Vastgesteld Verslag GMR-vergadering gehouden op 21 mei 2012

Transcriptie

1 Bestuurskantoor Stichting Proo Eisenhowerlaan AS HARDERWIJK Vastgesteld Verslag GMR-vergadering gehouden op 21 mei 2012 Leden GMR: Martine Adriaanse, Liesbeth Aten, Fenny Dekter, Petra Jager, Aleid Mansholt, Dieke Miedema, Jeroen Nieuwenhuis (voorzitter), Marieke Roelink, Martin Schoenmaker, Bertjan Schrader, Anne Lies Slot-Visschedijk, Bestuurder stg. Proo: Berend Redder Organisatie stg. Proo: Willem Duifhuis. Ambtelijk secretaris: Els Reckman Afwezig: Joke Verwoerd-Veldhuis (secretaris) Als toehoorder te gast zijn: Rosie Alfons, Rennie Oosterveld, Bert Stam en Willem Debets (adviseur AOB) 1 Opening en vaststellen agenda Jeroen opent de vergadering om uur en meldt de volgende zaken: De GMR zal een extra vergadering in juni plannen. Er zijn vier mensen als toehoorder aanwezig; De P-GMR heeft verzocht om een half uur te vergaderen zonder dat Willem en Berend hierbij aanwezig zij. Zij hebben Willem Debet van de AOB meegenomen als adviseur. Allen gaan akkoord met dit verzoek en Willem en Berend verlaten de vergadering. De P-GMR licht toe dat nog steeds dezelfde instemmingsaanvraag ter besluitvorming voorligt. Er zijn weliswaar drie aanpassingen, maar de P-GMR heeft nog enkele zwaarwegende problemen. Dit zijn: de meerschoolse directie (MSD) van 7 personen. Deze is aangesteld toen er nog geen sprake was van de bezuinigingen waar Proo nu wel mee te kampen heeft. Er is door de GMR ingestemd met die structuur toen er nog niet op de leerkrachten bezuinigd hoefde te worden. De situatie is nu anders. het bestuurskantoor waar geen formatievermindering plaatsvindt. Er is wel begrip voor dat op het bestuurskantoor momenteel veel werk moet worden verzet, maar op de werkvloer is dit toch een zeer gevoelig punt. De P-GMR stelt vervolgens voor om de punten die zij in de onderhandeling willen betrekken direct in de vergadering te brengen. De standpunten zijn; voor de klas moet één op de vijf medewerkers weg, dus moet van de MSD ook 1 op de vijf directieleden weg. De directeuren worden per 1 augustus aangesteld. Kan het niet met vier of vijf in 1

2 plaats van 8. Het leerlingenaantal krimpt toch immers ook. De GMR is zich er van bewust dat de MSD van belang is om vertrouwen te houden in de organisatie en voor de kwaliteit van het onderwijs en het lange termijnbeleid, maar er is nu brand dus nu moet men ook blussen door ook in de top te snijden. Als het op de werkvloer niet goed gaat, dan hebben we ook niets aan de top. De locatieleiders zijn zeker zo belangrijk. Die laag moet goed zijn. Procedureel De P-GMR zal om schorsing verzoeken als ze onderling willen overleggen. De P-GMR wil de gevraagde instemming verlenen, mits er nog aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan. De P-GMR gaat er vanuit dat in alle lagen moet worden gekort maar dat gebeurt nog niet in de laag MSD. Dit moet evenredig naar de mening van de P-GMR. Het gaat om circa 50 personen minder op de werkvloer en dat treft de organisatie heel diep. Het budget moet evenredig worden verdeeld en er moet eerlijk worden gekort. De P-GMR zal zich houden aan de feiten. 2 Mededelingen De GMR wil het beperken tot de drie belangrijkste inhoudelijke onderwerpen Tijdens de vergadering is de volgorde van bespreking: DGO Meerjarenbestuursformatieplan/reorganisatieplan Bestuursformatieplan 2012/2013 Afgesproken wordt om voor de overige punten in juni een extra GMR vergadering in te lassen. Er wordt een extra vergadering in juni ingelast en wel op donderdag 14 juni Liesbeth meldt zich voor die vergadering afwezig. 