EUROBAROMETER CRISIS EN voedselzekerheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EUROBAROMETER CRISIS EN voedselzekerheid"

Transcriptie

1 EUROBAROMETER 75.2 CRISIS EN voedselzekerheid Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Onderzoek gecoördineerd door het directoraat-generaal Voorlichting TNS Opinion & Social Avenue Herrmann Debroux, Brussel België - 1 -

2 Inhoudsopgave INLEIDING L&id= SAMENVATTING De beleidsgebieden waaraan het EP prioriteit moet geven Europeanen en de terugkeer naar groei Europeanen en de rol van de euro De omgang met de crisis in de lidstaten Hoe vinden Europeanen dat de lidstaten moeten reageren? Wat verdient prioriteit: eerst de overheidsuitgaven terugbrengen of eerst de economie stimuleren? Europeanen en belasting op financiële transacties Het principe van een belasting op financiële transacties wordt relatief breed gedragen onder Europeanen Een belasting op financiële transacties: degenen die in principe voorstander zijn, zijn over het algemeen voor de invoering hiervan, hetzij op mondiaal, hetzij op Europees niveau De redenen om voor een belasting op financiële transacties te zijn Redenen om tegen het eerst invoeren in de Europese Unie van een belasting op financiële transacties te zijn: Europeanen en voedselzekerheid De EU-actie ter bevordering van de voedselzekerheid wordt volledig gesteund door de publieke opinie...63 [QA9.1, 9.2, 9.3 en 9.4] Voor de bestrijding van de stijging van voedselprijzen, blijkt agrarische steun voor ontwikkelingslanden de meest effectieve maatregel te zijn...70 CONCLUSIE BIJLAGEN Technische nota - 2 -

3 INLEIDING Al lieten de economische indicatoren voor de tweede helft van 2010 een lichte daling van de groei voor de EU zien, de prognoses voor 2011 zijn redelijk bemoedigend. Schattingen wijzen op een groei van het bbp met 1,8%, een stijging die voornamelijk te danken is aan het herstel van de mondiale economie en het grotere vertrouwen onder bedrijven 1. Dat gezegd hebbende, moet ook worden erkend dat de economische toestand op EU-niveau niet in gelijke mate terug te vinden is in elke lidstaat. Al lieten Duitsland en Frankrijk positieve resultaten zien, de situatie in met name Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje blijft een punt van zorg. Demonstraties en stakingen vormen een weerslag van de bezorgdheid onder een groot deel van de bevolking van deze landen. Bovendien geeft de Arabische lente, die zich vlak langs de grens van de Europese Unie voltrekt, eveneens aanleiding tot een aantal vragen binnen de Europese Unie, met name ten aanzien van immigratie. Het was tegen deze achtergrond dat tussen 13 april en 2 mei 2011 de Eurobarometer 75.2 werd verricht. Het primaire doel van het onderzoek is om de ontwikkeling van de opvattingen van het Europese publiek over de economische crisis in kaart te brengen. Dit is het derde onderzoek dat specifiek gewijd is aan dit thema en dat wordt verricht door het directoraat-generaal Voorlichting van het Europees Parlement (Afdeling analyse van de publieke opinie). Het eerste onderzoek vond plaats in januari-februari 2009, enkele maanden na het uitbreken van de crisis, terwijl de tweede enquête anderhalf jaar later werd afgenomen, in augustus-september Wij kunnen daarom de resultaten van deze Eurobarometer vergelijken met die van de twee eerdere enquêtes. Daarna zullen wij de zorgen en verwachtingen van de Europese burger ten aanzien van de voedselzekerheid behandelen. Hiertoe zijn ongeveer Europeanen van vijftien jaar en ouder door de interviewers van het TNS Opinion & Social-netwerk persoonlijk ondervraagd (de enquête werd door een interviewer bij de respondent thuis afgenomen). De gevolgde methode is de standaardmethode van het directoraat-generaal Voorlichting van het Parlement (Afdeling analyse van de publieke opinie). Een technische nota over de door de instellingen van het TNS Opinion & Social-netwerk gevoerde vraaggesprekken is als bijlage bij dit rapport gevoegd. In deze nota wordt de gehanteerde methode voor de vraaggesprekken en de betrouwbaarheidsintervallen gespecificeerd. De enquête beslaat alle 27 lidstaten en maakt deel uit van de Eurobarometer golf. 1 Zie het persbericht van de Europese Commissie over dit onderwerp: =EN&guiLanguage=en

4 In dit rapport analyseren wij als eerste de diverse beleidsgebieden waar het Europees Parlement volgens de ondervraagden prioriteit aan zou moeten geven. Vervolgens vragen wij of Europese burgers denken dat zij een periode van hernieuwde groei zijn ingegaan, of dat zij het gevoel hebben dat de crisis nog langer gaat duren. Wij kijken verder naar de rol die de Europeanen toedichten aan de euro: heeft deze bijgedragen aan het verzachten van de negatieve gevolgen van de crisis of niet? Ook richten wij ons op de vraag wat de beste manier is om met de crisis om te gaan, teneinde deze zo snel mogelijk te overwinnen. Ten eerste doen wij dit door de houding van de lidstaten ten opzichte van de crisis te peilen: Voelen Europeanen zich beter beschermd als hun respectieve landen op een gecoördineerde wijze met de Unie optreden? Moeten de lidstaten om de crisis snel te overwinnen, prioriteit geven aan het terugbrengen van de overheidsuitgaven of moeten zij met investeringsmaatregelen de economie een impuls geven? Ten tweede worden de Europeanen gevraagd naar het beginsel en de methoden die moeten worden gehanteerd voor de introductie van een belasting op financiële transacties. Tot slot wordt aandacht besteed aan het vraagstuk van de voedselzekerheid, met als doel de beste manier te vinden om de stijging van de voedselprijzen tegen te gaan en tegelijkertijd de landbouwsector te beschermen

5 Aantekening In dit rapport worden landen met hun officiële afkorting aangeduid. AFKORTINGEN EU27 WN De Europese Unie - 27 lidstaten Weet niet BE CZ BG DK DE EE EL ES FR IE IT CY LT LV LU HU MT NL AT PL PT RO Sl SK FI SE UK België Tsjechië Bulgarije Denemarken Duitsland Estland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Cyprus Litouwen Letland Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Finland Zweden Het Verenigd Koninkrijk De Eurobarometerwebsite kan worden geraadpleegd op het volgende internetadres: Wij willen graag alle respondenten in de gehele Europese Unie bedanken voor de tijd die ze hebben genomen om deel te nemen aan dit onderzoek. Zonder hun actieve deelname zou dit onderzoek onmogelijk zijn geweest

6 SAMENVATTING Bijna drie na het uitbreken van de ernstigste economische en sociale crisis die de westerse wereld sinds de jaren dertig van de vorige eeuw heeft gekend, vormt dit onderzoek, in een context van licht economisch herstel, een weerslag van de huidige opvattingen van de Europeanen. De voornaamste lessen die uit de enquête kunnen worden getrokken, zijn als volgt: - De resultaten geven allereerst aan dat een meerderheid van de Europeanen die hard zijn getroffen door de in het najaar van 2008 uitgebroken crisis, nog altijd van mening zijn dat de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting prioriteit moet krijgen op EU-niveau (51%). - Daarnaast is bij een aanzienlijk deel van de Europese bevolking een zekere mate van pessimisme teruggekeerd. Ruim een derde van de Europeanen (36%) van de ondervraagden is van mening dat de crisis nog vele jaren gaat duren. Dit resultaat is een stijging met 10 punten ten opzichte van de Eurobarometerenquête van augustusseptember Een meerderheid van de Europeanen (57%) gelooft dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis niet heeft verzacht, een toename met 7 punten ten opzichte van augustus-september Niettemin stelt een meerderheid van de ondervraagden (56%, +4 punten) dat zij beter beschermd zouden zijn als hun land op gecoördineerde wijze samen met de andere lidstaten maatregelen zou nemen en toepassen, terwijl ruim een derde (36%, +3 punten) liever zou zien dat hun land individuele actie zou ondernemen. Net als bij de resultaten van overige vragen in deze Eurobarometer valt een zekere polarisatie van de opvattingen te constateren. Opvallend genoeg is het aantal mensen dat geen mening heeft, scherp gedaald naar 8% (-7 punten). - Met dit in gedachten zijn de Europeanen nog altijd verdeeld over de vraag welke maatregelen de voorkeur verdienen. Een relatieve meerderheid (40%, +2 punten) is van oordeel dat de lidstaten primair moeten investeren in economische stimuleringsmaatregelen, terwijl 34% (-1 punt) gelooft dat de lidstaten hun overheidsuitgaven moeten terugbrengen en 22% juist de beide methoden tegelijk zou hanteren. - Meer dan zes op de tien mensen (61%) zegt voorstander te zijn van de introductie van een belasting op financiële transacties

7 o o Hiervan zou 85% ervoor zijn als de maatregel wereldwijd zou worden toegepast. Niettemin zou 81% een dergelijke belasting eveneens steunen, ook als deze aanvankelijk alleen in de Europese Unie zou worden geheven (in het geval dat er geen internationale overeenkomst kan worden bereikt). De twee belangrijkste argumenten ter ondersteuning van een belasting op financiële transacties zijn in de eerste plaats dat dit zou bijdragen aan de strijd tegen excessieve speculatie en dus aan het voorkomen van toekomstige crises (41%) en in de tweede plaatse dat financiële spelers hierdoor verplicht worden bij te dragen aan de kosten van de financiële crisis (35%). - Omgekeerd baseren de tegenstanders van de introductie van een dergelijke belasting "om te beginnen op Europees niveau" hun opvatting ten dele op het argument dat het niet uitvoerbaar is (26%), omdat zij denken dat een dergelijke belasting op financiële transacties alleen wereldwijd kan worden doorgevoerd. - Ten aanzien van de kwestie van voedselzekerheid geeft een grote meerderheid van de Europeanen haar volledige steun aan de voorgestelde maatregelen om de landbouwsector te helpen en tegelijk de voedselzekerheid in de gehele wereld te beschermen. o Meer dan negen op de tien Europeanen zijn het ermee eens dat voedsel voor de consument toegankelijk moet zijn tegen redelijke prijzen en dat er tegelijk moet worden gezorgd voor een billijke levensstandaard voor boeren (95%), en ondersteunen de gedachte dat de Europese Unie moet zorgen voor de voedselzekerheid van haar burgers door de landbouwactiviteit in de EU te beschermen (92%). o Een bijna even grote meerderheid onderschrijft de stelling dat de EU moet deelnemen aan de strijd tegen voedseltekorten, die de oorzaak vormen van de rellen en stakingen in diverse ontwikkelingslanden, en dat de EU moet bijdragen aan de vestiging van een mondiale voedselbank, die de voedselvoorziening voor mensen garandeert en speculatie met voedselprijzen bestrijdt (86% voor beide stellingen). o De Europese burgers blijven echter scherp verdeeld over wat de meeste effectieve maatregel is om de stijging van de voedselprijzen tegen te gaan. "De landbouw helpen in ontwikkelingslanden" is de eerste maatregel die wordt genoemd (34%), gevolgd door de ontwikkeling op wereldwijde schaal van mechanismen om coördinatie te bevorderen en excessieve speculatie te voorkomen (32%)

