De Europeanen en de crisis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Europeanen en de crisis"

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT De Europeanen en de crisis Rapport Veldwerk: Augustus-september 2010 Publicatie: November 2010 Speciale Eurobarometer / Golf 74.1 TNS Opinion & Social NL Eurobaromètre spécial / Vague 74.1 TNS Opinion & Social DV\853229NL.doc Deze enquête is opgedragen door het Europees Parlement en gecoördineerd door het Directoraat-generaal voorlichting (eenheid Opvolging publieke opinie). Dit document vertegenwoordigt niet de visie van het Europees Parlement. De interpretaties en meningen in dit document komen voor rekening van de auteurs. NL

2 Eurobarometer 74.1 DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Uitgevoerd door TNS Opinion & Social in opdracht van het Europees Parlement De enquête is gecoördineerd door het Directoraat-generaal voorlichting TNS Opinion & Social Herrmann-Debrouxlaan Brussel België 2

3 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS INHOUDSOPGAVE INLEIDING HET EFFECT VAN DE CRISIS Europeanen willen dat het Europees Parlement het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting tot topprioriteit maakt Het effect van de huidige crisis Het effect van de crisis op de werksituatie van ondervraagden en de mensen om hen heen DE PARTIJEN DIE BETROKKEN ZIJN BIJ HET BESTRIJDEN VAN DE CRISIS De partijen die het best effectief actie kunnen ondernemen tegen de crisis Binnen de Europese Unie: individuele of collectieve actie? DE ROL VAN DE EURO IN DE FINANCIËLE CRISIS EEN UITWEG UIT DE CRISIS Vermindering van de overheidsuitgaven of investering in economische stimuleringsmaatregelen? Wie moeten de grootste inspanningen leveren in termen van versoberingsmaatregelen? Solidariteit tussen lidstaten ten tijde van crisis Maatregelen om uit de crisis te komen Gaat de crisis nog lang duren?...98 CONCLUSIE

4 INLEIDING Er zijn inmiddels twee jaar voorbij sinds het faillissement van Lehman Brothers Holdings Inc. en het begin van de hevigste financiële, economische en sociale crisis die de wereld sinds de jaren dertig heeft gekend. Deze twee jaren worden gekenmerkt door de effecten van de subprime -crisis, de vertakkingen van een aantal schandalen, zoals de zaak rond Madoff, en op meer anekdotische, maar daarom niet minder symptomatische wijze, de hoeveelheden bonussen die zijn betaald aan bepaalde handelaren. Gedurende deze twee jaar hebben Europese en Amerikaanse leiders er alles aan gedaan om door middel van buitengewoon ambitieuze steun- en herstelplannen het vertrouwen weer te herstellen. Tegelijkertijd heeft het merendeel van de lidstaten beleidsmaatregelen geïntroduceerd om de schulden en de staatschulden te verminderen. Dichter bij huis heeft de Griekse crisis het debat heropend over de solidariteit tussen de EU-lidstaten en de noodzaak om een Europees economisch stabilisatiemechanisme in te voeren, eventueel zelfs aangevuld met een stelsel van Europese economische governance. In deze context vormt de Europa 2020-strategie een hernieuwde economische en sociale ambitie ten behoeve van duurzame groei 1. Zoals aangekondigd in de tussentijdse EU-prognoses op de officiële website van de Europese Unie op 13 september , zullen de kwartaalcijfers enigszins beter zijn dan de prognoses van afgelopen voorjaar, ook al zal de economische bedrijvigheid naar verwachting wat matigen in de tweede helft van het jaar. Dit is te danken aan de positieve effecten van de groeidynamiek in het tweede kwartaal. De Europese economie lijkt daarom op koers te liggen voor herstel, en in een sneller tempo dan afgelopen voorjaar nog werd verwacht. De onzekerheden houden echter aan en het herstel lijkt nog altijd zeer kwetsbaar. Het is tegen deze achtergrond van een voorzichtig en kwetsbaar, maar niettemin werkelijk herstel, dat tussen 26 augustus en 16 september 2010 golf 74.1 van de Eurobarometer plaatsvond. De Europeanen en de crisis is de tweede, specifiek aan dit onderwerp gewijde enquête die in opdracht van het Europees Parlement is verricht. De eerste enquête is reeds een paar maanden na het uitbreken van de crisis verricht 3. Wij zullen de twee enquêtes te zijner tijd vergelijken. Daarbij zullen wij tevens rekening houden met bepaalde resultaten die naar voren zijn gekomen uit age=fr&guilanguage=nl. 3 Speciale Eurobarometer-enquête verricht in januari-februari 2009, De Europeanen en de crisis e=nl&pagerank=6. 4

5 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS overige Eurobarometer-enquêtes die door de Europese Commissie tussen 2009 en 2010 zijn verricht. Deze Eurobarometer is verricht in opdracht van het Directoraat-generaal voorlichting van het Europees Parlement. De enquête is tussen 26 augustus en 16 september 2010 verricht door TNS Opinion & Social. In totaal zijn Europeanen met een leeftijd van 15 jaar en ouder persoonlijk ondervraagd door de interviewers van het TNS Opinion & Social-netwerk (de vragenlijst werd bij de ondervraagden thuis door de interviewer voorgelezen). De gehanteerde methode is die van de standaard Eurobarometer-enquêtes van het Directoraat-generaal voorlichting van het Europees Parlement (eenheid Opvolging publieke opinie). Bij dit verslag is een technische specificatie over de door de instituten van het TNS Opinion & Social-netwerk verrichte interviews gevoegd. In deze specificatie worden de voor de interviews gehanteerde methode en de betrouwbaarheidsintervallen uiteengezet. De enquête beslaat alle 27 lidstaten en maakt deel uit van golf EB De enquête bestaat uit barometrische vragen, ofwel vragen die reeds zijn gesteld in eerdere golven, zodat wij de eventuele veranderingen kunnen meten, en uit nieuwe vragen. 5

6 Opmerking In dit verslag worden landen met hun officiële afkorting aangeduid. De in dit verslag gebruikte afkortingen staan voor: AFKORTINGEN EU27 De 27 lidstaten van de Europese Unie BE CZ BG DK DE EE EL ES FR IE IT CY LT LV LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK België Tsjechië Bulgarije Denemarken Duitsland Estland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië De Republiek Cyprus Litouwen Letland Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Het Verenigd Koninkrijk 6

7 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS SAMENVATTING Twee jaar na het uitbreken van de ernstigste crisis die de moderne wereld ooit heeft moeten ondergaan, bieden de resultaten van deze enquête interessante informatie over hoe de Europeanen aankijken tegen een economische context die onzeker blijft. De voornaamste lessen die uit de enquête kunnen worden getrokken, zijn als volgt: Het merendeel van de Europeanen (52%) gelooft dat op EU-niveau de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting prioriteit moet krijgen. Dat is 8 procentpunten meer dan aan het begin van Eveneens 52% van de ondervraagden stelt dat de crisis een aanzienlijk effect heeft gehad op hun persoonlijke situatie (6 punten minder dan aan het begin van 2009), en 90% is van oordeel dat de crisis heeft doorgewerkt op de wereldeconomie, de Europese economie en de economie van hun eigen land. Bovendien geeft 40% van de Europeanen aan iemand te kennen die niet aan hem/haar verwant is en die geen collega is en die zijn/haar baan is kwijtgeraakt als direct gevolg van de crisis, terwijl 20% aangeeft dat een van zijn/haar collega s zijn/haar baan is kwijtgeraakt en 23% dat een van zijn/haar familieleden zijn/haar baan is kwijtgeraakt als direct gevolg van de crisis. Tot slot zegt 11% van de ondervraagden, d.w.z. een op de tien Europeanen, dat hij/zij (of zijn/haar partner) zijn/haar baan is kwijtgeraakt als direct gevolg van de crisis. In het licht van de huidige situatie worden nationale overheden en de Europese Unie beschouwd als het best in staat om effectief actie te ondernemen tegen de gevolgen van de huidige economische en financiële crisis (veel meer dan het IMF, de G20 en de Verenigde Staten). Ten aanzien van beide besluitvormingsniveaus is dat de mening van 25% van de Europeanen, een toename van 6 punten voor het niveau van nationale overheden en een afname met 1 punt voor dat van de Europese Unie. Een relatieve meerderheid van de Europeanen (44%) is van oordeel dat de diverse landen van de Europese Unie individueel hebben gehandeld ten aanzien van de crisis. Dit resultaat komt overeen met wat er begin 2009 is opgetekend. Meer dan een derde van de ondervraagden (38%) gelooft daarentegen dat de landen hebben gehandeld op gecoördineerde wijze samen met de andere lidstaten. 7

8 Niettemin stelt een meerderheid van de ondervraagden (52%) dat zij beter beschermd zouden zijn als hun land op gecoördineerde wijze samen met de andere lidstaten maatregelen zou aannemen en toepassen, d.w.z. 9 punten minder dan in het voorjaar van Een meerderheid van de Europeanen (50%) is van oordeel dat de euro over het algemeen de negatieve gevolgen van de crisis niet heeft verzacht, terwijl 33% juist het tegenovergestelde gelooft. 38% van de Europeanen gelooft dat de EU-lidstaten moeten investeren in economische stimuleringsmaatregelen om uit de crisis komen, terwijl 35% juist gelooft dat men zich allereerst moet richten op vermindering van de overheidsuitgaven. Meer dan een derde van de Europeanen (34%) gelooft dat om de crisis te overwinnen, de leiders van grote bedrijven en van de industrie de grootste inspanningen moeten leveren in termen van versoberingsmaatregelen. Moeten de lidstaten solidair met elkaar zijn in het geval van economische moeilijkheden? Ja is het antwoord van 49% van de Europeanen, die bereid zijn financiële hulp te geven aan een andere lidstaat die te maken heeft met economische en financiële moeilijkheden, terwijl 39% het tegenovergestelde vindt en antwoordt met nee: o o Een meerderheid (51%) van de Europeanen die vóór solidariteit met overige lidstaten zijn, zou die hulp aanbieden in de naam van Europese solidariteit tussen lidstaten. Aan de andere kant zegt 66% van al diegenen die geen financiële hulp willen bieden aan een andere EU-lidstaat met ernstige economische en financiële moeilijkheden, dat de burgers van hun eigen land niet zouden moeten hoeven te betalen voor de economische problemen van andere lidstaten van de EU. Meer dan vier van de tien ondervraagden (43%) gelooft dat om uit de crisis te komen, de prioriteit moet liggen bij investeringen in onderwijs, opleiding en onderzoek. 40% gelooft tevens dat het noodzakelijk is om kmo s (kleine en middelgrote ondernemingen) en zko s (zeer kleine ondernemingen) te ondersteunen. Zeven van de tien Europeanen gelooft dat striktere regelgeving en supervisie van spelers op de financiële markt (bijvoorbeeld, het reguleren van handelarenbonussen) een effectieve manier is om eventuele crises in de toekomst te voorkomen en te vermijden. Tot slot is een relatieve meerderheid van de Europeanen (37%) van oordeel dat de komende jaren de groei zich weer in zal zetten, 8

9 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS terwijl ongeveer een kwart (26%) denkt dat de crisis nog vele jaren zal gaan duren. 9

10 1. Het effect van de crisis 1.1 Europeanen willen dat het Europees Parlement het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting tot topprioriteit maakt. - Een meerderheid van de Europeanen gelooft dat het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting prioriteit moet krijgen - Europeanen zijn nog altijd sterk gericht op de noodzaak om de effecten van de financiële, economische en sociale crisis het hoofd te bieden. Dienovereenkomstig hebben de beleidsmaatregelen waarvan zij willen dat ze door het Europees Parlement als zeer dringend worden nagestreefd, betrekking op het alledaagse leven. De deelnemers zijn gevraagd uit een lijst van twaalf hooguit vier beleidsmaatregelen te kiezen 4. De beleidsmaatregel die de lijst van prioriteiten aanvoert is ongetwijfeld armoede en sociale uitsluiting bestrijden, zoals ook begin 2010 het geval was, toen de vorige Eurobarometergolf over dit onderwerp plaatsvond. De score ligt deze keer echter aanzienlijk hoger, d.w.z. meer dan 8 punten: meer dan de helft van de ondervraagden (52%) plaatst deze prioriteit boven aan de lijst. De daarna meest genoemde beleidsmaatregel, het verbeteren van de bescherming van de gezondheid van consumenten en de volksgezondheid werd door een derde van de ondervraagden genoemd (33%, -2 punten). De als derde genoemde beleidsmaatregel, bestrijden van terrorisme, met respect voor individuele vrijheid werd genoemd door net iets minder dan een derde van de ondervraagden (28%, -6 punten). Deze drie topbeleidsmaatregelen werden gevolgd door een reeks van vier maatregelen, die elk door ongeveer een kwart van de ondervraagden werden genoemd: milieuvriendelijke landbouw die een bijdrage levert aan de voedselbalans in de wereld en coördineren van het beleid ten aanzien van economie, begrotingen en belasting (elk 27%, voor de eerste een daling met 1 punt en voor de tweede een stijging met 3 punten ten opzichte van het begin van het jaar), gevolgd door de strijd tegen klimaatverandering (26%, -8 punten) en een veiligheids- en defensiebeleid dat de EU in staat stelt internationale crises te bedwingen (23%, -7 punten). 4 QC1 Het Europees Parlement promoot de ontwikkeling van bepaalde beleidsgebieden op Europees niveau. Welke van de volgende maatregelen zouden naar uw mening prioriteit moeten krijgen? 10

11 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Een gemeenschappelijk energiebeleid dat ervoor moet zorgen dat de EU onafhankelijk is op het gebied van de energievoorziening en een gemeenschappelijk immigratiebeleid dat uitgevoerd wordt in overleg met de landen van herkomst werden genoemd door een vijfde van de ondervraagden (20%, d.w.z. een daling met 4 punten voor de eerste en ongewijzigd voor de laatste). Aan de andere kant lijken de volgende beleidsmaatregelen, die door minder dan een vijfde van de ondervraagden werden genoemd, minder enthousiasme los te maken: een buitenlands beleid dat de EU in staat stelt internationaal met een stem te spreken (17%, -4 punten), een beleid op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O) dat concurrerend en vernieuwend werkt (14%, +1 punten) en handhaven van een Europees sociaal model (13%, +2 punten). 11

12 12

13 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS A) Verschillen tussen de lidstaten Uit een analyse per lidstaat komen de beleidsprioriteiten naar boven, zoals die zich in de diverse lidstaten voordoen. De meest genoemde beleidskeuze, armoede en sociale uitsluiting bestrijden (EU 52%), verkreeg de hoogste score in Griekenland (68%), een land dat ook bijzonder getroffen is door de crisis, maar werd tevens veel genoemd in Portugal (64%), Litouwen (62%), Spanje (61%), België en Finland (elk 60%). Deze beleidskeuze lijkt echter weer minder cruciaal voor de ondervraagden in Malta (37%), Italië (40%) en het Verenigd Koninkrijk (43%). 13

14 De lidstaten waar de score voor het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting sinds januari/februari 2010 het meest gestegen is, zijn bovenal Griekenland (+27 punten) en Spanje (+18 punten), die beide te maken hebben gehad met een ernstige sociale crisis, alsmede Slovenië (+17 punten). In totaal liep voor 12 lidstaten de toename van de score voor dit beleid in de dubbele cijfers. Aan de andere kant van het spectrum staan het Verenigd koninkrijk en Slowakije, de enige twee landen waar de steun voor dit beleid is gedaald (in beide landen met 1 punt). QC1 (3) The European Parliament promotes the development of certain policies at a European Union level. In your opinion, which of the following policies should be given priority? - Tackling poverty and social exclusion - EB74.1 Aug.-Sept EB73.1 Jan.-Feb Diff. EB EB73.1 EU27 52% 44% +8 EL 68% 41% +27 ES 61% 43% +18 SI 53% 36% +17 BG 56% 40% +16 CY 54% 39% +15 LU 49% 36% +13 DE 56% 44% +12 PT 64% 52% +12 RO 50% 38% +12 CZ 51% 40% +11 FR 57% 46% +11 IE 51% 41% +10 BE 60% 52% +8 FI 60% 52% +8 PL 55% 48% +7 LT 62% 56% +6 EE 48% 43% +5 NL 48% 43% +5 IT 40% 36% +4 HU 56% 52% +4 DK 45% 42% +3 SE 50% 48% +2 LV 54% 53% +1 MT 37% 36% +1 AT 50% 49% +1 SK 47% 48% -1 UK 43% 44% -1 14

