VERSLAG SCHOOLDOORLICHTING

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Referentienummer Onderwijsinspectie 0708/0/012 Inspectie Basisonderwijs Regio Aalst/Sint-Niklaas Schooljaar Ressort VERSLAG SCHOOLDOORLICHTING Vrije Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs Botermelkstraat Aalst Instellingsnummer: Directie : De heer Gabriël Caestecker Schoolbestuur : Levensvreugde-scholen VZW De heer Hugo De Vos (voorzitter) Botermelkstraat Aalst Periode : november 2007 Inspectieteam : De heer Karl Baert (verslaggever) Mevrouw Katrien De Roo

2 2 Leeswijzer bij het verslag van een schooldoorlichting Conform aan de bepalingen van art. 10 van het Besluit van de Vlaamse regering 1 bevat het verslag van een schooldoorlichting een beschrijvend en een concluderend gedeelte met advies. In het gewoon basisonderwijs zijn de ontwikkelingsdoelen en eindtermen het uitgangspunt voor de beschrijving en de beoordeling van het onderwijskundig functioneren. In het verslag formuleert de inspectie een antwoord op de vraag: In welke mate zorgt deze school voor een maximale ontplooiing van elk kind?. Rekening houdend met relevante context- en inputkenmerken geeft het inspectieteam aan hoe kwaliteitsvol de school de basisvorming, de brede ontwikkeling en een zorgbrede leerlingenbegeleiding realiseert en hoe dit beleidsmatig wordt ondersteund. In het buitengewoon basisonderwijs is het proces van handelingsplanning in zijn verschillende fasen het uitgangspunt voor de beschrijving en de beoordeling van het onderwijskundig functioneren. Rekening houdend met relevante context- en inputkenmerken geeft het inspectieteam aan hoe kwaliteitsvol de school voor elk kind een optimale en harmonische persoonlijkheidsontwikkeling en integratie nastreeft en hoe dit beleidsmatig wordt ondersteund. Voor de beschrijving van het onderwijskundig functioneren zijn er dus 2 mogelijke structuren om de vaststellingen te ordenen: 1 De onderwijsinspectie beschrijft in het gewoon basisonderwijs het onderwijskundig functioneren vanuit kernvragen in verband met: basisvorming als samenhangend geheel realiseren brede ontwikkeling realiseren zorgbreedte realiseren. 2 De inspectie beschrijft in het buitengewoon basisonderwijs het onderwijskundig functioneren volgens de fasen van het proces van handelingsplanning: beginsituatie doelenfase voorbereidingsfase uitvoeringsfase evaluatiefase. Afkortingen CLB centrum voor leerlingenbegeleiding ICT informatie- en communicatietechnologie KVS / LVS kindvolgsysteem / leerlingvolgsysteem LO lichamelijke opvoeding BLIO Bijzondere Leerkracht Individueel Onderwijs 1 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse gemeenschap worden uitgevoerd ( ).

3 3 Inhoudsopgave 1 Relevante context- en inputgegevens Onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren Onderwijskundig functioneren Onderwijsondersteunend functioneren Beoordeling van de onderwijskwaliteit Relevante aspecten waarin de school goed is Relevante aspecten die de school kan verbeteren: aanbevelingen Relevante aspecten die de school moet verbeteren: tekorten Risicobeheersingsbeleid Toelichting Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid Andere wettelijke bepalingen Onderwijsleermiddelen en schooluitrusting Wettelijke bepalingen Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen Conclusies en advies Conclusies Advies...13

4 4 1 Relevante context- en inputgegevens Deze kleinschalige school biedt buitengewoon onderwijs aan van het type 2 (kinderen met een matige en ernstige mentale handicap) voor zowel kleuters als lagereschoolkinderen. Deze school is gelegen op een grote campus, samen met een school voor buitengewoon secundair onderwijs, een MPI, een dagverblijf en een revalidatiecentrum. De school telt op het ogenblik van de schooldoorlichting 56 leerlingen. Het leerlingenaantal bleef de laatste jaren vrij stabiel. Een dertigtal bussen zorgen dagelijks voor het vervoer van de kinderen. Enkele kinderen verblijven in het MPI en gaan van daaruit naar school. Ongeveer de helft van de personeelsleden is reeds meer dan 25 jaar werkzaam in het onderwijs. De directeur werkt al meer dan 40 jaar in deze school. In de school zijn naast de 13 leerkrachten ook logopedisten aangesteld voor 36 uur, kinesitherapeuten voor 51 uur en is er 1 verpleegster werkzaam. Momenteel is de school nog op zoek naar een maatschappelijk werker en nog een verpleger. De school maakt deel uit van de scholengemeenschap Katholiek Basisonderwijs Aalst.

