Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs"

Transcriptie

1 SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Steekproeftrekking J.P. Verhaeghe, F. Maes, D. Gombeir, & E. Peeters Promotoren (directiecomité): J. Van Damme, M. Douterlungne, P. Ghesquière, P. Onghena, & P. Van Petegem Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 22 LOA-rapport nr. 5

2 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL INLEIDING. DE REFERENTIESTEEKPROEF 2. Basisprincipes 2.2 Procedure 3.3 Toevoegingen 4.4 Beschrijving en representativiteit van de gerealiseerde steekproef 4.4. Lager onderwijs Kleuteronderwijs 5 2. DE OVERSAMPLING GOK-SCHOLEN 7 2. Basisprincipes Procedures De leerlingenclusters De schoolclusters Verdeling schoolclusters binnen de referentiesteekproef en de oversampling 2.3 Toevoegingen Beschrijving en representativiteit van de gerealiseerde steekproef Lager onderwijs Kleuteronderwijs 6 3. DE OVERSAMPLING METHODESCHOLEN 7 3. Basisprincipes Procedure Beschrijving van de gerealiseerde steekproef 8 4. NON-RESPONS ONDERZOEK 9 4. Redenen van weigering De verschillende categorieën van weigeringen Redenen van weigering in functie van de verschillende steekproeven De beslissende instantie Conclusie en beleidsadvies Kenmerken van de weigerende scholen 5. BESLUIT 27 BIJLAGEN I-X

3 Inleiding Gezien de diverse doelstellingen die werden vooropgesteld in dit onderzoek, namelijk: een beschrijving geven van de (verschillen in) ontwikkeling van leerlingen en hun schoolloopbanen vanaf de derde kleuterklas tot het einde van het lager onderwijs, een verklaring bieden voor de individuele verschillen in schoolloopbanen waarbij gekeken zal worden naar de onderscheiden invloed van gezinskenmerken enerzijds en school- en klaskenmerken anderzijds, met bijzondere aandacht voor de effecten van het gevoerde onderwijs- en schoolbeleid (in concreto het gelijke-onderwijskansenbeleid) op de schoolloopbanen van leerlingen in het algemeen en van doelgroepleerlingen in het bijzonder, resulterend in voorstellen voor een mogelijk toekomstig beleid, werd geopteerd om niet alleen een steekproef van scholen te trekken die representatief is voor het geheel van Vlaamse scholen, maar ook om die representatieve steekproef aan te vullen (te oversamplen ) met twee bijkomende steekproeven. De eerste oversampling omvat scholen die bijkomende middelen krijgen in kader van het gelijke-onderwijskansenbeleid (GOK). De tweede oversampling omvat methodescholen. Voor die tweede bijkomende steekproef die werd toegevoegd op uitdrukkelijke vraag van de Stuurgroep, werd een bijkomende financiering door het Departement Onderwijs voorzien. De selectie van de steekproeven gebeurde in verschillende stappen en is gebaseerd op gegevens die ons werden verstrekt door het Departement Onderwijs. Hierna gaan we dieper in op elk van die steekproeven; we gebruiken daarbij de volgende termen:. De referentiesteekproef 2. De oversampling GOK-scholen 3. De oversampling methodescholen We brengen ook verslag uit over de mate waarin de scholen positief gereageerd hebben op onze vraag tot medewerking en over de redenen van de weigeringen. Dat veel van de scholen die aangezocht werden, ook meewerken aan het project is mede te danken aan de steun die we verkregen vanuit de koepels en aan de bijdrage van medewerkers-ad-hoc die samen met personeelsleden van het project bijna alle aangezochte scholen ook gingen bezoeken. Het afwerken van dit rapport is een goede aanleiding om de betrokken instanties en personen te danken. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking

4 . De referentiesteekproef Om verantwoorde uitspraken te kunnen doen over de loopbanen en ontwikkeling van kinderen vanaf het kleuteronderwijs tot aan het einde van het basisonderwijs is het noodzakelijk om te kunnen beschikken over een representatieve steekproef van scholen. We noemen deze steekproef de referentiesteekproef. Deze steekproef wil een getrouwe afspiegeling zijn van de populatie van Vlaamse scholen. Hierbij beoogden we een aantal van 2 scholen. Dit aantal garandeert niet alleen een voldoende aantal kinderen die gevolgd zullen worden (een kleine 4 leerlingen) maar ook een voldoende aantal klassen en scholen om uitspraken te doen met betrekking tot de invloed van kenmerken van die verschillende niveaus.. Basisprincipes Bij de concrete steekproeftrekking werden de volgende principes gehanteerd:. We vertrekken van reële entiteiten. Dit betekent dat we administratief (op papier) verschillende scholen die de facto als één school fungeren ook als één reële entiteit beschouwen. Het gaat dan om scholen van hetzelfde schoolbestuur (niet enkel hetzelfde schoolnet, maar ook hetzelfde identificatienummer van schoolbestuur) die gelokaliseerd zijn in dezelfde of aanpalende gebouwen (en dus meestal in een zelfde straat te vinden zijn, met opeenvolgende huisnummers; of op de hoek van twee straten met uitgangen in de twee straten; of in twee evenwijdige straten). Ook het omgekeerde doet zich voor (uitsluitend bij methodescholen): dan vinden we scholen met vestigingsplaatsen die zo ver uit elkaar liggen (andere gemeente of zelfs andere provincie) en/of soms ook een enigszins verschillend pedagogisch project hebben dat ze als aparte entiteiten beschouwd dienen te worden. Alles samen werden op die manier 225 reële entiteiten onderscheiden. Daarvan bestaan er 23 uit één administratieve eenheid, 97 uit twee scholen (administratieve eenheden) en 4 uit drie scholen. Voor twee methodescholen werd elk van de vier vestigingsplaatsen als een reële entiteit beschouwd, bij één elk van de drie vestigingsplaatsen en bij acht scholen werden de vestigingsplaatsen over twee reële eenheden verdeeld. In sommige gevallen gaat het om scholen waarvan een vestigingsplaats als methodeschool naar buiten treedt en de andere als een gewone school. Van de 225 reële eenheden bieden er 22 enkel kleuteronderwijs aan, 48 bieden enkel lager onderwijs. 2. Scholen met een Franstalig regime worden uitgesloten, evenals scholen niet gelegen in Vlaanderen of het Brussels Gewest. 3. In eerste instantie werd een steekproef getrokken van entiteiten die lager onderwijs aanbieden. Dit betekent dat zelfstandige kleuterscholen initieel uitgesloten en dan in een tweede stap toegevoegd werden in functie van lagere scholen of basisscholen waarvan ze belangrijke toeleveranciers zijn. 4. De steekproef werd gestratificeerd naar: Onderwijsnet. Gemeenschapsonderwijs, Officieel Gesubsidieerd Onderwijs en Vrij Gesubsidieerd Onderwijs. Schoolgrootte (totaal aantal leerlingen in de entiteit). Drie categorieën werden onderscheiden: de kleinste 25%, de middelste 5%, de grootste 25%. In concreto gaat het Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 2

5 om entiteiten tot en met 2 leerlingen, van 2 tot 36 leerlingen, meer dan 36 leerlingen. Er werd verder gecontroleerd (maar zonder strikte stratificatie) naar: Aandeel doelgroepleerlingen (volgens de vroegere OnderwijsVoorrangsBeleid-indicatoren) Provincie Omdat na de realisatie van de steekproef ook de gegevens beschikbaar waren met betrekking tot de criteria van het nieuwe gelijke-onderwijskansenbeleid (GOK), werd ook voor die criteria de proportionaliteit van de gerealiseerde steekproef nagegaan. 5. We trekken initieel 2 reële entiteiten, maar vullen die aan met: toeleverende zelfstandige kleuterscholen waaruit de getrokken scholen een aanzienlijk deel van hun leerlingen eerste leerjaar rekruteren, toeleverende basisscholen die een aanzienlijk aantal kleuters leveren aan scholen uit de initiële steekproef, toeleverende lagere scholen of basisscholen waarmee een relatief grote uitwisseling van kinderen bestaat (norm ligt op leerlingen L2 tot L6 instroom of leerlingen L tot L5 uitstroom) en waarvoor op grond van de beschikbare data vermoed kon worden dat het niet ging om een eenmalige structurele in- of uitstroom ten gevolge van b.v. een fusie of defusie. 6. Indien een school weigerde deel te nemen aan het onderzoek werd die vervangen door een school die aan dezelfde stratificatiecriteria voldoet. Indien nodig gebeurde ook een tweede vervanging..2 Procedure Uitgaande van de beschreven basisprincipes werd de volgende steekproef vooropgesteld: Tabel Absolute en relatieve frequentie van het aantal reële eenheden in de populatie die lager onderwijs aanbiedt, de verwachte en de geselecteerde aantallen in de steekproef in functie van de stratificatiecriteria schoolnet en schoolgrootte Kleine entiteiten (< 2 lln.) Gemeenschapsonderwijs 53 (7,2%) 8,6 (7,2%) 9 (7,5%) Officieel Gesubsidieerd 4 (5,4%) 6,4 (5,4%) 6 (5,%) Vrij Gesubsidieerd 286 (3,4%) 6, (3,4%) 6 (3,3%) Totaal 553 (26,%) 3,2 (26,%) 3 (25,8%) Middelgrote entiteiten (2 36 lln.) 49 (7,%) 8,4 (7,%) 8 (6,7%) 252 (,8%) 4,2 (,8%) 4 (,7%) 574 (27,%) 32,4 (27,%) 33 (27,5%) 975 (45,8%) 55, (45,8%) 55 (45,8%) Grote entiteiten (> 36 lln.) 5 (2,4%) 2,9 (2,4%) 3 (2,5%) 2 (5,7%) 6,8 (5,7%) 7 (5,8%) 429 (2,%) 24,2 (2,%) 24 (2,%) 6 (28,2%) 33,9 (28,2%) 34 (28,3%) Per cel: - de absolute en de relatieve frequentie in de populatie; - het verwachte aantal in steekproef (op basis van de populatieverdeling); - het aantal te selecteren scholen (de absolute + relatieve frequentie in de aangeschreven steekproef). Totaal 353 (6,6%) 9,9 (6,6%) 2 (6,7%) 487 (22,9%) 27,4 (22,9%) 27 (22,5%) 289 (6,5%) 72,7 (6,5%) 73 (6,8%) 229 (%) 2 (%) 2 (%) Binnen elk stratum werden scholen naar de bijkomende criteria van aandeel doelgroepleerlingen en provincie gerangschikt. Vervolgens werd per stratum het gewenste aantal scholen geselecteerd volgens een vast interval per stratum. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 3

