Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Masterproef van de opleiding Master in de rechten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Masterproef van de opleiding Master in de rechten."

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Freya Van Langenhove (studentennummer: ) Promotor: prof. dr. I. Claeys Commissaris: S. Heirbrant

2

3

4

5 VOORWOORD In de basiscursus verbintenissenrecht wordt de valse oorzaak slechts kort behandeld omdat het in the big picture van het verbintenissenrecht louter een voorwaarde is van één van de geldigheidsvereisten van de verbintenis. Zo gezien verhoudt de valse oorzaak zich tot het grote geheel van het verbintenissenrecht zoals een kleine ster zich verhoudt tot het heelal. Doch is elke ster, hoe klein ook, het bestuderen waard. Dat merkte ik tijdens mijn onderzoek naar de inhoud van het begrip valse oorzaak. Ik ontdekte dat er een schat aan redeneringen schuilgaat achter de valse oorzaak en dat de valse oorzaak werkelijk een interessante constructie is. Hoewel het een leerzaam proces was, bleek het niet eenvoudig om deze constructie te doorgronden. Gelukkig kon ik tijdens dergelijke uitdagende momenten steun ontvangen van verschillende prachtige mensen die ik hier dan ook graag wil bedanken voor hun betrokkenheid en vertrouwen. Dank ook aan mijn promotor en commissaris voor de kans dit interessante onderwerp te bestuderen. Overijse, 15 juni I -

6 - II -

7 INHOUDSTAFEL Voorwoord... I Inhoudstafel... III Inleiding Algemeen... 4 Trapsgewijs komen tot een verbintenis... 4 Basisbeginselen Contractvrijheid Obligatoire kracht van overeenkomst Consensualisme... 7 Soorten overeenkomsten Eenzijdige en wederkerige overeenkomsten Overeenkomsten ten bezwarende titel en om niet Vergeldende en kanscontracten Artikel 1108 BW... 9 Inleiding... 9 Toestemming Gebreken Essentiële dwaling Rechtsdwaling Bedrog Veinzing Verhinderende dwaling Verhinderende dwaling omtrent de oorzaak van de verbintenis Oorzaak: Motor van de verbintenis Mosterd gehaald bij Domat Oorzaakvereiste erkend in rechtspraak III -

8 2.3.3 Kritiek op het oorspronkelijke oorzaakbegrip Reactie op deze kritiek De Romeinse causa Naar een nieuwe invulling van de oorzaak Traditioneel Modern Vereisten van de oorzaak Bestaan Abstracte verbintenis Geoorloofd Niet vals Conclusie Traditionele opvatting valse oorzaak: met intern oorzaakbegrip Inleiding Wetgeving Rechtsleer Oorspronkelijk Domat Feitelijke dwaling Rechtsdwaling Pothier Traditionele opvatting Dwaling met betrekking tot de oorzaak Schijnoorzaak Onderscheid met de essentiële dwaling omtrent de zelfstandigheid van het voorwerp Bewijs Sanctie Enkele rechtsgeleerden De Page Baudry-Lacantinerie IV -

9 Laurent Rechtspraak Conclusie Valse oorzaak vandaag Inleiding Moderne invulling valse oorzaak Wordt afscheid genomen van monistisch oorzaakbegrip? Conclusie Bespreking Cassatiearrest van 14 januari Inleiding Feitelijke bespreking en juridische analyse arrest Analyse Hof van Beroep Analyse Hof van Cassatie Bedenkingen Conclusie Eindconclusie Bibliografie... i - V -

10 - 1 -

11 INLEIDING De oorzaak is volgens artikel 1108 van het Burgerlijk Wetboek 1 één van de vier geldigheidsvereisten van een verbintenis. Iedereen kent de vereiste wel dat de oorzaak van een verbintenis niet vals mag zijn. Wanneer men echter eerlijk is en zich afvraagt wat die valse oorzaak eigenlijk concreet inhoudt, moet men toegeven het antwoord schuldig te moeten blijven. Daar wens ik met dit onderzoek verandering in te brengen. Ik hoop dat u na het lezen van deze masterproef een beeld heeft van wat de valse oorzaak vroeger was en vandaag is (en mogelijks in de toekomst zou kunnen zijn). Om tot dit beeld te komen en mijn algemene opzet te bereiken, werk ik in verschillende hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk is erg algemeen. Ik begin met een duiding van de structuur van een verbintenis. Vervolgens sta ik stil bij enkele basisbeginselen en tenslotte overloop ik de soorten overeenkomsten. Een goede basiskennis van het verbintenissenrecht is nodig voor een vlot begrip van de kern van dit onderzoek: de valse oorzaak. In het tweede hoofdstuk wordt artikel 1108 BW geanalyseerd. Ik zal eerst de toestemming toelichten en daarna een overzicht geven van de evolutie die het oorzaakbegrip heeft doorgemaakt. Over het oorzaakbegrip is door de tijd heen veel inkt gevloeid omdat het geen eenvoudige materie is. Desalniettemin tracht ik een heldere uitleg te verschaffen over hoe het oorzaakbegrip is gewijzigd. In het derde hoofdstuk wordt aan de hand van wetgeving, rechtsleer en rechtspraak getracht de traditionele opvatting van de valse oorzaak te achterhalen. Het is vooral de rechtsleer die hier aan bod komt. In het vierde hoofdstuk wordt nagegaan wat de invloed van het gewijzigde oorzaakbegrip is op de traditionele opvatting van de valse oorzaak. Er wordt hier ook een theorie uit de rechtsleer uiteen gezet. Met alle vergaarde informatie zal uiteindelijk in het vijfde en laatste hoofdstuk aandacht worden besteed aan een arrest van het Hof van Cassatie. Het arrest van 14 januari 2013 is interessant om te analyseren omdat het betrekking heeft op de invulling van het oorzaakbegrip en als gevolg daarvan ook op de vraag: hoe moet de dwaling met betrekking tot de determinerende beweegredenen vandaag gesanctioneerd worden? 1 Verder: BW

12 - 3 -

13 1. ALGEMEEN TRAPSGEWIJS KOMEN TOT EEN VERBINTENIS Ieder mens komt dagelijks in aanraking met een ontelbaar aantal natuurlijke feiten en feitelijke handelingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de klimatologische veranderingen of aan de glimlach van een vreemde. Aan deze feiten worden geen rechtsgevolgen verbonden. Hieraan gerelateerd, doch een trap hoger op de juridische ladder der gebondenheid, bevinden zich de rechtsfeiten. 2 Dit zijn gebeurtenissen die rechtsgevolgen hebben omdat ze aan een (of meerdere) rechtsregel(s) beantwoorden waarvan de toepassingsvoorwaarden zijn verenigd. 3 Men onderscheidt twee typen rechtsfeiten. Er zijn enerzijds gebeurtenissen die niet door het rechtssubject zijn gewild en die ongewilde rechtsgevolgen met zich meebrengen omdat nu eenmaal aan de toepassingsvoorwaarden van een rechtsregel is voldaan. Voorbeeld: De geboorte in hoofde van het (levend en levensvatbaar) kind. Er zijn anderzijds ook gebeurtenissen die wel door een rechtssubject zijn gewild, maar waaraan door de erop toepasselijke rechtsregels andere rechtsgevolgen worden toegekend dan de gevolgen die het rechtssubject vooraf in gedachten had. Voorbeeld: Een snelheidsovertreding in hoofde van de bestuurder die een ongeval veroorzaakt en dit in de hypothese waarin dat ongeval schade berokkent bij de passagier, terwijl de bestuurder enkel de bedoeling had om met zijn sportauto indruk te maken op deze passagier. Na de feiten en rechtsfeiten, zijn we aanbeland bij de rechtshandelingen die op de derde trede staan. 4 Dit zijn handelingen die door een rechtssubject worden gesteld met het oog op het bekomen van bepaalde rechtsgevolgen, die op basis van de toepasselijke rechtsregels verbonden zijn aan de desbetreffende handeling, omdat de toepassingsvoorwaarden door de handeling vervuld zijn. 5 Er bestaan eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen. 2 J. GHESTIN., Traité de droit civil. La formation du contrat, II, Parijs, L.G.D.J, 1993, 1. 3 L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, 8. 4 J. GHESTIN., Traité de droit civil. La formation du contrat, II, Parijs, L.G.D.J, 1993, 1. 5 L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000,

14 Bij eenzijdige rechtshandelingen is het initiatief van één rechtssubject voldoende om de door hem gewenste rechtsgevolgen in het leven te roepen. Voorbeeld: Een testament Een meerzijdige rechtshandeling vereist het initiatief van minstens twee rechtssubjecten om de door hen beoogde rechtsgevolgen teweeg te brengen. Voorbeeld: Een koopovereenkomst Wanneer een rechtssubject een rechtshandeling stelt die alle voorwaarden van artikel 1108 van het Burgerlijk Wetboek vervult, komt een juridisch afdwingbare verbintenis tot stand. Een verbintenis is het hoogst haalbare niveau op de juridische ladder. 6 Het is een rechtsverhouding tussen minstens twee rechtssubjecten waarbij de ene jegens de andere een vorderingsrecht krijgt. 7 Krachtens dat vorderingsrecht kan het ene rechtssubject aanspraak maken op een bepaalde gedraging van de andere partij. Deze gedraging bestaat uit een doen, geven of laten. 8 De bron van een verbintenis, zijnde hetgeen de verbintenis doet ontstaan, is een overeenkomst, de wet, de eigen daad van de schuldenaar (die uiteenvalt in het oneigenlijk contract, het misdrijf en het oneigenlijk misdrijf) of de eenzijdige rechtshandeling. 9 Alle verbintenissen zijn per definitie rechtshandelingen, maar omgekeerd geldt dat niet. Het bestaan van een verbintenis is voor derden een rechtsfeit. Bij het bepalen van hun gedraging moeten derden rekening houden met het bestaan van de verbintenis, maar de interne gevolgen zijnde de aanspraken van de verbintenis werken enkel tussen de betrokken rechtssubjecten. Dit is de regel van de relativiteit van de verbintenis. 10 Teneinde een goed begrip van de kern van dit onderzoek te verzekeren, volgen nu enkele basisbeginselen en een opsomming van de belangrijkste soorten overeenkomsten. 6 Zo komen we tot de vijfde en laatste trede van de imaginaire trap. 7 S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, 4. 8 Artikel 1101 BW. 9 Artikel 1370 BW; L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, 13; S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, Artikel 1165 BW

15 BASISBEGINSELEN CONTRACTVRIJHEID Contractvrijheid betekent dat men zelf kiest om al dan niet te contracteren. 11 Verder impliceert de contractvrijheid ook dat men vrij is te bepalen met wie men in zee gaat en dat de partijen de inhoud van de overeenkomst mogen regelen. 12 De contractvrijheid wordt wel beperkt en dat door de regels van openbare orde en goede zeden enerzijds en de regels van dwingend recht anderzijds. Artikel 6 BW bepaalt dat partijen bij overeenkomst geen afbreuk mogen doen aan de wetten die de openbare orde en de goede zeden betreffen. Regels zijn van openbare orde wanneer ze de essentiële belangen van de Staat of de gemeenschap raken of in het privaatrecht de juridische grondslagen vastleggen waarop de economische of morele orde van de maatschappij rust. 13 In deze definitie ligt ook het begrip goede zeden vervat. Deze regels beschermen het algemeen belang en de miskenning ervan leidt tot absolute nietigheid. 14 De regels van dwingend recht beschermen private belangen van zwakke rechtssubjecten. 15 Miskenning wordt gesanctioneerd met een relatieve nietigheid. Het grote onderscheid tussen de absolute en relatieve nietigheid betreft het belang dat wordt beschermd door de overtreden rechtsregel. 16 De absolute nietigheid kan door alle belanghebbenden worden opgeworpen, ook ambtshalve door de rechter. Bij de relatieve nietigheid kan alleen de beschermde persoon de nietigheid opwerpen. De rechter kan zelf altijd controleren of een beding artikel 6 BW naleeft. Artikel 6 BW wordt in artikel 1133 BW verder ontwikkeld. 11 J. GHESTIN., Traité de droit civil. La formation du contrat, II, Parijs, L.G.D.J, 1993, 35; S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, Cass. 9 december 1948, Pas. 1948, I, S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, Cass. 6 december 1956, Pas. 1957, S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005,

16 1.2.2 OBLIGATOIRE KRACHT VAN OVEREENKOMST Artikel 1134 BW poneert dat een verbintenis uit overeenkomst - dit is een meerzijdige rechtshandeling - strekt tot wet: Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken degenen die deze hebben aangegaan, tot wet. Zij kunnen niet herroepen worden dan met hun wederzijdse toestemming of op de gronden door de wet erkend. Zij moeten te goeder trouw worden ten uitvoer gebracht. 17 Dit beginsel biedt partijen rechtszekerheid CONSENSUALISME Een overeenkomst komt solo consensu tot stand, dit betekent door de loutere wilsovereenstemming van de partijen om een contract te doen ontstaan. 19 In beginsel gelden er geen vormvereisten. Omwille van het bewijs kan men desalniettemin ervoor opteren om de overeenkomst ( negotium ) 20 in een geschrift ( instrumentum ) 21 vast te leggen. De zakelijke en plechtige contracten zijn wettelijke uitzonderingen op het principe van consensualisme. 22 SOORTEN OVEREENKOMSTEN De overeenkomst is de meest courante bron van de verbintenis. Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling zodat altijd minstens twee wilsuitingen vereist zijn P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, De verbintenis zelf. 21 De drager van de verbintenis. 22 S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010,

17 1.3.1 EENZIJDIGE EN WEDERKERIGE OVEREENKOMSTEN Een overeenkomst kan eenzijdig of wederkerig zijn. 24 Een eenzijdige overeenkomst bestaat wanneer slechts ten laste van één partij verbintenissen ontstaan. 25 Voorbeeld: Bewaargeving, bruiklening of inpandgeving. Hierbij is de enige verbintenis de verplichte teruggave van de bij contractsluiting overhandigde zaak. Ook borgtocht is een voorbeeld. Een overeenkomst is wederkerig wanneer de contractpartijen zich over en weer jegens elkaar verbinden. 26 Wederkerige verbintenissen zijn onderling van elkaar afhankelijk. Eigen aan wederkerige contracten is het ruilkarakter. Voorbeeld: Huur, koop of aanneming OVEREENKOMSTEN TEN BEZWARENDE TITEL EN OM NIET Een overeenkomst is ten bezwarende titel wanneer zij voor beide partijen een economisch voordeel oplevert. 27 Elke partij is met andere woorden verplicht iets te doen, geven of laten. 28 Meestal zijn het meteen ook wederkerige overeenkomsten, maar de nadruk ligt eerder op de tegenprestatie dan op de wederkerigheid. Een overeenkomst is om niet of ten kosteloze titel wanneer een partij aan de wederpartij een voordeel verschaft zonder op een tegenprestatie te rekenen. 29 Er komt dus een voordeel toe aan slechts één partij en enkel die partij verarmt patrimoniaal. Voorbeeld: Schenking, bruiklening, kosteloze lastgeving of bewaarneming. 24 Voor het woord wederkerig wordt in Franse teksten vaak synallagmatisch gebruikt. Doch wordt in dit onderzoek geopteerd voor het gebruik van het woord wederkerig ; J. GHESTIN., Traité de droit civil. La formation du contrat, II, Parijs, L.G.D.J, 1993, 14; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, Artikel 1103 BW. 26 Artikel 1102 BW. 27 J. GHESTIN., Traité de droit civil. La formation du contrat, II, Parijs, L.G.D.J, 1993, 20; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, Artikel 1106 BW. 29 Artikel 1105 BW; J. GHESTIN., Traité de droit civil. La formation du contrat, II, Parijs, L.G.D.J, 1993,

18 1.3.3 VERGELDENDE EN KANSCONTRACTEN In een vergeldend contract verbindt elke partij zich tot iets. De prestaties waartoe ze zich verbinden, zijn van bij de contractsluiting gekend en worden tevens door de partijen als gelijkwaardig beschouwd. 30 In een kanscontract kan de gelijkwaardigheid tussen prestaties niet bij de aanvang ingeschat worden. De omvang van één van de prestaties is onzeker omdat zij afhangt van een alea, een kans van winst of verlies. Een voorbeeld van dit type overeenkomst is de lijfrente waar de prestatie afhangt van de kans van vroeg- of laattijdig overlijden van het lijf. 31 Vergeldende contracten en kanscontracten zijn beiden contracten onder bezwarende titel. Het onderscheid tussen de twee situeert zich voornamelijk bij de benadeling. Een kanscontract kan niet vernietigd worden wegens benadeling, vermits de partijen bij het aangaan aanvaard hebben dat de prestatie mogelijks niet evenwaardig zullen zijn. 2. ARTIKEL 1108 BW INLEIDING De voorbereidende werken van de Code civil zeggen over artikel 1108 BW dat het vier vereisten vaststelt voor de geldige totstandkoming van een verbintenis. 32 Bij gebrek aan één van de voorwaarden kan de verbintenis niet tot stand komen en kan de uitvoering ervan bijgevolg ook niet worden afgedwongen. 33 Artikel 1108 BW luidt: Tot de geldigheid van een overeenkomst zijn vier voorwaarden vereist: De toestemming van de partij die zich verbindt; Haar bekwaamheid om contracten aan te gaan; Een bepaald voorwerp als inhoud van de verbintenis; Een geoorloofde oorzaak van verbintenis. De vier voorwaarden werken samen en moeten dus altijd allemaal vervuld zijn. Dit betekent dat steeds een bekwaam rechtssubject een bepaalde soort overeenkomst wil tot stand brengen met betrekking tot 30 Artikel 1104 BW; J. GHESTIN., Traité de droit civil. La formation du contrat, II, Parijs, L.G.D.J, 1993, 22; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, Bij lijfrente betaalt de renteplichtige de prijs in schijven aan de verkoper of lijfrentetrekker. De rente is het bedrag dat periodiek wordt betaald en dit doorgaans zolang de verkoper leeft; S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, F. BIGOT-PRÉAMENEU, Exposé des motifs, VIII, L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000,

19 een bepaald voorwerp en zijn wil hiertoe wordt ingegeven door een oorzaak, zijnde het doel dat hij wil bereiken. Een essentieel concept in het verbintenissenrecht is de wilsuiting. De wilsuiting is de veruitwendiging van de toestemming om een bepaalde verbintenis aan te gaan omtrent een bepaald voorwerp. Deze toestemming wordt gedetermineerd door de oorzaak. 34 De toestemming en de oorzaak zijn dan ook haar twee bestandsdelen. De wilsuiting kan uitdrukkelijk of impliciet gebeuren. 35 Oorzaak Een individu, beïnvloed door persoonlijke motieven, verlangt een bepaald doel te bereiken. Wilsuiting Toestemming Het individu engageert zich om dat bepaald doel te bereiken. Instemmen om zich te verbinden jegens een ander rechtssubject gebeurt met een bepaald doel dat een rechtssubject meent te kunnen bereiken via die verbintenis. Een verbintenis is dus niets meer dan een middel om een bepaald doel te bereiken. De wil van iemand om zich te verbinden, is ingegeven door het verlangen een vooropgesteld resultaat te behalen. Het is duidelijk dat de oorzaak de belangrijkste voorwaarde van artikel 1108 BW uitmaakt aangezien de oorzaak de motor achter de totstandkoming van de verbintenis is. Alvorens dieper in te gaan op de oorzaak, wordt de vereiste van de toestemming toegelicht met de verschillende gebreken die haar kunnen treffen. Later zal duidelijk worden dat de kennis van deze gebreken nodig is om het concept van de valse oorzaak te kunnen afbakenen. De overige twee vereisten, zijnde de bekwaamheid en het voorwerp, worden in dit onderzoek niet behandeld H. CAPITANT, De la cause des obligations, Parijs, Dalloz, 1927, Voor een bespreking van deze overige voorwaarden, kan verwezen worden naar basiswerken zoals Algemene theorie van de verbintenis door L. CORNELIS. 36 M. FAVARD, Rapport, IX,

20 TOESTEMMING De vereiste van de toestemming houdt in dat alle betrokken partijen, met een bepaald doel in het achterhoofd, de wil hebben om zich te verbinden. 37 Het rechtssubject moet de intentie hebben om rechtsgevolgen teweeg te brengen en zijn toestemming moet gericht zijn op de partij waarmee hij wenst te contracteren. 38 De toestemming moet volwaardig zijn en dat impliceert een vrije en bewuste wil. Er kan echter heel wat verkeerd zijn met de vereiste van de toestemming zodat die slechts gedeeltelijk bestaat of gebrekkig is. 39 Dit verhindert het ontstaan van de verbintenis of beïnvloedt haar draagwijdte. Er kan ten eerste sprake zijn van een gebrekkige vorming van de wil. 40 Beide partijen willen hetzelfde en er is geen misverstand in spel, maar de wil van één van de partijen is gevormd onder invloed van een verkeerde voorstelling van de situatie of onder indruk van een externe factor. De wilsuiting is daardoor niet volwaardig omdat het vrij en bewust karakter ontbreekt. Zonder wilsgebrek zouden de partijen de overeenkomst niet of onder andere voorwaarden aangegaan zijn. Het Burgerlijk Wetboek erkent in artikel 1109 BW drie wilsgebreken: dwaling, bedrog en geweld. In artikel 1118 BW komt er ook de benadeling bij als oneigenlijk wilsgebrek. Omwille van rechtszekerheid heeft de wetgever ervoor gezorgd dat verbintenissen met een wilsgebrek geen rechtsgevolgen teweeg mogen brengen. Het slachtoffer van het wilsgebrek kan de relatieve nietigheid inroepen wanneer er geen toestemming of gebrekkige toestemming is. 41 Eens de nietigheid is bekomen, wordt de verbintenis geacht nooit te hebben bestaan. Ten tweede kan het zijn dat wat de wil lijkt te zijn, niet overeenkomt met wat de wil werkelijk is. Er is dan een opzettelijk verschil gecreëerd tussen de werkelijke en uitgedrukte wil. 42 De veinzing hoort thuis in deze categorie. Tenslotte is er de mogelijkheid tot gebrek aan wilsovereenstemming. Hier situeert men de verhinderende dwaling. 37 J. GHESTIN., Traité de droit civil. La formation du contrat, II, Parijs, L.G.D.J, 1993, 5 e.v.; S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000,

21 Nu volgt een meer gedetailleerde bespreking van enkele van deze opgesomde gebreken. Ik begin met de wilsgebreken dwaling en bedrog. Het bedrog lijkt op het eerste zicht misschien niet relevant gezien het onderwerp van dit onderzoek, maar ik haal het toch aan om verder in dit hoofdstuk het onderscheid tussen de afwezigheid van oorzaak en valse oorzaak kort te kunnen illustreren. Na de wilsgebreken analyseer ik de veinzing omdat die rechtsfiguur traditioneel wordt opgevat als een situatie van valse oorzaak. Eindigen doe ik met de verhinderende dwaling waarover in de doctrine veel onduidelijkheid bestaat GEBREKEN Essentiële dwaling De dwaling is een onvrijwillig verkeerde voorstelling van de werkelijkheid omtrent een bestanddeel van de verbintenis waardoor een discrepantie ontstaat tussen de werkelijke wil en de uitgedrukte wil. 43 De wil van één partij komt door de verkeerde voorstelling gebrekkig tot stand. De partijen willen hetzelfde, maar de wil van één partij is aangetast door een dwaling. Er bestaat dus wel een wilsovereenstemming, maar de toestemming van één partij is er enkel gekomen ten gevolge van een verkeerde voorstelling. Voorbeeld: Het is zomer en Anna wil het huis van Bob kopen omwille van een bijzonder kenmerk, namelijk het state-of-the-art aircosysteem dat aanwezig is in alle kamers. Bob is akkoord om het huis te verkopen. De toestemming van Anna en Bob valt samen zodat er wilsovereenstemming is. Echter blijkt later dat het bijzonder kenmerk in de realiteit niet bestaat. Daardoor is de wil van Anna gebrekkig gevormd. Beide partijen willen wel een koopovereenkomst sluiten, maar de toestemming van Anna is aangetast door dwaling. Een dwaling komt enkel in aanmerking als wilsgebrek dat leidt tot de relatieve nietigheid indien ze essentieel is en aan drie voorwaarden voldoet: 1) Bestaan De dwaling moet bestaan op het ogenblik van de contractsluiting B. DE TEMMERMAN, F. DE LY, H. BOCKEN, en R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1994, 327; L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, 44; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, 231; P. WÉRY, Droit des obligations, vol. 1: Théorie générale du contrat, Brussel, Larcier, 2011, S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005,

22 2) Zelfstandigheid van het voorwerp van de verbintenis Het eerste lid van artikel 1110 BW stipuleert deze vereiste uitdrukkelijk: 45 Dwaling is alleen dan een oorzaak van nietigheid van de overeenkomst, wanneer zij de zelfstandigheid betreft van de zaak die het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt. Het begrip zelfstandigheid van de zaak werd in de rechtspraak oorspronkelijk zeer strikt ingevuld. Het verwees uitsluitend naar de intrinsieke kenmerken van het voorwerp van de verbintenis zodat men steeds moest nagaan wat de aard of de inhoud van de verkeerde voorstelling was. 46 Voorbeeld: Anna denkt een koopje te doen door aan een interessante prijs een massief gouden ketting te kopen. Achteraf blijkt echter dat de ketting niet massief goud is, maar slechts met een laagje goud bedekt is. Stilaan ging de rechtspraak de zelfstandigheid van het voorwerp breder invullen zodat het begrip een evolutie onderging. 47 Ook dwaling omtrent de eigenschappen van de zaak in functie van de bestemming die men aan de zaak wilde geven en dwaling omtrent verkregen rechten op de zaak werden in aanmerking genomen als zelfstandigheid van het voorwerp. Gelijkelijk aan werd de strikte interpretatie volledig verlaten. Sindsdien bestaat de zelfstandigheid van de zaak uit ieder element, iedere hoedanigheid of voorwaarde, die de dwalende partij er hoofdzakelijk toe heeft aangezet het contract te sluiten, zodanig dat zonder dat element, die hoedanigheid of die voorwaarde, de overeenkomst niet zou zijn gesloten. 48 De nadruk van de zelfstandigheid van het voorwerp verschoof dus naar het determinerend karakter van de dwaling: de dwaling moet doorslaggevend zijn. Een bijkomstige dwaling volstaat niet. Een bijkomstige dwaling is een vergissing die geen beslissende invloed heeft gehad op de toestemming van de dwalende partij F. BIGOT-PRÉAMENEU, Exposé des motifs, VIII, L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, P. VAN OMMESLAGHE, Observations sur la théorie de la cause dans la jurisprudence et dans la doctrine moderne (noot onder Cass. 13 november 1969), RCJB 1970, Cass. 8 mei 1905, Pas. 1905, I, 214; Cass. 31 oktober 1966, Arr.Cass. 1967, 301; Cass. 3 maart 1967, Arr.Cass. 1967, 829; Cass. 5 november 1976, RCJB 1979, 140, noot M. VAN QUICKENBORNE; Cass. 27 oktober 1995, Arr.Cass. 1995, 920; Brussel 17 maart 2003, TBBR 2003, 730; Rb. Hasselt 11 februari 2002, RW , 1426; A. VAN OEVELEN, Kroniek van het verbintenissenrecht, RW , 1647; S. STIJNS, B. TILLEMAN, W. GOOSSENS, B. KOHL, E. SWAENEPOEL en K. WILLEMS, Overzicht van rechtspraak. Bijzondere overeenkomsten Koop op aanneming , TPR 2008, nrs Voorbeeld: een dwaling omtrent de waarde van de zaak; R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1983,

23 Door de nieuwe invulling van het begrip werd het toepassingsgebied van de essentiële dwaling serieus uitgebreid. 50 Om de uitbreiding van het toepassingsgebied te compenseren, werd de vereiste ingevoerd dat de dwaling gemeen moet zijn aan alle bij de rechtshandeling betrokken partijen. 51 Dit betekent niet dat de dwaling moet uitgaan van beide partijen, maar dat de ene partij op de hoogte was of behoorde te zijn van het doorslaggevend belang dat door de andere partij aan een bepaald element gehecht was. 52 De partijen kunnen zelf bij het sluiten van de overeenkomst bepalen welke elementen in overweging moeten worden genomen bij de beoordeling van de zelfstandigheid van het voorwerp. 53 Binnen de groep van doorslaggevende elementen waarvan de toestemming tot contracteren afhankelijk is, wordt een onderscheid gemaakt tussen de essentiële en substantiële elementen. Voor de essentiële elementen geldt automatisch een vermoeden dat ze doorslaggevend zijn geweest voor de sluiting van de overeenkomst gelet op de aard van die overeenkomst. Het gaat dan over wat klassiek gezien belangrijke eigenschappen zijn en de normale bestemming van het voorwerp van de overeenkomst. Er wordt vermoed dat zij gemeen zijn. 54 De substantiële elementen verkrijgen dit wezenlijk karakter slechts doordat een welbepaalde contractpartij hieraan persoonlijk een determinerend belang verbindt. 55 Opdat ze gemeen zijn, moet de errans 56 er op voorhand melding van maken in het kader van zijn precontractuele spreekplicht 57. Voorbeeld: Wanneer Anna een bepaald authentiek schilderij wil kopen en dit verlangen expliciet benadrukt tijdens de onderhandelingen, moet de verkoper het authentiek karakter van het kunstwerk in kwestie bevestigen. Indien de verkoper de authenticiteit bevestigt, is die eigenschap een doorslaggevend element geworden S. RUTTEN, Dwaling m.b.t. de oorzaak: zelfstandige rechtsfiguur of fata morgana? (noot onder Brussel 30 januari 2001), RW , In de kantlijn is het interessant te vermelden dat deze inkorting van het toepassingsgebied in strijd is met de bedoeling van het concept dwaling op zich. De dwaling dient om de auteur van de vergissing te beschermen en dit staat los van de wederpartij en wat de wederpartij al dan niet wist; L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, Cass. 27 september 2007, JLMB 2008, 1171; L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, Cass. 24 april 2003, Pas. 2003, I, 873; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, B. DE TEMMERMAN, F. DE LY, H. BOCKEN, en R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1994, A. MAES, De dwaling in rechte: een nieuw paardenmiddel?, RGDC 2014, afl. 4, Errans is hij die dwaalt. 57 A. DE BOECK, Informatierechten en plichten bij de totstandkoming en uitvoering van overeenkomsten. Grondslagen, draagwijdte en sancties, Antwerpen, Intersentia, 2000, Brussel 5 november 1980, J.T. 1981,

24 De zelfstandigheid van het voorwerp, bestaande uit de determinerende beweegredenen om een verbintenis aan te gaan, moet met een subjectieve bril worden beoordeeld zodat de bedoeling van de partijen in concreto wordt onderzocht. 59 Artikel 1110 BW vermeldt in het tweede lid de dwaling omtrent een persoon: Dwaling is geen oorzaak van nietigheid, wanneer zij alleen de persoon betreft met wie men bedoelde te handelen, tenzij de overeenkomst hoofdzakelijk uit aanmerking van deze persoon is aangegaan. Dergelijke dwaling leidt enkel tot de nietigheid indien de persoon van de tegenpartij de doorslaggevende beweegreden is waarom men de verbintenis is aangegaan. De dwaling kan slaan op de identiteit van de persoon of diens hoedanigheden en kwaliteiten. 60 Indien een overeenkomst intuitu personae is aangegaan, is de identiteit van de tegenpartij per definitie een essentieel element. 61 Voorbeeld: Anna wil een facelift en zoekt daarvoor een goede dokter. Uiteindelijk vindt ze een gerenommeerde dokter waarin ze veel vertrouwen heeft. Ze boekt een afspraak. Eens in het kabinet aangekomen blijkt de facelift echter door een andere dokter gedaan te worden. Dat is niet zoals Anna het wilde. De persoon die de ingreep zou doen, was determinerend voor Anna zodat door dwaling haar toestemming tot het ondergaan van een facelift is aangetast. 3) Verschoonbaar De dwaling moet verschoonbaar zijn in hoofde van de dwalende partij. Deze vereiste staat noch in de wet, noch in de voorbereidende werkzaamheden. De vereiste is in de praktijk ingevoerd om tegenwicht te bieden aan de uitgebreide interpretatie die aan de vereiste van de zelfstandigheid van het voorwerp werd gegeven. 62 Door een extra vereiste toe te voegen aan de dwaling, slaagde men erin het toepassingsgebied een beetje in te perken. Een verschoonbare dwaling is op grond van de formulering van de artikelen 1109, 1110 en 1117 BW een vergissing 59 Dit is op grond van de theorie van de wilsautonomie; R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1983, L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, B. DE TEMMERMAN, F. DE LY, H. BOCKEN, en R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1994, Cass. 10 april 1975, RCJB 1978, 206, noot M. COIPEL

25 die ieder normaal voorzichtig redelijk persoon in gelijkaardige omstandigheden zou begaan. 63 Een onverschoonbare dwaling is geen wilsgebrek in de zin van de artikelen 1109, 1110 en 1117 BW en leidt niet tot de relatieve nietigheid. 64 Bij de beoordeling van de verschoonbaarheid van de gedraging van de errans moeten steeds twee tegengestelde belangen tegen elkaar worden afgewogen: de wilsautonomie en de rechtszekerheid. De verschoonbaarheidsvereiste streeft dan ook een evenwicht na tussen die twee belangen. 65 De wilsautonomie waarborgen vereist dat een vergissing vrij snel als dwaling wordt aanvaard ten voordele van degene die niet met volledige kennis van zaken heeft ingestemd met een rechtshandeling. Vanuit deze optiek speelt verschoonbaarheid niet. Vanaf het moment waarop iemand heeft gedwaald over een doorslaggevend element en dus niet heeft willen contracteren, moet men besluiten tot dwaling en de rechtshandeling vernietigen. Omwille van de rechtszekerheid is vereist rekening te houden met de situatie van de tegenpartij. De nietigheid van een rechtshandeling kan namelijk een uiterst onaangename verrassing zijn. Valt het te rechtvaardigen een overeenkomst te vernietigen ten gunste van iemand die eenvoudigweg niet uit zijn doppen gekeken heeft? Kan men verantwoorden de belangen van een (tegen)partij ondergeschikt te stellen aan de belangen van de dwalende partij omdat die een verkeerde voorstelling had van de situatie, hetgeen toch zijn eigen fout is? De morele beoordeling van de gedraging van de errans gebeurt steeds in concreto, rekening houdend met zijn persoonlijke omstandigheden zoals de ervaring, het inzicht, de professionele kennis en de mogelijke bijstand van een expert. 66 De rechter zal zich afvragen: zou de dwaling ook worden begaan door een normaal zorgvuldig persoon geplaatst in dezelfde concrete omstandigheden als de errans? Cass. 28 juni 1996, Arr.Cass. 1996, 664; Cass. 20 april 1978, Arr.Cass. 1978, 960; R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1983, nr. 46, Cass. 6 januari 1944, Pas. 1944, I, 133; Cass. 28 juni 1968, Arr.Cass. 1968, 1321; Cass. 10 april 1975, Arr.Cass. 1975, 87; Cass. 13 februari 1978, Arr.Cass. 1978, 705; Cass. 20 april 1978, Arr.Cass. 1978, 960; Antwerpen 1 maart 2010, NJW 2011, 579; S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, Cass. 10 april 1975, RCJB 1978, 206, noot M. COIPEL. 66 Cass. 14 januari 2013, RW , afl. 9, 345, noot A. TERMONIA. 67 Cass. 10 april 1975, RCJB 1978, , noot M. COIPEL; R. BARBAIX, Zijn de algemene geldigheidsvereisten inderdaad strenger ten aanzien van schenkingen dan ten aanzien van rechtshandelingen ten bezwarende titel?, Not.Fisc.M. 2003, afl. 2-3, 46; S. RUTTEN, Dwaling m.b.t

26 a) Grondslag De grondslag van de verschoonbaarheidsvereiste is volgens het Hof van Cassatie te vinden in de wilsautonomie: iemand begaat een vergissing die iedereen zou gemaakt hebben. De persoon in kwestie wilde dus eigenlijk geen rechtsgevolgen teweegbrengen en het recht houdt daar rekening mee. Als gevolg van deze grondslag geldt de verschoonbaarheidsvereiste enkel voor de essentiële dwaling. De verschoonbaarheidsvereiste geldt niet voor de verhinderende dwaling aangezien deze in de artikelen 1109, 1110 en 1117 BW niet wordt bedoeld. 68 Bij een verhinderende dwaling is er geen wilsovereenstemming aangezien de partijen andere doelen nastreven, doch denken de partijen dat er wilsovereenstemming is. De verhinderende dwaling is een begrip dat verder in dit onderzoek wordt geduid. Een ander gevolg van de wilsleer als grondslag is dat de beoordeling in concreto gebeurt. Hoewel rechtsgeleerden, zoals DABIN en GHESTIN, het standpunt van het Hof van Cassatie over de grondslag van de verschoonbaarheidsvereiste steunen, passen de feitenrechters een in abstracto-beoordeling toe en volgt de meerderheid in de rechtsleer het Hof van Cassatie niet. 69 De meerderheid staat achter een leer die de verschoonbaarheidsvereiste stoelt op de precontractuele aansprakelijkheid (artikel 1382 BW). Wanneer een dwalende partij zich door zijn eigen onzorgvuldigheid vergist, begaat hij een fout in de zin van de artikelen 1382 en 1383 BW. Hij heeft zich dan niet gedragen als een bonus pater familias bij de totstandkoming van de overeenkomst. Deze fout wordt gesanctioneerd door het behoud van de overeenkomst. Aanhangers van deze visie hebben sterke kritiek op de wilsleer van het Hof van Cassatie. Zij keuren de inoverwegingname van subjectieve factoren van de errans af omdat dat volgens hen tot wantoestanden kan leiden. Een bekende voorstander van deze theorie, is KRUITHOF. 70 Hij meent dat de wilsleer steunt op een fictie want zeggen dat iemand met een de oorzaak: zelfstandige rechtsfiguur of fata morgana? (noot onder Brussel 30 januari 2001), RW , Cass. 5 november 1976, RCJB 1979, 143 e.v., noot M. VAN QUICKENBORNE. 69 A. VAN OEVELEN, Kroniek van het verbintenissenrecht, RW , 1648; B. DE TEMMERMAN, F. DE LY, H. BOCKEN, en R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1994, R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1983, nr. 46,

27 onverschoonbare dwaling niet dwaalt in de zin van de artikelen 1109, 1110 en 1117 BW stemt niet overeen met de werkelijkheid. De betrokkene heeft zich dan namelijk wel degelijk vergist, maar toch houdt het recht er geen rekening mee omdat het rechtssubject onvoorzichtig was. Dit probleem stelt zich niet met de precontractuele aansprakelijkheidsleer die niet op een fictie berust. Een voordeel aan de precontractuele aansprakelijkheidsleer is volgens KRUITHOF dat deze opvatting de regels van de totstandkoming van overeenkomsten harmoniseert door steeds de zorgvuldigheidsnorm te hanteren. Dit zorgt voor een eenvormige aanpak bij de beoordeling van de rechtmatigheid van precontractueel gedrag, hetgeen KRUITHOF wenselijk lijkt. Aangezien deze precontractuele aansprakelijkheid reeds in talrijke gevallen geldt - zoals bij onderhandelingen en voorstellen die finaal niet leiden tot een contract, relatief nietige overeenkomsten, incidenteel bedrog -, lijkt het KRUITHOF aangewezen elke soort dwaling te includeren in haar toepassingsgebied. 71 Volgens de precontractuele aansprakelijkheidsleer geldt de verschoonbaarheidsvereiste niet enkel voor de essentiële dwaling, maar ook voor de verhinderende dwaling. 72 Wat tevens een voordeel van de precontractuele aansprakelijkheidsleer uitmaakt, is de eenvoudigere bewijslevering voor de errans. Een laatste opvatting omtrent de grondslag van de verschoonbaarheidsvereiste gaat uit van CORNELIS. Hij is ervan overtuigd dat de verschoonbare dwaling haar grondslag vindt in de theorie van het rechtsmisbruik. Hij meent dat een rechtssubject een subjectief recht uitoefent wanneer hij een overeenkomst sluit. Indien dit rechtssubject onverschoonbaar dwaalt, wordt dat recht op kennelijk onredelijke wijze uitgeoefend. 73 Deze visie kan echter op weinig aanhang rekenen omdat het algemeen rechtsbeginsel te breed zou worden ingevuld. 71 Zelfs de verhinderende dwaling zou dan aan de hand van artikel 1382 BW gesanctioneerd kunnen worden. 72 B. DE TEMMERMAN, F. DE LY, H. BOCKEN, en R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1994, 330; P. WÉRY, Droit des obligations, vol. 1: Théorie générale du contrat, Brussel, Larcier, 2011, 235 en 240; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, 237, nr L. CORNELIS, Beginselen van het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Maklu, 1989,

28 b) Informatieverplichtingen De verschoonbaarheidsvereiste bevindt zich op hetzelfde terrein als de informatieinwinningsverplichting van de dwalende partij en de informatieverstrekkingsverplichting van de wederpartij. Het bestaan van de verplichting tot inwinnen van informatie zorgt ervoor dat indien een rechtssubject op voorhand onvoldoende informatie heeft ingewonnen, zijn dwaling niet verschoonbaar is. Wie zich op de dwaling beroept, moet er alles aan hebben gedaan wat van hem verwacht mocht worden. Voorbeeld: Een handelaar krijgt de vergunning van de gemeente om een handelszaak uit te baten. Na een tijd wil de handelaar stoppen en draagt hij zijn handelszaak over aan een andere handelaar. Na de overname blijkt dat de overnemer niet voldoet aan één van de voorwaarden die gesteld is om een vergunning te verkrijgen. De overnemer had op voorhand moeten nagaan of hij de handelszaak wel kon uitbaten. 74 Hij kan de verschoonbare dwaling niet inroepen. Wanneer de wederpartij zijn verplichting tot verstrekken van gegevens niet volledig nakomt, is de dwaling zijn fout. 75 De dwaling is dan automatisch verschoonbaar in hoofde van de dwalende partij. 76 4) Verschillende voorbeelden van de essentiële dwaling 77 Anna overweegt de aankoop van een perceel bouwgrond. De verkoper van dat stuk grond wil ook graag verkopen. Hij kondigt dat zelfs aan in een reclamefolder. Op het ogenblik dat Anna en de verkoper een verkoopovereenkomst sluiten, bestaat er in hoofde van Anna echter een dwaling omtrent de substantiële hoedanigheid van het gekochte goed. Er is sprake van een essentiële dwaling want blijkbaar staat het perceel in kwestie bij de bevoegde overheid niet officieel geregistreerd als bouwgrond waar vrij op mag worden gebouwd. 78 Anna was verkeerdelijk in de veronderstelling dat ze zonder restricties zou kunnen bouwen op het perceel. 74 Luik 29 november 1983, Jur.Liège 1984, Bergen 31 maart 1987, Rev.Liège 1987, Brussel 18 juni 1986, RW , R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1983, Gent 30 maart 1979, RW ,

29 Tijdens de onderhandelingen met betrekking tot de overname van een bedrijf verklaart de kandidaat-overnemer uitdrukkelijk dat hij het bedrijf enkel wil overnemen indien de chirografaire schuldeisers van hun schuldvorderingen afzien ten belope van 80% van de waarde ervan. In de uiteindelijke overname-overeenkomst staat dat de schuldeisers zullen betaald worden ten belope van het bedrag dat wordt vastgesteld in het homologatievonnis van het gerechtelijk akkoord. De overnemer was ervan overtuigd dat dit 20% zou zijn, maar in de realiteit blijkt het 25% te zijn. Hier oordeelde de rechtbank dat de verkeerde voorstelling van het resultaat van de overname-overeenkomst een essentiële dwaling is die de vernietiging van het contract rechtvaardigt. 79 Bob koopt een lastoestel aan. De keuze voor dat specifieke toestel en niet een ander kan verklaard worden door de automatiserende functie van het toestel in kwestie. Wanneer echter blijkt dat het verkochte toestel deze eigenschap helemaal niet bezit, kan de verkoopovereenkomst wegens essentiële dwaling vernietigd worden. 80 Anna koopt een prachtige villa aan. Ze veronderstelt dat de tuin voor het huis in de verkoopovereenkomst inbegrepen is. In werkelijkheid is de tuin eigendom van een derde. Op basis van essentiële dwaling wordt deze overeenkomst vernietigd. 81 Iemand koopt antieke Louis XV-meubelen aan. De verkoper waarborgt de authenticiteit. Later blijkt echter dat de meubelen niet authentiek zijn, maar nagemaakt. De verkoopovereenkomst wordt daarom vernietigd wegens essentiële dwaling Rechtsdwaling De rechtsdwaling is een verbijzondering van de essentiële dwaling en valt ook onder artikel 1110 BW. Bijgevolg moet ook de rechtsdwaling bestaan op het ogenblik van het stellen van de rechtshandeling, de zelfstandigheid van het voorwerp betreffen en verschoonbaar zijn. 79 Kh. Verviers 21 december 1976, J.T. 1977, Kh. Tongeren 22 januari 1976, B.R.H. 1976, Luik 20 december 1978, Jur.Liège 1979, Kh. Brussel 24 juni 1975, B.R.H. 1986,

30 Een rechtsdwaling doet zich voor wanneer een rechtsregel verkeerdelijk door het dwalende rechtssubject al dan niet van toepassing wordt geacht. 83 Op grond van die foutieve veronderstelling gaat het rechtssubject vervolgens een verbintenis aan die hij niet zou ambiëren indien hij de juiste toepasselijkheid en draagwijdte van de rechtsregel in kwestie kende en correct inschatte. 84 In lijn met de leuze Nemo censetur ignorare legem nam de rechtspraak lange tijd niet snel de verschoonbaarheid van de rechtsdwaling aan. 85 Voorbeeld: Een illustratie van de strengheid is een arrest waarin het Hof van Cassatie oordeelde dat een dwaling niet verschoonbaar wordt omdat zij begaan werd door de juridische adviseurs die het rechtssubject bijstonden. Kort samengevat schreef een oude dame in haar testament dat het beschikbaar deel zou toekomen aan haar twee kleinzonen. Het reservatoir deel was voor haar enige zoon. Na haar overlijden verzaakt een kleinzoon aan het hem toekomende legaat in de veronderstelling dat zijn vader, de zoon van de overledene, hiervan zou profiteren. De kleinzoon liet zich voor deze beslissing bijstaan door de advocaat van zijn vader en de notaris die de akte opmaakte. Beide juristen adviseerden hem afstand te doen. Na de verwerping bleek echter dat hij foutief geadviseerd was geweest en dat het testament van zijn grootmoeder stipuleerde dat bij verwerping van het legaat zijn broer, en dus niet zijn vader, voordeel zou krijgen. De kleinzoon probeerde hierop de nietigheid van zijn eenzijdige rechtshandeling te bekomen door de rechtsdwaling aan te voeren. Echter oordeelde het Hof van Beroep te Luik dat de rechtsdwaling niet verschoonbaar was. Het Hof van Cassatie volgde dat standpunt en zei nog dat: door te oordelen dat de onverschoonbare en op zichzelf niet onoverkomelijke dwaling van eiser niet verschoonbaar en onoverkomelijk wordt omdat zij in het onderhavige geval eveneens begaan werd door de juridische raadslieden, ingevolge de onachtzaamheid of de vergissing van deze laatsten, het arrest van eiser geen nauwlettendheid en voorzichtigheid eist die groter zijn dan die welke men normaal van een redelijk mens kan verwachten De rechtsdwaling valt ook onder toepassing van artikel 1110 BW; Cass. 10 april 1975, RCJB 1978, 198, noot. M. COIPEL; S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005, L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, Iedereen wordt geacht de wet te kennen. 86 Cass. 10 april 1975, RCJB 1978, 198, noot. M. COIPEL; R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1983, 553; S. STIJNS, Verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2005,

31 Echter is de rechtspraak onder invloed van aanhoudende kritiek op de strengheid ondertussen milder geworden. 87 De rechtsleer die het feit dat de rechtsdwaling en de feitelijke dwaling - hoewel met eenzelfde finaliteit - niet op dezelfde manier werden beoordeeld bekritiseerde, kreeg zo gelijk. Mijn inziens is dat een goede evolutie. Het Hof van Cassatie hanteert vandaag eenzelfde criterium van verschoonbaarheid als uitgangspunt voor de dwaling in rechte als voor de feitelijke dwaling Bedrog Bedrog is een uitgelokte verkeerde voorstelling van de werkelijkheid. Het is een door kunstgrepen of listen vanwege de wederpartij veroorzaakte dwaling waarbij zonder de kunstgrepen de verbintenis niet of onder andere voorwaarden zou zijn aangegaan. 89 De bedrieger (die elke partij kan zijn) lokt wilsuiting uit bij de andere partij die er bij gebrek aan bedrog niet geweest zou zijn. De bedrieger doet dit om een voordeel te bekomen dat hij zonder bedrog niet zou kunnen verkrijgen. Het voordeel van de bedrieger komt neer op een nadeel voor de schuldenaar dat hij niet zou geleden hebben bij afwezigheid van het bedrog. 90 Er bestaan vier voorwaarden om te kunnen spreken van het wilsgebrek bedrog: 91 - Kunstgrepen (materieel element); - Bedrieglijk inzicht (moreel element); - Determinerend karakter van de bedrieglijke kunstgreep; en - Uitgaand van de tegenpartij. Opzettelijk door een partij aan de andere partij berokkende schade is gedrag dat niet getolereerd kan worden in een ordelijke samenleving. Daarom wordt het gesanctioneerd met de relatieve nietigheid Cass. 10 april 1975, RCJB 1978, 198, noot COIPEL; A. MAES, De dwaling in rechte: een nieuw paardenmiddel?, RGDC 2014, afl. 4, Weliswaar wil de lagere rechtspraak nog niet helemaal mee; Cass. 31 oktober 1994, Pas. 1994, 879; Cass. 24 mei 2002, Arr.Cass. 2002, Artikel BW; B. DE TEMMERMAN, F. DE LY, H. BOCKEN, en R. KRUITHOF, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissenrecht, TPR 1994, 344; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, I, Brussel, Bruylant, 2010, L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, Volgt uit artikel 1116 BW. 92 Een overeenkomst die door dwaling, geweld of bedrog is aangegaan, is volgens artikel 1117 BW niet van rechtswege nietig. Men moet de nietigheid aan de rechter vragen

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be woensdag 10/10/2012 Overeenkomst mogelijk bij aanwezigheid: (Art. 1108 BW) - toestemming - handelingsbekwaamheid - bepaald

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald

Nadere informatie

Onvergund kopen en verkopen

Onvergund kopen en verkopen Onvergund kopen en verkopen FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Problematiek Gebouw wordt verkocht

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

A. TOTSTANDKOMING VAN DE KOOP - WILSOVEREENSTEMMING - WILSGEBREKEN

A. TOTSTANDKOMING VAN DE KOOP - WILSOVEREENSTEMMING - WILSGEBREKEN A. TOTSTANDKOMING VAN DE KOOP - WILSOVEREENSTEMMING - WILSGEBREKEN Wet 21 maart 1804 B.W. (uittreksel art. 1108 1118)................................ 1 Wet 21 maart 1804 Burgerlijk Wetboek (B.S., 3 september

Nadere informatie

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 67 H o o f d s t u k I Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 1. Algemeen Afdeling 1 Toestemming 94. Krachtens artikel 2015 BW wordt borgtocht niet vermoed en moet het uitdrukkelijk

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet?

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Consensualisme

Nadere informatie

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Contracten: basisbeginselen Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Introductie Van der Gucht Advocaten Pure Advocaten Voskenslaan 34 9000 Gent Doel: basisbeginselen Contracten (principes

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.

Nadere informatie

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat 1 Enkele vaststellingen 1. Je schrijft niet elk jaar een nieuw BW 2. Streven naar balans

Nadere informatie

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof 27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Rechtsmisbruik (muurarrest)

Rechtsmisbruik (muurarrest) Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2018 C.17.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0067.N E.A. eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK NAAR DE LEER DER WILSGEBREKEN, DE

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK NAAR DE LEER DER WILSGEBREKEN, DE Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015 2016 NIETIGHEIDSVORDERINGEN BIJ DE VERKOOP VAN ONROEREND GOED: EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK NAAR DE LEER DER WILSGEBREKEN, DE VLAAMSE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 NOVEMBER 2013 C.12.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0556.N 1. J., 2. G., 3. D., 4. E., 5. K., 6. I., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2012 C.11.0662.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0662.N PARFIP BENELUX nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ARAMEX CARS nv, I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Schenkingen. Doorslaggevende beweegreden. Onvrijwillige verkeerde voorstelling van de werkelijkheid. Dwaling. Grond tot nietigheid Datum 14 januari 2013 Copyright

Nadere informatie

De nietigheidssanctie bij overdracht van gronden zonder voorafgaand bodemattest

De nietigheidssanctie bij overdracht van gronden zonder voorafgaand bodemattest De nietigheidssanctie bij overdracht van gronden zonder voorafgaand bodemattest FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar 2010-2011

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar 2010-2011 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-2011 VALKUILEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN ONROEREND GOED: DE WILSGEBREKEN, VERBORGEN GEBREKEN EN VERBORGEN NON-CONFORMITEIT. Masterproef van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 NOVEMBER 2012 C.12.0051.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0051.N R.C., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem,

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, 8 FEBRUARI 2001 C.98.0470.N/1 C.98.0470.N DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, ingeschreven in het handelsregister

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Inhoud. Inleidende probleemstelling: wederkerige schenkingen... 11. Hoofdstuk 1. De emanatie van twee rechtsfiguren: de oorzaak en de voorwaarde...

Inhoud. Inleidende probleemstelling: wederkerige schenkingen... 11. Hoofdstuk 1. De emanatie van twee rechtsfiguren: de oorzaak en de voorwaarde... Voorwoord...v Dankwoord... vii Inleiding...1 Afdeling 1. Inleiding en situering van het onderwerp...1 Afdeling 2. Afbakening van het onderwerp...5 Afdeling 3. Onderzoeksmethode...5 A. Geïntegreerd onderzoek...5

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

Advies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie

Advies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie Advies nr. 2017/16 van 22 februari 2017 Arbitragecommissie Titel 2 van boek X van het Wetboek van economisch recht betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Nadere informatie

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2007 C.05.0246.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0246.F AFAS BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BODYCOTE BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat

Nadere informatie

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19 Woord vooraf 13 Inleiding 15 1. Belang van het algemeen verbintenissenrecht 15 2. Benoemde en onbenoemde overeenkomsten 15 2.1 Omschrijving 15 2.2 Benoemde overeenkomsten in het Burgerlijk Wetboek 16 2.3

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 SEPTEMBER 2008 C.07.0098.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0098.F 1. D. J., 2. D. S., 3. D. L., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJEN ALKEN-MAES, naamloze

Nadere informatie

VALKUILEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN ONROEREND GOED. E. Ontstaan bij het aangaan van de overeenkomst

VALKUILEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN ONROEREND GOED. E. Ontstaan bij het aangaan van de overeenkomst een voorbeeld te vinden van een vonnis waarin de rechter op grond van de nalatigheid van de koper het bedrog niet aanvaardt. Zo werd in een vonnis van de rechtbank van Hasselt geoordeeld: ( ) het bedrog

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2010 C.08.0324.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0324.N ALGEMENE ONDERNEMINGEN AERTS, naamloze vennootschap, met zetel te 2500 Lier, Paaiestraat 9, eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

KRONIEK VAN HET VERBINTENISSENRECHT ( ) 1

KRONIEK VAN HET VERBINTENISSENRECHT ( ) 1 KRONIEK VAN HET VERBINTENISSENRECHT (1993-2004) 1 In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen die zich tussen 1993 en 2004 in het algemeen verbintenissen- en overeenkomstenrecht

Nadere informatie

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Op 18.01.2006 verscheen in het Belgisch Staatsblad de Wet betreffende de precontractuele informatie bij

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de verbintenissen aangegaan tijdens de bedenktijd van een maand

Arbitragecommissie. Advies over de verbintenissen aangegaan tijdens de bedenktijd van een maand Advies nr. 2012/11 van 18 oktober 2012 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de verbintenissen aangegaan

Nadere informatie

RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL VERMOGENSRECHT RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL VERMOGENSRECHT RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL VERMOGENSRECHT 2 Alain Laurent Verbeke Renate Barbaix Elisabeth Adriaens Elise Goossens Ariadne Van den Broeck (eds.) Rector Roger

Nadere informatie

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT, GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 ASPEELE, E. DE LOOSE, H. MOEYKENS, F. PlETERS, S. TlJSEBAERT,

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 NOVEMBER 2016 C.16.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0142.F W. D., Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. I. H., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij

Nadere informatie

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding Hoofdstuk 21 Verbintenis en rechtshandhaving 21.1 Inleiding In hoofdstuk 5 was het verschil tussen absolute en relatieve rechten aan de orde. Absolute rechten zijn rechten die tegenover iedereen werken.

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Zich vergissen in het contractenrecht

Zich vergissen in het contractenrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Zich vergissen in het contractenrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Lat Arne (studentennr 20054556)

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B. 11 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES OVER HET WETSVOORSTEL Nr. 51/0122 TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK, WAT DE INTERESTEN EN SCHADEBEDINGEN BIJ CONTRACTUELE WANUITVOERING BETREFT

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de

Nadere informatie

Rechtsmisbruik bij contractvrijheid. Caroline Coppens

Rechtsmisbruik bij contractvrijheid. Caroline Coppens Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 Rechtsmisbruik bij contractvrijheid Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Caroline Coppens (Studentennr. 00705029)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 MAART 2009 C.08.0331.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0331.F 1. B. J., 2. J. D., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. L., Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het

Nadere informatie

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 O. Ref. : 10 / A / 2002 / 046 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de bijzondere aanwervingsvoorwaarden van het statutaire en het contractuele

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.04.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0184.N FIAT AUTO BELGIO, naamloze vennootschap, met zetel te 1140 Brussel, Genèvestraat 175, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix INHOUD Property Law Series.................................................... v Woord vooraf......................................................... vii Dankwoord..........................................................

Nadere informatie

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar. Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 juli 2009 ADVIES 2009-42 De interpretatie van het begrip bestuursdocument (CTB/2009/06) 2 1.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Arbeidsovereenkomst - Algemeen - Overeenkomst - Overeengekomen voorwaarden - Eenzijdige wijziging Datum 20 december 1993 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 OKTOBER 2012 C.12.0073.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0073.N GR CAPITAL PARTNERS bvba, met zetel te 2200 Herentals, Diamantstraat 8/214, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar DE VERBINTENIS UIT EENZIJDIGE WILSUITING

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar DE VERBINTENIS UIT EENZIJDIGE WILSUITING Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 DE VERBINTENIS UIT EENZIJDIGE WILSUITING Masterproef van de opleiding Master in de rechten 1 Ingediend door Stephanie Parmentier (studentennr.

Nadere informatie

Verbintenissenrecht. Inleiding in het recht

Verbintenissenrecht. Inleiding in het recht Inhoud I Verbintenissenrecht 17 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 in het recht 19 19 Recht en rechtsbronnen 19 1.2.1 Wetten 20 1.2.2 Verdragen 21 1.2.3 Jurisprudentie 23 1.2.4 Het gewoonterecht

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst Bestanddelen - Toestemming - Dwaling over de zelfstandigheid - Begrip - Art. 1110, BW Datum 27 oktober 1995 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van

Nadere informatie

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17 INHOUD Woord vooraf.......................................................... v Dankwoord.......................................................... vii Inleiding.............................................................

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst NKVK 13 oktober 2015 Lore Derdeyn Overzicht 1. Bewijs van de aannemingsovereenkomst 2. Belangrijke clausules van de aannemingsovereenkomst

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

I VERBINTENISSENRECHT 17

I VERBINTENISSENRECHT 17 I VERBINTENISSENRECHT 17 1 Inleiding in het recht 19 1.1 Inleiding 19 1.2 Recht en rechtsbronnen 20 1.2.1 Wetten 20 1.2.2 Verdragen 21 1.2.3 Jurisprudentie 22 1.2.4 Het gewoonterecht 23 1.3 Privaatrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2015 C.14.0248.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0248.N M. D., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 DECEMBER 2012 C.11.0654.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0654.F A. V., advocaat, handelend in de hoedanigheid van curator van het faillissement van de coöperatieve vennootschap met onbeperkte

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 JANUARI 2019 C.18.0045.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.18.0045.N 1. M.W., 2. I.D., eiseressen, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2014 C.13.0549.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0549.N HORECA LOGISTIC SERVICES WEST nv, met zetel te 8540 Deerlijk, Diesveldstraat 24, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Lefèbvre,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling M&D Seminars Onderwerp Studiedag beleggingsverzekeringen - meerkeuzevragenlijst Datum 18 september 2001 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 OKTOBER 2016 C.15.0457.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0457.N R. V. R., handelend in eigen naam en in hoedanigheid van erfgenaam van de heer P. V. R., eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Commissie inzake Leerlingenrechten. Beslissing. Nr. 2018/68 van 10 september 2018

Commissie inzake Leerlingenrechten. Beslissing. Nr. 2018/68 van 10 september 2018 Commissie inzake Leerlingenrechten Beslissing Nr. 2018/68 van 10 september 2018 Inzake optredend als wettige vertegenwoordiger van , wonende Verzoekende partij, Tegen

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1 voorwerk.fm Page vii Monday, October 11, 2004 3:26 PM INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF....................................... v CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT.........................

Nadere informatie

Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst?

Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst? Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst? Mrs. Annick Mottet Haugaard Partner annick.mottet@lydian.be Mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N Hof van Cassatie 14/11/2008 - Nr. C.07.0417.N (bron: http://jure.juridat.just.fgov.be/ ) H. A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 MAART 2007 C.03.0582.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0582.N W. N., eiseres, vertegenwoordigd door Mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 9051

Nadere informatie

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als

Nadere informatie

Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven. Marijke Roelants

Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven. Marijke Roelants Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven Marijke Roelants 1 KOOP-VERKOOP AANDELEN SPA = AANDELEN + PRIJS Art.1582 BW : Koop is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een zaak te

Nadere informatie