3 Post ontvangen: - (via persoonlijke mailboxen GMR-leden) brief van ouders en teamleden de Horsthoek, bericht d.d. 17 april - brief van leerkrachten van de Obs De Sprenge, locatie Vaassen, bericht d.d. 23 april inzake reorganisatie - brief van AD 14 mei; -leerlingverloop en prognose; - samenvatting formatietoedeling; Post verzonden: - antwoord op Zorgen MR Gildeschool, bericht d.d. 16 april - antwoord op Bericht van MR obs de Bogen in Harderwijk d.d. 18 april inzake reorganisatieplan - antwoord op Ingekomen brief van een aantal teamleden van de Gildeschool over cohortensysteem versus Last in First Out, ontvangen op 20 april. - antwoord op brief van ouders en teamleden de Horsthoek, bericht d.d. 17 april - antwoord op brief van leerkrachten van de Obs De Sprenge, locatie Vaassen, bericht d.d. 23 april inzake reorganisatie 4 Vaststellen verslag voorgaande vergadering Het verslag van de GMR vergaderingen gehouden op 26 april 2012 (bijgevoegd) is vastgesteld. 2

3 Vanaf uur zijn ook Willem en Berend bij de vergadering aanwezig. 5. DGO 16 mei Berend doet verslag van het herstel DGO op 16 mei 2012 dat tot doel had om met elkaar in gesprek te komen over het DGO geschil en de noodsituatie.. Stichting Proo wilde per 1 augustus 2012 overgaan tot ontslag van personeel, de vakcentrales wilden niet verder gaan dan de proceduretermijn van de RDDFplaatsing verkorten tot 1 augustus Dan is gedwongen ontslag mogelijk per 1 augustus De GMR is hierover geïnformeerd. Na onderzoek en overleg is Proo akkoord gegaan met het voorstel van de vakorganisatie, te weten 25 plus 13 RDDF plaatsingen per 1 augustus De financiële situatie is een noodsituatie die hiertoe heeft geleid. De mate van financiële zorgelijkheid wordt ook bepaald door de vertrekmaatregelen en het sociaal plan 2 e fase. Op 8 juni is het nieuwe sociaal plan 2 e fase onderwerp van gesprek in het DGO. Ingrijpen is nodig. Morgen stuurt Proo een nieuwsbrief uit over de uitkomst van het DGO, het GMRoverleg en de komende periode. Er zal bij de RDDF-plaatsing worden gewerkt volgens het afspiegelingsbeginsel. Daarbij vindt RDDF-plaatsing per leeftijdscohorten plaats. De peildatum voor de cohorten is 1 mei De functies LA, LB en locatieleider zijn uitwisselbaar. De overeenstemming die in het DGO is bereikt, is onder voorbehoud van de instemming van de P-GMR met het meerjaren bestuursformatieplan Ten aanzien van de directiestructuur geldt dat de sollicitatieprocedure zorgvuldig is doorlopen, maar de functiebeschrijving is nog niet helemaal gereed. Het Sociaal Plan tweede fase moet nog worden afgestemd met de vakcentrales in het DGO van 8 juni. In dit Sociaal Plan tweede fase zitten vertrek bevorderende maatregelen. Hier is veel belangstelling voor. Dat betekent voor de lange termijn een minder negatief saldo. Berend meldt tot slot dat het DGO in goede sfeer is verlopen. Op 13 juni is een ledenraadpleging door de AOB. De GMR heeft de aangepaste stukken ontvangen en neemt de informatie voor kennisgeving aan. 6 Bestuursformatieplan 2012/2013 De werkgever verzoekt de personeelsgeleding van de GMR in te stemmen met het bestuursformatieplan 2012/ Meerjarenbestuursformatieplan/reorganisatieplan Voor ligt het verzoek aan de P-GMR om in te stemmen met dit plan. Afgesproken wordt om meer tijd voor de bespreking te benutten, dan het kwartier dat er voor op de agenda staat, aangezien dit het belangrijkste punt van bespreking is. Een aantal punten uit het plan worden doorgenomen; Pagina 6, punt 2; zie de wijziging; deze wijziging is puur ter verduidelijking. Hier worden ook de getallen 25 en 12 genoemd in het kader van de afvloeiing. Dat maakt samen 37, maar er is ook sprake van 25 plus 13 RDDF plaatsingen. Dus welke van beide is juist? Het aantal van 38 of 37? Berend geeft aan dat 38 (25 plus 13) het juiste aantal is. Er is ook een onderhandelingsakkoord op 38 FTE. De volgende vraag van de GMR betreft het gebruik van het sociaal plan; door het gebruik van het sociaal plan kan het ontslagvolume naar beneden. Gaat er dan direct iemand uit het RDDF? Afgesproken wordt dat mensen periodiek uit het RDDF worden gehaald. In elke 3

