GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie in de lidstaten NL NL

2 TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Volgens het Statuut moet de Commissie om de twee jaar, door middel van een gedelegeerde handeling, de vergoeding van de kosten van dienstreizen (dagvergoedingen en maximale hotelkosten) herzien 1. Deze herziening is gebaseerd op een verslag over de ontwikkeling van de indexcijfers van de prijzen van hotels, restaurants en cateringdiensten. Dit ontwerp van gedelegeerde verordening betreft de eerste herziening van de bedragen van de kosten van dienstreizen sinds de Commissie bevoegd is tot het vaststellen van gedelegeerde verordeningen ter zake 2. In het verleden werden deze bedragen door de Raad herzien. Dit gebeurde voor het laatst in 2006 (voor de EU-25-lidstaten 3 ) en in (voor Bulgarije en Roemenië). 2. AAN DE VASTSTELLING VAN DE VERORDENING VOORAFGAANDE RAADPLEGINGEN Eurostat heeft een verslag overgelegd over de actualisering van de kosten van dienstreizen (dagvergoedingen en maximale hotelkosten) 5. De onderliggende statistische methoden van het verslag zijn in juli 2015 via de schriftelijke procedure goedgekeurd door de Groep artikel 64 en 65 van het statuut. Bij de voorbereiding van de ontwerpverordening heeft de Commissie ervoor gezorgd dat de desbetreffende documenten, tijdig en op gepaste wijze, gelijktijdig werden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad. De diensten van de Commissie hebben een informele ad hoc-vergadering van deskundigen georganiseerd over dit ontwerp, waaraan deskundigen uit de lidstaten en de diensten van het Europees Parlement hebben deelgenomen 6. Vervolgens werd de tekst van de ontwerpverordening, waarin rekening werd gehouden met de meeste bijdragen, overlegd aan de ad hoc-deskundigengroep voor een tweede raadpleging 7. De ontwerpverordening en het verslag zijn, overeenkomstig de toepasselijke procedures, besproken met de personeelsvertegenwoordigers van de vakbonden en personeelsverenigingen van de Commissie en de personeelsvertegenwoordigers van de overige EU-instellingen. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Overeenkomstig artikel 71 van het Statuut hebben de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie recht op vergoeding van de kosten die zij in of ter gelegenheid van de uitoefening van hun functie hebben gemaakt Artikel 13, lid 3, van bijlage VII bij het Statuut, gewijzigd bij Verordening nr. 1023/2013 van 22 oktober Ibid. Verordening nr. 1066/2006 van 27 juni Verordening nr. 337/2007 van 27 maart Werkdocument van de diensten van de Commissie - Verslag van Eurostat over de actualisering 2015 van de kosten van dienstreizen (dagvergoedingen en maximale hotelkosten) - ref. Ares(2015) /12/2015. Beschikbaar op: Op 23 oktober Op 13 juni NL 2 NL