5 5 2 Onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren 2.1 Onderwijskundig functioneren Beginsituatie In welke mate slaagt de school erin om te komen tot een relevant totaalbeeld van de beginsituatie van elk kind? Relevante aspecten waarin de school goed is Het revalidatiecentrum dat aan de school verbonden is, zorgt ervoor dat van de meeste leerlingen een beeldvorming aanwezig is. Deze gegevens zijn vrij specifiek van aard en zijn gebaseerd op gesprekken met de ouders, onderzoekgegevens, testen Een aantal leerkrachten vraagt gerichte informatie op bij de ouders over de ontwikkeling van het kind. Relevante aspecten die de school kan verbeteren De school vraagt in geringe mate systematisch gegevens op van de vorige school. Door het ontbreken van formele overgangsgesprekken worden de gegevens betreffende de leerlingen op een onoverzichtelijke en weinig efficiënte wijze doorgegeven naar de volgende klas/leefgroep. Voor leerlingen die reeds langer op school verblijven, vormt in de meeste gevallen de synthese van de klassenraad van het vorige schooljaar vaak de beginsituatie voor het huidige schooljaar. Voor een aantal leerlingen kan dit, maar voor de meeste leerlingen is dit niet opportuun. Het is voor de paramedici niet altijd duidelijk wie welke onderzoekstaken dient uit te voeren en op welk moment. De leerkrachten dienen heel wat relevante informatie betreffende hun (nieuwe) klasgroep zelf eerst te verzamelen door middel van observeren in de klas. Hierdoor gaat heel wat kostbare tijd verloren. Er zijn geen duidelijke afspraken over wat precies van alle kindbetrokkenen wordt verwacht rond het verzamelen van gegevens over de beginsituatie. De klastitularis is verantwoordelijk voor het maken van de verslagen van de klassenraad. Een aantal leerkrachten doet dit zeer uitgebreid maar anderen beperken zich tot het noteren van staakwoorden. Van een groot aantal leerlingen (bijna de helft van het aantal leerlingen) had er op het moment van de schooldoorlichting nog geen klassenraad plaatsgevonden of waren de dossiers nog helemaal niet aangevuld. De verzameling van de gegevens over de leerlingen gebeurt niet efficiënt. Hierdoor zijn er onvoldoende relevante gegevens beschikbaar en kan er geen evenwichtig en relevant totaalbeeld gevormd worden van de meeste leerlingen. Een aantal leerkrachten stak heel veel tijd in het invullen van een hangmatje (systeem dat de school(leiding) ontwierp om de beginsituatie/beeldvorming en evaluatie van leerlingen te bepalen). Heel wat leerkrachten stelden het nut en het rendement ervan in vraag. Relevante aspecten die de school moet verbeteren De zorgvraag wordt vaak niet of te weinig concreet geformuleerd. Dit hypothekeert het verdere verloop van handelingsplanning en het doelgericht en planmatig werken op korte, middellange en lange termijn.. Doelenfase In welke mate slaagt de school erin om doelen op maat van het kind in overleg te selecteren waarbij er aandacht is voor een harmonische ontwikkeling en een optimale integratie? Relevante aspecten waarin de school goed is In een aantal klassen dragen doelen bij tot zelfstandig functioneren en tot een autonome participatie aan de maatschappij.

