Leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende RAPPORT GISTEL
|
|
- Maria van den Brink
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende RAPPORT GISTEL
2
3 Inhoudstafel ALGEMENE INLEIDING LEEFBAARHEID: DE THEORIE Afbakening van het begrip Werken aan leefbaarheid stelt de lokale besturen voor een aantal uitdagingen Wat betekent leefbaarheid in deze regio? LEEFBAARHEID: DE CIJFERS Clusteranalyse van de wijken/dorpen in de regio Cluster 1: Groeiende wijken/dorpen met een meer stedelijk profiel (2 wijken/dorpen) Cluster 2: Stagnerende wijken/dorpen met een oudere bevolking en minder jongeren (3 wijken/dorpen) Cluster 3: Groeiende wijken/dorpen met meer starters, meer jongeren en minder 60+ (4 wijken/dorpen) Cluster 4: Groeiende wijken/dorpen met veel gezinnen met kinderen (18 wijken/dorpen) Cluster 5: Stagnerende wijken/dorpen (36 wijken/dorpen) LEEFBAARHEID IN GISTEL Het gemeenterapport van Demografische foto van de gemeente Leefbaarheidsprofiel van de gemeente Wijkindeling Cijfers Wijkprofielen De cijfers van : een samenvatting LEEFBAARHEID: IDEEEN EN SUGGESTIES LEEFBAARHEID IN GISTEL Algemene schets... 38
4 3.1.2 (Betaalbaar) Wonen Woonomgeving Voorzieningen om het dorp levend te houden Sociale cohesie De v van vergrijzing, vereenzaming en vrijwilliger Inspraak en participatie Geef de wijkagent een nieuwe fiets: de wijkwerking van de politie Werken aan leefbaarheid: ondersteuning Cijfermateriaal Cijfers op maat Monitoring leefbaarheidsgegevens Het vergelijkend wijkenonderzoek Het seniorenbehoefteonderzoek Dorpsontwikkeling en beeldkwaliteit Demografische veranderingen Woonzorg Wonen Participatie Dorp in zicht Bewonersplatforms Goede voorbeelden Studienamiddag "Leefbaarheid is maatwerk!" Leefbaarheidscatalogus... 47
5 ALGEMENE INLEIDING Hierbij vindt u het leefbaarheidsrapport voor de regio Brugge-Oostende, met een aantal specifieke aspecten voor de gemeente. Dit rapport werd opgemaakt naar aanleiding van het leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende, dat uitgevoerd werd door het provinciebestuur (gebiedsgerichte werking Welzijn en Steunpunt Sociale Planning) en Howest in Het doel van dit project was samen met de 13 betrokken gemeentebesturen te kijken wat leefbaarheid betekent voor deze regio, waar de knelpunten liggen, hoe een aantal zaken kunnen aangepakt worden en waar er opportuniteiten verschijnen. Het onderzochte gebied is het hinterland van de regio Brugge-Oostende. De centrumsteden en de kustgemeenten werden niet meegenomen in het onderzoek, omdat deze een eigen problematiek kennen op het vlak van leefbaarheid en een eigen instrumentarium hebben dat de leefbaarheid meet (stadsmonitor en leefbaarheidsonderzoek kust). 5
6 Via het rapport willen we aan de besturen en de actoren in de regio een beeld meegeven van wat leefbaarheid is, hoe leefbaarheid zich vertaalt in de regio en wat de gegevens zijn voor de eigen wijken/dorpen. Daarnaast worden een aantal ideeën meegegeven om te werken aan leefbaarheid. We beginnen in deel 1 met een theoretische schets van het begrip leefbaarheid, een afbakening van het begrip en een situering in de regio. Deze schets werd geschreven op basis van een literatuurstudie van diverse leefbaarheidsonderzoeken en artikels over leefbaarheid. 1 In een tweede deel worden cijfergegevens aangeboden. Leefbaarheid is een verhaal van samenleven in een buurt, wijk of dorp. Daarom werd besloten om gegevens op dit wijkenniveau te verzamelen om het geheel levend te maken. Het Steunpunt Sociale Planning nam de verdeling in deelgemeenten als vertrekbasis. Deze werd voorgelegd aan de betrokken gemeentebesturen. Beernem, Damme, De Haan, Middelkerke, Oostkamp, Torhout en Zuienkerke beslisten om een verdere verfijning toe te passen en bijkomende wijken/dorpen af te bakenen. De betrokken gemeentebesturen en het Steunpunt Sociale Planning spraken samen aan de hand van kaarten een verfijnde gebiedsindeling af, die in de toekomst ook kan gebruikt worden voor cijfers op het niveau van dorpen/wijken in de gemeente. 2 Om leefbaarheid in kaart te brengen, heeft het Steunpunt Sociale Planning uit de beschikbare data een aantal relevante indicatoren geselecteerd. De indicatoren werden gekozen omdat ze relevant zijn voor het begrip leefbaarheid en omdat ze kunnen een beeld geven tot op wijken/dorpenniveau. Er werd bewust een beperkte set gekozen. Zo blijft het geheel overzichtelijk, kan gemakkelijk een jaarlijkse update gedaan worden en kan er een clusteranalyse toegepast worden. (zie tabel op de volgende pagina) Er wordt per gemeente een overzicht gegeven van de verschillende indicatoren op gemeente- en op deelgemeentenniveau. De cijfers van de wijk/kern worden telkens afgezet tegen het gemiddelde van de gemeente, zodat men kan zien hoe de deelgemeente zich verhoudt ten opzichte van de gemeente. De indicatoren werden geclusterd, zodat we verschillende types van wijken/dorpen kunnen onderscheiden in de regio. Met deze clusteranalyse worden de wijken/dorpen ingedeeld zodat er subcategorieën ontstaan waarbij de verschillen op al deze kenmerken zo klein mogelijk zijn. 1 De Roo, Niek & Frans Thissen, Leefbaarheidsonderzoek in de plattelandskernen van de Westhoek, eindrapport, Bracke Piet & Meire Mieke, Leefbaarheidsonderzoek voor de Kust, Linseele Wouter & Thissen Frans, Leefbaarheid op het Vlaamse platteland vanuit het perspectief van jonge bewoners, verslag van een onderzoek in de dorpen tussen Leie en Schelde, Oorspronkelijk werden 49 kernen afgebakend. In samenspraak met de besturen werd de verdeling in kernen in sommige gemeenten herzien, waardoor de tot 63 kernen/wijken kwamen. Ondertussen hebben de gesprekken ivm leefbaarheid en de bijbehorende cijfers besturen aan het denken gezet. Na het onderzoek hebben, Ichtegem, Knokke-Heist en Oudenburg ook al een aangepaste gebiedsafbakening gevraagd. 6