15 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Onder de ondervraagden uit de zuidelijke EU-lidstaten is er opmerkelijk veel steun voor het verbeteren van de bescherming van de gezondheid van consumenten en de volksgezondheid (EU 33%): met name in Cyprus (74%) en in iets mindere mate in Griekenland en Bulgarije (elk 48%), Malta (47%) en Ierland (43%). Dit beleid geniet daarentegen weer veel minder steun in Zweden (21%), het Verenigd Koninkrijk (22%), Luxemburg (23%) en Spanje (27%). Hierbij zij aangemerkt dat van waar dit beleid door 33% van alle Europeanen werd genoemd, het door 40% van de ondervraagden van de 12 nieuwe landen 5 werd genoemd, vergeleken met slechts 31% van de 15 oude landen 6. Bestrijden van terrorisme, met respect voor individuele vrijheid (EU 28%) was het beleid dat als derde werd genoemd. In een tijd waarin terroristische aanvallen en ontvoeringen in de gehele wereld als potentiële dreiging worden gezien, vormt deze score een weerslag van de bezorgdheid onder de Europeanen op dit vlak. De ondervraagden in Nederland geven de meeste prioriteit aan dit beleid (43%), gevolgd door de ondervraagden in Denemarken (42%) en Cyprus (41%). Het probleem is ook een ernstig punt van zorg in Slowakije en het Verenigd Koninkrijk (elk 33%), Zweden (32%), België en Duitsland (elk 31%). Ondervraagden in Letland (13%), Estland, Slovenië en Litouwen (in alle drie de gevallen 14%), Roemenië (15%) en Portugal (17%) lijken minder belang te hechten aan deze problematiek. Milieuvriendelijke landbouw die een bijdrage levert aan de voedselbalans in de wereld (EU 27%) wordt in principe als cruciaal gezien door de ondervraagden in Letland (42%), Finland en Zweden (elk 41%), Frankrijk (40%), Estland en Bulgarije (in beide gevallen 38%). Dit is veel minder het geval in Malta (14%), Spanje (16%) en Litouwen (18%). Coördineren van het beleid ten aanzien van economie, begrotingen en belasting (EU 27%) werd voornamelijk genoemd door ondervraagden in Litouwen (48%), Hongarije (43%), Letland (41%), Estland (39%) en Slowakije (38%); deze vijf landen traden stuk voor stuk in 2004 toe tot de Europese Unie. 5 De 12 nieuwe landen zijn de lidstaten die zijn toegetreden tot de EU in respectievelijk mei 2004 en januari Dit betreft Bulgarije, de Republiek Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenie, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. 6 De 15 oude landen zijn de lidstaten die reeds lid waren van de EU voorafgaand aan mei Deze landen zijn België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd koninkrijk en Zweden. 15

16 De ondervraagden in Denemarken (7%), Malta en Zweden (elk 12%), en Luxemburg (15%) zijn het minst geneigd te vinden dat dit beleid prioriteit moet krijgen. De strijd tegen klimaatverandering (EU 26%) blijft een bijzonder wijdverspreide zorg in Noord-Europa: in Zweden (69%), en in mindere mate in Denemarken (47%), Oostenrijk (44%) en Finland (40%), en wat meer naar het zuiden, in Slovenië (42%). Dit beleid kan echter op veel minder enthousiasme rekenen in de Baltische staten: 6% in Letland, 7% in Estland en 12% in Litouwen. Vermeld moet worden dat de 12 nieuwe landen (19%) de strijd tegen klimaatverandering veel minder als prioriteit noemen dan de 15 oude landen (28%). Dit beleidsterrein werd echter op Europees niveau sowieso minder genoemd dan aan het begin van 2010 (-8 punten). Het lijkt erop dat milieukwesties gedurende economisch en financieel zwaar weer aan gewicht verliezen voor de Europeaan. Slechts in drie van de 17 EU-lidstaten nam het percentage ondervraagden dat dit beleid noemde toe: Oostenrijk (+4 punten), België en Nederland (elk +1 punt). De steun voor dit beleid nam daarentegen het meeste af in Malta en Roemenië (respectievelijk met 5 en 21 procentpunten). 16

17 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 17

18 Een veiligheids- en defensiebeleid dat de EU in staat stelt internationale crises te bedwingen (EU 23%) wordt iets meer genoemd in Cyprus (43%), Roemenië (38%) en Zweden (34%) dan in Slovenië (14%), Portugal en Litouwen (elk 15%), de landen aan het andere eind van de schaal. Een gemeenschappelijk energiebeleid dat ervoor moet zorgen dat de EU onafhankelijk is op het gebied van de energievoorziening (EU 20%) werd het meest in Hongarije (38%), Oostenrijk (32%) en Litouwen (30%), en het minst in Spanje (8%), Frankrijk (13%), Portugal en Cyprus (beide 14%) genoemd. Een gemeenschappelijk immigratiebeleid dat uitgevoerd wordt in overleg met de landen van herkomst (EU 20%) werd voornamelijk als prioriteit gezien in Oostenrijk (35%), België (33%) en Denemarken (31%). Het werd daarentegen zeer weinig genoemd in Roemenië (4%) en in Hongarije en Bulgarije (beide 6%). Dit is een opmerkelijk resultaat gelet op de aanzienlijke media-aandacht waarin deze kwestie zich deze zomer mocht verheugen. Hoewel 20% van de Europeanen dit beleid noemde, werd het door slechts 8% van de ondervraagden in de 12 nieuwe landen tegenover juist 23% in de 15 oude landen genoemd. Een buitenlands beleid dat de EU in staat stelt internationaal met een stem te spreken (EU 17%) werd meer in het bijzonder genoemd door de ondervraagden in Ierland (33%), in Luxemburg en Cyprus (elk 26%), maar slechts door 8% van de ondervraagden in Litouwen en door 10% van die in Portugal, het Verenigd koninkrijk, Spanje en Letland. Een beleid op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O) dat concurrerend en vernieuwend werkt (EU 14%) geniet kennelijk een vergelijkbare mate van steun in de gehele Europese Unie (14% gemiddeld), al was Denemarken een uitschieter naar boven met 25% en Cyprus een naar beneden met 5%. Tot slot werd handhaven van een Europees sociaal model gemiddeld slechts door 13% van de Europeanen als prioriteit gezien. De ondervraagden in Slovenië (24%) en Oostenrijk (22%) noemden dit beleid nog het vaakst, terwijl het beleid het minst werd genoemd in het Verenigd Koninkrijk (3%) en Malta (4%). 18

19 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS B) Sociaal-demografische analyse Uitgaande van de drie meest genoemde beleidsdoelstellingen brengt een sociaaldemografische analyse van de antwoorden een aantal belangrijke punten aan het licht. Armoede en sociale uitsluiting bestrijden : Vrouwen maken zich doorgaans meer zorgen over dit probleem (scores van respectievelijk 55% en 49%). Aan de andere kant zijn de antwoorden wel redelijk gelijk verdeeld als het om leeftijd gaat (54% van de ondervraagden tussen 15 en 54 jaar), al lijken de oudere ondervraagden zich net iets minder zorgen over dit probleem te maken (49% van de ondervraagden van 55 jaar en ouder). Het wekt geen verbazing dat dit beleid met name van belang is voor ondervraagden uit de sociaal kwetsbare categorieën (64% van de werklozen, 55% van de handarbeiders en 61% van de mensen die zichzelf onder aan de sociale ladder plaatsen). Hierbij zij aangemerkt dat ondervraagden die zichzelf als ter linkerzijde van het politieke spectrum beschouwen, dit beleid vaker noemen (58% tegenover respectievelijk 52% en 45% voor diegenen die zich meer in het centrum of ter rechterzijde van het politieke spectrum bevinden). Verbeteren van de bescherming van de gezondheid van consumenten en de volksgezondheid : Er zijn op dit vlak geen echte verschillen tussen mannen en vrouwen (respectievelijk 32% en 33%). Bovendien is leeftijd ten aanzien van dit onderwerp evenmin een onderscheidende variabele: het beleid wordt door 33% van de ondervraagden in de leeftijdscategorie jaar en door 31% van de ondervraagden van 55 jaar en ouder genoemd. Dit beleid lijkt derhalve de verschillende sociaal-demografische categorieën te verenigen, al noemen de sociaal kwetsbaarste ondervraagden het beleid net iets vaker (35% van de handarbeiders en 37% van de mensen die veelal moeite hebben hun rekeningen te betalen). Bestrijden van terrorisme, met respect voor individuele vrijheid : 19

20 Dit beleid krijgt duidelijk steun binnen alle categorieën, al lijkt de steun meer uitgesproken onder ondervraagden die zich ter rechterzijde in het politieke spectrum bevinden: 33% tegenover 31% en 23% voor diegenen die zich respectievelijk in het midden en ter linkerzijde van het politieke spectrum bevinden. QC1 The European Parliament promotes the development of certain policies at a European Union level. In your opinion, which of the following policies should be given priority? Tackling poverty and social exclusion Improving consumer and public health protection Combating terrorism while respecting individual freedoms EU27 52% 33% 28% Gender Male 49% 32% 27% Female 55% 33% 28% Age % 33% 26% % 34% 26% % 33% 28% % 31% 29% Respondent occupation scale Self- employed 46% 33% 25% Managers 49% 29% 26% Other white collars 49% 34% 27% Manual workers 55% 35% 28% House persons 54% 32% 29% Unemployed 64% 34% 26% Retired 49% 31% 29% Students 52% 32% 26% Left-Right scale (1-4) Left 58% 33% 23% (5-6) Centre 52% 33% 31% (7-10) Right 45% 32% 33% Self-positioning on the social scale Low (1-4) 61% 35% 24% Medium (5-6) 52% 33% 27% High (7-10) 48% 31% 31% De drie meest genoemde beleidsdoelstellingen. 20

21 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 1.2 Het effect van de huidige crisis - De meerderheid van de Europeanen ervaart de gevolgen van de huidige crisis persoonlijk - Om vast te stellen in hoeverre de Europeanen het effect van de crisis echt ervaren, hebben wij hun gevraagd of zij vonden of de crisis een effect had op de wereldeconomie, de Europese economie, de economie van hun land en hun persoonlijke situatie. Het eerste wat daarbij opvalt is dat de resultaten ten aanzien van een drietal punten geheel ongewijzigd zijn gebleven ten opzichte van de Eurobarometer-enquête die begin 2009 is verricht (EB71.1): 90% van de Europeanen is het ermee eens dat de huidige crisis zeer of tamelijk grote gevolgen heeft voor de wereldeconomie, de Europese economie en de economie van hun land. Een kleiner aantal ondervraagden, al betreft het wel een meerderheid, is van oordeel dat de crisis een aanzienlijk effect heeft op hun persoonlijke situatie: 52% van de ondervraagden gelooft dat dit het geval is, al komt dit wel neer op een daling met 6 punten ten opzichte van begin Dit resultaat lijkt erop te wijzen dat de financiële situatie van de Europese huishoudens enigszins verbeterd is. Bovendien vinden ondervraagden in de landen die vanaf 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, eerder dan diegenen die wonen in de oudere lidstaten, dat de crisis een aanzienlijk effect heeft op hun persoonlijke situatie (64% in de 12 nieuwe landen tegenover 48% in de 15 oude landen). 21

22 A) Verschillen tussen de lidstaten Er heerst bijna algehele consensus binnen de lidstaten van de Europese Unie dat de huidige crisis een aanzienlijk effect op de wereldeconomie heeft (EU 90%). Ondervraagden in Cyprus (97%), België en Slovenië (elk 96%) onderschrijven de stelling het meest. Hoewel een overgrote meerderheid het ermee eens is, is deze opvatting toch opmerkelijk minder wijdverspreid in Polen en Roemenië (elk 83%) en Oostenrijk (85%). Hierbij moet worden opgemerkt dat het aandeel ondervraagden dat deze mening deelt, in 10 van de 27 lidstaten gegroeid is ten opzichte van begin Het aandeel is in 4 andere landen ongewijzigd gebleven en in 13 lidstaten zelfs gedaald. Als het gaat om een aanzienlijk effect op de Europese economie is de situatie vergelijkbaar (EU 90%), waarbij met name de ondervraagden in Griekenland (97%), Tsjechië, Slowakije en Cyprus (elk 96%) overtuigd zijn dat dit het geval is. 22

23 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Als het gaat om de wereldeconomie wordt de stelling het minst onderschreven door de ondervraagden in Polen (83%), Roemenië, Oostenrijk en Malta (alle drie 84%). Het aantal ondervraagden dat deze mening deelt, is sinds begin 2009 in 10 lidstaten toegenomen, terwijl het in 4 lidstaten ongewijzigd is gebleven en in 13 lidstaten is gedaald. Dit geldt eveneens voor het door de ondervraagden ervaren aanzienlijke effect op de nationale economie (EU 90%). Maar liefst 99% van de ondervraagden in Griekenland, dat momenteel worstelt met een ongekende financiële crisis, met name vanaf het einde van 2009, onderschrijft deze stelling. Griekenland wordt qua aandeel ondervraagden gevolgd door Spanje en Slowakije (elk 97%), Tsjechië, Estland en Hongarije (in alle drie de gevallen 96%). Daarentegen onderscheiden Luxemburg (76%, -13 punten), Oostenrijk (77%, -6 punten) en Polen (78%, -4 punten) zich door hun relatief lage score, evenals door het feit dat de scores lager zijn dan zoals werd opgetekend aan het begin van o In Luxemburg zijn de scores voor de volgende drie punten eveneens lager: een aanzienlijk effect op de wereldeconomie (-7 punten), het effect op de Europese economie (-6 punten) en bovenal het effect op de persoonlijke situatie van de ondervraagden (-25 punten). o Het tegenovergestelde is echter het geval in Denemarken, waar het aandeel ondervraagden dat van mening is dat hun land momenteel te lijden heeft van het effect van de crisis, is toegenomen met 15 punten (van 77% tot 92%). Dit geldt evenzeer voor de andere drie punten: een aanzienlijk effect op de wereldeconomie (+6 punten), het effect op de Europese economie (+8 punten) en, zij het in wat mindere mate, het effect op de persoonlijke situatie van de ondervraagden (+2 punten). Wat betreft het aanzienlijke effect op de persoonlijke situatie van de ondervraagden (EU 52%) loopt een aantal landen aanzienlijk uit de pas met het Europese gemiddelde. Daarbij gaat het om Hongarije (86%), Roemenië (85%), Griekenland (83%), Letland (78%) en Bulgarije (77%). Bovendien vindt in 18 van de 27 lidstaten een meerderheid van de ondervraagden dat de huidige crisis effect heeft op hun persoonlijke situatie. In de overige lidstaten lijken de ondervraagden echter minder persoonlijk bezorgd te zijn over de crisis. Dit geldt met name voor de noordelijke EU-lidstaten: 23

24 Zweden (19%), Denemarken (24%), Duitsland en Oostenrijk (elk 27%), Finland (28%), Luxemburg en Nederland (elk 29%). Voor dit punt is het aantal ondervraagden dat spreekt van een aanzienlijk effect in 19 van de 27 lidstaten afgenomen ten opzichte van begin Daarentegen is er een stijging genoteerd in zeven landen en is het cijfer in één land (Cyprus) ongewijzigd gebleven, waar 75% van de ondervraagden aangeeft dat de huidige crisis een aanzienlijk effect op de persoonlijke situatie heeft. 24