6 6 Relevante aspecten die de school kan verbeteren Tijdens de klassenraad spreken de teamleden prioriteiten af voor de komende periode. Een aantal leerkrachten formuleert echter te veel doelen op lange termijn en houdt weinig rekening met het feit dat in het buitengewoon onderwijs type 2 kortetermijndoelen of zinvolle tussenstappen zeer belangrijk zijn. De meeste paramedici selecteren hun inhouden op basis van de individuele problemen van de kinderen. Dit zijn overwegend discipline-eigen doelen of vaak ligt de focus op het verwerven van bepaalde technische vaardigheden. Relevante aspecten die de school moet verbeteren De beginsituatie van iedere leerling, met zijn specifieke mogelijkheden en noden, ontbreekt vaak zodat een doelenselectie soms onmogelijk is. Hierdoor sluit men niet aan bij de specifieke zorgvraag van de leerlingen. Het merendeel van de teamleden is niet op de hoogte van de uitgangspunten van de ontwikkelingsdoelen voor het BuO type 2. Bij de doelen- en inhoudenselectie is er in de meeste klassen geen evenwichtige aandacht voor de verschillende ontwikkelingscomponenten en voor alle leergebieden. Voorbereidingsfase In welke mate slaagt de school erin haar onderwijsaanbod op maat van het kind voor te bereiden? Relevante aspecten waarin de school goed is De school voorziet in additionele en paramedische hulp. De paramedici proberen elk in hun discipline passende hulp te geven op maat van de kinderen. Ook worden er een aantal geïntegreerde activiteiten van de paramedici gepland in de klassen zelf. Een aantal teamleden beoogt in hun voorbereiding het zo zelfstandig mogelijk functioneren en zo autonoom mogelijk kunnen participeren aan de maatschappij door geregeld werkelijkheidsgerichte activiteiten te voorzien binnen de klas en in de ruime omgeving van de school. Zo leren de leerlingen winkelen in een grootwarenhuis. De klasinrichting is zo functioneel mogelijk opgevat rekening houdende met de materiële mogelijkheden van de lokalen. In de ASS-klassen (klassen voor kinderen met Autismespectrumstoornissen) zijn er afgebakende ruimten voorzien voor de leerlingen. Een aantal leerkrachten voorziet in een aangepaste klasopstelling rekening houdend met de klasgroep. In een aantal klassen worden takenborden voorzien. Relevante aspecten die de school kan verbeteren Een aantal leerkrachten had het moeilijk om uit te leggen op basis waarvan de klasgroep wordt samengesteld. De concretisering van het individueel handelingsplan van een aantal paramedici van de school is grotendeels therapeutisch van aard en vrij summier ingevuld. De werkroosters zijn in de meeste gevallen opgesteld op maat van de teamleden. Hierdoor gaan mogelijkheden tot overleg vaak verloren en wordt vaak het uitwerken van een degelijk individueel/groepswerkplan uitgesteld of komt het in bepaalde groepen helemaal niet aan de orde. Relevante aspecten die de school moet verbeteren Niet van toepassing.