7 Omschrijving Aantal inwoners 2009 Aantal huishoudens 2009 Evolutie bevolking (indexcijfer) Evolutie huishoudens (indexcijfer) Gemiddelde gezinsgrootte 2009 Aandeel bevolking jonger dan 18 jaar 2009 Aandeel bevolking ouder dan 60 jaar 2009 Interne vergrijzing 2009 (80+/60+) (berekend op bevolking niet in een residentiële setting) Woonstabiliteit 2009 (aandeel inwoners dat op 1/1/2009 op zelfde adres woont als op 1/1/2008) Aandeel verhuis binnen de eigen gemeente Evolutie starters op de huisvestingsmarkt (20-34 jaar) (indexcijfer) Aantal woongelegenheden per hectare 2008 (bewoonde oppervlakte) Aandeel woningen gebouwd vanaf 2000 (tov woongelegenheden 2008) Aandeel kinderen dat in eigen gemeente naar lagere school gaat ( ) Aantal werkzoekenden 2009 Aandeel laaggeschoold en langdurig werkzoekenden 2009 Aandeel werkzoekend gezinshoofd van gezin met kinderen 2009 Aandeel werkzoekend gezinshoofd van eenoudergezin 2009 Migratiesaldo 2007 Immigratie 2008 Bron Rijksregister Rijksregister Rijksregister Rijksregister Rijksregister Rijksregister Rijksregister Rijksregister Rijksregister Rijksregister Rijksregister Kadaster Kadaster Departement Onderwijs VDAB VDAB VDAB VDAB ADSEI Rijksregister 7
8 Het derde deel van dit rapport kijkt naar de toekomst en geeft een aantal ideeën en aanbevelingen mee om aan leefbaarheid te werken. Binnen de projectperiode werden verschillende beleidsplannen (algemeen beleidsplan, structuurplan, lokaal sociaal beleidsplan) van de gemeenten doorgenomen. Het geheel werd tegen het licht gehouden van enkele theoretische concepten ivm leefbaarheid. Met deze gegevens als basis werden gesprekken aangegaan met de besturen. De resultante van dit leeswerk en de gesprekken is het derde deel van het rapport, de ideeën en suggesties ivm leefbaarheid. Eerst worden enkele aanbevelingen op een rij gezet ivm wonen, woonomgeving, voorzieningen, vergrijzing, participatie, sociale cohesie en de wijkagent. Dit zijn de thema s die het meest uit de gesprekken kwamen. Daarna geven we u een overzicht van de diverse instrumenten en projecten waarop u als lokaal bestuur beroep kunt doen om aan de leefbaarheid in uw gemeente te werken. 8
9 1 LEEFBAARHEID: DE THEORIE 1.1 Afbakening van het begrip Leefbaarheid is de waardering, of het gebrek aan waardering, van het individu voor zijn of haar leefomgeving. (Van de Valk en Musterd, 1998) Dit omvat o.a. 6 thema s waar het lokaal bestuur enige impact op heeft - Wonen (de eigen woonplek) en woonomgeving (de buurt) - Samenleven, sociale cohesie - Voorzieningen (commercieel en openbaar) - Mobiliteit en verkeersveiligheid, veiligheid - Participatie en inspraak Leefbaarheid heeft alles te maken met de relatie tussen bewoners en hun omgeving. Het gaat om de beoordeling die de bewoner heeft over zijn omgeving en de uitrusting van zijn omgeving, niet over de uitrusting zelf. Leefbaarheid is dus geen objectief gegeven, maar is een samenraapsel van feiten en meningen van bewoners. Bovendien heeft leefbaarheid betrekking op collectiviteiten, op de bewoners als sociale groep. Maar die sociale groep is tegelijk zeer divers. We moeten rekening houden met zowel de succesvolle als de meer kwetsbare bewonersgroepen. Wat we onder leefbaarheid verstaan, hangt af van de bril waarmee we kijken. Voor de uitbater van de buurtwinkel bijvoorbeeld zal een leefbare buurt vooral te maken hebben met de economische realiteit van een renderende afzetmarkt. De welzijnswerker zal vermoedelijk eerder aandacht besteden aan de fysische en psychische leefkwaliteit van de bewoners, terwijl de politie de afwezigheid van criminaliteit en onveiligheidsgevoelens als prioritair zal beschouwen. Tenslotte is de meest voor de hand liggende invalshoek uiteraard die van de bewoners zélf. Wat vinden dié van de kwaliteit van de woningen, groenvoorzieningen, spelvoorzieningen, (verkeers-)veiligheid, sociale contacten, enz.? Ook hier moeten we vaststellen dat de leefbaarheid voor de burger niet bestaat, maar dat de beleving van een situatie op een bepaald moment van individu tot individu kan (of beter: zal) verschillen. Dit maakt spreken over leefbaarheid niet makkelijk, maar wel boeiend! Leefbaarheid in het landelijk gebied kan worden bekeken vanuit twee perspectieven, die van het autonome dorp en de oude dorpsbinding enerzijds en die van het woondorp anderzijds. In zo n autonoom dorp bracht je bij wijze van spreken je hele leven door. Je werd er geboren, liep er school, vond er werk, trouwde er en kreeg er kinderen en uiteindelijk werd je er ook begraven. Ook alle voorzieningen waren in het dorp aanwezig. Jongeren waren dan ook niet geneigd de vleugels uit te slaan en naar andere dorpen of regio s te gaan wonen. Maar dergelijke zelfvoorzienende dorpen zijn er niet meer en worden ook niet meer gevraagd door de bevolking, tenzij bij een beperkte groep. In de plaats kwamen woondorpen. Dit zijn dorpen waar mensen komen wonen en slapen. Mensen kiezen om hier te komen wonen omwille van de woningen en de kwaliteit van de woonomgeving. De bewoner van het woondorp heeft veel minder instrumentele bindingen met zijn dorp. Hij/zij werkt elders, zoekt zijn ontspanning op de best geschikte plaats, doet zijn boodschappen in de best gelegen supermarkt Toch merken we nog een zekere emotionele binding met het eigen dorp, een zekere dorpsfierheid. 9