25 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS B) Sociaal-demografische analyse Het valt op dat de antwoorden van de ondervraagden op de vier subvragen niet per geslacht verschillen. De antwoorden van mannen en vrouwen zijn bijna identiek. Aan de andere kant lijkt leeftijd een lichte invloed te hebben op de antwoorden van de ondervraagden. Voor elk van de vier vragen zijn de jongere ondervraagden (leeftijd van jaar) en oudere ondervraagden (leeftijd van 55 jaar en ouder) iets minder geneigd dan de tussenliggende leeftijdsgroepen (25-39 jaar en jaar) om bevestigend te antwoorden. Zij zijn daarom iets minder geneigd te denken dat de crisis een aanzienlijk effect heeft op de wereldeconomie, de Europese economie, de economie van hun land en hun persoonlijke situatie. De categorieën die in principe het meeste beroepsmatig actief zijn, zijn dus meer geneigd te vinden dat de crisis op alle niveaus een aanzienlijk effect heeft. Wat betreft het waargenomen effect van de crisis op wereld-, Europees en nationaal niveau zijn er een weinig verschillen tussen de beroepscategorieën van de ondervraagden. Anderzijds zijn er wel duidelijke verschillen als het gaat om de persoonlijke situatie: zo vindt 42% van de managers (afgezet tegen 52% van alle Europeanen) dat de crisis een aanzienlijk effect heeft op hun persoonlijke situatie; voor werklozen ligt dit cijfer op 72%. Het profiel van de ondervraagden die het meest geneigd zijn te vinden dat de crisis een effect heeft op hun persoonlijke situatie, kan als volgt worden geschetst: Dit kunnen net zo goed vrouwen als mannen zijn (52%) en ze behoren veelal tot de tussenliggende leeftijdsgroepen, van jaar (57% tegenover 45% voor de leeftijdsgroep jaar). Ze zijn sociaal kwetsbaarder, hebben hun opleiding relatief vroeg beëindigd (55% van degenen die reeds voor hun 16 e jaar de school hebben verlaten, tegenover 46% van diegenen die hebben gestudeerd tot hun 20 e of ouder) en worstelen bovenal veelal met het betalen van hun rekeningen (80% tegenover 39% van degenen die zelden moeilijkheden hebben de eindjes bij elkaar te knopen). Tot slot ervaart 55% van de ondervraagden die geen voorstander zijn van financiële hulp voor landen in nood, het effect van de crisis persoonlijk (afgezet tegen 49% van degenen die wel voorstander zijn van dergelijk steun). 25

26 26

27 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 1.3 Het effect van de crisis op de werksituatie van ondervraagden en de mensen om hen heen. - Een meerderheid van de Europeanen geeft aan niet direct of indirect te zijn getroffen door ontslag - Uitgaande van de resultaten hoe Europeanen het effect van de crisis op de wereldeconomie, de Europese economie en de economie van hun land ervaren, hebben wij geconstateerd dat een meerderheid van oordeel is dat deze crisis ook effect heeft op de persoonlijke situatie. Wij hebben vier vragen gesteld om te verifiëren in hoeverre Europeanen en de mensen om hen heen in hun werkende leven zijn getroffen door de crisis 7. De resultaten laten (logischerwijze) zien dat hoe verder zaken voor mensen verwijderd zijn van een directe omgeving, des te meer zij het effect van de economische crisis waarnemen: o In antwoord op de stelling dat iemand die u kent, die niet aan u verwant is en die geen collega is, zijn/haar baan is kwijtgeraakt, stelt 40% van de ondervraagden dat een dergelijke situatie zich voordeed als gevolg van de crisis. Een vergelijkbare hoeveelheid ondervraagden antwoordt dat een dergelijke situatie zich niet heeft voorgedaan. o o o 20% zegt dat een van hun collega s zijn/haar baan is kwijtgeraakt vanwege de crisis. 23% onderschreef dat een van hun familieleden zijn/haar baan was kwijtgeraakt als gevolg van de crisis. Tot slot gaf 11% aan dat zij zelf of hun partner hun baan waren kwijtgeraakt als gevolg van de crisis. Hieruit blijkt dat voor een omvangrijke minderheid van de Europeanen de crisis een direct en specifiek ingrijpend effect heeft gehad. 7 QC3 Hier zijn een paar situaties die zich onlangs in uw werk of in dat van de mensen om u heen voorgedaan kunnen hebben. Vertelt u mij voor elk van deze of dit is gebeurd als een direct gevolg van de crisis, of het is gebeurd, maar niet als een direct gevolg van de crisis, of dat het helemaal niet is gebeurd. U bent uw baan kwijtgeraakt/uw partner (man of vrouw, partner enz.) is zijn/haar baan kwijtgeraakt; een van uw familieleden is zijn/haar baan kwijtgeraakt; een van uw collega s is zijn/haar baan kwijtgeraakt; iemand die u kent, maar die geen familielid of collega van u is, is zijn/haar baan kwijtgeraakt. Ja, als direct gevolg van de crisis; ja, maar niet als direct gevolg van de crisis; nee, het is helemaal niet gebeurd; niet van toepassing (SPONTAAN). 27

28 A) Verschillen tussen de lidstaten Als wij de antwoorden analyseren op de stelling dat iemand die u kent, die niet aan u verwant is en die geen collega is, zijn/haar baan is kwijtgeraakt als gevolg van de crisis (EU 40%), blijkt maar liefst 80% van de ondervraagden in Letland aan te geven dat dit het geval is, gevolgd door Spanje met 75% van de ondervraagden. Malta en Polen zijn wederom de twee lidstaten met de laagste scores (elk 21%). In antwoord op de stelling dat een van uw collega s zijn/haar baan is kwijtgeraakt als gevolg van de crisis (EU 20%), noteerde Letland opnieuw de hoogste score (56%), gevolgd door Ierland (45%) en Spanje (44%), terwijl de laagste scores werden opgetekend in Malta (5%), Luxemburg en Polen (elk 8%). Ook ten aanzien van de antwoorden op de stelling dat een van uw familieleden zijn/haar baan is kwijtgeraakt als gevolg van de crisis (EU 23%), gaat Letland aan de leiding, met 57% van de ondervraagden die aangeven dat dit het geval is. Ook in Litouwen en Ierland ligt het cijfer hoog (elk 50%), terwijl de mensen die zijn gepolst in België en Finland het minst getroffen lijken (11% in beide gevallen). 28

29 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Als wij tot slot kijken naar de stelling: U bent uw baan/uw partner is zijn/haar baan kwijtgeraakt als gevolg van de crisis (EU 11%), dan geeft meer dan een derde van de ondervraagden in Letland aan een dergelijke situatie te hebben meegemaakt (34%). Daarna werden de hoogste scores opgetekend in Spanje (24%), Litouwen (23%) en Estland (22%). Aan het andere eind van de schaal lijken de ondervraagden in Malta (3%), Luxemburg (5%), Duitsland, Finland, Frankrijk en Zweden (elk 6%) minder direct getroffen te zijn door dit probleem. o Letland is daarom het Europese land waar de ondervraagden veruit het vaakst persoonlijk (of binnen hun familie- en vriendenkring) het directe effect van de crisis in de zin van verlies van baan hebben ervaren. Acht van de tien ondervraagden geeft aan dat dit is voorgekomen bij iemand die zij kennen, die niet aan hen verwant is en geen collega is, ook al zijn zij er zelf niet direct door getroffen. Meer dan een van de drie ondervraagden (34%) geeft aan dat zij zelf of hun partner haar/zijn baan is kwijtgeraakt. o De ondervraagden in Spanje en Ierland zijn eveneens flink getroffen door de crisis: respectievelijk 45% en 50% geeft aan dat een familielied zijn/haar baan is kwijtgeraakt als gevolg van de crisis, en niet minder dan respectievelijk 75% en 74% van de ondervraagden zegt dat dit gebeurd is met iemand die ze kennen, die niet aan hen verwant is en die geen collega is. o Aan het andere eind van de schaal lijken de ondervraagden in Malta het minst vaak hun eigen baan te zijn verloren of een familielid of collega te hebben die dat is overkomen als gevolg van de crisis. 29

30 30

31 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS B) Sociaal-demografische analyse Als wij ons richten op die ondervraagden die aangeven dat zij of hun partners als gevolg van de crisis hun baan hebben verloren of dat zij iemand kennen, die niet aan hen verwant is en die geen collega is, die zijn/haar baan is kwijtgeraakt, kunnen wij het volgende constateren: Er zijn maar zeer weinig verschillen op basis van geslacht. Mannen melden echter iets vaker dan vrouwen (respectievelijk 23% en 18%) dat een van hun collega s als gevolg van de crisis zijn/haar baan is kwijtgeraakt. Wat betreft de variabele leeftijd antwoordden Europeanen in de leeftijd tussen jaar d.w.z. jonge, werkende mensen elk van de vier stellingen het vaakst bevestigend, terwijl oudere ondervraagden (55 jaar en ouder) het minst getroffen lijken. Vanuit het gezichtspunt van de beroepsstatus van de ondervraagden, kunnen wij constateren dat de minst bedeelde categorieën (werklozen, thuisblijvende mensen en handarbeiders) het vaakst hun baan zijn kwijtgeraakt of iemand kennen die zijn/haar baan is kwijtgeraakt als gevolg van de crisis. Zo geeft 39% van de werklozen aan dat zij of hun partner recentelijk hun baan zijn kwijtgeraakt als gevolg van de crisis, terwijl 37% aangeeft dat dit gebeurd is met een familielid, 39% meldt dat dit gebeurd is met een collega, en 54% meldt dat zij iemand kennen, die niet aan hen verwant is en die geen collega is, die zijn/haar baan is kwijtgeraakt als direct gevolg van de crisis. 31

32 32

33 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 2. De partijen die betrokken zijn bij het bestrijden van de crisis 2.1 De partijen die het best effectief actie kunnen ondernemen tegen de crisis - Nationale overheden en de Europese Unie zijn het best in staat effectief actie te ondernemen tegen de gevolgen van de crisis - Wat is de beste manier om de huidige crisis te bestrijden? Wat zijn de meest geschikte middelen om te proberen deze te verhelpen? De vraag welke partijen het best effectief actie kunnen ondernemen tegen de gevolgen van de crisis, is reeds bij meerdere gelegenheden gesteld, met name als onderdeel van de standaard-eurobarometer in het najaar van 2009 (EB72), maar ook voor het eerst in de speciale Eurobarometer die gewijd is aan de crisis en die begin 2009 in opdracht van het Europees Parlement is uitgevoerd (EB71.1) 8. Wij zullen ons hier voornamelijk richten op een vergelijking van de resultaten van deze golf met de resultaten die zijn verkregen in januari/februari Zoals in de meest recente Eurobarometer-enquêtes, werden de deelnemers niet alleen gevraagd te kiezen tussen supranationale of mondiale instellingen (de Europese Unie, de G20 en het Internationaal Monetair Fonds), maar ook tussen nationale organen (regeringen) en de Verenigde Staten 9. Vergeleken met de begin 2009 verrichte enquête laten de resultaten van deze golf een verandering zien in de volgorde van prioriteit van de eerste twee punten: De nationale regering en de Europese Unie staan nu gelijk bovenaan met exact dezelfde score (25%), een stuk boven de overige internationale alternatieven om de crisis te verhelpen. In januari/februari 2009, in de EB71.1-golf van de Eurobarometer, haalden de nationale regeringen en de Europese Unie nog maar een score van respectievelijk 14% en 17%. Deze twee instellingen hebben zich geleidelijk aan gevestigd als de onmisbare partijen om effectief met de crisis om te gaan. 8 Hierbij zij aangemerkt dat in enquête EB71.1 de deelnemers werden ondervraagd over de G8 en niet over de G20. 9 QC7 Welke van de volgende partijen zijn volgens u het best in staat om effectief actie te ondernemen tegen de gevolgen van de crisis? 33

34 Tezamen met de nationale regeringen heeft de Europese Unie aan terrein gewonnen: 17% in januari/februari 2009 en nu 25%. De geleidelijke opkomst van deze twee instellingen lijkt echter ten koste te zijn gegaan van de andere twee mogelijkheden, met name de G20 en de Verenigde Staten: De G20 heeft in anderhalf jaar tijd 7 punten verloren, een daling van 20% van de antwoorden in januari/februari 2009 naar 13% in herfst De Verenigde Staten lijken nog het meeste terrein te hebben verloren: een afname met 9 punten over achttien maanden, van 15% in januari/februari 2009 naar slechts 6% nu. Tot slot krijgt het Internationaal Monetair Fonds, dat in januari/februari 2009 nog een score had van 10%, nu de steun van 13% van de ondervraagden. * In januari/februari 2009 betrof de vraag de G8. In augustus/september 2010 betrof het de G20. 34

35 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Ondervraagden in de landen van de eurozone hebben het meeste vertrouwen in de Europese Unie, die wordt gezien als de meest geschikte instelling om actief effectieve actie te ondernemen tegen de gevolgen van de crisis: 28% tegenover slechts 20% van de ondervraagden in de nieteurozonelanden. Ondervraagden uit landen die zijn overgegaan op de gemeenschappelijke munt, lijken minder vertrouwen te hebben in hun eigen regeringen (22%), terwijl 31% van de ondervraagden in niet-eurozonelanden zich tot de eigen regering zou richten. A) Verschillen tussen de lidstaten Uit een analyse per land blijken bepaalde verschillen in de opvattingen van Europeanen over het meest geschikte niveau om met de gevolgen van de crisis om te gaan. De nationale regering (EU 25%) werd het meest genoemd door ondervraagden in Roemenië (49%), gevolgd door die in Griekenland (43%), het Verenigd Koninkrijk (37%), Bulgarije (36%) en Zweden (34%). Vermeld dient te worden dat de ondervraagden in Griekenland, dat momenteel worstelt met een buitengewoon ernstige economische en financiële crisis, eerder lijken te vertrouwen op hun eigen regering dan op de Europese Unie (30%) om de gevolgen van de crisis te bestrijden. De ondervraagden in Tsjechië (8%) en Nederland (14%) lijken het minst te kiezen voor hun eigen regering. De trouwste supporters van de Europese Unie zijn in dit opzicht (EU 25%) de ondervraagden in Malta (40%), gevolgd door die in Italië (36%), Ierland (35%) en België (34%). Door de ondervraagden in het Verenigd Koninkrijk (9%), Tsjechië (15%), Denemarken en Zweden (elk 16%) wordt de EU echter veel minder in staat geacht om effectief om te gaan met de gevolgen van de crisis. De G20 (EU 13%) wordt door de ondervraagden in Tsjechië (40%), Nederland (34%) en Hongarije (24%) gezien als het orgaan dat het best in staat is effectief actie te ondernemen. Daarentegen zijn de ondervraagden in Ierland (3%), Griekenland (4%), Spanje, Malta en Polen (in alle drie de gevallen 6%) het minst overtuigd van het vermogen van de G20 om effectief actie te ondernemen. Het Internationaal Monetair Fonds (EU 13%) werd met name genoemd door de ondervraagden in Finland (23%), Cyprus (21%) en Frankrijk 35

36 (19% 10 ), maar krijgt weer weinig steun in Roemenië (4%), Bulgarije en Portugal (elk 5%). 10 Daarbij dient men in gedachten te houden dat de directeur-generaal van het IMF, Dominique Strauss-Kahn, een Frans staatsburger is. Zijn reputatie aldaar verklaart mogelijk ten dele dit resultaat. 36

37 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Tot slot worden de Verenigde Staten (EU 6%) door maar zeer weinig ondervraagden genoemd. Alleen de ondervraagden in Portugal (13%), Tsjechië en Denemarken (elk 12%) en Slovenië (11%) lijken vertrouwen te hebben in de VS (ten minste 1 op 10 personen). Omgekeerd lijken de ondervraagden in Griekenland (1%), Cyprus, Nederland, Bulgarije, Estland en Roemenië (in alle vijf landen 3%) het meest sceptisch over de Verenigde Staten. 37

