Samenwerkingsovereenkomst Laag Holland

Transcriptie

1 Samenwerkingsovereenkomst Laag Holland De ondergetekenden: 1. Gedeputeerde staten van Noord-Holland, te dezen vertegenwoordigd door gedeputeerde J. Bond, handelend ter uitvoering van GS-besluit /189778; 2. Het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, te dezen vertegenwoordigd door 3. Het dagelijks bestuur van Stadsdeelraad Amsterdam-Noord, te dezen vertegenwoordigd door 4. Burgemeester en Wethouders van Zaanstad, te dezen vertegenwoordigd door 5. Het bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland, te dezen vertegenwoordigd door 6. Burgemeester en Wethouders van Graft de Rijp, te dezen vertegenwoordigd door 7. Burgemeester en Wethouders van Oostzaan, te dezen vertegenwoordigd door 8. Burgemeester en Wethouders van Schermer, te dezen vertegenwoordigd door 9. Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door 10. Burgemeester en Wethouders van Purmerend, te dezen vertegenwoordigd door 11. Het bestuur van de Land- en Tuinbouw Organisatie - Noord, te dezen vertegenwoordigd door 12. Staatsbosbeheer, te dezen vertegenwoordigd door 13. Het bestuur van Landschap Noord-Holland, te dezen vertegenwoordigd door 14. Het bestuur van de Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water, Land & Dijken, te dezen vertegenwoordigd door 15. Het bestuur van de Milieufederatie Noord-Holland, te dezen vertegenwoordigd door ; hierna te noemen: partijen ; Overwegende dat de partijen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van Laag Holland ten behoeve van de huidige en toekomstige generaties, binnen de door overheden in het gebied vastgestelde beleidskaders zoals de provinciale Agenda Groen (2013), de Structuurvisie NH 2040 (2010) en de Regiovisie Waterland 2040 (2008); dat het merendeel van de partijen is vertegenwoordigd in de door gedeputeerde staten bij besluit van 11 december 2012 (nr /104109) ingestelde gebiedscommissie Laag Holland, die werkt op basis van het in datzelfde besluit vastgestelde Reglement gebiedscommissies Noord-Holland. De gebiedscommissie wordt ondersteund door een ambtelijk kernteam en een programmabureau. Het ambtelijk kernteam bestaat uit ambtelijke vertegenwoordigers van de betrokken partijen. Het programmabureau wordt bemenst door medewerkers van de provincie Noord-Holland, en is aanspreekpunt voor de partijen; 1

2 dat de partijen het wenselijk hebben gevonden om na de samenwerkingsovereenkomst die eindigde op 1 januari 2012, een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken partijen in het gebied aan te gaan waarmee de partijen hun ambities voor Laag Holland en de afspraken over hun financiële bijdragen concretiseren; Komen het volgende overeen: Artikel 1 Uitgangspunten De partijen spreken af: 1. dat zij bij hun beleid en daarmee samenhangende maatregelen voor Laag Holland uitgaan van de kernkwaliteiten van dit landschap van droogmakerijen en veenweiden, bedoeld tot het behouden, duurzaam beheren en versterken van de internationaal zeldzame, unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten; 2. dat zij zich hierbij laten leiden door het motto behoud door ontwikkeling ; 3. dat zij een duurzaam en toekomstgericht gebruik van het landschap zullen bevorderen door middel van beleid, regelgeving en kennisoverdracht; 4. dat zij zich in het beheer van het water in Laag Holland, op basis van een zorgvuldige afweging van belangen, zullen richten op het behouden van de kernkwaliteiten zoals genoemd in artikel 2 van deze Samenwerkingsovereenkomst; 5. dat zij mede de herkenbaarheid en bekendheid met Laag Holland als bijzonder landschap zullen bevorderen. Partijen blijven daarbij de naam Nationaal Landschap Laag Holland hanteren; Artikel 2 Ambities 1. De partijen richten zich op vraagstukken in het gebied die de kernkwaliteiten van Laag Holland behouden en versterken. Dit zijn: Het behoud en ontwikkeling van de openheid van het landschap; Het behoud en de ontwikkeling van de rijkdom aan weide- en moerasvogels; Het behoud van het oude geometrische inrichtingspatroon in de droogmakerijen; Het behoud van de veenpakketten; Het behoud van de middeleeuwse strokenverkavelingen en de historische watergangen in het veenweidegebied; Het behoud van een groot aantal archeologische locaties; Het behoud en ontwikkeling van karakteristieke dijk- en lintdorpen. 2. Om deze kernkwaliteiten te kunnen behouden en ontwikkelen rekenen de partijen ook tot hun doelen: Het behoud en de ontwikkeling van de landbouw; Het verkrijgen van een watersysteem met een goede kwaliteit en kwantiteit; Het bevorderen van de toegankelijkheid van het gebied voor recreatie en toerisme; 2