8 1. De beleidsgebieden waaraan het EP prioriteit moet geven [QA1] - Een meerderheid van de Europeanen gelooft nog altijd dat de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting prioriteit moet krijgen - In deze zeer tumultueuze economische en sociale context lijkt het passend de Europeanen opnieuw te vragen naar hun verwachtingen ten aanzien van de beleidsgebieden die van het Europees Parlement prioriteit moeten krijgen. Om te beginnen werd aan de deelnemers gevraagd uit een groep van twaalf beleidsgebieden het beleidsgebied te kiezen waarvan zij vonden dat dit de meeste prioriteit moest krijgen (QA1a) ( eerst ). Vervolgens werd hen gevraagd ten hoogste drie beleidsgebieden uit de lijst te selecteren die zij ook belangrijk vonden (QA1b) ( daarna ). o QA1a ( eerst ): "de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting" gaat duidelijk aan kop. Als wij alleen het als eerste door de Europese burgers genoemde beleidsgebied nemen, springt "de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting" er duidelijk uit: dit wordt door bijna een kwart van alle ondervraagden genoemd (24%). Het beleidsgebied dat als tweede wordt genoemd, met een score van 10% van de ondervraagden, is "de coördinatie van economisch, begrotings- en belastingbeleid". Als derde (9%) wordt genoemd "verbetering van de bescherming van de gezondheid van consumenten en de volksgezondheid". Deze drie beleidsgebieden worden gevolgd door negen overige voorstellen, die stuk voor stuk werden genoemd door minder dan 9% van de ondervraagden: - een veiligheids- en defensiebeleid dat de EU in staat stelt internationale crises te bedwingen (8%); - de strijd tegen de klimaatverandering (7%); - de bestrijding van terrorisme, met respect voor individuele vrijheid (7%); - een gemeenschappelijk immigratiebeleid dat uitgevoerd wordt in overleg met de landen van herkomst (7%); - een gemeenschappelijk energiebeleid dat ervoor moet zorgen dat de EU onafhankelijk is op het gebied van de energievoorziening (6%); - milieuvriendelijke landbouw die een bijdrage levert aan de voedselbalans in de wereld (6%); - een buitenlands beleid dat de EU in staat stelt internationaal met één stem te spreken (5%); - 8 -

9 - een beleid op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (R&D) dat concurrerend en vernieuwend werkt (3%); - de handhaving van een Europees sociaal model (3%). Als wij echter uitgaan van alle antwoorden (vraag QA1T), d.w.z. alle gegeven antwoorden bijeen, levert dit een iets andere rangorde op dan de resultaten voor de eerste vraag (QA1a). Hierbij zij aangemerkt dat wij op basis van de resultaten voor QA1T het totale antwoord kunnen weergeven, namelijk wat de Europeanen hebben genoemd als eerst en als daarna. o QA1a ( eerst en daarna ): "de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting" wordt genoemd door de helft van alle Europeanen, meer nog dan "verbetering van de bescherming van de gezondheid van consumenten en de volksgezondheid". Het punt waarop de ondervraagden de meeste overeenstemming hebben (51%), is nog altijd "de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting". Al is de score net iets lager dan die van Eurobarometer 74.1 (-1 punt), de score is nog altijd aanzienlijk hoger dan die van Eurobarometer 73.1 begin 2010 (+7 punten). Het punt dat daarna het meest wordt genoemd, is opnieuw "verbetering van de bescherming van de gezondheid van consumenten en de volksgezondheid," met ongeveer een derde van de ondervraagden (32%), hoewel ook dit neerkomt op een daling ten opzichte van de vorige twee Eurobarometerenquêtes: -1 punt ten opzichte van de score van augustus-september 2010 en 3 punten ten opzichte van de enquête van januari-februar De rangorde van de beleidsgebieden die op de derde en de vierde plaats uitkomen, is echter aanzienlijk veranderd ten opzichte van de vorige enquête. Het beleidsgebied dat nu derde staat is "de coördinatie van economisch, begrotings- en belastingbeleid," genoemd door 28% van de ondervraagden. Acht maanden terug stond dit nog op de vijfde plaats, genoemd door 27% van de ondervraagden. Evenzo stond het beleidsgebied dat nu als vierde is geëindigd, "de strijd tegen de klimaatverandering," slechts op de zesde plek in Eurobarometer EB74.1, met 26% van de antwoorden in beide enquêtes. Deze beleidsgebieden worden gevolgd door een reeks van vijf voorstellen, die alle door een kwart van de ondervraagden of minder werden genoemd. De eerste, "milieuvriendelijke landbouw die een bijdrage levert aan de voedselbalans in de wereld," en de tweede, "de bestrijding van terrorisme, met respect voor individuele vrijheid," (beide 25%), zijn met respectievelijk 2 en 3 punten gedaald ten opzichte van augustus-september Vervolgens werd "een veiligheids- en defensiebeleid dat de EU in staat stelt internationale crises - 9 -

10 te bedwingen" genoemd door 24% van de ondervraagden (+1 punt ten opzichte van augustus-september 2010), en werden "een gemeenschappelijk energiebeleid dat ervoor moet zorgen dat de EU onafhankelijk is op het gebied van de energievoorziening" door 23% (+3 punten) en "een gemeenschappelijk immigratiebeleid dat uitgevoerd wordt in overleg met de landen van herkomst" door 22% (+2 punten) van de ondervraagden genoemd. De drie daaropvolgende beleidsgebieden genieten daarentegen minder consensus en werden door minder dan één op de vijf ondervraagden genoemd. Dit zijn "een buitenlands beleid dat de EU in staat stelt internationaal met één stem te spreken" (16%, -1 punt), "een beleid op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (R&D) dat concurrerend en vernieuwend werkt" (13%, - 1 punt) en "de handhaving van een Europees sociaal model" (12%, - 1 punt)

11 Variaties tussen lidstaten Uit een analyse per lidstaat komen ten aanzien van deze beleidsgebieden de prioriteiten naar boven, zoals die zich in de diverse lidstaten voordoen. Uit een analyse van de antwoorden blijkt dat de verschillen tussen de twee enquêtes soms aanzienlijk per land uiteen kunnen lopen. Deze verschillen komen direct voort uit de veranderende economische, sociale en energieomstandigheden, alsmede uit de internationale omgeving. In het onderstaande hebben wij gekozen voor een analyse van QA1T, dat de cumulatieve antwoorden bevat. - Eerste observatie: het viel op dat "de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting" vaker werd genoemd in de landen van na 2004/2007 (56%) dan in de landen van voor 2004 (49%), waarbij het cijfer voor de Europese Unie als geheel 51% bedroeg. De lidstaten waar dit beleidsgebied door de meeste ondervraagden werd genoemd, waren Portugal (71%), Griekenland en Litouwen (beide 69%), Cyprus (64%), Finland (63%), Bulgarije (62%) en België (61%). Het beleidsgebied bleek echter minder fundamenteel in Italië (32%), Malta (35%), Nederland (38%), het Verenigd Koninkrijk (39%) en Tsjechië (43%). De landen waar de opvatting van de ondervraagden afgezet tegen augustusseptember 2010 het meest ten gunste van dit beleidsgebied veranderd was (en waar de ondervraagden het dus vaker noemden), zijn Cyprus (+10 punten), Estland, Portugal en Litouwen (alle 7 punten) en Bulgarije, Roemenië en Letland (alle 6 punten). Omgekeerd waren er met name in Nederland (-10 punten) en Italië en Tsjechië (beide 8 punten) ten opzichte van augustus-september 2010 minder ondervraagden die dit beleidsgebied noemden

12 - "Verbetering van de bescherming van de gezondheid van consumenten en de volksgezondheid" (EU27: 32%) werd eveneens iets vaker genoemd in de landen van voor 2004/2007 (37%) dan in de landen van na 2004 (31%). Het beleidsgebied werd met name vaak genoemd in Cyprus (62%) en Bulgarije en Ierland (beide 48%), en daarentegen veel minder vaak in Zweden (15%), Luxemburg (23%), het Verenigd Koninkrijk (25%) en Portugal (27%). - Het beleidsgebied dat als derde prioriteitsgebied uit de bus kwam, "de coördinatie van economisch, begrotings- en belastingbeleid" (EU27: 28%) werd vaker genoemd door ondervraagden uit de landen van de eurozone (29%) dan door ondervraagden van daarbuiten (24%). Dit is met name een punt van zorg voor ondervraagden uit Litouwen (51%), Letland (48%) en Hongarije (46%), maar lijkt maar zeer weinig te leven

13 onder ondervraagden uit Denemarken (8%), Luxemburg (14%) en Zweden en Malta (beide 15%). - "De strijd tegen de klimaatverandering" (EU27: 26%) is nog altijd een belangrijk punt van zorg in Noord-Europese landen, al wordt het minder vaak genoemd dan in augustus-september 2010, met name in Zweden (56%, -13 punten), Denemarken (43%, -4 punten), Oostenrijk (38%, -6 punten) en Slovenië (36%, -6 punten). 38% van de ondervraagden in Duitsland denkt hier ook zo over, en dit is juist 2 punten meer dan in augustus-september Deze opvatting vindt echter veel minder weerklank in de Baltische staten: Estland (7%), Letland (10%) en Litouwen (12%). De toewijding aan de strijd tegen de klimaatverandering is meer wijdverbreid in de landen van voor 2004 (27%) dan in de landen van na 2004/2007 (20%); hetzelfde geldt voor landen binnen de eurozone (27%, afgezet tegen 22% in landen buiten de eurozone)

14 - "Milieuvriendelijke landbouw die een bijdrage levert aan de voedselbalans in de wereld" (EU27: 25%) wordt met name essentieel gevonden door Europeanen die zijn ondervraagd in Letland (48%), Roemenië (45%), Bulgarije (41%) en Slowakije en Slovenië (beide 40%), en wordt veel minder belangrijk geacht in Malta (17%), Portugal en Spanje (beide 18%) en het Verenigd Koninkrijk (19%). - "De bestrijding van terrorisme, met respect voor individuele vrijheid," dat in de gehele EU eveneens door 25% van de ondervraagden werd genoemd, is voornamelijk een punt van grote zorg in Denemarken (39%), Cyprus (35%), Bulgarije (34%) en het Verenigd Koninkrijk (32%). Dit is veel minder prangend in Letland (10%), Estland (11%) en Slovenië (13%). Afgezet tegen augustus-september 2010 had dit beleidsgebied in deze enquête een lagere score in 20 van de 27 lidstaten. - Het als zesde genoemde beleidsgebied, "een veiligheids- en defensiebeleid dat de EU in staat stelt internationale crises te bedwingen" (EU27: 24%), werd veel vaker genoemd in Roemenië (38%), Italië en Cyprus (beide 35%) en Tsjechië, Slowakije en Hongarije (alle 31%), afgezet tegen de cijfers die zijn opgetekend in Litouwen (14%), Slovenië (15%) en in België en Letland (beide 17%). - "Een gemeenschappelijk energiebeleid dat ervoor moet zorgen dat de EU onafhankelijk is op het gebied van de energievoorziening" (EU27: 23%) werd vaker genoemd in Duitsland (42%, +15 punten), Oostenrijk (38%) en Hongarije (35%), en daarentegen veel minder vaak in Portugal (12%), Spanje, Roemenië, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk (alle 14%) en Cyprus (15%). - Het achtste beleidsgebied, "een gemeenschappelijk immigratiebeleid dat uitgevoerd wordt in overleg met de landen van herkomst" (EU27: 22%) is een veel groter punt van zorg in de landen van voor 2004 (26%) dan in de landen van na 2004/2007 (9%). Ook werd het punt vaker genoemd, zij het in mindere mate, in landen uit de eurozone (25%) dan in landen daarbuiten (18%). Dit beleidsgebied wordt vaker genoemd door ondervraagden in Italië 2 (36%; +13 punten), Oostenrijk (36%; +1 punt), Cyprus (33%; +12 punten), Malta (32%, +15 punten) en België en het Verenigd Koninkrijk (beide 30%). Omgekeerd achten de ondervraagden in Roemenië (6%) en in Bulgarije, Polen en Letland (alle 7%) dit beleidsonderdeel niet echt als cruciaal. 2 De recente gebeurtenissen op het Italiaanse eiland Lampedusa (de aankomst van tal van immigranten, waarvan velen afkomstig uit Tunesië en Libië) vormen een mogelijke verklaring voor deze uitkomst