3 Artikel 13, lid 3, van bijlage VII bij het Statuut bepaalt dat de Commissie, op basis van een verslag over de ontwikkeling van de indexcijfers van de prijzen van hotels, restaurants en cateringdiensten, om de twee jaar de tarieven van de kosten van dienstreizen (dagvergoedingen en maximale hotelkosten) herziet door middel van een gedelegeerde handeling. Eurostat heeft een verslag opgesteld over de prijzen van hotels, restaurants en cateringdiensten, en over de indices voor de ontwikkeling van deze prijzen. Voor het vaststellen van de prijsontwikkeling werden verschillende methoden gebruikt. Gezien de in het verslag vastgestelde omvang van de ontwikkeling van de momenteel in het Statuut vastgelegde tarieven moeten de tarieven van de dagvergoeding en de maximale hotelkosten worden herzien. Ingevolge het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië tot de Unie 8 valt de vergoeding van de kosten van dienstreizen in dit land voor ambtenaren en andere personeelsleden voortaan onder de juridische regeling van artikel 13, lid 2, onder a), van bijlage VII van het Statuut. De tarieven van de kosten van dienstreizen in Kroatië zullen derhalve worden opgenomen in de tabel in deze bepaling. De herziening van de dagvergoedingen en de maximale vergoeding van hotelkosten door de Commissie, op basis van een verslag van Eurostat over de ontwikkeling van de indexcijfers van de prijzen van hotels, restaurants en cateringdiensten, houdt een beoordeling van complexe economische en/of sociale omstandigheden in. Uit de jurisprudentie van de EUrechtbanken blijkt dat de wetgever in dergelijke omstandigheden een ruime beoordelingsbevoegdheid heeft. Het voorstel heeft betrekking op een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. 4. DE BELANGRIJKSTE KENMERKEN VAN HET VOORSTEL Om de ontwikkeling van de prijzen van hotels, restaurants en cateringdiensten vast te stellen, heeft Eurostat zijn methodiek gebaseerd op de berekening van het gecombineerde effect van vier hoofdelementen 9 : ontwikkeling van het geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen in België (GICP) (onderzoek naar de prijsniveaus in Brussel); ontwikkeling van de KKP in de overige EU-lidstaten (onderzoek naar de relatieve bilaterale ontwikkeling tussen een bepaalde standplaats en Brussel); gevolgen van de niet-toepassing van de salarismethode (d.w.z. van de GICPgegevens) in de periode wegens de rechtszaken over de salarisaanpassing van 2011 en 2012 en de latere wijziging van artikel 65, lid 4, van het Statuut; (alleen voor de maximale hotelkosten) maximaal bedrag van de hotelkosten dat 90% van de in 2014 ingediende onkostennota's zou hebben gedekt (laatste beschikbare gegevens). Op basis van het Eurostat-verslag heeft de Commissie besloten de tarieven als bedoeld in artikel 13, lid 2, onder a), van bijlage VII bij het Statuut als volgt te herzien: A. Dagvergoeding 8 9 Op 1 juli 2013 in werking getreden. Zie voetnoot 5 hierboven. NL 3 NL

4 De herziening is gebaseerd op de methode volgens welke de prijsontwikkeling van de dagvergoeding de algemene ontwikkeling volgt van de prijzen exclusief logies (kosten voor logies worden niet in aanmerking genomen omdat dit omvangrijke, permanente kosten zijn die niet relevant zijn voor korte dienstreizen). Eerst wordt aan de hand van het GICP het cijfer voor België vastgesteld; daarvoor wordt het Belgische globale GICP zonder de subindex "huisvesting" gebruikt. Bij deze berekening wordt de periode waarin de methode niet werd toegepast, niet in aanmerking genomen. Vervolgens worden de cijfers voor de resterende lidstaten vastgesteld aan de hand van de berekende bilaterale koopkrachtpariteit (KKP) met Brussel (daarvoor wordt de globale KKP zonder de subindex "huisvesting" gebruikt). B. Maximale hotelkosten De herziening is gebaseerd op de methode volgens welke de prijsontwikkeling van hotels wordt weerspiegeld door de specifieke ontwikkeling van de hotelprijzen. Eerst wordt aan de hand van het Belgische GICP - subindex "hotels" (zonder de periode waarin de salarismethode niet werd toegepast) het cijfer voor België vastgesteld. Vervolgens worden de cijfers voor de resterende lidstaten vastgesteld aan de hand van de berekende bilaterale koopkrachtpariteit met Brussel (daarvoor wordt de subindex "hotels" gebruikt). Ten derde worden de nieuw berekende cijfers vergeleken met de in 2014 waargenomen uitgaven 10. Indien een lagere waarde dan die berekend op basis van het GICP en de KKP zou volstaan om 90% van de dienstreizen, zonder uitzonderingsregelingen, te dekken, dan wordt de maximale hotelvergoeding gehandhaafd die 90% van de dienstreizen zou hebben gedekt. Ten slotte wordt, gezien de lange periode die is verstreken sinds de laatste herziening, voor de herziening 2016 een mechanisme ter beperking van fluctuaties ingevoerd, om extreme schommelingen van de cijfers (meer dan 20%) te ondervangen. Dit heeft tot doel interferentie met het belang van de dienst te vermijden en de efficiëntie te verhogen. Zo zou bijvoorbeeld een abrupte daling van de cijfers leiden tot extra administratieve lasten, aangezien de instellingen nog steeds moeten zorgen voor een vlot verloop van de dienstreizen in de negen betrokken lidstaten 11. Tegelijk kan een aanzienlijke stijging van de maximale hotelkosten (in twee lidstaten 12 ) een aantal mogelijkheden voor efficiëntieverbeteringen uitsluiten. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING De herziening van de vergoedingstabellen kan van invloed zijn op de kosten van de afzonderlijke dienstreizen binnen de betrokken begrotingsonderdelen (zie de lijst in de bijlage bij het financieel memorandum). Met name bedraagt de gemiddelde ontwikkeling van de dagvergoedingen, gewogen volgens het aantal dienstreizen in elke lidstaat en, uitgaande van een constant aantal dienstreizen en onveranderde regels, +6,9%. De wijzigingen van de maximale hotelkosten (gemiddeld -1,8%) hebben in de meeste gevallen geen invloed op de kosten van dienstreizen, aangezien de reële uitgaven over het algemeen aanzienlijk lager liggen dan de maximale bedragen. Deze invloed op de kosten van de afzonderlijke dienstreizen zal evenwel niet leiden tot een verhoging van de kredieten voor de betrokken begrotingsonderdelen voor de Commissie, aangezien de extra uitgaven binnen de beschikbare kredieten kunnen worden gedekt Dit element werd voor het eerst in de methodologie voor de herziening van 2006/2007 gebruikt. BG, CZ, EL, HU, LV, PL, PT, RO, SK. FR, MT. NL 4 NL