38 B) Sociaal-demografische analyse Uit een sociaal-demografische analyse blijkt een aantal interessante ongelijkheden. Afgezien van het feit dat vrouwen iets meer vertrouwen lijken te hebben in hun regering dan mannen (respectievelijk 26% en 24%) en mannen juist weer iets eerder lijken te kiezen voor de Europese Unie (26% tegenover 25% van de vrouwen), zijn er weinig verschillen op grond van geslacht. De leeftijd van de ondervraagden is echter een wat meer onderscheidende variabele: de oudere ondervraagden zijn meer geneigd te denken dat hun nationale regering het best in staat is effectief actie te ondernemen (28% van diegenen met een leeftijd van 55 jaar en ouder, tegenover 22% van diegenen met een leeftijd van jaar). Aan de andere kant lijken de jongste ondervraagden meer dan ouderen vertrouwen te hebben in de Europese Unie: 27% van diegenen in de leeftijd van jaar kiezen voor de Europese Unie (de hoogste score in deze categorie), vergeleken met 24% voor ondervraagden van 55 jaar en ouder. Wat betreft overige partijen noemen ondervraagden in de leeftijd tussen jaar eerder de Verenigde Staten (7%) en de G20 (15%), terwijl mensen in de leeftijdscategorie van jaar meer dan het Europees gemiddelde (respectievelijk 14% en 13%) lijken te kiezen voor het Internationaal Monetair Fonds. Hoe vroeger de ondervraagden hun scholing hebben afgerond, des te waarschijnlijker is het dat zij vertrouwen op hun eigen regering om de crisis te bestrijden (31% van diegenen die reeds voor hun 16 e jaar de school hebben verlaten, tegenover 21% van diegenen die hebben gestudeerd tot een leeftijd van minstens 20 jaar). Omgekeerd geloven de best opgeleide ondervraagden eerder dat de Europese Unie het best effectief actie kan ondernemen om de gevolgen van de crisis te bestrijden (26%). De beroepsstatus en het feit of iemand tot een kwetsbaardere subgroep van de bevolking behoort, lijken eveneens het antwoord op de vraag te beïnvloeden. Zo geldt dat hoe groter de financiële moeilijkheden zijn, des te eerder de ondervraagden voorstander zijn van actie op nationaal niveau. Dienovereenkomstig zijn werklozen en handarbeiders (in beide gevallen 27%), die in het bijzonder de nadelen van de crisis ondervinden, eerder geneigd te kiezen voor hun regering, terwijl ondervraagden die meer vertrouwen hebben in de Europese Unie, vaak thuisblijvende personen (29%) dan wel werknemers of studenten (28%) zijn. Evenzo kiest 33% van de mensen die veelal moeite hebben hun rekeningen te betalen, eerder voor hun regering, afgezet tegen slechts 24% van de mensen die daar nooit problemen mee hebben. 38

39 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Opvallend is ook dat ondervraagden ter rechterzijde van het politieke spectrum even vaak kiezen voor de Europese Unie als voor hun eigen regering (25% voor beide), terwijl ondervraagden ter linkerzijde eerder geloven dat de Europese Unie het best in staat is effectief actie te ondernemen tegen de gevolgen van de crisis (27% tegenover 23% voor de nationale regering). Ondervraagden die zich dicht bij het midden van het politieke spectrum bevinden, zijn meer verdeeld en hebben een voorkeur voor hun eigen regering boven de Europese Unie met een procentpunt (26% tegenover 25% voor de Europese Unie). Tot slot, en dat is geen verrassing, kiest 39% van de ondervraagden die van mening zijn dat zij beter beschermd zijn tegen de gevolgen van de crisis als hun eigen land individueel optreedt, voor de nationale regering voor het bestrijden van de gevolgen van de crisis. Aan de andere kant gelooft 35% van diegenen die voor gecoördineerde actie met overige EU-landen zijn, dat de Europese Unie het best in staat is effectief actie te ondernemen tegen de gevolgen van de crisis. 39

40 2.2 Binnen de Europese Unie: individuele of collectieve actie? Opvattingen - Een relatieve meerderheid van de Europeanen gelooft dat de lidstaten individueel hebben opgetreden - Wat vinden de Europeanen in het licht van de aanhoudende economische en financiële crisis van de manier waarop de Europese Unie is opgetreden? Zijn zij wellicht van mening dat de diverse lidstaten meer geneigd zijn individueel te handelen? Of waren de acties daarentegen juist gecoördineerd met de overige EU-lidstaten? De deelnemers werden in dergelijke bewoordingen ondervraagd, met als doel nauwkeuriger te begrijpen hoe zij de situatie zien 11. Uit de resultaten blijkt dat de ondervraagden redelijk verdeeld zijn over deze vraag: 44% is van oordeel dat de lidstaten eerder individueel hebben opgetreden. Dit resultaat komt exact overeen met dat van januari/februari 2009, toen de Europeanen dezelfde vraag werd gesteld. Een iets kleiner deel van de ondervraagden, 38% (-1 punt) vindt het tegenovergestelde, namelijk dat de lidstaten op een gecoördineerde wijze samen met de overige EU-landen hebben opgetreden. Daarnaast springt het hoge percentage antwoorden met Weet niet in het oog: 18% (+1 procentpunt sinds januari/februari 2009). Ook is het interessant te constateren dat de ondervraagden in de landen van de eurozone eerder geneigd zijn te vinden dat de lidstaten op gecoördineerde wijze hebben gehandeld (41% tegenover 32% van de ondervraagden in niet-eurozonelanden). Omgekeerd zijn zij minder geneigd te denken dat de lidstaten eerder individueel hebben opgetreden (42% tegenover 47% van de ondervraagden in nieteurozonelanden). Dit resultaat illustreert wellicht het effect op de publieke opinie van de maatregelen die binnen de eurozone ter bestrijding van de crisis worden genomen. 11 QC5 Zou u zeggen dat tot nu toe, als het gaat om het omgaan met de financiële en economische crisis, de verschillende lidstaten van de Europese Unie... eerder individueel hebben opgetreden, of eerder op gecoördineerde wijze met de andere EU-landen hebben opgetreden? 40

41 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS A) Verschillen tussen de lidstaten Iets meer dan vier op de tien Europeanen heeft daarom de indruk dat de EU-lidstaten met het oog op de crisis eerder individueel hebben gehandeld (EU 44%). Bovendien wordt deze opvatting gedeeld door twee derde van de ondervraagden in Denemarken (66%) en door meer dan de helft van de ondervraagden in zes overige landen: Frankrijk (58%), het Verenigd Koninkrijk (56%), Nederland (55%), Letland, België en Slowakije (in alle drie de gevallen 51%). Het minst overtuigd hiervan zijn de ondervraagden in Malta (19%), Finland (23%), Bulgarije (33%) en Italië (34%). Finland is het land waar veruit de meeste ondervraagden overtuigd zijn van het feit dat de diverse lidstaten op een gecoördineerde wijze met overige EUlanden hebben gehandeld (68%). Ook is het een van de landen met het laagste percentage voor Weet niet (9%). 41

42 Ook verdient het vermelding dat het aandeel ondervraagden dat van mening is dat de lidstaten individueel hebben opgetreden, in 16 landen is gedaald, terwijl het in 9 landen is toegenomen en in 2 landen is gelijk gebleven. 42

43 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Letland noteerde de grootste toename (+35 punten): in januari/februari 2009 (EB71.1) geloofde nog slechts 16% van de ondervraagden dat de lidstaten individueel handelden; in september 2010 was dat maar liefst 51%. Het meerderheidsstandpunt is in Letland dus geheel omgedraaid, aangezien een meerderheid nu gelooft dat de lidstaten individueel optreden. Dat is ook het geval, zij het in mindere mate, in Luxemburg (46% gelooft dat de lidstaten individueel hebben gehandeld, een toename met 3 punten), en in Polen (42%, +5 punten). In twee landen is er een beweging in de andere richting geweest, d.w.z. dat een meerderheid van de ondervraagden nu denkt dat de lidstaten op gecoördineerde wijze hebben opgetreden. Deze twee landen zijn Duitsland (41%, +1 punt) en Italië (45%, +5 punten). 43

44 Hoewel de ondervraagden over deze vraag een neiging tot verdeeldheid tonen, vindt een meerderheid niettemin dat de lidstaten eerder individueel hebben opgetreden in antwoord op de crisis. Er is echter een interessante uitzondering: een meerderheid van de ondervraagden die gelooft dat de euro de gevolgen van de crisis heeft verzacht, is van oordeel dat de lidstaten op gecoördineerde wijze hebben gehandeld (49% tegenover 41%, dat de tegenovergestelde mening is toegedaan). B) Sociaal-demografische analyse Deze waarneming wordt bevestigd door een sociaal-demografische analyse van de resultaten, zelfs al kan de kracht van de antwoorden tot op zekere hoogte verschillen. Als wij naar het meest gegeven antwoord kijken, namelijk dat de lidstaten eerder individueel optreden, kunnen wij zien dat mannen dit eerder geloven dan vrouwen (respectievelijk 46% en 42%). Deze opvatting wordt ook gedeeld door de tussenleeftijden (45% van de categorie van jaar en 46% van de categorie van jaar), terwijl de jongste en oudste ondervraagden minder overtuigd zijn (41% van de categorie jaar en 42% van de categorie van 55 jaar en ouder). Het opleidingsniveau van de ondervraagden blijkt eveneens een onderscheidende variabele: 38% van de mensen die voor hun 16 e levensjaar de school hebben verlaten, is van oordeel dat de lidstaten eerder individueel hebben opgetreden, vergeleken met 45% van diegenen die de school hebben verlaten tussen hun 16 e en 20 e jaar en maar liefst 49% van diegenen die hebben gestudeerd tot na hun 20 e jaar. Ook de beroepsstatus van de ondervraagde lijkt een belangrijke rol te spelen: zo zijn de sociaal beter bedeelde categorieën eerder geneigd te geloven dat de lidstaten individueel hebben opgetreden, evenals 50% van de managers, afgezet tegen 43% van de werklozen en 35% van thuisblijvende personen. Tot slot is 50% van de ondervraagden die geloven dat de euro de gevolgen van de crisis niet heeft verzacht, van oordeel dat de lidstaten op individuele wijze hebben gehandeld, vergeleken met 41% van diegenen die vinden dat de gemeenschappelijke munt wel de gevolgen van de crisis heeft verzacht. 44

45 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Voorkeuren - Een meerderheid van de Europeanen gelooft dat zij beter beschermd zouden zijn als hun land op gecoördineerde wijze samen met de andere lidstaten maatregelen zou aannemen en toepassen - Na onderzocht te hebben hoe de Europeanen aankijken tegen de manier waarop de lidstaten hebben gehandeld (individueel of als collectief), zullen wij nu onderzoeken naar welke optie de voorkeur uitgaat en welke optie als het geruststellendst wordt ervaren. Voelt men zich beter beschermd als hun land individueel maatregelen aanneemt en toepast, of als het daarentegen handelt op gecoördineerde wijze met overige EU-lidstaten? 12 Waar 38% van de Europeanen gelooft dat de EU-lidstaten op gecoördineerde wijze hebben gehandeld, is een meerderheid van de ondervraagden (52%) van mening dat men als burger beter beschermd is als hun land maatregelen zou nemen en deze op gecoördineerde wijze zou toepassen. Hoewel het het meerderheidsstandpunt blijft, is de vraag om gecoördineerde actie tussen de lidstaten sinds januari/februari 2009 met 9 punten afgenomen (EB71.1), terwijl de steun voor individuele actie door de lidstaten met 7 punten is toegenomen. Duidt dit erop dat de effectiviteit van een dergelijke benadering aan geloofwaardigheid mist, of vormt het een weerslag van het feit dat een omvangrijke minderheid niet gelooft dat dergelijke gecoördineerde actie mogelijk is? Het zou interessant zijn deze vraag in een toekomstige golf van de enquête te stellen. Tot slot is de hoeveelheid antwoorden op deze vraag met Weet niet sinds de laatste enquête over dit onderwerp begin 2009, relatief hoog gebleven (15%, +2 punten): voor een aanzienlijke hoeveelheid ondervraagden is het kennelijk lastig op deze vraag antwoord te geven. 12 QC6 Zou u als burger zeggen dat u beter beschermd zou worden ten aanzien van de huidige crisis wanneer...? (ONS LAND) maatregelen zou nemen en deze individueel zou toepassen; (ONS LAND) maatregelen zou nemen en deze op gecoördineerde wijze samen met de andere EU-landen zou toepassen. 45

46 Het eerste punt dat moet worden gemaakt is dat ondervraagden uit de eurozone eerder dan ondervraagden uit de niet-eurozonelanden geneigd zijn te vinden dat zij beter beschermd zijn als hun land maatregelen op gecoördineerde wijze samen met de andere lidstaten zou aannemen en toepassen (respectievelijk 58% en 43%). Omgekeerd zijn ondervraagden van buiten de eurozone eerder dan ondervraagden die in de eurozone gevestigd zijn, geneigd om zich beter beschermd te voelen als hun land maatregelen aanneemt en deze individueel toepast (39% en 29%). Desalniettemin blijft het een feit dat beide groepen een voorkeur hebben voor tussen de EU-lidstaten gecoördineerde actie. 46

47 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS A) Verschillen tussen de lidstaten In slechts een van de 27 lidstaten is een meerderheid voorstander van individuele actie (EU 33%). Dit betreft het Verenigd Koninkrijk, waar 51% van de ondervraagden liever ziet dat hun land individueel optreedt, afgezet tegen 30% die liever collectieve actie zou zien. In de overige 26 landen heeft de meerderheid van de ondervraagden nog altijd een voorkeur voor collectieve actie (EU 52%), zelfs al is de hoeveelheid antwoorden met Weet niet in sommige landen erg hoog (27% in Malta, 23% in Roemenië en 22% in Ierland). De steun voor collectieve actie is het grootst in Finland (72%), Estland (71%) en Spanje (68%). De meningen zijn enigszins verdeeld in Letland (47% voor gecoördineerde actie tegenover 44% voor individuele actie ), Oostenrijk (49% tegenover 41%) en Zweden (46% tegenover 38%); hoewel een meerderheid van de ondervraagden in deze landen voorstander is van gecoördineerde actie, is de marge tussen de twee opvattingen erg klein. Ten slotte laten slechts vier lidstaten een toename van het aantal voorstanders van gecoördineerde actie optekenen (EU 52%), te weten Roemenië (44%, +5 punten), Ierland (50%, +4 punten), Spanje (68%, +3 punten) en Italië (60%, +3 punten). Het resultaat in Finland blijft ongewijzigd en dit is nog altijd de hoogste score voor dit antwoord (72%). Daar staat tegenover dat de volgende landen een specifiek grote toename van de hoeveelheid voorstanders van individuele actie kennen (EU 33%): Griekenland (38%, +18 punten), Letland (44%, +13 punten), Frankrijk (35%, +13 punten), Bulgarije en Portugal (28%, elk +13 punten), Polen (33%, +12 punten) en Zweden (38%, +11 punten). 47

48 48

49 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS B) Sociaal-demografische analyse Als wij kijken naar geslacht, zien wij dat mannen (55%) eerder dan vrouwen (50%) vinden dat zij beter beschermd zijn tegen de gevolgen van de crisis als hun land op gecoördineerde wijze samen met de andere lidstaten maatregelen aanneemt en toepast. Deze opvatting lijkt ook gangbaarder onder de leeftijdscategorie jaar (55%), terwijl de oudere ondervraagden minder overtuigd zijn (50% van de categorie van 55 jaar en ouder). Het opleidingsniveau leek eveneens van invloed op de antwoorden. Zo vindt 61% van de ondervraagden die hebben gestudeerd tot na hun 20 e, dat zij als burger beter beschermd zouden zijn als hun land op gecoördineerde wijze samen met de andere EU-lidstaten maatregelen neemt en toepast, d.w.z. een verschil van 15 punten in vergelijking met ondervraagden die de school hebben verlaten voor hun 16 e (46%). Er zijn ook aanmerkelijke verschillen tussen de sociale categorieën van de ondervraagden: 58% van de managers heeft een voorkeur voor collectieve actie, vergeleken met 48% van de thuiswonende personen en 51% van de werklozen. Vanuit een gezichtspunt van politieke voorkeur lijkt deze opvatting meer steun te hebben onder mensen ter linkerzijde van het politieke spectrum (59%) dan onder hen in het midden (54%) of ter rechterzijde (53%). Tot slot, en dat zal weinig verbazing wekken, hebben ondervraagden die voorstander zijn van nationale financiële hulp voor landen in ernstige moeilijkheden, eveneens een voorkeur voor binnen de Europese Unie gecoördineerde actie. Dit antwoord werd gegeven door 64% afgezet tegen 44% van diegenen die geen voorstander zijn van dergelijke financiële hulp. 49

