VERSLAG OPVOLGINGSCONTROLE

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Referentienummer Onderwijsinspectie 0607/6/047 Inspectie Basisonderwijs Regio Mechelen Schooljaar Ressort VERSLAG OPVOLGINGSCONTROLE Basisschool van de Vlaamse Gemeenschap Het Klepperke Boudewijnlaan 15 Bus Balen Instellingsnummer: 761 Directie : Nico Maes Schoolbestuur : Scholengroep Kempen De Heer Ludo Vandepoel (Algemeen directeur) Grote markt Turnhout Periode : februari 2008 Inspectieteam : Inspecteur R. Sannen (verslaggever) Inspecteur K. Vertessen

2 2 1 Situering In het schooldoorlichtingsverslag van mei 2007 met referentienummer 0607/6/047 formuleerde de onderwijsinspectie het advies gunstig voor de schooljaren en naar aanleiding van volgende tekort: In de beide afdelingen de zorgwerking doordachter, systematischer en planmatiger uitwerken zodat de titularissen degelijk ondersteund worden om op school- en klasniveau het onderwijsleeraanbod af te stemmen op de noden van de kinderen. Vooral voor de kleuterafdeling voldoende systematische en ondersteunende overlegmomenten inbouwen. Het MDO omvormen tot een overlegorgaan waar op basis van een duidelijke probleemanalyse de concrete hulpverlening aan kinderen met specifieke noden duidelijk wordt uitgetekend. Het voorliggende verslag maakt integraal deel uit van het schooldoorlichtingsverslag en bevat de vaststellingen en beoordelingen die de onderwijsinspectie heeft gedaan in het kader van de opvolgingscontrole. 2 Relevante contextuele gegevens De zorgcoördinator is al een hele periode afwezig wegens bevallingsverlof. De directeur heeft de coördinatie van de zorg in die periode op zich genomen. De school stelde een actieplan op om te werken aan het geformuleerde tekort en de aanbevelingen uit het doorlichtingsverslag. Hierbij werd de netgebonden pedagogische begeleidingsdienst betrokken. Het actieplan, opgesteld na de analyse van het verslag van de schooldoorlichting, werd voorgelegd aan de Schoolraad op 20 september 2007.

3 3 3 Vaststellingen en beoordelingen 3.1 Tekort: In de beide afdelingen de zorgwerking doordachter, systematischer en planmatiger uitwerken zodat de titularissen degelijk ondersteund worden om op school- en klasniveau het onderwijsleeraanbod af te stemmen op de noden van de kinderen. Vaststellingen Vooral voor de kleuterafdeling voldoende systematische en ondersteunende overlegmomenten inbouwen. Het MDO omvormen tot een overlegorgaan waar op basis van een duidelijke probleemanalyse de concrete hulpverlening aan kinderen met specifieke noden duidelijk wordt uitgetekend. In eerste instantie maakte de school een grondige analyse van het verslag van de schooldoorlichting. Het is bemoedigend dat hierbij niet alleen de negatieve punten werden opgelijst maar dat ook de positieve aspecten van de werking hierin een plaats kregen. Op basis van deze analyse werd samen met de netgebonden pedagogische begeleidingsdienst een gefundeerd actieplan uitgewerkt waarin zowel aspecten van het geformuleerde tekort als de aanbevelingen zijn opgenomen. De rubricering gebeurde op basis van de drie doelstellingen uit het doorlichtingsverslag. Het doel van elke actie met centraal de vragen waarom? en wat? werd aangevuld met afspraken omtrent de taakverdeling. Aan elk doel werd een strikte timing gekoppeld en de wijze van opvolging werd vastgelegd. In eerste instantie werd het communicatieprobleem aangepakt waarbij ook het schoolbestuur zich engageerde. Individuele gesprekken en wisselende gespreksgroepen zorgden ervoor dat alles werd uitgeklaard. De bezinning over zowel het individuele als over het groepsfunctioneren en het nadenken over de wijze van communiceren bracht de teamleden terug bij elkaar en op dezelfde golflengte. De directeur kreeg de gelegenheid een seminarie te volgen over schoolmanagement en leidinggeven. Volgens een aantal leerkrachten is het autoritaire leiderschap geëvolueerd naar een participatief beleid. Dit alles leidde tot een hernieuwde goede werksfeer waar collega s professioneel maar gemoedelijk met elkaar kunnen omgaan. Het individuele welbevinden van de leerkrachten is thans groot. Dit straalt af op het team en leidt tot een grote inzet. Op een eerste pedagogische studiedag stond differentiatie centraal. Mogelijke vormen van differentiatie werden toegelicht en het team haalde hieruit naast het BHV-model (basis, herhaling, verrijking) ook het ADI-principe (Activerende directe instructie). De vijf fasen van dit model werden grondig doorgenomen en worden thans in de meeste klassen tijdens de lessen ook concreet toegepast. Contractwerken zijn thans opgesteld op maat van elk kind. Gekoppeld hieraan werd een individuele enquête rond differentiatie opgezet. Leerkrachten die in september een nieuwe klasgroep kregen, mochten rekenen op de steun van de begeleidingsdienst. Klasbezoeken met begeleidingsverslag hielpen hen op weg om hun gedifferentieerde aanpak te verfijnen. De klasinterne ondersteuning van de GOK-leerkracht is afhankelijk van de klasgroep. De ondersteuning is sterker in die klasgroepen waarin meer leerlingen nood hebben aan individuele ondersteuning. Het is tijdens die ondersteuningsmomenten dat de eerstelijnszorg optimaal functioneert. Elke klastitularis maakt vooraf het GOK-agenda en bezorgt dit tijdig aan de collega. Hierin wordt opgenomen welke leerlingen individueel of in kleine groepen extra hulp krijgen en wordt de taakverdeling vooraf vastgelegd. Er wordt een combinatie gemaakt tussen contract- en hoekenwerk. Zo kunnen beide leerkrachten werken met kleine groepen terwijl de rest van de klas zelfstandig werkt. Soms neemt de GOK-leerkracht de klasgroep over en neemt de titularis de remediërende taken op zich. Na elk gezamenlijk optreden is er een kort reflectiemoment. De neerslag hiervan is terug te vinden in de GOK-agenda s. Naast remediërende taken zien we leerkrachten ook kiezen voor ofwel een verlengde ofwel een pre-instructie. De pre-instructie richt zich naar deze kinderen die het moeilijk zullen hebben met de nieuwe leerstof die de volgende dagen wordt aangeboden. Zo worden met dyslectische kinderen teksten vooraf doorgelezen. Voor deze leerlingen gelden nog andere STICORDI- maatregelen. Wie het moeilijk heeft met probleemoplossende vaardigheden krijgt vooraf strategische hulp. Deze hulp wordt vooraf met de ouders besproken. Op de rapporten wordt vermeld welke extra hulp bepaalde kinderen kregen.