4 GMR-vergadering zal melding gemaakt worden van het aantal mensen dat uit het RDDF gehaald is. Pagina 8. Vervangingspool. De GMR vraagt of de 14 FTE in de vervangingspool andere mensen zijn dan de mensen in de RDDF? Willem geeft aan dat mensen zich als vrijwilligers kunnen aanmelden voor de Vervangingspool, maar dat het grootste deel zal bestaan uit mensen die in het RDDF geplaatst worden. Dit is met de directeuren afgesproken. Berend zet uiteen dat er een financieel risico kleeft aan de vervangingspool. Er wordt maximaal 14 FTE in de vervangingspool geplaatst. Personeel in de vervangingspool wordt ingezet bij vervanging van zieke collega s. Van te voren is nog niet bekend hoeveel verzuim er zal zijn. Iedereen die gebruik maakt van het sociaal plan hoeft niet ontslagen te worden. Vervangingspool en RDDF kan beide van toepassing zijn op een persoon, maar dat hoeft niet. Het is geen escape om niet te worden ontslagen. Punt ambulante tijd De P-GMR informeert of de Meerscholendirecteuren (MSD) hierbij zijn meegerekend. Berend bevestigt dat dit inderdaad zo is. De P-GMR vraagt hoe dit in de praktijk zal zijn. Hoeveel ambulante tijd is er voor de MSD? Berend zet uiteen dat is afgesproken, dat de verdeling van de ambulante tijd maatwerk tussen MSD en locatieleiders is. Pagina 9, punt stringente regelgeving normjaartaak. De P-GMR verzoekt om de normjaartaak dit in het najaar op de GRM-agenda terug te zien om de uitwerking in de praktijk te kunnen toetsen. Berend gaat akkoord met de evaluatie van de effecten. Hij noemt het najaar daarvoor iets te vroeg, maar verder is het in orde. Directiestructuur De P-GMR heeft met dit punt van het plan de meeste moeite, omdat er te weinig wordt gesneden in de toplaag. Het is eerlijker als er top down evenveel wordt gesneden. Er is onvrede over de invoering van de MSD, die is voorgesteld toen er nog niets aan de hand was binnen Proo en nu valt de directie buiten de ontslagronde. De P-GMR wil hierover praten op basis van twee redenen; de eerlijkheid en het draagvlak op de werkvloer, omdat de pijn gedeeld wordt. De P- GMR is er voorstander van om ook de MSD met een vijfde deel te verminderen en niet 7 maar 4 MSD s aan te stellen. Berend onderkent in het betoog de beleving en het rechtvaardigheidsgevoel. Hij moet de positie van de MSD wel invullen, want iedere school heeft recht op een directeur. Het argument dat de structuur is bedacht in de situatie dat er niets aan de hand was, bestrijdt Berend. Vanaf 2010 is er, sinds de samenvoeging met Epe, een financiële component bijgekomen. Voorafgaand aan de aansluiting bij Stichting Proo had Stichting Opo Epe een negatieve financiële exploitatie. Voorts was er van de in 2007 ontvangen bruidsschat niets meer over. Ook Proo had al in 2010 al te maken met negatieve exploitatie. De financiële component is daarom altijd meegenomen bij de samenstelling van de directiestructuur; zowel financieel als kwalitatief is de gekozen oplossing een goede. De beleving wordt wel begrepen. De P-GMR geeft aan dat het meer is dan een beleving. Men moet het beroep van 4