15 - "Een buitenlands beleid dat de EU in staat stelt internationaal met één stem te spreken" (EU27: 16%) vindt voornamelijk weerklank in Cyprus (27%), Luxemburg (24%) en Italië, Malta en Nederland (alle 22%), afgezet tegen slechts 8% van de ondervraagden in Slovenië en Letland, en 9% in Portugal en Litouwen. - "Een beleid op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (R&D) dat concurrerend en vernieuwend werkt" (EU27: 13%) vormt een enigszins grotere prioriteit voor ondervraagden in Slovenië (24%) en Denemarken en Italië (beide 20%), dit in contrast met de heersende opvatting in het Verenigd Koninkrijk (7%), Cyprus (8%) en Malta (9%). - Tot slot wordt "de handhaving van een Europees sociaal model" (EU27: 12%) vaker genoemd in Slovenië (26%) en Oostenrijk (22%), en lijkt het van weinig belang te zijn voor de ondervraagden in het Verenigd Koninkrijk (2%), Malta (4%), Ierland (5%) en Zweden (6%)

16 - 16 -

17 Sociaal-demografische analyse In dit onderdeel gaan wij uit van de bijeengevoegde antwoorden van de ondervraagden (QA1T). Als wij ons richten op de drie beleidsgebieden die het vaakst door de Europese burgers worden genoemd, en de resultaten daarvan uitsplitsen naar sociaaldemografische categorieën, springt een aantal interessante resultaten in het oog. - "De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting" (EU27: 51%): o Dit is een onderwerp dat veel belangrijker is voor vrouwen dan voor mannen (genoemd door respectievelijk 54% en 47%). o Aan de andere kant zijn de antwoorden wel redelijk gelijk verdeeld als het gaat om leeftijd, zij het dat de jongste groep ondervraagden hier iets meer toe geneigd is (53% van ondervraagden tussen 15 en 24 jaar, vergeleken met 49% van de ondervraagden van 55 jaar en ouder). o Het wekt weinig verbazing dat dit beleid met name van belang is voor ondervraagden uit de sociaal kwetsbaarste categorieën. Dit is het geval voor 61% van de werklozen en 54% van de thuisblijvende personen, afgezet tegen slechts 44% van de managers. Evenzo gelooft 59% van de ondervraagden die zichzelf onder aan de sociale ladder plaatsen (afgezet tegen 42% van diegenen die zich bovenaan plaatsen) dat dit beleid prioriteit moet hebben. o Ook is het vrij vanzelfsprekend dat ondervraagden die zichzelf ter linkerzijde van het politieke spectrum plaatsen, wat meer affiniteit hebben met dit onderwerp: 56%, afgezet tegen 42% van de ondervraagden die zichzelf ter rechterzijde plaatsen. o Ten slotte moet worden vermeld dat dit beleidsgebied wordt genoemd door 57% van diegenen die geloven dat de crisis nog vele jaren gaat duren (vergeleken met 44% van diegenen die van mening dat we alweer teruggaan naar groei). - "Verbetering van de bescherming van de gezondheid van consumenten en de volksgezondheid" (EU27: 32%): o Ook dit is een beleidsgebied dat iets belangrijker lijkt voor vrouwen dan voor mannen, met respectieve scores van 35% en 30%

18 o Er zijn daarentegen in de antwoorden geen echte verschillen per leeftijdscategorie te constateren. Het punt werd genoemd door 31% van de groep tussen 15 en 24 jaar en 32% van de groep van 55 jaar en ouder. o o Net als bij "de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting", zijn de kwetsbaarste groepen ook nu relatief eerder geneigd voor het beleidsgebied te kiezen. Dit geldt voor 36% van de werklozen (afgezet tegen 26% van de managers) en 35% van de ondervraagden die zichzelf onder aan de sociale ladder plaatsen (afgezet tegen 29% van diegenen die zich bovenaan plaatsen). Ten slotte wordt dit beleidsgebied genoemd door 33% van diegenen die geloven dat de crisis nog vele jaren gaat duren (vergeleken met 28% van diegenen die van mening zijn dat we alweer teruggaan naar groei). - "De coördinatie van het economisch, begrotings- en belastingbeleid" (EU27: 28%): o Op dit vlak is er een opmerkelijke kloof van 7 punten tussen mannen en vrouwen. Deze keer is het juist de eerste categorie die hier meer toe geneigd is (31%, afgezet tegen 24% van de vrouwen). o De leeftijd van de ondervraagden lijkt eveneens een bepalende factor, waarbij jonge handarbeiders de grootste groep vormen die dit beleidsvlak noemen (31% van de groep tussen 25 en 39 jaar, afgezet tegen 24% van de personen van 55 jaar en ouder). o In tegenstelling tot de hiervoor genoemde twee beleidsgebieden, zijn de meer welvarende sociale klassen eerder geneigd waarde te hechten aan dit beleid. Dit is het geval voor 30% van de hoogst opgeleide ondervraagden (afgezet tegen 22% van diegenen die reeds voor hun 16de jaar de school hebben verlaten), en daarnaast voor 34% van de managers (afgezet tegen 23% van de thuisblijvende personen en 24% van de gepensioneerden). o Ten slotte wordt dit beleidsgebied genoemd door 34% van de ondervraagden die van mening zijn dat de terugkeer naar groei reeds is ingezet (vergeleken met 26% van diegenen die geloven dat de crisis nog vele jaren gaat duren)

19 - 19 -

20 2. Europeanen en de terugkeer naar groei [QA5] - Een meerderheid van de Europeanen gelooft dat de crisis nog vele jaren gaat duren; zij zijn sinds augustus-september 2010 aanzienlijk somberder gestemd - De economische prognoses voor de Europese Unie die in mei 2011 werd bekendgemaakt, waren redelijk optimistisch 3. De Europeanen blijken echter pessimistischer te zijn dan dat ze waren ten tijde van de vorige Eurobarometerenquête (EB74.1), die is afgenomen in augustus-september Indertijd dacht een meerderheid (37%) dat de terugkeer naar groei de komende jaren plaats zou vinden. Een meerderheid van de ondervraagden (36%, +10 punten) is momenteel van mening dat de crisis nog vele jaren gaat duren. 33% (-4 punten) gelooft echter dat de terugkeer naar groei de komende jaren plaats zal vinden. De meest optimistische ondervraagden vertegenwoordigen net iets meer dan een kwart van alle deelnemers: 14% (+1 punt) gelooft dat de terugkeer naar groei reeds is ingezet en 13% (-4 punten) gelooft dat de terugkeer naar groei de komende maanden zal inzetten. 3 Zie de economische voorjaarsprognoses, zoals gepubliceerd door de Europese Commissie, die het geleidelijke herstel van de Europese economie bevestigen. Hierbij zij aangemerkt dat deze verwachtingen zijn gepubliceerd op 13 mei 2011, een aantal weken nadat deze enquête is afgenomen:

21 Variaties tussen lidstaten Eerste observatie: het is interessant om te zien dat de meest pessimistische opvatting (tevens de meest gehuldigde opvatting binnen de gehele EU) is toegenomen in 26 van de 27 landen ten opzichte van de Eurobarometerenquête die in augustus-september 2010 is afgenomen. Slechts van één land, Roemenië, is het cijfer stabiel gebleven (38%). Ten tweede is het toegenomen pessimisme het meest uitgesproken in die landen die het zwaarst getroffen zijn door de werkloosheid. Daarbij gaat het onder meer om Letland (een stijging met 20 punten van het aantal mensen dat gelooft dat de crisis nog jaren zal gaan duren en een werkloosheidscijfer van 17,2% 4 ), Spanje (+18 punten en een werkloosheidscijfer van 20,7%), en Griekenland, dat ook in de vorige enquête reeds een zeer hoge score had laten optekenen (+16 punten en een werkloosheidscijfer van 14,1%). 4 Zie:

22 - 22 -

23 Dat neemt niet weg dat van de landen waar de publieke opinie het meest pessimistisch is, het Verenigd Koninkrijk in januari een werkloosheidscijfer noteerde van 7,7%. De grote bezorgdheid over de toekomst die in deze nieuwe enquête tot uitdrukking komt (+17 punten), kan waarschijnlijk ten dele worden verklaard door het effect van de bezuinigingsmaatregelen van de Britse overheid van de laatste maanden. Daarnaast is de meest optimistische opvatting (waarbij ervan wordt uitgegaan dat wij reeds de fase zijn ingegaan van een terugkeer naar groei) meer wijdverbreid in de eurozone (16%, afgezet tegen 10% buiten de eurozone). Deze opvatting wordt vaker gehuldigd door ondervraagden uit de landen van voor 2004 (16%) dan door ondervraagden uit de landen van na 2004/2007 (7%). Omgekeerd geloven meer ondervraagden uit de landen van na 2004/2007 (37%, afgezet tegen 31% in de landen van voor 2004) echter dat de terugkeer naar groei de komende jaren plaats zal vinden. Een analyse van deze resultaten per land laat een paar verschillen zien: - De meest optimistische Europeanen, die geloven dat wij reeds de fase zijn ingegaan van een terugkeer naar groei (EU27: 14%), zijn voornamelijk afkomstig uit het noorden van de EU: in Zweden (58%), dat er wel erg uitspringt vergeleken met de overige lidstaten, in Duitsland (35%), in Finland (34%) en in Luxemburg, Nederland en Oostenrijk (29% in alle drie de gevallen). Omgekeerd waren de laagste percentages als volgt: 1% van de ondervraagden in Griekenland en Bulgarije, 2% in Spanje, 3% in Ierland, Portugal, Roemenië en Slovenië, en 4% in Cyprus. Dit zijn vaak landen die zwaar zijn getroffen door de crisis