4 4 Tijdens een tweede pedagogische studiedag werd de zorgstructuur opnieuw geactualiseerd. De klasleerkracht die de eerstelijnszorg op zich neemt, staat hierin centraal. Daarnaast is het veelvuldig overleg, zowel formeel als informeel, belangrijk. De leerkracht signaleert het probleem en zet de eerste stappen om het kind te helpen. Via het intern overleg met de GOK-leerkracht wordt de hulp verder uitgetekend. Dit overleg kan een bredere basis krijgen door de directeur en de zorgcoördinator hierbij te betrekken. Dit gebeurt ook drie keer per schooljaar. Wanneer de mogelijkheden van de school geen direct antwoord meer bieden voor het probleem is er de tweedelijnszorg. In deze fase wordt het multidisciplinair overleg ingebouwd waarbij het CLB nieuwe impulsen kan geven naar de aanpak. Het MDO wordt door de leerkrachten degelijk voorbereid. De neerslag van de overlegmomenten is de basis om het voorbereidend document concreet vulling te geven. Hierbij worden naast cognitieve aspecten ook steeds het socio-emotionele componenten mee in kaart gebracht. Leerkrachten voelen zich geholpen na het overleg. Beoordeling Het tekort is in voldoende mate weggewerkt. 4 Conclusies De weg, uitgetekend in het actieplan van de school, moet verder bewandeld worden. De collegiale sfeer en de aanwezige competenties maken dat de inspectie ervan overtuigd is dat de school terug een echte Klepper wordt en haar naam meer dan waard is. We kunnen niet ontkennen dat de school serieuze klappen heeft moeten incasseren. Het verlies van leerlingen zorgt jammer genoeg ook voor minder lestijden. Er zal moeten nagedacht worden hoe de zorg verder kan gegarandeerd worden. Een tijdelijke extra inspanning van schoolbestuur om de zes leerjaren te behouden en de huidige GOK-werking te bestendigen, lijkt ons noodzakelijk.

5 5 5 Advies Naar aanleiding van de beoordelingen en de conclusies van de opvolgingscontrole en in uitvoering van het Decreet van 17 juli 1991, inzonderheid het artikel 5, alsmede in uitvoering van het Besluit van 2 februari 1999, artikel 10, wordt een GUNSTIG advies uitgebracht voor verdere erkenning en subsidiëring. De inspecteurs basisonderwijs De coördinerend inspecteur basisonderwijs Karel Vertessen Roger Sannen Vic Pierlet Datum van verzending aan het schoolbestuur en de directie: Voor kennisneming: De directie Het schoolbestuur Naam: Datum: Naam & Functie: Datum: Het ondertekende verslag moet binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst teruggezonden worden aan de coördinerend inspecteur: H. Consciencegebouw 4BC04, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel. Het schoolbestuur kan op- of aanmerkingen formuleren na kennisneming van dit verslag en als bijlage meezenden. Vic Pierlet Coördinerend inspecteur Luc Van der Auwera Wnd. inspecteur-generaal Vak bestemd voor de stafleden van de inspectie basisonderwijs Hendrik Consciencegebouw 4BC04 Koning Albert II-laan BRUSSEL De coördinerend inspecteur basisonderwijs De inspecteur-generaal basisonderwijs