Groep 3 t/m 8. Woensdag 10 september. Toolenburgse plas

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Groep 3 t/m 8. Woensdag 10 september. Toolenburgse plas"

Frans Vos
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Groep 3 t/m 8 Woensdag 10 september Toolenburgse plas

2 Sportdag groep 6 t/m 8, wo Aan alle hulpouders, Leuk dat u wilt helpen op onze sportdag! Lees onderstaande informatie aandachtig door! Om uur verzamelen we op het verzamelpunt bij de Toolenburgse plas (zie plattegrond). De onderdelen moeten zo nauwkeurig mogelijk naar het voorbeeld van de plattegrond worden uitgezet. Op deze manier kunnen de kinderen de onderdelen het gemakkelijkst vinden. Bij ieder onderdeel komen steeds 2 groepen samen. Ieder onderdeel wordt dus dubbel uitgezet, zodat er altijd 2 groepen tegelijk aan de slag kunnen. Belangrijke wetenswaardigheden: De sportdag verloopt soepel als de hulpouders de spelletjes waarbij ze zijn ingedeeld van te voren goed kennen. Het is namelijk lastig om nog iets te vragen als zij eenmaal op de locatie zitten. Bij het verzamelen worden eventueel nog instructies gegeven of kunnen er nog vragen gesteld worden. Daarom worden de onderdelen in deze brief alvast beschreven. Het is van groot belang dat de sportdag met alle groepen tegelijk begint. Om een goed verloop van de dag te handhaven is het van groot belang dat we ons strikt aan het vermelde tijdschema houden. Groepjes mogen niet doordraaien voor het wisselsignaal! De helft van de groepjes draait met de klok mee en gaan bijvoorbeeld van onderdeel 6 naar onderdeel 7, 8, 9 etc. De andere helft gaat tegen de klok in en gaan van bijvoorbeeld onderdeel 10 naar onderdeel 9, 8 etc. Dit staat vermeld onderaan de scoreformulieren die de kinderen bij zich hebben. Het is belangrijk dat u als hulpouder even meekijkt of de kinderen op de juiste manier doordraaien en dat u ook weet waar de volgende onderdelen zich bevinden (zie plattegrond). Na 6 onderdelen pauzeren de kinderen bij het onderdeel wat ze als laatste hebben gedaan. Koffie en thee in de ochtend Het is natuurlijk altijd lekker om in de ochtend voorzien te worden van koffie en thee. Dit zal gedurende de ochtend uren ook worden rondgebracht. Om 8:45 uur is er echter nog geen koffie en thee van school aanwezig. Gezien de grote hoeveelheden die gezet moeten worden zal het enige tijd duren voordat de eerste kopjes geschonken kunnen worden. Neem zelf even een thermosflesje met koffie of thee mee, als u ook het eerste uur graag wat wil drinken. Wij wensen alle hulpouders heel veel plezier!

3 Tijdschema Ieder onderdeel duurt 12 min. Dit moet voor alle onderdelen genoeg zijn. Laat groepjes nooit doordraaien als het nog geen tijd is, maar vul de tijd door de kinderen bijvoorbeeld het onderdeel nog een keer te laten doen, als kinderen dit willen. Altijd beste score noteren. Voor een goed verloop van de dag is het handhaven van onderstaand tijdschema van groot belang! Verzamelen hulpouders en klaarzetten van de onderdelen Begintijd Eindtijd Ronde Ronde Ronde Ronde Ronde Ronde 6 PAUZE, KINDEREN PAUZEREN BIJ ONDERDEEL VAN RONDE Ronde Ronde Ronde Ronde Ronde 11 Na afloop de spullen van het onderdeel meenemen naar het verzamelpunt. De kinderen kunnen helpen bij het opruimen van het laatste onderdeel. Indeling hulpouders Nr. Onderdeel Hulp ouders 1 4 op een rij Judith van Diepen (3), Judith van Meelen (3) 2 Kleine bal werpen Inge Bootsma (6/7), Marjolein v.d. Geer (6/7) 3 Survivalbaan Richard Vogt (6/7), John Overbeek (8b) 4 Loopbroek estafette Bart Moerenhout (5), Rob Koning (5) 5 Afstandsloop Monique Vogelaar (7), Sandra Hendriks (7), Inge Beljaards (7) 6 Levend bingo Marina de Boer (3), Emila Everduin (3) 7 Verspringen Monique van Griethuijzen (6), Eilid Telford (6) 8 Loopski estafette Sabina Liebregts (3), Lorena Tamaris (3), Tanja Bazzano (3) 9 Kogelslingeren Manuela Donderwinkel (4a), Susan Roeleveld (5) 10 Blindeman Leo Dorré (4b), Susanne v Weelderen (4b) 11 Sprint Melvin Slingerland (4a), Dennis Kwant (4a), Melvin de Vries (4a) EHBO Leerkrachten Koffie en assistentie onderdelen daar waar nodig Leerkrachten

