Woningbouwstichting De Gemeenschap

Transcriptie

1 Woningbouwstichting De Gemeenschap U en WBSG panelmeting oktober 2017

2 DATUM 25 oktober 2017 TITEL U en WBSG - panelmeting ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Woningbouwstichting De Gemeenschap Boulevard Heuvelink KT Arnhem Postbus BD Arnhem info@companen.nl (026) BTW NL B01 IBAN NL95RABO KVK AUTEUR(S) Diana Boertien Mitchell de Jong PROJECTNUMMER /G

3

4 Inhoud 1 Inleiding Leeswijzer 1 2 U, WBSG en energiezuinigheid 3 3 U, WBSG en de beschikbaarheid van huurwoningen 7 4 U, WBSG en Leefbaarheid & burgerparticipatie Zorg en participatie Leefbaarheid 12

5 1 Inleiding Een aantal keer per jaar worden de deelnemers van het digitale klantenpanel van De Gemeenschap benaderd voor deelname aan een kleine enquête waar zij hun mening over verschillende onderwerpen kunnen geven. In augustus en september van 2017 is de tweede meting van het jaar uitgevoerd. De resultaten van deze meting worden in deze rapportage beschreven. Onderwerpen In de tweede meting van 2017 is het panel benaderd om aan te geven wat hun mening is met betrekking tot energiezuinigheid, bereikbaarheid, leefbaarheid en participatie. Tot slot zijn er een aantal vragen vanuit de huurdersorganisatie gesteld. De antwoorden die hierop gegeven zijn vanuit het panel worden echter in een aparte rapportage vermeld. Responsverantwoording Er zijn 315 panelleden benaderd voor de tweede panelmeting van Per hebben de panelleden een uitnodiging voor het invullen van de vragenlijst ontvangen. Na twee en een halve week is nog een herinnering verzonden. In totaal hebben 135 panelleden aan de meting deelgenomen, dit is een effectieve respons van 43%. Het verloop van de respons is in de onderstaande grafiek weergegeven. Figuur 1.1: Responsverloop panelmeting U en WBSG aug 19-aug 21-aug 23-aug 25-aug 27-aug 29-aug 31-aug 2-sep 4-sep 6-sep 8-sep 10-sep 12-sep 14-sep 16-sep 18-sep 20-sep 22-sep Bron: Woningbouwstichting De Gemeenschap, meting Leeswijzer De rapportage is verdeeld in de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 2 gaat in op energiezuinigheid. Er wordt onder andere gekeken naar de houding tegenover het onderwerp energiezuinigheid, over de houding tegenover een aantal energiezuinige maatregelen en de rol die Woningbouwstichting De Gemeenschap kan spelen bij het verduurzamen van woningen. Hoofdstuk 3 gaat in op de bereikbaarheid van woningen. Er wordt onder andere gekeken naar de wachttijd voor woningen, de verhuisgeneigdheid van huurders en de ervaringen met langere wachttijden voor woningen /G U en WBSG panelmeting

6 Hoofdstuk 4 gaat in op leefbaarheid en participatie. Er wordt onder andere gekeken naar de bijdrage die mensen kunnen/willen leveren aan de leefbaarheid, de faciliteiten die daarvoor gewenst zijn en de behoefte en mogelijkheden voor zorg /G U en WBSG panelmeting

7 2 U, WBSG en energiezuinigheid Energiezuinigheid is in steeds grotere mate een belangrijk thema in zowel Nederland als de rest van de wereld. Op internationaal, landelijk en lokaal niveau zijn er afspraken gemaakt over de inspanningen die van verschillende partijen (waaronder De Gemeenschap) verwacht wordt op het gebied van duurzaamheid. De meest belangrijke doelstelling hierin is het bereiken van CO2 neutraliteit (waarbij de uitstoot van CO2 in je woning geen gevolgen heeft voor het klimaat doordat er eerder in het proces CO2 bespaart wordt) voor alle woningen van De Gemeenschap in Naar aanleiding van deze doelstellingen hebben we de huurders van WBSG een aantal vragen gesteld over hun mening ten opzichte van duurzaamheid en energiezuinigheid. Overgrote deel van de huurders staat positief tegenover energiezuinigheid Allereerst is er aan huurders in het panel gevraagd hoe zij in het algemeen tegenover het thema energiezuinigheid aankijken. Figuur 2.1: Panelmeting ; Hoe kijkt u aan tegen energiezuinigheid? 3,7% 0,7% 8,9% 86,7% Positief Enigszins positief Neutraal Enigszins negatief Negatief Ruim 95% van de huurders van WBSG staat zeer of enigszins positief tegenover het thema energiezuinigheid. Vervolgens is aan huurders gevraagd of zij graag zouden willen zien dat hun woning energiezuiniger gemaakt wordt. Figuur 2.2: Panelmeting ; Zou u graag zien dat uw woning energiezuiniger wordt gemaakt? 3,7% 8,9% Ja Nee 87,4% Geen mening / weet niet /G U en WBSG panelmeting