10 De huidige trends leiden tot een paradox van schaalvergroting- en verkleining: mensen zijn mobieler, laten zich niet meer leiden door afstanden: men gaat winkelen, werken, ontspannen, wonen daar waar men het goed vindt en een meerwaarde ziet, afstand speelt veel minder een rol. We spreken van regionale markten en schaalvergroting. Anderzijds is er sprake van een schaalverkleining omdat de individuele woning en de directe woonomgeving een belangrijker waarde krijgen. Een leefbaarheidsbeleid is een complex gegeven dat op verschillende niveaus moet worden gevoerd: - Op het individuele niveau: gericht op de bewoners en de verschillende (groepen van ) mensen die in de kern wonen bv. op vlak van voorzieningen moet er vooral aandacht zijn voor de vervoersafhankelijke bewoners. - Op dorpsniveau: gericht op het dorp, de fysieke kenmerken van het dorp, de kwaliteit van de woningen en de woonomgeving. - Op het streekniveau: de streek is een flexibel gegeven, het is de regio rond de woonplaats waar mensen gaan winkelen, sporten en ontspannen, werken en een nieuwe woning zoeken. 1.2 Werken aan leefbaarheid stelt de lokale besturen voor een aantal uitdagingen Een sociale/demografische mix is essentieel voor het goed samenleven en de leefbaarheid, dat staat buiten kijf. Alle besturen streven dan ook naar een ideale sociale mix in hun gemeente met veel eigendomswoningen en veel jonge gezinnen in een nieuwe verkaveling. Wat is de ideale mix, moet deze gerealiseerd worden op wijken/dorpen- of op gemeenteniveau? Het regionale verdelingsvraagstuk en het omgaan met groei en krimp: een aantal dorpen kent een daling van de bevolking, vergrijzing. Besturen zien vaak maar één oplossing om de terugloop te stoppen: woningen bijbouwen en proberen jongeren aan te trekken. Is dit de oplossing? Moeten we zaken niet op een grotere schaal bekijken en vb. durven een regionale woonbehoeftenstudie of een regionaal woonplan maken? Moeten we blijven streven naar een dorp als zelfstandige samenlevingsentiteit of gaan we naar verschillende woonmilieus die elkaar dan aanvullen? Uiteenlopende referentiekaders en de verschuivende positie van de overheid: de besturen van de gemeenten komen tussen twee schalen te zitten: o Het lokale niveau wordt belangrijker en is de directe link tussen het bestuur en haar bevolking. Hierdoor wordt het gemeentelijk bestuur op een bepaald moment een permanente evenwichtsoefening tussen en een optelsom van lokaal geïnspireerde realisaties. o Anderzijds wordt voor een aantal (gemeenschaps)voorzieningen regionaal gekeken en speelt werkgelegenheid op streekniveau een rol. Woning en woonomgeving als essentiële elementen: bewoners geven aan dat het concept van het autonome dorp, waar je woont, leeft, werkt, geen werkelijkheid meer is. Woning en woonomgeving zijn de belangrijkste elementen die leiden tot een woonkeuze. De woonomgeving wordt bepaald door: o De aantrekkelijkheid van de gebouwde omgeving en het omringende landschap, de cultuurhistorische kenmerken van de bebouwde omgeving, ruimte, de mogelijkheid om gestalte te geven aan een rurale idylle. o Overlast: rust, wegen, milieuoverlast van bedrijven o Verkeers(on)veiligheid, vooral voor voetgangers en fietsers 10
11 De aanwezigheid van voorzieningen: er is geen samenhang meer tussen de ontwikkeling van het aantal voorzieningen in een dorp, de ontwikkeling van het aantal inwoners en de leefbaarheid. De toegenomen (auto)mobiliteit van de bewoners maakt het dorp als niveau te klein voor dergelijke zaken. Voorzieningen worden bekeken op regioniveau. Op die manier is de aan- of afwezigheid van een voorziening niet meer het probleem van het ganse dorp, maar wel van een bepaalde groep individuele bewoners: de vervoersafhankelijken, die geen vervoersmiddel hebben om zich een aantal kilometers te verplaatsen om hun boodschappen te doen. De groeiende gemeenschapsinitiatieven worden oorzaak en gevolg van de lokale leefbaarheid. Enerzijds vindt men een dorp leefbaar omdat er een aantal gemeenschapsvoorzieningen zijn bv. een dorpshuis. Anderzijds komen er gemeenschapsvoorzieningen omdat mensen graag in een dorp wonen, er een dorpstrots/dorpsbinding komt en men aan het dorp werkt. Sociaal woonklimaat en sociale cohesie: een goed sociaal woonklimaat en het samenleven in een kern zijn essentiële elementen voor de leefbaarheid van een wijk. In wijken/dorpen waar de sociale cohesie goed is, zal men ook de leefbaarheid positiever beoordelen. 1.3 Wat betekent leefbaarheid in deze regio? In een eerste interview met de lokale besturen werd gepolst naar hun beleving van leefbaarheid. Wat betekent leefbaarheid voor hen en welke problemen/knelpunten ervaren zij? Er zijn geen grote leefbaarheidsproblemen in de regio: het onderzochte gebied is een suburbane regio waar, zeker in vergelijking met de grootsteden, geen noemenswaardige problemen zijn. Uiteraard zijn er vaak aandachtspunten of evoluties die in de (nabije) toekomst tot belangrijke leefbaarheidsvraagstukken kunnen leiden, bijvoorbeeld de gevolgen van de vergrijzing, het verder afkalven van het voorzieningenaanbod in de gemeenten, de slechte bereikbaarheid van één en ander. De lokale ambtenaar is een duizendpoot (m/v): de meerderheid van de 13 gemeenten is relatief klein (tussen en inwoners) en heeft navenant ook een beperkt ambtenarenkorps. Waar grote steden vaak ambtenaren hebben die zich kunnen specialiseren in 1 of enkele beleidsdomeinen, moeten ambtenaren van kleinere lokale besturen zich diverse beleidsthema s eigen maken. Daarnaast horen we vaak de verzuchting dat lokale besturen de laatste jaren meer en meer worden overstelpt met taken, opdrachten en reglementering vanwege de hogere overheden. Dit laat weinig ruimte over voor bijkomende (eigen) initiatieven en thematische verdieping van bestaande initiatieven. Aan wonen