Het algemeen bestuur besluit het verslag ongewijzigd vast te stellen.

Transcriptie

1 Verslag van de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Landschap Waterland, gehouden op 9 december 2010 in het gemeentehuis van de gemeente Waterland te Monnickendam. Aanwezig: De heer P.C. Eenhoorn - Stadsdeel Amsterdam-Noord (bestuurslid) De heer J.C. Klaver - Gemeente Beemster (bestuurslid) De heer P. Kools - Gemeente Waterland (bestuurslid) De heer T.G.C. Luyckx - Gemeente Edam-Volendam (bestuurslid) De heer J. Mandjes - Gemeente Wormerland (bestuurslid) De heer B.J. Mewe - Gemeente Landsmeer (bestuurslid) Mevrouw H.R. Oosterop - Gemeente Graft-De Rijp (bestuurslid) Mevrouw H.W. Voermans - Gemeente Zeevang (bestuurslid) De heer J.W. Nieuwenhuis - RNH (manager bestuursadvisering) De heer G. Houtkamp - RNH (senior bestuursadviseur) Mevrouw A.M. Pereboom - (verslaglegging) Afwezig: De heer R. Meerhof - Provincie Noord-Holland (voorzitter) De heer K. Diepeveen - Stadsdeel Amsterdam-Noord (bestuurslid) De heer T. Flens - Gemeente Oostzaan (bestuurslid) De heer E.F. Jongmans - I.S.W. (adviseur) Mevrouw M.C.G. Keijzer - Gemeente Purmerend (bestuurslid) De heer R.J. Linnekamp - Gemeente Zaanstad (bestuurslid) 1. OPENING De voorzitter, de heer Meerhof en de vicevoorzitter mevrouw Keijzer zijn beiden niet aanwezig. De heer Mewe neemt het voorzitterschap op zich en opent de vergadering. Er zijn insprekers bij agendapunt 10, daarom zal dit worden behandeld na punt 4. Bericht van verhindering is ook ontvangen van de heren Diepeveen, Flens, Jongmans en Linnekamp. 2. CONCEPTVERSLAG VERGADERING D.D. 1 JULI 2010 Het algemeen bestuur besluit het verslag ongewijzigd vast te stellen. Opmerkingen naar aanleiding van het verslag: Naar aanleiding van pagina 3, punt 3h. merkt mevrouw Voermans op dat op ambtelijk niveau zou worden gezocht naar synergie tussen de projecten. De heer Nieuwenhuis wijst erop dat dit aan de orde komt in agendapunt 10. Naar aanleiding van pagina 3, punt 3i. meldt de heer Mandjes dat de gemeenteraad van Wormerland de vermelde motie heeft aangenomen. Dit houdt in dat de mandaten zijn teruggegaan naar de gemeenteraad. De heer Mandjes is als raadslid dus gemandateerd als bestuurslid. Naar aanleiding van pagina 6, punt 12 vraagt de heer Mandjes naar de stand van zaken van de natuurzone langs de spoorlijn. De heer Klaver meldt dat deze is aangelegd, het werk is af en het fietspad kan al worden gebruikt, hoewel het definitieve asfalt er nog niet ligt. In mei 2011 zal de officiële opening plaatsvinden.