8 Ook hier geeft het grootste deel van de huurders aan dat zij graag zien dat hun woning energiezuiniger wordt. Aan de vijf respondenten die hebben aangegeven dat de woning niet energiezuiniger hoeft te worden gemaakt, is gevraagd waarom dit niet noodzakelijk is. Zij geven als reden dat in hun woning recent al ingrepen zijn gedaan met betrekking tot de energiezuinigheid van de woning en nieuwe ingrepen dan ook niet noodzakelijk zijn. Ook maatregelen om energiezuinigheid te bevorderen worden positief ontvangen Bij het energiezuiniger maken van de woning kunnen vele verschillende maatregelen worden toegepast. Zo kan je denken aan het toevoegen van een regenton of installeren van zonnepanelen. Het toepassen van deze voorzieningen kan ertoe leiden dat de energierekening van een woning lager wordt. Aan de huurders is gevraagd of zij bereid zijn voor een dergelijke voorziening een kleine maandelijkse vergoeding te betalen. De uitkomst hiervan is weergegeven in de onderstaande figuur. Figuur 2.3 Panelmeting ; Bent u bereidt een maandelijkse vergoeding te betalen voor het toevoegen van roerende goederen, zoals zonnepanelen en een regenton, die een bijdrage leveren aan de energiezuinigheid van uw woning? 18,5% 20,0% 61,5% Ja Nee Geen mening / weet niet Het overgrote deel van de panelleden is bereid om een extra maandelijkse vergoeding te betalen voor roerende goederen die een bijdrage leveren aan de energiezuinigheid van een woning. De panelleden die niet bereid zijn om een extra vergoeding te betalen is vervolgens gevraagd waarom zij niet bereid zijn om dit te betalen. Hieronder staan de vaakst genoemde redenen: Het is onduidelijk welk rendement de roerende goederen op termijn zullen geven. Huurders ontbreekt het aan financiële middelen om een extra vergoeding te kunnen betalen. Het verduurzamen van woningen is niet de verantwoordelijkheid van de huurder zelf. De woning is reeds energiezuinig gemaakt, dus nieuwe extra maatregelen zijn hierdoor niet noodzakelijk. Uit de gegeven antwoorden komt naar voren waar huurders onzeker over zijn. Men weet niet wat het toevoegen van bijvoorbeeld zonnepanelen op langere termijn zal opleveren, of in hoeverre dit bijvoorbeeld de energierekening doet dalen. Daarnaast geven huurders aan dat het betalen van een maandelijkse vergoeding op dit moment financieel niet mogelijk is. Hieruit blijkt dat zij minder rekening houden met een verlaagde energierekening. Een goede voorlichting over mogelijke financiële consequenties van energiezuinige maatregelen kan helpen om de groep huurders waar vooral onduidelijkheid over de situatie parten speelt, te motiveren. Een belangrijke maatregel om in 2045 energiezuiniger te worden is de vervanging van gasgestookte woningen naar elektrisch verwarmde woningen. Op termijn zullen woningen worden afgekoppeld van het gas en voorzien van instrumenten om alles wat nu op gas wordt gedaan, op elektrisch te doen. Zo kan er in de toekomst wellicht niet meer op gas worden gekookt, en zullen gashaarden vervangen moeten worden. Aan de huurders is gevraagd hoe zij aankijken tegen de consequenties van het afkoppelen van woningen van het gasnetwerk /G U en WBSG panelmeting

9 Figuur 2.4: Panelmeting ; Door het afkoppelen van woningen van het gasnetwerk zal ook bijvoorbeeld koken op gas of een gashaard in de toekomst niet meer mogelijk zijn. Hoe kijkt u hier tegenaan? 47% 19% 21% 9% 4% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Positief Enigszins positief Neutraal Enigszins negatief Negatief Ongeveer twee derde van de panelleden staat positief tegenover het afkoppelen van woningen van het gasnetwerk. Een veelgebruikt argument is dat dit beter is voor het milieu en het gas op den duur zal opraken. Iets meer dan 10% van de panelleden is negatief over de afkoppeling van hun woning van het gasnetwerk. Hierbij wordt als argument gebruikt dat men gewend is aan de voordelen van het gebruik van gas en dat het onbekend is welke voordelen bijvoorbeeld elektrisch koken en verwarmen oplevert. Meeste huurders hebben maatregelen genomen ter verbetering van de energiezuinigheid De huurders in het panel is gevraagd of zij zelf maatregelen nemen voor het verbeteren van de energiezuinigheid van hun woning. De uitkomsten hiervan zijn weergegeven in onderstaand figuur. Figuur 2.5 Panelmeting ; Bent u zelf al actief in energiebesparende maatregelen rondom uw woning en in uw leven? 8,1% 1,5% Ja zeker 41,5% 48,9% Enigszins Niet zo Totaal niet Bijna alle panelleden (90%) geeft aan al op een manier actief te zijn met energiebesparende maatregelen. Daarnaast geeft bijna 50 procent aan zelfs zeer actief te zijn met dergelijke maatregelen. Een kleine 10% van de panelleden hebben aangeven niet heel bewust of totaal niet bezig te zijn met energiebesparende middelen. Vervolgens is de panelleden die al actief bezig zijn met energiebesparende maatregelen rondom de woning gevraagd welke maatregelen zij hebben genomen /G U en WBSG panelmeting

10 Figuur 2.6: Panelmeting ; Kunt u aangeven wat u nu al doet? Gebruik spaar- / ledlampen Verwarming minder vaak aanzetten of lager zetten In de winter ramen minder lang openzetten Anders 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% De meeste panelleden die momenteel al maatregelen hebben getroffen, maken gebruik van spaar- of ledlampen (92%) en zetten de verwarming minder vaak aan of juist lager (90%). Een kleiner deel van de panelleden geeft aan dat ze in de winter de ramen minder lang openzetten. Andere voorbeelden die men geeft zijn: zonnepanelen aanbrengen, afval beter scheiden en minder gebruik maken van een auto. De Gemeenschap kan op verschillende manieren huurders ondersteunen bij verduurzaming De huurders in het panel is gevraagd op welke manier Woningbouwstichting De Gemeenschap huurders kan ondersteunen bij het energiezuinig maken van hun woning. Figuur 2.7 Panelmeting ; Op welke manier kan De Gemeenschap u helpen als het gaat om duurzaamheid? Meer informatie wat betreft de mogelijkheden van bijvoorbeeld een renovatie, duurzame aanpassing zoals het plaatsen van zonnepanelen Meer informatie over kleine dingen die men zelf al in woning / het leven kan aanpassen Financiële ondersteuning bij het organiseren van een renovatie Anders De panelleden geven aan dat De Gemeenschap vooral kan ondersteunen bij het verstrekken van informatie over maatregelen omtrent energiezuinigheid; zowel voor renovaties en duurzame aanpassingen (64%) als voor het doen van kleinere aanpassingen die men zelf al kan toepassen (52%). Een kleine minderheid van de respondenten (44%) geeft aan dat hulp nodig kan zijn bij het financieel ondersteunen van het organiseren van een renovatie. Verder vinden een aantal panelleden dat De Gemeenschap zelf meer kan doen met betrekking tot het isoleren van woningen, zoals vloeren, muren en daken /G U en WBSG panelmeting

11 3 U, WBSG en de beschikbaarheid van huurwoningen In en over Nijmegen bestaat het beeld dat de wachttijd voor een sociale huurwoning veel te lang is. De gemiddelde zoektijd (de tijd dat iemand actief (= reageert op woningen) op zoek is naar een huurwoning tot aan het tekenen van een huurcontract) bedraagt ongeveer anderhalf jaar. Gemiddeld is een woningzoekende dus anderhalf jaar op zoek naar een woning. Aan huurders is gevraagd hoe zij tegenover de wacht- en zoektijden bij het zoeken naar huurwoningen staan. Meningen over zoektijden zijn verdeeld Allereerst is er aan de huurders gevraagd hoe lang zij hebben moeten zoeken naar een woning tot zij uiteindelijk in de huidige woning terecht kwamen. Figuur 3.1: Panelmeting ; Hoe lang heeft u gezocht naar een woning, voordat u in uw huidige woning terecht kwam? 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Minder dan 6 maanden Tussen de 6 en 12 maanden Tussen maanden Tussen maanden Meer dan twee jaar Anders, namelijk Iets meer dan de helft van de panelleden heeft korter dan een jaar naar een woning gezocht. 28 panelleden hebben meer dan twee jaar naar een woning gezocht voordat zij in hun huidige woning terecht kwamen. De anders, namelijk -categorie is door 23 huurders aangekruist. Ook bij deze toelichting komen verschillende antwoorden naar voren. Een paar mensen geven aan in het verleden een woningruil te hebben gedaan. Een klein aantal mensen (5 respondenten) geeft aan dat de woning bijna gelijk beschikbaar was doordat zij urgentie hadden, of doordat de woning net nieuw werd opgeleverd. Een paar geven daarnaast aan juist heel lang te hebben gewacht op een woning, sommige zelfs meer dan 15 jaar. Wel geven andere huurders aan dat zij weliswaar lang ingeschreven stonden, maar daardoor toen zij gingen reageren wel snel een woning kregen. Het is dan ook mogelijk dat de huurders die aangeven meer dan 15 jaar te hebben moeten wachten, het over hun inschrijftijd hebben. Tot slot zijn er een aantal huurders die aangeven dat de tijdsgeest van toen (20-45 jaar geleden) niet te vergelijken is met de situatie van nu. Vanuit eigen kring weten zij dat sommigen langer dan twee jaar moeten wachten /G U en WBSG panelmeting

12 Vervolgens is aan de panelleden gevraagd of zij de wachttijd acceptabel hebben gevonden. De resultaten hiervan staan in onderstaande grafiek vermeld. Figuur 3.2: Panelmeting ; Vond u de zoektijd acceptabel? 37% 24% 22% 9% 9% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ja, snel een nieuwe woning Ja, bereid om langer te wachten Nee, zoektijd was te lang Nee, snel verhuizen vanwege een acute situatie was niet mogelijk Anders Ruim de helft van de panelleden vond de wachttijd acceptabel. Zij vonden snel een nieuwe woning, of waren bereid langer te wachten. Meer dan 20 procent vond de wachttijd te lang. Een aantal panelleden zegt dat de wachttijd bij hen wel acceptabel is geweest, maar voor anderen, zoals familie die bijvoorbeeld wil doorstromen, de wachttijd te lang is. Panelleden die minder dan een jaar hebben gewacht op een woning, ervaren deze wachttijd als acceptabel. Zij vinden dat ze snel een woning hebben gevonden, of waren bereid om langer te wachten voor een woning. Panelleden die een wachttijd van meer dan twee jaar hebben gehad, ervaren deze zoektijd als te lang. Zij herkennen dan ook het beeld dat de wachttijd voor woningen bij De Gemeenschap lang is. Panelleden die een korte wachttijd hebben (minder dan 1 jaar) herkennen dit beeld niet of geven aan dat zij de problemen met de wachttijd alleen kennen doordat kennissen dit ervaren. Meeste huurders zijn niet op zoek naar nieuwe woning Ook is er aan de huurders gevraagd in hoeverre zij van plan zijn om te verhuizen naar een andere woning. Figuur 3.3: Panelmeting ; Bent u momenteel op zoek naar een nieuwe woning? 7% 93% Ja Nee Het overgrote deel van de huurders is niet van plan om te verhuizen naar een andere woning en is dan ook niet op zoek. Er zijn negen huurders die wel op zoek zijn naar een andere woning /G U en WBSG panelmeting

13 Aan hen is gevraagd of zij moeite hebben met het vinden van een geschikte woning. Van de negen huurders geven er zeven aan moeite te hebben met het vinden van een geschikte woning. Aan deze zeven mensen is gevraagd waarom zij geen geschikte kunnen vinden. Drie van de zeven geven aan dat de woningen waar zij naar zoeken in een te dure prijscategorie zitten. Eveneens drie huurders geven aan dat hun huidige meettijd/wachttijd te laag is voor de woningen waar zij op reageren. Een enkeling geeft aan dat de woningen waar hij/zij naar zoekt maar mondjesmaat beschikbaar komen. Vooral kennissen van panelleden ervaren een lange wachttijd Tot slot is er aan huurders gevraagd of zij het beeld herkennen dat de huidige wachttijd te lang is. Figuur 3.4: Panelmeting Herkent u het beeld dat de wachttijd te lang is? 27% 14% Ja, ik ervaar zelf dat de wachttijd in mijn situatie te lang is. Ja, Kennissen ervaren deze problemen. 59% Nee, ik herken dit beeld niet Ongeveer 15% van de huurders is van mening dat de wachttijd in hun situatie (of dat nou nu of in het verleden is geweest) te lang is. Daarnaast geeft 60% van de huurders aan dat zij kennissen hebben die hier tegenaan lopen. Iets meer dan 25% van de respondenten geeft aan het beeld niet te herkennen /G U en WBSG panelmeting

14 4 U, WBSG en Leefbaarheid & burgerparticipatie De leefbaarheid van buurten en wijken is een belangrijk thema. Door verschillende maatschappelijke en wettelijke veranderingen (langer zelfstandig wonen, huisvesten van bijzondere doelgroepen als statushouders en mensen met een lichamelijke of psychische hulpvraag) huisvest De Gemeenschap vaker kwetsbare of hulpbehoevende doelgroepen. Dit betekent dat er meer inspanning nodig is om de leefbaarheid van wijken te behouden en te vergroten. Als het gaat om leefbaarheid is samenwerking belangrijk. Hoe zorgen we er met zijn allen voor dat iedereen in een leefbare en vitale buurt woont. Wij hebben daarom aan huurders gevraagd hoe zij aankijken tegen burgerparticipatie en de leefbaarheid in de buurt. 4.1 Zorg en participatie Meeste huurders hebben geen behoefte aan zorg/hulp van anderen De huurders in het panel is gevraagd of zij behoefte hebben aan zorg/hulp van anderen. Het onderstaande figuur geeft een overzicht van de resultaten. Figuur 4.1: Panelmeting ; Ontvangt u, of heeft u behoefte aan zorg/hulp van mensen in uw directe omgeving? 3,0% 7,4% Ik ontvang geen hulp en heb hier ook geen behoefte aan 4,4% Ja, ik heb een mantelzorger / vrijwilliger die mij helpt 85,2% Ik ontvang geen hulp, maar heb wel behoefte aan een mantelzorger of vrijwilliger Anders, namelijk: De meeste panelleden ontvangen geen hulp, en hebben hier ook geen behoefte aan. Een klein percentage van de panelleden geeft aan dat ze de beschikking hebben over een mantelzorger/hulp. Vier mensen hebben aangegeven dat zij op dit moment geen hulp ontvangen, maar hier wel behoefte aan hebben. De panelleden geven aan dat veel aspecten zelf worden geregeld door mensen binnen de buurt, anderen geven aan dat met toewijzing bijvoorbeeld het onderhoud aan woningen/tuinen beter geregeld kan worden. Een concreet voorbeeld hierbij is het toewijzen van benedenwoningen aan mensen die ook hun tuin zelf kunnen onderhouden /G U en WBSG panelmeting

15 Figuur 4.2: Panelmeting ; Heeft u, of is er behoefte aan faciliteiten waardoor zorg voor elkaar mogelijk is? Ondersteuning gemeente (Wmo) Ontmoetingsruimte Vrijwilliger Ondersteuning voor mantelzorgers Voorlichting/info voor mantelzorgers Een maatje Mantelzorger Logeervoorziening Anders Geen behoefte 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% De meeste panelleden hebben geen behoefte aan een bepaalde faciliteit. Van de huurders die wel dergelijke behoeften hebben, wordt een ontmoetingsruimte en ondersteuning vanuit de gemeente het vaakst genoemd. Huurders voelen zich verantwoordelijk voor andere mensen in hun omgeving De huurders in het panel is gevraagd of zij zich verantwoordelijk voelen voor andere mensen in hun omgeving. Figuur 4.3: Panelmeting Voelt u zich verantwoordelijk voor andere mensen in uw omgeving? 2% 11% Ja, vooral voor mijn naaste familie en vrienden 20% 10% Ja, voor familie, maar ook voor buren en buurtgenoten Ja, vooral voor de zwakkeren van de samenleving 57% Nee Anders Ongeveer 85% van de panelleden heeft aangegeven dat zij zich verantwoordelijk voelen voor bepaalde mensen in de samenleving. 20% van de respondenten richten zich vooral op hun familie. Meer dan de helft van de panelleden zegt zich niet alleen verantwoordelijk te voelen voor familie, maar ook voor buren en buurtgenoten. Tien procent van de panelleden voelt zich verantwoordelijk voor de zwakkeren in de samenleving. Eveneens 10% voelt geen verantwoordelijkheid voor anderen in de maatschappij /G U en WBSG panelmeting

16 4.2 Leefbaarheid Huurders zien een rol voor zichzelf bij het leefbaar houden van de buurt De huurders in het panel is gevraagd of zij een rol voor zichzelf zien bij het leefbaar houden van hun woonbuurt. De resultaten zijn in de onderstaande figuur weergegeven. Figuur 4.4: Panelmeting ; Kunt u aangeven of u het eens bent met de volgende stelling? Er is een rol voor mij als het gaat om het leefbaar houden van mijn leefomgeving 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Helemaal mee eens Mee eens Neutraal Niet mee eens Helemaal niet mee eens De meeste huurders zien voor zichzelf een rol weggelegd bij het leefbaar houden van de buurt. Een enkel panellid heeft aangegeven het niet eens te zijn met de stelling Er is voor mij een rol weggelegd bij het leefbaar houden van de buurt. Vervolgens is aan de panelleden gevraagd of zij zelf aspecten zien waarin zij een bijdrage kunnen leveren aan de leefbaarheid in de buurt. Figuur 4.5: Panelmeting ; Zijn er aspecten waar u zelf iets zou kunnen bijdragen aan de leefbaarheid in de buurt? (denk aan aanharken paden, buurtwatch, buurtfeest organiseren, etc.). 8% Ja 19% 22% 51% Ja, ik zou het wel willen, maar ik kan niet bijdragen Nee, geen interesse Anders Ongeveer de helft van de panelleden ziet aspecten waarin zij een bijdrage kunnen leveren. Ongeveer 20% geeft aan geen interesse te hebben om een bijdrage te leveren. Een kwart van de panelleden geeft aan wel een bijdrage te willen leveren, maar dit niet te kunnen. De meest voorkomende reden is dat deze mensen lichamelijk niet in staat zijn om aan bepaalde aspecten een bijdrage te kunnen leveren of dat zij geen tijd hebben doordat zij bijvoorbeeld al vrijwilligerswerk doen of dat de combinatie van fulltime werken met een gezin al veel tijd opslokt /G U en WBSG panelmeting

17 De panelleden die aangeven dat er aspecten zijn waar zij een bijdrage aan kunnen leveren is vervolgens gevraagd op wat voor manier zij een bijdrage willen leveren aan de leefbaarheid. Figuur 4.6: Panelmeting ; Panelmeting ; Aan welke aspecten zou u een bijdrage kunnen/willen leveren? Schoonhouden straten Iemand in de buurt helpen (bijvoorbeeld boodschappen doen, koken voor buren etc.) Opleuken van de wijk Organiseren van activiteiten Een Buurtwatch-groep Vrijwilliger bij een buurthuis zijn Anders 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% De meeste panelleden die een bijdrage willen leveren, zien een mogelijkheid in het schoonhouden van straten en iemand in de buurt helpen. Een kleinere groep respondenten geeft aan dat zij een bijdrage willen leveren aan een Buurtwatch-groep, het organiseren van activiteiten en/of het opleuken van de wijk, bijvoorbeeld een straatfeest regelen, of gezamenlijk het plantsoen onderhouden. Sommige panelleden hebben aangegeven dat zij zich als vrijwilliger willen inzetten in een buurthuis. Een aantal panelleden geeft aan niet zo goed te weten wat zij kunnen bijdragen, hier ligt dus nog een mogelijkheid om deze mensen bij de buurt te betrekken /G U en WBSG panelmeting