wordt (al) gewerkt: wonen is een belangrijk thema in het beleid van de lokale besturen. In de voorbije jaren zijn al heel wat initiatieven opgezet. Er werden een aantal (intergemeentelijke) sociale verhuurkantoren opgericht en er zijn momenteel drie intergemeentelijke woondiensten (voor tien gemeenten). Daarnaast ondersteunen de Provincie en het Agentschap Wonen-Vlaanderen actief de besturen. Er is hier nog heel wat werk aan de winkel, wonen blijft een essentieel onderdeel van de leefbaarheid in onze wijken/dorpen. Gemeentelijke voorzieningen: centraliseren of decentraliseren? Het valt op dat zo goed als elke gemeente in de regio een keuze maakt tussen het decentraal aanbieden van gemeentelijke voorzieningen (= gelijk(w)aardig aanbod in alle kernen of minstens toch basisaanbod in kernen buiten de centrumkern) of het centraliseren van het voorzieningenaanbod in de centrumkern. Uiteraard spelen hier geografische en historische elementen een (vaak bepalende) rol, maar toch is dit ook en vooral een beleidskeuze. De ene keuze is daarbij niet béter dan de andere. Beide hebben voor- en nadelen. Centraliseren vergt minder investeren in locatie(s) en personeel, maar veronderstelt een basismobiliteit die elke inwoner in staat stelt om de centrale voorzieningen vlot te bereiken. Decentraliseren brengt de dienstverlening dichter bij de burger, maar leidt tot een versnippering van de middelen en een kostenverhoging. Het is belangrijk dat een lokaal bestuur een 11
12 consequente keuze maakt en oplossingen zoekt voor de nadelen van de gemaakte keuze. Het hoeft ook niet altijd een zwart-witverhaal te zijn. Zo wordt er bijvoorbeeld in de Westhoek geëxperimenteerd met mobiele ambtenaren die met bescheiden middelen de basisdienstverlening tot bij de verafgelegen burger brengen. De V van Vergrijzing, Vereenzaming, Vrijwilliger: de vergrijzing neemt ook in onze regio toe en zal belangrijke gevolgen hebben voor het lokale beleid in de komende decennia. Maar voldoende rusthuisbedden en andere aangepaste woonvoorzieningen uitbouwen voor senioren zijn niet langer de enige aandachtspunten. Veel senioren kiezen er bewust voor om zo lang mogelijk in hun eigen woning te blijven wonen, wat het beleid voor nieuwe uitdagingen stelt. Verspreide bewoning, het opduiken van fysieke problemen die de mobiliteit van mensen beperken en een afkalving van de mantelzorg zijn elementen die kunnen leiden tot sociaal isolement en verwaarlozing. Andere werkvormen in een combinatie van wonen en zorg zullen hier een oplossing moeten bieden. Zo kan er met vrijwilligers gewerkt worden, kunnen zorgnetwerken of woonzorgzones opgezet worden Het provinciebestuur maakt middelen vrij om projecten te betoelagen die experimenteren met een aanpak die wonen, zorg en welzijn voor verschillende doelgroepen combineert. De (probleem) migrant is een slaapdorper of tweede verblijver: waar leefbaarheid in de centrumsteden òòk te maken heeft met het samenleven met migrantengemeenschappen, is dit in onze regio geen thema. Het gaat in de 13 betrokken gemeenten immers over kleine aantallen mensen van allochtone origine en deze mensen slagen er over het algemeen goed in om zich te integreren in het dorps- en gemeenschapsleven. Dit onderwerp komt dan ook in geen enkel beleidsplan naar voor als een dominant aandachtspunt. De regio wordt wel gekenmerkt door de gevolgen van verdringingseffecten. Enerzijds is er de verdringing vanuit de kustgemeenten. Wie aan de kust wil wonen, vindt meestal geen aangepaste of betaalbare woning meer en zoekt de woonplek verderop in het binnenland. Nabijheid van de kust en/of werk is daarbij waarschijnlijk vaak belangrijker dan de keuze voor een specifieke woonkern. Gerichtheid op het gemeenschapsleven in de woonkern is dan ook geen prioriteit. Anderzijds is er het effect van tweede verblijvers op het gemeenschapsleven. In bepaalde woonkernen leidt dit niet enkel tot een verdringing van de autochtone bevolking door de sterk gestegen grond- en woningprijzen, maar de rust die de tweede verblijver zoekt, wordt dan vaak verstoord door agrarische activiteit of het dorpsleven (bvb. dorpsfeesten). Het is voor lokale besturen een uitdaging om de uiteenlopende wensen te verzoenen en in te passen in het gemeenschapsleven. Geef de wijkagent een nieuwe fiets en tijd om het dorp (opnieuw) te leren kennen : opvallende vaststelling bij het doornemen van de diverse beleidsplannen was de geringe aandacht voor het thema veiligheid. Dit kan uiteraard op het conto van de aparte beleidsplannen voor de politiezones worden geschreven. Maar ook uit de gesprekken bleek dat andere thema s méér aandacht vragen dan veiligheid en het veiligheidsgevoel van de inwoners. Toch werd verschillende malen stil gestaan bij de rol die de wijkagent kan/zou moeten spelen, hij of zij is immers de ogen en de oren van een lokaal beleid, kan vanuit een gezagsfunctie een bemiddelende rol spelen bij samenlevingsproblemen en is ook vaak een belangrijk aanspreekpunt voor die burger die de rechtstreekse weg naar het gemeentebestuur (nog) niet bewandelt. Dit veronderstelt echter voldoende zichtbaarheid en aanwezigheid op het terrein en dit liefst op een manier die het contact met de inwoners bevordert. Besturen met een goede wijkpolitie erkennen de waarde ervan voor de leefbaarheid terwijl andere besturen de politiehervorming op zijn minst op dàt punt verguizen. 12