50 50

51 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 3. De rol van de euro in de financiële crisis - Een meerderheid van de Europeanen is van mening dat de euro de negatieve effecten van de crisis niet heeft verzacht - In hoeverre is het beeld van de gemeenschappelijke munt gewijzigd, nu blijkt dat het langer duurt dan verwacht om uit de crisis te komen en dat het herstel niet zo snel gaat als voorspeld? Zijn de Europeanen van mening dat de euro al met al de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht? De meningen over dit onderwerp lopen uiteen, maar een meerderheid van de Europeanen (50%; +6) is nu van mening dat de euro de negatieve effecten van de crisis niet heeft verzacht, terwijl 33% (-6) het tegenovergestelde vindt en 17% zegt geen mening te hebben. 13 Het beeld is gedurende de afgelopen 18 maanden dan ook verslechterd. Hierbij moet worden opgemerkt dat, zoals ook het geval was in januari/februari 2009 (zij het in beperktere mate), Europeanen binnen de eurozone eerder geneigd zijn de aanname te steunen dat de euro de gevolgen van de crisis heeft ingedamd (38%, -6 punten) dan ingezetenen van landen buiten de eurozone (22%, -10 punten). Feit blijft echter dat zelfs binnen de eurozone een meerderheid van de ondervraagden nu de indruk heeft dat de gemeenschappelijke munt hen niet heeft beschermd tegen de gevolgen van de crisis (51%). Dit percentage ligt 8 punten hoger dan in januari/februari QC4 In welke mate bent u het eens of oneens met de volgende uitspraak: Over het algemeen heeft de euro de negatieve effecten van de huidige crisis verzacht. Helemaal mee eens; eerder mee eens; eerder mee oneens; helemaal mee oneens. 51

52 A) Verschillen tussen de lidstaten In 19 van de 27 lidstaten is een meerderheid van de ondervraagden het er niet mee eens dat de euro over het algemeen de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht. Slechts twee landen hebben een absolute meerderheid aan ondervraagden die het eens zijn (EU 33%) met de stelling, namelijk Slowakije (57%) en Finland (50%), die beide deel uitmaken van de eurozone. In zes overige lidstaten heeft de ondersteuning echter nog wel een meerderheid: in Italië (49%), Griekenland (47%), Oostenrijk (46%), Luxemburg (44%) en Ierland (38%), landen die deel uitmaken van de eurozone, en in Roemenië (34%), dat nog niet is overgegaan op de gemeenschappelijke munt. Anderszins zijn de ondervraagden in Slovenië (66%), Tsjechië (65%), Frankrijk (62%), Duitsland (58%) en Zweden (56%) het meest geneigd de stelling niet te onderschrijven (EU 50%) In drie landen zijn de opvattingen echter gelijk verdeeld tussen ondervraagden die het eens dan wel oneens zijn met de stelling, namelijk respectievelijk 47% en 46% in Griekenland, 44% en 43% in Luxemburg, en 46% en 42% in Oostenrijk. 52

53 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS De steun voor de opvatting dat de euro de effecten van de crisis heeft verzacht, is met name spectaculair gedaald in Slovenië: in januari/februari 2009 werd de stelling nog onderschreven door een meerderheid, en nu nog maar door net iets meer dan een vierde van de ondervraagden (26%, -27 punten). De steun voor de stelling is eveneens aanzienlijk gedaald in Polen, (22%, -17 punten), Malta (33%, -16 punten), Nederland (35%, -16 punten), Estland (26%, -15 punten) en Zweden (20%, -15 punten). In al deze landen met uitzonderling van Zweden heeft het meerderheidsstandpunt zich ten opzichte van begin 2009 gewijzigd, toen een meerderheid van de ondervraagden in die lidstaten nog vond dat de euro hen had beschermd tegen de negatieve effecten van de crisis. 53

54 B) Sociaal-demografische analyse Het eerste noemenswaardige feit is dat in elk van de ondervraagde categorieën, zonder uitzondering, de meerderheid van de ondervraagden het oneens was met de stelling dat de euro over het algemeen de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht. Mannen zijn positiever over de rol van de gemeenschappelijke munt dan vrouwen: respectievelijk 36% en 29% zeggen dat de euro over het algemeen de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht. Mannen en vrouwen zijn min of meer even sceptisch over de verzachtende rol van de euro: 50% van de mannen en 51% van de vrouwen het verschil wordt voornamelijk bepaald door het percentage Weet niet, dat aanzienlijk hoger ligt bij vrouwen. Daarnaast blijven de minder bedeelde sociale categorieën enigszins sceptisch over de verzachtende effecten van de euro: 52% van de ondervraagden die zichzelf onder aan de sociale ladder plaatsen, is van mening dat de euro niet de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht, tegenover 48% van diegenen die zichzelf boven aan de sociale ladder plaatsen. Tot slot moet worden geconstateerd dat 42% van diegenen die er voorstander van zijn dat hun land financiële hulp verleent aan een ander land dat in moeilijkheden verkeert vanwege de crisis, denkt dat de euro wel heeft geholpen de negatieve effecten van de crisis te verzachten, afgezet tegen slechts 24% van diegenen die geen voorstander zijn van dergelijke hulp. 54

55 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 4. Een uitweg uit de crisis 4.1 Vermindering van de overheidsuitgaven of investering in economische stimuleringsmaatregelen? - De Europeanen zijn verdeeld over hoe het verder moet - Wij hebben de ondervraagden twee oplossingen gepresenteerd om een uitweg te vinden uit de crisis, en hen vervolgens gevraagd waar hun voorkeur naar uitging 14 : eerst bezuinigen op de overheidsuitgaven of eerst investeren in maatregelen om de economie te stimuleren. De meningen over dit onderwerp lopen zeer uiteen: een relatieve meerderheid van de Europeanen (38%) is van oordeel dat de EU-lidstaten in eerste instantie moeten investeren in maatregelen om de economie te stimuleren. Een bijna even groot deel (35%) is juist van mening dat de lidstaten allereerst moeten bezuinigen op de overheidsuitgaven. 19% van de Europeanen gaf spontaan aan dat de twee maatregelen gelijke prioriteit moeten krijgen, terwijl 8% aangaf geen mening te hebben. 14 QC8 Zou u persoonlijk zeggen dat, om snel uit de crisis te komen, de lidstaten van de EU eerst hun overheidsuitgaven moeten verminderen of dat ze eerst moeten investeren in maatregelen om de economie te stimuleren? Eerst hun overheidsuitgaven verminderen; eerst investeren in maatregelen om de economie te stimuleren; allebei in dezelfde mate (SPONTAAN). 55

56 A) Verschillen tussen de lidstaten Hoewel de meningen binnen de Europese Unie als geheel sowieso verdeeld zijn, valt er ook een aantal verschillen per land te constateren. Zo krijgen maatregelen om de economie te stimuleren (EU 38%) vooral de voorkeur van de ondervraagden in de Scandinavische landen: Denemarken (69%), Finland (52%) en Zweden (51%). Ook is dit het geval in Litouwen (65%) en Nederland (51%). De ondervraagden in Slowakije (50%), Frankrijk (46%) en Estland (42%) zijn het meest overtuigd dat allereerst de overheidsuitgaven moeten worden teruggebracht (EU 35%). In sommige landen zijn de ondervraagden bijna gelijk verdeeld over deze vraag: de index, d.w.z. het verschil tussen diegenen die geloven dat landen eerst moeten bezuinigen op de overheidsuitgaven en diegenen die vinden dat landen juist eerst moeten investeren in maatregelen ter stimulering van de economie, ligt zeer dicht bij 0. Hierbij gaat het om Tsjechië (beide 42%), Luxemburg (beide 35%), het Verenigd Koninkrijk (beide 41%), België (respectievelijk 41% en 43%), Griekenland (respectievelijk 35% en 36%) en Slovenië (respectievelijk 36% en 34%). 56

57 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS In twee landen, namelijk Portugal (36%) en Duitsland (35%), gaf een meerderheid spontaan aan dat beide maatregelen moesten worden toegepast (EU 19%). Hierbij zij aangemerkt dat het gewicht van dit antwoord ( beide gelijk ) des te zwaarder weegt gezien het feit dat het antwoord spontaan door de ondervraagden werd gegeven. 57

58 B) Sociaal-demografische analyse De eerste voorkeur van de Europeanen, namelijk investeren in maatregelen om de economie te stimuleren, varieert afhankelijk van de sociaal-demografische categorieën. Mannen zijn eerder dan vrouwen voor maatregelen om de economie te stimuleren (40% tegenover 37%). De antwoorden zijn ook afhankelijk van leeftijd: de jongere ondervraagden (in de leeftijdscategorie jaar) zijn eerder voorstander van maatregelen om de economie te stimuleren (42%), terwijl de oudere ondervraagden (55 jaar en ouder) de meeste twijfels hebben (34%). Het opleidingsniveau van de ondervraagden speelt eveneens een rol: mensen die langer hebben gestudeerd, hebben een voorkeur voor maatregelen om de economie te stimuleren (43% van de mensen die tot na hun 20 e hebben gestudeerd), terwijl minder opgeleide ondervraagden daarentegen een voorkeur hebben voor bezuinigingen op de overheidsuitgaven (34% van de ondervraagden die op een leeftijd van 15 jaar of jonger de school hebben verlaten). De politieke voorkeur van de ondervraagde lijkt al evenzeer een rol te spelen: 43% van diegenen ter linkerzijde van het politieke spectrum geeft de voorkeur aan maatregelen ter stimulering van de economie, vergeleken met 39% van de mensen in het midden en 38% van de mensen ter rechterzijde, waarvan juist 42% de voorkeur geeft aan bezuinigingen op de overheidsuitgaven. De sociale ladder heeft relatief weinig invloed op de antwoorden van de ondervraagden, hoewel 41% van de personen die zichzelf boven aan de sociale ladder plaatsen, een voorkeur heeft voor investeringsmaatregelen ter stimulering van de economie, terwijl die mening slechts gedeeld wordt door 36% van de personen die zichzelf onder aan de sociale ladder plaatsen. Het moet worden opgemerkt dat een relatieve meerderheid van de ondervraagden, ongeacht waar zij zich op de sociale ladder plaatsen, hoe dan ook een voorkeur heeft voor investeringen in economische stimuleringsmaatregelen. 44% van de ondervraagden die voorstander zijn van het feit dat hun land ten tijde van de crisis een ander land financiële hulp verleent, heeft een voorkeur voor investeringen in economische stimuleringsmaatregelen, afgezet tegen 37% van diegenen die juist tegen dat soort hulp zijn. 58

59 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 59

60 4.2 Wie moeten de grootste inspanningen leveren in termen van versoberingsmaatregelen? - Een relatieve meerderheid van de Europeanen gelooft dat de leiders van grote bedrijven en van de industrie de grootste inspanningen moeten leveren in termen van versoberingsmaatregelen - In sommige lidstaten is het reeds een realiteit, terwijl in andere landen de term nog taboe lijkt. Tijdens de enquête is het vooruitzicht dat er versoberingsmaatregelen worden geïntroduceerd als een van de oplossingen voor het overwinnen van de crisis aan de ondervraagden voorgelegd. Maar wie moet deze maatregelen het meeste voelen? 15 Meer dan een derde van de ondervraagden (34%) gelooft dat de leiders van grote bedrijven en van de industrie de grootste inspanningen moeten leveren in termen van versoberingsmaatregelen. Vervolgens koos 21% van de Europeanen voor overheidsdiensten, 7% voor kmo s (kleine en middelgrote ondernemingen)/zko s (zeer kleine ondernemingen) en tot slot 6% voor u zelf/de Europese burger. Minder dan een op tien ondervraagden (8%) had geen mening. Het antwoord allemaal tegelijkertijd (d.w.z. alle leden van de samenleving), kwam spontaan op de tweede plaats met een score van 24%, zonder twijfel een teken van het collectief bewustzijn van de schaal van inspanning die vereist is. 15 QC9 Wie moet naar uw mening in (ONS LAND) de grootste inspanningen leveren in termen van versoberingsmaatregelen? Leiders van grote bedrijven en van de industrie; kmo s (kleine en middelgrote ondernemingen) en zko s (zeer kleine ondernemingen); overheidsdiensten; u zelf/de Europese burger; allemaal tegelijkertijd (SPONTAAN). 60

61 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 61

62 A) Verschillen tussen de lidstaten Als wij de gegevens enkel op het niveau van de Europese Unie analyseren, zouden de aanzienlijke verschillen die er bestaan tussen de 27 lidstaten, verborgen blijven. Zo werd het eerste antwoord dat de Europeanen gemiddeld gaven, namelijk leiders van grote bedrijven en van de industrie (EU 34%), voornamelijk genoemd door een meerderheid van de ondervraagden in Frankrijk (53%), Slowakije (47%), het Verenigd Koninkrijk (44%), België en Nederland (43%), en in veel mindere mate in Letland (13%), Bulgarije (16%) en Cyprus (19%). Overheidsdiensten (EU 21%) zouden de grootste inspanningen in termen van versoberingsmaatregelen moeten ondernemen voor de meerderheid van de ondervraagden in Letland (60%), en vervolgens in wat mindere mate voor de ondervraagden in Bulgarije (39%), Estland (32%) en Denemarken (30%). De ondervraagden in Malta (13%), Roemenië, Spanje en Italië (in alle drie de gevallen 14%) zijn het minst geneigd dit antwoord te geven. Kmo s (kleine en middelgrote ondernemingen)/zko s (zeer kleine ondernemingen) (EU 7%), die op de vierde plek kwamen in de antwoorden van de alle Europeanen tezamen (7%), werden echter iets frequenter genoemd in Oostenrijk (15%), Italië (14%), Polen en Portugal (elk 12%). Daarentegen werden de laagste scores voor kmo s/zko s opgetekend in Cyprus (1%), Luxemburg (2%), Malta, Zweden en het Verenigd Koninkrijk (in alle drie de gevallen 3%). De Europeanen in hun geheel plaatsten u zelf/de Europese burger (EU 6%) op de vijfde en laatste plaats; dit antwoord werd echter genoemd door een op zes ondervraagden in Nederland (16%), door 15% van de ondervraagden in Denemarken en door 14% in Cyprus. De laagste scores werden genoteerd in Duitsland en Portugal (elk 2%). Tot slot werd het antwoord dat op de tweede plaats kwam, allemaal tegelijkertijd (EU 24%) (hetgeen, zo moet men beseffen, niet expliciet werd voorgelegd aan de ondervraagden), het meest genoemd door de ondervraagden in Duitsland (38%), Malta (37%), Cyprus (36%), Spanje (33%), Italië, Portugal en Slovenië (in alle drie de gevallen 32%). Daar staat tegenover dat de ondervraagden in Frankrijk en Litouwen (elk 9%), Nederland en het Verenigd Koninkrijk (elk 10%) het minst geneigd waren dit antwoord te geven. 62

63 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 63

64 B) Sociaal-demografische analyse Een sociaal-demografische analyse brengt de volgende verschillen aan het licht: Leiders van grote bedrijven en van de industrie (die worden gezien als de economische partij die de grootste inspanningen in termen van versoberingsmaatregelen moet leveren) werden in bijna gelijke mate genoemd door mannen en vrouwen (respectievelijk 34% en 35%). Wat betreft leeftijd waren jongere ondervraagden meer dan oudere ondervraagden geneigd bedrijfsleiders te noemen (37% van de leeftijdscategorie jaar, en 32% van de categorie 55 jaar en ouder). Onder de diverse beroepscategorieën waren handarbeiders (37%) het meest geneigd de grootste inspanningen van leiders van grote bedrijven en van de industrie te verlangen. Ondervraagden ter linkerzijde van het politieke spectrum (41%) waren eveneens meer geneigd deze mening te delen dan ondervraagden in het midden (35%) of ter rechterzijde (32%). Mannen zijn iets meer geneigd dan vrouwen (respectievelijk 22% en 19%) om van overheidsdiensten speciale inspanningen te verlangen. De sociaal beter bedeelde ondervraagden (23% van de managers) zijn eveneens iets meer geneigd dit punt te noemen, evenals diegenen die zich ter rechterzijde van het politieke spectrum bevinden (25% tegenover 21% en 20% van diegenen die zich respectievelijk in het midden of ter linkerzijde van het politieke spectrum bevinden). Wat betreft de laatste twee antwoorden, kmo s en zko s en u zelf/de Europese burger, is het niet echt mogelijk om sociaal-demografische onderscheiden te maken tussen de ondervraagden die dit als antwoord gaven. 64

