Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2)

Transcriptie

1 Directoraat-generaal voorlichting Afdeling analyse van de publieke opinie Brussel, 14 februari Parlemeter - november Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2) ANALYTISCHE SAMENVATTING Onderzoeksgebied: Bevolking: Methode: Veldwerk: EU 27 ( Europese burgers) Europeanen van 15 jaar of meer persoonlijke interviews (CAPI) 17 november 2 december, uitgevoerd door TNS opinion INLEIDING...3 A. INTERESSE VOOR DE EU EN HET EUROPEES PARLEMENT...12 B. INFORMATIE OVER HET EUROPEES PARLEMENT MEDIA-AANDACHT VOOR HET EUROPEES PARLEMENT BELANGRIJKSTE INFORMATIEBRONNEN THEMA S OF BELEIDSGEBIEDEN WAAROVER DE EUROPEANEN MEER INFORMATIE WENSEN...22 C. BEELD VAN HET EUROPEES PARLEMENT ALGEMEEN BEELD VAN HET EUROPEES PARLEMENT DETAILS BETREFFENDE HET BEELD VAN HET EP...28 D. KENNIS OVER HET EUROPEES PARLEMENT KENNIS OVER DE WERKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT KENNIS OVER HET BESLUITVORMINGSPROCES BINNEN HET EUROPEES PARLEMENT 34 E. ROL VAN HET EUROPEES PARLEMENT STAND VAN ZAKEN PERCEPTIE (VERLEDEN) WENS (TOEKOMST)...43 F. HET EUROPEES PARLEMENT VANDAAG EN MORGEN: PRIORITAIRE BELEIDSGEBIEDEN EN WAARDEN PRIORITAIRE BELEIDSGEBIEDEN TE VERDEDIGEN WAARDEN...49

2 Voor de vragen met betrekking tot tendensen gebruikte eurobarometer-enquêtes: EB77.4 Nog twee jaar tot de Europese verkiezingen van 2014 Veldwerk: 27 juni (TNS opinion) Dekking: Europese burgers, persoonlijk geïnterviewd Bevolking: Europeanen van 15 jaar en ouder EB 76.3 Parlemeter Veldwerk: Dekking: Bevolking: 3 nov nov (TNS opinion) personen, persoonlijk geïnterviewd Europeanen van 15 jaar en ouder Parlemeter Veldwerk: Dekking: Bevolking: 16 januari - 22 februari 2009 (TNS opinion) personen, persoonlijk geïnterviewd Europeanen van 15 jaar en ouder Parlemeter Veldwerk: Dekking: Bevolking: 22 september - 3 november 2007 (TNS opinion) personen, persoonlijk geïnterviewd Europeanen van 15 jaar en ouder Norm EG Veldwerk: Dekking: Bevolking: 6 september - 10 oktober 2006 (TNS opinion) personen, persoonlijk geïnterviewd Europeanen van 15 jaar en ouder EB 71.1 EB 68.1 EB 66.1 De lezers moeten in gedachten houden dat enquêteresultaten schattingen zijn waarvan de nauwkeurigheid, bij overigens gelijke omstandigheden, afhankelijk is van de omvang van de steekproef en van het waargenomen percentage. Voor steekproeven van circa 1000 interviews (de steekproefomvang die gewoonlijk gebruikt wordt op het niveau van de lidstaten) ligt het werkelijke percentage, dat wil zeggen als de gehele bevolking zou zijn geïnterviewd, binnen de volgende betrouwbaarheidsgrenzen: Waargenomen percentages Betrouwbaarheidsgrenzen 1 of 9 2 of 8 3 of 7 4 of +/- 1,9 punten +/- 2,5 punten +/- 2,7 punten +/- 3,0 punten +/- 3,1 punten 2