Uitleg onderdelen 1. 4 Op een rij In de middencirkel van het basketbalveld staat een vier-op-een-rij spel. Afspreken welke groep welke kleur vertegenwoordigd (geel of rood).

Er hoeft niet om de beurt gegooid te worden. Hoe sneller je bij het spel bent hoe sneller je je steen kunt gooien. Heeft 1 groepje 4 op-een-rij, dan is het spel afgelopen.

4 Uitleg onderdelen 1. 4 Op een rij In de middencirkel van het basketbalveld staat een vier-op-een-rij spel. Afspreken welke groep welke kleur vertegenwoordigd (geel of rood). De kinderen dribbelen een parcours rond pionnen en gooien daarna 1 steen van hun kleur in het spel. Nadat de steen is gegooid mag de bal worden doorgegeven. Er hoeft niet om de beurt gegooid te worden. Hoe sneller je bij het spel bent hoe sneller je je steen kunt gooien. Heeft 1 groepje 4 op-een-rij, dan is het spel afgelopen. Spel daarna nog een keer spelen als er nog tijd is. Het aantal malen vier op een rij noteren en de tijd dus volmaken. 2. Kleine bal werpen Tennisbal zo ver mogelijk werpen. Aanloop toegestaan. Daar waar de bal voor het eerst de grond raakt is de te noteren afstand (niet waar de bal eindigd). Bij tijd over, nog een keer werpen en verste afstand noteren. Laat de kinderen zelf de ballen ophalen en terugbrengen. Niet teruggooien! Twee kinderen kunnen tegelijk gooien. Nadat ze hebben gegooid halen ze de bal zelf op. De volgende twee kinderen hebben ook alvast een bal en gaan klaar staan. Op het moment dat de baan vrij is kunnen de kinderen gooien. 3. Survivalbaan We hebben een grote opblaas survivalbaan gehuurd. Schoenen moeten uit op de baan! De kinderen leggen de baan zo snel mogelijk af van begin tot eind, stappen van de baan af aan de achterkant, lopen om een pion, en lopen de baan weer in omgekeerde richting terug. Tijd noteren op score formulier.