6 In de loop van maart 22 werden deze 2 geselecteerde reële entiteiten of 27 administratieve scholen aangeschreven. Elke school ontving een brief met bijhorende informatiebundel (zie bijlage ). Kort daarna werd de school gebeld en werd een afspraak gemaakt om de school te bezoeken. Van deze 2 eerst aangeschreven reële entiteiten hebben 93 reële entiteiten of 77,5% toegezegd om deel te nemen aan het onderzoek. De 27 weigeraars werden allemaal vervangen en van deze 27 vervangingen gingen 2 scholen akkoord om deel te nemen (74,%). Van de 7 tweede vervangingen namen 4 scholen deel (57,4%). In totaal werden dus 54 reële entiteiten aangeschreven en nemen er daarvan 7 deel aan het onderzoek. Dit is 97,5% van het beoogde aantal (2) en komt neer op een overall respons van 76,%. Gezien de inspanning die gevraagd worden van de leerkrachten en de scholen en gezien de lange duur van het onderzoek is deze respons zeer hoog te noemen..3 Toevoegingen Aan deze referentiesteekproef van 2 werden nog 6 reële entiteiten toegevoegd omwille van hierboven beschreven redenen (zie 5. onder. Basisprincipes). Van deze 6 waren er bereid deel te nemen (62,5%). 4 toeleverende autonome kleuterscholen die kleuters leveren aan een school uit de initiële steekproef. Deze scholen nemen vanzelfsprekend enkel deel voor één jaar. 5 toeleverende basisscholen die kleuters leveren aan een school uit de initiële steekproef. Deze scholen nemen enkel deel met de kleuterafdeling (ev. vestigingsplaats) die kleuters levert aan een school uit de initiële steekproef. Deze scholen nemen dus ook enkel deel voor één jaar. toeleverende lagere school die voor de volledige loop van het onderzoek deelneemt omdat er nogal wat uitwisseling is met een school in de steekproef..4 Beschrijving en representativiteit van de gerealiseerde steekproef.4. Lager onderwijs In wat volgt wordt nagegaan hoe de gerealiseerde steekproef van 7 reële entiteiten zich verhoudt tot de populatie van Vlaamse onderwijsinstellingen (reële eenheden) die lager onderwijs aanbieden (zie tabel 2). Voor wat betreft de twee stratificatiecriteria (schoolnet en schoolgrootte) is de verdeling zeer proportioneel te noemen. De geringe afwijkingen t.a.v. de verdeling in de populatie van reële entiteiten die lager onderwijs aanbieden zijn niet significant. Ook de verdeling naar provincie en aangeboden onderwijsniveau is nagenoeg perfect te noemen. De verdeling naar het percentage OVB-doelgroepleerlingen is bevredigend. Dat er van de categorie multiculturele scholen (3 tot 5% doelgroepleerlingen) 5 in de gerealiseerde steekproef voorkomen, daar waar er maar drie werden beoogd, is het gevolg van het feit dat niet om een stratificatievariabele gaat. De afwijking t.a.v. de verdeling in de populatie is hoe dan ook niet significant. Bij controle achteraf naar de nieuwe gelijk-onderwijskansen-criteria blijkt ook hier de verdeling sterk gelijk te lopen met die voor de populatie. Er is een lichte ondervertegenwoordiging van scholen zonder GOK-leerlingen t.v.v. de groep scholen die weinig (ongeveer 2%), vooral Vlaamse kansarme leerlingen tellen. De groep van de klassieke zware concentratiescholen (Cluster Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 4

7 4; gemiddeld ongeveer 8% kansarme anderstalige leerlingen) is met 4 eenheden ondervertegenwoordigd. Maar ook in dit geval zijn de afwijkingen niet significant. Tabel 2 Absolute en relatieve frequenties van het aantal reële schooleenheden in de populatie met aanbod lager onderwijs en van de beoogde en gerealiseerde steekproef lager onderwijs in functie van stratificatie- en controlevariabelen POPULATIE BEOOGDE GEREALISEERDE STEEKPROEF STEEKPROEF AANTAL SCHOOLNET vrij gesubsidieerd 289 (6,5%) 73 (6,8%) 7 (6,7%) officieel gesubsidieerd 487 (22,9%) 27 (22,5%) 26 (22,2%) gemeenschapsonderwijs 353 (6,6%) 2 (6,7%) 2 (7,%) SCHOOLGROOTTE < 2 lln lln. > 36 lln. PROVINCIE Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen NIVEAU lager kleuter en lager DOELGROEPLLN Geen Tot % Tot 3 % Tot 5 % Meer dan5 % GOK SCHOOLTYPE naar aard en aandeel kansarme leerlingen Geen GOK-doelgroeplln. Gemidd. 2% vooral Vlaamse Veel louter anderstaligen 5% matig kansarmen 8% anderstalig kansarm 553 (26,%) 975 (45,8%) 6 (28,2%) 563 (26,4%) 3 (4,8%) 282 (3,2%) 458 (2,5%) 35 (4,3%) 48 (9,6%) 48 (7,%) 98 (93,%) 856 (87,2%) 3 (,5%) 6 (5,%) 53 (2,5%) 83 (3,9%) 64 (28,4%) 65 (5,%) 78 (3,7%) 283 (3,3%) 99 (4,6%) 3 (25,8%) 55 (45,8%) 34 (28,3%) 3 (25,8%) 7 (5,8%) 5 (2,5%) 26 (2,7%) 7 (4,2%) 24 (2,%) 9 (7,5%) (92,5%) 5 (87,5%) 2 (,7%) 6 (5,%) 3 (2,5%) 4 (3,3%) 34 (28,3%) 6 (5,%) 4 (3,3%) 6 (3,3%) 6 (5,%) 29 (24,8%) 54 (46,2%) 34 (29,%) 3 (25,6%) 6 (5,%) 5 (2,8%) 26 (22,2%) 6 (3,7%) 24 (2,5%) 7 (6,%) (94,%) 2 (87,2%) (,%) 6 (5,%) 5 (4,3%) 4 (3,4%) 28 (23,9%) 64 (54,7%) 5 (4,3%) 6 (3,7%) 4 (3,4%) Chi 2 p,43,979,7,948,83,999,8,672 3,464,483,944,746 Zowel voor de combinatie schoolnet * schoolgrootte (Chi 2 =,328 met p =,995 bij vg = 8), als voor de combinatie provincie * grootte (Chi 2 = 4,95 met p =,998 bij vg=7) en de combinatie net * provincie (Chi 2 =,82 met p =, bij vg=7) is de steekproef proportioneel goed verdeeld. Binnen het vrij onderwijs is er een lichte tendens tot oververtegenwoordiging van de grote entiteiten, en binnen het officieel onderwijs tot oververtegenwoordiging van kleine scholen, maar die afwijkingen zijn niet significant. In Limburg zijn zowel de categorie kleine als de categorie grote scholen iets oververtegenwoordigd zijn ten nadele van de categorie middengrote entiteiten. Maar globaal zijn ook die afwijkingen niet significant..4.2 Kleuteronderwijs Gezien vertrokken werd van een steekproef die representatief moest zijn voor het lager onderwijs, ligt het niet voor de hand dat de gerealiseerde referentiesteekproef (met inbegrip van kleuters toeleverende kleuter- en basisscholen) ook representatief zou zijn voor het aanbod aan kleuteronderwijs in Vlaanderen. Bij controle blijkt evenwel voor geen enkele van de criteria statistisch significante afwijkingen voor te komen t.a.v. de verdeling in de populatie (zie tabel 3). T.a.v. schoolnet is de verdeling zeer evenredig met de populatie en dat is ook het geval voor de verdeling naar provincie. Ook de verdeling naar schoolgrootte is geslaagd te noemen, zij het dat er een lichte oververtegenwoordiging vast te stellen valt van de grotere entiteiten. Het aantal zelfstandige kleuterscholen is met 4 (i.p.v. de verwachte 7) iets te beperkt om goed proportioneel te zijn, maar vooral het aantal entiteiten zonder GOK-kleuters valt wat te laag uit, ten voordele van het aantal entiteiten met een gering aantal, vooral Vlaamse kansarme kleuters. Maar ook voor die criteria Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 5