7 7 Uitvoeringsfase In welke mate slaagt de school erin haar onderwijsaanbod op maat van het kind als een coherent geheel te realiseren? Relevante aspecten waarin de school goed is Bij alle teamleden krijgt het algemeen welbevinden van de kinderen een voorname plaats. Via school- en klasafspraken proberen de leerkrachten een veilige en rustige leeromgeving te creëren. De kinderen worden op een positieve manier benaderd en bevestigd. Het team gaat respectvol om met de kinderen. Het heeft aandacht voor de succeservaringen met het oog op een positief zelfbeeld. Het verzorgende aspect krijgt op school ruime aandacht. De rol van de verpleegster is daarin heel belangrijk. Naast haar specifieke verzorgende taken zorgt ze ook voor een gericht gezondheidsbeleid op school met tal van activiteiten voor de verschillende groepen leerlingen. Ook onderhoudt ze de contacten met externen. In de meeste groepen hanteren de teamleden een sterk gestructureerd dagverloop, meestal goed gevisualiseerd in beta-prenten. De klassen zijn ordelijk, net en voldoende stimulerend ingericht. Tijdens de bijgewoonde activiteiten was er meestal een efficiënte klasorganisatie. De leerkrachten streven waardevolle inhouden na. Deze hebben vooral betrekking op het zich verstaanbaar uitdrukken, het herkennen van pictogrammen en zelfredzaamheid in het algemeen. In de meeste klassen zijn de leerinhouden afgestemd op de onderwijsbehoeften van het kind. Uit de gevolgde activiteiten en uit de gesprekken met de leerkrachten blijkt dat de teamleden ernstige inspanningen leveren om via momentane hulp en begeleiding in te spelen op de onmiddellijke noden van de kinderen. De teamleden houden in hun activiteiten rekening met de leef- en belevingswereld van de kinderen, het goed uitgewerkt Sint-Maartensfeest is daarvoor illustratief. Tussen de middag heeft in alle klassen het geleid eetmoment plaats en daarbij aansluitend het opruimen en de afwas. Via een takenbord krijgen de kinderen een opdracht die ze naar best vermogen leren uitvoeren. Op die manier gaat er dagelijks veel aandacht naar huishoudelijke activiteiten. In de les lichamelijke opvoeding is er veel actie van de kinderen. Via duidelijke opdrachten streeft de gymleerkacht de ontwikkelingsdoelen na, voor zover die binnen de mogelijkheden van de kinderen liggen. Naast haar specifiek leergebied, heeft zij ook aandacht voor leren leren en sociale vaardigheden. De BLIO s hebben elk hun specifieke taak. Ze nemen de klas over en voorzien waardevolle activiteiten zoals boodschappen doen, koken, fietsen En er is aandacht voor ruimte en oriëntatie. Binnen hun discipline, geven de paramedici individuele of groepsgerichte therapie. De logopedisten concentreren zich vooral op gericht luisteren, opdrachten begrijpen en communicatie. De kinesitherapeuten remediëren achterstanden en stoornissen op het vlak van motorische vaardigheden, ruimtelijke en perceptuele vaardigheden, lichaamsbesef en relaxatie. De snoezelruimte is bijzonder goed uitgerust. De kinderen kunnen er echt genieten van de therapie en komen er tot rust. Een aantal therapeuten doet inspanningen om tijdens de individuele sessies in te spelen op de inhouden die in de klas aan bod komen. Relevante aspecten die de school kan verbeteren De onderwijstijd wordt niet altijd even optimaal benut. De organisatie na de aankomst van de schoolbussen is niet optimaal. Nadat de kinderen de bus verlaten hebben, wachten ze met hun leerkrachten weliswaar onder een afdak, maar toch enigszins blootgesteld aan de weersomstandigheden tot de groep volledig is. Verplaatsingen naar de klas verlopen soms moeizaam, o.m. omdat veel kinderen een beperkte mobiliteit hebben en de titularis er soms alleen voor staat. Ook de voorbereiding van het vertrek neemt soms teveel tijd in beslag. Doordat enkele therapeuten niet aanwezig kunnen zijn op de klassenraden en er geen optimale communicatie is, zijn de vooropgestelde doelen niet altijd voor iedereen even duidelijk en werkt iedereen nog te intuïtief. In een aantal klassen kan er nog gezocht worden naar meer uitdagende activiteiten op maat van het kind. Het aantal lessen lichamelijke opvoeding is beperkt: slechts één les per week en voor vijf van de zeven groepen is er om de veertien dagen zwemmen. De motorische ontwikkeling is voor veel van deze kinderen nochtans heel belangrijk.

