Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar DE VERBINTENIS UIT EENZIJDIGE WILSUITING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar DE VERBINTENIS UIT EENZIJDIGE WILSUITING"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar DE VERBINTENIS UIT EENZIJDIGE WILSUITING Masterproef van de opleiding Master in de rechten 1 Ingediend door Stephanie Parmentier (studentennr ) (major: Burgerlijk Recht en Strafrecht) Promotor: Prof. Dr. De Bondt Commissaris: Dhr. F. Coryn

2 WOORD VOORAF Vijf jaar. Zo lang is het geleden dat ik mijn eerste stappen zette in de universitaire wereld, het lijkt alsof het gisteren was. Deze vijf jaar maakten een belangrijke periode van mijn leven uit. Vooreerst op persoonlijk vlak. De universiteit stimuleerde me een eigen mening te vormen en de zaken kritisch te bekijken, Durf Denken. Maar nog belangrijker, gedurende deze vijf jaar werd ik voorbereid op een professioneel leven. Ik deed heel wat kennis op die in mijn latere beroepsleven ongetwijfeld van groot belang zal zijn. Mijn voorkeur gaat uit naar het burgerlijk recht. Zo kwam ik terecht bij het vak contractenrecht. Ik blijf er bij dat dit een van de boeiendste vakken is die ik gevolgd heb. De werklast was hoog, doch dit werd gecompenseerd door een grondige kennis van de behandelde contracten. Voor mij was het logisch dat ik bij dit vak mijn masterproef zou schrijven. Het belang van overeenkomsten waarbij twee of meer contractspartijen wilsovereenstemming bereiken, is door iedereen gekend. Dat een eenzijdige wilsuiting ook verbintenissen kan doen ontstaan, daar staat men minder vaak bij stil. Het praktische belang van eenzijdige wilsuitingen wordt vaak onderschat. Ze komen frequent voor, denk maar aan het aanbod, daarom vond ik het zeer interessant om deze van naderbij te bekijken en De verbintenis uit eenzijdige wilsuiting tot titel van mijn masterproef te maken. 2 Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om een bijzonder woord van dank te richten aan de heer Frédéric Coryn voor de uitstekende begeleiding van mijn masterproef. Verder ook een dankwoordje voor mijn familie en vriend die me motiveerden deze masterproef tot een goed einde te brengen.

3 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 1 DEEL 1. GELDIGE TOTSTANDKOMING... 3 Inleiding... 3 Titel 1. Klassieke geldigheidsvoorwaarden... 4 Hoofdstuk 1. Algemeen... 4 Hoofdstuk 2. Toestemming... 5 Afdeling 1. Algemeen... 5 Afdeling 2. Door de declarant tot de (potentiële) begunstigde... 6 Afdeling 3. Interpretatie... 7 Afdeling 4. Werkelijke en volmaakte wil Discrepantie tussen werkelijke en volmaakte wil... 8 A. Gewilde discrepantie Onherkenbare discrepantie Veinzing Algemeen Transponeerbaarheid op de verbindende eenzijdige wilsuiting B. Ongewilde discrepantie Niet-mededelingsplichtige verbindende eenzijdige wilsuiting Mededelingsplichtige verbindende eenzijdige wilsuiting Eigen mening Wilsgebreken A. Dwaling Begrip Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting

4 Algemeen Toepassingsvoorwaarden B. Geweld Algemeen Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting C. Bedrog Algemeen Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting D. Benadeling Algemeen Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting Intrinsieke en extrinsieke benadeling Algemeen Sanctionering Gekwalificeerde benadeling Algemeen Sanctionering Hoofdstuk 3. Bekwaamheid Afdeling 1. Begrip Afdeling 2. Transponeerbaarheid op de verbindende eenzijdige wilsuiting Hoofdstuk 4. Voorwerp Hoofdstuk 5. Oorzaak Afdeling 1. Algemeen Afdeling 2. De oorzaak en de verbindende eenzijdige wilsuiting Algemeen Invulling begrip Sanctionering?... 34

5 4. Geabstraheerde oorzaak Hoofdstuk 6. Overbodige geldigheidsvereisten Afdeling 1. Sociaal nut Afdeling 2. Bestaande instelling Titel 2. Vormvoorwaarden Hoofdstuk 1. Principe Hoofdstuk 2. Uitzonderingen Titel 3. Tijdstip van uitwerking Besluit DEEL 2. VERBINDENDE KRACHT? Titel 1. België Inleiding Hoofdstuk 1. Erkenning door de wetgever? Afdeling 1. Het Burgerlijk Wetboek Erkenning als overeenkomst? Erkenning als buitencontractuele bron van verbintenissen? A. Algemeen B. Toepassingsgevallen Aanbod tot zuivering van de hypotheek Aanvaarding van een nalatenschap Testament Zaakwaarneming Afdeling 2. Bijzondere wetgeving De wisselwet Bepalingen uit het rechtspersonenrecht Art. 14, 2 Wet op het Consumentenkrediet... 53

6 Hoofdstuk 2: Erkenning van de verbindende kracht door de rechtsleer en rechtspraak vóór de expliciete erkenning door het Hof van Cassatie Afdeling 1: Rechtspraak Afdeling 2: Rechtsleer Hoofdstuk 3: Expliciete erkenning van de verbindende kracht door het Hof van Cassatie Afdeling 1: Cass. 19 februari Afdeling 2: Cass. 18 december Algemeen Reactie van de doctrine A. Draagwijdte B. Wenselijkheid Afdeling 3: Cass. 9 mei 1980 (1) Algemeen Reactie van de doctrine A. Princiepsarrest? B. Eenzijdige wilsuiting vs. administratieve handeling C. Aansluiting bij bestaande instelling? Afdeling 4: Cass. 9 mei 1980 (2) Afdeling 5: Cass. 3 september Algemeen Reactie van de doctrine Afdeling 6: Cass. 16 maart Afdeling 7: Cass. 27 mei Afdeling 8: Cass. 19 januari Hoofdstuk 4: Houding van de lagere rechtspraak en rechtsleer na de expliciete erkenning door het Hof van Cassatie Afdeling 1: Rechtspraak... 81

7 Afdeling 2: Rechtsleer Besluit Titel 2. Duitsland Hoofdstuk 1. Algemeen Hoofdstuk 2. Interpretatie van Gesetz uit 311, lid 1 B.G.B Hoofdstuk 3. De facto erkenning van de verbindende kracht van de eenzijdige wilsuiting Afdeling 1. Op grond van een stilzwijgend aanvaard aanbod Afdeling 2. Buiten de categorie van de rechtshandelingen Titel 3. Engeland DEEL 3. GEVOLGEN Inleiding Titel 1. Onherroepelijkheid Titel 2. Ondeelbaarheid Titel 3. Doet verbintenissen ontstaan Titel 4. Externe gevolgen Besluit DEEL 4. SANCTIONERING Inleiding Titel 1. Verdeeldheid in de doctrine omtrent het toe te passen sanctieapparaat Titel 2. Aansluiting bij het contractuele sanctieapparaat Hoofdstuk 1. Inleiding Afdeling 1. Motivering Afdeling 2. Bijzonderheden Hoofdstuk 2. Wilsrechtscheppende en verbintenisscheppende eenzijdige wilsuiting

8 Hoofdstuk 3. Analoge toepassing van de regels inzake remediëring van overeenkomsten m.b.t. verbintenisscheppende eenzijdige wilsuitingen? Afdeling 1. Uitvoering in natura of schadevergoeding? Invulling begrip contractuele aansprakelijkheid Uitvoering in natura A. Toepassingsgevallen B. Doel C. Voorwaarden Schadevergoeding A. Omvang B. Hiërarchie C. Voorwaarden Uitvoering door de schuldeiser zelf of door een derde? Afdeling 2. Bijzonderheden Aansprakelijkheid voor zaken of andermans daad A. Principe B. Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting Opschortingsrechten: het retentierecht en de e.n.a.c A. Begrip B. Voorwaarden C. Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting Exoneratieclausule A. Principe Begrip Geoorloofdheid Geldigheidsvoorwaarden B. Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting

9 4. Schadebedingen A. Principe Begrip? Kenmerken B. Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting Besluit

10 INLEIDING 1. Het beginsel Een man, een man, een woord, een woord vindt onverkort toepassing t.a.v. overeenkomsten. Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken de partijen tot wet overenkomstig artikel 1134 Burgerlijk Wetboek. Meer discussie is er over de vraag of dezelfde bindende kracht toekomt aan eenzijdige wilsuitingen. Kan de eenzijdige wilsuiting m.a.w. beschouwd worden als een vijfde zelfstandige bron van verbintenissen? Met deze masterproef poog ik o.a. een antwoord te geven op deze controversiële vraag. Ik kan alvast meegeven dat een lange evolutie in de rechtspraak en rechtsleer voorafging aan de uiteindelijke erkenning van de verbindende kracht van de eenzijdige wilsuiting. Een minderheid erkent de verbindende kracht, doch meent dat deze enkel voorbehouden is aan eenzijdige wilsuitingen die aansluiting vinden bij een voorafbestaande instelling. Dit brengt me naar een tweede aspect dat in onderhavig werk behandeld wordt: de vraag naar de geldige totstandkoming van de verbindende eenzijdige wilsuiting. Er wordt nagegaan welke de geldigheidsvoorwaarden zijn van een eenzijdige wilsuiting. 1 Verder wordt er nog stilgestaan bij de gevolgen die een verbindende eenzijdige wilsuiting met zich meebrengt. Het staat vast dat een verbindende eenzijdige wilsuiting verbintenissen doet onstaan in hoofde van de declarant. In het geval deze verbintenissen door de declarant niet (behoorlijk) uitgevoerd werden, zal de bestemmeling de mogelijkheid moeten krijgen om de declarant te sanctioneren. In deze uiteenzetting ga ik na welke middelen de adressant hierbij ter beschikking staan. Geldt een eigen sanctieregime of sluit de remediëring aan bij de regels inzake (buiten)contractuele aansprakelijkheid? 2. Alvorens dieper in te gaan op de totstandkoming, de verbindende kracht, de gevolgen en de sanctionering van de verbindende eenzijdige wilsuiting, is het passend deze verbintenis te situeren in het ruimere geheel van het verbintenissenrecht.

11 Een verbindende eenzijdige wilsuiting mag niet verward worden met een eenzijdig contract, 1 noch met een eenzijdige rechtshandeling. Een eenzijdig contract is steeds een twee- of meerzijdige rechtshandeling, bijgevolg zijn steeds twee of meer wilsuitingen vereist voor het ontstaan van verbintenissen. Typerend aan een eenzijdig contract is dat de overeenkomst slechts verbintenissen doet ontstaan ten laste van één partij. 2 Opdat een eenzijdige rechtshandeling aanleiding kan geven tot het ontstaan van een of meerdere verbintenissen volstaat, in tegenstelling tot wat het eenzijdig contract betreft, één wilsuiting. Anders dan de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting, die een specifieke vorm van een eenzijdige rechtshandeling uitmaakt, is de eenzijdige rechtshandeling niet louter gericht op het doen ontstaan van een verbintenis in hoofde van de handelende persoon. Ook andere rechtsgevolgen kunnen beoogd worden, met name de vaststelling, het doen ontstaan of het overdragen van rechten of verbintenissen. 3 Een verbindende eenzijdige wilsuiting kan tot geen van bovenstaande categorieën gerekend worden. Kenmerkend aan de verbindende eenzijdige wilsuiting is immers dat zij gericht is op het doen ontstaan van een verbintenis in hoofde van de handelende persoon. Een wilsovereenstemming is niet vereist. De wilsuiting van één persoon is voldoende om de door de wilsuiting beoogde rechtsgevolgen te doen intreden Cass. 28 april 1978, Arr. Cass. 1978, 1016 en concl. Proc. Gen. F. DUMON, Pas. 1978, 995; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, III, Les obligations (Seconde partie), Brussel, Bruylant, 1967, p. 61, nr. 52 (Hierna verkort H. DE PAGE, III). 2 Artikel 1103 Burgerlijk Wetboek. 3 W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2001, 165 (hierna verkort: W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht). 4 S. STIJNS, Verbintenissenrecht. Boek 1, Brugge, Die Keure, 2005, 256 e.v., nr. 353 e.v.

12 DEEL 1. GELDIGE TOTSTANDKOMING Inleiding 3. In wat volgt, wordt onderzocht waaraan een verbindende eenzijdige wilsuiting moet voldoen om op een geldige wijze tot stand te komen. Kan een beroep gedaan worden op de klassieke geldigheidsvoorwaarden? En zo ja, kunnen deze onverkort toegepast worden of behoeven ze enige aanpassing? Mogelijks kan het feit dat een eenzijdige wilsuiting slechts één contractspartij heeft moeilijkheden doen rijzen. Zo is in de gemeenrechtelijke regeling inzake wilsgebreken vereist dat het bedrog uitgaat van de medecontractant. Er wordt onderzocht hoe dit zich vertaalt naar de verbindende eenzijdige wilsuiting. Mogelijks zijn er ook specifieke geldigheidsvoorwaarden die enkel gelding vinden bij verbindende eenzijdige wilsuitingen. Zo wordt door bepaalde rechtsgeleerden een sociaal nut en aansluiting bij een bestaande instelling vereist. De argumenten van de voor- en tegenstanders worden onder de loep genomen. Een tweede luik dat wat meer aandacht verdient, zijn de vormvoorwaarden. Kan de gemeenrechtelijke vereiste van consensualisme gelden t.a.v. rechtshandelingen waar er slechts één partij is? Zoals zal blijken worden er door bijzondere wetsbepalingen vormvoorwaarden gesteld aan bepaalde eenzijdige wilsuitingen. 3 Voldoet een eenzijdige wilsuiting aan de geldende geldigheidsvoorwaarden en is ze opgesteld in de vereiste vorm, dan kan ze uitwerking krijgen. Er wordt nagegaan op welk ogenblik de uitwerking intreedt en of er een onderscheid gemaakt moet worden naargelang het type verbindende eenzijdige wilsuiting.

13 Titel 1. Klassieke geldigheidsvoorwaarden Hoofdstuk 1. Algemeen 4. Om tot een geldige verbindende eenzijdige wilsuiting te komen, is vereist dat ze aan dezelfde geldigheidsvoorwaarden voldoet als diegene die overeenkomsten beheersen. 5 Artikel 1108 Burgerlijk Wetboek geldt met name niet enkel voor overeenkomsten maar voor rechtshandelingen in het algemeen. 6 Opdat een geldige verbintenis uit eenzijdige wilsuiting tot stand zou komen is vereist dat een bekwame belover de bedoeling heeft zich door zijn eenzijdige wilsuiting te verbinden, of bij een ander het vertrouwen wekt dat hij deze bedoeling heeft. Bovendien is vereist dat de eenzijdige wilsuiting een geoorloofde oorzaak en een bepaald of bepaalbaar en tevens geoorloofd voorwerp heeft Een sociaal nut is als dusdanig niet vereist. Ook de vereiste van aanwezigheid van een vooraf bestaande instelling is overbodig Gent 22 december 1998, TBBR 2002, 575, noot S. DEBUSSERE; Kh. Bergen 8 juli 2003, TBBR 2004, 208, noot C. DELFORGE en noot P. WÉRY; E. DIRIX en A. VAN OEVELEN, Kroniek van het Verbintenissenrecht ( ), RW , (1), nr. 3, k. 4; L. SIMONT, "L engagement unilatéral" in ULB FACULTÉ DE DROIT E.A. (eds.), Les obligations en droit français et en droit belge: convergences et divergences, Brussel, Bruylant, 1994, (17) 22, nr. 4 (hierna verkort L. SIMONT, "L engagement unilatéral"); W. VAN GERVEN, Beginselen Belgisch Privaatrecht, I, Algemeen Deel, Brussel, Story-Scientia, 1987, 294, nr. 294 (Hierna verkort: W. VAN GERVEN, Algemeen deel); W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, 167; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, Overzicht van rechtspraak ( ) Verbintenissen, TPR 1994, (171), nr. 34, 220; P. WÉRY Les vices de consentement et l acte juridique unilatéral, (noot onder Bergen 8 juli 2003), TBBR 2004, (214) 214, nr. 1 (hierna verkort P. WÉRY, Les vices de consentement et l acte juridique unilatéral ). Zie echter terughoudend D. DE MAREZ, Garantieformalisme als eerste maatstaf bij de beoordeling van een beroep op een bankgarantie en de toepassing van deze regel bij de beoordeling van een extend or pay - verzoek, DAOR 2000, (304) 339, nr W. VAN GERVEN, Algemeen Deel, 294, nr. 10; L. SIMONT, "L engagement unilatéral", 22-23, nr C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige belofte, Antwerpen, Intersentia, 2005, 485, nr. 752 (hierna verkort C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige belofte). 8 C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting in L. DE KEYSER, E. DIRIX, CH. SLUYTS en A. VAN GELDER, Bijzondere overeenkomsten. Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Commentaar Verbintenissenrecht, Antwerpen, Kluwer, losbl., 16 februari 2005, (1) 15 (hierna verkort C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting ).

