Directievragenlijst schooljaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Directievragenlijst schooljaar 2004-2005"

Transcriptie

1 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar N. Vandenberghe, F. Maes & J. Van Damme Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise, P. Onghena & P. Van Petegem Overige promotoren: F. Daems, R. Janssen, F. Laevers, M. Valcke, L. Verschaffel & K. Verschueren Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 2006 LOA-rapport nr. 47

2 Voor meer informatie betreffende deze publicatie: Steunpunt LOA, Unit Onderwijsloopbanen Auteurs: N. Vandenberghe, F. Maes & J. Van Damme Adres: Dekenstraat 2, 3000 Leuven Tel.: of Fax: Website: Copyright (2006) Steunpunt LOA p/a Parkstraat 47, 3000 Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder uitdrukkelijk te verwijzen naar de bron. No material may be made public without an explicit reference to the source.

3 Inhoudstafel Inhoudstafel...I Inleiding Opbouw van de vragenlijst Algemene gegevens Omkadering Responsgegevens, frequentieverdelingen en beschrijvende statistieken Algemene gegevens Het onderwijsaanbod in de vestigingsplaatsen Het pedagogisch project in de vestigingsplaatsen Fusies en defusies Omkadering Aanwezigheid van taakleerkrachten Aanwezigheid van ambulante leerkrachten Zorgbeleid zorgcoördinator Klassen in de lagere afdeling Aantal leerkrachten en leerlingen in het kleuter- en/of in het lager onderwijs Besluit Bibliografie Bijlage 1: De directievragenlijst Bijlage 2: Histogrammen I

4 Inleiding In dit rapport beschrijven we de ontwikkeling van de vragenlijst voor directies van de basisscholen uit het SiBO-onderzoek voor het schooljaar Het betreft een longitudinaal onderzoek naar de schoolloopbanen van kinderen doorheen het basisonderwijs. Het doel van het onderzoek is het beschrijven en het verklaren van de ontwikkeling van leerlingen en van hun schoolloopbaan vanaf het kleuteronderwijs tot het einde van de lagere school. De schoolloopbanen wensen we te verklaren vanuit kenmerken van het kind en van het gezin enerzijds en vanuit kenmerken van de klas en de school anderzijds. De directievragenlijst vormt één van de instrumenten waarmee getracht wordt schoolkenmerken die relevant zijn voor de ontwikkeling van de kinderen in kaart te brengen. In het eerste hoofdstuk beschrijven we de opbouw van de vragenlijst en bespreken we de wijzigingen ten opzichte van de directievragenlijst voor het schooljaar In het tweede hoofdstuk gaan we in op de resultaten van een reeks analyses. We bekijken de responsgegevens, frequentieverdelingen en in het geval van kwantitatieve variabelen verschillende verdelingskenmerken. In hoofdstuk 3 ten slotte, presenteren we enige conclusies. De vragenlijst zelf vindt men in bijlage 1. Bijlage 2 bevat frequentiehistogrammen voor de belangrijkste kwantitatieve variabelen. 1

5 1. Opbouw van de vragenlijst Met de vragenlijst voor de directies van de scholen die deelnemen aan het longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs worden primair drie doelen beoogd: (1) het verzamelen van een aantal feitelijke gegevens betreffende de school en de directeur, (2) het verzamelen van gegevens betreffende de opvattingen en ervaringen van de directie inzake een aantal aspecten die verband houden met het lokale schoolbeleid en (3) het verzamelen van gegevens omtrent een aantal beleidskeuzes die gemaakt werden. Voor elk van de drie aspecten gaat het om gegevens waarvan we wensen te onderzoeken of ze een invloed hebben op de ontwikkeling van de leerlingen. De directievragenlijst ontwikkeld voor het schooljaar is een sterk ingekorte versie van de directievragenlijsten zoals ontwikkeld voor het schooljaar (zie Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006). Voor de huidige vragenlijst hebben we ons beperkt tot gegevens die mogelijk gewijzigd zijn ten opzichte van het voorgaande schooljaar en die elk jaar bevraagd dienen te worden. Het betreft enerzijds bepaalde feitelijke gegevens betreffende de school en haar vestigingsplaatsen en anderzijds keuzes betreffende de aanwending van (reguliere) lestijden en betreffende de indeling van de klasgroepen. In wat volgt, overlopen we de opbouw van de vragenlijst. Hierbij volgen we de structuur van de vragenlijst. De vragenlijst zelf is opgenomen in bijlage Algemene gegevens In een eerste deel wordt gevraagd naar een aantal algemene gegevens betreffende de organisatie en de historiek van de school: het aantal vestigingsplaatsen, het adres ervan en de functie van de persoon bij wie de effectieve leiding van de vestigingsplaats berust. Per vestigingsplaats wordt verder gevraagd naar het aanbod van kleuter- en/of lager onderwijs en naar het pedagogisch project. Bij het laatste kan een keuze gemaakt worden uit: traditioneel, ervaringsgericht, Freinet-pedagogiek, Montessoripedagogiek, Steiner-pedagogiek, Jenaplan, projectonderwijs. Indien van toepassing kan er tevens een eigen omschrijving gegeven worden. In vergelijking met de directievragenlijst werd er niet meer gevraagd naar een omschrijving van de krachtlijnen van het pedagogisch project. In dit eerste deel wordt ook nog, voor de school als geheel, gevraagd of er sedert 1 september 2003 fusies zijn geweest, of de school in die periode ontstaan is uit een defusie en of de school een fusie voorziet in de toekomst. 1.2 Omkadering In dit deel proberen we in eerste instantie een beeld te krijgen van de omkadering waarover de school beschikt (kwantitatief) en van de wijze waarop bepaalde specifieke omkadering wordt ingevuld. Wat het eerste betreft, wordt enkel gevraagd naar gegevens die niet via het Departement Onderwijs van de Vlaamse gemeenschap verkregen kunnen worden. Het tweede betreft onder meer een aantal specifieke beleidskeuzes die de school gemaakt heeft. Voor elk van beide aspecten van de omkadering werden de vragen beperkt tot het reguliere lestijdenpakket en de stimuluspunten zoals aangewend voor zorgcoördinatie. Daarnaast wordt er ook gevraagd naar de klassen in de lagere afdeling en de leerlingen in het kleuter- en in het lager onderwijs. 2

6 Meer bepaald wordt gevraagd: 1. of de school een taakleerkracht heeft aangesteld, en zo ja, voor hoeveel lestijden (in de hele school, respectievelijk in de lagere afdeling) en in voorkomend geval welke soort activiteiten die taakleerkracht ontplooit ten aanzien van de lagere afdeling in de school, 2. hoeveel lestijden de school voorbehoudt voor de functie ambulante leerkracht, hoeveel lestijden ervan in de lagere afdeling aangewend worden en, in voorkomend geval, voor welke soort activiteiten die lestijden gebruikt worden, 3. de aanwezigheid van een zorgcoördinator op school, en zo ja, zijn/haar diploma en uit welke activiteiten zijn/haar takenpakket bestaat, 4. hoe de klassen zijn samengesteld: homogeen naar leerjaar, graadklassen en/of andere gemengde leeftijdsgroepen, in vaste groepen, of in groepen die naargelang het moment op de dag of in de week van samenstelling wisselen, 5. naar het aantal leerlingen in het kleuteronderwijs, respectievelijk in het lager onderwijs en dit per vestigingsplaats op 1 oktober 2004, 6. het aantal lestijden aangewend voor klasleerkrachten in het lager onderwijs, 7. het aantal voltijds equivalenten met onderwijsopdracht in het lager onderwijs, 8. het aantal leerkrachten met minstens een halftijdse onderwijsopdracht per vestigingsplaats voor het kleuter- en lager onderwijs samen. In vergelijking met de directievragenlijst werd er dus niet meer gevraagd naar niet rechtstreeks door de Vlaamse Overheid gefinancierde omkadering, de aanwezigheid van het CLB en externe hulpverleners op de school, aanvullende lestijden (gelijke onderwijskansen en onthaal anderstalige nieuwkomers) en hun aanwending in het lager onderwijs, andere leerkrachten met een lesopdracht in het lager onderwijs, naar lestijden die gereserveerd worden voor bijzondere pedagogische taken, naar een brug-, speelleer- of schakelklas en naar de aanwending van de stimuluspuntenenveloppe in de scholengemeenschap. Bij de vraag naar het aantal voltijds equivalenten werd in de huidige vragenlijst expliciet vermeld dat het de voltijds equivalenten met onderwijsopdracht in het lager onderwijs betreft. Bij de vraag naar het aantal leerkrachten met minstens een halftijdse onderwijsopdracht wordt duidelijk vermeld dat de vraag betrekking heeft op zowel het kleuter- als op het lager onderwijs. 3