13 Echte inspraak en participatie van de inwoners is niet zo evident: zo goed als elk lokaal bestuur in de regio maakt in zijn beleidsplannen melding van vormen van informatie aan en inspraak van de bevolking. Er is vooral aandacht voor gemeentelijke infobladen en websites, de oprichting en werking van diverse adviesraden (gelinkt aan doelgroepen) en het houden van hoorzittingen of informatievergaderingen, meestal bij concrete (openbare) werken. Soms volstaat dit voor een positieve betrokkenheid van de inwoners bij het beleid. Soms echter kan er méér gebeuren, maar dit wordt door de besturen als niet evident ervaren. Een andere aanpak kan nodig zijn om te vermijden dat de losliggende-trottoirtegel-voor-de-eigen-deur het belangrijkste thema wordt van de dialoog tussen burger en beleid. 13
14 2 LEEFBAARHEID: DE CIJFERS 2.1 Clusteranalyse van de wijken/dorpen in de regio De gegevens werden verzameld op dorpen-/wijkenniveau. Het Steunpunt Sociale Planning van het provinciebestuur nam de verdeling in deelgemeenten als vertrekbasis. In Beernem, Damme, De Haan, Middelkerke, Oostkamp, Torhout en Zuienkerke werd deze verdeling verfijnd op vraag van de gemeente. Om de leefbaarheid in kaart te brengen, heeft het Steunpunt Sociale Planning uit de beschikbare data een aantal relevante indicatoren geselecteerd. De indicatoren werden gekozen omdat ze relevant zijn voor het begrip leefbaarheid en omdat ze een beeld kunnen geven tot op wijken-/dorpenniveau. Er werd bewust een beperkte set indicatoren gekozen. Zo blijft het geheel overzichtelijk, kan gemakkelijk een jaarlijkse update gedaan worden en kan er een clusteranalyse toegepast worden. De indicatoren werden geclusterd, zodat we verschillende types van wijken/dorpen kunnen onderscheiden in de regio. Met deze clusteranalyse worden de wijken/dorpen ingedeeld zodat er subcategorieën ontstaan waarbij de onderlinge verschillen op al deze kenmerken zo klein mogelijk zijn. 14
15 2.1.1 Cluster 1: Groeiende wijken/dorpen met een meer stedelijk profiel (2 wijken/dorpen) Torhout en Westende Dorp hebben een meer stedelijk profiel. Er is een sterke groei van de bevolking en een sterke groei van het aantal huishoudens vergeleken met De gemiddelde gezinsgrootte is eerder laag. Het aandeel alleenstaanden is in beide gemeenten relatief hoog. Het aandeel jongeren ligt relatief laag, het aandeel 60-plus relatief hoog. Het aandeel gezinnen met kinderen schommelt rond de 20%. De woonstabiliteit ligt, in vergelijking met het onderzoeksgebied wat lager. deelgemeente/ wijk evolutie bevolkings index evolutie huishoudens index gemiddelde gezinsgrootte interne vergrijzing (80+/60+) zonder rusthuis starters index aandeel kind in eigen gemeente nr LO % alleen staanden aandeel 0-17 jarigen aandeel 60+ aandeel gezinnen met kinderen woon stabiliteit Torhout Centrum 110,28 116,06 2,08 23,72 108,40 85,52 43,35 13,95 33,45 19,79 86,50 Westende Dorp 109,28 117,74 2,15 15,09 91,63 78,06 30,82 14,51 36,33 19,37 89,72 15
16 2.1.2 Cluster 2: Stagnerende wijken/dorpen met een oudere bevolking en minder jongeren (3 wijken/dorpen) Het aantal huishoudens in de drie wijken/dorpen neemt minder snel toe dan in het onderzoeksgebied. Het aandeel kinderen dat in de eigen gemeente naar school gaat ligt in de drie gemeenten zeer laag. Het aandeel alleenstaanden ligt in Lekkerbek rond het gemiddelde van het onderzoeksgebied, maar Damme en Wilskerke hebben een groter aandeel. Het aandeel jongeren ligt veel lager dan in het onderzoeksgebied, het aandeel 60-plussers ligt heel wat hoger (opm. groot aandeel in Wilskerke door de aanwezigheid van een rusthuis). De woonstabiliteit ligt rond het gemiddelde van het onderzoeksgebied. deelgemeente/ wijk evolutie bevolkings index evolutie huishoudens index gemiddelde gezinsgrootte interne vergrijzing (80+/60+) zonder rusthuis starters index aandeel kind in eigen gemeente nr LO % alleen staanden aandeel 0-17 jarigen aandeel 60+ aandeel gezinnen met kinderen woon stabiliteit Damme 90,73 94,58 2,36 23,05 92,97 52,38 36,10 12,41 36,86 19,77 92,46 Wilskerke 103,80 103,70 2,43 21,88 73,91 50,00 25,00 15,18 45,55 33,93 91,62 Lekkerbek 100,00 103,28 2,14 1,96 63,64 20,00 23,81 14,81 37,78 22,22 93,33 16
17 2.1.3 Cluster 3: Groeiende wijken/dorpen met meer starters, meer jongeren en minder 60+ (4 wijken/dorpen) Deze cluster wordt gekenmerkt door een iets grotere index van interne vergrijzing, de vier wijken/dorpen liggen boven het gemiddelde van het onderzoeksgebied. De gemiddelde gezinsgrootte is relatief groot. Het aandeel starters is in 3 dorpen (Houtave, St-Pieters-Kapelle en Mannekensvere) heel sterk toegenomen in vergelijking met Het aantal starters is in Meetkerke stabiel gebleven, terwijl het aantal starters in het onderzoeksgebied afgenomen is. Het aandeel kinderen dat in de eigen gemeente lager onderwijs volgt ligt relatief laag in deze vier dorpen. Houtave, St-Pieters-Kapelle en Mannekensvere lijken nog sterker op elkaar dan Meetkerke voor volgende kenmerken: het aandeel jongeren en het aandeel 60-plussers. Het aandeel jongeren ligt hoger in deze 3 dorpen, het aandeel 60+ ligt lager. De woonstabiliteit ligt lager in Houtave, St-Pieters-Kapelle en Meetkerke dan in het onderzoeksgebied. deelgemeente/ wijk evolutie bevolkings index evolutie huishoudens index gemiddelde gezinsgrootte interne vergrijzing (80+/60+) zonder rusthuis starters index aandeel kind in eigen gemeente nr LO % alleen staanden aandeel 0-17 jarigen aandeel 60+ aandeel gezinnen met kinderen woon stabiliteit Houtave 111,72 105,30 2,82 17,53 116,47 34,62 15,72 21,65 21,65 35,22 89,06 St Pieters Kapelle 114,52 117,78 2,68 19,61 133,33 60,00 27,36 24,65 17,96 32,08 90,85 Mannekensvere 102,42 110,23 2,62 24,07 137,50 11,11 22,68 20,87 21,26 37,11 95,67 Meetkerke 104,83 108,50 2,48 18,75 100,00 21,74 22,89 18,93 27,18 28,31 82,28 17
18 2.1.4 Cluster 4: Groeiende wijken/dorpen met veel gezinnen met kinderen (18 wijken/dorpen) Onderstaande wijken/dorpen hebben een relatief sterke bevolkingstoename en huishoudentoename gemeen. Het aantal inwoners en gezinnen nemen matig tot sterk toe. De meeste wijken/dorpen hebben een groter aandeel van gezinnen met kinderen dan gemiddeld in het onderzoeksgebied. De woonstabiliteit ligt in de meeste wijken/dorpen rond het gemiddelde van het onderzoeksgebied. deelgemeente/ wijk evolutie bevolkings index evolutie huishoudens index gemiddelde gezinsgrootte interne vergrijzing (80+/60+) zonder rusthuis starters index aandeel kind in eigen gemeente nr LO % alleen staanden aandeel 0-17 jarigen aandeel 60+ aandeel gezinnen met kinderen woon stabiliteit Waardamme 110,20 111,33 2,58 15,45 86,49 81,12 18,73 22,62 20,33 38,05 91,32 Leffinge 108,64 111,44 2,58 13,80 96,37 70,71 20,18 21,30 22,09 34,55 92,62 Hertsberge 105,24 108,32 2,71 13,28 94,98 76,69 18,65 23,05 21,71 35,58 92,07 Maria Assumptia 111,53 108,56 2,70 14,68 109,55 78,64 16,67 23,10 18,18 40,77 92,66 Vivenkapelle 103,83 105,10 2,63 12,12 77,50 74,29 15,76 22,35 22,81 38,79 90,32 St Rita/De Hoorn 104,43 104,88 2,74 24,78 92,23 72,62 18,35 21,70 23,21 37,73 93,77 Zerkegem 105,31 104,98 2,56 20,94 93,11 66,43 22,67 23,59 22,14 36,00 93,80 Zevekote 103,27 106,48 2,61 25,41 92,24 70,21 23,48 24,33 21,50 37,39 89,83 Ramskapelle 104,55 110,20 2,64 16,36 73,58 95,83 20,74 22,16 23,14 36,30 95,93 Westkapelle 100,47 104,87 2,58 14,52 87,60 95,36 21,36 18,12 27,31 30,70 92,34 Wijnendale 105,00 112,14 2,41 17,34 109,60 86,54 22,88 17,52 21,59 29,35 94,36 Torhout Oost 100,04 109,43 2,50 16,37 104,83 90,84 23,14 17,45 18,65 30,76 94,11 102,95 107,02 2,47 18,45 99,65 82,43 25,63 21,01 23,45 33,47 89,77 Eernegem 103,11 108,39 2,46 18,36 99,92 76,74 24,41 19,72 23,29 31,45 92,39 Lombardsijde 108,49 112,93 2,42 15,96 95,98 75,00 24,87 21,63 24,25 31,53 92,30 Stalhille 108,57 111,81 2,41 20,86 107,14 84,78 28,87 20,61 23,83 34,15 93,71 Zuienkerke 101,12 108,25 2,42 18,96 82,30 72,62 29,15 20,20 19,56 30,94 92,96 Vlissegem 108,07 117,15 2,38 21,84 100,00 79,49 27,73 18,61 22,80 32,71 93,18 18
19 2.1.5 Cluster 5: Stagnerende wijken/dorpen (36 wijken/dorpen) Over het algemeen daalt het aantal inwoners of stijgt het aantal slechts lichtjes. Ook het aantal huishoudens stijgt over het algemeen minder dan in het onderzoeksgebied. De gemiddelde gezinsgrootte verschilt over het algemeen niet sterk met het onderzoeksgebied. Over het algemeen daalt het aantal starters relatief sterk. De woonstabiliteit ligt relatief hoog: slechts in 1 wijk ligt de woonstabiliteit onder de 90%. deelgemeente/ wijk evolutie bevolkings index evolutie huishoudens index gemiddelde gezinsgrootte interne vergrijzing (80+/60+) zonder rusthuis starters index aandeel kind in eigen gemeente nr LO % alleen staanden aandeel 0-17 jarigen aandeel 60+ aandeel gezinnen met kinderen woon stabiliteit Oudenburg 99,61 103,78 2,48 15,93 84,33 66,23 24,03 19,77 26,76 30,67 93,20 Westkerke 102,40 106,01 2,42 16,01 86,28 65,63 23,73 18,92 28,10 30,60 93,47 Oostkamp 105,00 109,27 2,47 13,30 94,22 62,81 23,33 19,54 25,03 30,98 91,95 Oedelem 102,68 106,32 2,54 20,40 88,79 78,68 23,21 20,92 21,61 33,74 92,78 Aartrijke 102,37 105,31 2,49 20,40 87,27 70,55 22,89 19,88 23,16 32,48 93,00 Ruddervoorde 100,96 106,52 2,49 19,01 92,36 77,65 22,63 19,18 25,15 30,20 93,03 Ichtegem 98,95 104,98 2,45 17,39 85,78 71,54 23,09 20,42 23,08 32,10 92,05 Baliebrugge 103,66 105,52 2,55 16,58 84,80 81,75 22,38 23,46 21,30 35,03 92,20 Zedelgem 101,30 105,54 2,52 15,88 89,18 79,83 20,75 20,51 22,89 33,33 93,57 Jabbeke 101,53 105,15 2,48 16,60 80,43 79,70 23,11 20,93 23,14 33,46 92,09 Beernem 100,52 106,27 2,64 17,87 93,33 82,38 23,68 18,57 25,37 30,41 92,49 Veldegem 100,37 104,88 2,56 15,76 92,70 78,37 19,71 20,83 22,69 34,09 91,88 Oostveld 100,78 102,61 2,63 17,93 97,78 96,61 21,88 19,71 24,25 33,59 93,91 St-Joris 98,20 103,01 2,43 18,65 82,40 87,76 22,56 19,12 24,91 30,50 93,28 Goede Herder 97,26 101,60 2,46 16,63 88,36 89,47 22,82 19,65 23,16 30,95 93,28 Sijsele 94,06 102,17 2,55 16,96 84,48 70,82 20,60 18,89 23,26 30,41 93,59 St Henricus 95,89 102,05 2,61 12,11 97,11 78,13 17,90 18,18 21,96 31,77 93,91 19
20 deelgemeente/ wijk evolutie bevolkings index evolutie huishoudens index gemiddelde gezinsgrootte interne vergrijzing (80+/60+) zonder rusthuis starters index aandeel kind in eigen gemeente nr LO % alleen staanden aandeel 0-17 jarigen aandeel 60+ aandeel gezinnen met kinderen woon stabiliteit Roksem 101,15 105,69 2,52 12,88 96,98 67,11 15,66 18,65 24,40 31,65 93,52 Don Bosco 104,60 104,86 2,58 12,00 105,35 89,32 18,31 20,52 24,97 33,38 92,98 Drie Koningen 103,22 107,29 2,63 15,87 87,11 90,44 18,41 20,95 22,51 34,70 94,99 Moerbrugge 98,66 102,46 2,48 22,99 100,33 78,43 28,85 20,99 22,42 32,21 91,73 Ettelgem 99,65 101,13 2,51 20,33 94,04 69,88 25,89 20,75 21,91 32,81 92,79 Moerkerke 101,38 104,24 2,61 23,06 107,60 76,23 21,76 19,85 22,00 32,06 92,46 Schore 109,34 105,26 2,49 18,00 100,00 69,23 25,00 22,11 25,13 31,25 92,96 Lapscheure 102,51 98,64 2,54 20,65 80,60 64,71 23,45 21,20 25,00 36,55 88,86 Klemskerke 98,37 98,14 2,57 16,82 56,30 63,83 25,59 24,68 19,71 36,97 93,37 Snaaskerke 100,37 106,47 2,47 20,45 98,78 67,35 23,39 20,43 20,06 34,07 93,96 Bekegem 100,27 102,44 2,62 18,88 91,67 65,43 17,62 21,02 21,20 37,86 95,18 Nieuwmunster 92,33 97,71 2,63 20,31 89,06 51,72 21,88 20,47 18,99 34,38 94,07 Oostkerke 95,71 100,00 2,52 19,62 82,24 57,78 25,56 18,39 23,62 29,70 96,11 Snellegem 97,71 102,87 2,71 18,37 72,73 77,93 18,58 23,37 18,97 39,47 95,31 Slijpe 96,42 100,92 2,69 20,87 68,52 84,51 17,27 22,16 23,17 36,06 95,39 Varsenare 95,18 103,21 2,73 13,64 84,82 76,90 17,91 18,91 25,91 32,82 95,54 Loppem 94,87 101,25 2,68 13,67 75,13 75,07 19,16 21,11 23,19 34,85 94,95 Moere 97,50 99,15 2,59 14,00 74,68 78,16 19,96 22,85 25,00 36,05 95,70 Vagevuur 92,14 98,61 2,64 14,63 49,33 58,33 11,97 20,27 21,87 35,21 93,87 20