8 8 Voor kinderen die niet mobiel zijn en niet kunnen deelnemen aan de les lichamelijke opvoeding is het weinig opportuun dat zij mee gaan naar de gymzaal en daar gewoon toekijken. Misschien is het voor die kinderen beter dat ze op die momenten kinesitherapie krijgen. Relevante aspecten die de school moet verbeteren De school werkt te weinig handelingsplanmatig waardoor onderwijs op maat voor de kinderen geregeld in het gedrang komt. Evaluatiefase In welke mate slaagt de school erin om de vorderingen op maat van elk kind te evalueren? Relevante aspecten waarin de school goed is Elke leerkracht verzamelt evolutiegegevens over het kind en houdt dit bij in de agenda, in een observatieschrift of in een zelf ontworpen document. De leerlingen worden periodiek tijdens de klassenraad besproken. Elke deelnemer bereidt de bespreking voor. De klastitularis is de voorzitter van de klassenraad. Gemiddeld hebben er per schooljaar per kind drie klassenraden plaats. Bij de tweede klassenraad worden ook de ouders uitgenodigd. Dat gebeurt ook voor de klassenraad waarop het kind besproken wordt met het oog op de overgang naar een volgend niveau. De evolutieverslagen van kinderen die in het revalidatiecentrum therapie volgen, worden vlot aan de groepsleerkracht doorgespeeld. De therapeuten die verbonden zijn aan de school en deelnemen aan de gesprekken, vullen in een aantal gevallen het doel van hun tussenkomsten in op het handelingsplan. Relevante aspecten die de school kan verbeteren De school beschikt niet over een eenvormig instrument voor observatie of screening met betrekking tot welbevinden, betrokkenheid en competenties. Er is ook weinig eenduidigheid in de wijze waarop na de evaluatie een nieuw handelingsplan tot stand komt. Bij de meeste klassenraden worden de conclusies door alle aanwezigen zelf genoteerd en komt er geen eenduidig verslag. Dit bemoeilijkt de samenwerking, zeker voor de personen die de vergadering niet konden bijwonen. De directeur volgde een jaar opleiding in Engeland: Gunzburg. Op basis daarvan maakte hij een digitaal ontwerp voor het evalueren van de kinderen via alle ontwikkelingsdoelen voor type 2, het zogenaamde hangmatje (zie blz. 5). Er wordt nog niet uitgegaan van vooraf geselecteerde doelen voor een bepaald kind. Een groot aantal leerkrachten vindt het nogal omslachtig om dit voor alle kinderen als evaluatieinstrument te gebruiken. Het vraagt volgens hen ook veel overleg om het samen met alle participanten in te vullen. De meerwaarde is nog niet voor iedereen duidelijk. Deze evaluatievorm wordt nog niet gedragen door het team. Niet iedereen verwerkt individueel of in het multidisciplinair team de informatie op een efficiënte manier. Er bestaan geen schoolafspraken over schriftelijke rapportering aan de ouders en daarom gebeurt ze in de meeste gevallen niet. Wel zijn er enkele leerkrachten die het op eigen initiatief doen. Relevante aspecten die de school moet verbeteren De huidige schoolorganisatie laat niet toe dat alle kindbetrokkenen op de klassenraad aanwezig zijn, daardoor zijn een aantal personen onvoldoende geïnformeerd. Vaak wordt er vooraf geen relevante schriftelijke informatie doorgegeven.