7 2. Responsgegevens, frequentieverdelingen en beschrijvende statistieken In november 2004 werd de vragenlijst voorgelegd aan alle directies van de scholen die deelnemen aan het SiBO-onderzoek. Van 184 directies kregen we de vragenlijsten terug. Op een totaal van 192 scholen (alle steekproeven samen) is dit 95,83%. Het betreft 214 deelnemende vestigingsplaatsen. Tabel 1 biedt een overzicht van de responsgegevens op schoolniveau voor de verschillende steekproeven. Volledigheidshalve en als achtergrond bij de gegevens die hierna volgen, hebben we tevens de responsgegevens op vestigingsplaatsniveau vermeld. Tabel 1 Responsgegevens in de verschillende steekproeven. Percentage (aantallen) scholen en vestigingsplaatsen STEEKPROEF % SCHOOL % VESTIGINGSPLAATSEN Referentiesteekproef 97,50% (117/120) 96,48% (137/142) GOK-scholen 92,86% (26/28) 91,18% (31/34) Methodescholen 87,50% (21/24) 86,21% (25/29) Gentse Stedelijke Scholen 100,00% (20/20) 100% (21/21) Totaal 95,83% (184/192) 94,69% (214/226) In de steekproef van de Gentse stedelijke scholen hebben alle directeurs een directievragenlijst ingevuld (100%). In de referentiesteekproef ligt het responspercentage iets hoger (97,5%) dan het algemeen percentage, in de steekproef van de GOK-scholen iets lager (92,86%). In de steekproef van de methodescholen ligt het responspercentage het laagst, maar is nog betrekkelijk hoog (87,50%). In vergelijking met het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006) zijn de responspercentages in de verschillende steekproeven, met uitzondering van de steekproef van de methodescholen, groter. Hierna geven we de responsgegevens en de verdelingen van de antwoorden op de vragen van de directievragenlijst We beperken ons hierbij tot de gegevens van de scholen uit de referentiesteekproef. Deze steekproef beoogt een getrouwe afspiegeling te zijn van de Vlaamse schoolpopulatie. Bij de beschrijvingen volgen we de structuur van de vragenlijst. Telkens geven we het aantal vestigingsplaatsen of scholen weer waarop de verdelingskenmerken betrekking hebben (N), alsook het aantal ontbrekende waarden of missing values (N Miss ). Voor discrete variabelen geven we de verdeling van de frequenties (aantallen en percentages) weer in tabellen. De verdeling van kwantitatieve variabelen 1 beschrijven we aan de hand van het gemiddelde (M), de standaardafwijking (SD), coëfficiënten voor scheefheid (a 3 ) en welving (a 4 ). Aan de hand van frequentiehistogrammen zijn we nagegaan of de variabele al dan niet bi- of multimodaal verdeeld is. Met bimodaal verwijzen we naar twee scores of klassen die in vergelijking met de andere scores of klassen maximumfrequenties bezitten, met multimodaal naar meer dan twee scores of klassen met maximumfrequenties in vergelijking met de andere scores of klassen. Extreme waarden hebben we met SAS-Insight opgespoord aan de hand van een doos-met-snorharen diagram. Als we hierna spreken over uitschieters of extreme waarden betreft het waarden die verder liggen dan anderhalve keer het eerste of anderhalve keer het derde kwartiel (Onghena, ). 1 Berekend volgens de SAS-procedure proc univariate 4

8 2.1 Algemene gegevens In een eerste deel wordt gevraagd naar een aantal algemene gegevens betreffende de vestigingsplaatsen en/of de school. Voor de vestigingsplaatsen wordt er onder meer gevraagd naar het onderwijsaanbod en het pedagogisch project. De vragen over de school in haar geheel betreffen fusies en defusies Het onderwijsaanbod in de vestigingsplaatsen In de referentiesteekproef bieden 16 vestigingsplaatsen enkel lager onderwijs aan (11,76%), de overige 120 vestigingsplaatsen bieden zowel kleuter- als lager onderwijs aan (88,24%). Voor één vestigingsplaats kunnen we het onderwijsaanbod niet afleiden uit de gegevens van de directievragenlijst (N Miss =1). Vanuit de gegevens van het departement Onderwijs weten we dat het gaat om een vestigingsplaats met een kleuterafdeling en een lagere afdeling. Indien we het huidig onderwijsaanbod in de vestigingsplaatsen van de referentiesteekproef vergelijken met het onderwijsaanbod tijdens het voorgaande schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006), stellen we vast dat dit ongewijzigd is gebleven Het pedagogisch project in de vestigingsplaatsen In de directievragenlijst wordt gevraagd naar de grote lijnen van het pedagogisch project in de verschillende vestigingsplaatsen. Het is de bedoeling dat de directeurs per vestigingsplaats één pedagogisch project aankruisen. Over de verschillende steekproeven heen hebben ongeveer 82% van de directeurs dit ook zo gedaan. De overige 18% directeurs hebben meerdere pedagogische projecten aangekruist. Voor deze laatste directeurs hebben we op basis van de gegevens van het departement Onderwijs een ordening gemaakt in de verschillende projecten waarbij we het pedagogisch project dat overeenkomt met de gegevens van het departement Onderwijs als hoofdproject hebben beschouwd. Tabel 2 biedt per steekproef de frequentieverdelingen van de pedagogische (hoofd)projecten in de verschillende vestigingsplaatsen. De verschillende combinaties worden kort toegelicht in de bespreking hierna. Tabel 2 Het pedagogisch project van de vestigingsplaatsen in de referentiesteekproef. Percentages (relatieve frequenties) VARIABELE PEDAGOGISH PROJECT % REF % GOK % METH % GENT DL2_Pedp_1 Traditioneel 94,62% (123/130) 96,67% (29/30) 0,00% (0/23) 61,90% (13/21) DL2_Pedp_2 Ervaringsgericht 3,85% (5/130) 3,33% (1/30) 34,78% (8/23) 4,76% (1/21) DL2_Pedp_3 Freinet 0,77% (1/130) 0,00% (0/30) 43,48% (10/23) 14,29% (3/21) DL2_Pedp_5 Steiner 0,00% (0/130) 0,00% (0/30) 8,70% (2/23) 0,00% (0/21) DL2_Pedp_6 Jenaplan 0,00% (0/130) 0,00% (0/30) 0,00% (0/23) 9,52% (2/21) DL2_Pedp_7 Projectonderwijs 0,00% (0/130) 0,00% (0/30) 4,35% (1/23) 9,52% (2/21) DL2_Pedp_8 Ander: Evangelische school 0,77% (1/130) 0,00% (0/30) 0,00% (0/23) 0,00% (0/21) Leefschool 0,00% (0/130) 0,00% (0/30) 8,70% (2/23) 0,00% (0/21) 5

9 Net zoals tijdens het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006) zijn er geen deelnemende vestigingsplaatsen die een Montessori-school zijn, komen Steiner- en leefscholen enkel voor in de steekproef van de methodescholen en Jenaplanscholen enkel in de steekproef van de Gentse Stedelijke scholen. Voor het schooljaar zijn er echter ook deelnemende vestigingsplaatsen wiens directeur enkel projectonderwijs heeft aangeduid in de vragenlijst. Zowel in de referentiesteekproef als in de GOK-steekproef wordt in meer dan 90% van de deelnemende vestigingsplaatsen onderwezen op basis van een traditioneel pedagogisch project. In de referentiesteekproef wordt dit traditioneel pedagogisch project in 13,85% van de deelnemende vestigingsplaatsen aangevuld met principes van ervaringsgericht en/of projectonderwijs, niveaugroepen voor taal en wiskunde of omschrijven directeurs het traditioneel pedagogisch project als vernieuwingsgezind. In de resterende deelnemende vestigingsplaatsen van de referentiesteekproef is er sprake van ervaringsgericht (al dan niet in combinatie met projectwerk, thematisch en/of taakgericht werken), Freinet-, of onderwijs dat gebaseerd is op de protestants-christelijke eredienst ( evangelische school ) goed voor een totaalpercentage van 5,39% (Tabel 2). In de steekproef van de GOK-scholen wordt in 6 traditionele deelnemende vestigingsplaatsen het traditioneel pedagogisch project aangevuld met principes van ervaringsgericht en/of projectonderwijs (20,00%). De overige deelnemende vestigingsplaats biedt ervaringsgericht onderwijs aan waar er tevens gewerkt wordt met klasdoorbrekende niveaugroepen. In vergelijking met het schooljaar komen er geen deelnemende vestigingsplaatsen voor die Freinetonderwijs aanbieden. In de steekproef van de methodescholen zijn het merendeel van de deelnemende vestigingsplaatsen Freinetscholen of ervaringsgerichte scholen. Van de 8 ervaringsgerichte vestigingsplaatsen bieden 5 vestigingsplaatsen tevens projectonderwijs aan. De resterende vijf deelnemende vestigingsplaatsen betreffen twee Steinerscholen, twee leefscholen en één school die projectonderwijs aanbiedt. In de steekproef van de Genste stedelijke scholen ten slotte zijn meer dan de helft van de deelnemende vestigingsplaatsen traditionele scholen, waarvan twee scholen tevens ervaringsgericht onderwijs aanbieden. De overige deelnemende vestigingsplaatsen zijn Freinetscholen, Jenaplanscholen, scholen met projectonderwijs en één school waar het pedagogisch project gebaseerd is op ervaringsgericht, Freinet- en projectonderwijs. Over de verschillende steekproeven heen hebben de directeurs voor 10 vestigingsplaatsen de vraag met betrekking tot het pedagogisch project niet beantwoord. Vanuit de gegevens van het departement Onderwijs leiden we af dat het twee vestigingsplaatsen zijn die Freinetonderwijs, twee vestigingsplaatsen die Steineronderwijs aanbieden en zes vestigingsplaatsen met een traditioneel pedagogisch project. Indien we de antwoorden van de directeurs naast de gegevens van het departement Onderwijs leggen, merken we een aantal verschillen op. In totaal (d.i. over de verschillende steekproeven heen) betreft het 14 deelnemende vestigingsplaatsen. Volgens het departement Onderwijs gaat het om tien vestigingsplaatsen met een traditioneel pedagogisch project en om vier leefscholen. Zeven van de tien directeurs van de traditionele vestigingsplaatsen hebben in de directievragenlijst ervaringsgericht onderwijs (al dan niet in combinatie met principes van andere pedagogische projecten) aangekruist, twee andere projectonderwijs en voor de tiende vestigingsplaats heeft de betreffende directeur de categorie andere aangekruist met vermelding van evangelische basisschool. Van de directeurs van de vier leefscholen hebben drie directeurs ervaringsgericht onderwijs aangekruist en één directeur projectonderwijs. Bij het vergelijken van de gegevens (inclusief de gegevens van het departement onderwijs) van het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006) met de gegevens van het schooljaar stellen we vast dat er één vestigingsplaats van een traditioneel pedagogisch project 6

