenschappelijk belang? 3. What s in it for me? 4. Wat ben ik bereid om de ander te gunnen? 5

6 6

7 7

8 Wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015 Bestuurssamenstelling gemeenschappelijk openbaar lichaam Algemeen bestuur bij raadsregelingen Verhouding dagelijks bestuur en algemeen bestuur Bevoegdheidsverschuivingen tussen algemeen bestuur en dagelijks bestuur Bestuurscommissies en privaatrechtelijke rechtspersonen P&C-cyclus Kadernota en voorlopige jaarrekening Zienswijzen Nieuwe vorm: bedrijfsvoeringsorganisatie 8

9 College Raad 9

10 10

11 Conclusies 11

12 Casus: grip op één samenwerking Er is sprake van veel ontwikkeling rondom de sociale werkvoorziening. Wat moeten we nu met de sociale werkvoorziening. We hebben fictieve situaties bedacht, gebaseerd op ervaringen elders in het land. Vraag is steeds: hoe zou de raad grip willen hebben als dit zou gebeuren? 12

13 Situatie 1 Alles gaat goed. De uitstroom van arbeidsgehandicapten loopt voor alle gemeenten gesmeerd. Het werkvoorzieningsschap kan aansluiten bij de verschillen en wordt geroemd om zijn inzet Vragen 1. Wat wil de Raad wanneer horen? 2. Hoe willen de Raden zichzelf in positie brengen om te kunnen sturen? 13

14 Situatie 2 Er zijn grote financiële problemen, omdat de uitstroom zwaar tegenvalt. De aansluiting met economisch beleid wordt maar moeizaam gevonden. Dat zorgt voor een 10% overschrijding van budget Vragen 1. Wat wil de Raad wanneer horen? 2. Hoe willen de Raden zichzelf in positie brengen om te kunnen sturen? 14

15 Situatie 3 Het werkvoorzieningsschap besluit praktisch scherper te sturen op doelgroepen, in lijn met financiële overwegingen. Mensen met een beperkte arbeidswaarde (niet veel, niet weinig) krijgen daardoor minder aandacht. Vragen 1. Wat wil de Raad wanneer horen? 2. Hoe willen de Raden zichzelf in positie brengen om te kunnen sturen? 15

16 16

17 De rol van de raad bij totstandkoming 17

18 Aansturing vanuit gemeente 18

19 19

20 Onze algemene conclusies 1. Resultaten. Werk alleen samen als dat noodzakelijk is voor betere oplossingen (effectiever, efficiënter, meer gedragen) voor de burgers. Dat moet in iedere redenering centraal staan. 2. Arena (lokaal). Maak met het college op voorhand concrete afspraken over hoe het proces gaat lopen. Verwerk daarin afspraken over indicatoren voor beoordeling, over informatievoorziening en over momenten waarop de raad zijn invloed heeft. Vul de rol van de raad in op een manier die past bij het soort samenwerking. 3. Arena (bij oprichting). Wees zeer alert op de bevoegdheden die overgaan én op de invloed die het gemeentebestuur houdt binnen de samenwerking. Zorg in strategiefase voor invloed. 4. Gerichtheid. Houdt de samenwerkingsverhoudingen goed. Wees open over de inhoud én over de sentimenten die achter opvattingen schuilgaan en communiceer daarover. 5. Arena (regionaal)zoek uw collega s in andere raden op en institutionaliseer een aantal afspraken. Verlengd lokaal bestuur vergt verlengde democratische controle. 6. Kennis en informatie. Zorg lokaal én regionaal voor een gerichte informatievraag (inhoud en vorm) Zorg voor expertise binnen de raad over wat samenwerking is en over hoe de samenwerking werkt. Laat u daarbij ondersteunen door de griffier. 7. Kennis en informatie. Laat uw samenwerkingsverbanden regelmatig evalueren en bekijk of continuering noodzakelijk is. 20