5 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie in de lidstaten DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad 13, en met name artikel 112, lid 2, van het Statuut en artikel 13 van bijlage VII bij het Statuut, Na raadpleging van het Comité voor het statuut, Na raadpleging van de personeelsvertegenwoordigers van de instellingen en andere organen van de Europese Unie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 13, lid 3, van bijlage VII bij het Statuut heeft Eurostat een verslag 14 overgelegd over de ontwikkeling van de prijzen van hotels, restaurants en cateringdiensten. (2) Uit dit verslag blijkt dat de dagvergoedingen en de maximale hotelkosten moeten worden herzien om rekening te houden met de ontwikkeling van de prijzen van hotels, restaurants en cateringdiensten. (3) De herziening van de dagvergoedingen en de maximale hotelkosten houdt een beoordeling van complexe economische en/of sociale omstandigheden in, waarbij de wetgever over een ruime beoordelingsvrijheid beschikt. (4) Bij de laatste herziening van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie werd benadrukt dat elke overheidsadministratie en alle medewerkers daarvan bijzondere inspanningen moeten leveren om de efficiëntie te verbeteren en zich aan te passen aan de veranderende economische en sociale context in Europa. (5) Ingevolge de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie op 1 juli 2013 moet de vergoeding van de kosten van dienstreizen in dit land voor ambtenaren en andere personeelsleden voortaan onder de juridische regeling vallen van artikel 13, lid 2, onder a), van bijlage VII bij het Statuut, PB L 56 van , blz. 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1023/2013 (PB L 287 van , blz. 15). Werkdocument van de diensten van de Commissie - Verslag van Eurostat over de actualisering 2015 van de kosten van dienstreizen (dagvergoedingen en maximale hotelkosten) - ref. Ares(2015) /12/2015. Beschikbaar op: NL 5 NL

6 HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De in artikel 13, lid 2, onder a), van bijlage VII bij het statuut opgenomen bedragen voor de vergoeding van dienstreizen worden vervangen door de bedragen in onderstaande tabel. Bestemming Maximale vergoeding hotelkosten Dagvergoeding België Bulgarije Tsjechië Denemarken Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk NL 6 NL

7 Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk Artikel 2 Deze gedelegeerde verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op Voor de Commissie De Voorzitter Jean-Claude JUNCKER NL 7 NL