3 Het ontwikkelen van financieel, RO- en ander instrumentarium om de gestelde doelen te bereiken; Een op de burger gerichte communicatie over het Nationaal Landschap. Artikel 3 Speerpunten samenwerking Laag Holland De partijen richten zich in hun streven om de kernkwaliteiten van Laag Holland te behouden en te versterken, bij hun samenwerking met name op de volgende speerpunten: - Toekomstscenario s Laag Holland In 2012 is het maatschappelijke kosten- en batenonderzoek (MKBA) voor vier scenario s in Laag Holland afgerond. Vanaf 2013 zullen vervolgstappen worden gezet voor de verschillende deelgebieden in Laag Holland. - GLB-hervormingen Voor de agrariërs in Laag Holland is het belangrijk om een vergoeding te krijgen voor de groenblauwe diensten die zij voor de maatschappij leveren. Hierdoor houden de bedrijven continuïteit en blijft het landschap open. Een goede aansluiting bij het aan te passen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU (GLB) is daarbij essentieel. - Programma Westelijke Veenweiden; Doel van dit programma is het tegengaan van de bodemdaling, het robuuster maken van het watersysteem en de verbetering van de waterkwaliteit. Onderdeel van het programma zijn vier gebiedsgerichte projecten: Wormer- en Jisperwater Kalverpolder Westzaan Brak is Bijzonder Zeevang - Recreatie en Toerisme; Laag Holland heeft nog belangrijke recreatieve en toeristische potenties. Ingezet wordt op het bevorderen van het (agro)toeristische ondernemerschap, de ontwikkeling van recreatietransferia en de komst van recreatief-toeristische arrangementen. Het Recreatieplan Laag Holland van de provincie is hierop geactualiseerd. In dit plan is ook opgenomen dat wordt geïnvesteerd in nieuwe wandel- en fietspaden, recreatieve knooppunten en rustpunten. Daarbij verdient het netwerk bij grotere steden prioriteit. - Ruimtelijke Kwaliteit Naast toetsing achteraf van bouwplannen is het van belang aan de voorkant van het proces een goede ruimtelijke kwaliteit te bevorderen. Een voorbeeld is het ontwikkelen van handboeken erf en inrichting voor agrarische bebouwing. 3