5 leerkracht voor de klas niet onderschatten. De kwaliteit van het onderwijs gaat er onder leiden als met minder mensen dezelfde kwaliteit moet worden geleverd. Het antwoord om het af te schuiven op beleving is niet goed genoeg, want waarom wel op de leerkrachten, maar niet op directieniveau bezuinigen?! Er moet meer eerlijk wordt gesneden, door op alle niveaus te snijden. Het is dan ook logisch dat er op directie niveau ook wat wegvalt. We hebben het over alle directeuren in de huidige situatie. Daar moeten ook een aantal mensen van vertrekken. Berend benadrukt dat iedere school een directeur nodig heeft. Er is al voor 3 ton op bezuinigd en ook aan ambulante tijd, de berekening per 1 januari 2011 geeft hierin inzicht. De P-GMR informeert waarom deze berekening nu niet moet worden aangescherpt? Het is voordelig om op de MSD te bezuinigen, want ze zijn duurder dan leerkrachten. De financiële ruimte wordt daardoor dus groter. Willem geeft aan dat Proo al van 14 naar 6 directeuren terug gaat. Er vertrekken een aantal directeuren; waarbij geen herbezetting zal plaatsvinden. Vanuit de P-GMR wordt gesteld dat de directeuren vertrekken, waarom dit dan niet wordt meegenomen in de bezuinigen. Dat komt heel anders over op de werkvloer. De P-GMR dringt er op aan om het vast te leggen, want het gaat om het principe. Ook voor leerkrachten geldt dat er mensen zijn die een andere werkgever kiezen en zelf vertrekken. Er moet een vergelijkbaar percentage gekort worden op de groep directeuren. Er wordt een korte pauze ingelast van tot uur. Berend heeft respect voor de beleving, maar hoort geen inhoudelijke argumenten. Hij wil op zoek naar een mogelijk beweging. Er zijn 12,63. FTE directeuren en 193 FTE leerkrachten (la, lb en locatieleiders). Van deze 190 gaat ongeveer 15% af. Dit percentage loslatend op het aantal directeuren, zou betekenen dat ongeveer 2 directeuren in het RDDF geplaatst moeten worden. De GMR meldt dat het bekend is dat er directeuren zijn, die overwegen om gebruik te maken van het sociaal plan. Als we deze stap gaan maken, dan gaat er een aantal weg. Dat is bekend. Berend bevestigt dat als er aan de ene kant aan een radartje wordt gedraaid, dat dan aan de andere kant ook iets gaat draaien. Afgesproken wordt om alle punten van de P-GMR nu op tafel te leggen en alles mee te nemen in de overwegingen. De MSD wordt op 7 gesteld, want er gaat iemand weg. Deze plek wordt niet meer ingevuld. De P-GMR stelt aan de orde dat de MSD tussen bestuur en school in functioneert. De locatieleider runt de school. De vraag die deze situatie oplevert is; moeten er wel 7 MSD komen, want we weten zelfs nog niet de exacte invulling van de functie. Waarop is dan dit aantal gebaseerd? Berend antwoordt dat deze discussie al twee jaar lang is gevoerd. Bewust is er al voor gekozen om met 1 MSD minder te gaan werken, dan eerder was besloten. Nu invoeren en na twee jaar evalueren is voor Proo een hard standpunt. De structuur staat niet ter discussie de komende twee jaar. De P-GMR informeert of het een nieuwe structuur is, landelijk gezien. Berend geeft te kennen dat het al een bekende structuur is en op dit moment een goede mogelijkheid voor Proo. Het is een zorgvuldig proces geweest en door- 5

6 gepraat met alle betrokken partijen. Punt e Dit betreft het bestuurskantoor. Hier is men momenteel hard nodig. De P-GMR verzoekt om na 1 januari kritisch te kijken of hier formatie weg kan. Berend zegt toe dat er in oktober een analyse volgt om te bezien wat de medewerkers op het bestuurskantoor kosten en wat nodig is en wat beter is; in- of outsourcen. De P-GMR ontkent niet dat de structuur niet goed is, maar de leerkrachten worden ontslagen omdat er geen geld meer is, niet omdat ze geen dagelijkse taken hebben. Daarom is krimp nodig en dit moet evenzo worden teruggezien op het bestuurskantoor en bij de directeuren. De voorzitter vat als volgt samen: Er is nog geen antwoord