65 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 65

66 66

67 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 4.3 Solidariteit tussen lidstaten ten tijde van crisis - Een meerderheid van de Europeanen is voor het verlenen van financiële hulp aan andere lidstaten in moeilijkheden - Het oplossen van de crisis betekent ook dat er solidariteit wordt betoond tussen de verschillende lidstaten wanneer sommige daarvan te maken krijgen met ernstige economische en financiële moeilijkheden. Maar hoe ver moet volgens de Europeanen deze solidariteit gaan? Dat was de portee van de vraag die de deelnemers werd gesteld 16. Een meerderheid van de Europeanen (49%) is bereid financiële hulp te verlenen aan een andere lidstaat die te maken heeft met economische en financiële moeilijkheden. Maar liefst 10% is het helemaal eens met deze stelling. Dat neemt niet weg dat meer dan een derde (39%) van de ondervraagden de tegenovergestelde mening is toegedaan. 12% gaf aan geen mening te hebben. 16 QC10 In welke mate bent u het eens of oneens met de volgende uitspraak: In tijden van crisis is het wenselijk dat (ONS LAND) financiële hulp geeft aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden. Helemaal mee eens; eerder mee eens; eerder mee oneens; helemaal mee oneens. 67

68 68

69 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Allereerst moet gezegd worden dat een meerderheid van de ondervraagden in de 15 oude landen instemt met het verlenen van financiële hulp aan andere EUlidstaten met ernstige economische en financiële moeilijkheden (50% tegenover 39%, die het daarmee oneens is). In de 12 nieuwe landen is echter een relatieve meerderheid van de ondervraagden eerder tegen deze gedachte (44%) en stemt slechts 41% in met de stelling. A) Verschillen tussen de lidstaten Achter het Europees gemiddelde van 49% van de ondervraagden die voor het verlenen van financiële hulp aan andere lidstaten in moeilijkheden zijn, gaan aanzienlijke verschillen tussen de 27 lidstaten schuil. Ten eerste is in meer dan de helft van de lidstaten (14 van 27) een absolute meerderheid van de ondervraagden het met de stelling eens (EU 49%). Sommige landen springen eruit met een veel hoger percentage dat het eens is met de stelling (totaal van de antwoorden helemaal mee eens en eerder mee eens ), met name Cyprus (70%), Denemarken (69%), Zweden (67%), België (61%) en Luxemburg (59%). Omgekeerd gaven van de ondervraagden slechts 24% in Bulgarije, 29% in Slovenië, 32% in Roemenië en 35% in Tsjechië, Hongarije en Slowakije dit antwoord. Gelet op de Griekse situatie en de besluiten die afgelopen voorjaar door de lidstaten zijn genomen en die in Duitsland voor de nodige controverse hebben gezorgd, is het met name interessant om te zien dat de meningen over dit onderwerp gelijk verdeeld zijn in deze twee landen. Van de ondervraagden in Griekenland was 48% voor het verlenen van financiële hulp aan een andere lidstaat in moeilijkheden, terwijl 46% het er niet mee eens was. In Duitsland bedroegen de cijfers respectievelijk 46% en 45%. 69

70 B) Sociaal-demografische analyse De antwoorden op deze vraag brengen onder de ondervraagden weinig verschillen op basis van geslacht of leeftijd aan het licht. Mannen zijn echter iets vaker voorstander van het verlenen van financiële hulp aan een lidstaat met moeilijkheden dan vrouwen (respectievelijk 50% en 47% is het ermee eens ). De jongste ondervraagden waren het ook eerder eens (50% van de leeftijdscategorie jaar tegenover 48% van diegenen in de categorie jaar en 47% van diegenen in de categorie 55 jaar en ouder). Het is bovenal opmerkelijk dat de beter bedeelde sociale categorieën eerder voor hulp aan een andere lidstaat zijn. Zo gaf 9% van de ondervraagden die hebben gestudeerd tot na hun 20 e aan het met de stelling eens te zijn, evenals 58% van de managers en 53% van diegenen die bijna nooit moeite hebben met het betalen van hun rekeningen, afgezet tegen slechts 36% van diegenen die veelal moeite hebben met het betalen van hun rekeningen. Van 70

71 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS deze laatste groep vindt een meerderheid (49%) dat dergelijke hulp niet gewenst is. Als wij tot slot kijken naar de politieke kleur, is 56% van de ondervraagden ter linkerzijde van het politieke spectrum het eens met dergelijke hulp, vergeleken met 49% van diegenen in het midden en ter rechterzijde. 71

72 4.3.1 Redenen waarom burgers voor solidariteit zijn - Solidariteit als principekwestie, maar ook als iets dat uiteindelijk iedereen ten goede kan komen - Zoals eerder aangegeven, is 49% het ermee eens dat hun land financiële hulp verleent aan een andere lidstaat die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden. Wat is echter hun werkelijke reden? Dit was de strekking van de vraag die wij vervolgens stelden. 17 Is het omdat mensen geloven dat het in het economisch belang is van hun land om andere lidstaten te helpen? Of moet hulp worden geboden in de naam van Europese solidariteit tussen lidstaten? Opnieuw zijn de meningen verdeeld. Hoewel een meerderheid van de ondervraagden die voor solidariteit tussen de lidstaten zijn (51%), de hulp zou bieden in de naam van Europese solidariteit tussen lidstaten, laat een aanzienlijk deel (44%) zich leiden door de overtuiging dat het in het economisch belang van hun land is om een andere lidstaat te helpen. Slechts 2% gaf een andere reden aan; 3% zei geen mening te hebben. 17 QC14 Wat is de belangrijkste reden waarom u het wenselijk vindt dat (ONS LAND) financiële hulp geeft aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden? Het is in het economisch belang van (ONS LAND) om een andere EU-lidstaat te helpen; in de naam van Europese solidariteit tussen EU-lidstaten; overig (SPONTAAN). 72

73 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS *Uitgangspunt: Diegenen die antwoordden dat het gewenst was om financiële hulp te verlenen aan een andere lidstaat die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden (49% van de gehele steekproef). A) Verschillen tussen de lidstaten In 22 van de 27 lidstaten (waaronder 21 met een absolute meerderheid) is een meerderheid van de ondervraagden voorstander van dergelijke hulp in de naam van Europese solidariteit tussen lidstaten (EU 51%). De steun voor het solidariteitsbeginsel is met name groot in Griekenland (dat het belang van dergelijke hulp uiteraard goed kan beoordelen, aangezien het er zelf recentelijk van heeft geprofiteerd), Cyprus en Luxemburg (elk 74%), en Bulgarije (68%). Aan de andere kant prevaleren de economische belangen (EU 44%) in het Verenigd Koninkrijk (68%), Duitsland (53%), Ierland (52%), Nederland (50%) en Tsjechië (49%). 73

74 QC11 What is the main reason why you think it is desirable that (OUR COUNTRY) gives financial help to another EU Member State facing severe economic and financial difficulties? It is in the economic interests of (OUR COUNTRY) to help another EU Member State In the name of European solidarity between Member States Other (SPONTANEOUS) Don't know EU27 44% 51% 2% 3% BE 37% 62% 0% 1% BG 31% 68% 0% 1% CZ 49% 48% 0% 3% DK 41% 57% 1% 1% DE 53% 43% 2% 2% EE 38% 59% 2% 1% EL 24% 74% 0% 2% ES 37% 51% 7% 5% FR 36% 60% 2% 2% IE 52% 43% 2% 3% IT 38% 57% 2% 3% CY 25% 74% 1% 0% LT 30% 62% 2% 6% LV 34% 63% 0% 3% LU 20% 74% 3% 3% HU 47% 49% 1% 3% MT 37% 59% 1% 3% NL 50% 48% 2% 0% AT 39% 55% 4% 2% PL 37% 60% 0% 3% PT 33% 60% 1% 6% RO 42% 55% 0% 3% SI 24% 66% 7% 3% SK 44% 55% 0% 1% FI 36% 61% 2% 1% SE 31% 64% 2% 3% UK 68% 27% 1% 4% Highest percentage by item Lowest percentage by item *Uitgangspunt: Diegenen die antwoordden dat het gewenst was om financiële hulp te verlenen aan een andere lidstaat die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden (49% van de gehele steekproef). 74

75 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS B) Sociaal-demografische analyse Een sociaal-demografische analyse van de resultaten van deze vraag levert een aantal interessante punten op, zelfs al is de solidariteit tussen de lidstaten de voornaamste reden die door ondervraagden wordt gegeven voor hun steun aan hulp die wordt verleend aan andere lidstaten met ernstige financiële moeilijkheden. Allereerst constateren wij dat er geen onderlinge verbanden lijken te bestaan tussen de resultaten en het geslacht en de leeftijd van de ondervraagden. De beroepsstatus van de ondervraagden is echter wel veelzeggend. Zo zijn zelfstandigen (55%), thuiswonende personen (54%) en gepensioneerden (53%) het meest geneigd om Europese solidariteit als voornaamste reden voor hulp aan een andere lidstaat te noemen, afgezet tegen 47% van de managers. Daarnaast vindt 54% van de ondervraagden die geloven dat hun land beter beschermd zou zijn als hun land op gecoördineerde wijze samen met de andere lidstaten maatregelen zou nemen en toepassen, dat dergelijke hulp moet worden verleend in de naam van Europese solidariteit. Dat is 8 procentpunten meer dan in het geval van ondervraagden die pleiten voor maatregelen op basis van een individuele benadering. 50% van deze laatste groep stelt dat de desbetreffende hulp primair moet afhangen van de economische belangen van hun eigen land. 75

76 4.3.2 Redenen voor niet-solidariteit - Een wijdverbreid gevoel dat de burgers van het ene land niet zouden moeten hoeven te betalen voor de problemen van het andere land - Zoals eerder gezegd, is 39% van de Europeanen niet bereid hulp te bieden aan een andere lidstaat die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden (zie QC10). Om hun motieven te begrijpen hebben wij hen gevraagd naar de redenen achter hun stellingname 18 : is het omdat zij het niet in het economisch belang van hun land achten om een andere EU-lidstaat te helpen? Of vinden zij dat de burgers van hun land niet zouden moeten hoeven te betalen voor de economische problemen van andere lidstaten van de EU? 66% geeft aan dat de burgers van hun land niet moeten hoeven te betalen voor de problemen van anderen. Een kwart (exact 25%) geeft aan dat het niet in het economisch belang is van hun land om een andere lidstaat te helpen. Slechts 6% gaf een andere uitleg; 3% zei geen mening over het onderwerp te hebben. 18 QC12 Wat is de belangrijkste reden waarom u het niet wenselijk vindt dat (ONS LAND) financiële hulp geeft aan een andere lidstaat van de EU die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden? Het is niet in het economisch belang van (ONS LAND) om een andere EUlidstaat te helpen; de (NATIONALITEIT) burgers zouden niet moeten hoeven te betalen voor de economische problemen van andere EU-lidstaten; overig (SPONTAAN) 76

77 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS *Uitgangspunt: al diegenen die antwoordden dat het niet gewenst was om financiële hulp te verlenen aan een andere lidstaat die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden (39% van de gehele steekproef). A) Verschillen tussen de lidstaten Om te beginnen moet worden opgemerkt dat in 24 van de 27 lidstaten een absolute meerderheid van de ondervraagden die vinden dat het niet gewenst is om een andere lidstaat te helpen die te maken heeft met financiële moeilijkheden, aangeeft dat de burgers van hun land niet moeten hoeven te betalen voor de overige lidstaten (EU 66%). In sommige landen is die opvatting zeer uitgesproken, met name Slovenië (88%), Duitsland (85%), Slowakije (81%), Finland (79%) en Oostenrijk (78%). De drie resterende landen zijn Roemenië (47%), Spanje (49%) en Griekenland (38%). Alleen in Griekenland zegt een meerderheid van de ondervraagden dat het niet in het economisch belang van hun land is een andere EU-lidstaat te helpen (50%). Hierbij moet worden opgemerkt dat deze drie 77

78 landen stuk voor stuk in bijzonder moeilijke economische omstandigheden verkeren. *Uitgangspunt: al diegenen die antwoordden dat het niet gewenst was om financiële hulp te verlenen aan een andere lidstaat die te maken heeft met ernstige economische en financiële moeilijkheden (39% van de gehele steekproef). 78

79 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS B) Sociaal-demografische analyse Eerste constatering: onder alle categorieën ondervraagden is het gebrek aan bereidheid om te betalen voor anderen grotendeels overheersend. Er zijn echter wel verschillen in de vastheid van deze overtuiging. Op basis van de variabelen geslacht en leeftijd zijn er geen noemenswaardige verschillen tussen de ondervraagden. De beroepscategorie van de ondervraagden lijkt echter wel van invloed te zijn op de antwoorden. De sociaal best bedeelde ondervraagden zijn ook het meest geneigd te geloven dat de burgers van hun land niet moeten hoeven te betalen voor de overige lidstaten: 67% van de managers en de zelfstandigen, afgezet tegen 59% van de werklozen en 62% van de thuiswonende personen. Evenzo zijn ondervraagden die bijna nooit problemen hebben met het betalen van hun rekeningen (68%) eerder geneigd deze opvatting te delen dan mensen die veelal moeite hebben met het betalen van hun rekeningen (62%). 79

80 4.4 Maatregelen om uit de crisis te komen - Investeren in onderwijs, opleiding en onderzoek, maar tegelijk ondersteunen van kleine en middelgrote ondernemingen - De Europese Unie zit momenteel in een proces om in de jaren tot 2020 de crisis te boven te komen en bepaalde communautaire beleidsmaatregelen prioriteit te geven met als doel te zorgen dat de Europese Unie weer tot groei komt. In dit licht heeft het Europees Parlement bij meerdere gelegenheden standpunten ingenomen inzake maatregelen waarvan het vindt dat deze prioriteit moeten krijgen om de Europese Unie de crisis te boven te laten komen door te zorgen voor hernieuwde werkgelegenheid en duurzame groei. De mensen die zijn ondervraagd als onderdeel van deze Eurobarometer-enquête werden gevraagd om (uit elf voorstellen) maximaal vier maatregelen te kiezen die, naar hun oordeel, prioriteit zouden moeten krijgen om de crisis te boven te komen 19. Uit de resultaten blijkt dat voor Europeanen het stimuleren van werkgelegenheid en het bereiken van hernieuwde groei bovenal gebaseerd moeten zijn op onderwijs en steun aan kmo s. Investeren in onderwijs, opleiding en onderzoek behaalde de hoogste score: dit is voor meer dan 4 op de 10 ondervraagden een prioriteit (43%). Het antwoord wordt op de voet gevolgd door steunen van kmo s en zko s, hetgeen genoemd werd door 40% van de ondervraagden. Beperken van de bureaucratie behaalde de derde score, met meer dan een derde (34%) van de antwoorden. Dit is meer dan aanmoedigen van ondernemerschap (30%), maar vooral meer dan concrete investeringsmaatregelen zoals investeren in hernieuwbare energie en aanmoedigen van energiebesparing (23%), investeren in innovatie en in onderzoek en ontwikkeling (22%) of investeren in het milieu (17%). Een vijfde van de Europeanen zegt dat het als onderdeel van de noodzaak om onze mogelijkheden voor innovatie en onderzoek te stimuleren, van belang is om de brain drain van hoogopgeleide mensen en gekwalificeerde werknemers die Europa verlaten, tegen te gaan (20%), maar ook de schooluitval te bestrijden (19%). Op deze lijst van mogelijkheden werden ondersteunen van grote bedrijven en de industrie en ontwikkelen van Europees economisch 19 QC13 Het Europees Parlement stimuleert bepaalde maatregelen om de Europese Unie te helpen de crisis te boven te komen, door een terugkeer naar werkgelegenheid en duurzame groei te garanderen. Welke van de volgende maatregelen zouden naar uw mening prioriteit moeten krijgen? 80