8 waarvoor de verdeling in de steekproef wat schever uitvalt, is de afwijking van de verwachte proportionaliteit niet significant. Tabel 3 Absolute en relatieve frequentie van het aantal reële schooleenheden in de populatie met aanbod kleuteronderwijs en van de beoogde en de gerealiseerde steekproef kleuteronderwijs in functie van stratificatie- en controlevariabelen POPULATIE VERWACHTE GEREALISEERDE FREQUENTIE STEEKPROEF AANTAL SCHOOLNET vrij gesubsidieerd 297 (6,7%) (63,%) officieel gesubsidieerd 454 (2,6%) (2,2%) gemeenschapsonderwijs 352 (6,7%) 2 2 (6,8%) SCHOOLGROOTTE PROVINCIE NIVEAU DOELGROEPLLN GOK SCHOOLTYPE naar aard en aandeel kansarme leerlingen < 2 lln lln. > 36 lln. Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen kleuter kleuter en lager Geen Tot % Tot 3 % Tot 5 % Meer dan5 % Geen GOK-doelgroeplln. Gemidd. 2% vooral Vlaamse Veel louter anderstaligen 5% matig kansarmen 8% anderstalige kansarmen 582 (27,7%) 943 (44,8%) 578 (27,5%) 529 (25,2%) 2 (4,9%) 288 (3,7%) 46 (2,9%) 32 (5,3%) 42 (9,%) 22 (5,8%) 98 (94,2%) 834 (87,2%) 3 (,5%) 4 (4,9%) 53 (2,5%) 8 (3,9%) 637 (3,3%) 4 (48,2%) 79 (3,8%) 278 (3,2%) 95 (4,5%) (25,2%) 53 (44,5%) 36 (3,3%) 29 (24,4%) 6 (5,%) 6 (3,4%) 26 (2,8%) 7 (4,3%) 25 (2,%) 4 (3,4%) 5 (96,6%) 3 (86,6%) (,%) 8 (6,7%) 4 (3,4%) 4 (3,4%) 28 (23,5%) 67 (56,3%) 5 (4,2%) 5 (2,6%) 4 (3,4%) Chi 2 p,56,925,63,729,362,996,374,24 3,4,54 4,89,394 De verdelingen gecombineerd naar net * schoolgrootte (Chi 2 = 2,277 met p =,97 bij vg = 8), provincie * grootte (Chi 2 = 7,35 met p =,983 bij vg=7) en net * provincie (Chi 2 = 2,82 met p =, bij vg=7) lopen zeer sterk parallel met de verdeling in de populatie. Er zijn geen significante afwijkingen vast te stellen. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 6

9 2. De oversampling GOK-scholen Het gelijke-onderwijskansenbeleid (GOK) van de Vlaamse Regering heeft als doel de onderwijskansen te verhogen van diverse groepen van leerlingen met een hoger dan gemiddeld risico op schoolachterstand: kinderen in gezinnen die leven van vervangingsinkomen, thuisloze kinderen, kinderen van trekkende bevolking, kinderen van laag opgeleide ouders, anderstalige kinderen. Het longitudinaal schoolloopbanenonderzoek in het basisonderwijs heeft mede als doelstelling de effecten van dit beleid te evalueren. Om daarover verantwoorde uitspraken te kunnen doen, dienen we te beschikken over een voldoende aantal scholen die extra middelen krijgen in kader van het gelijke kansenbeleid. In de referentiesteekproef zijn bepaalde subgroepen van doelgroepleerlingen van het gelijkeonderwijskansenbeleid slechts in beperkte mate vertegenwoordigd, te beperkt om de differentiële effectiviteit van het gelijke-onderwijskansenbeleid ten aanzien van die subgroepen te kunnen nagaan. Daarom wordt een aanvullende steekproef van 3 zogenaamde GOK-scholen (Gelijke OnderwijsKansenbeleid-scholen) getrokken. Concreet wordt een oversampling beoogd van scholen met een groot aandeel van bepaalde subcategorieën van doelgroepleerlingen. 2. Basisprincipes Qua vertrekpunt gelden dezelfde basisprincipes als van de referentiesteekproef met uitzondering van punt 4: de stratificatiecriteria. De stratificatiecriteria in de GOK-oversampling zijn de schoolcluster waartoe ze behoren en de provincie. De schoolclusters werden opgebouwd op basis van leerlingclusters waarin de verschillende combinaties van GOK-criteria op basis van latente klassenanalyse werden samengebracht. 2.2 Procedure De volgende werkwijze werd gehanteerd:. Er werd nagegaan welke grote clusters van kansarme leerlingen onderscheiden kunnen worden, vertrekkend van de indicatoren die in het GOK vooropgesteld worden: thuislozen trekkende bevolking leven van vervangingsinkomen laag opleidingsniveau moeder niet- Nederlandstalig Via latente klas-analyse werd, vertrekkend van het aantal leerlingen per combinatie van de genoemde criteria, een beperkter aantal clusters van leerlingen gedefinieerd dat de verscheidenheid aan doelgroepleerlingen in voldoende mate dekt. 2. In een tweede stap werden categorieën van scholen onderscheiden binnen de populatie van scholen met GOK-doelgroepleerlingen (gebaseerd op de onderscheiden leerlingenclusters). Deze categorieën worden als basis genomen voor het bepalen van de strata van de oversampling. 3. Er werd vervolgens nagegaan hoeveel scholen van elke categorie (of scholencluster) reeds in de referentiesteekproef voorkomen. Voor elke categorie van GOK-scholen werd een minimum aantal bepaald. De aanvullende steekproef werd zo getrokken dat voor elke categorie dat minimum aantal bereikt wordt. Dit houdt in dat bepaalde GOK-strata oversampled worden. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 7

10 2.2. De leerlingenclusters Alle combinaties van criteria samengenomen behoort iets minder dan 3% van de leerlingen tot de doelgroep van het gelijke-onderwijskansenbeleid, verspreid over 67 voor extra ondersteuning in aanmerking komende scholen (scholen met minstens % doelgroepleerlingen). Tabel 4 Verdeling van de GOK-criteria beantwoorden over de 67 in aanmerking komende scholen Criterium N lln. % N scholen 2 Min. 3 Max. Gemiddelde SD Vervangingsinkomen Thuisloos Trekkende bevolking Moeder laag opgeleid Niet-Nederlands Alle combinaties van criteria ,89,,36 2,52 5,2 29, ,8 3,2,4 62,6 43,68 84,64 Totaal (alle lln.) ,8 5,38 Percentage leerlingen dat aan criterium beantwoordt t.o.v. totaal aantal leerlingen. Percentages zijn niet optelbaar. 2 Scholen met minimaal leerling die aan het criterium beantwoordt. 3 Min., max., gemiddelde en standaarddeviatie (SD) berekend op alle 67 scholen. 27,6 7,49 4,2 5,5 6,68 62,33 De vijf criteria leiden tot 32 mogelijke combinaties (2 5 ). Ze komen ook allemaal voor, zij het in sterk verschillende mate. Bijlage 2 geeft de frequentieverdeling per combinatie op leerlingniveau. Een eerste aanzet tot reductie van het aantal categorieën met combinaties van criteria werd gedaan door middel van latente klassenanalyse op de 3 combinaties die verschillend zijn van de -combinatie. De meest bevredigende oplossing (hoogste p-waarde in combinatie met laagste BIC-waarde) werd bekomen met een 5-cluster-oplossing. Tabel 5 toont de classificatie van de 3 categorieën. De vijf clusters ogen vrij logisch.. Cluster bevat combinaties van thuistaal niet-nederlands met elk van de andere criteria. Op één na gaat het om combinaties met één enkel ander criterium. Ook de categorie leerlingen die enkel aan het taalcriterium beantwoorden valt onder deze cluster. Thuistaal niet-nederlands is hier dus het hoofdcriterium. 2. Cluster 2 bevat de Nederlandstalige leerlingen voor wie enkel het diploma moeder -criterium geldt, eventueel in combinatie met de criteria trekkende bevolking of thuisloos. Geen van hen leeft van vervangingsinkomens. Een laag-opgeleide moeder hebben is hier het hoofdcriterium. 3. Cluster 3 bevat zo goed als alle categorieën waarin de combinatie taal niet-nederlands & vervangingsinkomen voorkomt. Alleen de zuivere combinatie taal niet-nederlands & vervangingsinkomen zonder bijkomende criteria valt er niet onder. Die valt onder cluster. Twee kleinere categorieën waarin wel het taalcriterium maar niet het vervangingsinkomen voorkomt, vallen ook onder deze cluster. Het hoofdkenmerk van deze cluster is evenwel de groepering van anderstalige leerlingen van wie het gezin van een vervangingsinkomen leeft. 4. Cluster 4 omvat zo goed als alle combinaties van het criterium vervangingsinkomen voor zover het taalcriterium er niet in voorkomt. Deze cluster groepeert dus in principe alle Nederlandstalige leerlingen van wie het gezin van een vervangingsinkomen leeft. 5. De categorieën die onder cluster 5 vallen hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze combinaties vormen met de criteria trekkende bevolking of thuisloos. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 8

11 Tabel 5 Resultaten van latente klassenanalyse op totale groep lln -lln. (N = = 36866) Cluster Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4 Cluster 5 Frequentie Pct. op Taal , Taal+dipl ,76 3. Taal+trek 3,22 4. Taal+thuisl 328,7 5. Taal+dipl+thuisl 69,3 6. Taal+vvi 482,3 7. Dipl 47643,2 8. Dipl + trek 293,63 9. Dipl + thuisl 876,88. Taal+dipl+trek 55,33. Taal+dipl+trek+thuis 28,6 2. Taal+vvi+dipl 542 3,3 3. Taal+vvi+trek 39,8 4. Taal+vvi+dipl+trek 437,94 5. Taal+vvi+thuis 47,3 6. Taal+vvi+thuis+dipl 449,96 7. Taal+vvi+thuis+trek 3,7 8. Taal+vvi+thuis+trek+dipl 43,9 9. VVI 7245,55 2. VVI+dipl 796,59 2. VVI+trek 58,2 22. VVI+dipl+trek 78,7 23. VVI+thuis 349, VVI+thuis+dipl 653,4 25. VVI+thuis+dipl+trek 5,3 26. Trek 295, Thuis 547, Trek+thuis 35,7 29. Trek+thuis+taal 2,4 3. Trek+thuis+dipl 32,7 3. Trek+thuis+vvi 2,4 N Perc.,535,452 3,585 3,38,47 29,37 Hoewel de clusters inhoudelijk goed interpreteerbaar blijken, voldoet de classificatie van de combinaties toch niet perfect aan de inhoudelijke definitie die van de clusters gegeven kan worden. We stellen daarom enkele beperkte wijzigingen van de classificatie voor (zie tabel 6). De categorie taal niet-nederlands zonder enige combinatie met andere criteria brengen we in een aparte cluster onder (cluster a). Twee overwegingen liggen hieraan ten grondslag: o De grote omvang van de categorie (2.325 leerlingen) o De beleidsbepaling dat leerlingen voor wie enkel het taalcriterium geldt niet mee geteld worden voor de toekenning van extra ondersteuning. Scholen die veel van dit soort leerlingen zouden tellen maar nauwelijks andere krijgen geen of weinig extra ondersteuning en vormen als zodanig ook geen voorwerp van het GOK-beleid. Bij de steekproeftrekking moet hier ook rekening gehouden mee worden. De categorie taal niet-nederlands + vervangingsinkomen wordt onder cluster 3 geplaatst. Zodoende omvat cluster 3 alle anderstaligen die van een vervangingsinkomen leven. Omgekeerd verhuizen de categorieën (taal + diploma moeder + trekkende bevolking) en (taal + diploma moeder + trekkende bevolking + thuisloos) naar cluster. Zodoende bevat cluster 3 enkel combinaties waarin minstens de criteria taal en vervangingsinkomen samen voorkomen. Cluster wordt dan meer de groepering van anderstalige leerlingen van wie het gezin NIET van een vervangingsinkomen leeft. Categorie 3 (vervangingsinkomen + trekkende bevolking + thuisloos) verhuist naar cluster 4 waar ook al de combinaties vervangingsinkomen + trekkende bevolking en vervangingsinkomen + thuisloos in voorkwamen. Cluster 4 bevat zodoende alle combinaties met vervangingsinkomen zonder het taalcriterium. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 9