4 - Marketing, communicatie en educatie Hieronder vallen de ontwikkeling en verspreiding van communicatieproducten ( zoals fiets- en wandelfolders), het vergroten van de naamsbekendheid van Laag Holland en ontwikkeling en uitvoering van op jongeren gerichte educatieprogramma s over landschap, landbouw, water en natuur in Laag Holland. - Natura 2000 De provincie Noord-Holland heeft met de staatssecretaris van EZ afgesproken dat beheerplannen worden opgesteld voor de Natura 2000-gebieden in Laag Holland: Eilandspolder Wormer & Jisperveld/Kalverpolder Polder Westzaan Ilperveld/Varkensland/Oostzanerveld/Het Twiske Polder Zeevang De partijen zullen bevorderen de Natura 2000 beheerplannen haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar zijn. De gebiedscommissie Laag Holland heeft daarover een adviesrol aan gedeputeerde staten. - Metropolitaan landschap De Metropoolregio Amsterdam heeft de discussienota Kracht van het Landschap uitgebracht. Het metropolitane landschap verhoogt de kwaliteit van leven en verbetert het vestigingsklimaat voor bedrijven en vormt een contramal van de verstedelijking. De partijen willen een bijdrage leveren aan het bevorderen van de bescherming van de kwaliteiten van het landschap als het meer toegankelijk maken van het gebied voor recreatie en toerisme. Waar nodig moet gebruik worden gemaakt van nieuwe ontwikkel- en financieringsstrategieën. Artikel 4 Bijdragen 1. De eerste acht partijen genoemd op de eerste pagina van de Samenwerkingsovereenkomst hebben de intentie jaarlijks een bijdrage beschikbaar te stellen, conform de bijlage bij deze overeenkomst, ten behoeve van de uitvoering van maatregelen voor het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van Laag Holland, door middel van een subsidieregeling Laag Holland op basis van de Agenda Groen en het verlenen van opdrachten. De regionale partijen verstrekken hun jaarlijkse bijdrage aan de provincie Noord- Holland. De jaarlijkse bijdrage van de regionale partijen wordt geoormerkt. 2. Het aangaan van financiële verplichtingen (subsidies, opdrachten) geschiedt door gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland. Aan het eind van het kalenderjaar rapporteert de provincie over deze aangegane verplichtingen. 3. Niet bestede delen van de bijdragen van de regionale partijen schuiven door naar het volgende kalenderjaar. Artikel 5 Geschillen 4

5 Indien in verband met de uitvoering van deze Samenwerkingsovereenkomst tussen de partijen genoemd op de eerste pagina van deze Samenwerkingsovereenkomst een geschil ontstaat zullen partijen trachten dit geschil in goed en constructief overleg op te lossen. Een geschil bestaat indien een partij dat schriftelijk meedeelt aan de andere partijen genoemd op de eerste pagina van deze Samenwerkingsovereenkomst. Artikel 6 Afdwingbaarheid Deze overeenkomst bevat geen afdwingbare bepalingen. Artikel 7 Bestuurlijk voorbehoud Alle in deze overeenkomst aangegane verplichtingen gelden binnen de beperkingen van de bevoegdheden van partijen en hun bestuursorganen en laten hun publiekrechtelijke verantwoordelijkheden en de uitoefening van hun publiekrechtelijke verantwoordelijkheden onverlet. Artikel 8 Slotbepalingen 1. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarop de laatste ondertekening ervan door de partijen is geschied. 2. Deze overeenkomst eindigt op 31 december Partijen hebben de mogelijkheid om tussentijds op te zeggen. Indien een partij besluit de samenwerkingsovereenkomst op te zeggen dan dient dit uiterlijk 3 maanden voor het einde van het kalenderjaar schriftelijk kenbaar gemaakt te worden aan de vertegenwoordigers van de partijen. 5

6 Ondertekenaars: Gedeputeerde staten van Noord-Holland, gedeputeerde J. Bond Dagelijks bestuur van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Datum: Dagelijks bestuur van Stadsdeelraad Amsterdam-Noord, Burgemeester en Wethouders van Zaanstad, Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Waterland, Burgemeester en Wethouders van Graft de Rijp, Burgemeester en Wethouders van Oostzaan, Burgemeester en Wethouders van Schermer, Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Burgemeester en Wethouders van Purmerend, 6

7 Bestuur van Land- en Tuinbouw Organisatie Noord, Datum: Staatsbosbeheer, Datum: Bestuur van Landschap Noord-Holland, Bestuur van Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water, Land en Dijken, Datum: Bestuur van Milieufederatie Noord-Holland, Datum: 7

8 Bijlage bij de Samenwerkingsovereenkomst Laag Holland Jaarlijkse bijdragen van de deelnemende partijen aan Laag Holland: Provincie Noord-Holland ,= Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ,= Stadsdeelraad Amsterdam-Noord ,= Gemeente Zaanstad ,= Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) ,= Gemeente Graft de Rijp 3.250,= Gemeente Oostzaan 4.500,= Gemeente Schermer 2.500,= NB De bijdragen voor de jaren 2014 t/m 2017 worden jaarlijks nader afgewogen bij de besluitvorming rond de begrotingen voor die jaren. 8