10 overgeschakeld is naar het aanbieden van Freinetonderwijs. Voor een beperkt aantal vestigingsplaatsen verschillen enkel de antwoorden van de directeurs voor elk van beide schooljaren (N Miss =12). Drie directeurs van scholen met een traditioneel pedagogisch project (volgens het departement Onderwijs) vermelden tijdens het schooljaar een traditioneel opvoedingsproject (al dan niet aangevuld met principes van ervaringsgericht onderwijs). Voor het schooljaar vermelden deze directeurs een ervaringsgericht pedagogisch project (al dan niet aangevuld met één of meerdere andere pedagogische principes verschillend van een traditioneel pedagogisch project). De directeurs van twee andere traditionele vestigingsplaatsen vermelden in een ervaringsgericht pedagogisch project, maar in een traditioneel pedagogisch project aangevuld met ervaringsgericht onderwijs. Voor nog 2 andere deelnemende traditionele vestigingsplaatsen vermelden de directeurs tijdens het schooljaar een traditioneel opvoedingsproject en in het schooljaar projectonderwijs. De directeurs van twee leefscholen kruisen tijdens het schooljaar de mogelijkheid leefschool aan in combinatie met ervaringsgericht en projectonderwijs, tijdens het schooljaar kruisen deze directeurs enkel ervaringsgericht en projectonderwijs aan. Daarnaast vermelden 43 directeurs steeds eenzelfde hoofdproject, maar vullen dit het ene schooljaar aan met principes van andere pedagogische principes en het andere schooljaar niet Fusies en defusies In de referentiesteekproef zijn er op 1 september 2003 zes scholen gefusioneerd met één of meerdere andere scholen (N Miss =0). Eén school heeft zowel op 1 september 2003 als op 1 september 2004 een fusie doorgemaakt. Eén school is gefusioneerd met een autonome kleuterschool, de andere vijf scholen met één of meerdere basisscholen. Tabel 3 Fusies en defusies in de scholen van de referentiesteekproef. Percentages (relatieve frequenties) % Fusies sinds 1 september ,13% (6/117) Defusies sinds 1 september ,71% (2/117) Toekomstige fusies en/of defusies 1,71% (2/117) Slechts twee scholen zijn ontstaan vanuit een defusie. Van één school weten we dat de defusie plaats heeft gevonden op 1 september 2003 en dat ze als autonome lagere school gedefusioneerd is van een school met kleuter- en lager onderwijs. Van de andere school beschikken we niet over meer gegevens. Twee andere scholen ten slotte voorzien een fusie in de toekomst. 2.2 Omkadering Wat de aanwending van het lestijdenpakket en de stimuluspunten betreft, werden in de directievragenlijst slechts de vragen naar de omvang en naar de inhoud van het takenpakket van de taakleerkracht, de ambulante leerkrachten en de zorgcoördinator opgenomen. Ook het onderdeel over de klassen, leerkrachten en leerlingen werd hernomen, met enige wijzigingen in de vraagstelling in vergelijking met de directievragenlijst

11 2.2.1 Aanwezigheid van taakleerkrachten In iets minder dan de helft van de scholen in de referentiesteekproef is een taakleerkracht werkzaam (45,30%, N=53, N Miss =0). Gemiddeld worden 16 tot 17 lestijden uitgetrokken voor een taakleerkracht (Tabel 4, N Miss =1). Er bestaan grote verschillen tussen de scholen in de referentiesteekproef (SD=9,74). In 41 scholen worden deze lestijden volledig aangewend in de lagere afdelingen (N Miss =3). De verdeling van de lestijden die aangewend worden voor taakleerkrachten in het lager onderwijs is gelijkaardig aan deze van de volledige school (Tabel 4, N Miss =11). Elk van beide verdelingen is unimodaal, licht positief scheef met een beperkte hoge welving en één extreme waarde naar boven. Het betreft een school waar er 48 lestijden worden voorbehouden voor de taakleerkrachten die volledig in de lagere afdeling worden aangewend. Tabel 4 Lestijden uitgetrokken voor taakleerkracht(en) in de scholen van de referentiesteekproef. Aantal scholen, gemiddeld aantal lestijden, standaardafwijking, coëfficiënten voor scheefheid en welving ITEM AANTAL LESTIJDEN TAAKLEERKRACHTEN N M SD a 3 a 4 DL2_TKLO Aantal lestijden voor de lagere afdelingen 51 15,37 9,74 1,22 1,38 DL2_TKLT Totaal aantal lestijden 52 16,81 9,80 1,01 0,75 Het organiseren van remediërende activiteiten blijft een belangrijke taak van taakleerkrachten. Op één school na behoren deze activiteiten in elk van de betreffende scholen tot hun takenpakket. Daarnaast staan ze in het merendeel van de scholen ook de leerkrachten bij in het kader van differentiatie en/of volgen ze de ontwikkeling van leerlingen aan de hand van een leerlingvolgsysteem. In ongeveer 66% van de scholen organiseren taakleerkrachten taalvaardigheidsactiviteiten. Het ontwikkelen van materiaal en/of het ondersteunen van de leerkrachten bij het vernieuwen van de lespraktijk komt in bijna de helft van de scholen voor (Tabel 5). Tabel 5 Aanwending van de lestijden voor een taakleerkracht in de lagere afdelingen van de scholen in de referentiesteekproef. Aantal scholen, percentages ITEM TAKEN UIT HET TAKENPAKKET VAN DE TAAKLEERKRACHT N % DL2_TKLA_1 Remediërende activiteiten individueel of in kleine groepjes 52 98,11% DL2_TKLA_3 Leerkrachten bijstaan in het kader van differentiatie 46 86,79% DL2_TKLA_6 Volgen van de ontwikkeling van leerlingen m.b.v. een leerlingvolgsysteem 45 84,91% DL2_TKLA_2 Taalvaardigheidsactiviteiten voor bepaalde leerlingen 35 66,04% DL2_TKLA_4 Materiaalontwikkeling ten behoeve van leerkrachten 25 47,17% DL2_TKLA_5 Ondersteuning van leerkrachten bij het vernieuwen van de lespraktijk 25 47,17% Indien we bovenstaande tabel met de gegevens van het schooljaar naast de overeenkomstige tabel met de gegevens van het schooljaar plaatsen (zie tabel 35, Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2007) merken we op dat beide frequentieverdelingen heel sterk op elkaar gelijken. De rangorde van de verschillende activiteiten in termen van frequentie van voorkomen is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande schooljaar, de (relatieve) frequenties voor elk van de activiteiten zijn tevens in dezelfde orde van grootte. 8

12 2.2.2 Aanwezigheid van ambulante leerkrachten In iets meer dan de helft van de scholen van de referentiesteekproef worden lessen uitgetrokken voor ambulante leerkrachten (N=62, 52,99%, N Miss =0). In de volledige basisscholen gaat het om bijna 18 lestijden, met grote verschillen tussen de scholen (SD=18,51, N Miss =17). De verdeling is unimodaal, positief scheef en hoog gewelfd met twee extreme waarde naar boven. In 47 (N Miss =11) scholen is de ambulante leerkracht enkel werkzaam in het lager onderwijs. Het gemiddelde bedraagt 15 lestijden, met grote verschillen tussen de lagere afdelingen (Tabel 6). Ook deze verdeling is unimodaal, positief scheef en hoog gewelfd, met twee extreme waarden naar boven toe. Tabel 6 Lestijden uitgetrokken voor een ambulante leerkracht in de scholen van de referentiesteekproef. Aantal scholen, gemiddeld aantal lestijden, standaardafwijking, coëfficiënten voor scheefheid en welving ITEM AANTAL LESTIJDEN AMBULANTE LEERKRACHTEN N M SD a 3 a 4 DL1_AMLO Aantal lestijden voor de lagere afdelingen 47 15,09 13,72 2,87 12,49 DL1_AMLT Totaal aantal lestijden 55 17,46 18,51 3,52 17,17 In de referentiesteekproef voeren de ambulante leerkrachten in grote lijnen dezelfde taken uit als de taakleerkrachten (N Miss =2). Opvallend is wel dat de percentages voor elk van de activiteiten uit de vragenlijst kleiner zijn dan deze bekomen voor de taakleerkrachten; dit betekent dat ambulante leerkrachten meer voor één of een beperkt aantal taken ingezet worden. Verder behoort het organiseren van remediërende activiteiten in beduidend minder scholen tot het takenpakket van de ambulante leerkracht dan tot deze van de taakleerkracht. De directeur van één school ten slotte vermeldt dat de ambulante leerkracht ingezet wordt om het splitsen van klassen mogelijk te maken. Tabel 7 Aanwending van de lestijden voor een ambulante leerkracht in de lagere afdelingen van de scholen in de referentiesteekproef. Aantal scholen, percentages ITEM TAKEN IN HET TAKENPAKKET VAN DE AMBULANTE LEERKRACHT N % DL2_AMLA_1 Remediërende activiteiten individueel of in kleine groepjes 37 66,07% DL2_AMLA_3 Leerkrachten bijstaan in het kader van differentiatie 37 66,07% DL2_AMLA_2 Taalvaardigheidsactiviteiten voor bepaalde leerlingen 30 53,57% DL2_AMLA_4 Materiaalontwikkeling ten behoeve van leerkrachten 22 39,29% DL2_AMLA_5 Ondersteuning van leerkrachten bij het vernieuwen van de lespraktijk 22 39,29% DL2_AMLA_6 Om klassen te splitsen 1 1,79% Indien we bovenstaande gegevens vergelijken met de gegevens betreffende de aanwending van de lestijden voorbehouden voor ambulante leerkrachten tijdens het schooljaar (zie tabel 37, Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2007) kunnen we afleiden dat het percentage scholen waar de ambulante leerkracht remediërende activiteiten organiseert en de klasleerkrachten bijstaat in het kader van differentiatie gedaald is, maar toch nog in de meeste scholen met een ambulante leerkracht voorkomt. De drie overige taken komen in vergelijking met het schooljaar in een groter percentage scholen van de referentiesteekproef voor. 9