12 Resten nog de kleine categorieën 29 en 3 die naar cluster resp. 2 kunnen verhuizen waar ze onder de hoofdkenmerken taal resp. diploma vallen en waardoor cluster 5 een zuivere cluster wordt van thuisloze en/of trekkende kinderen zonder combinatie met andere criteria. Tabel 6 Voorgestelde classificatie van combinaties van GOK-criteria op leerlingniveau Cluster a en b Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4 Cluster 5 Frequentie Pct. op Taal , Taal+dipl ,76 3. Taal+trek 3,22 4. Taal+thuisl 328,7 5. Taal+dipl+thuisl 69,3. Taal+dipl+trek 55, Taal+trek+thuis 2,4. Taal+dipl+trek+thuis 28,6 7. Dipl 47643,2 8. Dipl + trek 293,63 9. Dipl + thuisl 876,88 3. Dipl + trek+ thuisl 32,7 6. Taal+vvi 482,3 2. Taal+vvi+dipl 542 3,3 3. Taal+vvi+trek 39,8 4. Taal+vvi+dipl+trek 437,94 5. Taal+vvi+thuis 47,3 6. Taal+vvi+thuis+dipl 449,96 7. Taal+vvi+thuis+trek 3,7 8. Taal+vvi+thuis+trek+dipl 43,9 9. VVI 7245,55 2. VVI+dipl 796,59 2. VVI+trek 58,2 22. VVI+dipl+trek 78,7 23. VVI+thuis 349, VVI+thuis+dipl 653,4 25. VVI+thuis+dipl+trek 5,3 3. VVI+trek+thuis 2,4 26. Trek 295, Thuis 547, Trek+thuis 35,7 N pct 4,56 5,982,459 4,576 3,322,42 29,37 Tabellen 5 en 6 laten zien dat het al dan niet leven van een vervangingsinkomen en het al dan niet anderstalig zijn de hoofddimensies vormen in de clustering van leerlingen. De verdeling van de leerlingen basisonderwijs over de onderscheiden clusters en de spreiding daarvoor over de 67 scholen vindt men in tabel 7. Tabel 7 GOK-leerlingen naar clusters en spreiding over scholen (N scholen = 67) Min. aantal Max. aantal Totaal aantal gemiddeld aantal Std. Dev. lln. in school lln. in school lln alle scholen lln. per school Niet doelgroeplln. Cluster a (taal) Cluster b (taal & andere) Cluster 2 (diploma &) Cluster 3 (taal + vvi &) Cluster 4 (Nltalige vvi &) Cluster 5 (trekkers & thuisloos) (7,7%) 2325 (4,6%) (6,%) (,5%) 237 (4,6%) 554 (3,3%) 877 (,4%) 24,6 3,9 7,28 3,2 3,22 9,59,6 3,85 22,26 29,38 9,7 24,55 8,49 2,2 Alle leerlingen BaO ,8 5,38 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking

13 2.2.2 De schoolclusters De volgende stap bestaat erin de scholen te clusteren naar hun aandeel leerlingen in elk van de clusters GOK-doelgroepleerlingen om op basis daarvan binnen de populatie scholen GOK-strata te bepalen. Voor de clustering van scholen werd de K-clustering-techniek gebruikt met het percentage leerlingen in elk van de leerlingclusters als indicatoren. Oplossingen met 2 tot 8 scholenclusters werden vergeleken op hun onderscheidend vermogen. De oplossing met 4 scholenclusters bleek het duidelijkste onderscheid in types van scholen op te leveren. In tabel 8 vindt men per scholencluster het aantal scholen en het gemiddelde percentage leerlingen in elk van de leerlingclusters. Tabel 8 Gemiddeld percentage leerlingen in elk van de leerlingclusters per scholencluster (N scholen = 67) Gemidd. pct. louter anderstaligen Gemidd. pct. niet-vvi, anderstaligen & Gemidd. pct. niet-vvi, Nederlandstalig & Gemidd. pct. VVI, anderstalig, & Gemidd. pct. VVI, Nederlandstalig, & Gemidd. pct. trekkers en thuislozen Scholencluster ,8 5,5 6,84,9 3,5 6,92 8,33 7,6,3 7,6,3,84 2,29 2,4,3,55 2,75,43 9,9 37,9 4,56 35, 3,72,8 Gemidd. totaal pct. GOK-doelgroeplln. 9,36 66,93 48,68 89,65 Aantal scholen Scholencluster telt het grootste aantal scholen (25 op 67, d.i. 69,6%). Het zijn scholen met relatief weinig GOK-doelgroepleerlingen (gemiddeld 9,36 % van hun leerlingen), waarvan de meeste Vlaamse, Nederlandstalige kinderen zijn, met een moeder met een laag opleidingsniveau, maar niet levend van een vervangingsinkomen. 2. Scholencluster 2 is met 85 scholen de kleinste cluster. Gemiddeld twee op drie leerlingen zijn er GOK-doelgroepleerlingen, vooral anderstaligen waarvan de meeste behalve hun anderstaligheid aan geen enkel ander GOK-criterium beantwoorden. In tweede orde gaat het om anderstaligen die wel nog aan andere criteria beantwoorden, maar niet van een vervangingsinkomen leven. 3. Scholencluster 3 telt 3 scholen met gemiddeld iets minder dan 5% GOK-doelgroepleerlingen, waarvan de helft autochtone kansarmen: vooral Vlaamse kinderen waarvan de moeder laag opgeleid is maar ook een relatief hoog percentage Vlaamse kinderen uit gezinnen die van een vervangingsinkomen leven. 4. Scholencluster 4 lijkt vooral de klassieke concentratiescholen te groeperen. Ze tellen gemiddeld bijna 9% GOK-doelgroepleerlingen, vooral kansarme allochtonen (anderstaligen), waarvan de helft van een vervangingsinkomen blijkt te leven Verdeling schoolclusters binnen de referentiesteekproef en de oversampling Omdat de referentiesteekproef op basis van reële entiteiten is getrokken, werd ook de typering naar schoolcluster op het niveau van de reële entiteit gebracht. Voor reële entiteiten met meer dan één administratieve eenheid school werd daartoe het patroon van de percentages leerlingen in elk van de leerlingclusters vergeleken met het patroon dat men in tabel 8 gepresenteerd vindt. (Er werd niet alleen rekening gehouden met de gemiddelde percentages, maar ook met de minima en maxima). In tabel 9 vindt men de verdeling van de populatie Vlaamse basisscholen (reële entiteiten) met respectievelijk aanbod KO en LO en van de referentiesteekproeven KO en LO over de schoolclusters. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking

14 Tabel 9 Absolute en relatieve frequentie reële schooleenheden per schoolcluster in de populatie en in de referentiesteekproeven schoolcluster schoolcluster schoolcluster 2 schoolcluster 3 schoolcluster 4 Populatie aanbod KO Referentiesteekproef KO 637 (3,3%) 4 (48,2%) 79 (3,8%) 278 (3,2%) 95 (4,5%) 28 (23,5%) 67 (56,3%) 5 (4,2%) 5 (2,6%) 4 (3,4%) Populatie aanbod LO Referentiesteekproef LO 64 (28,4%) 65 (5,%) 78 (3,7%) 283 (3,3%) 99 (4,6%) 28 (23,9%) 64 (54,7%) 5 (4,3%) 6 (3,7%) 4 (3,4%) Totaal Ongeveer drie op tien reële entiteiten komen niet in aanmerking voor extra lestijden in het kader van het gelijke-onderwijskansenbeleid wegens minder dan % GOK-doelgroepleerlingen (scholencluster ). Die groep is in de referentiesteekproef iets ondervertegenwoordigd. Iets minder dan de helft van de reële entiteiten behoort tot de cluster van de scholen met gemiddeld een eerder beperkt aantal GOK-doelgroepleerlingen waarin de autochtone, Nederlandstalige kansarmen die niet van een vervangingsinkomen leven de boventoon voeren (cluster ). Die categorie is in de referentiesteekproef iets oververtegenwoordigd. 79 reële entiteiten behoren tot cluster 2, de groep met een relatief hoog aandeel anderstaligen die behalve hun anderstaligheid aan geen enkel ander kansarmoede-criterium beantwoorden. Die cluster is met 5 scholen goed proportioneel vertegenwoordigd in de referentiesteekproef. Dat is ook het geval voor cluster 3, de groep scholen met een relatief hoog aandeel Vlaamse autochtone kansarme leerlingen. Lichtjes ondervertegenwoordigd is ook cluster 4, de groep scholen met een hoog aandeel anderstalige kansarme leerlingen. Globaal genomen is de vertegenwoordiging van de clusters in de referentiesteekproeven KO en LO goed proportioneel met de verdeling in de populatie. De chi-kwadraat-toetsen zijn voor KO noch voor LO significant (p >,39 resp. p >,7). Wat uit de verdeling naar scholenclusters niet zo duidelijk naar voor komt is hoe het gesteld is met de kleinste GOK-doelgroepen: de thuisloze kinderen en de kinderen van trekkende bevolking. Omdat we niet over gegevens beschikken van scholen met minder dan % GOK-doelgroepkinderen, hebben we natuurlijk geen echt volledig beeld van het aantal kinderen in het Vlaamse basisonderwijs uit gezinnen die leven van een vervangingsinkomen, het aantal thuisloze kinderen, het aantal kinderen van trekkende bevolking, enz. Maar als we daarvan abstractie maken, dan kunnen we stellen dat naargelang van het criterium de scholen in de referentiesteekproef 5,5 tot 6,8% van de betreffende categorie in de Vlaamse leerlingenpopulatie zal tellen. Voor kinderen van trekkende bevolking gaat het om 92 individuen, voor thuisloze kinderen om 289. Let wel, dat zijn de aantallen in de totale schoolbevolking van de betrokken scholen. Gezien in de referentiesteekproef slechts één leeftijdscohorte opgenomen is, moeten we die aantallen nog eens delen door 9 tot. We kunnen dus verwachten dat de referentiesteekproef zal tellen: 25 kinderen uit gezinnen levend van een vervangingsinkomen 29 thuisloze kinderen 9 kinderen van trekkende bevolking 629 kinderen van laag opgeleide moeders 469 anderstaligen Deze getallen zijn niet optelbaar omdat deze categorieën in combinatie met elkaar voorkomen. In eerste instantie werd voor de oversampling uitgegaan van de scholenclusters. In tweede instantie werd nagekeken of eventueel correcties nodig waren om van alle categorieën leerlingen voldoende aantallen te hebben. Gezien op het moment van de trekking van de GOK-steekproef de trekking van de referentiesteekproef nog bezig was, werd hiervoor van de beoogde steekproef uitgegaan. Vooral Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 2