81 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS bestuur ter coördinatie van de economische beleidsmaatregelen van de EU-lidstaten beide genoemd door 16% van de ondervraagden. Ten slotte werden overige post-crisismaatregelen veel minder vaak genoemd, met name investeren in solidariteit en bijdragen aan de integratie van mensen die van de samenleving zijn uitgesloten (15%) en wegnemen van de barrières voor het vrije verkeer van personen, goederen en diensten binnen de EU (10%). Het laatste punt betreft in de ogen van veel Europeanen ongetwijfeld iets dat reeds bereikt is door de voltooiing van de interne markt. Er is een aantal zeer opmerkelijke verschillen tussen de resultaten die zijn gemeten onder Europeanen uit de eurozonelanden en Europeanen uit de niet-eurozonelanden. Zo worden de volgende vier voorstellen om de Europese Unie te helpen de crisis te boven te komen, veel vaker genoemd door de eerste groep dan door de tweede groep: o tegengaan van de brain drain van hoogopgeleide mensen en gekwalificeerde werknemers die Europa verlaten : respectievelijk 24% en 14%; o investeren in solidariteit en bijdragen aan de integratie van mensen die van de samenleving zijn uitgesloten : respectievelijk 19% en 9%; o het instellen van Europees economisch bestuur, waardoor de coördinatie van het economische beleid van alle lidstaten van de EU wordt gewaarborgd : respectievelijk 19% en 12%. o investeren in het milieu : respectievelijk 19% en 14%. Omgekeerd werd beperken van de bureaucratie veel vaker genoemd door ondervraagden van niet-eurozonelanden (40% tegenover 30% in de eurozone). 81

82 82

83 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS A) Verschillen tussen de lidstaten Zoals te zien in onderstaande tabel kan de volgorde waarin Europeanen prioriteit geven aan de voorgestelde maatregelen, aanzienlijk per land verschillen. Wij zullen ons richten op de meest genoemde maatregelen. Investeren in onderwijs, opleiding en onderzoek (EU 43%) werd als prioritaire maatregel gekozen door een meerderheid van de ondervraagden in Ierland (66%), Cyprus (59%), Denemarken en Duitsland (elk 58%), Malta (57%), Zweden (53%), Luxemburg (51%), Roemenië en Frankrijk (elk 50%). De maatregel kreeg de minste steun van de ondervraagden in Litouwen (24%), Polen (30%), Italië (31%), Letland, Spanje en Slovenië (alle 32%). 83

84 Ondersteunen van kmo s en zko s (EU 40%) werd als specifiek belangrijke maatregel gezien door de ondervraagden in Cyprus (62%), Griekenland (54%), Bulgarije en Frankrijk (elk 53%), Ierland (51%) en Tsjechië (50%). De maatregel kreeg echter aanzienlijk minder steun in Malta en Denemarken (elk 28%). Beperken van de bureaucratie (EU 34%) werd als prioriteit genoemd in Slovenië (54%), Nederland (53%), Finland (50%) en Litouwen (48%), maar door slechts 15% van de ondervraagden in Portugal en 16% van de ondervraagden in Spanje. Aanmoedigen van ondernemerschap (EU 30%), als manier om de EU te helpen de crisis te boven te komen, werd het vaakst genoemd in Griekenland, Spanje en Letland (alle 53%), en daarna in Tsjechië (50%). De laagste scores voor deze maatregelen werden opgetekend in Malta (10%), Roemenië (12%) en Duitsland (15%). Investeren in hernieuwbare energie en aanmoedigen van energiebesparing (EU 23%) was een prioritaire maatregel voor de ondervraagden in Denemarken (41%) en in Cyprus, Hongarije en Oostenrijk (alle 35%), maar kreeg daarentegen weinig steun in Roemenië (8%) en Spanje (10%). Investeren in innovatie en in onderzoek en ontwikkeling (EU 22%) vormt een prioriteit voor de ondervraagden in Zweden (47%), Denemarken (38%) en Nederland (34%), terwijl de ondervraagden in Spanje en Hongarije (elk 13%) minder overtuigd waren. 84

85 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 85

86 B) Sociaal-demografische analyse Een sociaal-demografische analyse van de resultaten van deze vraag brengt een aantal opmerkelijke verschillen in de antwoorden aan het licht, afhankelijk van welke subgroep ondervraagd werd. Om dit te illustreren richten wij ons op de belangrijkste maatregelen die door de Europeanen worden ondersteund: Investeren in onderwijs, opleiding en onderzoek is vanzelfsprekend een favoriet thema onder de jongste ondervraagden (50% van de leeftijdscategorie jaar tegenover 40% van de categorie 55 jaar en ouder). Deze beleidsmaatregel vindt echter ook veel steun onder managers (54% tegenover 43% van de handarbeiders) en mensen ter linkerzijde van het politieke spectrum (48% tegenover 46% van diegenen in het midden en 40% van diegenen ter rechterzijde). De hoogst opgeleide ondervraagden zijn eveneens eerder geneigd investeringen in onderwijs, opleiding en onderzoek te noemen (48% van diegenen die hebben gestudeerd tot na hun 20 e tegenover 36% van diegenen die de school hebben verlaten voor hun 16 e ). De maatregel wordt tevens gesteund door 48% van de ondervraagden die van oordeel zijn dat de crisis geen effect heeft gehad op hun persoonlijke situatie (afgezet tegen 41% van diegenen die vinden dat de crisis een aanzienlijk effect heeft gehad op hun persoonlijke situatie). Ondersteunen van kmo s en zko s is vrij vanzelfsprekend een maatregel waaraan volgens zelfstandigen prioriteit moet worden gegeven (47% tegenover 38% van de thuiswonende personen). De maatregel wordt ook eerder bepleit door de tussenleeftijden (43% van de categorie jaar en 42% van de categorie jaar), evenals door ondervraagden die er geen voorstander van zijn om financiële hulp te verlenen aan een andere lidstaat in moeilijkheden (45%), afgezet tegen 38% van diegenen die juist wel voorstander zijn van dergelijke hulp. Beperken van de bureaucratie lijkt eerder een prioriteit voor mannen dan vrouwen (respectievelijk 36% en 32%). De oudste ondervraagden lijken deze maatregel ook eerder te steunen (38% van de categorie 55 jaar en ouder tegenover 24% van de categorie jaar). Verder lijkt het feit of men tot een sociaal beter bedeelde categorie behoort, ook invloed uit te oefenen op het antwoord: deze maatregel werd genoemd door 37% van de managers en door 38% van de zelfstandigen. Ook is het opmerkelijk dat 39% van de mensen ter rechterzijde van het politieke spectrum deze maatregel noemt, vergeleken met 36% van diegenen in het midden en 32% van diegenen ter linkerzijde. 86

87 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Aanmoedigen van ondernemerschap vindt uiteraard weerklank bij de zelfstandigen (38%), maar lijkt weer wat minder te leven bij managers en werklozen (in beide gevallen 29%). Ondervraagden ter rechterzijde van het politieke spectrum (35%) zijn eveneens meer geneigd een dergelijke maatregel te steunen dan ondervraagden in het midden (30%) of ter linkerzijde (28%). Investeren in hernieuwbare energie en aanmoedigen van energiebesparing werd vaker genoemd door hoogopgeleide ondervraagden (27% van diegenen die langer studeerden, tegenover 19% van diegenen die de school reeds verlieten voor hun 16 e ). De sociaal beter bedeelde categorieën hechten eveneens meer belang aan milieukwesties: 29% van de managers (tegenover 18% van de werklozen en 17% van de mensen die veelal moeite hebben hun rekeningen te betalen). Investeren in innovatie en in onderzoek en ontwikkeling is een maatregel die primair wordt bepleit door mannen (25% tegenover 19% van de vrouwen), de hoogst opgeleiden (29% tegenover 16% van die de school verlieten voor hun 16 e ) en door managers (30% tegenover 15% van de werklozen). Ook werd de maatregel genoemd door 27% van de ondervraagden ter rechterzijde van het politieke spectrum, afgezet tegen 24% van diegenen in het midden en ter linkerzijde. Bovendien werd de maatregel meer genoemd door hen die zichzelf boven aan de sociale ladder plaatsen, dan door hen die zichzelf onderaan plaatsen (respectievelijk 28% en 16%). 87

88 88 De zes meest genoemde maatregelen.

89 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 89

90 - De vraag om striktere regelgeving voor deelnemers op de financiële markten - Op het moment wordt er binnen de Europese instellingen gesproken over een aantal maatregelen die bedoeld zijn om toekomstige crises te voorkomen. Europeanen zijn gevraagd naar hun opvattingen over de effectiviteit van een aantal van deze maatregelen. Daartoe is de deelnemers gevraagd om hun mening te geven over een reeks van zeven belangrijke maatregelen en om aan te geven of zij denken dat de maatregelen doeltreffend of niet doeltreffend zijn als manier om toekomstige crises te voorkomen. 20 De belangrijkste les die hieruit kan worden getrokken is dat een grote meerderheid van de ondervraagden van mening is dat al deze maatregelen inderdaad doeltreffend zijn om toekomstige crises te voorkomen en te vermijden. Vijf van de zeven maatregelen kregen de steun van meer dan 60% van de ondervraagden. De maatregel die de meest positieve respons kreeg (70%) is striktere regelgeving en supervisie van spelers op de financiële markt (bijvoorbeeld, het reguleren van handelarenbonussen). Het creëren van een Europees monetair fonds dat zou ingrijpen als een lidstaat van de EU te maken zou hebben met ernstige economische en financiële moeilijkheden kreeg daarna de hoogste score (67%), direct gevolgd door maatregelen die bedoeld zijn om te zorgen voor naleving van gezamenlijk vastgestelde EU-regelgeving over schulden en overheidstekorten (65%). Verbetering van het overleg tussen lidstaten van de EU bij het opzetten van hun nationale begrotingen wordt door 64% van de Europeanen zinnig geacht. Daarna vindt 63% van de ondervraagden dat het instellen van Europees economisch bestuur, waardoor de coördinatie van het economische, budgettaire en financiële beleid van alle lidstaten van de EU wordt gewaarborgd een effectieve manier kan zijn om toekomstige crises te voorkomen en te vermijden. Meer dan de helft van de ondervraagden (58%) is van mening dat de nationale begrotingen van lidstaten van de EU aan de Europese Commissie presenteren een effectieve maatregel zou zijn. 20 QC14 Bepaalde maatregelen die gericht zijn op het voorkomen en vermijden van toekomstige crises worden op dit moment binnen de Europese instituties besproken. Vertelt u mij voor elk van deze maatregelen of u denkt dat deze wel of niet effectief is in het voorkomen en vermijden van toekomstige crises. Schaal van de antwoorden: zeer doeltreffend; redelijk doeltreffend; niet heel doeltreffend; totaal niet doeltreffend. 90

91 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Tot slot vindt een relatieve meerderheid van de ondervraagden (exact 47%) dat een bankbelasting en een belasting op financiële transacties invoeren een effectieve manier kan zijn om toekomstige crises in de EU te voorkomen en te vermijden. Er was in dit opzicht een opvallend hoog aantal antwoorden met Weet niet (21%). Dit duidt er waarschijnlijk op dat er vrij grote verwarring onder de ondervraagden bestaat over deze optie, die vooralsnog op meerdere wijzen kan worden geïnterpreteerd en die relatief complex kan zijn om te begrijpen. Bovendien kan het zijn dat sommige ondervraagden geloven dat als een dergelijke maatregel wordt geïntroduceerd, de banken deze belasting ongetwijfeld zullen doorberekenen op financiële transacties tussen hun klanten, d.w.z. op de Europese burger zelf. Een aanzienlijke hoeveelheid Europeanen gaf blijk van twijfel ten aanzien van dit onderwerp, ongeacht de exacte maatregel waar het om ging (de percentages voor Weet niet variëren tussen 16% en 21%). Een niet onaanzienlijk deel van de bevolking geeft er de voorkeur aan geen mening te uiten over deze relatief technische en complexe vraagstukken. 91

92 92

93 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS Daarnaast zal blijken dat bij elk van de voorgestelde maatregelen de ondervraagden uit de eurozone eerder dan ondervraagden uit de nieteurozonelanden geloven dat de diverse voorgestelde maatregelen een doeltreffend middel vormen om toekomstige crises te voorkomen en te vermijden. Dit is deels te wijten aan het feit dat het aandeel antwoorden met Weet niet telkens hoger ligt buiten de eurozone. Het meest opvallende verschil in uitslag tussen de antwoorden van de twee zones betreft de prikkels of sancties om EU-lidstaten aan te moedigen te voldoen aan de gezamenlijk vastgestelde EU-regelgeving over schulden en overheidstekorten. Dit verschil bedraagt 13 procentpunten (respectievelijk 70% en 57%). A) Verschillen tussen de lidstaten Ten aanzien van de voorgestelde maatregelen zijn er vrij grote verschillen tussen de 27 lidstaten: sommige landen springen eruit door hun positievere blik op de effectiviteit van elk van de voorgestelde maatregelen. Dit is voornamelijk het geval bij de ondervraagden in Cyprus, België, Griekenland, Italië, Slowakije, Nederland, Oostenrijk en Duitsland. Daarentegen zijn ondervraagden in het Verenigd Koninkrijk en Estland het minst overtuigd van de effectiviteit van dergelijke maatregelen. In het geval van de best scorende maatregel, namelijk striktere regelgeving en supervisie van spelers op de financiële markt (bijvoorbeeld, het reguleren van handelarenbonussen) (EU 70%), zijn er toch enige verschillen in de percentages van de antwoorden. De ondervraagden in Slowakije en Cyprus (elk 85%), evenals in Duitsland (81%), zijn het meest overtuigd dat dit een effectieve maatregel is. Ondervraagden in Cyprus (88%), Slowakije (85%) en België (80%) zijn het meest geneigd te denken dat het creëren van een Europees monetair fonds dat zou ingrijpen als een lidstaat van de EU te maken zou hebben met ernstige economische en financiële moeilijkheden (EU 67%), een effectieve maatregel is. Hetzelfde geldt voor prikkels of financiële sancties om EU-lidstaten aan te moedigen zich te houden aan gezamenlijk vastgestelde EUregelgeving over schulden en overheidstekorten (EU 65%) (87% in Cyprus, 82% in Slowakije en 81% in België). 93

94 Wederom zijn de ondervraagden in Cyprus (87%), Slowakije (83%), België (79%) en Bulgarije (75%) het meest geneigd te geloven dat het verbeteren van het overleg tussen lidstaten van de EU bij het opzetten van hun nationale begrotingen (EU 64%) een effectieve manier zou zijn om toekomstige crises te voorkomen en te vermijden. De ondervraagden in Slowakije (85%), Cyprus (83%) en België (79%) zijn eveneens het meest geneigd te geloven dat het instellen van Europees economisch bestuur, waardoor de coördinatie van het economische, budgettaire en financiële beleid van alle lidstaten van de EU wordt gewaarborgd, (EU 63%) een effectieve maatregel is. Ook het presenteren van nationale begrotingen van lidstaten van de EU aan de Europese Commissie (EU 58%) wordt primair door de ondervraagden in Cyprus (84%), Slowakije (78%) en België (76%) gezien als een effectieve manier om toekomstige crises te voorkomen en te vermijden. Tot slot zijn vooral de ondervraagden in Oostenrijk (67%), Duitsland (62%) en Slovenië (61%) ervan overtuigd dat het invoeren van een bankbelasting en een belasting op financiële transacties (EU 47%) een effectieve maatregel zou zijn. De grootste percentages antwoorden met Weet niet op deze vragen, ongeacht de maatregel waarom het ging, zijn primair genoteerd in Malta, Litouwen, Roemenië, Estland, Bulgarije, Polen en het Verenigd Koninkrijk. 94