5 4. Loopbroek estafette De kinderen leggen in de loopbroek een parcours af (om de pionnen). Als ze terugkeren bij het beginpunt, wisselen: andere kindren in de loopbroek. Het is aan te bevelen om kinderen van dezelfe leeftijd (grootte) bij elkaar te zetten. Als iedereen geweest is de tijd noteren. Bij tijd over nog een keer spelen en snelste tijd noteren. 5. Afstandsloop Zo snel mogelijk de ronde afleggen. Laat de stopwatch gewoon doorlopen en geef aan de kinderen zelf door wat voor tijd ze hebben gelopen. De kinderen kunnen zelf doorgeven aan de noterende hulpouder, wat voor tijd er gelopen is. Kinderen lopen over de dijk en lopen om een keerpunt aan het einde van de dijk weer terug naar de start/finish plek. Er zijn drie keerpunten: halverwege de dijk voor de kinderen van groep3-4, op ongeveer drie kwart van de dijk voor de kinderen van groep 5-6 en aan het einde van de dijk voor de kinderen van groep 7-8. Kinderen mogen ook een verder keerpunt lopen als ze dat graag willen. 6. Levend bingo Iedere groep krijgt 2 bingo kaarten. De kaarten liggen aan de startlijn bij de groep. De kinderen gaan 1 voor 1 een nummertje halen, die ongeveer 10 m. verderop liggen. De nummers van de twee groepjes liggen door elkaar en met het nummer onzichtbaar naar beneden. Je mag de nummers niet uitzoeken. Als bij terugkomst blijkt dat het nummer op de kaart staat, dan leg je het nummer op de juiste plek op de bingokaart. Staat het nummer niet op de kaart (en hoort dus bij de andere groep) dan moet het nummer de volgende loper teruggebracht worden. Deze loper legt het nummer weer naar beneden en neemt een nieuw nummer mee. Welke groep heeft als eerste bingo? Aantal keren bingo noteren op de kaart. Bij tijd over; bingo kaarten ruilen en nog een keer spelen. 7. Verspringen Aanloop nemen en zo ver mogelijk in het zand springen. De afdruk die het minst ver is noteren op het scoreformulier. Meerdere keren springen, de verste poging telt. Landen op 2 voeten tegelijk om blessures te voorkomen. 8. Loopski estafette Kinderen starten in de loopski en maken een rondje rond de pion en weer terug naar de start. De ski s moeten in het geheel voorbij de startlijn zijn. Daarna wisselen en de volgende kinderen lopen hetzelfde parcours. Niemand overslaan, van te voren even groepjes lopers laten maken. Bij oneven 1 iemand dubbel laten lopen. Als iedereen geweest is (of als iedereen 2 keer geweest is), tijd noteren op scoreformulier. Bij tijd over, nog een keer spelen, snelste tijd noteren.

6 9. Kogelslingeren Slinger de kogel onderhands (tussen de benen) zo ver mogelijk weg. Kijk uit dat er niemand staat als de kinderen gaan slingeren. De kogels ophalen als alle kogels in het veld liggen. De verste poging telt. Er zijn zware en lichte kogels. Groep 6,7 en 8 slingeren met zware kogel, groep 3,4 en 5 mogen met de lichte kogel (hoeft niet). 10. Blindeman Er ligt een bal in het midden van een vierkant. Twee kinderen, van iedere groep 1, staan geblinddoekt in het vierkant. De kinderen mogen langs de lijnen van het vierkant de kinderen aanwijzingen geven om de bal te kunnen vinden. Wie heeft de bal het eerst te pakken? Op het scoreformulier kan bijgehouden worden hoe vaak de groep de bal als eerste te pakken heeft. Het is dus een groeps score. Iedereen in dezelfde groep krijgt dezelfde score 11. Sprint Kinderen sprinten zo snel mogelijk van start naar finish. 1 Hulpouder zorgt ervoor dat aan de start de kinderen op volgorde van de scorelijst in een rij klaarstaan. De starter laat twee kinderen tegelijk starten door een duidelijk armsignaal te geven. Aan de finish klokken twee hulpouders apart de tijd en geven deze door aan de noterende ouder. Bij tijd over mag je nog een keer proberen, snelste tijd noteren.

SPORTDAG OBS TWICKEL, TOOLENBURGSE PLAS Verzamelpunt + EHBO Onderdelen: 4 7 3 8 2 9 1 1. Vier op een rij 2. Kleine bal werpen 3.

7 SPORTDAG OBS TWICKEL, TOOLENBURGSE PLAS Verzamelpunt + EHBO Onderdelen: Vier op een rij 2. Kleine bal werpen 3. Survivalbaan 4. Loopbroek estafette 5. Afstandsloop 6. Levend bingo 7. Verspringen 8. Loopski estafette 9. Kogelslingeren 10. Blindeman 11. Sprint

Vergelijkbare documenten

Hoogspringen. Rol van de begeleider

Hoogspringen. Rol van de begeleider Hoogspringen De leerling mag zelf de techniek kiezen waarmee hij/zij over het lint gaat. De leerling mag zelf kiezen vanaf welke kant hij/zij aanloopt. De aanloop start bij de pion. Wanneer het lint wordt