15 scholenclusters 2, 4 en 3 bleken in de beoogde referentiesteekproef slechts beperkt aanwezig te zijn met resp. 5, 7 en 5 scholen. Beoogd werd die aantallen aan te vullen zo dat het er van elke categorie even veel werden: Tabel Overzicht van de beoogde oversampling voor GOK-scholenclusters 2, 3 en 4 (reële schooleenheden met aanbod LO) Beoogde referentiesteekproef (aanbod LO) oversampling Beoogde Totaal schoolcluster 2 schoolcluster 3 schoolcluster Totaal Concreet werd dus beslist om scholen van clusters 2, 3 en 4 te oversamplen. Voor cluster was dit niet nodig omdat daarvan al voldoende scholen in de referentiesteekproef aanwezig zijn. Om voor de drie vermelde clusters tot een totaal aantal van telkens 8 scholen te komen dienden nog 3 scholen van cluster 2 getrokken te worden, 3 scholen van cluster 3 en scholen van cluster 4; gelijk verspreid over de provincies. In totaal komt dit neer op een bijkomende steekproef van 27 scholen. Qua vertrekpunt voor de selectie van scholen voor deze oversampling gelden dezelfde basisprincipes als bij de referentiesteekproef met uitzondering van punt 4: de stratificatiecriteria. De stratificatiecriteria in de GOK-oversampling zijn de schoolcluster waartoe ze behoren en een paritaire verdeling (indien mogelijk) per provincie. In deze steekproef en in de referentiesteekproef bleek het aantal thuisloze kinderen en kinderen van de trekkende bevolking heel erg beperkt. Dit omdat het totaal aantal in de totale schoolbevolking ook zeer miniem is. Om toch uitspraken te kunnen doen over die leerlingen werden heel gericht 6 scholen getrokken die relatief hoge aantallen van die kinderen tellen, 3 scholen met veel kinderen van de trekkende bevolking en 3 scholen met veel thuisloze kinderen. Alles samen komt dit dus neer op een bijkomende steekproef van 33 reële entiteiten (27 + 6) die in aanmerking komen voor extra middelen in kader van het gelijke-onderwijskansenbeleid. Van die 33 initieel aangeschreven reële entiteiten zegden 9 scholen toe (57,6%). Van de 4 scholen die weigerden werden 3 scholen vervangen. Er werd beslist om de weigerende school met veel thuisloze kinderen niet te vervangen omdat bleek dat het onmogelijk was om die kinderen gedurende een langere periode (meerdere jaren) te volgen. Van die 3 vervangende scholen zegden 5 scholen toe (38,5%). Voor de 8 weigeraars konden opnieuw 5 vervangingen worden doorgevoerd. Daarvan deden er 4 mee (8%). In totaal komen we zo aan 28 scholen. Dit is 84,8% van het beoogde aantal van 33 reële entiteiten. De overall -respons ligt bij deze groep scholen wel aanzienlijk lager dan in de referentiesteekproef: 28/5 = 54,9%. Dit wordt verder verkend in het non-respons onderzoek. 2.3 Toevoegingen In totaal werden nog 2 toeleverende autonome kleuterscholen toegevoegd die kleuters leveren aan een school uit de GOK-steekproef. Deze scholen nemen vanzelfsprekend enkel gedurende één jaar deel. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 3

16 2.4 Beschrijving en representativiteit van de gerealiseerde steekproef 2.4. Lager onderwijs Tabel geeft een overzicht van de gerealiseerde GOK-oversampling per scholencluster voor die reële eenheden die lager onderwijs aanbieden. Net als voor de referentiesteekproef gebeurde de trekking immers initieel bij reële eenheden die lager onderwijs aanbieden. Omdat naderhand ook in de parallel getrokken oversampling van methodescholen reële eenheden behorende tot scholencluster 3 bleken te zitten, wordt voor een goed overzicht ook die oversampling in de tabel betrokken. Tabel Situering van de gerealiseerde GOK-oversampling binnen het geheel van de steekproeven (reële schooleenheden met Lager Onderwijs) Gerealiseerde referentiesteekproef (aanbod LO, zonder toevoegingen) Gerealiseerde GOKoversampling Gerealiseerde oversampling methodescholen schoolcluster schoolcluster schoolcluster 2 schoolcluster 3 schoolcluster Totaal Totaal Voor scholencluster 2 werd het beoogde aantal van 8 reële schooleenheden net gehaald. Voor scholencluster 3 werd het beoogde aantal van 8 ruim overschreden. Van de 27 reële eenheden in de algehele steekproef behorend tot de categorie van de cluster 3-scholen, komen 6 voor rekening van de oversampling methodescholen. Voor de referentiesteekproef en de GOK-oversampling samen gaat het om 2 reële eenheden. In de gerealiseerde referentiesteekproef bleek door het aanspreken van de reservesteekproef één cluster 3-school meer te zitten dan verwacht. Dat er bij de GOKoversampling vijf cluster 3-scholen terecht kwamen in plaats van de verwachte drie, heeft te maken met de extra trekking van reële schooleenheden met relatief veel thuisloze kinderen of kinderen behorende tot de trekkende bevolking. Twee van die eenheden behoren ook tot cluster 3. Eén andere behoort tot cluster 4 en één tot cluster. Dat laatste is meteen ook de reden waarom in de GOK-oversampling toch een cluster -school terechtkwam, hoewel het dus niet de bedoeling was uit die groep te oversamplen. Voor wat scholencluster 4 betreft, de groep van de klassieke concentratiescholen, werd het beoogde aantal van 8 niet gehaald. Dat komt enerzijds omdat van die categorie uiteindelijk slechts negen scholen in de GOK-oversampling terechtkwamen, in plaats van de beoogde elf, maar anderzijds omdat in de gerealiseerde referentiesteekproef uiteindelijk slechts vier cluster 4-scholen terecht kwamen, in plaats van de verwachte zeven. Vooral de klassieke concentratiescholen bleken dus moeilijk te bewegen te zijn tot deelname aan het onderzoek. In tabel 2 vindt men een overzicht van de verdeling binnen elke cluster naar schoolnet, schoolgrootte, provincie en onderwijsaanbod. Wat de gerealiseerde steekproef betreft, werden hierin alle scholen opgenomen uit de referentiesteekproef en de GOK-oversampling samen, niet enkel die uit de aanvullende steekproef. De bedoeling was immers te komen tot 3 x 8 scholen voor de clusters 2, 3 en 4, rekening houdend met wat reeds aanwezig was in de referentiesteekproef. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 4