24 - De (eveneens vrij optimistische) opvatting dat de terugkeer naar groei de komende maanden zal plaatsvinden (EU27: 13%) is wijdverbreid in Oostenrijk (24%), Italië (22%) en België (20%), maar in veel mindere mate in Letland (4%), Griekenland en Litouwen (beide 5%) en Ierland (6%). - Aan de andere kant wordt de meer pessimistische opvatting dat de terugkeer naar groei de komende jaren plaats zal vinden (EU27: 33%) gedeeld door veel ondervraagden in Denemarken (57%), Spanje (45%), Slovenië (43%) en Cyprus en Roemenië (beide 41%), afgezet tegen slechts 19% van de ondervraagden in Duitsland en 20% in Oostenrijk. - Wat betreft de meest pessimistische Europeanen, die geloven dat de crisis nog vele jaren gaat duren (EU27: 36%): deze zijn vooral afkomstig uit Griekenland (63%), Portugal (57%), Letland (53%) en Ierland (50%); van deze pessimisten lopen er bijvoorbeeld veel minder rond in Zweden (9%) of Denemarken (18%). Sociaal-demografische analyse - Mannen neigen iets meer naar optimisme dan vrouwen: respectievelijk 16% en 12% is van mening dat wij reeds de fase zijn ingegaan van terugkeer naar groei. Beide geslachten zijn evenzeer geneigd (33%) te geloven dat de terugkeer naar groei de komende jaren plaats zal vinden. Vrouwen hebben minder vertrouwen in de toekomst: 38% (afgezet tegen 34% van de mannen) is van mening dat de crisis nog vele jaren gaat duren. - Zoals vaak het geval is in enquêtes zijn jongere ondervraagden optimistischer dan oudere deelnemers: slechts 29% (afgezet tegen 40% van de leeftijdsgroep van 55 jaar en ouder) gelooft dat de crisis nog vele jaren gaat duren. - Met name onder de sociaal minder welvarende categorieën heerst een uitgesproken pessimisme. Zo is er in het geval van de opvatting dat de crisis nog vele jaren gaat duren, een kloof van 20 punten tussen de managers (27%) en de werklozen (47%). Ook het opleidingsniveau van de ondervraagden leidt tot de nodige verschillen op dit vlak: 46% van de mensen die reeds voor hun 16de jaar de school heeft verlaten, gelooft dat de crisis nog vele jaren gaat duren, afgezet tegen 29% van diegenen die hebben doorgestudeerd

25 - Ook is het opmerkelijk dat deze pessimistische opvatting meer heerst onder mensen die geloven dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis niet heeft verzacht (44%, afgezet tegen 25% van diegenen die wel geloven dat de euro een verzachtend effect heeft). - Tot slot geeft 40% van alle ondervraagden die zich beter beschermd zouden voelen als hun land individuele maatregelen zou nemen, blijk van meer pessimisme (afgezet tegen 33% van diegenen die voorstander zijn van gecoördineerde actie met de andere lidstaten)

26 - 26 -

27 3. Europeanen en de rol van de euro [QA2] - Een meerderheid van de Europeanen gelooft niet dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis heeft verzacht - Al zet het economisch herstel van de Europese Unie zich voort, toch kunnen wij constateren dat het beeld van de euro in de lidstaten is veranderd. Een meerderheid van de Europeanen (57%) is van mening dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis over het algemeen niet heeft verzacht. Dit is 7 punten meer dan in augustus-september Opgemerkt moet worden dat de tegengestelde opvatting eveneens licht is toegenomen (34%, +1 punt), terwijl het aantal gevallen waarin mensen geen mening hadden, is afgenomen met 8 punten (van 17% naar 9%). De publieke opinie is derhalve meer gepolariseerd en de kloof tussen de positieve en de negatieve opvatting ten aanzien van de euro, wordt steeds wijder: deze kloof heeft een sprong gemaakt van 17 punten in augustus-september 2010 naar 23 punten in april-mei

28 Deze negatieve houding ten opzichte van de euro is gestaag gegroeid sinds de eerste enquête van januari-februari 2009, toen 44% van de Europese burgers geloofde dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis niet had verzacht. Variaties tussen lidstaten Het is interessant om te zien dat evenals in januari-februari 2009 en in augustusseptember 2010 de Europeanen in de eurozone meer geneigd zijn te vinden dat de euro een verzachtend effect heeft dan Europese burgers van buiten de eurozone (respectievelijk 38% en 28%). Dat neemt niet weg dat een meerderheid van de burgers uit de eurozone van oordeel is dat de euro over het algemeen de negatieve gevolgen van de crisis niet heeft verzacht (56%, +5 punten, afgezet tegen het cijfer van augustus-september 2010). 57% van de mensen buiten de eurozone deelt deze mening. - In 22 van de 27 lidstaten is een meerderheid van de ondervraagden het oneens met de stelling dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis in het algemeen heeft verzacht. Dit is een toename van drie landen ten opzichte van augustus-september In Slovenië (71%), Tsjechië (70%), Cyprus (69%), Spanje (68%), Frankrijk (67%) en Estland (64%) wordt deze mening gedeeld door een absolute meerderheid (EU27: 57%)

29 In de volgende landen is de publieke opinie in dit opzicht sinds augustus-september 2010 het meest verschoven ("helemaal mee oneens"): Bulgarije (60%, +23 punten), Spanje (+21 punten), Roemenië (+18 punten), Cyprus (+17 punten), Litouwen (+16 punten) en Griekenland (+15 punten). - Omgekeerd zijn de ondervraagden die vinden dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis wel heeft verzacht, terug te vinden in de volgende vijf landen: Slowakije (55%), Italië en Oostenrijk (beide 53%), Finland (50%) en Ierland (47%). Wij kunnen moeilijk anders dan constateren dat de publieke opinie in Ierland en Griekenland op dit vlak haaks op elkaar staat, al zijn beide landen in bijzonder hevige mate getroffen door de crisis en hebben beide landen geprofiteerd van de reddingsacties die met steun van het IMF in de eurozone zijn opgezet. Ook is het opvallend dat de opvatting dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis over het algemeen heeft verzacht, in alle lidstaten afneemt

30 - 30 -

31 Sociaal-demografische analyse De eerste belangrijke constatering is dat in bijna alle categorieën die wij hebben ondervraagd, de meerderheid van de ondervraagden aangeeft niet te geloven dat de euro over het algemeen de negatieve gevolgen van de crisis heeft verzacht. De enige uitzonderingen zijn te vinden onder ondervraagden die geloven dat de terugkeer naar groei reeds is ingezet of de komende maanden zal inzetten, waar een meerderheid het ermee eens is dat de euro een verzachtend effect heeft gehad (respectievelijk 50% en 52%). - Meer mannen dan vrouwen (38% afgezet tegen 31%) oordelen positief over de enige munt en vinden dat deze inderdaad de negatieve gevolgen van de crisis heeft verzacht. Een iets groter percentage vrouwen dan mannen is het hier niet mee eens (58% afgezet tegen 55% van de mannen). Deze iets grotere steun aan de euro van de kant van mannen is iets dat in veel enquêtes terugkomt. - De minder welvarende sociale categorieën zijn wat sceptischer over het verzachtende effect van de euro. Dit is het geval voor 63% van de werklozen en 60% van de handarbeiders, afgezet tegen slechts 54% van de managers en de kantoormedewerkers. Evenzo wordt deze opvatting gedeeld door 62% van de ondervraagden die zichzelf onder aan de sociale ladder plaatsen (afgezet tegen 51% van diegenen die zich bovenaan plaatsen). - Vermeld dient te worden dat 67% van de mensen die zich beter tegen de crisis beschermd voelen als hun land afzonderlijke maatregelen zou nemen en toepassen, gelooft dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis niet heeft verzacht (afgezet tegen 51% van diegenen die liever gecoördineerde actie met de overige EU-landen zouden zien)

32 - 32 -

33 4. De omgang met de crisis in de lidstaten 4.1 Hoe vinden Europeanen dat de lidstaten moeten reageren? [QA3] Wij zullen ons nu richten op wat er moet gebeuren om de Europeanen het gevoel te geven dat zij beter beschermd zijn tegen de crisis. Hebben zij liever dat hun land individuele maatregelen neemt en toepast, of op gecoördineerde wijze samen met de overige EU-lidstaten actie onderneemt? - Een meerderheid van de Europeanen voelt zich beter beschermd als hun land op gecoördineerde wijze met de overige lidstaten maatregelen zou nemen en toepassen - Opvallend genoeg is het verlangen naar met de overige lidstaten gecoördineerde actie met 4 punten toegenomen (56%) in vergelijking met de vorige enquête van augustus-september 2010 (EB74.1), ook al was het cijfer met 9 punten gedaald tussen januari-februari 2009 (EB71.1) en augustusseptember Niettemin moet worden opgemerkt dat de tegengestelde opvatting (een voorkeur voor onafhankelijke actie) eveneens toeneemt (36%, +3 punten). Deze gelijktijdige toename van steun aan zowel gecoördineerde als individuele actie is te wijten aan de scherpe afname van het aantal antwoorden met "Weet niet" (8%, -7 punten), hetgeen wijst op een duidelijkere stellingname van de ondervraagden en meer uitgesproken opvattingen

34 Variaties tussen lidstaten De ondervraagden uit de eurozone zijn veel meer dan die van buiten de eurozone geneigd om zich beter beschermd te voelen indien hun land op gecoördineerde wijze met de overige landen van Unie maatregelen zou nemen en toepassen (respectievelijk 63% en 45%). De ondervraagden van buiten de eurozone zijn veel meer verdeeld: zoals gezegd, is 45% voorstander van gecoördineerde actie; een net iets groter percentage van 47% is juist voor individuele actie. Deze resultaten zijn de laatste acht maanden gewijzigd, aangezien bij de vorige enquête een meerderheid van de ondervraagden zowel uit de eurozone als van daarbuiten voorstander was van tussen de lidstaten gecoördineerde actie. - In 24 van de 27 landen is een meerderheid voor gecoördineerde actie (EU27: 56%), met name in Nederland (72%), Spanje (70%), Finland en Estland (beide 69%) en Denemarken en Malta (beide 67%). - Waar in augustus-september 2010 het Verenigd Koninkrijk nog als enige land een meerderheid ten faveure van individuele actie liet optekenen, is dit nu het geval in drie landen: het Verenigd Koninkrijk (64%), Letland (51%) en Tsjechië (50%), terwijl het Europese gemiddelde blijft steken op 36%. - Tot slot moet worden opgemerkt dat het aantal antwoorden met "Weet niet" (EU27: 8%) het scherpst is gedaald in Malta (7%, -20 punten), Roemenië (11%, -12 punten), Bulgarije (9%, -12 punten) en het Verenigd Koninkrijk (7%, -12 punten). Dit duidt erop dat de meningen verharden. Wat betreft de ontwikkeling van de publieke opinie, zijn Luxemburg (+13 punten), Bulgarije, Denemarken en Nederland (alle +12 punten), Malta (+11 punten) en Zweden (+10 punten) de landen waar deze het meest in de richting van gecoördineerde actie is verschoven. De landen waar de opinie juist het meest is opgeschoven naar individuele actie, zijn Tsjechië (+14 punten), Cyprus en het Verenigd Koninkrijk (beide +13 punten) en Slovenië (+11 punten)