95 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 95

96 B) Sociaal-demografische analyse Met name in de zin van geslacht is er een aantal opmerkelijke verschillen in de antwoorden met betrekking tot de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen. Zo zijn mannen meer dan vrouwen geneigd te geloven dat alle of sommige van de volgende voorgestelde maatregelen toekomstige crises kunnen voorkomen en vermijden: o het instellen van Europees economisch bestuur: respectievelijk 65% en 59%; o het creëren van een Europees monetair fonds: 70% en 65%; o een bankbelasting en een belasting op financiële transacties invoeren: 50% en 45%; o de nationale begrotingen van lidstaten van de EU aan de Europese Commissie presenteren: 61% en 56%; o striktere regelgeving en supervisie van spelers op de financiële markt: 73% en 68%; o lidstaten van de EU aanmoedigen of financieel beboeten: 67% en 63%; o overleg tussen lidstaten van de EU verbeteren: 66% en 62%. Het dient echter te worden vermeld dat mannen eveneens iets meer dan vrouwen geneigd zijn om te geloven dat deze maatregelen niet doeltreffend zouden zijn. Vrouwen vallen bovenal op door een veel hoger percentage antwoorden met Weet niet. Over het algemeen zijn ondervraagden die tot de tussenleeftijden behoren (met name de leeftijdscategorie jaar) het meest geneigd te denken dat deze maatregelen effectief zijn om toekomstige crises te voorkomen en vermijden. De enige uitzondering wordt gevormd door een bankbelasting en een belasting op financiële transacties invoeren, die de hoogste score behaalde onder ondervraagden van de oudste leeftijdsgroep (49% voor diegenen van 55 jaar en ouder). Tot slot zijn ondervraagden uit de sociaal beter bedeelde categorieën meer geneigd om positieve antwoorden te geven, hetgeen voor alle zeven voorgestelde maatregelen geldt. Daarbij gaat het voornamelijk om ondervraagden die langer hebben gestudeerd, die nu manager zijn of die nooit financiële moeilijkheden hebben gekend. De hoogst opgeleide categorieën hebben ook lagere percentages voor Weet niet dan overige categorieën. 96

97 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS 97

98 4.5 Gaat de crisis nog lang duren? - De meerderheid van de Europeanen denkt dat het economisch herstel waarschijnlijk wel enige jaren zal duren - Op basis van recente gepubliceerde macro-economische indicatoren hebben sommige analisten gemeend dat wij het ergste inmiddels gehad zouden hebben 21 en dat het economisch herstel duurzaam is. Aan de andere kant zijn er analisten die geloven dat we nog altijd het licht aan het eind van de tunnel niet kunnen zien en dat de eerste voorzichtige groene lootjes niet duidelijk genoeg zijn om te spreken van echt herstel. Wat denkt het algemene publiek? 22 Gelet op deze tegenovergestelde opvattingen zijn Europeanen niet al te optimistisch. Een meerderheid (37%) gelooft dat het herstel pas de komende jaren zal inzetten, terwijl een kwart (26%) zelfs denkt dat de crisis nog vele jaren zal duren. Slechts 30% is optimistisch. 17% gelooft dat de groei de komende maanden weer zal inzetten en 13% gelooft zelfs dat de groei al weer heeft ingezet. Tot slot moet worden opgemerkt dat 7% van de ondervraagden geen mening heeft over dit onderwerp. 21 Zie voor dit onderwerp onder meer het Regional Outlook Report: EUROPE van het IMF, van oktober 2010, 22 QC15 Als het over een terugkeer naar groei in (ONS LAND) gaat, welke van de volgende meningen ligt het dichtst bij die van uzelf? Het herstel heeft reeds ingezet; de komende jaren zal de groei zich weer herstellen; de komende jaren zal de groei zich niet herstellen; de crisis gaat nog vele jaren duren. 98

99 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS A) Verschillen tussen de lidstaten De meest optimistische Europeanen (EU 13%) zijn vooral terug te vinden in Zweden (53% is van oordeel dat er reeds gesproken kan worden van een echte terugkeer naar groei). De daarna meest optimistische landen, al volgen ze op gepaste afstand, zijn Finland (38%), Duitsland (31%) en Luxemburg (29%). De ondervraagden in Griekenland (1%), dat momenteel worstelt met een buitengewoon ernstige economische en financiële crisis, zijn het minst geneigd te denken dat de groei weer zal inzetten. Hun pessimisme wordt gedeeld door de ondervraagden in Roemenië (eveneens 1%). De opvatting dat het herstel de komende maanden weer zal inzetten (EU 17%) is met name wijdverbreid in Oostenrijk (26%), Finland en België (25%). De ondervraagden in Litouwen (5%) zijn hier het minst van overtuigd. 99

100 Het meerderheidsstandpunt van de 27 lidstaten in hun geheel, namelijk dat het herstel een langdurige zaak is, d.w.z. dat het pas de komende jaren zal inzetten (EU 37%), is het meest uitgesproken in Denemarken (61%), Spanje en Letland (elk 52%). Deze mening wordt gedeeld door net iets meer dan twee van de tien mensen in Oostenrijk (22%), Zweden en Malta (beide 23%). De meest pessimistische Europeanen, die geloven dat de crisis nog vele jaren zal duren (EU 26%), zijn vooral terug te vinden in Griekenland (47%), het EU-land dat tot op heden het hevigst door de crisis is getroffen. De ondervraagden in Letland (45%) en Portugal (40%) lijken ook vrij pessimistisch. Dit is het minst het geval in Zweden (4%) en Finland (6%). 100

101 SPECIALE EUROBAROMETER DE EUROPEANEN EN DE CRISIS B) Sociaal-demografische analyse Vrouwen zijn iets meer dan mannen geneigd te geloven dat het herstel de komende jaren weer zal inzetten (37% tegenover 36% van de mannen) en eveneens dat de crisis nog vele jaren zal gaan duren (28% tegenover 24% van de mannen). Jonge mensen zijn, zoals wel vaker bij enquêtes, minder pessimistisch dan ouderen: waar 30% van de ondervraagden van 55 jaar en ouder gelooft dat de crisis nog vele jaren gaat duren, wordt deze opvatting door slechts 21% van de categorie jaar gedeeld. De beter bedeelde categorieën zijn tevens het meest optimistisch (en zijn in de overtuiging dat de groei reeds heeft ingezet). Dit geldt voor de ondervraagden die het langst hebben gestudeerd (18% tegenover 9% van hen die de school hebben verlaten voor hun 16 e ), managers (24% tegenover 9% van de werklozen) en mensen die geen moeite hebben met het betalen van hun rekeningen (17% tegenover slechts 4% van hen die veelal wel financiële problemen hebben). 101

102 102

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009 Directoraat-generaal voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 13 november 2012 DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Nadere informatie

Analytische samenvatting

Analytische samenvatting Directoraat-generaal communicatie Directoraat C - Betrekkingen met de burgers AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE 24 maart 2009 EUROPEANEN EN DE ECONOMISCHE CRISIS Standard Eurobarometer (EB 71) Bevolking:

Nadere informatie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Beeld van het Europees Parlement in Nederland Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen Algemene directie Communicatie UNIT FOLLOW-UP PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese. Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale

Nadere informatie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

EUROBAROMETER CRISIS EN voedselzekerheid

EUROBAROMETER CRISIS EN voedselzekerheid EUROBAROMETER 75.2 CRISIS EN voedselzekerheid Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Onderzoek gecoördineerd door het directoraat-generaal Voorlichting TNS Opinion &

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 15 september 2013 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische

Nadere informatie

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT EUROPEES PARLEMENT De Parlemeter Eurobaromètre Spécial / Vague 74.3 TNS Opinion & Social Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april 2011 Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social

Nadere informatie

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis Directoraat-generaal voorlichting AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Brussel, 26 februari 2013 8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de

Nadere informatie

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) SOCIAALDEMOGRAFISCHE FOCUS Deel economie en maatschappij Brussel, oktober

Nadere informatie

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen Directoraat-generaal Communicatie Directoraat C Betrekkingen met de burgers EENHEID MONITORING PUBLIEKE OPINIE 27/10/2009 EB71.3 Europese verkiezingen 2009 Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt:

Nadere informatie

Eurobarometer Parlemeter. uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement

Eurobarometer Parlemeter. uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Eurobarometer 76.3 Parlemeter uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Opiniepeiling gecoördineerd door het directoraat-generaal Voorlichting INHOUD INLEIDING...3 SAMENVATTING...5

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 - Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting I. Terminologiekwestie

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING Directorate-General for Communication Public Opinion Monitoring Unit Brussel, 30 januari 2015 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING Onderzoeksgebied:

Nadere informatie

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) "EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014" Parlemeter deel BEKNOPTE SAMENVATTING

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Parlemeter deel BEKNOPTE SAMENVATTING Directoraat-generaal communicatie Afdeling analyse van de publieke opinie Brussel, december 2013 De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) "EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014"

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie Directoraat-generaal Communicatie Directoraat Betrekkingen met de burgers Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 7 maart 2012 8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen

Nadere informatie

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van België Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2)

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2) Directoraat-generaal voorlichting Afdeling analyse van de publieke opinie Brussel, 14 februari 2013. Parlemeter - november Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2) ANALYTISCHE SAMENVATTING

Nadere informatie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van Nederland Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Betalingsachterstand bij handelstransacties Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29

Nadere informatie

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? 2/09/2008-22/10/2008 Er zijn 329 antwoorden op 329 die voldoen aan uw criteria DEELNAME Land DE - Duitsland 55 (16.7%) PL - Polen 41 (12.5%) DK - Denemarken 20

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit rapport werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de

Nadere informatie

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie Parlemeter 2016 Analytisch overzicht Speciale Eurobarometer van het Europees Parlement STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie Auteur: Jacques Nancy, Afdeling Analyse

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1)

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Brussel, 14 oktober 2015 Parlemeter 2015 Deel I De hoofduitdagingen voor

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005 Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 30 november 2015 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter 2015 - Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 70) Najaar 2008 Analyse

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 70) Najaar 2008 Analyse Directoraat-Generaal Communicatie Directoraat C Betrekkingen met de burgers Eenheid monitoring publieke opinie EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Straatsburg, 12 december 2008 Eurobarometer Europees Parlement

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2)

Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2) Directoraat-Generaal Voorlichting AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Brussel, 14 februari 2013 Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2) FOCUS OP GENDER Deze focus op de verschillen

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli.

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Dorstig Europa? Maart 2007 werd een 76 bladzijden tellend rapport gepubliceerd over meningen over Alcohol

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014 Directorate-General for Communication PUBLIC OPINION MONITORING UNIT Brussel, oktober 2014 Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014 BEKNOPTE SAMENVATTING Onderzoeksgebied: EU28 Bevolking:

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013 Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) Brussel, november 2013 EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit rapport werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in. Dit document vertegenwoordigt

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN 1 AT - Oostenrijk Flutiform 50 Mikrogramm/5 Mikrogramm pro Sprühstoß Druckgasinhalation

Nadere informatie

Code Geboorteland Straatnaam

Code Geboorteland Straatnaam Uitwisseling van informatie op grond van artikel 10, eerste lid van de Landsverordening spaarvermogensheffing Info Beneficial owner (1) Data Beneficial owner (2) Naamgegevens(3) Geboortegegevens (4) Adresgegevens

Nadere informatie

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten FORMULIER VOOR (FACULTATIEF) GEBRUIK DOOR DE OVERHEIDSINSTANTIE DIE OM INFORMATIE VERZOEKT I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Sociale bescherming in belgië

Sociale bescherming in belgië Sociale bescherming in belgië data 2O13 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau 01.06.2004-30.09.2004 Deel I Achtergrondinformatie Land AT - Oostenrijk 1 (1.4)

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT Presentatie door J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 9 December 2011 De context van het Euro Plus-pact 1 Europa 2020 Procedure macro-onevenwichtigheden

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Handelsmerken 0 - DEELNAME

Handelsmerken 0 - DEELNAME Handelsmerken 29/10/2008-31/12/2008 391 antwoorden 0 - DEELNAME Land DE - Duitsland 72 (18.4%) PL - Polen 48 (12.3%) NL - Nederland 31 (7.9%) UK - Verenigd Koninkrijk 23 (5.9%) DA - Denemarken 22 (5.6%)

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O16 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

2 Leveringen van goederen naar

2 Leveringen van goederen naar 2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen

Nadere informatie

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen. FISCALE IDENTIFICATIENUMMERS (FIN's) FIN's per thema: Structuur 1. AT - Oostenrijk 99-999/9999 9 cijfers Het liggend streepje en de schuine streep zijn niet in alle gevallen verplicht (met het oog op de

Nadere informatie

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 88 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE NAJAAR 2017 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België Standaard Eurobarometer 88 Najaar 2017 TNS

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 19 maart 2013 Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer Het aantal

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Speciale Eurobarometer. Europese Ombudsman. Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement en de Europese Ombudsman

Speciale Eurobarometer. Europese Ombudsman. Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement en de Europese Ombudsman European Ombudsman Speciale Eurobarometer Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement en de Europese Ombudsman TNS Opinion & Social Avenue Hermann Debroux, 40 1160 Brussel

Nadere informatie

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Persbericht Auteur: Bertus Buizer, Buizer Advies Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Veredeling en kweek van granen en

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk en solidariteit tussen de generaties

Vrijwilligerswerk en solidariteit tussen de generaties EUROPEES PARLEMENT Vrijwilligerswerk en Solidariteit tussen de generaties Verslag Veldwerk: april-mei 2011 Publicatie: oktober 2011 Speciale Eurobarometer / Wave 75.2 TNS Opinion & Social Dit onderzoek

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2) Voorjaar 2008 Samenvatting

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2) Voorjaar 2008 Samenvatting Directoraat-Generaal Communicatie Directoraat C - Betrekkingen met de burgers EENHEID MONITORING PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2)

Nadere informatie

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse Brussel, 2 maart 2009 EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN Samenvattende analyse Aan de vooravond van de internationale vrouwendag en met de Europese verkiezingen in 2009 in het

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit EEN PARLEMENT, DRIE PLAATSEN 2 BELANGRIJKE EU VERDRAGEN 3 1952* Verdrag van Parijs (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) 1958 Verdrag

Nadere informatie

Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering

Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering Speciale Eurobarometer van het Europees Parlement STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Lees ter voorbereiding de volgende teksten en bekijk de vragen en antwoorden van de quiz. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt. Wat wil en doet

Nadere informatie

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 86 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE NAJAAR 2016 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België Standaard Eurobarometer 86 Najaar 2016 TNS

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Algemene informatie over de respondent

Algemene informatie over de respondent Openbare raadpleging over de Refit-evaluatie van de EU-wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en bestrijdingsmiddelenresiduen Velden met een * zijn verplicht. Algemene informatie over de respondent

Nadere informatie

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei Gematigde groei Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusie Invloed: Gematigde groei De ontwikkeling in het afzetpotentieel van de belangrijkste afzetmarkten en potentiële groeimarkten. Focus op Europa,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

Globalisering: gunstig of net niet? Opinie van de Vlaming in EU-context

Globalisering: gunstig of net niet? Opinie van de Vlaming in EU-context Globalisering: gunstig of net niet? Opinie van de Vlaming in EU-context Myriam Vanweddingen 2011/16 D/2011/3241/269 Samenvatting In 2009 hebben bijna twee op de drie Vlamingen een algemene positieve perceptie

Nadere informatie

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

INLEIDING. http://ue.eu.int/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/71025.pdf - 1 -

INLEIDING. http://ue.eu.int/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/71025.pdf - 1 - INLEIDING In de Europese Unie wonen 450 miljoen mensen met verschillende etnische, culturele en taalachtergrond. De taalpatronen van de Europese landen zijn ingewikkeld en zowel door historische en geografische

Nadere informatie

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop 1. BRP bron voor demografische statistieken 2. Demografische statistieken volgens Europese verordening

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie