Pedagogisch beleidsplan Zo Kinderopvang 0-4 jaar. Zo aan de Westgroeneweg- Dagopvang 13 januari 2019

Transcriptie

1 Pedagogisch beleidsplan Zo Kinderopvang 0-4 jaar Zo aan de Westgroeneweg- Dagopvang 13 januari 2019

2 Inhoudsopgave Inleiding/voorwoord 1 I. Pedagogische doelstelling: burgerschap en vaardigheden voor de 21 ste eeuw 2 Betrokken 2 Ondernemend 2 Nieuwsgierig 2 II. Wettelijke doelen : emotionele veiligheid, ontwikkeling van competenties en morele ontwikkeling 4 Emotionele veiligheid, waaronder wenbeleid 4 Ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties 8 Gezondheidsontwikkeling 9 Morele ontwikkeling 10 III. Drie pedagogen: volwassenen, kindergroep en omgeving 11 Volwassenen: pedagogisch medewerkers en ouders 11 Groep /andere kinderen 13 Omgeving / ruimte / inrichting / materialen 17 Groepsopbouw en samenstelling groepen 19 Verwijzingen: 21

3 Inleiding/voorwoord Dit is het beleidsplan van Zo Kinderopvang voor de dagopvang (KDV). Dit beleidsplan is een levend document. Dit document is gemaakt voor en door pedagogisch medewerkers, onder begeleiding van de pedagogische staf en in samenspraak met de oudercommissies en de centrale oudercommissie van Zo Kinderopvang. Tijdens verschillende bijeenkomsten in beide regio s waarin Zo Kinderopvang werkt hebben medewerkers en ouders ieder vanuit hun eigen kennis en expertise input geleverd voor dit beleidsplan. Dit proces zorgt voor draagvlak en begrip. De invoering van het beleid wordt daarmee veel eenvoudiger. Afgelopen maanden is het pedagogisch beleidsplan herzien als gevolg van de invoering Wet Kwaliteit Kinderopvang en Innovatie. Waar nodig is aangevuld, terwijl het gedachtengoed van ons pedagogisch beleid gehandhaafd is. Zo Kinderopvang is een decentrale organisatie. Dit is ook te zien in het pedagogisch beleidsplan. Zo Kinderopvang draagt een gezamenlijke visie op pedagogisch beleid uit. We geloven echter ook dat elke vestiging zijn eigen pedagogische identiteit mag hebben, uiteraard binnen de gestelde kwaliteitseisen. De vestigingseigen ideeën en toepassingen zijn in het oranje te vinden in dit plan. We stellen dit document vast voor dit moment en evalueren elke twee jaar. In die periode gaan pedagogisch medewerkers, ondersteund door de vestigingsmanager en de afdeling pedagogiek, verder met de ontwikkeling van de werkwijze en van de eigen competentie. Want bij Zo is iedereen in ontwikkeling. Leidend bij Zo KDV is het persoonlijke contact van de medewerkers met ieder kind en zijn/haar ouders 1. Want opvoeden en ontwikkelen gebeurt het beste in een betrokken relatie met vertrouwde volwassenen. Claudia Bervaes Vestigingsmanager Zo aan de Westgroeneweg 1 Waar ouders staat, bedoelen we ouders of andere vaste verzorgers van het kind 1

4 I. Pedagogische doelstelling: burgerschap en vaardigheden voor de 21 ste eeuw Bij Zo Kinderopvang willen we samen met ouders de kinderen begeleiden naar volwassenheid, een stip aan de horizon. We begeleiden ze naar een toekomst als: Democratische wereldburgers, die goed in hun vel zitten, hun talenten kennen en verder willen ontwikkelen, en zich positief willen inzetten voor de samenleving, met een gezonde leefstijl, een open en geïnteresseerde houding, gemeenschapszin en medeverantwoordelijkheid voor zichzelf en voor de omgeving. Zij doen dat samen met anderen en ieder naar eigen vermogen. Natuurlijk werken we daaraan vanuit de eigenheid van elke leeftijdsfase. Daarbij zijn een veilige hechting, sensitieve responsiviteit van volwassenen, spelen, zelf doen, plezier, creativiteit en humor sleutelbegrippen. In de 21 ste eeuw gaat het daarbij om 21st century skills : Betrokkenheid, ondernemendheid en nieuwsgierigheid. Betrokken Stimuleren van betrokkenheid betekent dat we kinderen ondersteunen om betrokken te zijn in hun activiteiten en spel. Daarmee bedoelen we dan dat ze geconcentreerd in hun activiteit kunnen opgaan zonder zich te laten afleiden. We zorgen ook dat kinderen betrokken raken bij de wereld om hen heen. Die betrokkenheid betekent dat we goed naar elkaar (leren) luisteren zodat we oog krijgen voor de ander / andere kinderen op de groep. Een tweede stap is buiten de eigen groep (andere leeftijdsgroepen). Daarna ook buiten de vestiging, de buitenwereld, de natuur, de samenleving. Ondernemend Een positief zelfbeeld, zelfkennis, vertrouwen in zichzelf en in de omgeving, maken dat kinderen op ontdekking kunnen gaan, initiatieven kunnen nemen en daarmee hun eigen leeromgeving creëren. Een veilige omgeving is daartoe een voorwaarde. Voor iedereen, kinderen, medewerkers en ouders, geldt dat we ons richten op een positieve instelling en een probleemoplossende manier van denken, spelen en werken. We observeren de kinderen, geven ze de ruimte om zelf te ondernemen èn bieden uitdagingen om kinderen uit de tent te lokken. We zien wanneer de activiteit van kinderen niet verder komt zodat we ze op het juiste moment verder kunnen helpen. We helpen kinderen succeservaringen op te doen die het zelfvertrouwen vergroten. Nieuwsgierig Om kinderen toe te rusten op een leven lang leren en te zorgen dat kinderen nieuwsgierig en leergierig worden, geven we ze letterlijk en figuurlijk de ruimte, een veilige omgeving en een aanbod in materialen en activiteiten om te leren en ontdekken. Een veilige omgeving betekent ook leren omgaan met risico s. Bijvoorbeeld omgaan met volwassenenmateriaal, klimmen en springen waarbij je kunt vallen. Hygiëne betekent dat kinderen het onderscheid leren tussen gewoon vuil (modder) en gevaarlijk vuil (poep). Jonge kinderen prikkelen we door een aanbod in snoezelactiviteiten, waardoor ze zich bewust worden van hun zintuigen. In de communicatie met kinderen stellen we open vragen. Dat zijn vragen zonder verwachting of invulling. Dus niet: welke kleur is dit, maar wel: wat is hier veel te zien hé, wat zien we hier allemaal? 2

5 Pedagogisch medewerkers en ouders zijn rolmodel. Zo ondersteunt haar medewerkers dan ook om zich verder te ontwikkelen in betrokkenheid, ondernemendheid en nieuwsgierigheid. Voor medewerkers en ouders is een voorwaarde, dat zij gelijkwaardige partners zijn. In werkoverleg en in teamoverleg bespreken medewerkers met elkaar wat bovenstaande voor hen betekent en hoe ze daaraan werken. 3

6 II. Wettelijke doelen : emotionele veiligheid, ontwikkeling van competenties en morele ontwikkeling Emotionele veiligheid, waaronder wenbeleid Emotionele veiligheid is de eerste voorwaarde voor ontwikkeling. We verdiepen ons in de kinderen en zorgen dat we ze goed leren kennen en dus ook goed op ze kunnen reageren. We maken kinderen duidelijk dat ze mogen zijn wie ze zijn en respecteren ze in hun eigenheid. Zo Kinderopvang zorgt voor vaste medewerkers op de groepen die met ieder kind een liefdevolle relatie aangaan, waardoor kinderen in de groep goed kunnen hechten. Voor het eerst naar een kindercentrum is voor baby s een stressvolle gebeurtenis. Stress heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van de hersenen van baby s. Daarom is zorgvuldig wennen van groot belang. Door te zorgen voor zoveel mogelijk continuïteit tussen thuis en de babygroep proberen we de stress zo laag mogelijk te houden. Het wennen als het kind de eerste keer komt en het wennen bij de overgang naar een volgende groep en naar de BSO is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en medewerkers. Daarom stellen wij bij de intake samen met de betreffende ouders een wenplan op. Nieuwe kinderen Niet alleen de kinderen maar ook de ouders moeten wennen aan een nieuwe situatie. Minimaal twee weken voordat de opvang start, wordt u door één van onze pedagogische medewerkers (telefonische) benaderd voor het bepalen we het wenplan. Voor het intake gesprek op de groep, heeft de medewerker telefonisch contact met de ouders, hierin worden belangrijke onderwerpen alvast doorgenomen met betrekking tot de eerste keren oefenen op de opvang, en wat belangrijk is voor het kindje om mee te nemen tijdens dit oefenmoment. Voor het eerste oefenmoment vind de intake plaats. De medewerker neemt samen met de ouder het kindgegevensformulier door en bespreekt alles wat belangrijk is voor het eerste momentje spelen bij ons op de groep. We vragen u om het volgende mee te nemen bij deze eerste afspraak: voeding voor de baby als het kind andere voeding dan de verstrekte voeding krijgt, speentje, eigen flesje als u dit wilt, reservekleding, iets vertrouwds van thuis: een knuffeltje of doekje waaraan het kind gehecht is; eventueel een foto van het gezin. In alle wensituaties maar met name bij dreumesen / peuters die van buiten komen, vragen we ouders om even met hun kind mee te komen spelen op de groep, om te zien wat daar gebeurt. Niet alleen de kinderen, ook de ouders moeten wennen. Kinderen kunnen zo in de veilige nabijheid van de ouders de medewerkers, de omgeving en de andere kinderen leren kennen. Bij baby s vragen we de ouders of ze willen voordoen hoe ze hun kind verzorgen, of dat ze nog bepaalde handelingen willen bespreken. Wij nemen dan zoveel mogelijk hun handelingen over. 4

7 Overstap naar nieuwe groep Tijdens de groepsoverleggen (om de 8 a 10 weken) wordt er door de pedagogische medewerkers besproken hoe het gaat met de kinderen op de groep en of er eventueel al kinderen toe zijn om door te stromen naar de volgende groep. Voorafgaand aan de overstap naar de volgende groep vertelt de pedagogisch medewerker ongeveer een maand van te voren aan de ouders wanneer en naar welke groep het kind over zal gaan. De medewerk(st)ers stelt de ouders voor aan de pedagogisch medewerker(s) van de nieuwe groep. Men kan een oudergesprek voeren met de pedagogisch medewerker van de nieuwe groep, waarbij zij u de groep laten zien en uitleg geven hoe een dag op de nieuwe groep eruit ziet en welke regels er gelden. Ook bespreken we samen met ouders hoe we het wennen op de nieuwe groep het beste kunnen aanpakken. We plannen samen wenmomenten in en bepalen samen of u aanwezig bent bij het wennen of niet. De eerste keer zal het kind altijd begeleid worden door de vaste pedagogisch medewerker als het naar de nieuwe groep gaat. De gemaakte wenafspraken worden schriftelijk vastgelegd voor de ouders. Dit wordt vermeld op de kaart Zo ik mag wennen. Overdracht naar de basisschool Met de basisscholen hebben wij een goede samenwerking. Kinderen die doorstromen naar de basisschool worden indien mogelijk warm overgedragen aan de betreffende leerkracht. Dit wordt gedaan aan de hand van Mijn portret ( met toestemming van ouders), die mondeling wordt doorgenomen met de leerkracht. Ook kan er een overdracht plaatsvinden door middel van overdrachtsdocumenten. Deze gaan via de ouder naar de basisschool toe. Daarnaast hebben de kleutergroepen van basisschool de Petrus & Paulus en de peutergroep, PSZ de Dobbelsteen en van Zo aan de Westgroeneweg gemeenschappelijke activiteiten waarbij samenzijn, samen doen en samen avonturen beleven centraal staan. Overstap van het KDV naar de BSO Voordat een kind vanuit de peutergroep doorstroomt vindt er een overdracht plaats tussen de KDV pedagogisch medewerker en BSO pedagogisch medewerker, met als doel de overgang tussen beide groepen zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. Daarnaast wordt er met elkaar gekeken wanneer het kind het beste kan wennen op de BSO. Dit in verband met de samenstelling van de groep en de kindaantallen op de desbetreffende dag. Op deze dag kunnen ouders en kind kennis maken met de BSO en haar pedagogisch medewerkers. Tijdens het wennen krijgen kinderen een rondleiding met uitleg en leren ze de kinderen op de BSO kennen. Er worden over het algemeen minimaal twee dagdelen afgesproken om te wennen. Dagritme & rituelen Kinderen voelen zich veilig als er voldoende structuur is in de groep. Dat doen we door het gebruik van vaste rituelen bij dagelijks terugkerende activiteiten en bij bijvoorbeeld het afscheid nemen. We hanteren een duidelijk dagritme en we zijn duidelijk en consequent in het hanteren van afspraken en grenzen. Deze regels zijn vastgelegd en zitten in de groepsmap die liggen in de groep. Het dagritme waarmee gewerkt wordt past bij de ontwikkeling van de kinderen. Dit betekend dat op de babygroep in eerste instantie het dagritme van thuis wordt over genomen, de voedings- en slaapmomenten sluiten aan bij de behoeften van het kind. Naar mate ze ouder worden gaan de kinderen langzaam aan naar het ritme van de babygroep en later naar het ritme van de peutergroep. Het dagritme van de groep heeft een goede balans tussen rust, individuele activiteiten, groepsactiviteiten, structuur en flexibiliteit. 5

8 Ritme Ballonnen 7: uur Kinderen worden gebracht uur Ochtend ritueel; het goede morgen liedje & interactief voorlezen uur Eetmoment: Fruit(hapje) met drinken uur Verschoonmoment uur Thema activiteit / Slapen uur Eetmoment: Boterham of warme maaltijd eten en drinken uur Verschoonmoment uur Ochtend kinderen gaan naar huis uur Middag kinderen worden gebracht uur Slapen/ Thema activiteit uur Eetmoment: drinken en cracker/ rijstwafel of iets dergelijks uur Thema activiteit/ Slapen uur Rauw groente moment met drinken uur Verschoonmoment uur Kinderen worden opgehaald Ritme Vliegers: 7: uur Kinderen worden gebracht uur Vrij Spel Ochtend ritueel; het goedemorgen liedje & kringgesprekje of interactief voorlezen uur Eetmoment: Fruit(hapje) met drinken uur Verschoonmoment / toiletmoment uur Buitenspelen anders bewegen in activiteiten ruimte uur Thema activiteit of gericht spelen uur Eetmoment: Boterham of warme maaltijd eten en drinken uur Verschoonmoment / toiletmoment uur Ochtend kinderen gaan naar huis uur Middag kinderen worden gebracht uur Slapen / rustmoment uur Eetmoment: drinken en cracker/ rijstwafel of iets dergelijks uur Verschoonmoment / toiletmoment uur Thema activiteit / buiten spel / gericht vrij spel uur Rauw groentemoment met drinken uur Verschoonmoment / toiletmoment uur Kleine activiteit (zoals kleien) aan tafel uur Kinderen worden opgehaald 6

9 Rituelen Wanneer er een nieuw activiteitmoment aanbreekt wordt er opgeruimd. Dit doen we met z n allen samen en natuurlijk helpt de pedagogisch medewerker ook mee. Dit wordt bij de Vliegers ondersteund met een opruimliedje. Het is niet alleen leuk om samen de ruimte netjes te houden, maar daarbij leer je de kinderen ook dat opruimen erbij hoort. En doordat ze kleine taakjes krijgen die ze gemakkelijk juist kunnen uitvoeren, krijgen ze een groter gevoel van zelfvertrouwen omdat het hen is gelukt. Dit wordt dan ook afgesloten met een compliment. Voordat kinderen aan tafel gaan voor het eten, wordt er opgeruimd. Daarna gaan zij aan tafel en al voor ze gaan eten, zingen ze eerst een liedje: smakelijk eten, smakelijk drinken. Kinderen weten hierdoor goed dat het eetmoment is aangebroken, daarnaast is het voor de kinderen leerzaam en leuk om te zingen. Wanneer het bedtijd is bij de Vliegers (2 tot 4 jaar), worden de kinderen geholpen met het uitkleden, verschonen en naar de WC gaan. Als iedereen klaar is om naar bed te gaan worden de kinderen voorgelezen uit een (thema) boek om zo tot rust te komen voor het slapen en daarna gaan ze lekker naar bed en worden ze ingestopt. Verjaardagen vieren Op locatie Zo aan de Westgroeneweg vieren we de verjaardagen van de kinderen door de groep te versieren met slingers en wordt de speciale verjaardagstoel klaar gemaakt met naam en leeftijd erop. De jarige krijgt een mooie kroon. Er is een verjaardagstaart waarbij er samen met de kinderen gekeken wordt hoe oud het kind wordt en hoeveel kaarsjes (lichtjes) er op de taart moeten. Daarna wordt er samen met elkaar verjaardagsliedjes gezongen en met muziekinstrumentjes muziek gemaakt. De jarige wordt gefeliciteerd door de andere kinderen en mag dan trakteren. Wij hanteren een gezond voedingsbeleid dit geld ook voor traktaties. Voor idee kunt u terecht bij de medewerkers op de groep. Sociaal emotionele veiligheid babygroep Kinderen voelen zich veilig als er voldoende structuur is in de groep. Dat doen we door het gebruik van vaste rituelen bij dagelijks terugkerende activiteiten en bij bijvoorbeeld het afscheid nemen. We hanteren een duidelijk dagritme en we zijn duidelijk en consequent in het hanteren van afspraken en grenzen. We zijn ons bewust van de hoeveelheid prikkels in een dagopvanggroep en proberen die dan ook te beperken. Dat geldt zeker voor baby s gedurende de wenperiode en bij de breng- en haalmomenten. Dit ziet u onder andere terug in: Wij maken gebruik van vaste pedagogisch medewerkers op de babygroep, die een specifiek aanvullende cursus babypedagogiek hebben gevolgd de manier waarop wij omgaan met het opstarten, afsluiten, samenvoegen van groepen (verder in dit document) benoemen aan de baby s wat je doet, voorspelbaar zijn zodat het kind weet waar hij aan toe is. in behoeftes van baby s zo snel mogelijk voorzien. het dagelijks creëren van rustmomenten, bijvoorbeeld een boekje lezen, naar muziek luisteren of even alleen in de (grond)box spelen. Daarnaast de inzet van het snoezelen om kinderen meer te laten ontspannen. het kind laten merken dat je er bent, bijvoorbeeld door te praten of te zingen. Zodat het kind zich vertrouwd (gaat) voelen. gekozen kleuren op de groepen, m.n. op de babygroep worden zachte kleuren gebruikt. het zo veel mogelijk waarborgen van de drie R s Rust, Reinheid en Regelmaat. Waarbij we een vierde R bijvoegen namelijk Respect voor de eigenheid van het kind. 7

10 Samenwerking met ouders is belangrijk voor de emotionele veiligheid van de kinderen. Daarom streven we naar een hoge ouderbetrokkenheid. In dialoog met ouders wisselen we ideeën en belangen uit. We vragen ook ouders om duidelijk te zijn naar hun kind over wat er gebeurt, wanneer ze weggaan enzovoort. Samen zorgen we voor rustige en duidelijke ontvangst- en afscheidsmomenten. Voor alle situaties geldt dat we kijken naar de behoeften en het karakter van het individuele kind. Ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties Emotionele veiligheid en (zelf)vertrouwen maakt dat kinderen op verkenning kunnen gaan. We ondersteunen kinderen om zich te ontwikkelen op een speelse manier, door zelf spelen, onderzoeken en ervaren. Kinderen ontdekken wie ze zijn, ontdekken hun ik, als ze zich gehoord weten, als ze zelf mogen doen wat ze zelf kunnen. Medewerkers tonen daarbij geduld en maken beurten in de interactie (respect voor autonomie). Wij stimuleren de zelfstandigheid en scheppen veel mogelijkheden waarin kinderen zelf kunnen kiezen. Als kinderen betrokken spelen, ontwikkelen ze zich. Daarom organiseren we een aanbod en situaties in de groep waardoor kinderen komen tot betrokken spel. Dat doen we door het ontwikkelen van betekenisvolle themaactiviteiten. Het aanbod betreft alle ontwikkelingsdomeinen uit het Pedagogisch Kader Kinderopvang 0-4, waarbij medewerkers de ontwikkellijnen per ontwikkelingsfase hanteren voor: bewegen en zintuiglijk ervaren samen spelen en samenleven taal en communicatie natuur en fysieke omgeving ordenen, meten en rekenen geluid en muziek, dans en beweging beeldende expressie Deze ontwikkellijnen zijn in trainingen uitgezet en geïntroduceerd. De thema s zijn op beide groepen anders ingericht. Zo gaat de babygroep in op de seizoenen. De peuters hebben hun eigen jaarprogramma. De groepen worden aangekleed, zodat het thema ook daadwerkelijk gaat leven voor de kinderen. De activiteiten per groep worden aangepast op de ontwikkelingsleeftijd van de kinderen in de groep. En per groep wordt uiteraard de activiteit afgestemd op de mogelijkheden van het kind. Waarbij kinderen geprikkeld worden iets nieuws te ontdekken en te leren, maar niet overvraagd worden in hun kunnen. Zo wordt er bijvoorbeeld met de kinderen geverfd, het ene kind doet dit met een groot penseel wat gemakkelijk is vast te houden en het andere kind krijgt een fijn penseel zodat het kan oefenen met de pincetgreep. Voordeel van deze werkwijze is dat de kinderen met zoveel mogelijk ontwikkelingsgebieden spelenderwijs en actief kennismaken, binnen de vertrouwde en veilige omgeving van de eigen locatie en de vaste medewerkers. Elke groep beschikt over een leeshoek en we lezen dagelijks samen met de kinderen. We vinden lezen en voorlezen erg belangrijk binnen Zo Kinderopvang. Sabine Huijgens is onze voorleescoördinator en heeft op locatie een uitgebreide nieuwe boekencollectie samengesteld en aangeschaft met haar collega s. Elke groep beschikt over een leeshoek en we lezen dagelijks samen met de kinderen. We lezen dan ook interactief voor. Interactief wil zeggen dat er aan de hand van een (thema)boekje samen met de kinderen gelezen wordt. We vragen daarbij aan de kinderen wat ze zien op het plaatje of praat met de kinderen over de moeilijke woorden. Of wanneer het gaat over dieren, vragen wij of kinderen huisdieren hebben. Op deze manier wordt er met de kinderen over allerlei dingen gesproken. 8

11 Op de peutergroep wordt de dag gestart met een goedemorgen ritueel waarbij de kinderen elkaar welkom heten. Daarna wordt er met de kinderen gepraat over allerlei (actuele) zaken wat de kinderen bezighoudt. Dit kan zijn wat ze in het weekend hebben gedaan, iets wat ze thuis hebben meegemaakt of over het thema. Op deze manier zijn kinderen actief met taal bezig. We observeren ieder kind individueel, gericht op welbevinden, betrokkenheid en ontwikkeling. We helpen kinderen om te reflecteren op hun eigen activiteiten en gedrag. We stimuleren samenspel. We belonen kinderen door positieve feedback (successen laten ervaren en benoemen), of door complimenten te geven voor de intentie in plaats van voor het resultaat (niet: goed zo, maar: wat heb jij hard gewerkt! ). We houden bij ons aanbod rekening met 3 niveaus van leren: Voorzeggen, voordoen Zelf te doen en ervaren Zelf iets willen ontdekken en uitzoeken Ook als we zelf meespelen of nieuwe materialen of ervaringen aanbieden, streven we ernaar om kinderen zelf te laten ontdekken en uitzoeken. Op dat niveau bereiken we de hoogste betrokkenheid ( deep level learning ). Door regelmatige documentatie, in ouderbijeenkomsten en met een kindvolgsysteem, brengen medewerkers en ouders naar elkaar in beeld hoe die ontwikkeling gaat en wat de kinderen in de groep en thuis beleven. Ouders worden graag betrokken bij de dagelijkse activiteiten van de groep. We gaan regelmatig met ouders in gesprek over de ontwikkeling van hun kind en hoe we die in de groep en thuis ondersteunen. Kindvolgmodel Om te bepalen hoe kinderen ontwikkelen, gebruiken wij het kindvolgmodel Mijn Portret. Dit instrument leert ons het kind kennen; de ontwikkeling van een kind te volgen met bijzondere aandacht voor welbevinden (Hoe goed voelt dit kind zich?) en betrokkenheid (Hoe geboeid is het kind bezig?) en de talenten van een kind te ontdekken, te zoeken naar de interessegebieden van elk kind en zijn/haar relaties met anderen. De ontwikkeling wordt gevolgd in negen ontwikkelingsgebieden: grove motoriek, kleine motoriek, taal, sociale ontwikkeling, logisch en wiskundig begrijpen van de fysische wereld, goed in je vel zitten, muzische expressie en zelfsturing/ondernemen. Hierbij ligt de nadruk telkens op het positieve: op wat het kind allemaal al kan en leuk vindt, en niet op wat het niet kan. Aan de hand van deze observatie stellen pedagogische medewerkers zich de vraag hoe zorgen we voor meer welbevinden, betrokkenheid en ontwikkeling? Zo worden kinderen optimaal geprikkeld om zich verder te kunnen ontwikkelen. Dit wordt vastgelegd in het document van Mijn Portret. Ouders geven bij inschrijving toestemming om het dossier te mogen overleggen en/of te bespreken met derden, bijvoorbeeld consultatiebureau of basisschool. Dit gebeurt wanneer ouders akkoord zijn met de inhoud van het document. Minimaal één keer per jaar wordt er een oudergesprek gepland met de ouder om met elkaar te praten over de ontwikkeling van het kind. Dit is meestal rond de verjaardag van het kind. Daarbij vormt het ingevulde document Mijn Portret het uitgangspunt voor het gesprek. Waarbij er samen met de ouder besproken wordt hoe betrokken het kind is en hoe het staat met het welbevinden van het kind. En hoe dit zich verhoudt tot de verdere ontwikkeling van het kind. Indien een kind een afwijking in de ontwikkeling laat zien die reden tot zorg geeft, verwijzen we de ouders door naar passende instanties. Voor meer informatie hoe wij omgaan met kinderen waarover we ons zorgen maken, verwijzen we naar ons zorgprotocol. Gezondheidsontwikkeling 9

12 Gezondheid is een belangrijke voorwaarde voor het ontwikkelen van je competenties. We ondersteunen ouders die op de vestiging willen voeden en creëren in overleg een plek waar ze dat rustig kunnen doen. Bij afgekolfde borstvoeding volgen wij de hygiëne- en bewaarrichtlijnen van het Voedingscentrum. We voeren een voedingsbeleid waarbij medewerkers en kinderen in overleg met ouders grote vrijheid hebben in het bepalen van het aanbod en waarbij kinderen waar mogelijk worden betrokken bij het bereiden en bepalen van het aanbod, zodat ze zelf bewust worden van wat ze eten, wat er in zit, enzovoort. Onze inhoudelijke visie op voeding is uitgebreid beschreven in de beleidsnotitie voeding. Maaltijden en eetmomenten zijn ook pedagogische activiteiten. Op onze locatie ligt de focus op minder zoet, minder zout en meer variatie. We geven de kinderen naast verdunde diksap, zoveel mogelijk thee, water en melk. We stimuleren de smaakontwikkeling van de kinderen door ze verschillende, bij de leeftijd passende, levensmiddelen te laten proeven. Minimaal één keer per week maken we (samen met de kinderen) een warme maaltijd voor de kinderen. Daarnaast bieden we ook minimaal één keer per week een vervanger van broodbeleg zoals vleeswaren of kaas. Denk daarbij aan een eitje, tonijn en hummus. Op een dag hebben we vier eetmomenten. Wat we eten varieert per dag. U kunt hierbij denken aan: fruit, bruin brood, cracker, rijstwafel, soepstengel, yoghurt, eitje, soep, rauwe groenten (komkommer, tomaat) etc. We vragen ouders om ook bij traktaties rekening te houden met dit beleid. Zo mogelijk gaan we dagelijks naar buiten. We stimuleren ook binnen bewegingsactiviteiten. Binnen Zo Kinderopvang streven we ernaar om kinderen een gezonde levensstijl bij te brengen, naast gezonde voeding hoort hierbij ook voldoende beweging. Het is belangrijk dat kinderen op een jonge leeftijd ervaren dat bewegen leuk is en ze hierdoor op latere leeftijd ook graag bewegen. Daarom streven we ernaar dat er elke dag met de kinderen een bewegingsactiviteit wordt gedaan. Dit varieert van bewegen op muziek tot buitenspelen. De babygroep is zo ingericht dat kinderen gestimuleerd worden om te bewegen, te klimmen of ergens onder door te kruipen om zo hun nieuwsgierigheid en hun grove motoriek te prikkelen. Ons streven is om te zorgen dat alle kinderen dagelijks buiten komen. Zelfs bij een beetje regen gaan wij naar buiten en hebben we voldoende kaplaarsjes in huis voor de grotere kinderen. Voor de allerkleinste kinderen op het kinderdagverblijf hebben we een babytuin ingericht, zodat baby s rustig op hun ontwikkelingsniveau de natuur kunnen ervaren. In onze babytuin is gras te vinden, bamboe en losse kleine speelattributen die we uit de schuur halen als we naar buiten gaan. Ook gaan we met de kinderen vaak wandelen met de bolderkar en/of wandelwagens. Door samen met de kinderen naar het park te gaan om eendjes te voeren, naar de speeltuin te gaan of naar de winkel voor boodschappen vergroten we letterlijk de wereld van de kinderen. En doen ze meer en meer ervaring op in de grotemensenwereld. Morele ontwikkeling Kinderen leren wat goed is en wat niet, door structuur, zoals dagelijkse rituelen (samen aan tafel zitten om te eten bijvoorbeeld), omgangsnormen, rekening houden met elkaar. Zoveel mogelijk zoeken we samen met kinderen uit wat goed is en wat niet. Zo helpen we hen om zich normen en waarden eigen te maken in plaats van ze op te leggen omdat dat nou eenmaal zo is. Zelf zijn we als medewerker rolmodel en consequent in het overdragen van normen en waarden, regels en ritmes. We gebruiken kinderboeken met thema s die aanleiding geven tot praten en nadenken over morele items. We communiceren met de ouders en verwachten van de ouders dat zij hun normen en waarden en hun belangen kenbaar maken. Op basis van die uitwisseling proberen we zoveel mogelijk gelijke lijnen te trekken. 10

13 III. Drie pedagogen: volwassenen, kindergroep en omgeving Volwassenen: pedagogisch medewerkers en ouders Ouderbetrokkenheid betreft het uitwisselen van ideeën en meningen; medewerkers zien een mening van een ouder als een teken van betrokkenheid. Dat is goed voor de kinderen en voor de kinderopvang. Het gaat ook over het inschakelen van ouders bij het gebeuren in de groep en de vestiging, bijvoorbeeld door ouders uit te nodigen bij de nationale voorleesdagen of andere gebeurtenissen. Er is intensieve, zo mogelijke dagelijkse interactie en uitwisseling tussen ouders en medewerkers die op die dag op de groep staan. We werken samen aan de ontwikkeling van kinderen en bespreken dus wat de kinderen in de groep en thuis hebben meegemaakt, hoe we thuis en in de groep omgaan met eten en slapen, hoe we zullen werken aan zindelijkheid, omgaan met speen en knuffels, enz. Dagelijks dragen we wederzijds over wat het kind heeft meegemaakt. Door een overdrachtsgesprek, door documentatie (bijvoorbeeld foto s) op de groep en op de website. Haal- en brengmomenten Aan het begin en eind van de dag houden wij een overdrachtsgesprek met de ouders. Tijdens brengmomenten van de kinderen horen wij graag hoe het met het kind gaat en of er eventuele bijzonderheden zijn waar we rekening mee moeten houden op de opvang. Bij de allerkleinste kinderen willen we graag weten wanneer ze voor het laatst gedronken hebben en wanneer ze uit bed zijn gekomen. Op deze manier zijn de pedagogische medewerkers goed geïnformeerd om ervoor te zorgen dat kinderen zich prettig kunnen voelen op de opvang. Aan het eind van de dag vertellen we aan de ouders hoe het is gegaan. We vertellen wat het kind gedaan heeft en wat ons is opgevallen. Op onze dagritmevellen kan de ouder zien wat/hoeveel het kind gegeten en gedronken heeft en hoe lang het kind heeft geslapen. Wij streven naar een effectief haal- en brengmoment voor ouders. Dit bereiken we door de groep in te richten met speelhoekjes, waardoor kinderen zelfstandig kunnen spelen. Op die manier kan de pedagogisch medewerker rustiger met een ouder communiceren. Ook zorgen we dat er voldoende (volgens wettelijke kaders) pedagogisch medewerkers aanwezig zijn voor de overdracht. Ook is de vestigingsmanager of adjunct regelmatig aanwezig op de vestiging om vragen van ouders te beantwoorden en pedagogisch medewerkers te coachen. Schriftjes Voor elk kind hebben wij een schriftje. Tot ongeveer 1 jaar schrijven we in het schriftje; hoe laat en wanneer uw kind gedronken heeft en hoeveel, wat de slaaptijden zijn geweest, hoe de verschoonmomenten zijn geweest en eventuele andere bijzonderheden. Verder wordt er wekelijks in het schriftje geschreven wat we zien bij het kind qua ontwikkeling. Dit schriftje geven we mee aan ouders en we vragen hen om ook terug te schrijven. Zo ontstaat een dagboek voor het kind. Dit doen we tot 2 jaar. Weekoverzicht en nieuwsbrief Ouders ontvangen wekelijks een weekoverzicht van de locatie. Daarin vertellen we wat we komende week gaan doen aan activiteiten en wat het thema is. Ook staat de personele bezetting van de komende week vermeld in 11

14 deze weekoverzichten en wie er vakantie heeft van de medewerkers. Dit zodat u en uw kind goed voorbereid zijn wat komen gaat. Organisatiebreed wordt er nog een nieuwsbrief per kwartaal uitgebracht, daarin krijgen ouders meer achtergrondinformatie over onze opvang. Social Media Ook gebruiken we Facebook en onze website om zoveel mogelijk van wat wij doen te laten zien en onze organisatie te promoten. Hierbij gebruiken we ook foto s van onze activiteiten. Ouders geven toestemming voor het gebruik van foto s voor externe doeleinden. Mijn album We maken veel foto s van onze activiteiten. Deze foto s plaatsen we vanaf 2019 weer op een beveiligde website waar ouders de foto s kunnen bewonderen. Mentorschap Aan elk kind wijzen we één van de medewerkers toe als mentor. Als er een nieuw kind start, hoort de ouder in het intakegesprek wie de mentor van het kind zal zijn (kindgegevensformulier). Zodra de mentor is aangewezen, stelt zij zich als mentor voor aan de ouders De mentor bespreekt met de collega s hoe het gaat en voert met de ouders een evaluatiegesprek, tenminste in het jaarlijkse oudergesprek, na de eerste 6 weken (wenperiode) en bij de overgang naar een andere groep. Hierbij gebruikt zij het kindvolgmodel. De pedagogisch medewerker is rolmodel voor de kinderen. Voor kinderen is het dan ook belangrijk om zich met vrouwen en met mannen te kunnen identificeren. Om die reden streeft Zo Kinderopvang naar meer mannelijke pedagogisch medewerkers in haar personeelsbestand. Vaste pedagogisch medewerkers bieden kinderen veiligheid. Ze zijn positief en goed in het benoemen van successen. 12

15 Lerende organisatie en ontwikkeling medewerkers Zo Kinderopvang werkt aan voortgaande professionaliteit van medewerkers. Medewerkers ontvangen allemaal video-interactietraining. Daarmee werken wij aan steeds betere interactievaardigheden. Zo is een Lerende Organisatie waar iedereen permanent leert, kinderen, medewerkers, ouders en management. Elke pedagogisch medewerker heeft voor zichzelf in beeld welke pedagogische vaardigheden hij/zij verder wil ontwikkelen en krijgt daarvoor minimaal eens per jaar coaching on the job door een pedagogisch coach. We stellen het op prijs als medewerkers extra talenten waarover ze beschikken, willen inzetten, bijvoorbeeld in de vorm van kinderworkshops. Teamleren doen we in het teamoverleg en door uitwisseling van good practices in de medewerkersnieuwsbrief en op Facebook. Alle medewerkers beschikken over kinder-ehbo. Daarbovenop is er een jaarlijks opleidingsprogramma. Groep /andere kinderen Het werken met vaste gezichten biedt veiligheid en maakt dat een groep als groep goed functioneert. Dat geldt voor medewerkers, maar ook voor kinderen onderling. We hanteren vaste rituelen zoals steeds dezelfde liedjes als een ritueel. Met structuur, rituelen en vaste gewoontes creëren we rust. Het groepsgevoel vergroten we bij het vieren van feestjes. De samenstelling van de groep kan het groepsklimaat sterk beïnvloeden. We houden daarom goed in de gaten dat ieder kind wordt gezien en gehoord. En dat we voldoende aan zijn behoeften tegemoet kunnen komen, ongeacht het aantal kinderen, jongens of meisjes, oudsten en jongsten. We stimuleren het samen spelen door het activiteitenaanbod (aanbod in kleine groepjes). In vrij spel doen we dat door speelplekken zodanig in te richten dat kinderen gemakkelijk samen kunnen spelen. We spelen zelf met de kinderen mee als we denken dat we daardoor het samenspel kunnen verdiepen. Maar we geven kinderen ook voldoende ruimte om zelf samen te spelen en bijvoorbeeld kleine conflicten zelf op te lossen. Voor alle kinderen zorgen we dat er naast alle samenspel ook gelegenheid is om zich even alleen of met zijn tweeën in een rustig hoekje terug te kunnen trekken. Soms moeten groepen worden samengevoegd. We hanteren daarbij de drie pijlers : streven naar continuïteit in medewerker, andere kinderen en groepsruimte en zorgen ervoor dat kinderen zich veilig kunnen voelen en niet overprikkeld raken. Voor de samenstelling van de stamgroepen en de roosters met de 3-uursregeling, zie bijlage. Samenvoegen van stamgroepen Drie pijlers Het Zo Stoplicht Zo onderscheidt drie pijlers die zorgen voor de continuïteit voor de kinderen, te weten; 1)de vaste pedagogisch medewerker; 2)de vaste groepsruimte; 3)de vaste groepsgenoten. Zo heeft met deze pijlers het Zo Stoplicht ontwikkeld. Als wij groepen samenvoegen, dan doen we dat aan de hand van het Zo-stoplicht. Ons streven is dan om minimaal één van de drie pijlers voor het kind in stand te houden. Ballonnen De Ballonnen hebben 2 basis pedagogische medewerkers, te weten: - Kristel Vijfhoek 13

16 - Dominique Baan De Ballonnen hebben een derde vaste basisleidster bij inzet van 3 medewerkers op een dag. De derde vaste pedagogisch medewerker is: - Jozia van Meer Door de groepsgrootte op een aantal dagen maken we gebruik van een vierde leidster op de babygroep. Deze leidster is een bekende medewerker voor de kinderen en werkt 3 dagen per week mee op de groep naast haar werk als vestigingsmanager van de locatie. - Claudia Bervaes De Ballonen maken gebruik van maximaal 2 stamgroepruimtes: - Ballonnen leefruimte - Vlieger leefruimte Vliegers De Vliegers hebben 3 basis pedagogische medewerkers: - Inge van de Ree - Wendy Kats - Sabine Huijgens De Vliegers maken gebruik van maximaal 2 stamgroepruimtes: - Vlieger leefruimte - Ballonnen leefruimte Zo aan de Westgroeneweg flexmedewerker De flexmedewerker van Zo aan de Westgroeneweg heeft 2 dagen per week een vaste aanstelling op de babygroep. Andere dagen is zij flexibel inzetbaar op onze locatie. Zij pakt een belangrijke rol op beide groepen en in het team van Zo aan de Westgroeneweg. Ze ondersteund de vaste leidsters van beide groepen met regelmaat en pakt zoveel mogelijk diensten over van collega s die een vrije dag nemen, op vakantie gaan of (langdurig) ziek zijn. Op die manier waarborgen wij de stabiliteit en vastigheid op de locatie. Dit is voor zowel ouders, kinderen als medewerkers erg fijn. Bij Zo aan de Westgroeneweg is Jozia van Meer de flexmedewerker die deze rol vervult. Groep/ dag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Ballonnen 3 PM Kristel Jozia Claudia 3 PM Dominique Jozia Claudia 1 PM Kristel 3 PM Kristel Dominique Claudia 2 om 1 PMer Dominique Kristel Vliegers 2 PM Inge Sabine 2 PM Inge Wendy 2 om 1 PM Inge Sabine 2 PM Sabine Wendy 1 PM Sabine Samenvoegen bij openen Wij zijn geopend vanaf 0700 uur en vanaf dat moment kunnen de kinderen gebracht worden. Tussen en uur worden er maar een paar kinderen gebracht (+/- 5 kinderen) en tussen 0745 en 0900 het grootste gedeelte van de geplande kinderen. Wij organiseren dit op de volgende manier: De eerste PMer start om 0700 uur in de babygroep. De PMer vangt alle kinderen, van alle groepen. Het hangt er sterk vanaf of we met 5, 4, 3 of 2 PMers staan, wanneer de volgende PMer start. U kunt alle afwijktijden terugvinden in de bijlage. 14

17 De PMer neemt in alle gevallen bij aanvangstijd van de dienst de kinderen uit haar eigen stamgroep mee naar hun eigen groepsruimte. Vanaf 0830 zijn dus altijd alle kinderen met hun eigen PMer in hun eigen groep en hierbij geldt; hoe groter de groep het is, hoe eerde we gaan scheiden. Dit is logisch, omdat op een druk bezette dag er ook eerder meer kinderen aanwezig zijn dan op een rustige dag. Wanneer we met 5 PMers staan komt de 5 e PMer om 0830 of 9.00 uur, dit hangt af van de hoeveelheid kinderen op de groep rondom dit tijdstip. Dit monitoren we door breng-haallijsten bij te houden en indien nodig stellen we het rooster bij. Tot 0900 uur worden de kinderen gebracht. Samenvoegen in pauzetijden Tijdens pauzetijden worden er bij drie of minder pedagogische medewerkers samengevoegd met de Vliegers in de stamgroepruimte van de Ballonnen. Wanneer op beide groepen met 2 of 3 PMer staan, voegen de groepen niet samen tijdens pauzetijden. Hierbij houden de PMer om de beurt pauze. De PMers gaan met pauze, wanneer de groep hier klaar voor is. Het streven is dat de eerste volgens het schema in de bijlage met pauze gaat, maar dit kan weleens anders lopen. Tijdens pauzetijd zijn nooit meer dan de helft van de PMers tegelijk met pauze. Wanneer we met een oneven aantal werken ondervangen we dit door 3 pauzes van 40 minuten i.p.v. 2 pauzes van 1 uur. Het kan ook zijn dat vestigingsmanager Claudia Bervaes bijspringt in pauzetijden. De pauzetijden van elke groep kunt u terugvinden in de bijlage. Samenvoegen bij sluiten Wanneer er 3 of minder PMers werken op een dag wordt er aan het einde van de dag samengevoegd. Dan eindigt de dienst om a uur (dit hangt af van het aantal PMers), dit is de dienst van de PMer die geopend heeft. De kinderen van deze betreffende groep worden samengevoegd in de stamgroepruimte van de Ballonen. Wanneer het de Ballonen betreft wordt er samenvoegd door de PMer die sluit met haar kinderen samen met de kinderen van de Vliegers in de stamgroepruimte van de Ballonnen. Tussen 1730 en 1800 zijn alle kinderen, die nog aanwezig zijn samengevoegd in de stamgroep ruimte van de Ballonnen. De meeste kinderen worden opgehaald tussen 1700 en Dit gebeurd op dit moment bijvoorbeeld op woensdag en vrijdag. Opmerking Het kind planningssysteem maakt het op dit moment niet mogelijk om weer te geven hoe laat ieder kind exact aanwezig is op de locatie en wanneer hij/ zij van welke ruimte gebruikt maakt. De kinderen zijn bij ons geplaatst per dagdeel ( en ). Er zijn nauwelijks kinderen die van de volledige opvangtijd gebruik maken. Tussen en tussen hebben we maar enkele kinderen op de locatie en wijken we ook niet af van de PKR. Momenteel houden we dit bij op de daglijsten, waarin te zien is welke kinderen wanneer aanwezig waren op 1 van de groepen. Het personeelsplanningssysteem maakt het op dit moment niet mogelijk om PMers op meerdere stamgroepen tegelijk in te plannen, wanneer de groepen samengevoegd zijn. Er is wel ingevoerd welke groepen op welke dagen samengevoegd zijn, maar dit is op de uitgeprinte roosters helaas niet terug te zien. De PMers op locatie weten dat de Ballonnen en Vliegers samengevoegd tijdens openen, sluiten (wanneer er drie of minder PMers werkzaam zijn de gehele dag) en in pauze tijden samenvoegen in de stamgroepruimte van de Ballonen. Minder bezetting In sommige situaties (bijvoorbeeld schoolvakanties of lagere bezetting) kunnen groepen gedurende de dag samengevoegd zijn. Natuurlijk wordt daarbij rekening gehouden met de de drie pijlers; pedagogische medewerker, groep en groepsruimte. Er is dan altijd één van de vaste PM ers van beiden groepen aanwezig. Deze verticale opvang vindt plaats op de groep van de Vliegers. Dit i.v.m. het vierogenprincipe dat er altijd met de pedagogisch medewerkers meegeluisterd en meegekeken kan worden. Tijdens deze momenten kan er wel voor gekozen worden dat de jongste kinderen voor een activiteit naar de groepsruimte van de Ballonnen gaan om zo die extra aandacht per ontwikkelingsleeftijd te kunnen waarborgen. 15

18 De baby s slapen echter wel in hun eigen bedjes, waardoor er zo min mogelijk verandering is. Ditzelfde geldt op de 2-4 groepen. Op bepaalde momenten voegen wij stamgroepen samen met 1 pedagogisch medewerker bijvoorbeeld als het aantal kinderen dit toelaat (bijv. door vakanties of minder bezetting). De maximale groepsgrootte is voor de peutergroep 16 kinderen en voor de babygroep 12 kinderen per dagdeel. De opvang kenmerkt vaste gezichten van pedagogisch medewerkers en bekende kinderen per dagdeel. Op deze manier kunnen we het speelplezier van de kinderen en de kwaliteit van onze dienstverlening waarborgen. Het bestaande speelmateriaal in de groepsruimte van 0-2 groep de Ballonnen wordt voor de andere leeftijden uit de 2-4 groep de Vliegers aangepast, aangevuld e/o uitgebreid. Bij het activiteitenaanbod wordt rekening gehouden met de specifieke wensen en behoeften van alle kinderen in de samengestelde stamgroep. 16

19 Omgeving / ruimte / inrichting / materialen We zorgen voor een uitdagende omgeving en aanbod ook voor de oudste kinderen van de groep. Zowel in de binnen- als in de buitenruimte. De buitenruimte heeft net als binnen een grote speel- en leerwaarde. Daarvoor zorgen we met gezamenlijk werk in de moestuinen en door veel zintuiglijke ervaringsmogelijkheden. Het speelmateriaal buiten mag eenvoudig zijn. We gaan elke dag naar buiten. Zo nodig gebruiken we een regenjasje en laarzen. De binnenruimte maken we gezellig en huiselijk. We richten de ruimte zo in dat hij rust uitstraalt en uitnodigt om op verkenning uit te gaan en te gaan spelen in hoeken en speelplekken voor verschillende soorten activiteiten. Waar mogelijk zijn meubilair en materialen op kindhoogte, zodat kinderen zelfstandig materialen kunnen pakken en kunnen spelen. We bieden steeds de juiste materialen aan. Niet te veel tegelijk, en op grond van onze observaties wisselen we het materiaal. Er zijn veel natuurlijke materialen. Er is speelgoed van verschillende grondstoffen (zoals plastic, hout, stof en metaal). We bieden veel open materiaal waarmee we de fantasie van de kinderen stimuleren. We zoeken ook out of the box onverwachte materialen waarmee we kinderen kunnen prikkelen. Ruimte en inrichting zijn veilig. Het veiligheidsniveau is aangepast aan wat de kinderen aankunnen. Baby s vragen daarbij iets anders dan peuters. Groepsruimtes Zo aan de Westgroeneweg Via de ingang aan de voorkant van het pand kom je in de hal, die leid naar de hal van de babygroep. Daar kunnen de kinderen hun jassen en tassen opbergen. Ieder kindje heeft op onze opvang een eigen bakje waarin hun spulletjes van die dag kunnen worden opgeborgen. Aangrenzend aan deze hal is de keuken en leefruimte van de groep van de 0-2 groep (ballonnen) van kinderdagverblijf Zo aan de Westgroeneweg. Deze ruimte bestaat uit een knusse leefruimte, het heeft gezellige hoeken en veel speelruimte. Er is gekozen voor neutrale en rustige kleuren op de muren. De verschoningsruimte is aangrenzend aan de leefruimte. In de groep ballonnen is één ruime slaapkamer aangrenzend aan de leefruimte, deze slaapkamer telt 12 slaapplaatsen. Net buiten de leefruimte naast de keuken bevindt zich de tweede ruime slaapkamer en deze telt 4 slaapplaatsen. Verder is er een kantoorruimte tegenover de keuken van de babygroep. Hierin is het kantoor van de clustermanagers gevestigd. Deze ruimte is niet bedoeld voor de kinderen en mag dan ook alleen door kinderen betreden worden onder begeleiding van een pedagogische medewerker. De grote leefruimte van de 2-4 groep (vliegers) heeft gezellige hoeken en veel speelruimte. Grenzend aan de leefruimte hebben we naast de keuken een ruimte voor de eetmomenten en kleine activiteiten,. In de keuken komen en de kinderen alleen onder begeleiding. Er is gekozen voor rustige kleuren op de muren voor een huiselijk gevoel, In deze ruimte staat een commode voor het verschonen van de kinderen. Ook kunnen de kinderen die aan het oefenen zijn met zindelijk worden, gebruikmaken van de toiletten. Om de kinderen te stimuleren in zindelijkheid wordt er gebruik gemaakt van een plaskaart. Het toilet bevinden zich naast de commode en de entree van de peutergroep. In de groepsruimte bevindt zich de toegang naar de slaapruimte. In de slaapkamer kunnen 12 kinderen te slapen worden gelegd. Slapen Onze 0-2 groep: Wij hebben bij deze groep 2 slaapkamers, zodat we in kunnen spelen op de verschillende slaapbehoeftes van de kinderen. Onze 2-4 groep: de slaapruimte van de Vliegers bevindt zich aangrenzend aan de groep. De vliegers die niet meer naar bed hoeven, krijgen de mogelijkheid om op de groep lekker te rusten met een dekentje en kussen of gaan een activiteit doen met een pedagogisch medewerker. 17

20 Inrichting locatie buiten De kinderen van de dagopvang spelen in onze eigen tuin/buitenruimte, die grenst aan de achterkant ons pand. De tuin is omringd door een afgesl0ten hek, zodat de kinderen niet de weg op kunnen. De kinderen gaan altijd onder begeleiding van een pedagogisch medewerker naar buiten. De groepen spelen ofwel alleen of gezamenlijk buiten. Onze tuin bestaat namelijk uit 2 onderdelen. De buitenspeelruimte aangrenzende aan het pand heeft een speeltoestel, een zandbak en voldoende vrije speelruimte. Er zijn fietsjes en ander buitenspelmateriaal waar de kinderen naar hartenlust mee kunnen spelen. We hebben fietsjes, loopkarretjes, ballen, etc. De baby s kunnen op een kleed heerlijk spelen en ontdekken. Het buitenterrein is afgezet met een hek. Het buitenspelmateriaal staat opgeslagen in ons tuinhuis. Dit tuinhuis bevindt zich binnen ons hek en is dan ook veilig toegankelijk voor de kinderen. Het tuinhuis is afgesloten en de pedagogisch medewerkers hebben de toegang. Onze buitenruimte is ingericht als een ontdektuin. We hebben naast tegels ook stukjes gras, ons eigen minibos en boomschors in de tuin. De zandbak sluiten we na het spelen af met doek. Gesloten deurenbeleid Wij werken met gesloten deuren. Kinderen spelen het grootste gedeelte van de dag op hun eigen stamgroep met gesloten deuren. Ze verlaten hun stamgroep als ze naar onze buitenruimte gaan, als ze gaan wandelen met de wandelwagens en/of bolderkar of wanneer ze met een aantal kinderen een activiteit gaan doen in de activiteitenruimte. Het kan zijn dat zij hun stamgroep ook verlaten bij het samenvoegen van stamgroepen. 18

21 Groepsopbouw en samenstelling groepen Veiligheid Voor Zo aan de Westgroenweg is er een specifiek veilig en gezondheidsbeleid geschreven. Hierin nemen wij u graag mee in wat op onze locatie risicovolle plekken en situaties zijn en hoe wij dit willen voorkomen en /of kinderen mee om leren gaan. Wij zijn van mening dat kleine risico s nodig zijn voor kinderen om de wereld te ontdekken. Alle risico s zijn in kaart gebracht met input van ons team en periodiek actualiseren wij dit beleid. Zo breed worden ook de grootse risico s in kaart gebracht en maatregelen naar de locaties uit gezet. Graag verwijs ik u voor meer informatie naar dit betreffende beleidsstuk die is terug te vinden op de website. Toegang vestiging Ouders krijgen toegang tot ons pand met een cijfercode. Deze code wordt jaarlijks gewijzigd. Kinderen kunnen opgehaald worden door iemand anders wanneer de opvang hiervan op de hoogte is gesteld door één van de ouders. Daarbij kunnen we om legitimatie vragen bij het ophalen. Ouders zijn hiervan op de hoogte gesteld. Toegang van externen kan alleen op afspraak. Vierogen(oren)principe Op Zo aan de Westgroenweg passen we het vierogenprincipe op de volgende manier toe: alle toegangsdeuren naar de groepsruimtes en naar de slaapruimtes hebben glas in de deur, waardoor je gemakkelijk in de groepen kunt kijken. Daarnaast is elke slaapruimte door middel van een deur verbonden met de groep of de gang zodat er altijd zicht en gehoor mogelijk is. Tevens zijn er tijdens de haal- en brengmomenten veel ouders in het centrum en op de groepen aanwezig. De 0-2 groep beschikken ook over een babyfoon. Daarnaast is de peutergroep ook van buitenaf langs de straatzijde te zien en kunnen mensen binnenkijken. Alle medewerkers lopen zeer regelmatig bij elkaar binnen om iets te overleggen, een knutselwerkje op te halen, een telefoontje door te geven, een afspraak over b.v. het tijdstip van buiten spelen af te spreken enz. Hierdoor is de drempel heel laag om binnen te stappen, te zien wat de ander doet en elkaar aan te spreken over wat je ziet. Ook de vestigingsmanager loopt geregeld bij de groepen naar binnen. Daarnaast wordt er gezorgd voor een open bedrijfscultuur waarbij medewerkers elkaar kunnen aanspreken op hun manier van werken. Achterwacht Op veel dagen zijn er minimaal 2 pedagogisch medewerkers van de dagopvang aanwezig. Zij bevinden zich in hetzelfde pand en kunnen elkaar met een interne lijn bereiken met een draadloze telefoon. De vestigingsmanager of clustermanager is ook gedurende de week aanwezig op kantoor. Daarnaast maken we afspraken met elkaar in het cluster onder de managers met betrekking tot de achterwacht. De leidsters hebben op de groep een lijst met namen en nummers hangen van de manager die in ons cluster op die dag beschikbaar is in haar achterwachtfunctie. Wanneer er één pedagogische medewerker aanwezig is, werken we bij Zo aan de Westgroeneweg wel met achterwacht. Dit kan tijdens het haal- en brengmoment. De BSO locatie Zo in de Boomhut of Zo op de Groen van Prinsterer zijn beide achterwacht van 7.00 tot 9.00 uur en van tot uur. Bij lagere bezetting in vakantie weken is in de ochtend tot 12 uur de PSZ die in het pand. En in de vakantie of op en vrijdagmiddag is dat BSO Zo in de Boomhut. Ruilservice Wij kennen binnen Zo Kinderopvang het zogenoemde ruildagenservice. Dat houdt in dat als uw kind een keertje niet komt u altijd een zogenoemde ruildag mag aanvragen op de groep. Als er die dag een plekje beschikbaar is 19

22 op de groep mag u hier kosteloos gebruik van maken. Als er geen plekje beschikbaar is bij de Ballonnen mag er als het kind binnen twee maanden overgaat naar de Vliegers gekeken worden naar de mogelijkheden als alternatief bij de Vliegers. Kiest u er als ouder voor om uw kindje op deze ruildag op te laten vangen op een andere groep, dan vragen wij u altijd om een schriftelijke bevestiging van het opvangen op een andere groep dan de vaste stamgroep. De huidige ruildagenservice en de bijbehorende spelregels kunt u vinden in onze algemene voorwaarden op de site. Algemeen Openingstijden De dagopvang van ZO aan de Westgroenweg is dagelijks geopend van tot uur. Heeft u vragen over verlengde opvang van 6.30 tot 7.00 uur of tot uur? Deze kunt u stellen op de groep of bij Vestigingsmanager Claudia Bervaes Contracten Ouders kunnen verschillende soorten contracten afsluiten: vast 52-wekencontract voor hele dagen vast 52-wekencontract voor halve dagen vast 40 weken contract voor hele dagen vast 40 weken contract voor halve dagen flexibel contract voor hele en/of halve dagen of een combinatie van deze contracten Voor vragen en/of opmerkingen kunt u terecht bij: Vestigingsmanager: Claudia Bervaes e westgroeneweg@zokinderopvang.nl t

23 Verwijzingen: Een aantal van onderstaande items moet volgens IKK in het beleidsplan worden beschreven. Zo kiest echter voor een kort en bruikbaar werkplan waarmee pedagogisch medewerkers makkelijk kunnen werken met verwijzingen naar alle onderstaande items. Deze beleidsstukken zijn op te vragen bij de vestigingsmanager. De drie Pijlers Werken volgens het Pedagogisch Kader en de ontwikkellijnen / trainingenmap Procedures inzet coaching / ondersteuning van medewerkers Kindvolgmodel met werkinstructie Zorgprotocol en protocol kindermishandeling en huiselijk geweld (met verwijzing naar instanties indien nodig) Ziektebeleid Vaccinatiebeleid Voedingsbeleid Slaapprotocol Opleidingsplanstagebeleid Formulier kindgegevens, waaronder toewijzing mentor. ruildagenbeleid uitstapjesbeleid 21