2 3. MEDEDELINGEN 3a. Voortgang Groengebied Purmerland Over de financiering en het verzoek om mogelijke garantstelling merkt de heer Klaver op dat de garantstelling niet noodzakelijk is. De eindfinanciering door het voormalige Ministerie van LNV is voldaan en de zogenaamde ILG-gelden van de provincie zijn voor 75% voldaan. Er hoeft dus geen beroep te worden gedaan op Landschap Waterland voor de voorfinanciering. Het algemeen bestuur besluit de mededeling voor kennisgeving aan te nemen. 3b. Meekoppelprojecten dijkversterking Edam-Amsterdam De heer Houtkamp geeft een toelichting op de laatste stand van zaken. Het is nog niet duidelijk welke variant zal worden gekozen voor de dijkversterking. Dit heeft ook consequenties voor de planning, waardoor er meer tijd zal zijn voor de voorbereiding. Op dit moment wordt onderzocht wat de kosten zijn van de projecten die kunnen worden meegekoppeld als extra recreatieve voorzieningen. De heer Luyckx merkt op dat bij het gedeelte Hoorn-Schardam de ondergrond waarop de dijk moet worden verstevigd een rol speelt. Het fietspad heeft echter hoge prioriteit. Mevrouw Voermans voegt toe dat er vandaag een brief van HHNK is ontvangen over nader onderzoek van de oever. De besluitvorming is met een jaar uitgesteld. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling. 3c. Samengaan gemeenschappelijke regelingen Het Twiske en Landschap Waterland De afspraken hierover tussen de gemeente Amsterdam en Stadsdeel Amsterdam-Noord moeten nog worden geëffectueerd. Als gevolg hiervan kan de bezuiniging op vergaderkosten van ,- nog niet worden ingevoerd, zodat deze wordt doorgeschoven naar De heer Mandjes vraagt naar de reden waarom de voorkeur van het algemeen bestuur uitgaat naar collegeleden. De heer Mewe legt uit dat er keuzevrijheid is bij de raden om een raadslid dan wel een lid van het college af te vaardigen naar het algemeen bestuur. Vanuit de voorbereidingsgroep wordt vooral geopteerd voor collegeleden, omdat die meer tijd en bevoegdheden hebben om zich met uitvoeringszaken bezig te houden. De heer Nieuwenhuis voegt toe dat de voorzitter van het algemeen bestuur principieel voorstander is van raadsleden in het bestuur, maar zelf is hij dat niet. Er wordt vaak gesproken over grondgebiedszaken en wijzigingen van bestemmingsplannen. Een wethouder zit dieper in de organisatie is daarvan over het algemeen beter op de hoogte, terwijl raadsleden vaak meer op afstand zijn. Bij beleidsmatige zaken is het verschil minder groot. De heer Mewe heeft er in de voorbereidingscommissie voor gepleit om deze mogelijkheid open te houden, omdat het een principieel recht is van de raad. Een gemeenschappelijke regeling heeft echter tot doel om de uitvoering van werkzaamheden van een aantal gemeentes gezamenlijk efficiënter te laten verlopen. Daardoor is het ook heel efficiënt om dit door collegeleden te laten doen, van wie dit het dagelijks werk is. De heer Nieuwenhuis stelt voor om de heer Mandjes ook de bestuursstukken van Het Twiske toe te sturen. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling. Verslag openbare vergadering algemeen bestuur Landschap Waterland d.d. 9 december pag. 2/8

3 3d. Brief staatssecretaris Bleker over beperking van rijksbijdragen De heer Houtkamp licht toe dat deze mededeling is toegevoegd op verzoek van het dagelijks bestuur, om inzicht te geven in de consequenties voor de kans op subsidie van de projecten. Er is nog geen risico voor de projecten waarvoor subsidie is aangevraagd voor 20 oktober. Voor projecten waarvoor de aanvraag daarna of nog niet is ingediend, zijn de kansen klein. Hierop is een aantal projecten uitgezonderd, zoals recreatieve routevoorzieningen, wat belangrijk is voor Landschap Waterland. Het beheer van het Purmerbos is wel een punt van zorg, wat weliswaar niet primair een verantwoordelijkheid is van Landschap Waterland maar wat wel in het gebied ligt en waarvan ook gebruik wordt gemaakt door recreanten. Zoals het er nu naar