13 2.2.3 Zorgbeleid zorgcoördinator De vraag naar het zorgbeleid en de zorgcoördinator werd voor één school in de referentiesteekproef volledig opengelaten (N Miss =1). In de overige scholen is er steeds een zorgcoördinator. De omvang van de opdracht van de zorgcoördinator komt gemiddeld overeen met 44,16% van een voltijdse equivalent. De variatie tussen scholen is groot (SD=25,88). De verdeling is verder unimodaal positief scheef met een hoge welving en 6 extreme waarden naar boven. Tabel 8 Omvang van de opdracht van de zorgcoördinator als percentage van een voltijds equivalent (FTE). Aantal scholen in de referentiesteekproef, gemiddelde percentage FTE, standaardafwijking, coëfficiënten voor scheefheid en welving VARIABELE OMVANG OPDRACHT ZORGCOÖRDINATOR N M SD a 3 a 4 DL2_ZRG_FTE Percentage FTE ,16 25,88 1,88 5,38 Tabel 9 biedt een overzicht van de diploma s behaald door de zorgcoördinatoren in de scholen van de referentiesteekproef. In (minstens) 67,83% van deze scholen is (één van) de zorgcoördinator(en) opgeleid tot onderwijzer en bezit hij/zij al dan niet een bijkomend getuigschrift. Dit aanvullend getuigschrift betreft een diploma hogere opvoedkundige studiën, een opleiding tot remedial teacher, de voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs of de voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren. Naast onderwijzers, kleuterleiders en/of regenten zijn er ook logopedisten, (ortho)pedagogen, psychologen of een kinesist als zorgcoördinator werkzaam. Het is niet altijd duidelijk of het een licentiaatdiploma of graduaatdiploma betreft. Andere diploma s of getuigschriften die apart vermeld worden zijn: voortgezette opleiding interne zorgcoördinator, leraar protestantse godsdienst, diploma hogere opvoedkundige studië, de voortgezette lerarenopleiding zorgverbreding en remediërend leren, een diploma HOKT of een diploma HOLT (zonder nadere omschrijving) en een diploma maatschappelijk assistent. In één school is er sprake van een zorgteam dat gevormd wordt door de GOK-leerkracht, de directeur en een logopedist. Tabel 9 Diploma( s) van de zorgcoördinatoren in de referentiesteekproef. Aantal scholen en percentages OPLEIDING VAN DE ZORGCOÖRDINATOR N % Onderwijzer 68 59,13% Logopedist/Kinesist 18/1 16,52% Onderwijzer en aanvullend getuigschrift 10 8,70% Kleuterleider 10 8,70% Diploma in de psychologie of in de (ortho)pedagogie(k) 4/5 7,83% Regent/Licentiaat*** (excl. pedagogische of psychologische wetenschappen) 6/1 6,09% Andere: zorgteam (gok-dir-logo), leraar protestantse godsdienst, interne zorgcoördinator, dhos en voz 5 4,35% Maatschappelijk assistent of diploma HOKT/HOLT (n.n.o.) 4 3,48% 10

14 Tabel 10 geeft een overzicht van mogelijke taken binnen het takenpakket van de zorgcoördinator. De verschillende items werden geordend naar het aantal directeurs die de betreffende taak hebben aangekruist in de vragenlijst. In de meeste scholen gaat de zorgcoördinator in overleg met leerkrachten en andere leden van het zorgteam de zorgbehoeften na van individuele leerlingen (N=111). Meer scholen geven aan dat de contacten met de klasleerkrachten vooral tijdens individuele overlegmomenten (N=104) plaats vinden dan tijdens teamvergaderingen (N=54). In een groot aantal scholen (N=96) treedt de zorgcoördinator op als contactpersoon tussen school en ouders en/of werkt hij/zij intens samen met het zorgteam (N=98). Het volgen en begeleiden van individuele leerlingen m.b.t. hun ontwikkeling is eveneens een belangrijk onderdeel van het takenpakket van de zorgcoördinator. Deze leerlingenbegeleiding heeft zowel betrekking op het signaleren (item DL2_ZRG_07), op het analyseren (item DL2_ZRG_09) als op het handelen (items DL2_ZRG_01 en DL2_ZRG_02). Wat de twee laatste items betreft, komt het organiseren van en het helpen bij taalvaardigheidsactiviteiten (N=76) in minder scholen aan bod dan het organiseren van en het helpen bij remediërende activiteiten (N=90). In vergelijking met het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006) is het aantal scholen waar de zorgcoördinator betrokken is bij het organiseren van taalvaardigheidactiviteiten wel merkelijk gestegen (met name van 52,25% naar 65,52%). Daarnaast handelt de zorgcoördinator in een groot aantal scholen op klas- (item DL2_ZRG_03, item DL2_ZRG_05, item DL2_ZRG_04 en item DL2_ZRG_15) en/of schoolniveau (item L2_ZRG_14). In vergelijking met het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006) liggen de percentages hoger, maar vooral het percentage scholen waar de zorgcoördinator de leerkrachten bijstaat in het kader van differentiërende activiteiten en/of voorstellen uitwerkt op klas- en/of op schoolniveau is gestegen. Slechts in een kleiner percentage scholen (19,83%) werkt de zorgcoördinator voorstellen tot zorgverbreding uit op het niveau van de scholengemeenschap (item DL2_ZRG13). In vergelijking met het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006) is dit percentage nog gedaald. Het analyseren in de zin van het evalueren van de zorgbreedte, van het zorgbeleid (item DL2_ZRG_10) en/of van de zorginspanningen (item DL2_ZRG_11) van een school komt in iets meer dan de helft van de scholen aan bod. Vooral de laatste vorm van evaluatie van het zorgbeleid komt in meer scholen aan bod dan in het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006). Een groter aantal directeurs geeft aan dat de zorgcoördinator instaat voor de uitwisseling van expertise en van bevindingen tussen de verschillende scholen waarin hij/zij het zorgbeleid coördineert (item DL1_ZRG_12) dan dat er door de directeurs wordt aangekruist dat de zorgcoördinator ook in andere scholen de functie van zorgcoördinator vervult (item DL2_ZRG_23 met N Miss =1). Het is ons niet duidelijk hoe deze tegenstrijdigheid begrepen kan worden, tenzij de coördinatie van het zorgbeleid over scholen heen een taak is die door een andere persoon vervuld wordt dan de zorgcoördinator binnen de school. Met betrekking tot het laatst vermelde item zijn de betreffende zorgcoördinatoren gemiddeld in 1 tot 2 andere scholen (M=1,74, SD=1,05, min.=1, max.=4) werkzaam als zorgcoördinator. In vergelijking met het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006) merken we een aantal verschuivingen op. In een groter percentage scholen zijn de zorgcoördinatoren werkzaam op klasen/of schoolniveau en volgen de zorgcoördinatoren tevens de leerlingen op met behulp van een leerlingvolgsysteem en/of organiseren ze taalvaardigheidsactiviteiten. Naast contacten met klasleerkrachten tijdens individuele overlegmomenten komen de zorgcoördinatoren in meer en meer scholen ook tijdens teamvergaderingen in contact met de leerkrachten. Ook het contact met ouders behoort in meer scholen tot het takenpakket van de zorgcoördinator. 11

15 Verder is het percentage scholen waar de zorgcoördinator nog bezig is met het omschrijven van zijn of haar opdracht beduidend kleiner. Ook in een kleiner percentage scholen is de zorgcoördinator tijdens het schooljaar vooral op bijscholing geweest of heeft hij/zij vooral vergaderingen bijgewoond. In vergelijking met het schooljaar (Vandenberghe, Maes & Van Damme, 2006) is de zorgcoördinator in een groter percentage scholen enkel verbonden aan die ene school. Tabel 10 Inhoud van het takenpakket van de zorgcoördinatoren in de referentiesteekproef. Aantallen en percentages ITEM DE PERSOON DIE INSTAAT VOOR DE ZORGCOÖRDINATIE N % DL2_ZRG08 gaat na welke leerlingen bijzondere zorg nodig hebben (in overleg met klassenleerkrachten of andere leden van het zorgteam) ,69% DL2_ZRG07 volgt de ontwikkeling van de leerlingen met behulp van een leerlingvolgsysteem ,83% DL2_ZRG17 DL2_ZRG03 DL1_ZRG19 DL2_ZRG06 DL2_ZRG14 komt met de klassenleerkrachten vooral tijdens individuele overlegmomenten in contact ,66% staat de leerkrachten bij in het kader van differentiërende activiteiten (in KO of LO) ,93% werkt intens samen met andere leden van het zorgteam (taakleerkracht, GOKleerkracht, ) 98 84,48% treedt op als contactpersoon tussen de school en de ouders van kansarmen en/of zorgbehoevende leerlingen ,76% werkt op schoolniveau (klasoverschrijdende) voorstellen uit om de zorgbreedte te vergroten 95 81,90% DL2_ZRG09 maakt een overzicht van de zorgbehoeften van de leerlingen in de school ,17% DL2_ZRG01 organiseert of helpt bij remediërende activiteiten (individueel of in kleine groep) ,59% DL2_ZRG05 ondersteunt leerkrachten bij het vernieuwen van de lespraktijk (in KO of LO) ,41% DL2_ZRG15 werkt op klasniveau voorstellen uit om de zorgbreedte te vergroten 83 71,55% DL2_ZRG04 ontwikkelt materialen ten behoeve van leerkrachten (in KO of LO) ,83% DL2_ZRG02 DL2_ZRG10 DL2_ZRG11 organiseert of helpt bij taalvaardigheidsactiviteiten voor sommige leerlingen (in KO of LO) ,52% maakt een overzicht van de sterktes en zwaktes in de zorgbreedte en het zorgbeleid in de school 68 58,62% bereidt ten behoeve van het schoolteam een evaluatie voor van de zorginspanningen in de school o.b.v. de leervorderingen van kansarme leerlingen en leerlingen met leerproblemen ,31% DL2_ZRG16 komt met de klassenleerkrachten vooral op teamvergaderingen in contact ,55% DL2_ZRG12 stimuleert de uitwisseling van expertise en van bevindingen tussen de verschillende scholen waarin hij/zij het zorgbeleid coördineert ,38% DL2_ZRG22 is tot nu toe heel veel op bijscholing geweest ,55% DL2_ZRG13 werkt op het niveau van de scholengemeenschap voorstellen uit om de zorgbreedte te vergroten ,83% DL2_ZRG_23 vervult ook in andere scholen de functie van zorgcoördinator ,10% DL2_ZRG20 is vooral veel op vergadering. 10 8,62% DL2_ZRG21 is nog in grote mate bezig met het omschrijven van zijn of haar opdracht. 9 7,76% DL2_ZRG18 komt nauwelijks in contact met de klassenleerkrachten. 0 0,00% 12