op het percentage te bezuinigen op de directeuren; De structuur MSD is akkoord; Analyse bestuurskantoor in het najaar; als er cijfers veranderen dan moet het terugkomen in de GMR. Berend stelt voor om 2 FTE van de huidige directeuren in het RDDF te plaatsen en daarmee de onderhandeling met de GMR af te ronden. De P-GMR verzoekt om te schorsen om na onderling beraad een besluit te nemen. Er wordt voor 10 minuten geschorst. De P-GMR stemt in met het reorganisatieplan, omdat er ook FTE aan directeuren in de RDDF worden geplaatst, gelijk aan het percentage aan leerkracht dat in het RDDF- geplaatst wordt. Ook moeten de afspraken allemaal goed op papier worden gezet door Berend.; De P-GMR begrijpt dat niet kan worden gesleuteld aan de directiestructuur zonder dat dit effect heeft. Daarom is een grondige evaluatie nodig om te bezien of het nodig is om zoveel mensen in de MSD te hebben. Berend zal de evaluatie van de bovenschoolse structuur in het voorjaar 2014 laten uitvoeren. Het aantal FTE dat per 1 augustus 2013 moet afvloeien is 38. Dit is het totale volume. Hij zegt toe dat hij de afspraken op papier zal zetten. Willem geeft tot slot aan dat het reorganisatie plan onder grote druk is gemaakt. Hierdoor zijn er twee foutjes in geslopen: bij punt d staat: 30,4 in plaat van 17,4. Ook in het overzicht in laatste kolom staat een fout. Een nieuw overzicht wordt uitgereikt. Het meerjaren bestuursformatieplan alsmede het Bestuursformatieplan 2012/2013 wordt aangepast met de door de GMR geplaatste opmerkingen. 8. Implementatie directiestructuur 9 Verkiezing GMR 10 Vervanging uren GMR 11 Achterbancommunicatie 6

7 Website Nieuwsbrief 12 Rondvraag en sluiting Berend is verheugd dat men er uit is gekomen. De worsteling van de GMR is helder. Het is goed dat er een akkoord is bereikt en hij dankt de GMR hiervoor. De consequenties voor de begroting en de MJB moeten nog blijken. Hij doet een beroep op de mensen om de kar te trekken en om rust naar buiten toe te bewaren. Dit is van belang voor het krijgen van de kinderen naar de Proo scholen. De planning van de cohorten komt naar de GMR zodra deze klaar is. Hij verzoekt om korte communicatie lijntjes te hanteren. Er verschijnt morgen een nieuwsbrief voor personeel en directieleden; tot dan verzoekt hij om embargo van de afspraken. De communicatie gaat uit van het bestuurskantoor. De GMR informeert of er al is nagedacht over de communicatie over de reorganisatie naar buiten toe. Wordt daarbij gebruik gemaakt van een specialist? Berend geeft aan dat de communicatie via twee lijnen verloopt. De eerste is via de interne nieuwsbrief en de tweede is naar de toezichthouder, namelijk de 8 gemeenten. Er wordt gezamenlijk gewerkt aan een persbericht, want het is goed om de regie op de nieuwsberichten te houden. De GMR spreekt dank uit voor het feit dat correcties in teksten in kleur worden aangegeven. Vervolgens wordt de vraag gesteld hoe wordt om gegaan met medewerkers die in de RDDF komen. Blijven zij op hun oude werkplek? Berend geeft aan dat zij eerst boventallig worden geplaatst en vervolgens weer over de scholen worden verdeeld. Hij verzoekt om ruimte om ongebruikelijke situaties pragmatisch op te lossen. Martine spreekt haar respect uit voor het werk van de P-GMR. Jeroen wijst in dit kader op het belang om te werven voor nieuwe GMR-leden. Op het pleidooi voor spreiding van de leerkrachten (verhouding tussen Opo en Proo) wordt afwijzend gereageerd, want dat is in de voorgaande vergadering als besproken. Er is besloten om geen beperkingen op te leggen bij het werven van kandidaten. Jeroen bedankt allen, ook de aanwezige toeschouwers en sluit vervolgens de vergadering om uur. 7