uitziet, hoeft Staatsbosbeheer dit gebied niet af te stoten omdat het onderdeel is van de ecologische hoofdstructuur. Er zijn echter wel grote zorgen over het beheerbudget, wat nu al laag is. Als er nog minder geld komt, is de veiligheid van het gebruik mogelijk in het geding. Het is voor Staatsbosbeheer ook nog onduidelijk hoe dit gaat lopen en welke gebieden worden afgestoten. De heer Mandjes merkt op dat Landschap Noord-Holland protestbrieven schrijft naar het kabinet. Hij stelt voor dat Landschap Waterland dat ook doet, aan de heer Bleker. De heer Nieuwenhuis geeft aan dat het ene schap meer wordt getroffen dan het andere, maar ook het algemeen bestuur van het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer heeft besloten om een brief te schrijven aan de provincie en het kabinet. De deelnemende gemeentes doen dit zelf ook. Het is mogelijk om dat in dit schap ook te doen. De heer Kools vindt dat aan de regering moet worden voorgelegd wat bezuinigen inhoudt. De heer Eenhoorn wijst op de uitzonderingen die in de brief van de heer Bleker worden genoemd. Mevrouw Voermans merkt op dat het veel projecten geheel afhankelijk zijn van cofinanciering door de provincie. Als Staatsbosbeheer niets meer aankoopt, is het onderdeel uitbreiding van de ecologische hoofdstructuur volledig weg en wordt de bodem onder het project weggeslagen. Zij maakt zich hierover wel degelijk zorgen. De heer Nieuwenhuis wil dit soort signalen graag bundelen. De heer Mewe zegt toe dat er een mededeling wordt gedaan aan de algemeen bestuursleden over het samenbrengen van belanghebbenden om zich door middel van een brief tegen deze effecten te verzetten. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling en om een gezamenlijke protestbrief te schrijven. 3e. Bestuurssamenstelling De heer Eenhoorn zal nog doorgeven wie de opvolger wordt van de heer Van Schaik als plaatsvervangend bestuurslid. Het algemeen bestuur besluit kennis te nemen van de mededeling. 4. INGEKOMEN STUKKEN Het algemeen bestuur besluit het overzicht van ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. 5. VERGADERSCHEMA 2011 De heer Mewe wijst erop dat de besparing van ± 4.000,- op een vergaderronde vooral te vinden is in de voorbereidende werkzaamheden van het secretariaat. De heer Eenhoorn merkt op dat de vergadering van 28 april wellicht toch op de agenda moet blijven staan als de voortgang in het overleg tussen de gemeente Amsterdam en stadsdeel Noord dat eist. De heer Mewe vindt het belangrijk om hierop te letten. Het algemeen bestuur besluit het vergaderschema 2011 vast te stellen. 6. NAJAARSRAPPORTAGE JANUARI T/M AUGUSTUS 2010 Het algemeen bestuur neemt de najaarsrapportage voor kennisgeving aan. Verslag openbare vergadering algemeen bestuur Landschap Waterland d.d. 9 december pag. 3/8

4 7. RNH-OFFERTE WERKZAAMHEDEN LANDSCHAP WATERLAND 2011 De offerte is conform de vastgestelde begroting Als wordt besloten tot bezuinigingen, komt er een nieuwe offerte op basis van de herziene begroting. Deze wordt in januari/februari 2011 gemaakt evenals de begroting 2012 en in april door het dagelijks bestuur vastgesteld. In de vergadering van 30 juni worden beide begrotingen door het algemeen bestuur vastgesteld. Het algemeen bestuur besluit opdracht te verlenen voor de in de offerte Werkzaamheden Landschap Waterland 2011 aangeboden werkzaamheden. 8. BEZUINIGINGSVOORSTEL E.V. De voorzitter, de heer Meerhof, heeft gevraagd om door te geven dat hij liever had gezien dat in 2011 een bezuiniging van 10% werd doorgevoerd, maar hij heeft er begrip voor dat dit nog niet lukt. De heer Mandjes heeft moeite het voorstel om te bezuinigen op communicatie, voorlichting en marketing, omdat juist hiermee kan worden gescoord. De heer Luyckx merkt op dat het gaat om het verminderen van het aantal folders en het meer inzetten op digitaliseren. Hiervan is hij een groot voorstander. De heer Houtkamp beaamt dat Landschap Waterland in toenemende mate gebruik gaat maken