16 2.2.4 Klassen in de lagere afdeling In de referentiesteekproef worden er in de meerderheid van de vestigingsplaatsen enkel homogene klasgroepen (naar leerjaar) georganiseerd (N=104; 79,39%). De overige vestigingsplaatsen organiseren enkel graadklassen 2 (N=15; 11,45%), respectievelijk zowel graad- als homogene klassen (N=12; 9,16%). Voor 6 vestigingsplaatsen in de referentiesteekproef werd de vraag naar het soort klassen in het lager onderwijs niet beantwoord (N Miss =6). Per vestigingsplaats betreft het gemiddeld hetzij 8 tot 9 homogene klassen, hetzij 2 tot 3 graadklassen. Tussen de vestigingsplaatsen bestaan er verschillen. Het aantal homogene klassen is verder multimodaal licht positief verdeeld zonder extreme waarden en met een lage welving, het aantal graadklassen is bimodaal positief scheef verdeeld met 6 uitschieters naar boven en een hoge welving (Tabel 11). De zes extreme waarden betreffen vestigingsplaatsen met 6 graadklassen. Tabel 11 Aantal klassen in de lagere afdelingen van de vestigingsplaatsen in de referentiesteekproef. Aantal vestigingsplaatsen, aantal ontbrekende waarden, gemiddeld aantal klassen, standaardafwijking, coëfficiënten van scheefheid en welving ITEM KLASSEN IN DE LAGERE AFDELINGEN N MISS N M SD a 3 a 4 DL2_LHO Klasgroepen die homogeen zijn naar leerjaar ,72 3,64 0,41-0,33 DL2_GRD Graadklassen en/of andere gemengde leeftijdsgroepen ,67 1,47 1,00 1,06 DL2_KLO Totaal aantal klassen lager onderwijs ,24 3,69 0,62-0,31 DL2_LKG Klasgroepen die op sommige dagen gesplitst worden ,83 1,17 2,15 5,27 DL2_LKS Klasgroepen die op sommige dagen samen geplaatst worden ,22 1,52 2,33 1 De directeurs van drie vestigingsplaatsen geven aan dat de klassen op sommige dagen worden gesplitst, maar vermelden geen aantal. Dit is de reden waarom het aantal ontbrekende waarden in de tabel verschilt van het aantal ontbrekende waarden in de betreffende alinea hierna. 2 De directeurs van drie vestigingsplaatsen geven aan dat de klassen op sommige dagen worden samengevoegd, maar vermelden geen aantal. Dit is de reden waarom het aantal ontbrekende waarden in de tabel verschilt van het aantal ontbrekende waarden in de betreffende alinea hierna. In totaal zijn er in de vestigingsplaatsen van de referentiesteekproef gemiddeld ongeveer 8 klassen (Tabel 11). Het aantal klassen verschilt van vestigingsplaats tot vestigingsplaats (SD=3,71). De verdeling is tevens multimodaal positief scheef met een lage welving zonder extreme waarden. In principe dient het totaal aantal klassen gelijk te zijn aan de som van het aantal homogene klassen en het aantal graadklassen. Na cleaning bestaat er voor 1 vestigingsplaats in de referentiesteekproef (N Miss =6) nog een verschil. In 51 vestigingsplaatsen (38,06%, N Miss =3) worden klassen op sommige dagen gesplitst. Gemiddeld betreft het 1 tot 2 klassen. Soms worden klassen ook samengevoegd. Dit is het geval in 36 vestigingsplaatsen (26,67%, N Miss =2) en betreft het gemiddeld 2 klassen. Elk van beide verdelingen is unimodaal positief scheef met een hoge welving (Tabel 11). Er zijn vier vestigingsplaatsen met extreme waarden voor het aantal klassen dat gesplitst wordt. Het betreft telkens twee vestigingsplaatsen waar 4, respectievelijk 6 klassen worden gesplitst. De variabele het aantal klassen dat samengevoegd wordt heeft 5 extreme waarden. Het betreft vestigingsplaatsen met 4 of 6 klassen die worden samengevoegd. 2 In het kader van dit rapport hebben we het aantal graadklassen en het aantal andere gemengde leeftijdsgroepen onder één categorie ( graadklassen ) samen gebracht. 13

17 2.2.5 Aantal leerkrachten en leerlingen in het kleuter- en/of in het lager onderwijs Wat het aantal leerlingen in de lagere afdelingen, respectievelijk in de kleuterafdelingen betreft, telden de vestigingsplaatsen op 1 oktober 2004 gemiddeld 80 leerlingen in het kleuteronderwijs en/of ongeveer 161 leerlingen in het lager onderwijs. Er bestaan grote verschillen tussen de vestigingsplaatsen in de referentiesteekproef. Het aantal leerlingen is unimodaal positief scheef verdeeld met een lage, respectievelijk hoge welving (Tabel 12). Wat het lager onderwijs betreft, wijken 2 vestigingsplaatsen met 395 leerlingen, respectievelijk 406 leerlingen op een extreme manier af. Tabel 12 Aantal leerlingen, leerkrachten en lestijden in de kleuter- en/of lagere afdelingen van de scholen in de referentiesteekproef. Aantal vestigingsplaatsen, gemiddelde, standaardafwijking, coëfficiënten van scheefheid en welving ITEM LEERLINGEN EN LEERKRACHTEN N M SD a 3 a 4 DL2_LLN_K04 Totaal aantal leerlingen KO per VP op ,74 37,22 0,44-0,36 DL2_LLN_L04 Totaal aantal leerlingen LO per VP op ,22 81,63 0,65 0,08 DL2_LTL Totaal aantal lestijden aangewend voor klassenleerkrachten in het LO ,48 96,76 0,80 0,24 DL2_FTE Totaal aantal voltijds equivalenten met onderwijsopdracht in het LO 121 8,90 4,48 0,89 0,63 DL2_HAL_afgel_VP Totaal aantal leerkrachten die minstens halftijds werken (KO en LO samen) ,16 7,77 0,86 0,64 Het gemiddeld aantal lestijden aangewend voor klasleerkrachten in het lager onderwijs bedraagt bijna 207 lestijden. Tussen de vestigingsplaatsen bestaan er grote verschillen (Tabel 12). Het betreft een multimodale positief scheve verdeling met een hoge welving met één extreme waarde (515 lestijden). Verder wensen we de aandacht te vestigen op het relatief grote aantal ontbrekende waarden voor deze variabele (N Miss =16). Gemiddeld beschikken de vestigingsplaatsen over bijna 9 voltijds equivalenten met een onderwijsopdracht in het lager onderwijs. Het aantal voltijdse equivalenten varieert van vestigingsplaats tot vestigingsplaats en is positief scheef verdeeld met een hoge welving. Het aantal missing values is behoorlijk groot (N Miss =16). Voor twee vestigingsplaatsen heeft de variabele extreme waarden, met name 22, respectievelijk 24 voltijds equivalenten met een onderwijsopdracht. Indien we deze aantallen vergelijken met de respectievelijke aantallen klassen, leerlingen en lestijden aangewend voor klasleerkrachten, lijken deze aantallen voltijds equivalenten o.i. aannemelijk. Het aantal voltijds equivalenten hebben we vergeleken met het aantal lestijden aangewend voor de klasleerkrachten (N Miss =24). Indien het aantal voltijds equivalenten vermenigvuldigd met 24 kleiner of gelijk is aan het aantal lestijden aangewend voor klasleerkrachten ( 24FTE LTL, N=46), werd de vraag naar voltijds equivalenten met een onderwijsopdracht door de directies mogelijk geïnterpreteerd als het aantal voltijdse betrekkingen. Ten slotte werd bij de directeurs gevraagd naar het aantal leerkrachten met minstens een halftijdse onderwijsopdracht in het kleuter- en lager onderwijs samen. Het aantal ontbrekende waarden in de referentiesteekproef is betrekkelijk groot (N Miss =13). Daarnaast komen er een groot aantal kleine waarden voor die vermoedelijk betrekking hebben op het aantal leerkrachten dat halftijds werkt. Voor 14