17 Tabel 2 Absolute en relatieve frequentie van het aantal scholen in de populatie en het geheel van de gerealiseerde referentiesteekproef en GOK-oversampling in functie van schoolnet, schoolgrootte, provincie en onderwijsniveau voor de verschillende GOK-clusters voor scholen met aanbod lager onderwijs POPULATIE VERWACHTE FREQUENTIE GEREALISEERDE STEEKPROEF CLUSTER AANTAL SCHOOLNET vrij gesubsidieerd officieel gesubsidieerd gemeenschapsonderwijs 687 (64,5%) 246 (23,%) 32 (2,4%) 4,9 5, 8, SCHOOLGROOTTE PROVINCIE NIVEAU < 2 lln lln. > 36 lln. Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen lager kleuter en lager 62 (5,2%) 544 (5,%) 359 (33,7%) 282 (26,5%) 5 (,5%) 53 (4,4%) 258 (24,2%) 3 (2,2%) 237 (22,3%) 77 (7,2%) 988 (92,8%) 9,9 33,2 2,9 7,2,3 9,3 5,7 7,9 4,5 4,7 6,3 4 (63,%) 5 (23,%) 9 (3,8%) 8 (2,3%) 35 (53,8%) 22 (33,8%) 9 (29,2%) (,%) 8 (2,3%) 6 (24,6%) 8 (2,3%) 4 (2,5%) 4 (6,2%) 6 (93,8%) CLUSTER 2 AANTAL SCHOOLNET vrij gesubsidieerd officieel gesubsidieerd gemeenschapsonderwijs 39 (5,%) 2 (25,6%) 9 (24,4%) 9, 4,6 4,4 SCHOOLGROOTTE PROVINCIE NIVEAU < 2 lln lln. > 36 lln. Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen lager kleuter en lager 35 (44,9%) 36 (46,2%) 7 (9,%) 8 (,3%) 56 (7,8%) (,3%) (,%) 2 (5,4%) (,3%) (,3%) 77 (98,7%) 8, 8,3,6,8 2,9,2, 2,8,2,2 7,8 9 (5,%) 4 (22,2%) 5 (27,8%) 8 (44,4%) 7 (38,9%) 3 (6,7%) 5 (27,8%) 8 (44,4%) (,%) (,%) 5 (27,8%) (,%) (,%) 8 (%) CLUSTER 3 AANTAL SCHOOLNET vrij gesubsidieerd officieel gesubsidieerd gemeenschapsonderwijs 88 (3,%) 59 (2,8%) 36 (48,%) 6,5 4,4, SCHOOLGROOTTE PROVINCIE NIVEAU < 2 lln lln. > 36 lln. Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen lager kleuter en lager 94 (33,2%) 3 (45,9%) 59 (2,8%) 93 (32,9%) 2 (,7%) 55 (9,4%) 64 (22,6%) 8 (6,4%) 5 (8,%) (3,9%) 272 (96,%) 7, 9,6 4,4 6,9, 4, 4,7,3 3,8, 2, 6 (28,6%) 4 (9,%) (52,4%) 8 (38,%) 9 (42,9%) 4 (9,%) 4 (9,%) (4,8%) 3 (4,3%) 8 (38,%) (,%) 5 (23,8%) (4,8%) 2 (95,2%) CLUSTER 4 AANTAL SCHOOLNET vrij gesubsidieerd officieel gesubsidieerd gemeenschapsonderwijs 39 (39,4%) 37 (37,4%) 23 (23,2%) 5, 4,9 3, SCHOOLGROOTTE PROVINCIE NIVEAU < 2 lln lln. > 36 lln. Antwerpen Brussel Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen lager kleuter en lager 28 (28,3%) 57 (57,6%) 4 (4,%) 39 (39,4%) 26 (26,3%) 7 (7,2%) (,%) 2 (2,%) 4 (4,%) 7 (7,%) 92 (92,9%) 3,7 7,5,8 5, 3,4 2,2,4,3,5,9 2, 6 (46,2%) 3 (23,%) 4 (3,8%) 2 (5,4%) 8 (6,5%) 3 (23,%) 4 (3,8%) 2 (5,4%) 5 (38,5%) 2 (5,4%) (,%) (,%) (7,7%) 2 (92,3%) Chi 2 p,4,933,488,784,748,98,2,73,29,896,8,44 2,378,5,34,58,7,99,245,885,73,48,46,829,358,57,766,44 6,6,3,9,925 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 5

18 Binnen de clusters is de verdeling naar schoolgrootte, onderwijsnet, provincie en onderwijsaanbod vrij evenredig met de verdeling binnen de populatie. Op de verdeling over de provincies binnen clusters 2 en 3 na, is er geen enkele significante afwijking. Dat is dus wel het geval voor de verdeling over de provincies voor cluster 2 omdat daar doelbewust gestreefd werd naar een eerder paritaire dan proportionele verdeling over de provincies. Bij een proportionele verdeling zouden we bijna uitsluitend scholen uit Brussel hebben moeten rekruteren. Dat zou wegens de relatief grotere non-respons binnen het Brusselse niet alleen tot meer moeilijkheden in het bereiken van het vooropgestelde aantal geleid hebben, het zou ook de bruikbaarheid van de oversampling voor analyses bemoeilijkt hebben wegens de dan wel zeer kleine aantallen voor Antwerpen en Vlaams- Brabant. Een opsplitsing naar provincie zou hier wel eens relevant kunnen zijn omdat vermoed kan worden dat de louter anderstaligen in Antwerpen anders zijn dan die in Brussel. De vrij onproportionele verdeling naar provincie binnen cluster 3 (significant afwijkend) houdt verband met de aanwezigheid van scholen met relatief veel thuisloze leerlingen en leerlingen uit de trekkende bevolking in Oost-Vlaanderen. Betrekken we ook de cluster - en cluster 3-scholen uit de methodescholensteekproef in deze analyses, dan blijken voor cluster de verdelingen in de steekproef iets meer van de verdelingen in de populatie af te wijken, evenwel zonder dat die afwijkingen significant worden. Voor cluster 3 geldt een gelijkaardige vaststelling. De afwijking van de verdeling over de provincies wordt nog sterker (Chi2 = 3,35 met p <,2 bij vg = 5). Meer details vindt men in bijlage Kleuteronderwijs Op kleuterniveau liggen de verhoudingen tussen de clusters ietsje anders dan voor het lager onderwijs omwille van de 2 toeleverende autonome kleuterscholen die toegevoegd werden aan de GOK-steekproef (zie 2.3 Toevoegingen). Tabel 3 geeft een overzicht. De verdeling over onderwijsnet, schoolgrootte, provincie en onderwijsaanbod loopt erg parallel met wat voor de reële eenheden met aanbod lager onderwijs kon worden vastgesteld. Net als voor de reële eenheden met aanbod lager onderwijs is de verdeling van de cluster 2-scholen over de provincies significant afwijkend van de verdeling binnen de populatie (Chi 2 =,878 met p <,5 bij vg = 5), wegens het hoger vermelde nastreven van een pariteit tussen het Brussels Gewest en de provincies Antwerpen en Vlaams Brabant. Verschillend met het lager onderwijs is dat voor de cluster 3-scholen de verdeling over de provincies niet meer significant afwijkt van de verdeling binnen de populatie (Chi 2 = 4,258 met p >,5 bij vg = 5); daarentegen is binnen cluster 3 nu wel het aandeel zelfstandige kleuterscholen significant groter dan verwacht (Chi 2 = 5,437 met p <,2 bij vg = ). In de cluster 3-groep komen 2 zelfstandige kleuterscholen voor, terwijl de verwachte frequentie,5 bedraagt. Voor alle overige verdelingen zijn de Chi-kwadraat-waarden niet significant (p >,4). Tabel 3 Overzicht van de gerealiseerde GOK-oversampling: reële schooleenheden met aanbod kleuteronderwijs schoolcluster schoolcluster schoolcluster 2 schoolcluster 3 schoolcluster 4 Gerealiseerde referentiesteekproef (aanbod KO) Gerealiseerde GOK- Oversampling (aanbod KO) Gerealiseerde oversampling methodescholen Totaal Totaal Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 6

19 3. De oversampling methodescholen Vanuit de stuurgroep werd gevraagd om voldoende diversiteit inzake pedagogische visie (project) in de onderzoeksgroep van scholen te hebben. Aan de basis van die interesse ligt de vraag of verschillen in pedagogische visie of in project tussen scholen een effect hebben op de loopbanen en ontwikkeling van kinderen. In de referentiesteekproef zitten slechts twee methodescholen. Daarom werd beslist om ook het aantal methodescholen te oversamplen en een bijkomende steekproef van 25 methodescholen te trekken. Zodoende creëren we voldoende variatie in de pedagogische visie van scholen. 3. Basisprincipes Op basis van gegevens van het Departement Onderwijs en van de koepels werd een overzicht van de methodescholen per vestigingsplaats verkregen. Net als bij de referentiesteekproef werken we met reële entiteiten. Waar bij de referentiesteekproef het werken met reële entiteiten betekent dat sommige administratief aparte scholen op basis van ligging en schoolbestuur samengenomen werden, houdt in het geval van methodescholen het werken met reële entiteiten zoals gezegd eerder het omgekeerde in. Voor sommige methodescholen geldt dat wat officieel één school met verschillende vestigingsplaatsen is, in werkelijkheid verschillende reële entiteiten zijn, ver van elkaar gelegen (andere gemeenten) en soms met een naar eigen zeggen verschillend pedagogisch project. Enkel de vestigingsplaatsen die werkelijk konden gezien worden als samen een reële entiteit vormend, werden voor de selectie samengevoegd. Soms volgt ook slechts één vestigingsplaats van een school methode-onderwijs. Dan werd enkel die vestigingsplaats opgenomen. Dat leidde tot een populatie van 8 reële entiteiten als volgt verdeeld over koepels en methodes: Tabel 4 Aantallen methodescholen in Vlaanderen naar koepel en methode Freinet Leefschool Steiner Ervaringsgericht Projectscholen Jenaplan GO FRSV 2 FOPEM 3 OVSG 4 TOTAAL TOTAAL GO = GemeenschapsOnderwijs 2 FRSV = Federatie van Rudolf Steinerscholen in Vlaanderen 3 FOPEM = Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen 4 OVSG = Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap In de referentiesteekproef zitten slechts twee methodescholen (één Freinetschool van het Gemeenschapsonderwijs en één Freinetschool van het OVSG). Om aan een voldoende aantal te komen werden beslist om nog 25 bijkomende methodescholen op te nemen. Bij de selectie van de scholen voor die bijkomende steekproef van methodescholen gelden dezelfde basisprincipes als van de referentiesteekproef met uitzondering van punt 4: de stratificatiecriteria. Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs: steekproeftrekking 7

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

GOK in het Antwerpse basisonderwijs

GOK in het Antwerpse basisonderwijs GOK in het Antwerpse basisonderwijs Telling 1 februari 2011 Sara Vertommen Datum: april 2012 Verantwoordelijke uitgever:studiedienst Stadsobservatie Inleiding 3 Hoofdstuk 1: algemene analyses op de GOK-tellingen

Nadere informatie

LOP Gent BaO. Evolutie in GOK-cijfers

LOP Gent BaO. Evolutie in GOK-cijfers LOP Gent BaO Evolutie in GOK-cijfers 2002 2005 2008-2009 Werkdocument 13.09.2009 Jean Pierre Verhaeghe 0. Inleiding Op de Algemene Vergadering van 8 juni 2009 werd besloten bij het Ministerie van onderwijs