van internet, omdat mensen vooral informatie halen via de website. Folders zijn dure middelen en het ligt in de lijn van de nieuwe manier van informatie verzamelen om te bezuinigen op folders en kaartjes. De heer Mandjes wijst erop dat de naamsbekendheid van Landschap Waterland niet hoog is. De heer Luyckx geeft aan dat het gebruik van folders niet optimaal is en het jongere publiek past vooral de digitale mogelijkheden toe. Het is dus prima om in dat kader te bezuinigen. Volgens de heer Mandjes is het publiek dat naar Landschap Waterland hoog opgeleid, terwijl het ook de bedoeling was om lager opgeleide en allochtone recreanten te bereiken. Hiervoor zijn folders juist belangrijk. De heer Mewe is van mening dat het hoofddoel nu is om te bezuinigen, waarbij communicatie een van de onderdelen is, wat niet wil zeggen dat alle communicatie wordt beëindigd. Er wordt in brede kring gebruik gemaakt van digitale voorzieningen, ook door bijstandsgerechtigden en allochtonen. De heer Kools vraagt wat de status is van het niet meer bijdragen aan de pontjes. De heer Houtkamp wijst erop dat van de drie pontjes, bij Holysloot, Ilpendam en Spijkerboor op verzoek van het dagelijks bestuur is bekeken in hoeverre deze puur recreatief worden gebruikt. Alle drie worden zeer intensief gebruik en zeker het pontje bij Holysloot kan niet meer varen zonder financiële bijdrage. Het dagelijks bestuur heeft daarom besloten om hierop in elk geval niet te bezuinigen, maar voor de andere twee op termijn wel te bekijken of de bijdrage kan worden verminderd. De heer Kools vindt het stopzetten van bijdragen aan de pontjes niet zinvol. Er moet worden gesneden op echte kosten, die niet via een andere kant terugkomen. De heer Klaver merkt op dat dit tegemoet komt aan zijn eerder gemaakte opmerking over het terugbrengen van de algemene reserve. Naar aanleiding van pagina 5, tabel 2, vraagt hij of wordt gekeken naar de pm-posten, om nu al na te gaan of hierop een bezuiniging van 10% kan worden gehaald. De heer Nieuwenhuis antwoordt dat door de directeur van RNH wordt bekeken in hoeverre in de komende twee jaar verdergaand kan worden gecentraliseerd, bijvoorbeeld wat betreft telefoonvoorzieningen. Dit is voor Landschap Waterland en Het Twiske al gerealiseerd. Voor verdere centralisering is echter nog enige tijd nodig. Mevrouw Voermans verwijst naar de post Samengaan van de twee gemeenschappelijke regelingen. Dit is afhankelijk van de ontwikkelingen in Amsterdam. Verslag openbare vergadering algemeen bestuur Landschap Waterland d.d. 9 december pag. 4/8

5 Het algemeen bestuur besluit: 1. in 2011 de structurele lasten met ,- te verlagen en daarmee de participantenbijdrage aan Landschap Waterland met 6,6% te verlagen en dit te verwerken in de begrotingswijziging 2011; 2. in de programmabegroting 2012 voorlopig uit te gaan van een verlaging van de participantenbijdrage met 10% en RNH opdracht te geven de bezuinigingsmogelijkheden die hieraan ten grondslag liggen (tabel 2), nader uit te werken en te verwerken in de begrotingswijziging 2012; 3. RNH opdracht te geven de maatregelen om te bezuinigen na 2012, zoals opgenomen in tabel 2 in dit voorstel, verder uit te werken tot een voorstel waarin de kosten worden geraamd en een dekkingsvoorstel wordt gedaan. 9. FINANCIERINGSSTATUUT Het algemeen bestuur besluit het gewijzigde Financieringsstatuut Landschap Waterland vast te stellen. 