18 26 vestigingsplaatsen in de referentiesteekproef zijn de waarden kleiner dan of gelijk aan 5 en is de verhouding van het aantal leerlingen ten opzichte van het aantal leerkrachten groter dan 20. Daarnaast vermoeden we naar aanleiding van de vergelijking tussen de waarden voor de variabele DL2_HAL en de waarden voor de variabelen DL2_FTE en DL2_KLO dat sommige directeurs, in het geval van vestigingsplaatsen met een lagere en een kleuterafdeling, het aantal leerkrachten dat minstens halftijds werkt in het lager onderwijs hebben ingevuld in plaats van in het lager en het kleuteronderwijs samen. Vanuit de hoofdtabel scholen beschikken we voor het schooljaar over de variabele leerkracht_school. De waarden van deze variabele geven het aantal leerkrachten weer dat minstens halftijds werkt in de school. Voor de meeste scholen heeft deze variabele enkel betrekking op de deelnemende vestigingsplaatsen, voor een beperkt aantal scholen tevens op de leerkrachten van de niet-deelnemende vestigingsplaatsen. Deze variabele hebben we in een eerste stap uitgezuiverd voor de niet-deelnemende vestigingsplaatsen ( HAL_afgel_school ) en vervolgens gebruikt om een nieuwe variabele op vestigingsplaatsniveau af te leiden ( HAL_afgel_VP ) als alternatief voor de oorspronkelijke variabele HAL. De verdelingskenmerken zoals weergegeven in Tabel 12 hebben betrekking op deze afgeleide variabele. Uit deze tabel leiden we af dat er in de vestigingsplaatsen van de referentiesteekproef gemiddeld ongeveer 16 leerkrachten zijn die minstens halftijds een onderwijsopdracht hebben. De spreiding is relatief groot, de verdeling is unimodaal positief scheef en hoog gewelfd met één extreme waarde. Het betreft een vestigingsplaats met 45 leerkrachten die minstens halftijds tewerkgesteld zijn. 15

19 3. Besluit In het kader van het SiBO-onderzoek werd een directievragenlijst ontwikkeld als instrument om schoolkenmerken in kaart te brengen. Hierbij werden drie doelen nagestreefd: het verzamelen van feitelijke gegevens betreffende de school en de directeur, het peilen naar opvattingen en ervaringen van de directeur en het in kaart brengen van kenmerken van het gevoerde schoolbeleid. De vragenlijst waarvan sprake is in dit rapport is een sterk ingekorte versie van de directievragenlijst die ontwikkeld werd tijdens het schooljaar Voor de huidige vragenlijst hebben we ons beperkt tot gegevens die mogelijk gewijzigd zijn ten opzichte van het voorgaande schooljaar en jaarlijks dienen bevraagd te worden. Het betreft enerzijds bepaalde feitelijke gegevens betreffende de school en haar vestigingsplaatsen en anderzijds keuzes betreffende de aanwending van (reguliere) lestijden en betreffende de indeling van de klasgroepen. De opbouw van de vragenlijsten en de wijzigingen ten opzichte van de directievragenlijst voor het schooljaar werden besproken in een eerste hoofdstuk. In een tweede hoofdstuk worden de responsgegevens, de frequentieverdelingen en in het geval van kwantitatieve variabelen de verschillende verdelingskenmerken weergegeven. Hierbij hebben we ons beperkt tot de gegevens van de referentiesteekproef. In deze steekproef hebben 97,50% van de directeurs de vragenlijst ingevuld. Dit responspercentage ligt hoger dan in het voorgaande schooljaar (91,70%). Dit kan wellicht toegeschreven worden aan de beknoptheid van de vragenlijst. Ook wat het (niet) invullen van individuele vragen/items betreft, ligt het aantal ontbrekende waarden over de hele lijn lager dan voor de directievragenlijst Het aantal ontbrekende waarden is nooit groter dan 20. De variabelen waarvoor het aantal ontbrekende waarden betrekkelijk groot is (N Miss 10), zijn het aantal lestijden dat in het lager onderwijs aangewend worden voor taak-, ambulante en klasleerkrachten, het aantal voltijds equivalenten met een onderwijsopdracht in het lager onderwijs en het aantal leerkrachten in de school dat minstens halftijds werkt. Bij een tweetal variabelen was er mogelijk sprake van interpretatieproblemen vanuit het oogpunt van de onderzoeker of vanuit het oogpunt van de respondent. Bij de vraag naar het aantal klassen in de lagere afdeling is het totaal aantal klassen niet steeds gelijk aan de som van het aantal homogene en het aantal graadklassen. Door tevens rekening te houden met het aantal leerlingen en in enkele gevallen met het aantal klassen dat gesplitst en het aantal klassen dat wordt samengevoegd, hebben we in de meeste gevallen een oplossing kunnen vinden voor deze ongelijkheden. Een vaak voorkomend probleem bestond erin dat het ingevulde aantal wellicht betrekking heeft op het aantal leerjaren dan wel op het aantal feitelijke klasgroepen. Voor het aantal voltijds equivalenten en het aantal leerkrachten dat minstens halftijds werkt, vulden sommige directies mogelijk het aantal leerkrachten in dat voltijds, respectievelijk halftijds werkt. Voor de laatste variabele vermoeden we tevens dat sommige directeurs de vraag enkel beantwoord hebben voor het lager onderwijs (en niet voor het kleuter- en lager onderwijs samen). Omdat we op schoolniveau over een alternatieve variabele voor deze variabele beschikken, hebben we op het niveau van de vestigingsplaatsen een nieuwe variabele afgeleid. 16

20 Bibliografie Onghena, P. ( ). Methoden van onderzoek in de pedagogisch wetenschappen: empirischanalytische methoden m.i.v. de statistiek: eerste deel. Niet-gepubliceerde cursus. Departement Pedagogische Wetenschappen K.U. Leuven. Vandenberghe, N., Maes, F. & Van Damme, J. (2006). Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. Directievragenlijst schooljaar (=LOA-rapport nr. 46). Leuven: Steunpunt Loopbanen doorheen Onderwijs naar Arbeidsmarkt, Cel Schoolloopbanen in het basisonderwijs (SiBO). 17

Directievragenlijst schooljaar

Directievragenlijst schooljaar Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2004-2005 Nathalie Vandenberghe, Frederik Maes & Jan Van Damme Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise,

Nadere informatie

Vragenlijst voor directies Korte versie

Vragenlijst voor directies Korte versie SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Vragenlijst voor directies 2003 2004 Korte versie Lijst van gebruikte afkortingen VP : vestigingsplaats KO: kleuteronderwijs / kleuterafdeling

Nadere informatie

CLEANING VARIABELEN EN AANMAAK NIEUWE VARIABELEN DIRECTIEVRAGENLIJST (Nathalie Vandenberghe, augustus 2011)

CLEANING VARIABELEN EN AANMAAK NIEUWE VARIABELEN DIRECTIEVRAGENLIJST (Nathalie Vandenberghe, augustus 2011) CLEANING VARIABELEN EN AANMAAK NIEUWE VARIABELEN DIRECTIEVRAGENLIJST 2008-2009 (Nathalie Vandenberghe, augustus 2011) NOOT: net zoals voor het schooljaar 2007-2008 werden de gegevens van alle vestigingsplaatsen

Nadere informatie

Directievragenlijst schooljaar 2003-2004

Directievragenlijst schooljaar 2003-2004 SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2003-2004 N. Vandenberghe, F. Maes & J. Van Damme Promotoren

Nadere informatie

CLEANING VARIABELEN DIRECTIEVRAGENLIJST Nathalie Vandenberghe, januari 2010

CLEANING VARIABELEN DIRECTIEVRAGENLIJST Nathalie Vandenberghe, januari 2010 CLEANING VARIABELEN DIRECTIEVRAGENLIJST 2007-2008 Nathalie Vandenberghe, januari 2010 NOOT: in tegenstelling tot de voorgaande schooljaren werden de gegevens van alle vestigingsplaatsen ingevoerd in de

Nadere informatie

Vragenlijst directie Contactpersoon

Vragenlijst directie Contactpersoon Vragenlijst directie 2007-2008 Contactpersoon Nathalie Vandenberghe Telefoon: 016/32.57.96 Fax: 016/32.58.59 Email: nathalie.vandenberghe@ped.kuleuven.be November 2007 BESTE DIRECTEUR, Doel en inhoud

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. N. Vandenberghe, F. Maes & J. Van Damme

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. N. Vandenberghe, F. Maes & J. Van Damme 1 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2006-2007 N. Vandenberghe, F. Maes & J. Van Damme Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs T Directievragenlijst schooljaar

Nadere informatie

Voorstelling SiBO-databank

Voorstelling SiBO-databank Voorstelling SiBO-databank Schoolloopbanen in en na het basisonderwijs (SiBO) Nathalie Vandenberghe, Bieke De Fraine & Jan Van Damme Stuurgroepvergadering 27 oktober 2011 Inhoud voorstelling Achtergrond

Nadere informatie

BESTE DIRECTEUR, Alvast dank voor uw medewerking!