3 INLEIDING Deze zevende Parlemeter-enquête, waarbij Europese burgers uit de 27 lidstaten van de EU betrokken waren, vond plaats tussen 17 november en 2 december en werd uitgevoerd door TNS Opinion & Social. De lezers zullen vaststellen dat de analyse van de manier waarop de resultaten met de tijd evolueren, teruggaat tot de vorige Parlemeter uit november Voor sommige vragen gaan de tendensen evenwel nog verder terug, namelijk tot de herfst van In deze gevallen is het de bedoeling om de huidige resultaten, anderhalf jaar vóór de Europese verkiezingen van 2014, te vergelijken met de resultaten van dezelfde vragen die ongeveer anderhalf jaar voor de Europese verkiezingen van 2009 werden gesteld. Zoals bij alle enquêtes van dit type het geval is, moet er rekening mee worden gehouden dat het Europees gemiddelde een gewogen gemiddelde is en dat de zes lidstaten met de meeste inwoners ongeveer 7 van dat gemiddelde uitmaken. De lezers worden er tot slot aan herinnerd dat elke enquête een schatting is waarvan de nauwkeurigheid afhangt van de omvang van de steekproef. Er wordt altijd een foutenmarge genoemd die een idee geeft van de betrouwbaarheid van de resultaten1. Context Voor alle enquêtes geldt dat de context waarin het veldwerk wordt uitgevoerd, invloed heeft op de antwoorden die de geïnterviewden geven. Op economisch gebied hadden er tijdens de periode waarin de enquête plaatsvond, verscheidene vergaderingen plaats binnen de Europese instellingen of werden dergelijke vergaderingen voorbereid (Ecofin, Europese Raad). Er moesten belangrijke beslissingen genomen worden over diverse onderwerpen, zoals het bankentoezicht, het groeipact, de bankenunie en de herkapitalisering van de banken. Zowel over deze kwesties als over het resultaat van de discussies over de herziening van de financiële langetermijnvooruitzichten heerste er grote onzekerheid. Op politiek vlak vonden er in verscheidene lidstaten vóór, tijdens en na de enquête verkiezingen plaats: parlementsverkiezingen in Roemenië, en (in oktober ) regionale en plaatselijke verkiezingen in België, Spanje, Italië, Tsjechië en Finland. Al deze verkiezingen gingen gepaard met bijzonder levendige debatten. Bij de analyse van de evolutie van de resultaten in de loop der tijd moet er rekening worden gehouden met de gebeurtenissen die tussen de twee enquêtes plaatshadden (d.w.z. tussen november 2011 en november-december ), met name de verschillende crisistopbijeenkomsten, de presidentsverkiezingen in Finland en Frankrijk en andere verkiezingen in meerdere lidstaten. Tenslotte moeten we ook de achtergrondgebeurtenissen van de Parlemeter uit 2011 waarmee de resultaten van de huidige enquête worden vergeleken, in het achterhoofd houden: het 1 Zie de technische specificaties op bladzijde 2. 3

4 voorstel voor een referendum over de euro en de benoeming van een nieuwe premier in Griekenland, een nieuwe premier in Italië en een toename van de rente op de staatsschuld in veel landen van de eurozone. Belangrijkste bevindingen De belangrijkste bevindingen van deze enquête kunnen als volgt worden samengevat: Sinds 2006 is er sprake van meer belangstelling van het publiek voor Europese aangelegenheden. De economische crisis is sinds 2008 een belangrijk punt van zorg voor Europeanen. Dit heeft zeker te maken met het feit dat Europese thema's een steeds grotere rol zijn gaan spelen in de politieke debatten die gedurende de recentste nationale verkiezingen gehouden werden. Sinds de herfst van 2007, ongeveer anderhalf jaar voor de Europese verkiezingen van 2009, is de media-aandacht voor het Europees Parlement met 22 procentpunten gestegen. Sinds 2011 is deze media-aandacht evenwel licht gedaald. Het imago van het Europees Parlement bij de bevolking is het afgelopen jaar min of meer stabiel gebleven. Bij een relatieve meerderheid roept het Europees parlement een neutraal beeld op, terwijl telkens iets meer dan een kwart van de Europeanen aangaf een positief of een negatief beeld van het Parlement te hebben. Drie vragen gingen over het belang, volgens de Europeanen, van de rol van het Europees Parlement voor de werking van de EU: - driekwart van de Europeanen denkt dat het Parlement tegenwoordig een belangrijke rol speelt; - een absolute meerderheid zou het Parlement in de toekomst graag een grotere rol zien spelen; - en tot slot denkt meer dan een derde van de Europeanen dat de rol van het Parlement de afgelopen tien jaar aan belang heeft gewonnen. Sinds 2007 is dit laatste percentage echter aanzienlijk gedaald. Er is een duidelijke verandering zichtbaar voor wat betreft de informatiebronnen die Europeanen raadplegen. Voor de eerste keer sinds deze vraag gesteld wordt, staat het internet op de tweede plaats van de meest genoemde bronnen die Europeanen gebruiken om informatie over het Europees Parlement op te zoeken. De televisie blijft met grote voorsprong de voornaamste bron van informatiemaar het internet ligt intussen tien procentpunten voor op de geschreven pers. Net als vroeger is een absolute meerderheid van de Europeanen van mening dat het Europees Parlement armoedebestrijding als de belangrijkste beleidsprioriteit moet beschouwen. De coördinatie van het economische beleid wordt door meer dan een derde van de geïnterviewden genoemd en komt daarmee op de tweede plaats, gevolgd door de verbetering van de bescherming van consumenten en de volksgezondheid, die door een derde van de ondervraagden wordt genoemd. 4