10. UITVOERINGSPROGRAMMA LANDSCHAP WATERLAND Er zijn twee insprekers, mevrouw Martins en de heer Van der Sluis. Mevrouw Martins krijgt als eerste het woord. Toen van de zomer bekend werd dat het laatste deel van Groengebied Purmerland zou worden aangelegd, met ruiterpaden, was zij blij dat niet alleen aan wandelaars en fietsers wordt gedacht maar ook aan ruiters. Het is nu echter zo dat als dit ruiterpad wordt aangelegd, het loopt van niks naar niks. Er zijn twee belangrijke ontbrekende schakels, namelijk een link naar Het Twiske en een naar het Purmerbos. Hierover heeft zij een brief gestuurd naar de gemeente Purmerend en Landschap Waterland. Er is een aantal handtekeningen van ruiters verzameld, omdat er veel mensen zijn in Purmerend en Oostzaan die hiervan gebruik willen maken. De heer Van der Sluis belicht namens de KNHS het belang van de recreatieve ruitersport. Voormalig minister mevrouw Verburg heeft een aantal mensen aangewezen in het land om de recreatieve paardensport te promoten. Er zijn in Nederland paarden en mensen die aan ruitersport doen. In Noord-Holland zijn er paarden en recreanten. Het pad van Purmerend naar Het Twiske zou een goede gelegenheid zijn om aan paardenrecreatie te doen. Het ligt vlakbij de grote stad en biedt hiervoor een unieke mogelijkheid. Gelukkig zijn er steeds meer gemeentes in de regio die hieraan meer aandacht besteden. Zo heeft de gemeente Velsen een verbinding gemaakt tussen het strand en Spaarnwoude. Op dit moment zijn er toch nog te weinig ruiter- en menpaden, waardoor men afhankelijk is van de openbare weg, wat gevaarlijk is. In Landschap Waterland kan met weinig geld veel worden bereikt. De route die kan worden gerealiseerd is opgenomen in een boekje met ruiterroutes in heel Nederland, Enjoy the ride. Het ontbrekende ruiterpad betreft een stuk van vier à vijf kilometer in Purmerland, van anderhalve kilometer naar Het Twiske en het stukje naar het Purmerbos is twee à drie kilometer. De heer Klaver merkt als voorzitter van de bestuurscommissie van Groengebied Purmerland op dat deze verbinding al is besproken en daarover kan worden nagedacht. De kans bestaat dat er ruimte is in de financiën, maar daarover moet de provincie beslissen. Hij wil wel het voorstel doen om het fietspad breder te maken en in hetzelfde talud een ruitervoorziening aan te leggen tot Het Twiske. Of dit voorstel wordt gehonoreerd, moet worden afgewacht. Mevrouw Martin wijst erop dat de aannemer hier nu bezig is en dat daarmee de kans bestaat om werk met werk te maken. De heer Mewe vindt het belangrijk om de voorzieningen attractief te maken voor de gebruikers. Hij stelt voor dat de insprekers ook een brief schrijven aan de provincie, ter attentie van de heer Meerhof om hem erop te wijzen dat de uitvoering in de laatste fase van deelgebied vier kan worden meegenomen. De heer Van der Sluis merkt op dat hij in januari 2011 weer met de provincie aan tafel zit. Verslag openbare vergadering algemeen bestuur Landschap Waterland d.d. 9 december pag. 5/8

6 De heer Mewe bedankt beide insprekers voor hun inbreng. De heer Houtkamp geeft een toelichting op het nieuwe uitvoeringsprogramma. De vraag die afgelopen periode centraal heeft gestaan is of op dezelfde wijze wordt voortgegaan als bij het vorige programma. Hierover is in 2009 een extra vergadering is gehouden met de adviescommissie. Hier is uitdrukkelijk genoemd dat de gemeenschappelijke regeling Landschap Waterland sterk is in het realiseren van voorzieningen die door anderen worden beheerd en het zou goed zijn om daarmee verder te gaan. Er is gekeken naar voorzieningen die voor de toekomst nog gewenst zijn, als aanvulling op bestaande voorzieningen of wat in de afgelopen jaren is gerealiseerd. Eind 2009/begin 2010 zijn er gesprekken gevoerd met de participanten om ideeën te inventariseren, wat heeft geleid tot een uitvoerige lijst met projecten, waarvan een overzicht is gemaakt. Een deel hiervan is al in uitvoering en van een ander deel wordt voorgesteld om daar in de komende jaren op in te zetten. In de vorige vergadering van het algemeen bestuur is hierover al in hoofdlijnen gesproken, met de vraag of moet worden ingezet op voorzieningen waar ook beheerslasten mee zijn gemoeid. Hierover is een discussie gevoerd, waarna is besloten dat kritisch zal worden bekeken welke projecten wel en niet worden aangepakt en vervolgens naar de beheerconsequenties en de hoogte van investeringen. Hierop zijn de criteria bepaald en alle projecten zijn gerangschikt op basis van prioriteit. Dit wordt