14 Hoofdstuk 2. Toestemming 6. Opdat voldaan zou zijn aan de voorwaarde van een volwaardige toestemming moet er vooreerst een wil voorhanden zijn. Het staat vast dat de wilsuiting moet uitgaan van de declarant zelf, of van zijn (schijn)vertegenwoordiger. Ze wordt gericht tot de bestemmeling. Een onderscheid wordt gemaakt tussen wilsuitingen die tot het publiek gericht zijn en deze die een bepaalde persoon als adressant hebben. Eens de wil geuit is, kan ze geïnterpreteerd worden. Er wordt nagegaan of de regels uit het gemeen recht naar analogie toepassing vinden. Een vierde aspect dat behandeld wordt, is de vereiste van een werkelijke en volmaakte wil. Twee elementen verdienen in dit kader meer aandacht. Vooreerst, het komt al eens voor dat de werkelijke wil afwijkt van de verklaarde wil. In het geval dit door de declarant gewild is, wordt onderzocht wat de gevolgen zijn van een onherkenbare discrepantie. Ook wordt nagegaan of de leer van de veinzing toepassing vindt. Is deze discrepantie daarentegen niet gewild dan zijn de gevolgen verschillend naar gelang de verbindende eenzijdige wilsuiting al dan niet mededelingsplichtig is. Een tweede voorwaarde opdat de toestemming als volwaardig aangemerkt kan worden, betreft het feit dat ze niet met een wilsgebrek behept mag zijn. Is dit toch het geval, dan zijn de regels van het gemeen recht van toepassing, mits enige aanpassingen aan de eigen aard van de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting. 5 Afdeling 1. Algemeen 7. Een eerste voorwaarde om tot een geldige verbintenis uit eenzijdige wilsuiting te komen, is een of andere vorm van wilsverklaring. De declarant moet in beginsel in zijn belofte toestemmen, hij moet de wil en de bedoeling hebben om zich te verbinden. 9 De toestemmingsvereiste kan m.a.w. vertaald worden als de noodzaak van aanwezigheid van een werkelijke 10 en volmaakte wil Een arrest van 22 december 1998 van het Hof van Beroep kan hier aangehaald worden. Het illustreert dat de wil zeker en volwaardig moet zijn om ontstaan te kunnen geven aan een rechtshandeling zonder dat daar nog bijkomende voorwaarden of restricties aan 9 C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige belofte, 498, nr Cass. 9 mei 1980, Arr. Cass , I, 1132, noot, Pas. 1980, I, 1120, noot, JT 1981, 206 en T. Aann. 1981, 146, noot M. SENELLE. 11 C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting, 16, nr. 82.

15 verbonden moeten worden. Daarenboven is vereist dat de wil veruitwendigd wordt t.a.v. hen die de rechtsbetrekking betreft en de declarant hier rechtsgevolgen mee beoogt. Merkwaardig zijn de omstandigheden waarin de declarant zijn wil heeft geuit. Een verklaring in het kader van een strafrechtelijk onderzoek werd aanzien als een verbindende eenzijdige wilsuiting. De vraag rijst of de declarant in dergelijke omstandigheden wel de bedoeling had om zich middels zijn verklaring te verbinden en of een verklaring afgelegd in dergelijke omstandigheden wel voldoet aan de vereiste van het voldoende veruitwendigd zijn van de wil. Er kan immers niet ontkend worden dat een ondervraging door de politie een zekere angst en morele druk meebrengt in hoofde van de ondervraagde partij. Het Hof van Beroep van Gent vond niet dat deze omstandigheden in de weg stonden om te besluiten tot een verbintenis door eenzijdige wilsuiting. 12 Afdeling 2. Door de declarant tot de (potentiële) begunstigde 9. De wilsverklaring dient uit te gaan van de declarant zelf, of van zijn (schijn)vertegenwoordiger. 13 Zo wordt een bericht dat via de fax van een bepaalde persoon werd verstuurd, geacht uit te gaan van die persoon, ook al werd het niet door hem ondertekend. 14 In tegenovergestelde zin oordeelde de arbeidsrechtbank van Brussel: een mededeling van de Raad van Bestuur die aangeplakt wordt in de onderneming maakt geen eenzijdige wilsuiting uit die tegenstelbaar is aan de onderneming aangezien ze niet werd ondertekend door een natuurlijke persoon Aan de andere kant staat de begunstigde, d.i. de persoon jegens wie men zich wenst te verbinden. Deze moet dermate bepaald zijn zodat het mogelijk is hem te identificeren op het moment waarop de wilsuiting uitvoerbaar is. Het spreekt voor zich dat enkel de personen tot wie de wilsuiting gericht is zich op de verbindende eenzijdige wilsuiting kunnen beroepen. 16 Is de verbindende eenzijdige wilsuiting tot het publiek gericht, dan volstaat het dat de declarant of zijn (schijn)vertegenwoordiger de vereiste handelingen gesteld hebben om de publiciteit te verrichten. Dat de persoon die zich op de wilsuiting beroept per toeval van die wilsuiting kennis heeft genomen, vormt geen beletsel. Dit zal zelfs doorgaans het geval zijn. 12 Gent 22 december 1998, TBBR 2002, 575, noot S. DEBUSSERE. 13 C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting, 33, nr Antwerpen 19 juni 2000, T. App. 2003, Arbrb. Brussel 24 oktober 2003, Soc. Kron. 2006, 425, noot. 16 C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting, 34, nr. 113.

16 In het geval een verbindende eenzijdige wilsuiting gericht is tot bepaalde personen, dan dient deze in beginsel door de declarant zelf, of zijn (schijn)vertegenwoordiger, ter kennis worden gebracht aan de begunstigde. Een eenzijdige wilsuiting kan uitzonderlijk verbindend zijn zonder dat zij ter kennis van de begunstigde wordt gebracht, dit wanneer het een niet-mededelingsplichtige verbindende eenzijdige wilsuiting betreft. In dit geval gelden bovenstaande regels niet. 17 Afdeling 3. Interpretatie 11. De rechter zal aan de hand van externe elementen die enige invloed hebben op de geuite wil moeten achterhalen of bij de declarant de bedoeling voorlag om zich eenzijdig te verbinden en wat de wil om zich te verbinden precies inhield. Eventueel kan de rechter een beroep doen op de vertrouwensleer en aldus trachten te achterhalen of de bestemmeling van de wilsuiting er kon op vertrouwen dat met de wilsuiting de werkelijke wil van de declarant voorlag De bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek die van toepassing zijn op overeenkomsten kunnen naar de verbindende eenzijdige wilsuiting getransponeerd worden. 19 Artikel 1156 Burgerlijk Wetboek stelt dat de rechter de werkelijke wil van de declarant dient na te gaan, eerder dan vast te houden aan zijn verklaarde wil. 20 Dit artikel vindt ten volle toepassing op de verbindende eenzijdige wilsuiting. Het is hierbij toegestaan dat de rechter zich beroept op extrinsieke elementen. 21 Artikel 1162 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens hetwelk men moet interpreteren in het voordeel van degene die zich verbonden heeft, vindt echter niet altijd onverkort toepassing. De afwijking van deze regel kan verklaard worden doordat deze interpretatieregel slechts een precisering is van het algemeen beginsel van de interpretatie ter goeder trouw. Dit algemeen beginsel vereist dat een beding uitgelegd wordt in het voordeel van degene die zich verbindt aangezien dit doorgaans de meest beschermenswaardige partij zal zijn. Wanneer een professioneel zich richt tot een consument, dan zal het deze laatste zijn die het meest 7 17 C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting, 34, nr I. CLAEYS, Algemeen verbintenissenrecht, cursus gedoceerd door I. CLAEYS aan de Universiteit Gent, academiejaar , losbl., 159, P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, Brussel, Presses universitaires de Bruxelles, 1985/378 (hierna verkort P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations). 20 I. CLAEYS, Algemeen verbintenissenrecht, cursus gedoceerd door I. CLAEYS aan de Universiteit Gent, academiejaar , losbl., 159, P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, 1985/378.

17 beschermenswaardig is, ook al heeft hij zich niet verbonden. 22 Volgens artikel 40, 2 van de van de Wet Marktpraktijken zal dergelijk beding in het voordeel van de consument geïnterpreteerd dienen te worden. 23 Afdeling 4. Werkelijke en volmaakte wil 13. Wat de voorwaarde van aanwezigheid van een werkelijke en volmaakte wil betreft, dienen twee aspecten onderzocht te worden. Primo, aangezien vereist is dat de wil de werkelijke wil betreft, heeft dit tot gevolg dat er geen sprake mag zijn van een discrepantie tussen werkelijke en verklaarde wil. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen ongewilde en gewilde discrepantie. Bij deze laatste vorm van discrepantie wordt onderzocht in hoeverre er plaats is voor de leer van veinzing of simulatie. Secundo, een volmaakte wil impliceert dat de wilsverklaring niet aangetast is door wilsgebreken Discrepantie tussen werkelijke en volmaakte wil A. Gewilde discrepantie 8 1. Onherkenbare discrepantie 14. Een illustratie van een onherkenbare, gewilde discrepantie is te vinden in een arrest van het Hof van Beroep van Antwerpen van 6 december Traditioneel wordt gesteld dat slechts wanneer de wil van de debiteur en de bedoeling om zich te verbinden met zekerheid vaststaat en tot uiting is gebracht, de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting tot stand komt. 26 In de regel zijn de werkelijke en verklaarde wil met elkaar in overeenstemming. 27 In casu echter, had de adressant wel de indruk en het vertrouwen de geldsom gewonnen te hebben, 22 C. CAUFFMAN, Een sinterklaasgeschenk. Over loterijen, beloften in de reclame en verbintenisscheppende eenzijdige wilsuitingen (noot onder Antwerpen 6 december 1999), TBBR 2000, (536) 543, voetnoot 37 (Hierna afgekort C. CAUFFMAN, Een sinterklaasgeschenk ). 23 Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, BS 12 april Zie hiervoor infra, randnummer 31 e.v. 25 In een persoonlijk aan de klant geadresseerde brief maakte het postorderbedrijf kenbaar dat de klant een prijs gewonnen had, wanneer de klant deze som wilde innen kwam het postorderbedrijf op haar belofte terug (Antwerpen 6 december 1999, AJT , 691, noot). 26 W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, I, Verbintenissen uit meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen, Leuven, Acco, 1999, 202; A. VAN OEVELEN en E. DIRIX, Kroniek van het verbintenissenrecht ( ), RW , (1), nr. 3, k. 4; P. VAN OMMESLAGHE, L engagement par volonté unilatérale en droit belge, JT 1982, (144) 145, nr. 3 (Hierna verkort P. VAN OMMESLAGHE, L engagement par volonté unilatérale ).

18 doch bij het postorderbedrijf lag niet de werkelijke wil en bedoeling voor zich te verbinden tot de uitbetaling van 5 miljoen frank. 15. Ter oplossing van dit probleem bestaan er een drietal theorieën. Volgens een eerste theorie, de wilsleer, is de werkelijke wil doorslaggevend. De verklaringsleer, waarbij de verklaarde wil determinerend is, is een tweede theorie die verdedigd wordt. De derde en laatste theorie is deze van de vertrouwensleer. Hier volstaat de verklaarde wil voor de totstandkoming van een rechtshandeling, mits zij bij de wederpartij het vertrouwen kon wekken dat ze overeenstemt met de werkelijke wil. De declarant zal zijn innerlijke voorbehoud niet kunnen tegenwerpen aan de persoon die zich op de verklaring beroept. In het tegenovergestelde geval, wanneer de discrepantie kenbaar was voor een normaal persoon, zal de tegenpartij zich niet op haar redelijk vertrouwen kunnen beroepen. Er zal bijgevolg geoordeeld worden dat er geen rechtshandeling tot stand gekomen is. 28 Dit is wat men, meer specifiek, de wils-vertrouwensleer noemt De heersende leer opteert voor de wils-vertrouwensleer. 30 Het Hof van Beroep lijkt op het eerste zicht de verklaringsleer aan te hangen in het voorliggende arrest. Niettemin kent het Hof toch een zekere rol toe aan het opgewekte vertrouwen. Dit uit zich in het feit dat in het arrest herhaaldelijk melding gemaakt wordt van het feit dat de adressant van de brief, als consument, het recht had niet te worden misleid. 31 De appelrechter komt in de voorliggende zaak tot de volgende conclusie: Indien de werkelijke bedoeling van de schrijver van de brief niet in overeenstemming is met de uitgedrukte bedoeling, moeten de consequenties van dergelijke al dan niet gewilde verwarring uitsluitend voor rekening blijven van de opsteller van de brief. Dat is in het algemeen al het geval en des te meer in de relatie van verkoper en consument C. CAUFFMAN, Een sinterklaasgeschenk, 541, nr C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting, 17, nr Over deze theorie, zie W. VAN GERVEN, Algemeen Deel, , nr W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, I, Verbintenissen uit meerzijdige en eenzijdige rechtshandelingen, Leuven, Acco, 1999, 202; W. VAN GERVEN, Algemeen Deel, , nr C. CAUFFMAN, Een sinterklaasgeschenk, , nr. 6.

19 2. Veinzing Algemeen 17. Een bijzondere vraag die zich in het kader van de gewilde discrepantie stelt, is of er inzake verbindende eenzijdige wilsuiting plaats is voor veinzing. Veinzing, of simulatie, is een rechtsfiguur die bij overeenkomsten gebaseerd is op de samenspanning tussen de contractpartijen. Er worden twee rechtshandelingen gesteld. Naar de buitenwereld toe wordt een bepaalde rechtshandeling gesteld die tegengesproken wordt door een geheime handeling die tussen de partijen geldt en die uiting geeft aan hun werkelijke wil, de zogenaamde tegenbrief. Veinzing is principieel geldig, behoudens ongeoorloofde motieven Wat de rechtsgevolgen van de simulatie betreft, moet er een onderscheid gemaakt worden. Enerzijds brengt de simulatie rechtsgevolgen mee voor de partijen zelf. Men neemt aan dat tussen de partijen de werkelijke, gedissimuleerde rechtshandeling uitwerking krijgt. Anderzijds, met betrekking tot de verhouding tot derden, wordt aangenomen dat zij de keuze hebben zich op de ene of de andere rechtshandeling te beroepen. 33 Zij mogen zich beroepen op de tegenbrief, die de veruitwendiging is van de werkelijke wil van de partijen. Of ze kunnen er voor kiezen af te gaan op de situatie zoals die aan hen tot uiting gekomen is in de schijnovereenkomst. 34 Deze laatste optie houdt een toepassing in van de vertrouwensleer, daartoe is vereist dat alle voorwaarden voor de toepassing ervan in hoofde van de derden vervuld zijn Transponeerbaarheid op de verbindende eenzijdige wilsuiting 19. Volgens de heersende strekking is er binnen de leer van de verbindende eenzijdige wilsuiting geen ruimte voor de rechtsfiguur simulatie: Ainsi la simulation ne s applique-telle pas aux actes unilatéraux, car elle se confond avec la réserve mentale. 36 Deze opvatting 32 S. STIJNS, Verbintenissenrecht. Boek 1, Brugge, Die Keure, 2005, , nr Artikel 1321 Burgerlijk Wetboek. 34 Cass. 21 juni 1974, RCJB 1975, 256, noot M. VAN QUICKENBORNE; Cass. 11 december 1987, Arr. Cass , 481 en RCJB 1993, 49, noot D. PHILIPPE. 35 S. STIJNS, Verbintenissenrecht. Boek 1, Brugge, Die Keure, 2005, 237, nr. 330; A. DE BOECK, Wilsuiting: werkelijke wil uitgedrukte wil veinzing in L. DE KEYSER, E. DIRIX, CH. SLUYTS en A. VAN GELDER, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, IV. Commentaar Verbintenissenrecht, Mechelen, Kluwer, losbladig, Titel II Contractenrecht, Hfst. 2, (1). 36 P. WÉRY, Les vices de consentement et l acte juridique unilatéral, 214, vn. 15.

20 vindt zijn grondslag in het feit dat simulatie in essentie een samenspanning vereist tussen de bij de rechtshandeling betrokken partijen CAUFFMAN is op dit vlak een dissidente mening toegedaan. Volgens haar is het niet uitgesloten dat er geen ruimte is voor de figuur van simulatie. Afhankelijk van het aantal partijen die een rol spelen bij de verbindende eenzijdige wilsuiting dienen een aantal verschillende situaties onderscheiden te worden. Vooreerst is er het geval waarbij een declarant in samenspanning met een ander een wilsverklaring doet jegens derden. Als illustratie hiervan valt te denken aan het geval waarbij een declarant een waardevolle prijs uitlooft, met als achterliggende bedoeling het aantal bestellingen te verhogen of klanten te lokken. Gelijktijdig met deze eenzijdige wilsuiting gaat de declarant een overeenkomst aan met een bepaalde persoon die inhoudt dat deze laatste zich moet voordoen als winnaar van de prijs in ruil voor een vergoeding die beperkter is dan de initieel uitgeloofde prijs. Tussen de declarant en de valse winnaar lijkt in beginsel de gedissimuleerde overeenkomst te moeten gelden, al kunnen ernstige vragen gesteld worden bij de geoorloofdheid van de oorzaak. Ten aanzien van derden kan men stellen dat deze in elk geval over de mogelijkheid beschikken om zich op de schijnbare verbindende eenzijdige wilsuiting te beroepen. Derden krijgen derhalve de mogelijkheid om aan te tonen dan zij, en niet de persoon met wie de declarant de frauduleuze afspraak gemaakt heeft, voldoen aan de voorwaarden die gesteld werden voor het verkrijgen van de prijs Verder dient het onderscheid gemaakt te worden met de situatie waar er slechts twee partijen betrokken zijn bij de verbindende eenzijdige wilsuiting. Hierbij wordt het geval bedoeld waarbij de declarant jegens de begunstigde, maar zonder diens instemming, een schijnbaar verbindende eenzijdige wilsuiting doet, waarna wordt medegedeeld dat deze niet bestemd is om jegens hem uitwerking te hebben. Vervolgens gaat de declarant over tot een nieuwe eenzijdige wilsuiting met de finaliteit om werkelijk jegens de adressant te gelden. Om te beoordelen of er simulatie mogelijk is in dit geval, moet gekeken worden naar het ogenblik waarop de wilsuitingen uitwerking krijgen. Van zodra de schijnbare handeling uitwerking gekregen heeft, kunnen de door de begunstigde hieruit verworven rechten zonder 37 L. VAEL, Privaatrechtelijke veinzing. Omtrent gesluierde rechtshandelingen, juridische zinsbegoocheling en verschalkte derden in TBBR Dossier, Antwerpen, Kluwer 1996, 15, nr. 11; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, 1985/ C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting, 18, nr. 86.

21 diens instemming niet tenietgedaan worden door een latere wilsuiting van de declarant waarin deze aangeeft dat de oudste wilsuiting niet bestemd was om jegens de begunstigde effect te sorteren, doch slechts om een schijn te wekken jegens derden. Simulatie kan echter wel plaatsvinden in de situatie waarin de gedissimuleerde en werkelijke eenzijdige wilsuiting gelijktijdig uitwerking krijgen en er bovendien uit de tegenbelofte blijkt dat enkel deze laatste bestemd is om gevolgen mee te brengen voor de persoon tot wie ze gericht is CAUFFMAN staat niet alleen met haar stelling dat er in principe ook bij de verbindende eenzijdige wilsuiting ruimte is voor simulatie. Ook andere rechtsgeleerden, met name CORNELIS 40 en VAN GERVEN, zijn deze mening toegedaan. De eerste rechtsgeleerde stelt in zijn Algemene theorie van de verbintenis dat de veinzing meestal t.a.v. overeenkomsten wordt bestudeerd, er bestaat echter geen reden om haar t.a.v. verbintenissen door eenzijdige wilsuiting uit te sluiten. VAN GERVEN houdt er een klassieke invulling van de verbindende eenzijdige wilsuiting op na. Samenspanning tussen de bij de rechtshandeling betrokken partijen is vereist om van simulatie te kunnen spreken. Volgens deze rechtsgeleerde moet het begrip partijen op een extensieve manier worden geïnterpreteerd. Daaronder vallen niet enkel contractspartijen in de enge zin, doch ook de persoon tot wie een eenzijdige rechtshandeling is gericht Ik meen dat in het kader van de verbindende eenzijdige wilsuiting er inderdaad geen plaats is voor veinzing wanneer deze rechtsfiguur op een strikte wijze wordt geïnterpreteerd. Veinzing vereist immers samenspanning tussen de contractspartijen. Daar knelt nu net het schoentje, bij een verbindende eenzijdige wilsuiting is er slechts één partij die zich verbindt. Maar net zoals CORNELIS zie ik niet in waarom de leer van de veinzing niet uitgebreid zou kunnen worden tot de verbindende eenzijdige wilsuiting. De opstellers van het Burgerlijk Wetboek meenden dat een verbintenis uit overeenkomst slechts kan voortvloeien uit de wilsovereenstemming van twee of meer partijen. Toentertijd was er nog geen sprake van het feit dat ook een eenzijdige wilsuiting verbintenissen kan doen onstaan. Artikel C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting, 17, nr L.CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, 54-58, nr (Hierna verkort L.CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis). 41 W. VAN GERVEN, Algemeen Deel, 308, nr. 104, zie vooral vn. 45.

22 Burgerlijk Wetboek is tegen die achtergrond ontstaan. Net als VAN GERVEN stel ik dan ook dat het begrip partijen op een extensieve manier uitgelegd moet worden. In de praktijk zal veinzing niet vaak voorkomen in het kader van de verbindende eenzijdige wilsuiting. Het enige geval waar er volgens mij wel frequent toepassing van gemaakt kan worden, is dat waar de declarant in samenspanning met een derde een wilsverklaring doet jegens de begunstigde. In het geval waar de declarant een schijnbaar verbindende eenzijdige wilsuiting doet tegenover de begunstigde en hem vervolgens meedeelt dat ze niet bestemd is om jegens hem uitwerking te hebben, zal er naar mijn mening niet vaak een beroep kunnen gedaan worden op de veinzing. Zoals CAUFFMAN terecht stelt, moet er immers gekeken worden naar het tijdstip waarop de wilsuitingen uitwerking krijgen. Krijgt de schijnbare handeling eerst uitwerking, dan kan ze niet tenietgedaan worden door een latere wilsuiting. Veinzing is hier dus uitgesloten. In het geval de gedissimuleerde en de werkelijke eenzijdige wilsuiting gelijktijdig uitwerking krijgen en er uit de tegenbelofte blijkt dat enkel deze laatste bestemd is om gevolgen mee te brengen voor de bestemmeling, is een rechtmatig beroep op veinzing wel mogelijk. Ik kan me echter geen situatie inbeelden waar dit procédé toepassing kan vinden, noch dat het een meewaarde met zich meebrengt. B. Ongewilde discrepantie Wat de ongewilde discrepantie tussen de werkelijke en verklaarde wil betreft, moet, aldus CAUFFMAN, eerst een onderscheid gemaakt worden tussen mededelingsplichtige en nietmededelingsplichtige verbindende eenzijdige wilsuitingen. Het onderscheid tussen beide types ligt in de rol die aan de wil moet worden toegekend. 1. Niet-mededelingsplichtige verbindende eenzijdige wilsuiting 24. Wat de niet-mededelingsplichtige verbindende eenzijdige wilsuitingen betreft, bijvoorbeeld de oprichtingshandeling van een stichting of van een éénpersoonsvennootschap, kan opgemerkt worden dat er een voornamere rol aan de wil moet worden toegekend. 42 De werkelijke wil van de declarant zal nagegaan moeten worden, eerder dan een waarde toe te kennen aan zijn verklaarde wil. 42 C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige wilsuiting, 17, nr. 83.

23 2. Mededelingsplichtige verbindende eenzijdige wilsuiting 25. In het geval de mededelingsplichtige eenzijdige wilsuiting behept is met een ongewilde discrepantie tussen werkelijke en verklaarde wil, reikt de doctrine een aantal verschillende oplossingen aan. Nagenoeg steeds staat het vertrouwen van de adressant, al dan niet expliciet, centraal. 26. Een van de door de doctrine aangereikte oplossingen is deze waarbij men de declarant gebonden houdt op grond van een onrechtmatige daad. De fout bestaat er in een verklaring die niet met een werkelijke wil correspondeert, op een foutieve, onachtzame wijze af te leggen. Op grond van de leer van de onrechtmatige daad kan worden besloten tot de verplichting in hoofde van de declarant om de schade, die het gevolg is van de discrepantie tussen de werkelijke wil en de verklaarde wil, te vergoeden. 43 Dit is echter niet de meest aan te raden weg. Een beroep op de onrechtmatige daad zal nooit een volledige vergoeding van de schade tot gevolg hebben. Enkel het negatieve belang komt in aanmerking voor vergoeding. De vergoeding van het positieve belang, dat gerealiseerd wordt door het in stand houden van de rechtshandeling, wordt niet beoogd. 27. Een andere strekking binnen de doctrine zijn de aanhangers van de vertrouwensleer. 44 Binnen deze laatste groep is men van oordeel dat er in principe een werkelijke wil vereist is. Desalniettemin zal de toestemmingsvereiste geacht worden voldaan te zijn wanneer, bij discrepantie tussen de werkelijke en verklaarde wil, de persoon die zich op de wilsverklaring beroept er redelijkerwijze op kon vertrouwen dat de werkelijke en verklaarde wil met elkaar in overeenstemming waren. 45 Algemeen wordt aangenomen dat dit redelijk vertrouwen aanwezig is wanneer het bij een redelijk persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden, ontstaan zou zijn Ter volledigheid kan nog gewezen worden op de wils- en verklaringstheorie 47 die geen bevredigende oplossing aanreiken H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, I, Introduction. Théorie générale des droits et des lois. Les personnes - la famille, Brussel, Bruylant, 1962, 36, nr. 22 (Hierna verkort H. DE PAGE, I). 44 W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, (m.b.t. overeenkomsten), (m.b.t. eenzijdige rechtshandelingen). 46 Vergelijk i.v.m. de schijnleer: S. STIJNS, P. WÉRY en D. VAN GERVEN, Chronique de jurisprudence. Les obligations: les sources ( )", JT 1996, (689) 695, nr Zie supra, randnummer 15.

24 3. Eigen mening 29. Het komt me logisch voor om in het geval van niet-mededelingsplichtige eenzijdige wilsuitingen een grotere rol toe te kennen aan de wil. De bestemmeling van de wilsuiting hoeft in principe geen kennis te krijgen van de wilsuiting opdat deze rechtsgevolgen kan ressorteren. Neemt hij er toch kennis van, dan kan hij hier geen extra rechten uit putten. De adressant toelaten een beroep te doen op de verklaarde wil lijkt me dan ook niet mogelijk. Het is de declarant die bescherming behoeft tegen de ongewilde gevolgen van zijn verkeerde verklaarde wil. 30. Ter oplossing van een discrepantie n.a.v. een mededelingsplichtige eenzijdige wilsuiting is het volgens mij verkieslijk een beroep te doen op de vertrouwensleer, het gerechtvaardigd vertrouwen van de adressant verdient immers bescherming. Via deze weg zal hij geen schade lijden aangezien de verklaarde wil van de declarant doorgang vindt. Deze laatste kan zich niet verschuilen achter zijn werkelijke wil. Een beroep op de leer van de onrechtmatige daad lijkt me eerder een gekunstelde manier om toch in een vergoeding te voorzien van het door de adressant geleden nadeel. Deze remedie brengt geen genoegdoening aangezien de adressant slechts een beperkte vergoeding kan bekomen Wilsgebreken 31. Zowel het Hof van Cassatie 49 als de lagere rechtspraak 50 en doctrine 51 nemen aan dat de regeling inzake wilsgebreken van toepassing is op alle types rechtshandelingen, en dus niet enkel ten aanzien van overeenkomsten gelding vindt. Net zoals de overeenkomsten, vormen de verbindende eenzijdige wilsuitingen immers wilshandelingen. Er dient opgemerkt dat 48 W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, Cass. 13 juni 1985, Arr. Cass , 1416, noot, Pas. 1985, I, 1300, concl. Adv. Gen. J. VELU, noot, RCJB 1987, 542, noot J.-M. NELISSEN GRADE. Met betrekking tot de toepassing van wilsgebreken op eenzijdige nietverbintenisscheppende rechtshandelingen: Cass. 28 april 1980, Arr. Cass , 1075, noot en RW , Arbh. Luik 4 januari 1999, JLMB 1999, 773. Met betrekking tot de toepassing van wilsgebreken op eenzijdige niet-verbintenisscheppende rechtshandelingen: Arbh. Brussel 28 september 1972, TSR 1973, 36; Arbh. Brussel 19 maart 1976, RW , 381; Arbh. Brussel 24 mei 1983, RW , 253; Arbh. Bergen 10 januari 1985, JTT 1985, 257; Bergen 1 december 1995, JLMB 1996, R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, Overzicht van rechtspraak ( ) Verbintenissen, TPR 1994, (171), 328, nr. 112; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, ; P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, 1985/375; B. CLAESSENS, T. HENS, D. LEJEUNE, J. ROODHOOFT, Bestendig handboek verbintenissenrecht, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, losbl., II.4-53, nr

25 bepaalde aspecten van de leer van de wilsgebreken niet onverkort van toepassing zullen zijn op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting, en dit omwille van de eigen aard van deze laatste. 52 A. Dwaling 1. Begrip 32. Er is sprake van dwaling bij de totstandkoming van een overeenkomst in het geval de contractpartij een verkeerde voorstelling heeft aangaande een bestanddeel van die overeenkomst op het ogenblik dat zij die overeenkomst sluit. Dit heeft tot gevolg dat er in hoofde van de dwalende partij een (ongewilde) discrepantie ontstaat tussen diens werkelijke en gevormde wil. 53 Artikel 1110 Burgerlijk Wetboek stelt dat dwaling alleen dan tot de nietigheid van de overeenkomst kan leiden in het geval zij de zelfstandigheid van de zaak betreft die het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt. De overeenkomst komt ook in aanmerking voor nietigheid wanneer de dwaling de persoon betreft men wie men bedoelde te handelen, op voorwaarde dat de overeenkomst hoofdzakelijk uit aanmerking van deze persoon is aangegaan Toepasbaarheid op de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting. Algemeen 33. Rechtspraak en rechtsleer nemen nagenoeg unaniem aan dat de in het Burgerlijk Wetboek uitgewerkte regeling inzake dwaling bij overeenkomsten bij wijze van analogie toegepast kan worden op verbindende eenzijdige wilsuiting, behoudens andersluidende wetsbepalingen. 55 In functie van de aard van de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting, zijn de voorwaarden wel enigszins aan te passen C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige belofte, 528, nr B. CLAESSENS, T. HENS, D. LEJEUNE, J. ROODHOOFT, Bestendig handboek verbintenissenrecht, Antwerpen, Kluwer rechtswetenschappen, losbl., II.4-53, nr Artikel 1110 Burgerlijk Wetboek; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, H. DE PAGE, I, 55, nr I. CLAEYS, Algemeen verbintenissenrecht, cursus gedoceerd door I. CLAEYS aan de Universiteit Gent, academiejaar , losbl., 158, nr. 333.

26 VAN OMMESLAGHE voegt hier nog een bijzonderheid aan toe. Hij erkent de principiële transponeerbaarheid, doch nuanceert door te stellen dat het wilsgebrek dwaling geen toepassing kan vinden m.b.t. de aanvaarding van of de verzaking aan een nalatenschap. 57 Toepassingsvoorwaarden 34. Hoewel de burgerrechtelijke regeling inzake de dwaling principieel van toepassing is op de verbindende eenzijdige wilsuiting, dient er toch gekeken te worden in hoeverre de toepassingsvoorwaarden aangepast moeten worden aan de eigen aard van de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting. Er zijn een vijftal toepassingsvoorwaarden te onderscheiden Een eerste toepassingsvoorwaarde opdat men van dwaling zou kunnen spreken, bestaat uit een materieel element. Er is een verkeerde voorstelling van de werkelijkheid vereist. Deze verkeerde voorstelling kan zowel op het recht als op de feiten betrekking hebben. 59 Meer specifiek stelt artikel 1110 Burgerlijk Wetboek dat dwaling, als oorzaak van nietigheid, de zelfstandigheid van de zaak die het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt of de persoon met wie men wil handelen, moet betreffen. Het feit of er bij de verbintenis uit eenzijdige wilsuiting ruimte is voor dwaling omtrent de persoon, er is immers geen wederpartij, vraagt nader onderzoek. Er dient een onderscheid gemaakt te worden. 17 Wat de mededelingsplichtige verbintenissen uit eenzijdige wilsuiting betreft zal een beroep op dwaling denkbaar zijn in het geval ze een bepaalde persoon als adressant heeft. Is de wilsuiting tot een onbepaald aantal personen gericht, dan lijkt de figuur van dwaling omtrent de persoon moeilijker toepasbaar. Er kan immers nog niet gedwaald worden omtrent de identiteit aangezien de begunstigde op het ogenblik van de totstandkoming van de wilsuiting nog niet gekend is. 60 Tegenover de mededelingsplichtige verbintenissen uit eenzijdige wilsuiting, staan de nietmededelingsplichtige. Een beroep op dwaling omtrent de persoon om een rechtshandeling nietig te verklaren, lijkt ook hier denkbaar. Doch, het is vereist dat op het ogenblik van de 57 P. VAN OMMESLAGHE, Droit des obligations, 1985/ C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige belofte, 571, nr H. DE PAGE, I, 54, nr. 42; W. RAUWS, Civielrechtelijke beëindigingswijzen van de arbeidsovereenkomst: nietigheid, ontbinding en overmacht in Reeks sociaal recht, Antwerpen, Kluwer, 1987, C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige belofte, , nr

27 totstandkoming van de rechtshandeling, de persoon van de begunstigde doorslaggevend was Ten tweede is, opdat de dwaling in aanmerking kan worden genomen, vereist dat ze bestaat op het tijdstip van het doen van de eenzijdige wilsuiting. 62 Is de dwaling pas na dat ogenblik ontstaan, of is ze reeds opgehelderd op het ogenblik dat de declarant overgaat tot het beloven, dan komt ze niet in aanmerking De derde voorwaarde betreft het causaal verband tussen de dwaling en de verbindende eenzijdige wilsuiting. 64 Is de dwaling daarentegen bijkomstig, m.a.w. wanneer de eenzijdige wilsuiting ook zou gedaan zijn zonder de dwaling, dan komt ze niet in aanmerking als wilsgebrek De vierde vereiste, de verschoonbaarheid, werd niet opgenomen in de wet. Over de grondslag bestaat geen eensgezindheid. Desalniettemin neemt de rechtspraak en doctrine quasi unaniem aan dat enkel wanneer een dwaling verschoonbaar is, zij tot nietigheid kan leiden. 66 Dit houdt in dat het een dwaling moet betreffen die eveneens begaan zou worden door een normaal, zorgvuldig en redelijk persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden. Aldus ligt een zekere morele appreciatie van het gedrag van de dwalende partij voor C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige belofte, 556, nr A. DE BOECK, De wilsgebreken dwaling en bedrog vandaag: responsabilisering en ankerplaats voor de precontractuele informatieverplichting in R. VAN RANSBEECK, A. DE BOECK, F. HELLEMANS, B. HEYNINCKX, Wilsgebreken, Brugge, Die Keure, 2006, 42; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, C. CAUFFMAN, De verbindende eenzijdige belofte 556, nr L. CORNELIS, Algemene theorie van de verbintenis, 46-47, nr. 35 en 49, nr. 37; A. DE BOECK, Informatierechten en plichten bij de totstandkoming en uitvoering van overeenkomsten. Grondslag, draagwijdte en sancties, Antwerpen, Intersentia, 2000, 225, nr. 520; R. FOUQUES DUPARC, Belgique et Luxembourg in Les Vices du consentement, Parijs, Pédone, 1977, (65) 66; W. RAUWS, Civielrechtelijke beëindigingswijzen van de arbeidsovereenkomst: nietigheid, ontbinding en overmacht, in Reeks sociaal recht, Antwerpen, Kluwer, 1987, W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, Cass. 6 januari 1944, Arr. Verbr. 1944, I, 66 en Pas. 1944, I, 133, noot R.H.; Cass. 28 juni 1968, Arr. Cass. 1968, 1321, noot; Cass. 10 april 1975, Pas. 1975, I, 785, noot en RCJB 1978, noot M. COIPEL; Cass. 13 februari 1978, Arr. Cass. 1978, 705, noot en Pas. 1978, I, 686, noot; Cass. 20 april 1978, Arr. Cass. 1978, I, 960, Pas. 1978, I, 950 (verkort), RW , 1489, RGAR 1979, nr , noot J.-L. FAGNART en RCJB 1980, 210, noot M. FONTAINE; Cass 28 juni 1996, Arr. Cass. 1996, 664, noot; H. DE PAGE, I, 1962, nr. 46, 61; E. DIRIX A. VAN OEVELEN, Kroniek van het verbintenissenrecht ( ), RW , (1209), nr. 20, 1216; W. VAN GERVEN, Algemeen Deel, 313, nr A. DE BOECK, De verbintenis uit eenzijdige wilsverklaring, 33, nr. 37.

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 67 H o o f d s t u k I Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 1. Algemeen Afdeling 1 Toestemming 94. Krachtens artikel 2015 BW wordt borgtocht niet vermoed en moet het uitdrukkelijk

Nadere informatie

A. TOTSTANDKOMING VAN DE KOOP - WILSOVEREENSTEMMING - WILSGEBREKEN

A. TOTSTANDKOMING VAN DE KOOP - WILSOVEREENSTEMMING - WILSGEBREKEN A. TOTSTANDKOMING VAN DE KOOP - WILSOVEREENSTEMMING - WILSGEBREKEN Wet 21 maart 1804 B.W. (uittreksel art. 1108 1118)................................ 1 Wet 21 maart 1804 Burgerlijk Wetboek (B.S., 3 september

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be woensdag 10/10/2012 Overeenkomst mogelijk bij aanwezigheid: (Art. 1108 BW) - toestemming - handelingsbekwaamheid - bepaald

Nadere informatie

Zich vergissen in het contractenrecht

Zich vergissen in het contractenrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Zich vergissen in het contractenrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Lat Arne (studentennr 20054556)

Nadere informatie

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19 Woord vooraf 13 Inleiding 15 1. Belang van het algemeen verbintenissenrecht 15 2. Benoemde en onbenoemde overeenkomsten 15 2.1 Omschrijving 15 2.2 Benoemde overeenkomsten in het Burgerlijk Wetboek 16 2.3

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Rechtsmisbruik bij contractvrijheid. Caroline Coppens

Rechtsmisbruik bij contractvrijheid. Caroline Coppens Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 Rechtsmisbruik bij contractvrijheid Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Caroline Coppens (Studentennr. 00705029)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet?

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Consensualisme

Nadere informatie

Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference

Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference Neil Simons Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. Ilse Samoy

Nadere informatie

HET RECHTMATIG OPGEWEKT VERTROUWEN

HET RECHTMATIG OPGEWEKT VERTROUWEN Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2010-2011 HET RECHTMATIG OPGEWEKT VERTROUWEN ALS BRON VAN VERBINTENIS Tussen schijn en werkelijkheid. Wie is verbonden? Masterproef van de opleiding Master in de

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Uitvoering van overheidsopdrachten van werken

Uitvoering van overheidsopdrachten van werken 111 Uitvoering van overheidsopdrachten van werken Kennismaking met de algemene uitvoeringsregels en de algemene aannemingsvoorwaarden en duiding van de belangrijkste verschillen met het gemeen aannemingsrecht

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat 1 Enkele vaststellingen 1. Je schrijft niet elk jaar een nieuw BW 2. Streven naar balans

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Masterproef van de opleiding Master in de rechten.

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Masterproef van de opleiding Master in de rechten. Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Freya Van Langenhove (studentennummer: 01411010) Promotor: prof. dr.

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK NAAR DE LEER DER WILSGEBREKEN, DE

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK NAAR DE LEER DER WILSGEBREKEN, DE Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015 2016 NIETIGHEIDSVORDERINGEN BIJ DE VERKOOP VAN ONROEREND GOED: EEN RECHTSVERGELIJKEND ONDERZOEK NAAR DE LEER DER WILSGEBREKEN, DE VLAAMSE

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 NOVEMBER 2013 C.12.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0556.N 1. J., 2. G., 3. D., 4. E., 5. K., 6. I., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof 27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2007 C.05.0246.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0246.F AFAS BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BODYCOTE BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2012 C.11.0662.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0662.N PARFIP BENELUX nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ARAMEX CARS nv, I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT, GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 ASPEELE, E. DE LOOSE, H. MOEYKENS, F. PlETERS, S. TlJSEBAERT,

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B. 11 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES OVER HET WETSVOORSTEL Nr. 51/0122 TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK, WAT DE INTERESTEN EN SCHADEBEDINGEN BIJ CONTRACTUELE WANUITVOERING BETREFT

Nadere informatie

([RQHUDWLHEHGLQJHQLQKHWJHPHHQUHFKW

([RQHUDWLHEHGLQJHQLQKHWJHPHHQUHFKW ([RQHUDWLHEHGLQJHQLQKHWJHPHHQUHFKW 1LFRODV&DUHWWH Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. S. Stijns,1/(,',1* Het Belgisch aansprakelijkheidsrecht is van suppletieve aard zodat conventionele afwijkingen

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 19 mei 2015 Rolnummer op JGR 2014/AB/752 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/752 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

Financial Law Institute

Financial Law Institute Financial Law Institute Working Paper Series WP 2008-13 Reinhard STEENNOT Michel TISON Beëindigings-, exoneratie- en schadebedingen Challenging the Prudential Supervisor: liability bij bijzondere overeenkomsten

Nadere informatie

Noot. Interpretatie van een borgtochtovereenkomst. A. Feiten. this jurisquare copy is licenced to KU Leuven - Faculteit Leuven - Bibliotheek

Noot. Interpretatie van een borgtochtovereenkomst. A. Feiten. this jurisquare copy is licenced to KU Leuven - Faculteit Leuven - Bibliotheek Ze geven aldus van de borgtochtovereenkomst een uitlegging die met de bewoordingen ervan niet verenigbaar is. Het subonderdeel is gegrond. [ ] Dictum HET HOF, Vernietigt het bestreden arrest in zoverre

Nadere informatie

Advies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie

Advies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie Advies nr. 2017/16 van 22 februari 2017 Arbitragecommissie Titel 2 van boek X van het Wetboek van economisch recht betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2014 C.13.0549.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0549.N HORECA LOGISTIC SERVICES WEST nv, met zetel te 8540 Deerlijk, Diesveldstraat 24, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Lefèbvre,

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 APRIL 2011 C.10.0183.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0183.N 1. TRADART INSTITUT sa, vennootschap naar Zwitsers recht, met zetel te 1204 Genève (Zwitserland), rue du Perron 1, 2. TRADART

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

VALKUILEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN ONROEREND GOED. E. Ontstaan bij het aangaan van de overeenkomst

VALKUILEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN ONROEREND GOED. E. Ontstaan bij het aangaan van de overeenkomst een voorbeeld te vinden van een vonnis waarin de rechter op grond van de nalatigheid van de koper het bedrog niet aanvaardt. Zo werd in een vonnis van de rechtbank van Hasselt geoordeeld: ( ) het bedrog

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2018 C.17.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0067.N E.A. eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De herkwalificatie van zakelijke gebruiks- en genotsrechten.

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De herkwalificatie van zakelijke gebruiks- en genotsrechten. 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De herkwalificatie van zakelijke gebruiks- en genotsrechten Promotor : Prof. dr. Vincent SAGAERT De transnationale Universiteit

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

Juridische beschermingsmogelijkheden voor de EDPB in geval van niet of laattijdige betaling van facturen door de aangeslotenen

Juridische beschermingsmogelijkheden voor de EDPB in geval van niet of laattijdige betaling van facturen door de aangeslotenen 3 juni 2010 Juridische beschermingsmogelijkheden voor de EDPB in geval van niet of laattijdige betaling van facturen door de aangeslotenen VRAAGSTELLING De vraag heeft betrekking op de situaties waarbij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 MAART 2009 C.07.0557.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0557.N 1. H.S., 2. V.M., eisers, vertegenwoordigd door mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Contracten: basisbeginselen Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Introductie Van der Gucht Advocaten Pure Advocaten Voskenslaan 34 9000 Gent Doel: basisbeginselen Contracten (principes

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Contractweigering. Masterproef van de opleiding Master in de rechten

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Contractweigering. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Contractweigering Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Fien D Haenens (studentennr. 20050675) (major: Burgerlijk

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

Bankgaranties. Wilfred Goris en Caroline Wildemeersch 28 februari 2013

Bankgaranties. Wilfred Goris en Caroline Wildemeersch 28 februari 2013 Bankgaranties Wilfred Goris en Caroline Wildemeersch 28 februari 2013 1 Inhoud A. Partijen en relaties B. De garantieverhouding C. Voordelen en nadelen D. Aandachtspunten en problemen E. Alternatieven

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem,

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, 8 FEBRUARI 2001 C.98.0470.N/1 C.98.0470.N DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, ingeschreven in het handelsregister

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

HET ONGERECHTVAARDIGD KARAKTER VAN EEN ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING

HET ONGERECHTVAARDIGD KARAKTER VAN EEN ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING HET ONGERECHTVAARDIGD KARAKTER VAN EEN ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING Aantal woorden: 40910 Lore Huyghe Stamnummer: 01001441 Promotor: Prof. dr. Joke Baeck Commissaris: Maja Reynebeau Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

EEN EMPIRISCH JURIDISCH ONDERZOEK NAAR DE RECHTMATIGHEID VAN DE ALGEMENE BANKVOORWAARDEN ANNO 2008

EEN EMPIRISCH JURIDISCH ONDERZOEK NAAR DE RECHTMATIGHEID VAN DE ALGEMENE BANKVOORWAARDEN ANNO 2008 EEN EMPIRISCH JURIDISCH ONDERZOEK NAAR DE RECHTMATIGHEID VAN DE ALGEMENE BANKVOORWAARDEN ANNO 2008 Masterproef van de opleiding Master in de rechten Michiel Vander Beken (studentennr. 20040067) (major:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract... Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL

Nadere informatie

GDPR en aansprakelijkheid

GDPR en aansprakelijkheid GDPR en aansprakelijkheid 1. Het Belgische begrip fout & GDPR 2. Wie kan aansprakelijkheid dragen? 3. Wie kan een claim stellen? 4. Wat zijn de financiële risico s? 5. Tips Artikel 82 Recht op schadevergoeding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 SEPTEMBER 2008 C.07.0098.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0098.F 1. D. J., 2. D. S., 3. D. L., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJEN ALKEN-MAES, naamloze

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2010 C.10.0167.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0167.F D. M., eiseres, vertegenwoordigd door Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. D. C., 2. D. H.,

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 DE TOEPASSING VAN ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING TUSSEN MENSEN MET EEN AFFECTIEVE BAND Masterproef van de opleiding Master in de rechten

Nadere informatie

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding Hoofdstuk 21 Verbintenis en rechtshandhaving 21.1 Inleiding In hoofdstuk 5 was het verschil tussen absolute en relatieve rechten aan de orde. Absolute rechten zijn rechten die tegenover iedereen werken.

Nadere informatie

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369

Nadere informatie

KRONIEK VAN HET VERBINTENISSENRECHT ( ) 1

KRONIEK VAN HET VERBINTENISSENRECHT ( ) 1 KRONIEK VAN HET VERBINTENISSENRECHT (1993-2004) 1 In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen die zich tussen 1993 en 2004 in het algemeen verbintenissen- en overeenkomstenrecht

Nadere informatie

Vrijwaring voor verborgen gebreken van een onroerend goed

Vrijwaring voor verborgen gebreken van een onroerend goed Vrijwaring voor verborgen gebreken van een onroerend goed FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat

Nadere informatie

Het is nadien aan de hoofdaannemer en de onderaannemer zelf om onderling uit te maken aan wie de consigneerde som uiteindelijk zal toekomen.

Het is nadien aan de hoofdaannemer en de onderaannemer zelf om onderling uit te maken aan wie de consigneerde som uiteindelijk zal toekomen. Het nieuwe artikel 1798 lid 3 BW: mogelijkheid voor de bouwheer tot consignatie van de betwiste schuldvordering van de onderaannemer op de hoofdaannemer 1. De uitoefening van de rechtstreekse vordering

Nadere informatie

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN Brussel, 20 november 2013 2 Advies inzake bedingen omtrent de bewijslast in omniumverzekeringen

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 februari 2016 ADVIES 2016-07 met betrekking tot de weigering om toegang te geven tot het volledige

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Arbeidsovereenkomst - Algemeen - Overeenkomst - Overeengekomen voorwaarden - Eenzijdige wijziging Datum 20 december 1993 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor gebreken van de verkoper: een overzicht van diverse regimes

De aansprakelijkheid voor gebreken van de verkoper: een overzicht van diverse regimes De aansprakelijkheid voor gebreken van de verkoper: een overzicht van diverse regimes Masterproef van de opleiding Master in de rechten Academiejaar 2012-2013 Julie De Prest Promotor: Prof. dr. M. Dambre

Nadere informatie

Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven. Marijke Roelants

Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven. Marijke Roelants Prijsclausules op het Kruispunt van Twee Werven Marijke Roelants 1 KOOP-VERKOOP AANDELEN SPA = AANDELEN + PRIJS Art.1582 BW : Koop is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een zaak te

Nadere informatie

Betreft: rioleringsproblematiek in diverse straten in Oostmalle verjaring van rechten?

Betreft: rioleringsproblematiek in diverse straten in Oostmalle verjaring van rechten? Aan het college van burgemeetser en schepenen Antwerpsesteenweg 246 2930 Malle Antwerpen, 16 decmeber 2010 Betreft: rioleringsproblematiek in diverse straten in Oostmalle verjaring van rechten? Na onderzoek

Nadere informatie

DE OVERDRACHT VAN SCHULDVORDERING TOT ZEKERHEID

DE OVERDRACHT VAN SCHULDVORDERING TOT ZEKERHEID DE OVERDRACHT VAN SCHULDVORDERING TOT ZEKERHEID Aantal woorden: 48.756 Sarah Langbeen Studentennummer: 01304501 Promotor: Prof. dr. Joke Baeck Commissaris: mevr. Sandra Callewaert Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 september 2005 C.04.0513.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0513.F.- GB RETAIL ASSOCIATES, naamloze vennootschap, Mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. J.-M.,

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

Het onderscheid tussen overeenkomsten voor onbepaalde en bepaalde duur

Het onderscheid tussen overeenkomsten voor onbepaalde en bepaalde duur Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Het onderscheid tussen overeenkomsten voor onbepaalde en bepaalde duur Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door

Nadere informatie

DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING

DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING TEKST Yves Vandendriessche, advocaat (Crivits & Persyn) De dierenarts in het ondernemingsrecht DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING In een vorige bijdrage stond Yves Vandendriessche

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 NOVEMBER 2012 C.12.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0146.N C.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 OKTOBER 2016 C.15.0457.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0457.N R. V. R., handelend in eigen naam en in hoedanigheid van erfgenaam van de heer P. V. R., eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst NKVK 13 oktober 2015 Lore Derdeyn Overzicht 1. Bewijs van de aannemingsovereenkomst 2. Belangrijke clausules van de aannemingsovereenkomst

Nadere informatie

Middag van het Recht, te Brussel, 15 maart Instituut voor Verbintenissenrecht. Academiejaar

Middag van het Recht, te Brussel, 15 maart Instituut voor Verbintenissenrecht. Academiejaar Hoe orde brengen in het verbintenissenrecht? Deel 1: Diagnose en krachtlijnen Prof. dr. Sophie Stijns Gewoon hoogleraar KU Leuven, Middag van het Recht, te Brussel, 15 maart 2019 1. Diagnose van de patiënt

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MAART 2016 C.15.0324.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0324.N 1. P N, 2. D V, eisers, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS?

DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS? DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS? I. Inleiding 1. Het arrest van het Hof van Beroep van Gent van 21 november

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.04.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0184.N FIAT AUTO BELGIO, naamloze vennootschap, met zetel te 1140 Brussel, Genèvestraat 175, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

ACTUALIA ECONOMISCH RECHT EN CONSUMENTENBESCHERMING

ACTUALIA ECONOMISCH RECHT EN CONSUMENTENBESCHERMING ACTUALIA ECONOMISCH RECHT EN CONSUMENTENBESCHERMING Het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (CBR) is een feitelijk samenwerkingsverband tussen de Raad van de Orde der Advocaten bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 APRIL 2006 C.05.0290.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0290.N NUCLEAR LASER MEDICINE S.R.L., vennootschap naar Italiaans recht, met zetel te 20090 Settala-Milaan (Italië), Via Cascina Conighetto,

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 DE PARTIJBESLISSING: EEN VERGELIJKING TUSSEN HET CONSUMENTENRECHT EN HET GEMEENRECHT Masterproef van de opleiding Master in de rechten

Nadere informatie

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde

SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde 16 OKTOBER 2000 S.00.0101.N/1 Nr. S.00.0101.N.- SECUREX, Gemeenschappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Verenigde Natieslaan 1, eiseres tot cassatie

Nadere informatie

HET RETENTIERECHT ALS ZEKERHEIDSMECHANISME

HET RETENTIERECHT ALS ZEKERHEIDSMECHANISME HET RETENTIERECHT ALS ZEKERHEIDSMECHANISME Aantal woorden: 53.286 Véronique Van Eessel Studentennummer: 00900571 Promotor: Prof. dr. Joke Baeck Commissaris: Mevr. Sandra Callewaert Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

De gekwalificeerde benadeling Een rechtspraakanalyse

De gekwalificeerde benadeling Een rechtspraakanalyse Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 De gekwalificeerde benadeling Een rechtspraakanalyse Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Elisah Vanhecke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 NOVEMBER 2012 C.12.0051.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0051.N R.C., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

AFDELING 2. VOORRANG VOOR HET GESCHREVEN BEWIJS

AFDELING 2. VOORRANG VOOR HET GESCHREVEN BEWIJS In het Gerechtelijk Wetboek worden de bewijsmiddelen uit het Burgerlijk Wetboek nader geregeld: er is met name de procedure m.b.t. schriftonderzoek, de valsheidsprocedure 1 en het verhoor van getuigen.

Nadere informatie