BESTE DIRECTEUR, Alvast dank voor uw medewerking! Vragenlijst directie 2008-2009 Contactpersoon Nathalie Vandenberghe Telefoon: 016/32.57.96 Fax: 016/32.58.59 Email: nathalie.vandenberghe@ped.kuleuven.be November 2008 BESTE DIRECTEUR, Doel en inhoud van

Nadere informatie

Vragenlijst directie Contactpersoon

Vragenlijst directie Contactpersoon Vragenlijst directie 2006-2007 Contactpersoon Nathalie Vandenberghe Telefoon: 016/32.57.96 Fax: 016/32.58.59 Email: nathalie.vandenberghe@ped.kuleuven.be November 2006 BESTE DIRECTEUR, Doel en inhoud van

Nadere informatie

CLEANING LEERKRACHTVRAGENLIJST ZESDE LEERJAAR NATHALIE VANDENBERGHE, AUGUSTUS 2011

CLEANING LEERKRACHTVRAGENLIJST ZESDE LEERJAAR NATHALIE VANDENBERGHE, AUGUSTUS 2011 CLEANING LEERKRACHTVRAGENLIJST ZESDE LEERJAAR NATHALIE VANDENBERGHE, AUGUSTUS 2011 DEEL 1: STELLINGEN DEEL 2A: VRAGEN OVER DE KLASPRAKTIJK 2.1 Selectie van één vragenlijst/leerkracht in het geval van een

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar : instrumentontwikkeling

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar : instrumentontwikkeling 1 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2007-2008: instrumentontwikkeling N. Vandenberghe & J. Van Damme Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs T Directievragenlijst

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. N. Vandenberghe, P. Van Petegem & J. Van Damme

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. N. Vandenberghe, P. Van Petegem & J. Van Damme 1 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2008-2009 N. Vandenberghe, P. Van Petegem & J. Van Damme Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs T Directievragenlijst

Nadere informatie

Vragenlijst voor directies

Vragenlijst voor directies SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Vragenlijst voor directies 2003-2004 In deze vragenlijst vragen we naar aspecten van: de organisatie van uw school het beleid binnen

Nadere informatie

Schoolteam- vragenlijst

Schoolteam- vragenlijst SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Schoolteam- vragenlijst Contactpersoon Frederik Maes Tel. 016/32.61.86 Fax. 016/32.58.59 Email: frederik.maes@ped.kuleuven ac.be maart

Nadere informatie

Directievragenlijst schooljaar 2002-2003

Directievragenlijst schooljaar 2002-2003 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2002-2003 J.P. Verhaeghe Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise, P. Onghena & P. Van Petegem Overige

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Schoolteamvragenlijst schooljaar 2002-2003 F. Maes Promotoren directiecomité: J. Van

Nadere informatie

Effectieve dagelijkse leiding

Effectieve dagelijkse leiding 1. Algemene gegevens 1.1 Aantal vestigingsplaatsen: Indien de school meer dan één vestigingsplaats heeft, vul per vestigingsplaats naast adres en het onderwijsaanbod, ook de naam (of de initialen) en de

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van De Sportschool te Gentbrugge

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van De Sportschool te Gentbrugge Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek

Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Leuven, 29 april 2009 1 Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Jan Van

Nadere informatie

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education Goos, M., Van Damme, J. Onghena, P., & Petry, K. T First-grade retention: Effects on children

Nadere informatie

Schoolteamvragenlijst schooljaar

Schoolteamvragenlijst schooljaar Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Schoolteamvragenlijst schooljaar 2004-2005 F. Maes & J. Van Damme Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise, P. Onghena & P. Van Petegem

Nadere informatie

Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding

Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Lysenstraat 36, 2600 Berchem Tel. (03)285 34 50 - Fax (03)285 34 51 VCLB 4 - Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Begeleidende brief bij de vragenlijst Beste collega, Hierbij vindt u een vragenlijst

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Nadere informatie

CLEANING DIRECTIEVRAGENLIJST 2-27 EN AANMAAK AFGELEIDE VARIABELEN (Nathalie Vandenberghe, mei 28) DEEL 1: ALGEMENE GEGEVENS 1.1 De school en haar vestigingsplaatsen Het onderwijsaanbod Van drie vestigingsplaatsen

Nadere informatie

Het zorgbeleid in het Pierenbos

Het zorgbeleid in het Pierenbos Het zorgbeleid in het Pierenbos Indien je als ouder vragen hebt, stap je in de eerste plaats naar de klasleerkracht. Deze zal overleggen met de ondersteuner en/of zorgcoördinator en bekijken welke trajecten

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de Stedelijke Freinetschool De Harp te GENT

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de Stedelijke Freinetschool De Harp te GENT Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming 1. Referentie Referentie Janssen, R., Rymenans R. (2009). Beginsituatie van leerlingen in het eerste leerjaar B van het secundair onderwijs (OBPWO 06.00). Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Steekproeftrekking J.P. Verhaeghe, F. Maes, D. Gombeir, & E. Peeters Promotoren (directiecomité):

Nadere informatie

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J.

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J. Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting G. Van Landeghem, M. Goos & J. Van Damme Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie T van de ongekwalificeerde

Nadere informatie

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq Zorgplan

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq Zorgplan qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq Zorgplan wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui Gemeentelijke basisschool

Nadere informatie

Retentie in het beroep van leraar

Retentie in het beroep van leraar Retentie in het beroep van leraar Een analyse op basis van de longitudinale SONAR-data Ilse Laurijssen Retentie in het beroep van leraar Een analyse op basis van de longitudinale SONAR-data Ilse Laurijssen

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

Verhoogde instroom van kinderen van vluchtelingen in het onderwijs

Verhoogde instroom van kinderen van vluchtelingen in het onderwijs Verhoogde instroom van kinderen van vluchtelingen in het onderwijs Verhoogde instroom van vluchtelingen Aantal niet-begeleide minderjarige vluchtelingen Nationaliteit opgevangen asielzoekers Regelgevend

Nadere informatie

VISIE ZORG VRIJE BASISSCHOOL WAKKERZEEL

VISIE ZORG VRIJE BASISSCHOOL WAKKERZEEL VISIE ZORG VRIJE BASISSCHOOL WAKKERZEEL Schooljaar 2011-2012 De school bouwt een zorgaanbod uit voor kinderen met specifieke opvoedings- en leerbehoeften. We vertrekken hiervoor vanuit onze eerste pijler

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

Toetsen derde leerjaar (schooljaar 2005-2006)

Toetsen derde leerjaar (schooljaar 2005-2006) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Toetsen derde leerjaar (schooljaar 2005-2006) K. Hendrikx, J.P. Verhaeghe, P. Ghesquière, F. Maes & J. Van Damme Directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière,

Nadere informatie

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Integratie - Populariteit (sociale ontwikkeling) heeft

Nadere informatie

De algemene basiszorg

De algemene basiszorg Onze visie op zorg Op onze school streven we ernaar de eigenheid van elk kind een plaats te geven. Om tegemoet te komen aan de noden van elk kind omringen we hen met een brede zorg. De rode draad binnen

Nadere informatie

Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi

Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi November 2015 Afdeling basisonderwijs, DKO en CLB. Scholen en Leerlingen Gefaseerde aanpak Collectieve opvanginitiatieven Lokale Opvanginitiatieven Erkende vluchtelingen

Nadere informatie

Steekproef Betaald middagtoezicht

Steekproef Betaald middagtoezicht Steekproef Betaald middagtoezicht Waarom deze steekproef? Eind vorig schooljaar was er commotie over het betaald middagtoezicht in de Vlaamse lagere scholen. Omdat ook steden en gemeenten moeten besparen,

Nadere informatie

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vervangingen van korte afwezigheden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vervangingen van korte afwezigheden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vervangingen van korte afwezigheden DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden

Nadere informatie

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE I. NAAM INSTRUMENT ASOS - Adult Style Obsersation Schedule Begeleiderstijl / leerkrachtstijl II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal

Nadere informatie

ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT

ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT Telefoon 0317-350815 ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT DON BOSCOSCHOOL RENKUM Versie april 2011 ZORGSYSTEEM DON BOSCOSCHOOL RENKUM Iedere school heeft de plicht voor alle kinderen zorg op maat te bieden.

Nadere informatie

JAARLIJKSE INLICHTINGEN - SCHOOL

JAARLIJKSE INLICHTINGEN - SCHOOL INSTELLINGSKENMERKEN INSTNR W.S. NAAM STRAAT + NR POSTNUMMER + GEMEENTE TELEFOON FAXNUMMER JAARLIJKSE INLICHTINGEN SCHOOL 1. HERVERDELING VAN LESTIJDEN (binnen de eigen school) SCHOOLJAAR Lestijden kleuteronderwijs

Nadere informatie

Constructie van de variabele Etnische afkomst

Constructie van de variabele Etnische afkomst Constructie van de variabele Etnische afkomst Ter inleiding geven we eerst een aantal door verschillende organisaties gehanteerde definities van een allochtoon. Daarna leggen we voor het SiBO-onderzoek

Nadere informatie

Methodescholen in Vlaanderen: Instroom en klaspraktijk bij de oudste kleuters

Methodescholen in Vlaanderen: Instroom en klaspraktijk bij de oudste kleuters SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Methodescholen in Vlaanderen: Instroom en klaspraktijk bij de oudste kleuters J.P. Verhaeghe

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008)

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008) F. Maes, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst

Nadere informatie

Infoavond schoolorganisatie

Infoavond schoolorganisatie Infoavond schoolorganisatie Verloop van de avond Decreet basisonderwijs: achtergrondinformatie Organisatie van het basisonderwijs Opdracht van het basisonderwijs Organisatie van onze kleuterschool vanaf

Nadere informatie

Zorgverbreding, buitengewoon onderwijs, basisonderwijs, samenwerking gewoon en buitengewoon onderwijs

Zorgverbreding, buitengewoon onderwijs, basisonderwijs, samenwerking gewoon en buitengewoon onderwijs 1. Referentie Referentie Van Heddegem, I., Douterlungne, M. & Ghesquière, P. (2001). Zorgverbreding in relatie tot het buitengewoon onderwijs. Onuitgegeven onderzoeksrapport. K.U.Leuven, HIVA. Taal Nederlands

Nadere informatie

Loopbanen in het Secundair Onderwijs (LiSO) Infosessie voor scholen

Loopbanen in het Secundair Onderwijs (LiSO) Infosessie voor scholen Loopbanen in het Secundair Onderwijs (LiSO) Infosessie voor scholen Inhoud presentatie 1. Voorstelling LiSO-team 2. Algemene doelstelling 3. Welke scholen? 4. Wat verwacht LiSO van scholen? 5. Wat mogen

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

Toetsen tweede leerjaar (schooljaar 2004-2005)