Nadere informatie

Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek

Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Leuven, 29 april 2009 1 Leerlingen en scholen volgen: je kan er uit leren! Uitkomsten van het SiBO-onderzoek Jan Van

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

Methodescholen in Vlaanderen: Instroom en klaspraktijk bij de oudste kleuters

Methodescholen in Vlaanderen: Instroom en klaspraktijk bij de oudste kleuters SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Methodescholen in Vlaanderen: Instroom en klaspraktijk bij de oudste kleuters J.P. Verhaeghe

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2006-2007 Technisch Rapport Versie 0.1-7 maart 2007 Interne notitie Inspectie van het onderwijs Afdeling Kennis

Nadere informatie

De evolutie van schoolse segregatie in Vlaanderen. Overzicht. Segregatie gedefinieerd Belangrijkste bevindingen

De evolutie van schoolse segregatie in Vlaanderen. Overzicht. Segregatie gedefinieerd Belangrijkste bevindingen De evolutie van schoolse segregatie in Vlaanderen Een analyse voor de schooljaren 2001-2002 tot 2011-2012 Thomas Wouters & Steven Groenez Studiedag SSL Een sterk secundair onderwijs 13 maart 2014 www.steunpuntssl.be

Nadere informatie

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Technisch Rapport Versie 1.0-17 maart 2006 Interne notitie Inspectie van het onderwijs Afdeling Kennis Joke Kordes 1. Inleiding

Nadere informatie

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN 3 394 Schooljaar 2014-2015 TOTAAL AANTAL SCHOLEN IN HET BASISONDERWIJS (scholen met kleuteronderwijs, lager onderwijs of kleuter- én lager onderwijs) Antwerpen 90 6 96 368

Nadere informatie

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN 3 402 Schooljaar 2016-2017 TOTAAL AANTAL SCHOLEN IN HET BASISONDERWIJS (scholen met kleuteronderwijs, lager onderwijs of kleuter- én lager onderwijs) Privaatrechtelijk Provincie

Nadere informatie

b) Hoeveel kinderen slaagden voor deze test? Graag een opdeling per provincie met inbegrip van

b) Hoeveel kinderen slaagden voor deze test? Graag een opdeling per provincie met inbegrip van VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 268 van 20 januari 2014 van ANN BRUSSEEL Taaltest basisonderwijs Stand van zaken

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad B-stroom Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 4 2 Situering... 5 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 Inhoud Inleiding... 3 1 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 3 2 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 5 3 Regionale spreiding... 12 Methodologie...

Nadere informatie

B A S I S O N D E R W I J S

B A S I S O N D E R W I J S 28-29 B A S I S O N D E R W I J S in beeld L E E R L I N G E N aantal leerlingen: kleuteronderwijs gewoon 243.482 gewoon 381.882 1.977 27.543 totaal kleuteronderwijs 245.459 totaal 49.425 totaal basisonderwijs:

Nadere informatie

Directievragenlijst schooljaar 2004-2005

Directievragenlijst schooljaar 2004-2005 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2004-2005 N. Vandenberghe, F. Maes & J. Van Damme Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise, P. Onghena

Nadere informatie

De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet. Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk

De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet. Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk Peter Van Petegem Jan Van Hoof EduBROn UA Jef C. Verhoeven Ina Buvens Centrum voor Onderwijssociologie KU

Nadere informatie

Het inschrijvingsrecht in een notendop

Het inschrijvingsrecht in een notendop COC Trierstraat 33 1040 Brussel Het inschrijvingsrecht in een notendop Dat alle leerlingen op school gelijke kansen moeten krijgen, is onbetwistbaar. Het Gelijke Onderwijskansendecreet(GOK-decreet) wil

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

In het officieel onderwijs bestaat bovendien de mogelijkheid om een vrijstelling aan te vragen voor het volgen van een levensbeschouwelijk vak.

In het officieel onderwijs bestaat bovendien de mogelijkheid om een vrijstelling aan te vragen voor het volgen van een levensbeschouwelijk vak. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 208 van ANN BRUSSEEL datum: 4 februari 2016 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Basis- en secundair onderwijs - Levensbeschouwelijke

Nadere informatie

Constructie van de variabele Etnische afkomst

Constructie van de variabele Etnische afkomst Constructie van de variabele Etnische afkomst Ter inleiding geven we eerst een aantal door verschillende organisaties gehanteerde definities van een allochtoon. Daarna leggen we voor het SiBO-onderzoek

Nadere informatie

4 BEPALEN VAN GEWICHTEN

4 BEPALEN VAN GEWICHTEN 4 BEPALEN VAN GEWICHTEN Van het totaal aantal huishoudens die uit het Rijksregister geselecteerd waren (zgn. bruto-steekproef), hebben er een aantal niet meegewerkt aan de enquête. Zulke non-respons veroorzaakt

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS Stand van zaken: Mei 2017 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon basisonderwijs worden de anderstalige nieuwkomers niet apart

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS Stand van zaken: oktober 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon basisonderwijs worden de anderstalige nieuwkomers niet apart

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS Stand van zaken: april 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon basisonderwijs worden de anderstalige nieuwkomers niet apart

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig onderwijs Brussel

Nadere informatie

3.1 Bereidwilligheid om vragenlijsten in te vullen (unit non-respons)

3.1 Bereidwilligheid om vragenlijsten in te vullen (unit non-respons) 3 NON-RESPONS 3.1 Bereidwilligheid om vragenlijsten in te vullen (unit non-respons) Een aantal huishoudens weigerden mee te doen aan de enquête of stuurden onvoldoende formulieren terug. In Tabel 1 geven

Nadere informatie

Voorstelling SiBO-databank

Voorstelling SiBO-databank Voorstelling SiBO-databank Schoolloopbanen in en na het basisonderwijs (SiBO) Nathalie Vandenberghe, Bieke De Fraine & Jan Van Damme Stuurgroepvergadering 27 oktober 2011 Inhoud voorstelling Achtergrond

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Vlaams Parlement, 37-A (2017-2018) Nr. 1 Uiteenzetting in de Commissie voor Onderwijs 12 oktober 2017 1 Situering van GOK-beleid Decreet van 28 juni

Nadere informatie

Het inschrijvingsrecht in een notendop. 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit

Het inschrijvingsrecht in een notendop. 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit Het inschrijvingsrecht in een notendop 1. Voor de start van de inschrijvingen scholen bepalen capaciteit Capaciteit is het totaal aantal leerlingen dat een schoolbestuur als maximaal aantal leerlingen

Nadere informatie

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD 14/11/2008 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...3 2. VAN DE DERDE GOK-CYCLUS NAAR EEN NIEUW FINANCIERINGSSYSTEEM...5 3. DE DERDE GOK-CYCLUS...6 3.1 DE 5 GOK-INDICATOREN...6

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juli 2018 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs

Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs a Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs 1 Managementsamenvatting 181 respondenten (58,) Informatie opgevraagd over maximaal 10 collectieonderdelen (uitsluitend boeken, geen audiovisuele

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: december 2017 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

5. Kan de minister eveneens een overzicht geven voor het schooljaar van het aantal

5. Kan de minister eveneens een overzicht geven voor het schooljaar van het aantal VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 67 van 18 oktober 2013 van ANN BRUSSEEL Basis- en secundair Levensbeschouwelijke

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 Inhoud Inleiding... 3 Methodologie... 3 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 5 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 6 Regionale Spreiding...

Nadere informatie

Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi

Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi Ondersteuningsaanbod vanuit AgODi November 2015 Afdeling basisonderwijs, DKO en CLB. Scholen en Leerlingen Gefaseerde aanpak Collectieve opvanginitiatieven Lokale Opvanginitiatieven Erkende vluchtelingen

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOTLIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juni 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid Leidraad bij het stappenplan Sinds 1 september 2012 is elke school verplicht een geïntegreerd zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te voeren. Dit

Nadere informatie

Gemeenteraadscommissie onderwijs. 25 september 2013

Gemeenteraadscommissie onderwijs. 25 september 2013 Gemeenteraadscommissie onderwijs 25 september 2013 1. Situatieschets onderwijs 2 Groene druk duidelijk voelbaar. Aantal kinderen en jongeren in met meer dan kwart gestegen in vergelijking met 10 jaar geleden.

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: oktober 2016 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

aantal kinderen 0-2 jaar - Deelgemeenten van Deinze

aantal kinderen 0-2 jaar - Deelgemeenten van Deinze aantal kinderen 0-2 jaar - Deelgemeenten van Deinze 2000 2006 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Deinze: Astene (Deinze) 184 153 144 148 151 143 125 124 Deinze: Bachte-Maria-Leerne (Deinze) 47 47 56 65 61 64

Nadere informatie

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Groepsgrootte in het basisonderwijs Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel

Nadere informatie

Peiling wiskunde basisonderwijs

Peiling wiskunde basisonderwijs Peiling wiskunde basisonderwijs Voorstelling resultaten 1 juni 2017 dr. Daniël Van Nijlen Overzicht De peiling wiskunde basisonderwijs Beschrijving van de steekproef Resultaten van de peiling o o Behalen

Nadere informatie

Diversiteit als meerwaarde Engagementsverklaring van de Vlaamse onderwijswereld

Diversiteit als meerwaarde Engagementsverklaring van de Vlaamse onderwijswereld Diversiteit als meerwaarde Engagementsverklaring van de Vlaamse onderwijswereld Overwegende - dat de diversiteit in de Vlaamse samenleving voortdurend toeneemt en een maatschappelijke uitdaging vormt,

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juni 2017 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

nr. 290 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 290 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 290 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig Brussel Lerarentekort

Nadere informatie

De evolutie van het Nederlandstalig Onderwijs in Brussel in cijfers

De evolutie van het Nederlandstalig Onderwijs in Brussel in cijfers De evolutie van het Nederlandstalig Onderwijs in Brussel in cijfers Deze pagina's bieden een kort overzicht van bijna veertig jaar tellingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Voor het gewoon

Nadere informatie

basisonderwijs: overzicht in cijfers

basisonderwijs: overzicht in cijfers basisonderwijs: overzicht in cijfers Schooljaar 2007-2008 Ellen Schryvers Samenvatting verkennende analyse basisscholen en leerlingen in Antwerpen, schooljaar 2007-2008 voor het Lokaal Overlegplatform

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

Studieaanbod in de eerste graad A-stroom. Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs Studieaanbod in de eerste graad A-stroom Screening van de basisopties in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs juli 2015 Inhoud Inhoud... 2 1 Inleiding... 6 2 Situering... 7 3 Leerlingenaantallen

Nadere informatie

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD september 2009 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 3 2. VAN DE DERDE GOK-CYCLUS NAAR EEN NIEUW FINANCIERINGSSYSTEEM... 5 3. DE DERDE GOK-CYCLUS... 6 3.1 DE 5 GOK-INDICATOREN...