9 9 2.2 Onderwijsondersteunend functioneren In welke mate ondersteunen de gezamenlijke doelgerichtheid, het interne leiderschap, de communicatie- en overlegmogelijkheden en de professionele ontwikkeling van de teamleden het realiseren van de onderwijskundige doelen? Relevante aspecten waarin de school goed is De schoolleiding stelt zich zeer laagdrempelig naar de ouders toe. Dit is lovenswaardig. De leerkrachten kennen de krachtlijnen van het opvoedingsproject van de school. De school organiseert werkgroepen om projecten uit te werken. Zo is er dit jaar een groepje leerkrachten dat zich buigt over de speelplaatswerking. Anderen nemen de verantwoordelijkheid voor het organiseren van feesten (zoals het Sint-Maartensfeest en het kerstfeest). De meeste leerkrachten volgden de cursus buitengewoon onderwijs. De leerkrachten kennen het nascholingsaanbod. Een aantal van hen ziet het belang in van levenslang leren en schoolt zich geregeld bij. Relevante aspecten die de school kan verbeteren Het ontbreekt de school aan gezamenlijke doelgerichtheid. Er zijn te weinig formele afspraken of gemaakte afspraken worden onvoldoende nageleefd. Wellicht is er daardoor ook te weinig eenduidigheid in de documenten. De meeste teamleden hebben geen gelijkgerichte visie op de concretisering van het proces van handelingsplanning en met betrekking tot groepshandelingsplannen en individuele plannen. Het beleidsvoerend vermogen van de school is niet zo sterk. De uitgezette koers is niet voor iedereen duidelijk of wordt onvoldoende bewaakt. Bepaalde leerkrachten nemen zelf het initiatief in handen en dit leidt soms tot onderlinge spanningen. De school ondernam nog geen acties met betrekking tot zelfevaluatie. Bijvoorbeeld een sterktezwakteanalyse waaruit duidelijke prioriteiten kunnen afgeleid worden, werd nog niet uitgevoerd. De school beschikt niet over een nascholingsplan op middellange en lange termijn. Het nascholingsplan blijft beperkt tot een opsomming van gevolgde en te volgen nascholingen in het huidig schooljaar. Het outputbeleid kreeg nog te weinig aandacht. Het behoort nog niet tot de schoolcultuur om via de voor de schoolpopulatie relevante outputindicatoren de resultaten van haar eigen werking in kaart te brengen, te analyseren en eventueel bij te sturen. Er zijn weinig kansen tot informeel en formeel overleg. De communicatie, ook tijdens de personeelsvergaderingen, verloopt niet altijd optimaal. Er is weinig formeel en informeel overleg tussen de collega s van de verschillende paviljoenen. Dit heeft zijn weerslag op de sfeer onder de collega s. Gerichte klasbezoeken zijn niet aan de orde. De teamleden krijgen weinig formeel feedback op hun onderwijsstijl en pedagogisch didactisch handelen. De coaching van nieuwe teamleden verloopt niet gestructureerd genoeg. Jonge leerkrachten hebben te weinig houvast en staan er te veel alleen voor, zo gaat er kostbare tijd verloren..

10 10 3 Beoordeling van de onderwijskwaliteit 3.1 Relevante aspecten waarin de school goed is In een aantal klassen worden er activiteiten georganiseerd die bijdragen tot zelfstandig functioneren en tot een autonome participatie aan de maatschappij. De school voorziet in passende additionele en paramedische hulp. Het algemeen welbevinden van de kinderen krijgt een voorname plaats in het schoolgebeuren. Het verzorgende aspect krijgt op school ruime aandacht. De teamleden houden, waar het kan, in ruime mate rekening met de leef- en belevingswereld van de kinderen. De evolutieverslagen van kinderen die in het revalidatiecentrum zitten worden vlot aan de groepsleerkrachten doorgespeeld. 3.2 Relevante aspecten die de school kan verbeteren: aanbevelingen De school kan : duidelijke afspraken maken over wat precies van alle kindbetrokkenen wordt verwacht rond het verzamelen van gegevens over de beginsituatie ; formele overgangsgesprekken organiseren om de gegevens betreffende de leerlingen op een overzichtelijke en efficiënte wijze door te geven naar de volgende klas/leefgroep ; de leerlingengroepen op een doordachte manier en in overleg samenstellen ; de onderwijstijd optimaler benutten ; de werkroosters van de personeelsleden opstellen in functie van de leerlingen ; voldoende activititeiten motorische ontwikkeling inrichten ; een gelijkgerichte en eensgezinde visie ontwikkelen op de concretisering van het proces van handelingsplanning en met betrekking tot groepshandelingsplannen en individuele plannen ; ervoor zorgen dat nieuwe leerkrachten ondersteuning krijgen. 