in het overzicht aangegeven aan de hand van de kleuren, waarbij projecten in donkergroen het beste scoren. Het nieuwe programma begint bij project 12 en loopt tot 32. Van deze projecten wordt voorgesteld om er in de komende jaren mee aan de slag te gaan. De twee projecten waarover is ingesproken staan ook in het programma, namelijk project 17 en 22, recreatieve verbindingen waarvan ruiterpaden een onderdeel zijn. Hiervoor moet een haalbaarheidsonderzoek worden gedaan naar de mogelijkheid om dit met de beschikbare gelden te realiseren. Op de laatste pagina staan projecten waarvan het nog onzeker is of deze op korte termijn kansrijk zijn. Er is sprake van een driedeling: het lopende programma, nieuwe, kansrijke projecten en projecten die meer voorbereiding vergen. De heer Mandjes ziet een tendens naar kleinschaligheid, waarin hij zich kan vinden. De heer Kools vindt het lastig om te bepalen welke dingen gemeentes zelf oppakken en wat in Landschap Waterland een plaats krijgt. Hij vraagt hoe projecten worden gefilterd en in beeld gebracht. In het overzicht mist hij niets, maar hij vraagt zich wel af hoe dit tot stand is gekomen. De heer Houtkamp merkt op dat in de vorige vergadering is bevestigd dat het Recreatieplan in de basis nog steeds actueel is ook al is het inmiddels acht jaar oud. Alle projecten die in het nieuwe uitvoeringsprogramma worden voorgesteld, zijn getoetst aan het Recreatieplan of zijn er in opgenomen. Projecten die hiervan afwijken zouden dan door een gemeente zelf moeten worden gedaan. De heer Nieuwenhuis vult aan dat er een gemeenschappelijke regeling is om dingen te doen die boven het kleinschalige belang van individuele gemeentes uitgaan. De gemeentes met veel grond bieden hiervoor de ruimte, terwijl de gemeentes met veel inwoners zoals Amsterdam, Purmerend en Zaanstad veel recreanten hebben. Hierin vindt men elkaar, ook al is daarover in de afgelopen tijd de nodige discussie gevoerd. In deze gemeenschappelijke regeling wordt vooral uitgevoerd terwijl bijvoorbeeld in Het Twiske vooral wordt beheerd. De heer Luyckx vraagt met betrekking tot project 8 naar de argumentatie voor het verschil in zeer goed en goed aansluitend. De heer Houtkamp licht toe dat dit is gebaseerd op de toetsing aan het Recreatieplan en de hoogte van de benodigde investering. Hoe lager de investering en de beheerslasten, hoe hoger het project scoort. Projecten die lager scoren, worden in een lichtere kleur groen aangegeven. De heer Luyckx vreest dat de meekoppelprojecten niet doorgaan, als deze een lage prioriteit houden, terwijl het belangrijk is om snel mee te doen. De heer Houtkamp merkt op dat er wel inzet op wordt gedaan en in principe valt dit project in de categorie die het hoogst scoort, hoewel daarin ook weer nuances zitten. Verslag openbare vergadering algemeen bestuur Landschap Waterland d.d. 9 december pag. 6/8

7 Mevrouw Voermans merkt op dat het traject Hoorn Edam wordt opgeknipt in twee delen en bekeken zou kunnen worden hoe de inzet op onderdelen kan worden vergroot op momenten dat dit relevant is. De heer Mewe wijst op de opmerkingen van het dagelijks bestuur, die in het besluit zijn meegenomen. De heer Luyckx is niet gelukkig met de relatie tussen Landschap Waterland en Laag Holland en hij vraagt om meer uitwerking van de samenwerkingsverbanden tussen die twee. De heer Nieuwenhuis geeft aan dat volgens de hoofdlijn, de recreatieschappen primair uitvoeringsorganisaties zijn die een project realiseren. De uitvoering en het concrete beheer van wat is aangelegd, is goed geborgd binnen de gemeenschappelijke regeling. Complementaire financiering hiervoor komt van Laag Holland, dat echter in de afgelopen periode drastisch is verkleind. De heer Houtkamp merkt op dat er op ambtelijk niveau gesprekken plaatsvinden met Laag Holland, waarbij duidelijk is dat uitvoering niet door het programmabureau kan worden opgepakt. Het vaststellen van de samenwerking is onderwerp van gesprek. Er wordt dan