5 De bescherming van de mensenrechten blijft in de ogen van de Europeanen de belangrijkste waarde. Als tweede komt de solidariteit tussen de lidstaten, die door meer dan een derde van de geïnterviewden wordt genoemd, vóór de gelijkheid van mannen en vrouwen, die naar de derde plaats zakt en deze positie deelt met de vrijheid van meningsuiting. *** Focus Deze analytische samenvatting gaat vergezeld van vier specifieke analyses of focussen. Elke focus heeft als doel om vanuit een specifieke gezichtshoek een diepere analyse van de resultaten van deze Parlemeter te verstrekken en de belangrijkste bevindingen op die manier aan te vullen. De vier focussen hebben betrekking op: 1) 2) 3) 4) de verschillen tussen de resultaten uit de lidstaten in de eurozone en de lidstaten buiten de eurozone; de verschillen tussen mannen en vrouwen; de verschillen per leeftijdscategorie; de verschillen per beroepscategorie. 5

6 A. Belangstelling voor Europese aangelegenheden De Europese bevolking toont veel meer interesse voor Europese aangelegenheden dan in 2006, de vorige keer dat deze vraag gesteld werd. In gaf (%) van de Europese burgers te kennen geïnteresseerd te zijn in Europese kwesties; (%) zei hier geen interesse voor te hebben. Dit komt waarschijnlijk doordat Europa meer dan ooit tevoren in het middelpunt van het politieke debat in de lidstaten staat, in het bijzonder tijdens de parlements- en presidentsverkiezingen die sinds 2006 hebben plaatsgevonden. De opvallendste toenames zijn te zien in Zweden (6, ), Nederland (7, ) en het Verenigd Koninkrijk (, ). De opvallendste dalingen hebben zich voorgedaan in Tsjechië (, ), Polen (; ), Slowakije (4, 1) en Griekenland (, ). Wanneer we deze evoluties op een kaart voorstellen, tekent er zich een duidelijke geografische scheiding af tussen oost en west, namelijk een stijgende trend in het westen en een dalende in het oosten. Deze laatste trend moeten we bekijken tegen de achtergrond van de situatie in 2006: die kan er namelijk toe bijgedragen hebben dat de nieuwe lidstaten die in 2004 tot de EU zijn toegetreden en de twee toenmalige kandidaat-landen toen méér interesse hadden voor Europese kwesties dan vandaag. Deze situatie werd onder meer gekenmerkt door: - de recente toetreding van de nieuwe lidstaten; - het feit dat het Europees Parlement in januari waarnemers uit Bulgarije en Roemenië had verwelkomd; - de dienstenrichtlijn die de 25 EU-landen op 29 mei 2006 goedkeurden. B. Informatie over het Europees Parlement 1) Media-aandacht voor het Europees Parlement Bijna twee op drie Europeanen beweren dat ze onlangs in de media over het Europees Parlement hebben gehoord/gelezen (6, % in vergelijking met november 2011). Daarbij moeten we in gedachten houden dat de crisis een jaar geleden een hoogtepunt bereikte en Europa bijgevolg veel aandacht ontving in de media. In vergelijking met dezelfde periode vóór de Europese verkiezingen van 2009 komen we niettemin tot een heel duidelijke bevinding:vandaag is de media-aandacht voor het EP 22 procentpunten hoger (6) dan in de herfst van 2007 (4). 6

7 2) Belangrijkste informatiebronnen Informatie over het Europees Parlement krijgen de Europeanen nog altijd voornamelijk via de televisie (6, %), maar het internet komt intussen op de tweede plaats (, sinds november 2011) en de geschreven pers nog slechts op de derde plaats (3, -). Op de vierde plaats volgt de radio, die door 1 van de geïnterviewden wordt genoemd (-). Vooral de websites van het Europees Parlement hebben aan bekendheid gewonnen: in slechts één jaar tijd is het aantal burgers dat hier weet van heeft, gestegen van 1 naar (%). Vanuit sociaal-demografisch perspectief zijn het vooral mensen jonger dan 35 jaar, hoogopgeleiden en studenten die het internet vermelden. 3) Thema's of beleidsgebieden waarover de Europeanen meer informatie wensen Het mag geen verrassing zijn dat EU-oplossingen om de crisis aan te pakken het meest genoemde antwoord op Europees niveau vormt (3), op de voet gevolgd door een investeringsplan voor nieuwe banen, inclusief banen voor jonge mensen (3). van de Europese burgers zou meer informatie willen krijgen over hun rechten als burger van de EU, terwijl 2 meer zou willen weten over consumentenbescherming en over de toekomst van energie binnen de EU. Buiten de eurozone is het meest gegeven antwoord een investeringsplan voor nieuwe banen, inclusief banen voor jonge mensen (), gevolgd door uw rechten als burger van de EU () en oplossingen voor het aanpakken van de crisis (). In de eurozone komt oplossingen voor het aanpakken van de crisis met op de eerste plaats;in 13 van de 17 landen van de eurozone geeft een meerderheid van de ondervraagden dit antwoord. In dit verband is het interessant om de antwoorden op een vraag uit onze vorige enquête "De Europeanen twee jaar voor de Europese verkiezingen van 2014", gepubliceerd op 6 september 2 in herinnering te roepen. Bij deze enquête werd de geïnterviewden gevraagd welke beleidsgebieden in het licht van de economische crisis voorrang zouden moeten krijgen. 7 antwoordde banen en bestrijding van de werkloosheid en het tweede antwoord was de vermindering van de staatsschuld van de EU-landen (). Koopkracht en inflatiebestrijding en stimuleren van de groei deelden de derde plaats (). 2 EB/EP 77.4.Veldwerk: 27 juni. 7