3.3 Relevante aspecten die de school moet verbeteren: tekorten De zorgvraag wordt vaak niet of te weinig concreet geformuleerd. Dit hypothekeert het verdere verloop van handelingsplanning en het uitwerken van een goed functionerend individueel en/of groepshandelingsplan. De beginsituatie van iedere leerling, met zijn specifieke mogelijkheden en noden, vormt onvoldoende het uitgangspunt om een selectie te maken van de ontwikkelingsdoelen type 2 op maat van elke leerling en/of van de groep leerlingen. De school werkt te weinig handelingsplanmatig waardoor onderwijs op maat voor de kinderen geregeld in het gedrang komt. De huidige schoolorganisatie laat niet toe dat alle kindbetrokkenen op de klassenraad aanwezig zijn. Daardoor is een aantal personen onvoldoende geïnformeerd.

11 11 4 Risicobeheersingsbeleid 4.1 Toelichting De inspectie heeft een signaalfunctie voor de scholen in het kader van een dynamisch risicobeheersingsbeleid. Zij steunt hierbij op artikel 7 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering: 2 De inspectie zal een marginale controle uitoefenen op de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Tevens zal zij onderzoeken of de materieel bevoegde overheden geen tekortkomingen hebben vastgesteld en of alle wettelijk vereiste veiligheidsattesten zijn afgeleverd. Aan de hand van de dynamische inspectie-index zijn volgende vier indicatoren onderzocht: 1 De organisatie van het veiligheids- en welzijnsbeleid 2 De bewoonbaarheid van de schoolinfrastructuur 3 De veiligheid van de leer- en werkomgeving 4 Hygiëne, gezondheid en milieuzorg Iedere indicator wordt gedekt door een aantal variabelen. In de bijlage van dit verslag wordt elke variabele gewaardeerd op een schaal van 0 tot en met Aanbevelingen en tekorten risicobeheersingsbeleid Om het risicobeheersingsbeleid te optimaliseren kan de school: Een toilet voorzien dat specifiek is bestemd voor het personeel. De school dient de volgende maatregelen te integreren in het beleidsplan en verbeteracties op te nemen in het jaaractieplan: De voetbaldoelen op de speelvelden verankeren. In iedere klas een systeem voorzien opdat de verpleegkundige op een snelle manier kan opgeroepen worden zonder daarom de personeelsleden de leerlingengroep hoeven te verlaten. De afsluiting aan de kleuterafdeling verhogen en beveiligen zodat kleuters de speelplaats niet kunnen verlaten en dat ze zich niet kunnen bezeren aan de gevaarlijke pinnen. In de turnzaal ervoor zorgen dat het EHBO-kastje toegankelijk is voor alle personeelsleden. De school moet maatregelen nemen om de volgende tekorten weg te werken: Volgens het verslag onderzoek brandveiligheid van 20 november 2007 is er met betrekking tot de door de brandweer geadviseerde brandvoorzorgsmaatregelen 1 tekortkoming: punt 2: er is geen veiligheidsverlichting. 2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse gemeenschap worden uitgevoerd ( )

12 12 5 Andere wettelijke bepalingen 5.1 Onderwijsleermiddelen en schooluitrusting De school beschikt over voldoende onderwijsleermiddelen en over een aangepaste schooluitrusting om de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te realiseren. De inspectie brengt, op basis van art.62, 1, 5 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 de volgende vaststellingen onder de aandacht van het schoolbestuur: 5.2 Wettelijke bepalingen Voor zover de inspectie bij de controle van een aantal documenten heeft kunnen vaststellen, wordt de schooladministratie op een correcte manier bijgehouden en afgehandeld. 5.3 Aanbevelingen en tekorten naleving andere wettelijke bepalingen Niet van toepassing.