ook van alle partijen die Laag Holland vormen verwacht dat die de uitrol en de uitvoering op zich nemen, waarbij de recreatieschappen de regie zoveel mogelijk in handen houden. Op bestuurlijk niveau is er een goede verbinding tussen de schappen en Laag Holland. De heer Mewe wil dit ook neerleggen bij ISW en de heer Jongmans, die namens Landschap Waterland adviseur is in Laag Holland om te voorkomen dat dingen dubbel worden gedaan, maar om wel het maximale profijt te behalen. De heer Luyckx denkt dat rigoureuze stappen nodig zijn, waarover tijdig moet worden nagedacht. Het algemeen bestuur besluit: 1. zich realiserende dat de economische en financiële situatie een zeer kritische houding vraagt ten aanzien van nieuwe voorzieningen, het uitvoeringsprogramma Landschap Waterland vast te stellen als concrete richtlijn voor de inzet van Landschap Waterland in de voorliggende periode; 2. voor de selectie van nieuwe projecten of vervolgprojecten de volgende hoofduitgangspunten en criteria aan te houden: passend binnen het bestaande beleidskader van landschap Waterland; prioriteitstelling afhankelijk van de benodigde investering (lage investering), beheer (geen of lage beheerkosten), toegevoegde waarde en haalbaarheid; aansluiting bij prioriteiten lokale besturen regio; 3. op basis van de criteria van het vorige besluitpunt de projecten 12 t/m 32, betrekking hebbende op verbeteren van recreatieve structuur zoals fietsverbindingen, wandelvoorzieningen, routevoorzieningen, vaar- en kanovoorzieningen, recreatieve knooppunten en het verbeteren van samenwerking, de komende periode prioriteit te geven en op te pakken; 4. in volgende vergaderingen te besluiten over eventuele investeringsbijdragen en/of eventuele structurele bijdragen aan de projecten; 5. op basis van de criteria van bovenstaand besluitpunt 2 de projecten 33 t/m 40 voorlopig aan te houden en pas een besluit te nemen over het opstarten als er meer duidelijkheid is over deze projecten; 6. RNH opdracht te geven invulling te geven aan de hierboven genomen besluiten waarbij de gewijzigde begroting 2011, rekening houdend met de nog vast te stellen bezuinigingsvoorstellen, kaderstellend is voor de inzet van RNH. 11. INTREKKING ALGEMENE VERORDENING RECREATIEGEBIED HEMMELAND Het algemeen bestuur bekrachtigt de intrekking van de Algemene Verordening van Recreatiegebied Hemmeland. Verslag openbare vergadering algemeen bestuur Landschap Waterland d.d. 9 december pag. 7/8

8 12. RONDVRAAG EN SLUITING De heer Eenhoorn vraagt wanneer de stemverhouding uit hoofde van het samengaan van de twee gemeenschappelijke regelingen aan de orde komt. De heer Nieuwenhuis antwoordt dat dit gebeurt als dit onderwerp in de vergadering van het algemeen bestuur op de agenda komt. Het is bekend dat men in Amsterdam meer stemgewicht zou willen hebben, wat nog tot enige discussie kan leiden. Het zou mogelijk zijn om hiervoor op 28 april te vergaderen, maar Amsterdam moet hiervoor eerst zelf een standpunt hebben geformuleerd. Het is de vraag of de grote participanten 50% of meer willen hebben. De heer Eenhoorn vraagt of de stemverhouding van tevoren moet zijn bepaald als er een akkoord komt of andersom. De heer Mewe denkt dat als de stad Amsterdam als voorwaarde stelt dat Amsterdam-Noord samen met Zaanstad en de provincie een meerderheidsbesluit moet kunnen nemen, hierover een discussie moet worden gevoerd. Mevrouw Oosterop laat weten dat zij hiermee niet akkoord zou gaan. De heer Nieuwenhuis merkt op dat de grote betalers bang zijn om door de gemeenschappelijke regeling op hogere kosten te komen. De heer Mewe pleit ervoor om dit in de voorbereidingsgroep op informele wijze te bespreken. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Vastgesteld tijdens de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Landschap Waterland op 30 juni 2011 te Amsterdam. De voorzitter, J.H.M. Bond Verslag openbare vergadering algemeen bestuur Landschap Waterland d.d. 9 december pag. 8/8