8 C. Beeld van het Europees Parlement 1) Algemeen imago van het Europees Parlement Het imago van het Europees Parlement is sinds de enquête uit november 2011 grotendeels onveranderd gebleven. () van de Europeanen heeft nog altijd een neutraal beeld van de instelling. Het percentage Europese burgers dat een positief beeld heeft van het EP, is het voorbije jaar licht gestegen (van naar ), net als het percentage ondervraagden met een negatief beeld van het EP (van 26 naar ). Sinds de herfst van 2007 (d.w.z. iets meer dan anderhalf jaar vóór de Europese verkiezingen van 2009) daarentegen heeft het positieve imago van het EP aan terrein ingeboet: op dat ogenblik had van de Europeanen een positief beeld van het EP (in ligt dat percentage 12 procentpunten lager). Op nationaal niveau heeft in in vier landen (Bulgarije, Malta, Roemenië en Italië) een meerderheid van de ondervraagden een positief beeld van het Europees Parlement, terwijl in drie landen (het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Portugal) een meerderheid van de ondervraagden een negatief beeld van het Parlement heeft. In de andere 20 lidstaten heeft een meerderheid van de geïnterviewden een neutraal beeld van het Europees Parlement. Op sociaal-demografisch niveau hebben vooral jonge mensen een positief beeld van het EP. Deze trend komt in alle enquêtes terug. Als we naar het beroep van de ondervraagden kijken, hebben managers en directeurs, kantoorwerkers en studenten ook vaker een positief dan een negatief beeld van de instelling, net als de geïnterviewden die het EP graag een belangrijkere rol zouden zien spelen. Als we naar de leeftijd kijken, hebben geïnterviewden van 40 jaar en ouder het negatiefste beeld van het EP, net als werkloze, zelfstandige en gepensioneerde ondervraagden en zij die graag zouden hebben dat het EP een minder belangrijke rol speelt. D. Kennis over het Europees Parlement Wat weten de inwoners van de EU over de manier waarop het Europees Parlement functioneert en beslissingen neemt? Het spreekt voor zich dat de Europese verkiezingen van 2014 zullen worden voorafgegaan door in grotere mate politiek getinte debatten, niet in de laatste plaats als gevolg van het feit dat de voorzitter van de Commissie indirect door de Europese burgers wordt verkozen. Uit de antwoorden blijkt dat de ondervraagden kennis hebben van de unieke kenmerken van het Parlement als een instelling die via rechtstreekse, algemene verkiezingen en op zowel nationale als politieke basis wordt verkozen. 1) Kennis van de werking van het Europees Parlement Op de vraag volgens welke logica de Europarlementariërs in het Europees Parlement zitten, antwoordt van de geïnterviewden 'volgens hun politieke richting' ( 8

9 sinds de herfst van 2007). Toch denkt nog altijd (-) dat de Europarlementariërs in het EP zitten 'volgens hun nationaliteit'. 2) Kennis van het besluitvormingsproces De twee voorgestelde besluitvormingsmethodes halen elk een gelijk percentage antwoorden binnen. ( sinds de herfst van 2007) denkt dat besluiten worden genomen overeenkomstig de politieke voorkeur van de leden van het Parlement, en nog eens (-) denkt dat dit gebeurt overeenkomstig de belangen van de lidstaten waaruit de leden van het Parlement afkomstig zijn. 1 (-) antwoordde spontaan beide en 1 wist het niet' (%). E. Rol van het Europees Parlement De deelnemers aan de enquête kregen drie vragen voorgelegd over de rol die het Europees Parlement volgens hen speelt. Details vindt u verder in dit document. Het is interessant om de grondgedachte te onderzoeken achter de antwoorden uit de landen van de eurozone die het hardst getroffen zijn door de economische crisis. In deze lidstaten vinden de ondervraagden dat de rol van het Europees Parlement de voorbije tien jaar is verzwakt en zouden ze in sommige landen zelfs met een grote meerderheid graag hebben dat het Parlement in de toekomst een belangrijkere rol speelt. 1) Stand van zaken 7 van de Europese burgers (- sinds november 2011) vindt nog altijd dat het EP momenteel een belangrijke rol heeft in de werking van de EU. Dit percentage is hetzelfde als in de herfst van ) Perceptie (verleden) Is de rol van het Europees Parlement in de Europese Unie de afgelopen tien jaar volgens u sterker geworden, minder sterk geworden of hetzelfde gebleven? Sinds de vorige keer dat deze vraag werd gesteld, namelijk in januari 2009, denken de meeste geïnterviewden nog altijd dat de rol van het EP in de EU sterker geworden is (, -). Er zijn nu echter meer ondervraagden die denken dat de rol van het EP is verzwakt: dit percentage bedroeg in januari en in november 2 (). Zoals we eerder al zeiden, is deze indruk het sterkst in de lidstaten waar de crisis het hardst heeft toegeslagen: in Spanje denkt (+) van de ondervraagden dat de rol van het EP minder sterk is geworden, in Portugal is dat 4 (), in Griekenland (+) en in Ierland 3 (). 9