Toetsen tweede leerjaar (schooljaar 2004-2005) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Toetsen tweede leerjaar (schooljaar 2004-2005) K. Hendrikx, P. Verachtert, P. Ghesquière, F. Maes & J. Van Damme Directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière,

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009)

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009) N. Vandenberghe, L. Cortois, J. de Bilde, K. Verschueren & J. Van Damme T A Longitudinaal onderzoek

Nadere informatie

a. Zorg is een opdracht van het hele team: zorgtaken

a. Zorg is een opdracht van het hele team: zorgtaken a. Zorg is een opdracht van het hele team: zorgtaken De coördinatie van het zorgbeleid ligt in handen van de zorgcoördinator, in overleg en samenwerking met de directie. De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD 14/11/2008 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...3 2. VAN DE DERDE GOK-CYCLUS NAAR EEN NIEUW FINANCIERINGSSYSTEEM...5 3. DE DERDE GOK-CYCLUS...6 3.1 DE 5 GOK-INDICATOREN...6

Nadere informatie

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Begrijpend lezen in internationaal perspectief en in vergelijking met 2006 5 december 2017 Kim Bellens, Bieke De Fraine, Kelly Tielemans, Jan Van Damme & Margo

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een

Nadere informatie

Leerkrachten bevraagd

Leerkrachten bevraagd Leerkrachten bevraagd Moeilijke onderwerpen uit het wiskundecurriculum Antwoordtendensen tussen de wiskundemethoden Hendrik Van Steenbrugge Vakgroep Onderwijskunde Universiteit Gent Ik Jullie? Leerkracht

Nadere informatie

1 De organisatie van de leerlingbegeleiding

1 De organisatie van de leerlingbegeleiding 1 De organisatie van de leerlingbegeleiding 1.1 Inleiding Kinderen ontwikkelen zich niet allemaal op dezelfde manier. Dit blijkt uit de wijze waarop en de snelheid waarmee ze het onderwijsaanbod volgen.

Nadere informatie

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad B-stroom Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 4 2 Situering... 5 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011

Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 Samenvatting Leidse Monitor 2010-2011 De Leidse Monitor verzamelt informatie over de ontwikkeling van Leidse kinderen vanaf het moment dat zij en/of hun ouders deelnemen aan een voor- en vroegschools programma

Nadere informatie

Procedure zorg basisschool Prinsstraat, lagere school: 1. Handelingsgericht werken als uitgangspunt

Procedure zorg basisschool Prinsstraat, lagere school: 1. Handelingsgericht werken als uitgangspunt Procedure zorg basisschool Prinsstraat, lagere school: 1. Handelingsgericht werken als uitgangspunt Onze school onderschrijft in zijn zorgvisie de principes van het handelingsgericht werken als uitgangspunt

Nadere informatie

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school

Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school projectgroep 1 NOvELLe: netwerk voor ontwikkeling van expertise voor de Limburgse lerarenopleidingen - Een kleurrijke spiegel van de diversiteit op school Gegevens respondent Codenaam: Postcode: Onderwijs:

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS

ALGEMENE PRINCIPES VAN HET NIEUWE ONDERSTEUNINGSMODEL IN BASIS- EN SECUNDAIR ONDERWIJS INFORMATIE VAN HET KABINET ONDERWIJS JUNI 2017 Een nieuw ondersteuningsmodel voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijsbehoeften in basis- en secundair onderwijs, en voor studenten met een functiebeperking

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Vlaams Parlement, 37-A (2017-2018) Nr. 1 Uiteenzetting in de Commissie voor Onderwijs 12 oktober 2017 1 Situering van GOK-beleid Decreet van 28 juni

Nadere informatie

Het vierde leerjaar lager onderwijs in Vlaanderen: Resultaten van TIMSS 2011 in internationaal perspectief en in vergelijking met TIMSS 2003

Het vierde leerjaar lager onderwijs in Vlaanderen: Resultaten van TIMSS 2011 in internationaal perspectief en in vergelijking met TIMSS 2003 Het vierde leerjaar lager onderwijs in Vlaanderen: Resultaten van TIMSS 2011 in internationaal perspectief en in vergelijking met TIMSS 2003 11 December 2012 KU Leuven, Centrum voor Onderwijseffectiviteit

Nadere informatie

Zorgbeleid in het Groene Lilare

Zorgbeleid in het Groene Lilare Zorgbeleid in het Groene Lilare I. Visie Dat er leerlingen uitvallen en dat sommige leerlingen problemen ervaren in hun leer- en ontwikkelingstraject zullen we nooit volledig kunnen uitsluiten, maar we

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' School : basisschool 'Pater van der Geld' Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 94513 Datum schoolbezoek : 12 juni

Nadere informatie

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon-instellingen - deze lijn wordt niet afgedrukt > Deze woordenlijst

Nadere informatie

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon basisonderwijs

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon basisonderwijs Vlaamse Regering > Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het ondersteuningsaanbod voor gelijke onderwijskansen in het buitengewoon basisonderwijs DEVLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2008-479- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

zorgvisie Heilige familie Lagere school

zorgvisie Heilige familie Lagere school zorgvisie Heilige familie Lagere school 1) Inleiding Onze school- en zorgvisie staat gesymboliseerd in ons schoollogo en in onze slogan sterk onderwijs, warme sfeer! : Ieder kind is van harte welkom in

Nadere informatie

Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs

Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs Hoe kwaliteitsvol omgaan met outputresultaten? SOK - Omgaan met output in het onderwijs 1 Een outputbeleid kunnen voeren met behulp van een stappenplan SOK - Omgaan met output in het onderwijs 2 Stappenplan

Nadere informatie

Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. Diversiteit

Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. Diversiteit Steunpunt Gelijke Onderwijskansen Diversiteit Diversiteit Omgaan met diversiteit Leren omgaan met diversiteit in de wereld begint in de klas: verschillende onderwerpen, invalshoeken, meningen, gewoontes,

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs

Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs Drie geboortecohorten doorheen het Vlaams Onderwijs G. Van Landeghem & J. Van Damme Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor

Nadere informatie

Aandachtspunten schooljaar

Aandachtspunten schooljaar Aandachtspunten schooljaar 2002-2003 Inhoud : 1. Gemeenschappelijke bepalingen 1.1. Bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB) 1.2. Licentiaat + GHSO of GVO wordt licentiaat + BPB 1.3. Ambten van het medisch,

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek buitenles

Rapportage Onderzoek buitenles Rapportage Onderzoek buitenles In opdracht van: Contactpersoon: Jantje Beton en IVN Natuureducatie Wilma Nugteren Utrecht, maart 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

VR MED.0231/2

VR MED.0231/2 VR 217 26 MED.231/2 MONITORING VAN DE NIEUWE OMKADERING BASISONDERWIJS SCHOOLJAAR 212-213 tem 215-216 I. Inleiding Op 1 september 212 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs.

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken (OGW)

Opbrengstgericht werken (OGW) Opbrengstgericht werken () Heldere overzichten van toetsresultaten als basis voor gesprek Inleiding In deze zal algemene informatie gegeven worden over de meest relevante overzichten van toetsresultaten

Nadere informatie

Schoolteam- vragenlijst

Schoolteam- vragenlijst Schoolteam- vragenlijst Contactpersoon Frederik Maes Tel. 016/32.61.86 Fax 016/32.58.59 E-mail: frederik.maes@ped.kuleuven.ac.be februari 2005 Doel en inhoud van de vragenlijst Deze vragenlijst maakt deel

Nadere informatie

Woord vooraf. De promotoren Geert Devos Peter Van Petegem Jan Vanhoof

Woord vooraf. De promotoren Geert Devos Peter Van Petegem Jan Vanhoof Woord vooraf Sinds 2007 zijn de Vlaamse scholen in het secundair onderwijs, alsook de Centra voor Volwassenenonderwijs en de Centra voor Leerlingenbegeleiding, verplicht al hun onderwijzend personeel te

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT

1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT 1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT Als katholieke school kiezen we voor de fundamentele opdracht onze kinderen te begeleiden vanuit uitgesproken evangelische waarden. Ieder kind is uniek.

Nadere informatie

LOP Gent BaO. Evolutie in GOK-cijfers

LOP Gent BaO. Evolutie in GOK-cijfers LOP Gent BaO Evolutie in GOK-cijfers 2002 2005 2008-2009 Werkdocument 13.09.2009 Jean Pierre Verhaeghe 0. Inleiding Op de Algemene Vergadering van 8 juni 2009 werd besloten bij het Ministerie van onderwijs

Nadere informatie

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN

REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN REGLEMENT SUBSIDIËRING PROJECTEN TER BEVORDERING VAN GELIJKE ONDERWIJSKANSEN Artikel 1. Voorwerp Binnen de perken van de daartoe op het budget van de provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten en

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Primair Onderwijs Onze referentie

Primair Onderwijs Onze referentie >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 AE DEN HAAG.. Primair Onderwijs IPC 2400 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

FLEXIBELE LEERTRAJECTEN

FLEXIBELE LEERTRAJECTEN FLEXIBELE LEERTRAJECTEN Achtergrond Wat zijn flexibele leertrajecten? Vanaf een IHP, ook een IAC. Vanaf dat een leerling andere leerstof krijgt dan de rest van zijn groep (hoger of lager niveau). Het heeft

Nadere informatie

..Stedelijke basisschool Zammel.. Onze visie op zorg...ik heb een vraag... Wie contacteer ik?

..Stedelijke basisschool Zammel.. Onze visie op zorg...ik heb een vraag... Wie contacteer ik? ..IEDERE LEERKRACHT zorgt.. de onderwijsdeskundige gedeelde verantwoordelijkheid en deskundigheid..ouders als partner.. de ervaringsdeskundige..kind als partner.. geeft waardevolle informatie..kleuterparticipatie

Nadere informatie