21 21
22 2.2 LEEFBAARHEID IN GISTEL Het gemeenterapport van In het kader van het leefbaarheidsonderzoek Brugge-Oostende werden per betrokken gemeente een aantal cijfers verzameld. Een twintigtal gegevens worden op een rij gezet en vormen samen het leefbaarheidsprofiel voor de gemeente. De eerste cijfers geven ons een beeld van de bevolking. Hoeveel mensen wonen er in de gemeente, hoe oud zijn ze en hoe evolueert dit? We krijgen ook een beeld van de gezinnen: hoeveel zijn er, hoe groot zijn ze, zijn er jonge gezinnen, wordt er veel verhuisd? Daarnaast staan we stil bij de woningen. We kijken vooral naar de leeftijd van de woningen en het aantal woongelegenheden per ha. Dit laatste geeft ons een beeld van hoe de gemeente eruit ziet. Hoe minder woningen per ha een dorp telt, hoe meer verspreid de bewoning is. Het percentage kinderen dat naar school gaat in de eigen gemeente bied ons een beeld van de verbondenheid van de bevolking met haar gemeente. Een laatste groep cijfers zegt iets over de economische positie van de bewoners en geeft het aantal werkzoekenden mee in verschillende categorieën. De cijfers van de gemeente worden vergeleken met de gemiddelden van het onderzoeksgebied. Op die manier ziet men hoe de gemeente scoort ten opzichte van haar omgeving, zonder hierbij een vertekening te hebben van de kust of de centrumgemeenten. In een tweede stap wordt de vergelijking geschetst met West-Vlaanderen. Daarna wordt ook dieper ingegaan op de situatie per deelgemeente/dorp. Die cijfers worden dan vergeleken met de gegevens van de (fusie)gemeente. De indeling van de wijken/dorpen werd telkens vooraf besproken met de gemeentebesturen. Tot slot wordt een samenvatting meegegeven van de gegevens voor de gemeente Noot: sommige dorpen kennen een zeer gering aantal inwoners (<500), waardoor aandelen en percentages soms zeer relatief worden. Vaak worden ze hier om die reden gewoon weggelaten. Maar waar ze wel worden vermeld, is het raadzamer geen verregaande conclusies te trekken. 22
23 Demografische foto van de gemeente Onderzoeksgebied West- Vlaanderen % Jongeren 21,60 19,87 18,88 % 60-plussers 22,63 24,12 26,62 % Alleenstaanden 24,46 23,21 29,88 % Gezinnen met kinderen 34,51 33,87 28,24 Gezinsgrootte 2,50 2,51 2,35 Bovenstaande tabel toont enkele demografische gegevens van, het onderzoeksgebied 3 en West-Vlaanderen. De bevolking van bestaat voor 21,6% uit jongeren (0 t.e.m. 17-jarigen), wat een iets groter aandeel is dan in het onderzoeksgebied (19,9%) en in West- Vlaanderen (18,9%). Het aandeel 60-plussers ligt er dan weer iets lager: 22,6% in tegenover 24,1% in het onderzoeksgebied en 26,6% in West-Vlaanderen. Het aandeel alleenstaanden in (24,5%) verschilt lichtjes van het onderzoeksgebied (23,2%), maar iets meer van West- Vlaanderen (29,9%). Het aandeel gezinnen met kinderen ligt iets hoger in (34,5%) dan in het onderzoeksgebied (33,9%), maar verschilt nog sterker van West-Vlaanderen (28,2%). De gezinsgrootte is nagenoeg gelijk in en in het onderzoeksgebied (beide 2,5), maar ligt iets hoger dan de gemiddelde gezinsgrootte in West-Vlaanderen (2,4). Deze resultaten worden grafisch voorgesteld in volgende figuur: deze toont in welke mate op een aantal demografische kenmerken verschillen vertoont met het onderzoeksgebied en West-Vlaanderen. De horizontale lijn geeft het aandeel voor West-Vlaanderen weer, de balkjes tonen en het onderzoeksgebied. 3 Het onderzoeksgebied van het leefbaarheidsonderzoek bestaat uit volgende gemeenten: Beernem, Damme, De Haan,, Ichtegem, Jabbeke, Knokke-Heist, Middelkerke, Oostkamp, Oudenburg, Torhout, Zedelgem en Zuienkerke. Deelgemeenten of wijken die aan de kust zelf liggen worden niet opgenomen in het onderzoeksgebied omdat ze te sterk verschillen van de andere gebieden. Zo wordt voor De Haan enkel Klemskerke en Vlissegem mee in rekening gehouden, voor Knokke- Heist enkel Ramskapelle en Westkapelle en voor Middelkerke worden Wilskerke, Westende-dorp, Lombardsijde, Leffinge, Slijpe, Sint-Pieters-Kapelle, Mannekensvere en Schore weerhouden in het onderzoeksgebied. 23
24 % Jongeren % 60-plussers % Alleenstaanden % GMK Gezinsgrootte Onderzoeksgebied West-Vlaanderen In bovenstaande grafiek zien we duidelijk dat minder sterk verschilt van het onderzoeksgebied dan van West-Vlaanderen. Het aandeel jongeren ligt hoger in dan in West-Vlaanderen, terwijl het aandeel 60-plussers lager ligt. Deze opmerking geldt eveneens voor het onderzoeksgebied, maar de verschillen zijn minder groot. Het aandeel alleenstaanden ligt zowel in als in het onderzoeksgebied lager dan in West-Vlaanderen. Het aandeel gezinnen met kinderen ligt hoger in en in het onderzoeksgebied dan in West-Vlaanderen. De gemiddelde gezinsgrootte is groter in en in het onderzoeksgebied dan in West-Vlaanderen. 24
25 Leefbaarheidsprofiel van de gemeente Onderzoeksgebied West-Vlaanderen Bevolking Aantal gezinnen Index bevolkingsevolutie ,44 101,62 101,91 Index huishoudenevolutie ,26 106,33 106,16 Gemidd. gezinsgrootte 2,50 2,51 2,35 % 0-17 jaar ,60 19,87 18,88 % 60-plussers ,63 24,12 26,62 Interne vergrijzing (excl. rusthuisbewoners) 18,49 17,00 18,70 Woonstabiliteit ,12 92,59 90,85 % verhuis binnen de gemeente 34,59 31,57 41,69 Evolutie starters op de huisvestingsmarktindex ,59 91,35 93,11 Aantal woongelegenheden per ha ,67 10,50 19,45 % recente woongelegenheden ,10 9,74 10,76 % volgt lager onderwijs in eigen gemeente 79,98 76,50 83,42 Aantal werkzoekenden % langdurig wzk & laaggeschoold 27,00 25,09 25,58 % werkzoekend gezinshoofd met kinderlast 15,21 13,02 15,79 % werkzoekend gezinshoofd eenoudergezin 5,32 5,02 6,41 25