Nadere informatie

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek uitgevoerd voor de vzw: Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre September 2009 Dedicated Research

Nadere informatie

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 VREG - Technisch rapport nr. I109 (ATec1428_I109_D) Dimarso N.V., opererend onder de commerciële

Nadere informatie

Directievragenlijst schooljaar

Directievragenlijst schooljaar Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2004-2005 Nathalie Vandenberghe, Frederik Maes & Jan Van Damme Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise,

Nadere informatie

METHODESCHOLEN IN HET VLAAMSE BASISONDERWIJS

METHODESCHOLEN IN HET VLAAMSE BASISONDERWIJS Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen (SSL) Cel Schoolloopbanen in het Basisonderwijs (SiBO) METHODESCHOLEN IN HET VLAAMSE BASISONDERWIJS EEN OVERZICHT VAN ONDERZOEK NAAR DE WERKING EN EFFECTEN VAN METHODESCHOLEN

Nadere informatie

Naar een nieuwe financiering voor het leerplichtonderwijs 0011 0010 1010 1101 0001 0100 1011. Situering en timing.

Naar een nieuwe financiering voor het leerplichtonderwijs 0011 0010 1010 1101 0001 0100 1011. Situering en timing. Naar een nieuwe financiering voor het leerplichtonderwijs 00 000 00 0 000 000 0 Frank Vandenbroucke Persconferentie 26 november 2007 Situering en timing 00 000 00 0 000 000 0 Discussienota 5 juni 2007

Nadere informatie

TELLING DECEMBER 2007: LEERLINGEN MET DIAGNOSE AUTISME Koen Scheurweg, Stafmedewerker beleidsondersteuning, VVKBuO

TELLING DECEMBER 2007: LEERLINGEN MET DIAGNOSE AUTISME Koen Scheurweg, Stafmedewerker beleidsondersteuning, VVKBuO TELLING DECEMBER 2007: LEERLINGEN MET DIAGNOSE AUTISME Koen Scheurweg, Stafmedewerker beleidsondersteuning, VVKBuO Onderstaand artikel geeft u, op basis van de tussentijdse telling door het VVKBuO, ten

Nadere informatie

Peiling wereldoriëntatie: natuur en techniek in het basisonderwijs. dr. Eef Ameel Colloquium 16 juni 2016

Peiling wereldoriëntatie: natuur en techniek in het basisonderwijs. dr. Eef Ameel Colloquium 16 juni 2016 Peiling wereldoriëntatie: natuur en techniek in het basisonderwijs dr. Eef Ameel Colloquium 16 juni 2016 Overzicht De peiling wereldoriëntatie natuur en techniek Achtergrondinformatie Resultaten van de

Nadere informatie

VR MED.0231/2

VR MED.0231/2 VR 217 26 MED.231/2 MONITORING VAN DE NIEUWE OMKADERING BASISONDERWIJS SCHOOLJAAR 212-213 tem 215-216 I. Inleiding Op 1 september 212 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs.

Nadere informatie

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen

Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,

Nadere informatie

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD

HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD HET GOK-DECREET HET EXTRA ONDERSTEUNINGSAANBOD juli 2011 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VAN DE GOK - ONDERSTEUNING NAAR EEN NIEUW FINANCIERINGSSYSTEEM... 5 2.1 Het gewoon basisonderwijs... 5 2.2 Voor het

Nadere informatie

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002 ADVIES Algemene Raad 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002 Advies over het voorontwerp van decreet houdende de toelatingsvoorwaarden tot het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen school

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Vlaamse Regering ~~. =

Vlaamse Regering ~~. = VR 2012 0911 DOC.1119/2 Vlaamse Regering ~~. = >>J - n= Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het gemeentelijk jeugdbeleid DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

basisonderwijs: overzicht in cijfers

basisonderwijs: overzicht in cijfers basisonderwijs: overzicht in cijfers Schooljaar 2010-2011 Sara Vertommen Samenvatting verkennende analyse basisscholen en leerlingen in Antwerpen, schooljaar 2010-2011 voor het Lokaal Overlegplatform basisonderwijs,

Nadere informatie

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon-instellingen - deze lijn wordt niet afgedrukt > Deze woordenlijst

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs. Verslag van het Rekenhof aan het Vlaams Parlement September 2017

Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs. Verslag van het Rekenhof aan het Vlaams Parlement September 2017 Gelijke onderwijskansen in het gewoon basisonderwijs Verslag van het Rekenhof aan het Vlaams Parlement September 2017 Budget voor SES-lestijden SES-lestijden (sedert 2012) 175 miljoen Euro / jr = 3750

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/15/116 ADVIES NR. 08/05 VAN 8 APRIL 2008, GEWIJZIGD OP 6 MEI 2008, OP 4 MAART 2014 EN OP 7 JULI 2015,

Nadere informatie

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007 KONINKRIJK BELGIE KONINKRIJK BELGIE Brussel, Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Adres : Fax.: Hoogstraat, +32(0)2/213.85.65

Nadere informatie

HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs

HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs Bijlage bij omzendbrief BaO/2012/01 HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs In enkele overzichtelijke schema s krijgt u zicht op het inschrijvingsrecht. Bij elk schema leest u ook de basisprincipes

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/043 ADVIES NR 10/23 VAN 5 OKTOBER 2010, GEWIJZIGD OP 5 APRIL 2011, BETREFFENDE HET MEEDELEN VAN ANONIEME

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

9/02/16. De Belgische voorgeschiedenis Structuren SESSIE 1. Voorkennis?

9/02/16. De Belgische voorgeschiedenis Structuren SESSIE 1. Voorkennis? De Belgische voorgeschiedenis Structuren SESSIE 1 Voorkennis? 1 Wie heeft wetgevende bevoegdheid in de beleidscyclus? A. ministers B. departement C. een regering D. het parlement 0% 0% 0% 0% ministers

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Steekproef Betaald middagtoezicht

Steekproef Betaald middagtoezicht Steekproef Betaald middagtoezicht Waarom deze steekproef? Eind vorig schooljaar was er commotie over het betaald middagtoezicht in de Vlaamse lagere scholen. Omdat ook steden en gemeenten moeten besparen,

Nadere informatie

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Leerplichtige leerlingen

Nadere informatie

een inschatting van de onvervulde behoefte aan formele opvang.

een inschatting van de onvervulde behoefte aan formele opvang. Hoofdstuk 2 Rapport Steunpunt WVG Minderbroedersstraat 8 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@kuleuven.be Rapport 25 Het gebruik van en de behoefte aan kinderopvang voor baby s en peuters

Nadere informatie

nr. 271 van ANN BRUSSEEL datum: 13 februari 2015 aan HILDE CREVITS Basis- en secundair onderwijs Levensbeschouwelijke vakken SCHRIFTELIJKE VRAAG

nr. 271 van ANN BRUSSEEL datum: 13 februari 2015 aan HILDE CREVITS Basis- en secundair onderwijs Levensbeschouwelijke vakken SCHRIFTELIJKE VRAAG SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 271 van ANN BRUSSEEL datum: 13 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Basis- en secundair onderwijs Levensbeschouwelijke

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Methodescholen in Vlaanderen: Leerwinst bij de oudste kleuters

Methodescholen in Vlaanderen: Leerwinst bij de oudste kleuters Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Methodescholen in Vlaanderen: Leerwinst bij de oudste kleuters J.P. Verhaeghe & J. Van Damme Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise,

Nadere informatie

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT Utrecht, maart 2008 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding en probleemstelling 5 2 Resultaten basisonderwijs 7 2.1 Representativiteit

Nadere informatie

Enquête naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar Voorjaar 2004

Enquête naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar Voorjaar 2004 Voorjaar Enquête naar het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar Voorjaar Stijn Van Keer Cynthia Bettens Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk

Nadere informatie

Syntheserapport toetsgegevens methodescholen

Syntheserapport toetsgegevens methodescholen Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Syntheserapport toetsgegevens methodescholen Eerste tot zesde leerjaar (schooljaar 0304 tot 0809) J. de Bilde, J. P. Verhaeghe, H. Knipprath, G. Mertens, &

Nadere informatie

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar ICT in het basis- en voortgezet onderwijs Schooljaar 2007-2008 Technisch Rapport Versie 0.1 Maart 2008 Inspectie van het Onderwijs Afdeling Kennis Wietske Idema TR ICT Maart 2008.doc Pagina 1 van 21 Gemaakt

Nadere informatie

Welke zorg biedt het basisonderwijs in Antwerpen voor zijn buitengewone leerlingen?

Welke zorg biedt het basisonderwijs in Antwerpen voor zijn buitengewone leerlingen? Welke zorg biedt het basisonderwijs in Antwerpen voor zijn buitengewone leerlingen? 38 Antwerpse leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs Stedelijk gemiddelde: 5% Uitstroom naar basisscholen buitengewoon

Nadere informatie

De sociale gelaagdheid van schoolse achterstand in GOK en niet-gok scholen

De sociale gelaagdheid van schoolse achterstand in GOK en niet-gok scholen De sociale gelaagdheid van schoolse achterstand in GOK en niet-gok scholen Karen Van Aerden Bea Cantillon September 2010 B E R I C H T E N CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID HERMAN DELEECK U N I V E R S I T E

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie