VERSLAG SCHOOLDOORLICHTING

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Referentienummer Onderwijsinspectie 0809/01/0001 Basisonderwijs Schooljaar VERSLAG SCHOOLDOORLICHTING Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs Van het Gemeenschapsonderwijs t Zeegat Koninklijke Baan De Haan Instellingsnummer: Directie : Bart Dancet Schoolbestuur : Scholengroep 25 : Brugge-Oostkust Philip Vanhaverbeke, algemeen directeur Rijselstraat 3B 8200 Sint-Michiels Periode : september 2008 Inspectieteam : Annemarie Desmyttere (inspecteur-verslaggever) Lieven Deprettere Jan Devos

2 2 Leeswijzer bij het verslag van een schooldoorlichting Conform aan de bepalingen van art. 10 van het Besluit van de Vlaamse regering 1 bevat het verslag van een schooldoorlichting een beschrijvend en een concluderend gedeelte met advies. In het gewoon basisonderwijs zijn de ontwikkelingsdoelen en eindtermen het uitgangspunt voor de beschrijving en de beoordeling van het onderwijskundig functioneren. In het verslag formuleert de inspectie een antwoord op de vraag: In welke mate zorgt deze school voor een maximale ontplooiing van elk kind?. Rekening houdend met relevante context- en inputkenmerken geeft het inspectieteam aan hoe kwaliteitsvol de school de basisvorming, de brede ontwikkeling en een zorgbrede leerlingenbegeleiding realiseert en hoe dit beleidsmatig wordt ondersteund. In het buitengewoon basisonderwijs is het proces van handelingsplanning in zijn verschillende fasen het uitgangspunt voor de beschrijving en de beoordeling van het onderwijskundig functioneren. Rekening houdend met relevante context- en inputkenmerken geeft het inspectieteam aan hoe kwaliteitsvol de school voor elk kind een optimale en harmonische persoonlijkheidsontwikkeling en integratie nastreeft en hoe dit beleidsmatig wordt ondersteund. Voor de beschrijving van het onderwijskundig functioneren zijn er dus 2 mogelijke structuren om de vaststellingen te ordenen: 1 De onderwijsinspectie beschrijft in het gewoon basisonderwijs het onderwijskundig functioneren vanuit kernvragen in verband met: basisvorming als samenhangend geheel realiseren brede ontwikkeling realiseren zorgbreedte realiseren. 2 De inspectie beschrijft in het buitengewoon basisonderwijs het onderwijskundig functioneren volgens de fasen van het proces van handelingsplanning: beginsituatie doelenfase voorbereidingsfase uitvoeringsfase evaluatiefase. Afkortingen CLB centrum voor leerlingenbegeleiding ICT informatie- en communicatietechnologie KVS / LVS kindvolgsysteem / leerlingvolgsysteem MDO multidisciplinair overleg 1 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd ( ).

3 3 Inhoudsopgave 1 Relevante context- en inputgegevens Onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren Onderwijskundig functioneren Onderwijsondersteunend functioneren Beoordeling van de onderwijskwaliteit Relevante aspecten waarin de school goed is Relevante aspecten die de school kan verbeteren: aanbevelingen Relevante aspecten die de school moet verbeteren: tekorten Risicobeheersingsbeleid Toelichting Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid Andere wettelijke bepalingen Onderwijsleermiddelen en schooluitrusting Wettelijke bepalingen Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen Conclusies en advies Conclusies Advies...14

4 4 1 Relevante context- en inputgegevens Deze school biedt buitengewoon onderwijs aan van het type 5 (kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis of op medische gronden verblijven in een preventorium) voor zowel kleuters als lagereschoolkinderen. Kenmerkend voor een type 5- school, gekoppeld aan een preventorium, is het zeer grote verloop binnen het schooljaar en over de schooljaren heen. De basisschool is gelegen op een campus, samen met een school voor buitengewoon secundair onderwijs en het Zeepreventorium. De samenwerking met het Zeepreventorium is erg belangrijk. De school werkt met dezelfde kinderen, vandaar dat afspraken onontbeerlijk zijn. Inschrijvingen voor de school gebeuren grotendeels via het Zeepreventorium, dat vaak ook het directe aanspreekpunt voor ouders is. Deze ziekenhuisschool is anders dan andere scholen, doordat vele leerlingen niet in de nabijheid van de school wonen. De woonplaats van de leerlingen ligt verspreid over heel Vlaanderen. De school telt op het moment van de doorlichting 49 leerlingen in het kleuter- en lager onderwijs. De school heeft een groot aantal leerlingen met een uitval op schoolse vaardigheden. Ook zijn er heel wat leerlingen allochtoon met de daaraan gekoppelde taalproblematiek. De school kent een grote daling van het aantal leerlingen. Aangezien het lestijdenpakket berekend wordt op het leerlingenaantal van het vorig jaar, heeft de school voor dit schooljaar een grote personeelsbezetting in verhouding tot het aantal leerlingen. Met de extra-lestijden werden BLIO en BLOA aan de groepen toegevoegd.

5 5 2 Onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren 2.1 Onderwijskundig functioneren Beginsituatie In welke mate slaagt de school erin om te komen tot een relevant totaalbeeld van de beginsituatie van elk kind? Relevante aspecten waarin de school goed is Alle nieuwe leerlingen doorlopen een intakeprocedure. Voor de meeste leerlingen valt de intakefase van de school samen met deze van het Zeepreventorium. In deze fase verzamelt de school de nodige informatie over de leerlingen. De sociale dienst van het Zeepreventorium maakt een sociaal basisverslag en bezorgt het aan de directie of logopediste voor de start van de leerlingen. Om tot een relevant totaalbeeld van de leerling te komen, vraagt de school verdere informatie op bij CLB, ouders, thuisschool of Zeepreventorium. In de loop van de eerste maand onderneemt het schoolteam zelf acties om de beginsituatie in beeld te brengen onder meer tijdens de toetsweek (eerste week) en de verdere observaties (volgende twee weken). Het team inventariseert de mogelijkheden van de nieuwe kleuter of leerling voor alle ontwikkelingsgebieden. De verwerking van alle gegevens resulteert in een overzichtelijke beeldvorming op leerlingniveau. Bij het bepalen van de beginsituatie benutten de klastitularissen de aanwezige relevante informatie uit de leerlingendossiers. De titularissen bereiden de kindbesprekingen degelijk voor. Relevante aspecten die de school kan verbeteren Vanuit het lerarenkorps zijn er signalen dat de beginsituatiebepaling voor de kinderen uit de lagere school enorm zwaar is. De veelheid aan toetsen voor taal en wiskunde, die kinderen tijdens de eerste week van het schooljaar maken, is voor nieuwe leerlingen belastend. Dit staat in schril contrast met het beperkt aantal toetsen die kinderen, die tijdens het schooljaar binnenkomen, moeten maken. De methode die de school hiervoor gebruikt, raadt aan om maar een beperkte selectie uit de toetsen te gebruiken voor die kinderen en voor die aspecten die uitvallen. Er is geen systematiek bij het verzamelen en uitwisselen van informatie tussen enerzijds de school en anderzijds het Zeepreventorium, de ouders en de thuisschool. Hoewel begrip moet opgebracht worden voor de eigenheid van deze type 5-school, en de daaraan gekoppelde communicatieproblemen, blijkt dat nog onvoldoende kanalen aangesproken zijn om de infodoorstroming systematisch te laten gebeuren. Voor de kinderen die naar een andere groep gaan, is er geen formeel overgangsgesprek gepland met de nieuwe klastitularis. Die moet zich door lezing van het leerlingendossier en door informele gesprekken een beeld vormen van de beginsituatie. In de beginsituatiebepaling is er minder uitdrukkelijke aandacht voor interesses, talenten en gewoontes van kinderen Er zijn weinig formele en concrete afspraken over de rol van alle teamleden bij de beginsituatiebepaling, vooral bij de verwerking van alle verzamelde informatie. Momenteel gebeurt dit vooral door de titularissen. De andere teamleden geven hierbij minimale ondersteuning. De kindbespreking leidt nog onvoldoende tot het op elkaar betrekken van de verzamelde informatie om te komen tot relevante richtinggevende besluiten en de formulering van de concrete zorgvraag. Sporen van zorgvragen, geformuleerd door de titularissen, werden gevonden in het dossier, maar bleken geen resultaat van gezamenlijke besluitvorming. Alle kindbetrokkenen krijgen niet systematisch de besluiten van een klassenraad.

6 6 Relevante aspecten die de school moet verbeteren Niet van toepassing. Doelenfase In welke mate slaagt de school erin om doelen op maat van het kind in overleg te selecteren waarbij er aandacht is voor een harmonische ontwikkeling en een optimale integratie? Relevante aspecten waarin de school goed is Het schoolteam hanteert de eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor het gewoon basisonderwijs als referentiekader voor de doelenselectie. In functie hiervan maken leerkrachten voor verschillende domeinen selecties uit onderwijsleerpakketten. De doelenselectie op niveau van de groep of de subgroep is globaal genomen gericht op de behoeftes van de kinderen. Zo sluit de doelenselectie voor de oudste kinderen aan bij het vervolgonderwijs. Alle titularissen leveren inspanningen om doelen te selecteren met het oog op de harmonische ontwikkeling van de kinderen. Daarbij gaat ook aandacht uit naar het evenwicht tussen de verschillende domeinen van de diverse leergebieden. Er zijn bepaalde groepen waarbij de titularis bij de doelenselectie verwijst naar de leef- en belevingswereld van de kinderen. De logopediste selecteert doelen die beantwoorden aan de individuele noden van de kinderen en direct aansluiten bij hun specifieke therapie. De andere teamleden zijn hiervan echter niet altijd op de hoogte en er blijkt hierover niet altijd afstemming te zijn. Relevante aspecten die de school kan verbeteren De doelen uit het groepshandelingsplan zijn meestal langetermijndoelen voor een schooljaar. Veelal ontbreken tussentijdse en/of kortermijndoelen die binnen een vooropgestelde periode te realiseren zijn. Binnen eenzelfde leergebied bewaakt het team weinig het evenwicht tussen de afstemming van de doelenselecties van de verschillende kindbetrokkenen. Voor lichamelijke opvoeding is er geen duidelijkheid wat betreft het selecteren van doelen. Een jaarplan uit het gewoon basisonderwijs is in gebruik, zonder link met de specifieke noden van de groep of individuele leerling. De doelenselectie gebeurt grotendeels voor technisch-cognitieve aspecten van taal, wiskunde en wereldoriëntatie. De aandacht voor socio-emotionele ontwikkeling en leren leren vertaalt zich nog weinig in een selectie van doelen op maat van de groep of het individu. Bij kinderen met specifieke zorgen heeft het team nog weinig aandacht voor functioneel onderwijs gericht op integratie in de maatschappij omdat het neigt naar een te sterke schoolse invulling van lezen, schrijven en rekenen. Relevante aspecten die de school moet verbeteren Het is in deze school nog geen gewoonte om in overleg prioritaire doelen te kiezen (met uitzondering van de kleutergroep). Meestal gebeurt dat individueel, hoofdzakelijk door de groepsleerkracht, en is er pas daarna enige communicatie over de keuze. Hierdoor is de doelenselectie nauwelijks een gedeelde en gedragen verantwoordelijkheid van het hele team. De beginsituatie van elk kind, met zijn specifieke mogelijkheden en noden, is nog onvoldoende een uitgangspunt om doelen op maat van elk kind te selecteren. De doelenselectie gebeurt overwegend op maat van de groep en dit op basis van de algemene niveaubepaling. Bij uitzonderlijke problematieken en bij enkele individuele leerkrachten gebeurt dit wel.

7 7 Voorbereidingsfase In welke mate slaagt de school erin haar onderwijsaanbod op maat van het kind voor te bereiden? Relevante aspecten waarin de school goed is Vanuit de inschrijvingsgegevens van het kind, informatie vanuit de thuisschool en eventuele gesprekken met de thuisschool stelt het team groepen snel en doordacht samen voornamelijk op basis van het taalniveau van de kinderen. Individuele- en/of groepssessies van de logopediste, de BLIO-leerkracht, ambulante leerkracht en het Zeepreventorium zijn vastgelegd in duidelijke werkroosters. De leerkrachten streven naar een voldoende evenwicht tussen de verschillende leerdomeinen van de leergebieden wiskunde, taal, muzische vorming en wereldoriëntatie. Door het wekelijks inroosteren van overleg spant de school zich in om de voorbereiding van de meeste kindbetrokkenen op elkaar af te stemmen. De concrete werkverdeling tussen BLIO en titularis kan daar worden gepland. In de kleuterafdeling is het leerlingvolgsysteem richtinggevend voor de planning per niveau. De logopediste en de meeste groepsleerkrachten gaan in de voorbereiding van de activiteiten op zoek naar passende hulpmiddelen en leermiddelen. Verschillende groepsleerkrachten programmeren hoeken- of contractwerk om de veelal gehanteerde klassikale werkvorm te doorbreken. Het groepswerkplan is een functioneel werkinstrument voor de planning van de leerinhouden van de meeste leergebieden. Het biedt een goed overzicht van de langetermijnplanning. Bij de meeste titularissen is het een selectie uit onderwijsleerpakketten van het gewone basisonderwijs, De meeste leerkrachten benutten de kindvrije momenten zo optimaal mogelijk In de kleuterafdeling en bij enkele andere groepen resulteert het overleg in een weekplanning. Relevante aspecten die de school kan verbeteren Duidelijke criteria voor onder meer de toewijzing van de additionele hulp en de organisatie van de groepsinterne differentiatie liggen nauwelijks vast. De organisatie is grotendeels gericht om zo klein mogelijke homogene groepen samen te stellen. De invulling van de ambulante opdracht, BLIO, is weinig doordacht en veeleer afhankelijk van de individuele behoeften van die leerkracht. Bepaalde groepsleerkrachten reiken de planning voor de BLIOleerkrachten kort voor de eigenlijke les aan. Aansluiting bij de beginsituatie en de werkelijke noden van de kinderen is bij enkelen veeleer toevallig. Doorzichtige systemen ontbreken om over de jaren heen een verticaal samenhangend onderwijsaanbod voor de verschillende leergebieden van het lager onderwijs te kunnen realiseren. Zo is er ondermeer geen leerlingvolgsysteem dat ondersteuning biedt in het bewaken van een continu onderwijsaanbod. Het gebruik van verschillende onderwijsleermethodes voor eenzelfde leergebied belemmert tevens de verticale samenhang. In vele gevallen is het de groep en de methode die de onderwijsleerpraktijk aanstuurt. Het individuele kind met zijn sterktes en noden kan nog sterker op de voorgrond treden. Relevante aspecten die de school moet verbeteren Niet van toepassing

8 8 Uitvoeringsfase In welke mate slaagt de school erin haar onderwijsaanbod op maat van het kind als een coherent geheel te realiseren? Relevante aspecten waarin de school goed is De meeste teamleden slagen erin een aangenaam leef- en leerklimaat te creëren. Er gaat in de school ruime aandacht naar het welbevinden en sociale vaardigheden van de kinderen. Op school- en klasniveau gelden afspraken die voor de meeste kinderen duidelijk zijn. De aanpak en het klasmanagement zijn gefundeerd en weloverwogen. Teamleden sturen hun pedagogisch-didactisch handelen voortdurend bij op basis van observaties, leerervaringen en gezamenlijk overleg. Enkele leraren stimuleren bewust het doelgericht leren en de betrokkenheid van de leerlingen door het verduidelijken van de lesdoelen. De school heeft een duidelijke en herkenbare structuur. De meeste teamleden leven de afspraken na. De organisatie is soepel zodat het team kan inspelen op een onvoorziene omstandigheid of opportuniteit. De dagelijkse briefing speelt hierin een belangrijke rol. Vele teamleden bieden door hun thematische aanpak en projecten leerinhouden aan waarbij ze aandacht hebben voor horizontale samenhang. Diverse kindbetrokkenen trachten een stimulerende leeromgeving te creëren. Zij hanteren daartoe wisselende werk- en groeperingsvormen en zorgen via een functionele klasinrichting en aangepast materiaal voor het ontwikkelen van de zelfstandigheid. Het in- en uitstromen van kinderen uit het klasgebeuren omwille van individuele therapieën gebeurt gepland en stoort de werking niet. Relevante aspecten die de school kan verbeteren De verticale samenhang in het pedagogisch-didactisch handelen, over de niveaus heen, scoort minder goed. Niettegenstaande verschillende tijd- en ruimtekaders, pictogrammen en stappenplannen in het klasbeeld aanwezig zijn, ontbreekt hierin soms de nodige gradatie en samenhang. Sommige leerkrachten bieden de leerinhouden weinig aan in functionele contexten. De functionaliteit en de zinvolheid van sommige leerinhouden kunnen in vraag gesteld worden. Bij een aantal teamleden bieden de activiteiten nog te weinig een antwoord op de individuele zorgvraag van de kinderen. De meeste kindbetrokkenen ontwikkelen nog te zeer intuïtief activiteiten en initiatieven die globaal genomen tegemoet komen aan de individuele noden van het kind. De doorstroming van de therapeutische aanpak voor individuele leerlingen gebeurt niet in alle groepen even vlot. Relevante aspecten die de school moet verbeteren Niet van toepassing. Evaluatiefase In welke mate slaagt de school erin om de vorderingen op maat van elk kind te evalueren? Relevante aspecten waarin de school goed is Tijdens de activiteiten en de leertaken houden de teamleden duidelijk rekening met de vooropgestelde doelen van de dag. Heel wat teamleden noteren daarover observatie- en evaluatiegegevens. De kleuterleidsters hanteren een leerlingvolgsysteem waarbij de totale ontwikkeling wordt opgevolgd. Dit systeem is enkele jaren geleden bijgestuurd. Alle kleuterleidsters vullen het nauwgezet in. In enkele klassen van de lagere school levert het leerlingvolgsysteem voor enkele leergebieden concrete evaluatiegegevens op, van waaruit teamleden het ontwikkelingsproces van de kinderen voor onder andere bewerkingen, spelling bijsturen. De groepsleerkrachten en de additionele hulpverleners wisselen doorgaans informatie uit over het peil en de vorderingen van de kinderen.

9 9 Alle teamleden passen hun pedagogisch-didactisch handelen aan op basis van momentane ervaringen in het ontwikkelingsproces. Ze spelen kort op de bal. De zorg voor het welzijn van het individu is bij iedereen duidelijk merkbaar. De teamleden uit de lagere school maken voor taal en wiskunde gebruik van eigen en methodegebonden toetsen. Voor niveaulezen gebruikt men genormeerde toetsen. De logopediste neemt discipline-eigen toetsen, waarna ze de evolutie van de kinderen in kaart brengt. Drie maal per schooljaar krijgen de kleuters en de leerlingen een rapport met aandacht voor de verschillende ontwikkelingscomponenten en leergebieden. Op de klassenraad rapporteren de aanwezige teamleden over het bereikte ontwikkelingsniveau en de vorderingen van kinderen binnen de verschillende leergebieden en binnen de discipline van de logopediste. Gezamenlijk beslissen de teamleden welke boodschap ze aan de thuisschool en ouders doorgeven of over het doorstromen naar een volgende klas binnen de school zelf. Relevante aspecten die de school kan verbeteren Voor lichamelijke opvoeding worden de vorderingen van de leerlingen weinig of niet geregistreerd. Voor leergebieden als muzische vorming, sociale vaardigheden en leren leren zijn er geen richtlijnen over het evaluatiesysteem en wie de verantwoordelijkheid hiervoor draagt. Evaluatiemomenten met alle kindbetrokkenen, waarbij geselecteerde doelen uit het individuele handelingsplan tussentijds besproken worden, worden niet vastgelegd. Door het ontbreken van geplande periodieke evaluaties met betrekking tot de geselecteerde doelen is er weinig sprake van een cyclisch proces van handelingsplanning. Hierdoor heeft het team weinig oog voor een optimaal individueel leerrendement. De besprekingen leiden meestal tot opsomming van gegevens voor het rapport. Zelden komt deze vergadering tot een beoordeling van de evolutie van de ontwikkeling van elk kind met een terugkoppeling naar de initiële zorgvraag, het gezamenlijk bijsturen van het handelingsplan en/of het herformuleren van de zorgvraag. Relevante aspecten die de school moet verbeteren Niet van toepassing 2.2 Onderwijsondersteunend functioneren In welke mate ondersteunen de gezamenlijke doelgerichtheid, het interne leiderschap, de communicatie- en overlegmogelijkheden en de professionele ontwikkeling van de teamleden het realiseren van de onderwijskundige doelen? Relevante aspecten waarin de school goed is Momenteel zijn het vooral praktische afspraken en organisatorische afspraken die bijdragen tot gelijkgericht werken. Gesprekken op meer informele basis zijn hieraan complementair. De school ontwikkelde een structuur van samenwerkingsverbanden waarin verschillende teamleden gezamenlijk rond eenzelfde groep leerlingen werkten De ingeroosterde overlegmomenten en de bewust gekozen samenstelling van deze samenwerkingsverbanden bieden kansen tot gelijkgericht werken binnen deze groepen. De school organiseerde een zelfevaluatie en voerde enkele bevragingen uit met het oog op bijsturingen in de schoolwerking en/of het proces van handelingsplanning. Op basis van de resultaten ondernam de vroegere directie enkele initiatieven om onder andere de kwaliteit van de vergaderingen te verbeteren. De schoolleiding organiseerde in het verleden functioneringsgesprekken. Er zijn tevens pogingen ondernomen om teamleden te begeleiden door observatie, nascholing, evaluatie en opvolging. Leerkrachten grijpen geregeld kansen aan tot deskundigheidsbevordering door individuele nascholing. Sporadisch zijn er toelichtingen op de personeelsvergadering over vernieuwde inzichten en methodieken. Teamleden maken vooral gebruik van informele contacten om ideeën en ervaringen uit te wisselen. Expertise op basis van persoonlijke opleiding of interesse stroomt geregeld door naar de rest van het schoolteam. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het uitwerken van de spelactiviteiten op de eerste schooldag en op het einde van het schooljaar en bij de uitwerking van extra-murosactiviteiten.

10 10 De medewerkers van het Zeepreventorium geven op basis van occasioneel informeel overleg de betrokken teamleden essentiële informatie over de kinderen die ook onder hun hoede verblijven. Relevante aspecten die de school kan verbeteren Het schoolwerkplan is tot op heden vooral een werkinstrument van de directeur. Het is in mindere mate een richtinggevend naslagwerk voor en van de personeelsleden. Om samen richting te geven aan het werk kwamen de schoolleiding en het team nog te weinig tot een opbouwende dialoog. Niet iedereen erkent het belang van het overleg met alle kindbetrokkenen. Binnen verschillende fasen van het proces van handelingsplanning is er te weinig doelgericht overleg. Kindbetrokkenen komen hierdoor te weinig tot gezamenlijke besluitvorming. De school heeft nog geen efficiënt beleid rond het betrekken van alle ouders bij het opvoedingsproces van hun kinderen in de school. Er is weinig nuttige en relevante informatie voor ouders met betrekking tot de evolutie en de begeleiding van hun kind. De school onderneemt zelf weinig acties om de betrokkenheid van de ouders tot de school en het schoolleven van hun kind te verhogen. De interne professionalisering verloopt nog weinig gestructureerd. Nascholing is niet gekoppeld aan een prioriteitenplan en is hierdoor vaak een individueel gegeven waardoor het effect op schoolniveau dikwijls verwaarloosbaar is.

11 11 3 Beoordeling van de onderwijskwaliteit 3.1 Relevante aspecten waarin de school goed is De school richt zich op enerzijds een maximaal welbevinden van de kinderen en anderzijds op de aansluiting met het vervolgonderwijs. Het team levert in die optiek voortreffelijke inspanningen voor een aangenaam leef- en leerklimaat waarin het de kinderen actief begeleidt en stimuleert. De opdracht is echter complex door het grote verloop van leerlingen binnen het schooljaar en over de schooljaren heen, door de diversiteit van hulpvragen bij de kinderen en de strikte regels vanuit het Zeepreventorium. Toch heerst er bij vele teamleden een gedreven taakbeleving om in die opdracht te slagen. De school slaagt erin om snel en doordacht groepen samen te stellen en een overzichtelijke beeldvorming op leerlingniveau te verkrijgen, hoewel de infoverzameling bij inschrijving van nieuwe leerlingen niet altijd vlot verloopt. De aandacht voor schoolorganisatie en praktische afspraken zorgt voor duidelijke structuren en werkroosters ( samenwerkingsverbanden ) waarin ook vaste overlegmomenten ingebouwd zijn. Vooral door het informeel overleg tussen de teamleden uit eenzelfde samenwerkingsverband slaagt de school er globaal genomen in om onderwijs aan te bieden dat aansluit bij de onderwijs- en opvoedingsbehoefte van de groep. Hierbij streeft het team naar voldoende evenwicht tussen de verschillende leerdomeinen van de leergebieden. Door hun thematische aanpak bieden vele teamleden leerinhouden aan waarbij ze aandacht hebben voor horizontale samenhang. Diverse kindbetrokkenen slagen erin om een stimulerende leeromgeving te creëren, vanuit een gefundeerde en weloverwogen aanpak en klasmanagement. Zij hanteren daartoe wisselende werk- en groeperingsvormen en zorgen voor een functionele klasinrichting en aangepaste materialen. In deze school is er aandacht voor het continue evalueren. Observatiegegevens samen met disciplineeigen toetsen, methodegebonden en eigen toetsen zijn richtinggevend voor momentane bijsturingen. Enkele groepen werken met een leerlingvolgsysteem. 3.2 Relevante aspecten die de school kan verbeteren: aanbevelingen Deze school leverde reeds meermaals inspanningen om de samenwerking met het Zeepreventorium te verstevigen. Toch kan de school nog meer kanalen aanspreken en structuren uitbouwen om de communicatie met ouders, Zeepreventorium, thuisschool en alle kindbetrokkenen te optimaliseren. Om samen richting te geven aan het werk kwamen de schoolleiding en het team nog te weinig tot een opbouwende dialoog. Klassenraden zijn te weinig uitgebouwd tot multidisciplinaire overlegmomenten waar het team gezamenlijk besluiten neemt die richtinggevend zijn voor het verder proces van handelingsplanning. De doelenselectie gebeurt te sterk door de individuele leerkracht. Vooral voor de voorbereidingsfase is het ontbreken van formeel overleg bij enkele groepen nefast omdat teamleden zeer verscheiden en niet gelijkgericht het onderwijsleerproces voorbereiden. Het ontbreekt in de school aan een referentiekader met concrete afspraken over de rol van alle kindbetrokkenen binnen het proces van handelingsplanning. Het team ondersteunt te weinig de groepsleerkrachten en legt de verantwoordelijkheid voor het handelingplan te sterk op hun schouders. Zo is de inbreng van BLIO-leerkrachten heel divers. Ook de rol van de leerkracht lichamelijke opvoeding in het multidisciplinair overleg is niet duidelijk. De school slaagt er moeilijk in om vanuit de zorgvraag van elk kind in gezamenlijk overleg een individueel handelingsplan uit te werken met een duidelijke beschrijving van werkpunten en acties. Hoewel de meeste kindbetrokkenen intuïtief activiteiten en initiatieven ontwikkelen die globaal genomen tegemoetkomen aan de individuele noden van het kind, lijken andere teamleden nauwelijks een antwoord te bieden op de individuele zorgvraag van de kinderen. 3.3 Relevante aspecten die de school moet verbeteren: tekorten Het schoolteam slaagt er niet in om binnen een proces van handelingsplanning vanuit een concreet geformuleerde zorgvraag onderwijs op maat van elk kind te realiseren door in overleg een herkenbare selectie van ontwikkelingsdoelen of eindtermen te maken.

12 12 4 Risicobeheersingsbeleid 4.1 Toelichting De inspectie heeft een signaalfunctie voor de scholen in het kader van een dynamisch risicobeheersingsbeleid. Zij steunt hierbij op artikel 7 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering: 2 De inspectie zal een marginale controle uitoefenen op de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Tevens zal zij onderzoeken of de materieel bevoegde overheden geen tekortkomingen hebben vastgesteld en of alle wettelijk vereiste veiligheidsattesten zijn afgeleverd. Aan de hand van de dynamische inspectie-index zijn volgende vier indicatoren onderzocht: 1 De organisatie van het veiligheids- en welzijnsbeleid 2 De bewoonbaarheid van de schoolinfrastructuur 3 De veiligheid van de leer- en werkomgeving 4 Hygiëne, gezondheid en milieuzorg Iedere indicator wordt gedekt door een aantal variabelen. In de bijlage van dit verslag wordt elke variabele gewaardeerd op een schaal van 0 tot en met Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid Om het risicobeheersingsbeleid te optimaliseren kan de school: De functionaliteit van het jaaractieplan optimaliseren. Regelmatig nagaan of stopcontacten en elektrische snoeren kindveilig zijn. De vloer in de toiletruimten voorzien van duurzaam en volledig waterdicht materiaal. Bewaken dat klaslokalen stofvrij gehouden worden ( rekening houdend met de medische problematiek van de kinderen). De school dient de volgende maatregelen te integreren in het beleidsplan en verbeteracties op te nemen in het jaaractieplan: Het turnlokaal aanpassen aan de normen voor veiligheid en gezondheid: Isolatiemateriaal afdekken met plafondtegels Radiatoren afschermen Maatregelen treffen zodat het glas op lage hoogte geen risico s voor de veiligheid van de kinderen inhoudt. De school moet maatregelen nemen om de volgende tekorten weg te werken: Niet van toepassing 2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd ( )

13 13 5 Andere wettelijke bepalingen 5.1 Onderwijsleermiddelen en schooluitrusting De school beschikt over voldoende onderwijsleermiddelen en over een aangepaste schooluitrusting om de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te realiseren. 5.2 Wettelijke bepalingen Voor zover de inspectie bij de controle van een aantal documenten heeft kunnen vaststellen, wordt de schooladministratie op een correcte manier bijgehouden en afgehandeld. De school leeft de wettelijke bepalingen na. De inspectie brengt de volgende vaststellingen onder de aandacht van het schoolbestuur: Het nascholingsplan wordt niet jaarlijks opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan het basisoverlegcomité. 5.3 Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen Aanbevelingen De school kan de naleving van de wettelijke bepalingen verbeteren door: Jaarlijks een nascholingsplan op te stellen en voor te leggen aan het basisoverlegcomité (Decreet betreffende de lerarenopleiding en de nascholing, d.d. 16/04/1996)

14 14 6 Conclusies en advies 6.1 Conclusies Voor het onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren het volgende tekort worden weggewerkt: Het schoolteam slaagt er niet in om binnen een proces van handelingsplanning vanuit een concreet geformuleerde zorgvraag onderwijs op maat van elk kind te realiseren door in overleg een herkenbare selectie van ontwikkelingsdoelen of eindtermen te maken. Het risicobeheersingsbeleid in deze school voldoet. De naleving van de andere wettelijke bepalingen in deze school voldoet. 6.2 Advies In uitvoering van het Decreet van 17 juli 1991, inzonderheid het artikel 5, alsmede in uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse gemeenschap worden uitgevoerd van 2 februari 1999, artikel 10, wordt een gunstig advies voor de schooljaren , , uitgebracht voor verdere erkenning en financiering. Vanaf 1 oktober 2011moet de school kunnen aantonen dat de tekorten, die in de conclusies worden vermeld, zijn weggewerkt. Het verslag van deze controle maakt integraal deel uit van dit schooldoorlichtingsverslag. De onderwijsinspectie Annemarie Desmyttere Lieven Deprettere Jan Devos Inspecteur-verslaggever Datum van bespreking van het ontwerpverslag met het schoolbestuur en de directie: Datum van verzending aan het schoolbestuur en de directie: Voor kennisneming: De directie Het schoolbestuur Naam: Datum: Naam en functie: Datum:

15 15 Het ondertekende verslag moet binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst teruggezonden worden aan de inspecteur-generaal basisonderwijs, H. Consciencegebouw 2B10, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel. Het schoolbestuur kan op- of aanmerkingen formuleren na kennisneming van dit verslag en als bijlage meezenden. Datum ontvangst Vak bestemd voor het secretariaat van de inspectie basisonderwijs