10 3) Wens (toekomst) Momenteel zou van de Europese burgers graag hebben dat het EP in de toekomst een belangrijkere rol speelt: dit is 9 procentpunten meer dan in november Tijdens de vergelijkbare periode in de herfst van 2007 bedroeg dit percentage slechts. In alle landen van de eurozone waar de crisis hard heeft toegeslagen, hopen de ondervraagden dat het EP in de toekomst een grotere rol zal spelen: Cyprus (7, %), Spanje (6, %), Griekenland (6, +), Ierland (, ) en Italië (, %). De opvallendste evoluties hebben plaatsgevonden in het Verenigd Koninkrijk (, ), Bulgarije (6, ) en Polen (6, ). Ondanks de stijging van 20 procentpunten in het Verenigd Koninkrijk, behoort de score van het VK voor deze vraag nog altijd tot de laagste in de EU. Slechts in drie lidstaten is het aantal ondervraagden dat graag zou hebben dat het EP in de toekomst een belangrijkere rol speelt, gedaald, namelijk in Nederland (, %), Oostenrijk (, -) en Slowakije (5, %). F. Het Europees Parlement vandaag en morgen: waarden en prioritaire beleidsgebieden De trend die zich sinds het begin van de crisis aftekent, blijft zich doorzetten. De Europeanen willen in de eerste plaats dat het Europees Parlement de ontwikkeling stimuleert van EU-beleidsmaatregelen die een antwoord bieden op hun dagelijkse bekommernissen. 1) Prioritaire beleidsgebieden: De bestrijding van armoede blijft het beleidsgebied dat het EP volgens de meerderheid van de Europese burgers als prioritair moet beschouwen: 5 geeft dit als eerste antwoord (+ sinds november 2011). In 15 landen van de eurozone is dit het vaakst genoemde prioritaire beleidsgebied (); uitzonderingen zijn Malta en Italië. In op één na alle lidstaten buiten de eurozone (uitzondering: Litouwen) is dit eveneens het eerst genoemde beleidsgebied (5). De coördinatie van het beleid inzake economie, begrotingen en belasting komt op de tweede plaats en wordt door van de ondervraagden genoemd (-). Voor dit antwoord bestaat er een grote kloof tussen de landen van de eurozone () en de lidstaten buiten de eurozone (). 2) Te verdedigen waarden: Net als in eerdere enquêtes vormt de bescherming van de mensenrechten (5, ongewijzigd) met voorsprong de eerste waarde die het EP volgens de inwoners van de EU moet verdedigen. Solidariteit tussen de lidstaten van de EU (, +) komt op de tweede plaats. 10

11 Op een gedeelde derde plaats, elk met 3, komen de vrijheid van meningsuiting (ongewijzigd) en gelijkheid tussen mannen en vrouwen (%). Afdeling Analyse van de publieke opinie Jacques Nancy EPEurobarometer@europarl.europa.eu 11

12 A. INTERESSE VOOR DE EU EN HET EUROPEES PARLEMENT a) Europees gemiddelde 12

13 b) Nationale resultaten 13

14 c) Nationale resultaten: evolutie QP13a Zou u zeggen dat u zeer geïnteresseerd, redelijk geïnteresseerd, niet erg geïnteresseerd of helemaal niet geïnteresseerd bent in Europese kwesties? Totaal 'Geïnteresseerd' EB66.1* Sept.-Okt Totaal 'Niet geïnteresseerd' EB66.1* Sept.-Okt Weet niet EB66.1* Sept.-Okt EU27 (EU25*) EUROZONE 5-8 NIET-EURO SE NL UK BE LV 4 1 IT CY DK DE FR EE ES LT 6-8 HU 5-7 IE PT LU MT AT 5 FI BG 5 SI RO EL SK PL CZ