13 13 6 Conclusies en advies 6.1 Conclusies Voor het onderwijskundig en onderwijsondersteunend functioneren moeten de volgende tekorten worden weggewerkt: 1. De zorgvraag wordt vaak niet of te weinig concreet geformuleerd. Dit hypothekeert het verdere verloop van handelingsplanning en het uitwerken van een goed functionerend individueel en/of groepshandelingsplan. 2. De beginsituatie van iedere leerling, met zijn specifieke mogelijkheden en noden, vormt onvoldoende het uitgangspunt om een selectie te maken van de ontwikkelingsdoelen van het type 2 op maat van elke leerling en/of van de groep leerlingen. 3. De school werkt te weinig handelingsplanmatig waardoor onderwijs op maat voor de kinderen geregeld in het gedrang komt. De huidige schoolorganisatie laat niet toe dat alle kindbetrokkenen op de klassenraad aanwezig zijn. Daardoor is een aantal personen onvoldoende geïnformeerd. Voor het risicobeheersingsbeleid moet het volgende tekort worden weggewerkt: 4. Volgens het verslag onderzoek brandveiligheid van 20 november 2007 is er met betrekking tot de door de brandweer geadviseerde brandvoorzorgsmaatregelen 1 tekortkoming: punt 2: er is geen veiligheidsverlichting. De naleving van de andere wettelijke bepalingen in deze school voldoet. 6.2 Advies In uitvoering van het Decreet van 17 juli 1991, inzonderheid het artikel 5, alsmede in uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wijze waarop sommige bevoegdheden van de onderwijsinspectie van de Vlaamse gemeenschap worden uitgevoerd van 2 februari 1999, artikel 10, wordt een gunstig advies voor de schooljaren , en uitgebracht voor verdere erkenning en subsidiëring. Vanaf 01 april 2008 moet de school kunnen aantonen dat het tekort in verband met het risicobeheersingsbeleid is weggewerkt. De inspectie zal na 01 april 2008 een tussentijdse controle uitvoeren om na te gaan in welke mate het tekort 4 is weggewerkt dat in de conclusies wordt vermeld. De inspectie zal na 01 januari 2009 een tussentijdse controle uitvoeren om na te gaan in welke mate de tekorten 1,2 en 3 op dat moment zijn weggewerkt. Vanaf 01 september 2010 moet de school kunnen aantonen dat de tekorten 1,2 en 3 zijn weggewerkt die in de conclusies worden vermeld. Het verslag van deze controles maakt integraal deel uit van het schooldoorlichtingsverslag. De inspecteurs basisonderwijs De coördinerend inspecteur basisonderwijs Karl Baert Katrien De Roo Jos Van Vreckem

14 14 Datum van bespreking van het ontwerpverslag met het schoolbestuur en de directie: 5 december 2007 Datum van verzending aan het schoolbestuur en de directie: Voor kennisneming: De directie Het schoolbestuur Naam: Datum: Naam & Functie: Datum: Het ondertekende verslag moet binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst teruggezonden worden aan de coördinerend inspecteur: H. Consciencegebouw 4BC04, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel. Het schoolbestuur kan op- of aanmerkingen formuleren na kennisneming van dit verslag en als bijlage meezenden. Jos Van Vreckem Coördinerend inspecteur Luc Van der Auwera Wnd. inspecteur-generaal Vak bestemd voor de stafleden van de inspectie basisonderwijs Hendrik Consciencegebouw 4BC04 Koning Albert II-laan BRUSSEL De coördinerend inspecteur basisonderwijs De inspecteur-generaal basisonderwijs