35 - 35 -

36 Sociaal-demografische analyse Een meerderheid van alle categorieën burgers is van oordeel dat gecoördineerde actie samen met de overige EU-lidstaten betere bescherming biedt tegen de crisis. Er is echter een aantal verschillen in de mate waarin deze opvatting wordt gesteund: - De opvatting dat gecoördineerde actie samen met de overige EUlidstaten betere bescherming biedt tegen de crisis is onder alle ondervraagden meer gangbaar onder mannen (59%, afgezet tegen 54% van de vrouwen). - Deze opvatting is eveneens gangbaarder onder de jongste ondervraagden (63%, afgezet tegen 53% van de mensen van 55 jaar en ouder). - De leeftijd waarop de ondervraagden hun opleiding hebben afgerond, lijkt eveneens een onderscheidende variabele, aangezien 65% van de hoogst opgeleide ondervraagden deze stelling onderschrijft, afgezet tegen 49% van de ondervraagden die de school heeft verlaten voor de leeftijd van 16 jaar. - Hetzelfde geldt voor de sociale categorieën: hoe welvarender de categorie is, des te eerder de ondervraagden voorstander zijn van gecoördineerde actie. 64% van de managers onderschrijft deze opvatting, afgezet tegen 52% van de werklozen. - Tot slot zijn er meer voorstanders van gecoördineerde actie te vinden onder ondervraagden die denken dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis heeft verzacht (68%, vergeleken met 50% van diegenen die dat juist niet denken). Evenzo zijn er meer voorstanders te vinden onder de meest optimistische ondervraagden, namelijk diegenen die geloven dat de terugkeer naar groei reeds is ingezet (64%, vergeleken met 51% van diegenen die geloven dat de crisis nog vele jaren gaat duren)

37 - 37 -

38 4.2 Wat verdient prioriteit: eerst de overheidsuitgaven terugbrengen of eerst de economie stimuleren? [QA4] - Europeanen zijn nog altijd verdeeld over de vraag wat de beste maatregelen zijn om de economie er weer bovenop te helpen - Aan de ondervraagden werden twee mogelijke oplossingen voorgelegd. De vraag was om te kiezen welke van de twee de crisis het best zou bestrijden: 1) de lidstaten moeten in eerste instantie hun overheidsuitgaven terugbrengen, of 2) de lidstaten moeten primair investeren in maatregelen die de economie stimuleren. Evenals in de Eurobarometer 74.1 van augustus-september 2010 waren de antwoorden op deze vraag zeer verdeeld. Een relatieve meerderheid van de Europeanen (40%, +2 punten) gelooft dat de lidstaten primair moeten investeren in maatregelen om de economie te stimuleren. Een net iets kleinere groep ondervraagden (34%, -1 punt) gelooft dat de lidstaten primair moeten kiezen voor het terugbrengen van de overheidsuitgaven. Het percentage ondervraagden dat spontaan zegt dat een combinatie van beide maatregelen vereist is, bedraagt al met al net iets meer dan een vijfde (22%, +3 punten)

39 Variaties tussen lidstaten Waar de opvattingen van Europa in zijn geheel reeds uiteenlopen, zijn ook de antwoorden van de 27 EU-lidstaten zeer verschillend. Allereerst is er ten aanzien van de vraag of moet worden geïnvesteerd in maatregelen om de economie te stimuleren, een opmerkelijk verschil van 15 punten tussen landen die deel uitmaken van de eurozone en landen daarbuiten: 50% van de ondervraagden van buiten de eurozone deelt deze mening, tegenover 35% binnen de eurozone. Evenzo is 48% van de ondervraagden uit de landen van na 2004/2007 het eens met deze stelling, afgezet tegen slechts 38% van de ondervraagden uit de landen van voor Een combinatie van maatregelen om de economie te stimuleren en tegelijk de overheidsuitgaven terug te brengen, geniet eveneens vaker de voorkeur in de eurozone (28%, afgezet tegen 12% buiten de eurozone) en daarnaast onder ondervraagden uit de landen van voor 2004 (24%, afgezet tegen 15% van de ondervraagden uit de landen van na 2004/2007). - Maatregelen om de economie te stimuleren (EU27: 40%) krijgen de meeste steun in Denemarken (63%), Litouwen (62%), Roemenië (54%), Letland (52%) en Zweden (50%), in tegenstelling tot Duitsland (22%) en Portugal (24%). In twintig van alle lidstaten is dit de voorkeursoptie. - Het terugbrengen van de overheidsuitgaven (EU27: 34%) wordt als beste oplossing gezien in Frankrijk (47%) en Portugal (41%), afgezet tegen slechts 19% van de ondervraagden in Ierland en 23% in zowel Bulgarije als Denemarken. Al met al is dit de voorkeursoptie in zes lidstaten. - In de volgende landen is de publieke opinie scherp verdeeld tussen voorstanders van het stimuleren van de economie en voorstanders van het terugbrengen van de overheidsuitgaven: Tsjechië (44% voor beide opties), Slovenië (respectievelijk 33% en 32%), Slowakije (43% en 44%) en Finland (40% en 41%). - Ondervraagden die spontaan aangaven dat de twee maatregelen tegelijk moeten worden toegepast (EU27: 22%) zijn het meest te vinden in Nederland (46%), Duitsland (42%), Ierland (36%) en Cyprus (34%). Doordat dit antwoord spontaan wordt gegeven, wint het in dit opzicht aan belang

40 - 40 -

41 Sociaal-demografische analyse De mate waarin de ondervraagden geloven dat de lidstaten bovenal moeten investeren in maatregelen om de economie te stimuleren, varieert flink per sociaal-demografische categorie. - Maatregelen om de economie te stimuleren, hebben iets meer de voorkeur van mannen (42%) dan van vrouwen (39%). Beide groepen zijn echter evenzeer geneigd (22% in beide gevallen) om spontaan te kiezen voor een beleid waarbij beide maatregelen worden gecombineerd. - Ook de leeftijd beïnvloedt het antwoord, aangezien jongere ondervraagden eerder geneigd zijn te kiezen voor maatregelen om de economie te stimuleren (43% van de leeftijdsgroepen jaar, vergeleken met 36% van de groep van 55 jaar en ouder). - Het opleidingsniveau speelt eveneens een rol in de antwoorden: de hoogst opgeleide ondervraagden zijn eerder geneigd om te kiezen voor maatregelen die de economie stimuleren (43%, afgezet tegen 36% van diegenen die school hebben verlaten voor hun 16de jaar). - Ook de beroepscategorie lijkt de antwoorden te beïnvloeden, aangezien kantoormedewerkers (45%), managers (42%) en werklozen (44%) eerder geneigd zijn te kiezen voor maatregelen die de economie stimuleren, dan thuisblijvende personen (34%) en gepensioneerden (36%). - Tot slot geeft 44% van alle ondervraagden die zich beter beschermd zouden voelen als hun land op gecoördineerde wijze met de overige EU-lidstaten maatregelen zou nemen en toepassen, aan voorstander te zijn van maatregelen om de economie te stimuleren (afgezet tegen 37% van diegenen die voorstander zijn van individuele maatregelen van hun land)

42 - 42 -

43 5. Europeanen en belasting op financiële transacties 5.1 Het principe van een belasting op financiële transacties wordt relatief breed gedragen onder Europeanen [QA6.1] Er zijn diverse oplossingen die overwogen kunnen worden om de crisis te overwinnen. Van deze mogelijke oplossingen zijn aan de deelnemers drie voorstellen voorgelegd. De vraag was of zij voor- of tegenstander zouden zijn van die maatregel. - Een meerderheid van de Europeanen geeft aan voorstander te zijn van een belasting op financiële transacties - Het eerste voorstel (QA6.1), het principe van een belasting op financiële transacties, krijgt de instemming van meer dan zes van de tien ondervraagden (61%). Daarbij hebben de ondervraagden uitleg gekregen over het principe van de belasting en hoe deze wordt toegepast. 5 Bijna een derde van alle ondervraagden was het zelfs helemaal eens met dit voorstel (30%). Omgekeerd was ruim een kwart (26%) van de ondervraagden tegen dit idee. 13% gaf geen antwoord op de vraag. 5 De volledige tekst van de vraag luidt als volgt: "Het Europees Parlement heeft onlangs de invoering van een belasting op financiële transacties op mondiaal niveau, of ten minste eerst in de EU, goedgekeurd. Deze belasting zou erg laag zijn: 0,05% op iedere financiële transactie. Hij zou niet gelden voor het algemene publiek, maar alleen voor transacties tussen financiële spelers (banken, hedgefondsen enz.). Vertelt u mij of u voor of tegen elk van de volgende stellingen bent:..."

44 Variaties tussen lidstaten Een eerste observatie: steun voor een belasting op financiële transacties (EU 61%) lijkt veel groter onder respondenten in de landen vóór 2004 (64%) dan in de landen na 2004/2007 (48%). Ook zijn respondenten in de eurozone eerder geneigd om achter deze optie te staan (63%, tegenover 54% buiten de eurozone). - De EU-landen waar respondenten het meest geneigd zijn om achter een belasting op financiële transacties te staan, zijn Oostenrijk (80%), Duitsland (71%), en Frankrijk en Slowakije (beide 69%). - De lidstaten waar zich juist de meeste tegenstanders van deze belasting bevinden, zijn Malta (44%), Slovenië (39%), Polen (36%) en Nederland (35%). - Respondenten die de meeste moeite hebben met het doen van een uitspraak over deze kwestie en die geen antwoord geven, zijn te vinden in Bulgarije (43%), Roemenië (30%) en Malta en Ierland (beide 26%)

45 - 45 -

46 Sociaal-demografische analyse In iedere sociaal-demografische categorie staat de meerderheid van de respondenten achter het principe van een dergelijke belasting. In de kwetsbaarste groepen respondenten zijn echter de minste voorstanders te vinden. - Mannen zijn meer geneigd om een belasting op financiële transacties te steunen dan vrouwen (respectievelijk 63% en 58%). Vrouwen zijn meer geneigd om geen antwoord te geven op de vraag dan mannen (16%, tegenover 10% van de mannen). - Het idee van een belasting op financiële transacties is iets populairder onder de tussenliggende leeftijdsgroepen (63% van de jarigen en 61% van de jarigen, tegenover 59% van de jarigen en 58% van de mensen van 55 jaar en ouder). - In de sociaal meest bevoorrechte groepen bevinden zich de meeste voorstanders van dit soort belasting: 70% van de managers (tegenover 53% van de huisvrouwen en -mannen en 54% van de werklozen) en 66% van de hoogst opgeleide respondenten (tegenover 53% van degenen die voor de leeftijd van zestien jaar de school hebben verlaten). Hoewel het principe van een dergelijke belasting slechts op transacties en niet op individuen van toepassing is 6, komt uit de resultaten van deze enquête naar voren dat de minder geprivilegieerde groepen bang zijn dat zij ook slachtoffer van een dergelijke maatregel zullen worden: hoewel ze hebben vernomen dat deze belasting niet aan de burgers zou worden opgelegd, is het waarschijnlijk dat deze groepen vrezen dat de financiële spelers de last van deze belasting op een of andere manier naar hen zullen verleggen. - Ten slotte, deze mening wordt gedeeld door 69% van de mensen die denken dat de euro de negatieve gevolgen van de crisis heeft verzacht (tegenover 57% van degenen die niet van mening zijn dat de euro een verzachtend effect heeft gehad). - Er moet op worden gewezen dat links georiënteerde respondenten ook meer geneigd zijn tot steun aan het principe van een belasting op financiële transacties (68%, tegenover 59% van de rechts georiënteerde respondenten). 6 In de inleiding op deze vraag hebben we de respondenten erop gewezen dat deze belasting heel laag zou zijn en dat deze alleen van toepassing zou zijn op transacties tussen financiële spelers (banken, hedgefondsen, etc.) en niet op het algemene publiek

47 - 47 -

48 5.2 Een belasting op financiële transacties: degenen die in principe voorstander zijn, zijn over het algemeen voor de invoering hiervan, hetzij op mondiaal, hetzij op Europees niveau [QA6.2 en QA6.3]. We zijn hierna een beetje dieper op de resultaten van de vorige vraag ingegaan. De respondenten die de eerste vraag (QA6.1) positief ("vóór") hebben beantwoord, is gevraagd of ze vinden dat de belasting alleen op een mondiaal niveau zou moeten worden ingevoerd, indien hierover internationale overeenstemming zou kunnen worden bereikt, en of ze voorstander zouden zijn van het in eerste instantie invoeren van deze belasting in de EU, indien er geen internationale overeenstemming wordt bereikt. Een overweldigende meerderheid zou steun geven aan het alleen invoeren van een financiële belasting op mondiaal niveau (85%). Slechts 11% van de respondenten is hier tegen en 4% weet het niet. Basis: Vraag aan degenen die in principe voorstander zijn van een belasting op financiële transacties (61% van de steekproef)

49 Er is echter ook een groot draagvlak (81%) voor het in eerste instantie invoeren van deze belasting op EU-niveau, als er geen internationale overeenstemming wordt bereikt. Dit resultaat bevestigt de steun voor het principe van een dergelijke belasting. In dit scenario gaf slechts 14% van de respondenten geen steun aan een dergelijke belasting. En 5% gaf geen antwoord. Basis: Vraag aan degenen die in principe voorstander zijn van een belasting op financiële transacties (61% van de steekproef) Europeanen zijn in principe voorstander van deze belasting en steunen ook de invoering van een belasting op financiële transacties: op mondiaal niveau, indien er internationale overeenstemming wordt bereikt, en zo niet, alleen in de Europese Unie, in het begin althans

50 Variaties tussen lidstaten - Een belasting alleen op mondiaal niveau (QA6.2): Een overweldigende meerderheid van de respondenten is voorstander van dit voorstel (EU27 85%). In sommige lidstaten is het draagvlak nog groter, met meer dan negen op de tien mensen die hiermee instemmen. Deze landen zijn Bulgarije (93%), Roemenië (92%) en Cyprus en Malta (beide 91%). Hoewel het voorstel door een zeer grote meerderheid wordt gesteund, is de steun hiervoor in Duitsland (79%) en Portugal (79%) wat minder sterk

51 Basis: Vraag aan degenen die in principe voorstander zijn van een belasting op financiële transacties (61% van de steekproef)

52 - De voorgestelde invoering van een belasting in eerste instantie in de Europese Unie, als er geen internationale overeenstemming wordt bereikt (QA6.3): De EU-landen waar respondenten het meest geneigd zijn om achter een dergelijke belasting te staan, zijn Griekenland (89%), Cyprus (87%), Frankrijk, Roemenië en Hongarije (allemaal 86%) en Spanje en Italië (beide 85%). De landen waar respondenten het minst geneigd zijn om steun aan deze belasting te verlenen zijn Nederland (67%), Luxemburg (73%) en Polen (74%). Sociaal-demografische analyse Bij zo'n enorm draagvlak zijn er logischerwijze geen significante verschillen tussen de antwoorden van de verschillende sociaal-demografische groepen. Het lijkt alsof er op een natuurlijke manier algemene consensus is ontstaan over de invoering van een dergelijke belasting op financiële transacties, hetzij op mondiaal niveau hetzij eerst op Europees niveau. We moeten echter wijzen op een belangrijk verschil in de mate van steun voor het eerst op Europees niveau invoeren van een belasting op financiële transacties (QA6.3), afhankelijk van de vraag of respondenten "geheel voor" of "enigszins voor" het principe van een belasting zijn (QA6.1): respectievelijk 87% en 75%

53 5.3 De redenen om voor een belasting op financiële transacties [QA7] te zijn. - Een meerderheid van de Europeanen is van mening dat een belasting op financiële transacties zou helpen bij de bestrijding van overmatige speculatie - We hebben zojuist gezien dat een meerderheid van de Europeanen de invoering van een belasting op financiële transacties zou goedkeuren (61%). Laten we nu bekijken wat de belangrijkste redenen hiervoor zijn. Hiertoe is aan respondenten die voor de belasting waren (QA6.1) gevraagd om de belangrijkste reden (van vier suggesties) voor hun keuze aan te wijzen. - De belangrijkste reden (41%) is dat dit "overmatige speculatie zou bestrijden en zo toekomstige crises helpt te voorkomen." - Meer dan een derde van de respondenten (35%) zegt ook dat een belasting "financiële spelers zou laten bijdragen aan de kosten van de crisis". In beide gevallen richt de meerderheid van de respondenten zich op degenen die ze "verantwoordelijk" houdt voor de crisis, namelijk de financiële spelers. - 11% stelt ook dat het "overheidstekorten zou helpen terugdringen". - 10% denkt ten slotte dat hiermee "innovatief beleid zou kunnen worden gefinancierd (bv. klimaatverandering bestrijden, het milieu, ontwikkelingshulp enz.)". Basis: Vraag aan degenen die in principe voorstander zijn van een belasting op financiële transacties (61% van de steekproef)

54 Variaties tussen lidstaten - De eerste reden van respondenten (EU27 41%) die voor invoering van een belasting op financiële transacties zijn, "overmatige speculatie bestrijden en zo toekomstige crises helpen te voorkomen", wordt door meer respondenten binnen de eurozone genoemd (44%) dan daarbuiten (35%). Dit is het eerste antwoord in 21 lidstaten (in Nederland is deze reden verbonden met "financiële spelers laten bijdragen aan de kosten van de crisis"). De lidstaten waar respondenten bijzonder ontvankelijk lijken te zijn voor deze reden zijn Duitsland (49%), en Bulgarije en Italië (beide 48%); en meer in het noorden van de EU: Denemarken en Finland (beide 47%), en Zweden (46%). Deze opvatting komt echter minder vaak voor in het Verenigd Koninkrijk (26%), Ierland (27%) en Malta (28%). - De tweede reden (EU27 35%), "financiële spelers laten bijdragen aan de kosten van de crisis" wordt vooral in Ierland (57%), en in Spanje en het Verenigd Koninkrijk genoemd (beide 45%). Dit is in zes lidstaten de belangrijkste reden. Deze reden wordt daarentegen niet vaak genoemd in Zweden (22%) en Tsjechië (24%). - De derde reden (EU27 11%), "overheidstekorten terugdringen", krijgt vooral de goedkeuring van respondenten in Tsjechië en Malta (24%) en Litouwen (20%), maar heel weinig van respondenten in Bulgarije (2%), Finland (4%) en Spanje (5%). - Ten slotte, "innovatief beleid financieren (bv. klimaatverandering bestrijden, het milieu, ontwikkelingshulp, enz.)" (EU 10%) wordt iets meer genoemd in Zweden (23%) en in Oostenrijk en Luxemburg (beide 15%), dan in Ierland (4%) of in Hongarije, Bulgarije en Finland (6% in deze drie landen)

55 Basis: Vraag aan degenen die in principe voorstander zijn van een belasting op financiële transacties (61% van de steekproef)

56 Sociaal-demografische analyse - Respondenten van jaar en de oudste respondenten zijn eerder geneigd dan anderen om overmatige speculatie als reden voor goedkeuring op te geven (respectievelijk 43% en 42%, tegenover 36% voor jongeren van jaar). Jongere Europeanen zijn daarentegen meer geneigd om hun steun voor een belasting op financiële transacties te rechtvaardigen indien hiermee financieel innovatief beleid zou kunnen worden gefinancierd (17%, tegenover 8% van degenen van 55 jaar en ouder). - De sociaal meest bevoorrechte groepen lijken meer geneigd om de strijd tegen overmatige speculatie als reden te noemen (de mening van de meerderheid in de EU, EU27 41%): Dit geldt voor 48% van de managers (tegenover 36% van de handarbeiders) en 41% van de respondenten die bijna nooit of slechts af en toe moeite hebben met het betalen van hun rekeningen (tegenover 36% van degenen die dergelijke problemen meestal wel hebben). Deze mening wordt ook meer gedeeld door mensen die denken dat er al weer sprake is van een terugkeer naar groei (48%, tegenover 37% van degenen die denken dat de crisis nog vele jaren gaat duren)

57 Basis: Vraag aan degenen die in principe voorstander zijn van een belasting op financiële transacties (61% van de steekproef)

58 5.4 Redenen om tegen het eerst invoeren in de Europese Unie van een belasting op financiële transacties te zijn [QA8]: - Europeanen die tegen het alleen in de EU invoeren van een belasting op financiële transacties zijn noemen verschillende redenen voor hun keuze - Van de respondenten die in antwoord op vraag QA6.1 voor een belasting op financiële transacties waren, zeiden sommigen dat ze tegen het eerst alleen invoeren van deze belasting in de EU zijn, indien er geen internationale overeenstemming zou worden bereikt (QA6.3). Deze groep is vervolgens ondervraagd om te achterhalen om welke redenen ze in deze omstandigheden tegen de belasting zijn. Met dit doel kregen de respondenten vier stellingen voorgelegd waaruit ze de voor hen belangrijkste reden moesten kiezen. De antwoorden op deze vraag zijn zeer verschillend. 26% van de respondenten denkt bijvoorbeeld dat het "niet uitvoerbaar" zou zijn en dat "een dergelijke belasting op financiële transacties alleen op mondiaal niveau kan worden ingevoerd". De twee volgende redenen worden allebei in 22% van de antwoorden gekozen: - Het feit dat dit "de concurrentiepositie van de financiële markt zou verzwakken". - Het feit dat dit "alleen Europese financiële spelers zou laten bijdragen aan de kosten van de crisis (22%)". Ten slotte is de laatste reden, waarvoor 21% van de respondenten heeft gekozen, dat dit "een uitstroom van kapitaal uit de EU zou veroorzaken". Basis: Tegenstanders van een belasting op financiële transacties op EU-niveau (14%)

59 Variaties tussen lidstaten Vanwege de zeer kleine basis voor deze vraag, die aan 8% van de totale steekproef is gesteld, is het onmogelijk om numerieke resultaten te geven. We zullen daarom slechts de algemene trends beschrijven. - Het idee dat deze belasting alleen "op mondiaal niveau" kan worden ingevoerd, wordt vooral gesteund in Griekenland, Portugal en Hongarije. Respondenten die het minst geneigd zijn tot het geven van dit antwoord zijn te vinden in Letland en Bulgarije. - Het risico van een verzwakking van de concurrentiepositie van de Europese financiële markt wordt vooral genoemd in het noorden van de Europese Unie: Denemarken, Finland, Nederland, Slowakije en Oostenrijk: Respondenten die het minst geneigd zijn deze keuze te maken, zijn te vinden in Roemenië en Estland. - Het idee dat dit "alleen Europese financiële spelers zou laten bijdragen aan de kosten van de crisis (22%)" is vooral een goede reden voor respondenten in Cyprus, Estland en Griekenland. In Ierland en Polen zijn echter zeer weinig respondenten te vinden die deze mening delen. - Het risico van "een uitstroom van kapitaal uit de EU" wordt vooral genoemd in België, Italië en Polen, en zelden in Roemenië en Griekenland

60 Sociaal-demografische analyse Vanwege de geringe bases moet de sociaal-demografische analyse met behoedzaamheid worden uitgevoerd. - De jongste respondenten waren eerder geneigd om te klagen dat een belasting op financiële transacties op EU-niveau ertoe zou leiden dat alleen Europese financiële spelers zouden bijdragen aan de kosten van de crisis (28% van de jarigen, tegenover 19% van de jarigen). Zij zijn ook meer geneigd (25%, tegenover 19% van de mensen van 55 jaar en ouder) om te geloven dat dit de concurrentiepositie van de Europese financiële markt zou verzwakken. Ze zijn echter het minst geneigd (19%, tegenover 27% van de mensen van 55 jaar en ouder) om te denken dat een dergelijke belasting op financiële transacties alleen op mondiaal niveau kan worden ingevoerd. - Behoren tot een meer kwetsbare sociale groep is een onderscheidende variabele met het oog op het volgende: zowel het opleidingsniveau als de beroepscategorie zijn van invloed op het antwoord. Geïnterviewden die de school hebben verlaten voordat ze zestien jaar oud waren, zijn meer geneigd om te zeggen dat een dergelijke belasting alleen Europese financiële spelers zou laten bijdragen aan de kosten van de crisis (29%, tegenover 7% van de hoogst opgeleiden). Dit geldt ook voor 25% van de huisvrouwen en -mannen en 23% van de werklozen (tegenover 13% van de managers). De laagst opgeleiden zijn echter het minst geneigd (13%, tegenover 26% van de hoogst opgeleiden) om te zeggen dat dit de concurrentiepositie van de Europese financiële markt zou verzwakken. Dit geldt ook voor 17% van de huisvrouwen en -mannen (tegenover 36% van de managers). - Respondenten die denken dat de euro de negatieve effecten van de crisis heeft verzacht zijn meer geneigd om te zeggen dat een belasting in de EU de concurrentiepositie van de Europese financiële markt zou verzwakken (26% tegenover 20% van degenen die niet in een verzachtend effect geloven). Ook denkt 31% van hen (tegenover 23%) dat een dergelijke belasting slechts op een mondiaal niveau kan worden toegepast

61 - Tot slot zijn de meest optimistische respondenten (die zeggen dat er al weer sprake is van een terugkeer van de groei) meer geneigd om te denken dat deze belasting alleen op mondiaal niveau kan worden toegepast (30%, tegenover 22% van de meest pessimistische respondenten). Aan de andere kant zijn respondenten die menen dat de crisis nog vele jaren gaat duren, meer geneigd (30%, tegenover 20% van degenen die zeggen dat er al weer sprake is van een terugkeer van de groei) om te denken dat een dergelijke belasting alleen Europese financiële spelers zou laten bijdragen aan de kosten van de crisis. - Ten slotte leidt de politieke oriëntatie van de respondenten ook tot enige verschillen: links georiënteerde respondenten zijn meer dan rechts georiënteerde respondenten (26%, tegenover 15%) geneigd om te klagen dat door een dergelijke belasting op EU-niveau alleen Europese financiële spelers aan de kosten van de crisis zouden bijdragen. Daar staat tegenover dat zij minder geneigd zijn (19%, tegenover 25%) om te denken dat dit de concurrentiepositie van de Europese financiële markt zou verzwakken

62 Basis: Tegenstanders van een belasting op financiële transacties op EU-niveau (14%)

63 6. Europeanen en voedselzekerheid 6.1 De EU-actie ter bevordering van de voedselzekerheid wordt volledig gesteund door de publieke opinie [QA9.1, 9.2, 9.3 en 9.4] Het Europees Parlement maakt zich zorgen over de grote stijging in de wereldvoedselprijzen die ten dele het gevolg zijn van financiële speculaties in landbouwgrondstoffen. Om een beeld te krijgen van de Europese opinie over dit onderwerp, is de respondenten gevraagd om vier vragen te beantwoorden. - Een grote meerderheid van de Europeanen is groot voorstander van de voorgestelde maatregelen ter ondersteuning van de landbouwsector met behoud van de voedselzekerheid in de wereld - Een grote meerderheid van de Europeanen (95%) zegt het eens te zijn met de volgende stelling: "voedselproducten moeten tegen een redelijke prijs voor consumenten verkrijgbaar zijn, waarbij een behoorlijke levensstandaard voor boeren moet worden gegarandeerd". Slechts 4% van de respondenten "is het oneens" met deze stelling, terwijl 1% geen antwoord heeft gegeven. Meer dan negen op de tien respondenten (92%) zijn ook van mening dat "de EU voedselzekerheid voor haar burgers moet waarborgen door voortzetting van de landbouwactiviteiten in de EU". 6% van de respondenten denkt hier anders over en 2% gaf geen antwoord. Meer dan vier op de vijf respondenten (86%) denken dat "de EU moet meedoen aan de bestrijding van voedselschaarste die de bron is geweest van rellen en sociale bewegingen in verschillende ontwikkelingslanden". Eén op de tien respondenten is het hier niet mee eens en 4% gaf geen antwoord. 86% van de Europeanen staat ook achter de stelling dat "de EU een bijdrage moet leveren aan het opzetten van een wereldwijd systeem van voedselbevoorrading waarmee de voedselvoorziening van bevolkingen en de bestrijding van speculatie met voedselprijzen zou worden gegarandeerd". Net als bij de vorige stelling is slechts 10% van de respondenten het hier niet mee eens, terwijl 4% geen antwoord heeft gegeven

64 Europeanen hebben te kennen gegeven dat ze heel graag zien dat de EU een belangrijke rol speelt in de bestrijding van voedseltekorten: zij zijn van mening dat dit een belangrijke missie voor de Europese Unie en haar instellingen is

65 Variaties tussen lidstaten Hoewel een overweldigende meerderheid van de geïnterviewden zegt het ermee eens te zijn dat "voedselproducten tegen een redelijke prijs voor consumenten verkrijgbaar moeten zijn, waarbij een behoorlijke levensstandaard voor boeren moet worden gegarandeerd" (EU27 95%), komen uit een uitgebreide analyse van de antwoorden enkele verschillen tussen landen naar voren als het erom gaat hoe sterk de mening is. Zo zijn respondenten in Cyprus (93% "volledig mee eens"), Slovenië (85%), Duitsland (83%), Bulgarije en Zweden (82% in beide gevallen) het meest positief. Daarentegen zijn de antwoorden in Portugal (48% "volledig mee eens"), Italië (53%) en Ierland (58%), wat gematigder, hoewel degenen die het ermee eens zijn bij elkaar nog steeds een zeer grote meerderheid vertegenwoordigen: in alle landen is ten minste 90% van de respondenten het eens met deze stelling. - Het idee dat de EU "de voedselzekerheid voor haar burgers moet waarborgen door voortzetting van de landbouwactiviteiten in de EU" (EU27 92%) wordt door een overweldigende meerderheid van de respondenten in de hele EU goedgekeurd, waarbij de respondenten in Denemarken het minst geneigd zijn om hiermee in te stemmen (79%). Uit een gedetailleerde analyse van de antwoorden blijkt dat de sterkste instemming te vinden is in Cyprus (91% "volledig mee eens"-antwoorden), Slovenië (81%) en Bulgarije (80%). Respondenten in Portugal (45% "volledig mee eens"), Italië (47%), Denemarken (48%) en Polen (49%) zijn iets minder stellig. - Meer dan driekwart van de respondenten in alle EU-landen is van mening dat deelname van de Unie "aan de bestrijding van voedselschaarste die de bron is geweest van rellen en sociale bewegingen in verschillende ontwikkelingslanden" (EU27 86%) een goed idee zou zijn. Toch zijn de meningen hierover iets minder stellig dan over de eerste twee stellingen: Opnieuw zijn respondenten in Cyprus meer geneigd om het "volledig eens" te zijn met de stelling dat de Unie moet deelnemen aan de bestrijding van voedseltekorten (86%), gevolgd door Zweden (67%), Slovenië (63%) en Griekenland (61%). Echter, minder dan vier op de tien respondenten uiten deze wens in Tsjechië (37%) of het Verenigd Koninkrijk en Italië (39% in beide gevallen)

66 - 66 -

67 Ten slotte zouden inspanningen van de Europese Unie "voor het opzetten van een wereldwijd systeem van voedselbevoorrading waarmee de voedselvoorziening van bevolkingen en de bestrijding van speculatie met voedselprijzen zouden worden gegarandeerd" (EU27 86%) vooral worden gesteund in Slovenië (97%), Cyprus (96%) en Malta en Slowakije (beide 94%). Hoewel de stelling door een zeer grote meerderheid van de respondenten wordt gesteund, is de steun toch iets minder uitgesproken dan bij de eerste twee stellingen. Hoewel 81% van de respondenten in Cyprus, 73% in Slovenië, 65% in Bulgarije en 61% in zowel Roemenië als Malta het er "volledig mee eens" is dat de EU een bijdrage moet leveren aan het opzetten van een wereldwijd systeem voor de voedselbevoorrading, wordt deze mening slechts door 37% van de respondenten in het Verenigd Koninkrijk, 40% in Italië, 44% in Portugal en 45% in Polen gedeeld

68 - 68 -

69 Sociaal-demografische analyse Na een analyse van de resultaten van deze vier vragen in het licht van sociaaldemografische variabelen worden geen wezenlijke verschillen in de antwoorden aangetoond. Er is zeer brede consensus over het volgende onderwerp: alle respondenten staan achter maatregelen waarmee voor iedereen voedselzekerheid wordt gewaarborgd, met instandhouding van de landbouwsector

70 6.2 Voor de bestrijding van de stijging van voedselprijzen, blijkt agrarische steun voor ontwikkelingslanden de meest effectieve maatregel te zijn [QA10] In een moeilijk economisch klimaat is vooral de kwestie van de stijgende voedselprijzen relevant. Daarom hebben we de respondenten gevraagd wat volgens hen de beste manier is om deze stijgende tendens tegen te gaan. We hebben hun gevraagd uit drie mogelijkheden de maatregel te kiezen die hun het meest effectief leek. - Europeanen denken zeer verschillend over de meest effectieve maatregel om de stijging van voedselprijzen tegen te gaan - Iets meer dan een derde van de Europeanen (34%) denkt dat "steun aan de landbouw in ontwikkelingslanden" de meest effectieve maatregel zou zijn om een stijging in de prijs van voedselproducten te voorkomen. Een iets kleiner aantal (32%) zou daarentegen kiezen voor "het op mondiaal niveau instellen van mechanismen om excessieve speculatie te coördineren en te voorkomen". Ten slotte zou een kwart ervoor kiezen om "de nieuwe Europese instanties voor Financieel Toezicht meer macht te geven om excessieve speculatie te voorkomen"

71 Variaties tussen lidstaten In de hiërarchie van favoriete oplossingen bestaan grote verschillen tussen de lidstaten. - Landen buiten de eurozone zijn er veel meer van overtuigd dan landen binnen de eurozone (respectievelijk 45% en 29%) dat "het steunen van de landbouw in ontwikkelingslanden" een effectieve manier zou zijn voor het bestrijden van de stijging van de voedselprijzen (EU27 34%). Deze maatregel wordt als de meest effectieve beschouwd door 15 lidstaten, aangevoerd door het Verenigd Koninkrijk (58%), Letland (52%), Zweden (51%) en Denemarken (49%). Daarentegen wordt deze maatregel slechts door 16% van de respondenten in Slowakije, 17% in Oostenrijk en 18% in Cyprus genoemd. - "Het op mondiaal niveau instellen van mechanismen om excessieve speculatie te coördineren en te voorkomen" (EU27 32%) is een maatregel die vaker in de eurozone wordt genoemd (35%, tegenover 24% buiten de eurozone). Dit wordt in 10 lidstaten als de meest effectieve maatregel beschouwd, vooral in Cyprus (44%), Spanje (41%) en Italië, Griekenland en Slowakije (alle drie 39%). Deze mening wordt echter door slechts 15% van de respondenten in Malta en 19% in het Verenigd Koninkrijk en Ierland gedeeld. - "De nieuwe Europese instanties voor Financieel Toezicht meer macht geven om excessieve speculatie te voorkomen" (EU27 25%) wordt als de meest effectieve maatregel gezien door respondenten in Oostenrijk (39%), Hongarije (35%) en Litouwen (33%). Deze maatregel wordt ook vaak in Slowakije (38%) en Italië (37%) genoemd. Aan de andere kant wordt dit antwoord het minst vaak gekozen door de respondenten in het Verenigd Koninkrijk (13%), Denemarken (14%) en Letland (15%)

72 - 72 -

73 Sociaal-demografische analyse De verschillen tussen de groepen zijn op dit punt betrekkelijk gering. Toch valt het volgende op: - Vrouwen zijn iets meer dan mannen (respectievelijk 33% en 30%) geneigd om te kiezen voor het op mondiaal niveau instellen van mechanismen om excessieve speculatie te coördineren en te voorkomen. - De jongste respondenten (15-24-jarigen) zijn meer geneigd (41%, tegenover 32% van de jarigen) om te kiezen voor het steunen van de landbouw in ontwikkelingslanden. Ze zijn daarentegen het minst geneigd (27%, tegenover 34% van de jarigen) om voorkeur te geven aan het op mondiaal niveau instellen van mechanismen om excessieve speculatie te coördineren en te voorkomen; en ook het minst geneigd (23%, tegenover 26% van de jarigen) om ervoor te kiezen om de nieuwe Europese instanties voor Financieel Toezicht meer macht te geven om excessieve speculatie te voorkomen. - Respondenten die denken dat de euro de negatieve effecten van de crisis heeft helpen verzachten zijn meer geneigd om te denken dat het geven van meer macht aan de nieuwe Europese instanties voor Financieel Toezicht om excessieve speculatie te voorkomen, de meest effectieve maatregel is voor de bestrijding van de stijgende voedselprijzen (31% tegenover 23% van degenen die niet in een dergelijk verzachtend effect geloven). Deze mening wordt ook gedeeld door 36% van de respondenten die denken dat er in de komende maanden al weer een terugkeer naar groei te zien zal zijn (tegenover 22% van degenen die zeggen dat de crisis waarschijnlijk nog lang gaat duren). - Ten slotte zou 40% van de tegenstanders van een belasting op financiële transacties achter de steun aan de landbouw in ontwikkelingslanden staan (tegenover 32% van de voorstanders van deze belasting). Deze maatregel zou ook de steun krijgen van 38% van de respondenten die zich beter beschermd zouden voelen indien hun land individueel maatregelen zou nemen (tegenover 32% van degenen die liever zien dat hun land in coördinatie met de andere lidstaten maatregelen neemt)

74 - 74 -

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009 Directoraat-generaal voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 13 november 2012 DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Nadere informatie

Analytische samenvatting

Analytische samenvatting Directoraat-generaal communicatie Directoraat C - Betrekkingen met de burgers AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE 24 maart 2009 EUROPEANEN EN DE ECONOMISCHE CRISIS Standard Eurobarometer (EB 71) Bevolking:

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen Algemene directie Communicatie UNIT FOLLOW-UP PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale

Nadere informatie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Beeld van het Europees Parlement in Nederland Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013

Nadere informatie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen Directoraat-generaal Communicatie Directoraat C Betrekkingen met de burgers EENHEID MONITORING PUBLIEKE OPINIE 27/10/2009 EB71.3 Europese verkiezingen 2009 Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt:

Nadere informatie

De Europeanen en de crisis

De Europeanen en de crisis EUROPEES PARLEMENT De Europeanen en de crisis Rapport Veldwerk: Augustus-september 2010 Publicatie: November 2010 Speciale Eurobarometer / Golf 74.1 TNS Opinion & Social NL Eurobaromètre spécial / Vague

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING Directorate-General for Communication Public Opinion Monitoring Unit Brussel, 30 januari 2015 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING Onderzoeksgebied:

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese. Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 15 september 2013 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische

Nadere informatie

Eurobarometer Parlemeter. uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement

Eurobarometer Parlemeter. uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Eurobarometer 76.3 Parlemeter uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Opiniepeiling gecoördineerd door het directoraat-generaal Voorlichting INHOUD INLEIDING...3 SAMENVATTING...5

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1)

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Brussel, 14 oktober 2015 Parlemeter 2015 Deel I De hoofduitdagingen voor

Nadere informatie

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis Directoraat-generaal voorlichting AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Brussel, 26 februari 2013 8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de

Nadere informatie

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014 Directorate-General for Communication PUBLIC OPINION MONITORING UNIT Brussel, oktober 2014 Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014 BEKNOPTE SAMENVATTING Onderzoeksgebied: EU28 Bevolking:

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) SOCIAALDEMOGRAFISCHE FOCUS Deel economie en maatschappij Brussel, oktober

Nadere informatie

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? 2/09/2008-22/10/2008 Er zijn 329 antwoorden op 329 die voldoen aan uw criteria DEELNAME Land DE - Duitsland 55 (16.7%) PL - Polen 41 (12.5%) DK - Denemarken 20

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Betalingsachterstand bij handelstransacties Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 70) Najaar 2008 Analyse

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees Parlement (Standaard EB 70) Najaar 2008 Analyse Directoraat-Generaal Communicatie Directoraat C Betrekkingen met de burgers Eenheid monitoring publieke opinie EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Straatsburg, 12 december 2008 Eurobarometer Europees Parlement

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie Parlemeter 2016 Analytisch overzicht Speciale Eurobarometer van het Europees Parlement STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie Auteur: Jacques Nancy, Afdeling Analyse

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit rapport werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de

Nadere informatie

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) "EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014" Parlemeter deel BEKNOPTE SAMENVATTING

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Parlemeter deel BEKNOPTE SAMENVATTING Directoraat-generaal communicatie Afdeling analyse van de publieke opinie Brussel, december 2013 De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) "EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014"

Nadere informatie

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005 Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 30 november 2015 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter 2015 - Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Nadere informatie

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 86 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE NAJAAR 2016 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België Standaard Eurobarometer 86 Najaar 2016 TNS

Nadere informatie

2 Leveringen van goederen naar

2 Leveringen van goederen naar 2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 - Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting I. Terminologiekwestie

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli.

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Dorstig Europa? Maart 2007 werd een 76 bladzijden tellend rapport gepubliceerd over meningen over Alcohol

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van België Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau 01.06.2004-30.09.2004 Deel I Achtergrondinformatie Land AT - Oostenrijk 1 (1.4)

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Sociale bescherming in belgië

Sociale bescherming in belgië Sociale bescherming in belgië data 2O13 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN 1 AT - Oostenrijk Flutiform 50 Mikrogramm/5 Mikrogramm pro Sprühstoß Druckgasinhalation

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013 Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) Brussel, november 2013 EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende

Nadere informatie

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 88 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE NAJAAR 2017 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in België Standaard Eurobarometer 88 Najaar 2017 TNS

Nadere informatie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van Nederland Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale

Nadere informatie

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2)

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2) Directoraat-generaal voorlichting Afdeling analyse van de publieke opinie Brussel, 14 februari 2013. Parlemeter - november Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2) ANALYTISCHE SAMENVATTING

Nadere informatie

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie Directoraat-generaal Communicatie Directoraat Betrekkingen met de burgers Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 7 maart 2012 8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O16 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 19 maart 2013 Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer Het aantal

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit rapport werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in. Dit document vertegenwoordigt

Nadere informatie

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten FORMULIER VOOR (FACULTATIEF) GEBRUIK DOOR DE OVERHEIDSINSTANTIE DIE OM INFORMATIE VERZOEKT I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het

Nadere informatie

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen. FISCALE IDENTIFICATIENUMMERS (FIN's) FIN's per thema: Structuur 1. AT - Oostenrijk 99-999/9999 9 cijfers Het liggend streepje en de schuine streep zijn niet in alle gevallen verplicht (met het oog op de

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Eurobarometer Standaard 82 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2)

Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2) Directoraat-Generaal Voorlichting AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Brussel, 14 februari 2013 Parlemeter Eurobarometer Europees Parlement (EB/EP 78.2) FOCUS OP GENDER Deze focus op de verschillen

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Code Geboorteland Straatnaam

Code Geboorteland Straatnaam Uitwisseling van informatie op grond van artikel 10, eerste lid van de Landsverordening spaarvermogensheffing Info Beneficial owner (1) Data Beneficial owner (2) Naamgegevens(3) Geboortegegevens (4) Adresgegevens

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Persbericht Auteur: Bertus Buizer, Buizer Advies Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Veredeling en kweek van granen en

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Handelsmerken 0 - DEELNAME

Handelsmerken 0 - DEELNAME Handelsmerken 29/10/2008-31/12/2008 391 antwoorden 0 - DEELNAME Land DE - Duitsland 72 (18.4%) PL - Polen 48 (12.3%) NL - Nederland 31 (7.9%) UK - Verenigd Koninkrijk 23 (5.9%) DA - Denemarken 22 (5.6%)

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk en solidariteit tussen de generaties

Vrijwilligerswerk en solidariteit tussen de generaties EUROPEES PARLEMENT Vrijwilligerswerk en Solidariteit tussen de generaties Verslag Veldwerk: april-mei 2011 Publicatie: oktober 2011 Speciale Eurobarometer / Wave 75.2 TNS Opinion & Social Dit onderzoek

Nadere informatie

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit EEN PARLEMENT, DRIE PLAATSEN 2 BELANGRIJKE EU VERDRAGEN 3 1952* Verdrag van Parijs (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) 1958 Verdrag

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Lees ter voorbereiding de volgende teksten en bekijk de vragen en antwoorden van de quiz. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt. Wat wil en doet

Nadere informatie

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei Gematigde groei Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusie Invloed: Gematigde groei De ontwikkeling in het afzetpotentieel van de belangrijkste afzetmarkten en potentiële groeimarkten. Focus op Europa,

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse Brussel, 2 maart 2009 EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN Samenvattende analyse Aan de vooravond van de internationale vrouwendag en met de Europese verkiezingen in 2009 in het

Nadere informatie

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT EUROPEES PARLEMENT De Parlemeter Eurobaromètre Spécial / Vague 74.3 TNS Opinion & Social Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april 2011 Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering

Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering Europeanen in 2016: Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terrorisme en radicalisering Speciale Eurobarometer van het Europees Parlement STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2015 tijdvak 2 economie CSE GL en TL GT-0233-a-15-2-b Zelfstandig of niet informatiebron 1 Cijfers Kamer van Koophandel over 2013 Starters 113.823 Bedrijfsbeëindigingen 136.640 informatiebron

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU VIVES BRIEFING 2016/06 Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU Klaas Staal Karlstad Universitet 1 GEVOLGEN VAN BREXIT VOOR DE BESLUITVORMING IN DE EU Klaas Staal INLEIDING Op 23 juni 2016 stemmen

Nadere informatie

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. Verhoging tabaksaccijnzen : meer inkomsten en minder rokers PERSBERICHT Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. In België werden er in 2009 11.617 miljoen sigaretten

Nadere informatie