15 B. INFORMATIE OVER HET EUROPEES PARLEMENT 1. MEDIA-AANDACHT VOOR HET EUROPEES PARLEMENT a) Europees gemiddelde QP1 Heeft u onlangs in de kranten, op het internet of op de radio of televisie iets gehoord of gezien over het Europees Parlement? Ja 5 4 EB68.1 Hft EB70.1 Hft EB71.1 Jan-Feb Nee 6 Weet niet Nov EB73.1 EB74.3 Jan-Feb

16 b) Nationale resultaten 16

17 c) Nationale resultaten: evolutie QP1 Heeft u recentelijk iets gelezen in de pers, gezien op internet of televisie of gehoord op de radio over het Europees Parlement? Ja Nee Nov EU EUROZONE NIET-EURO MT Nov Weet niet 011 Nov CY LV RO DK HU ES 7 7 BE 7 7 SI 8 8 PT LT PL 5 4 EE LU BG SE DE NL 8 7 FI CZ 6 4 UK EL IT SK FR AT IE

18 2. BELANGRIJKSTE INFORMATIEBRONNEN a) Europees gemiddelde

19 b) Nationale resultaten 19

20 c) Nationale resultaten: evolutie QP12 Als u informatie zou zoeken over het Europees Parlement, welke van de volgende bronnen zou u dan gebruiken? Totaal 'Televisie' Nov Totaal 'Internet' 2011 Nov Totaal 'Pers' 2011 Nov Radio 2011 Nov EU EUROZONE NIET-EURO IE CY ES UK DE BE MT EE IT LU 5 2 PT FR PL EL LT DK CZ BG LV HU AT FI NL SE SI SK RO

21 QP12 Uitsplitsing "Totaal 'Internet'" Websites van het Europees Parlement Nieuwswebsites Nov Nov Online sociale netwerken Nov Blogs Nov EU IT IE PT 1 DE 2 1 ES UK LU BE CZ 2 2 FI -9 1 EE +9 1 BG DK EL CY PL 1 MT HU 2 2 FR 1 SI 4 4 SE 5 LT AT 1 1 RO 1 1 SK LV NL 3 21

22 3. THEMA S OF BELEIDSGEBIEDEN WAAROVER DE EUROPEANEN MEER INFORMATIE WENSEN a) Europees gemiddelde 22

23 Nationale resultaten 23

24 b) Nationale resultaten: alle items QP11T Over welk onderwerp of beleidsterrein dat in het Europees Parlement wordt besproken of over welk onderwerp met betrekking tot de EU zou u meer informatie willen hebben? Als eerste? En daarna? (MEER ANTWOORDEN MOGELIJK) Oplossingen van de EU voor het aanpakken van de crisis (de schulden delen, euro-obligaties, belasting op financiële transacties TFT, enz.) Een Europees investeringsplan voor het creëren van nieuwe banen inclusief banen voor jonge mensen Uw rechten als burger van de Europese Unie EU EUROZONE 3 NIET-EURO NL 5 3 CY BG 4 SI LU 4 SK 4 3 DK 3 IT 4 CZ 4 3 EL 3 ES AT 3 3 FI 3 RO FR 3 2 BE DE 3 3 IE 3 4 SE 3 LT 3 3 HU PL 3 EE 3 3 PT 2 2 LV 2 3 MT 3 UK 1 Topitems per land uit de top 3 items op Europees niveau 24

25 C. BEELD VAN HET EUROPEES PARLEMENT 1. ALGEMEEN BEELD VAN HET EUROPEES PARLEMENT a) Europees gemiddelde QP3 Zou u zeggen dat u, in het algemeen, een heel positief, een eerder positief, een neutraal, een eerder negatief of een heel negatief beeld heeft van het Europees Parlement? Totaal 'Positief' 4 Neutraal Totaal 'Negatief' Weet niet 3 1 EB68.1 Hft EB70.1 Hft Nov Nov-Dec. b) Beeld van het Europees Parlement uitgesplitst volgens interesse voor Europese kwesties QP3 Roept het Europees Parlement in het algemeen een zeer positief, tamelijk positief, neutraal, tamelijk negatief of zeer negatief beeld bij u op? EU27 Totaal 'Positief' Neutraal Totaal 'Negatief' Weet niet Interesse in Europese kwesties Interesseerd 2 Niet geïnteresseerd

26 c) Nationale resultaten 26

27 d) Nationale resultaten: evolutie QP3 Roept het Europees Parlement in het algemeen een zeer positief, tamelijk positief, neutraal, tamelijk negatief of zeer negatief beeld bij u op? Totaal 'Positief' Neutraal Nov EU27 EUROZONE NIET-EURO Nov Totaal 'Negatief' Weet niet Nov Nov MT DE 2 2 AT UK 1 LV 2 6 BE IE 3 3 FR 2 NL SK DK 2 HU EE LU 4 1 IT PT BG LT 1 1 PL SE 5 2 SI FI RO 3 1 EL CZ 2 2 CY ES

28 2. DETAILS BETREFFENDE HET BEELD VAN HET EP a) Europees gemiddelde QP2 Kunt u mij voor elk van de volgende woorden/uitdrukkingen zeggen of ze uw perceptie over het Europees Parlement zeer goed, eerder goed, eerder slecht of zeer slecht beschrijven? - Omschrijft het goed Dynamisch 6 Democratisch 6 Het luisteren naar de Europese burgers 6 6 Niet goed bekend 6 Inefficiënt EB68.1 Hft EB70.1 Hft EB73.1 Jan-Feb 2010 EB74.3 Nov-Dec Nov Nov-Dec. 28

29 b) Nationale resultaten: evolutie QP2 Kunt u mij voor elk van de volgende woorden of uitdrukkingen vertellen of dit uw beeld van het Europees Parlement zeer goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of zeer slecht omschrijft. Dynamisch Democratisch Luisterend naar de Europese burgers Totaal 'Beschrijft het goed' Totaal 'Beschrijft het goed' Totaal 'Beschrijft het goed' Nov EU EUROZONE NIET-EURO AT NL BE EE LV MT UK DE Nov Nov IT DK 7 7 IE PL LT HU 7 6 SE LU 7 7 SK FI 5 4 RO SI BG PT FR CY CZ EL -7 2 ES

30 QP2 Kunt u mij voor elk van de volgende woorden of uitdrukkingen vertellen of dit uw beeld van het Europees Parlement zeer goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of zeer slecht omschrijft. Niet erg bekend Inefficiënt Totaal 'Beschrijft het goed' Totaal 'Beschrijft het goed' Nov Nov EU27 4 EUROZONE 4 NIET-EURO 4 ES EL PT CY MT RO 4 2 SI BG 1 SK LU 4 SE IE FR 5 4 DK 1 5 IT FI HU PL UK 5 5 CZ 4 LT 2 5 BE -9 NL AT 4 LV 4 DE 5 0 EE

31 D. KENNIS OVER HET EUROPEES PARLEMENT 1. KENNIS OVER DE WERKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT a) Europees gemiddelde QP4 Zetelen de Europese afgevaardigden in het Europees Parlement volgens u in functie van? Hun nationaliteit Hun politieke voorkeur Weet niet EB68.1 Hft EB71.1 Jan-Feb EB73.1 Jan-Feb 2010 EB74.3 Nov-Dec Nov Nov-Dec. b) Kennis over de werking van het Europees Parlement uitgesplitst volgens interesse voor Europese kwesties QP4 En zitten de Europarlementariërs, volgens u, in het Europees Parlement, op grond van...? Hun nationaliteit Hun politieke richting Weet niet 2 Interesseerd 4 1 Niet geïnteresseerd 4 3 EU27 Interesse in Europese kwesties 31

32 c) Nationale resultaten 32

33 d) Nationale resultaten: evolutie QP4 En zitten de Europarlementariërs, volgens u, in het Europees Parlement, op grond van...? Hun nationaliteit Hun politieke richting Weet niet Nov EU EUROZONE 2 2 NIET-EURO PT MT IE 2 CY LV RO 5 2 IT 3 2 UK 4 2 EL 1 1 BG AT 1 LU DE CZ ES 3 2 NL SK FR 3 3 PL SI DK HU SE EE FI 3 5 BE 6 LT Nov Nov

34 2. KENNIS OVER HET BESLUITVORMINGSPROCES BINNEN HET EUROPEES PARLEMENT a) Europees gemiddelde QP5 Zou u zeggen dat de beslissingen van het Europees Parlement bovenal genomen worden? Overeenkomstig de belangen van de lidstaten waaruit de leden van het Europees Parlement afkomstig zijn. Overeenkomstig de politieke voorkeur van de leden van het Europees Parlement. Beide (SPONTAAN) Weet niet Nov EB68.1 Hft EB70.1 Hft

35 b) Nationale resultaten 35

36 c) Nationale resultaten: evolutie QP5 Worden de besluiten van het Europees Parlement, volgens u, vooral genomen...? Op basis van de belangen van de lidstaten waar de Europarlementariërs vandaan komen Op basis van de politieke richting van de Europarlementariërs Beide (SPONTAAN) Weet niet Nov EU27 EUROZONE NIET-EURO BG LU 011 Nov Nov Nov RO MT PT FI 1 ES 2 2 EL SK 1 CY DE IE IT PL 1 1 LT FR EE HU CZ AT SI LV UK SE 4 DK NL 4 1 BE

37 E. ROL VAN HET EUROPEES PARLEMENT 1. STAND VAN ZAKEN a) Europees gemiddelde QP6 Speelt het Europees Parlement in de werking van de Europese Unie volgens u een rol? Totaal 'Belangrijk' 7 1 Totaal 'Niet belangrijk' EB68.1 Hft EB70.1 Hft Weet niet 7 2 Nov EB77.4 Juni 7 2 Nov-Dec. 37

38 b) Nationale resultaten 38

39 c) Nationale resultaten: evolutie QP6 De rol die het Europees Parlement heeft in de werking van de Europese Unie is volgens u? Totaal 'Belangrijk' Totaal 'Niet belangrijk' Weet niet Nov Nov Nov EU EUROZONE NIET-EURO 7 7 AT PT LT UK BE EE DE IE IT 7 7 MT 8 8 RO 7 7 NL FI BG CZ 8 7 DK PL FR SK HU LU SI SE ES CY LV EL

40 2. PERCEPTIE (VERLEDEN) a) Europees gemiddelde QP7 Is de rol van het Europees Parlement in de Europese Unie de afgelopen tien jaar volgens u? Sterker geworden Minder sterk geworden Hetzelfde gebleven Weet niet 4 2 EB68.1 Hft EB71.1 Jan-Feb Nov-Dec. 40

41 b) Nationale resultaten 41

42 c) Nationale resultaten: evolutie QP7 Is de rol van het Europees Parlement in de Europese Unie de afgelopen tien jaar volgens u? Sterker geworden Minder sterk geworden Hetzelfde gebleven Weet niet EB71.1 Jan.-Feb EB71.1 Jan.-Feb EB71.1 Jan.-Feb EB71.1 Jan.-Feb EU EUROZONE NIET-EURO DE 1 FR BE +9 IT IE NL EE MT AT FI EL LU PT SK ES SI CY BG LV PL HU RO DK LT UK SE CZ

43 3. WENS (TOEKOMST) a) Europees gemiddelde QP8 Zou u persoonlijk graag zien dat het Europees Parlement een belangrijkere rol of een minder belangrijke rol heeft, dan op dit moment het geval is? Belangrijker Hetzelfde (SPONTAAN) EB68.1 Aut EB70.1 Aut Minder belangrijk 1 EB71.1 Jan-Feb Weet niet EB74.3 Nov-Dec Nov EB73.1 Jan-Feb Nov-Dec. 43

44 b) Nationale resultaten 44

45 c) Nationale resultaten: evolutie QP8 Zou u persoonlijk graag zien dat het Europees Parlement een belangrijkere rol of een minder belangrijke rol heeft, dan op dit moment het geval is? Belangrijker Nov EU27 EUROZONE NIET-EURO IE Hetzelfde (SPONTAAN) Minder belangrijk Weet niet Nov UK 2 BG PL DE 011 Nov Nov LU MT BE EL IT SI ES FR CY PT DK HU RO FI 4 2 LT CZ LV SE EE SK AT 3 NL

46 F. HET EUROPEES PARLEMENT VANDAAG BELEIDSGEBIEDEN EN WAARDEN EN MORGEN: PRIORITAIRE 1. PRIORITAIRE BELEIDSGEBIEDEN a) Europees gemiddelde Items obtaining 2 or more 46

47 b) Nationale resultaten 47

48 c) Nationale resultaten: evolutie QP9T Het Europees Parlement stimuleert het verder ontwikkelen van bepaald beleid op EU niveau. Welke beleidsmaatregel zou volgens u prioriteit moeten krijgen? Als eerste? En daarna? (MEER ANTWOORDEN MOGELIJK) Armoede en sociale uitsluiting bestrijden Coördineren van beleid ten aanzien van economie, begrotingen en belasting Het verbeteren van de Een veiligheids- en bescherming van gezondheid van defensiebeleid dat de EU in staat consumenten en de stelt internationale crises te volksgezondheid bedwingen EB77.4 Juni 2011 EB77.4 Juni 2011 EB77.4 Juni 2011 EB77.4 Juni 2011 EU EUROZONE NIET-EURO CY UK BE FR IE 2 EL 6 7 SK FI RO SI SE EE 3 ES AT 5 4 CZ 3 DE -7 2 MT NL 3 2 BG DK 1 2 LV LT IT 3 PT PL LU HU Top 4 items 48

49 2. TE VERDEDIGEN WAARDEN a) Europees gemiddelde 49

50 b) Nationale resultaten 50

51 c) Nationale resultaten: evolutie QP10 Welk(e) van de volgende waarden zou het Europees Parlement volgens u vooral moeten verdedigen? (maximaal 3 antwoorden mogelijk) De bescherming van mensenrechten Solidariteit tussen EU-lidstaten Gelijkheid tussen mannen en vrouwen Vrijheid van meningsuiting Nov EU EUROZONE 5 NIET-EURO 5 ES 5 PL RO 011 Nov Nov Nov AT 5 SI UK FR 6 3 DE MT PT 4 3 FI BG EE CY CZ DK LV LU LT IT NL SK BE IE SE HU EL Top 4 items 51