26 De bevolking en het aantal huishoudens nemen sinds 2002 sterker toe in dan in het onderzoeksgebied en in West-Vlaanderen. Het bevolkingsaantal is sinds 2002 toegenomen met 4,4% in (1,6% in het onderzoeksgebied en 1,9% in West-Vlaanderen). Het huishoudenaantal is met 8,26% toegenomen in, tegenover 6,3% in het onderzoeksgebied en 6,2% in West-Vlaanderen. De gemiddelde gezinsgrootte bedraagt, zowel in als in het onderzoekgebied, 2,5 personen per gezin. In West-Vlaanderen is de gemiddelde gezinsgrootte iets kleiner. Het aandeel jongeren (0 t.e.m. 17-jarigen) ligt hoger in dan in het onderzoeksgebied en in West-Vlaanderen. Het omgekeerde geldt voor het aandeel 60-plussers: dit aandeel ligt lager in dan in het onderzoeksgebied en in West-Vlaanderen. De interne vergrijzing in (18,5) leunt dichter aan bij West-Vlaanderen (18,7) dan bij het onderzoeksgebied (17). De woonstabiliteit ligt iets lager in : 89,1% van de inwoners van woonden op op hetzelfde adres als op In het onderzoeksgebied is dit 92,6% en in West-Vlaanderen 90,9%. Het aandeel personen dat verhuist binnen de gemeente zelf is 34,6%. Dit aandeel is iets groter dan gemiddeld in de gemeenten van het onderzoeksgebied (31,6%) maar kleiner dan gemiddeld in de West-Vlaamse gemeenten (41,7%). Het aantal starters op de huisvestingsmarkt stijgt sinds 2002, met 1,6%. In het onderzoeksgebied daalt het aantal starters op de huisvestingsmarkt met 8,6% en in West-Vlaanderen daalt dit aantal met 6,9%. In (13,7) zijn er gemiddeld meer woongelegenheden per hectare dan in het onderzoeksgebied (10,5), maar minder woongelegenheden per hectare dan gemiddeld in West-Vlaanderen (19,5). Het aandeel recente woongelegenheden ligt iets hoger in (11,1%), dan in het onderzoeksgebied (9,7%) en in West-Vlaanderen (10,8%). 80% van de se kinderen volgen lager onderwijs in zelf. Dit is meer dan gemiddeld in de gemeenten van het onderzoeksgebied (76,5%), maar minder dan gemiddeld in de West-Vlaamse gemeenten (83,4%). Van het aantal werkzoekenden zien we dat een groter aandeel werkzoekenden laaggeschoold en langdurig werkzoekend is in (27%) dan in het onderzoeksgebied (25,1%) en in West-Vlaanderen (25,6%). In is een groter aandeel van de werkzoekenden gezinshoofd met kinderlast (15,2%) dan in het onderzoeksgebied (13%). Tegenover West-Vlaanderen (15,8%) zien we een kleiner verschil. Bij het aandeel werkzoekenden dat gezinshoofd is van een eenoudergezin zien we weinig tot geen verschil tussen (5,3%) en het onderzoeksgebied (6,4%). Dit aandeel ligt wel iets lager in dan in West-Vlaanderen (6,4%). 26
27 Migratiecijfers van het jaar 2007 Immigratie 2007 Emigratie jaar jaar jaar jaar jaar Top 5 immigratie 2007 Oostende 166 Oudenburg 78 Ichtegem 47 Middelkerke 38 Bredene jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar 8 4 Bij deze migratiecijfers worden de interne verhuizingen (binnen de gemeente zelf) niet mee in rekening genomen. Ter informatie, er waren in in de loop van het jaar verhuizingen binnen de gemeente zelf. Daarnaast zien we dat de nieuwe inwoners van voornamelijk uit Oostende komen (166 mensen), gevolgd door Oudenburg (78), Ichtegem (47), Middelkerke (38) en Bredene (30). Van 12,7% van de nieuwe inwoners is de vorige woonplaats onbekend. Wanneer de verhuisbewegingen wat ruimer bekeken worden (met uitzondering van de verhuisbewegingen binnen zelf) kan gesteld worden dat de overgrote meerderheid van de nieuwe inwoners uit West-Vlaanderen komt: 91,3% komt uit een andere West-Vlaamse gemeente. Daarna volgt Oost-Vlaanderen als vorige woonplaats: 2,8%, gevolgd door Antwerpen met 2% van de nieuwe inwoners Totaal
28 150 Migratie (2007) Immigratie Emigratie Netto-migratie In bovenstaande tabel en grafiek kunnen we de leeftijdsspecifieke migratie nader bekijken. Deze grafiek toont de leeftijdsspecifieke immigratie (blauwe zone) en emigratie (rode zone). Daarnaast is er de netto-migratie (groene zone), wat het verschil tussen de immigratie en emigratie is. We zien een lichte bevolkingstoename door migratie bij de 0 tot 14 jarigen. Er zijn net iets meer 15 tot 19-jarigen die uitwijken naar een andere gemeente dan dat er bijkomen in. De leeftijdscategorieën van 20 tot 34 jaar verhuizen een pak meer dan de andere leeftijdscategorieën. Er zijn meer in- dan uitwijkingen bij die 3 leeftijdscategorieën. Er is eveneens een bevolkingstoename merkbaar bij de 35 tot 44-jarigen. De leeftijdscategorie 45 tot 49-jarigen wijkt iets meer uit dan dat er bijkomen, maar het verschil is miniem. Het verschil tussen de immigratie en de emigratie bij de 50 tot 54-jarigen is ook miniem, terwijl er een toename merkbaar is bij de 55 tot 59-jarigen. De migratie neemt geleidelijk af bij de 60-plussers en de bevolkingstoename is dan ook eerder gering bij deze leeftijdscategorieën. 28
29 Wijkindeling 29
30 Cijfers Opmerking: Indien er minder dan tien waarnemingen zijn, worden de gegevens niet vermeld. Bevolkingsaantal Aantal gezinnen Bevolkingsindex Huishoudenindex Gemiddelde gezinsgrootte 2009 % 0-17-jarigen ,44 108,26 2,50 21,60 GISTEL ,95 107,02 2,47 21,01 MOERE ,50 99,15 2,59 22,85 SNAASKERKE ,37 106,47 2,47 20,43 ZEVEKOTE ,27 106,48 2,61 24,33 % Interne vergrijzing 2009 (uitz. rusthuizen) Woonstabiliteit 2009 Verhuis binnen de eigen gemeente Starters index Aantal woongelegenheden per hectare ,63 18,49 89,12 34,59 101,59 13,67 GISTEL 23,45 18,45 89,77 31,44 99,65 16,88 MOERE 25,00 14,00 95,70 < 10 74,68 7,89 waarnemingen SNAASKERKE 20,06 20,45 93,96 < 10 98,78 12,59 waarnemingen ZEVEKOTE 21,50 25,41 89,83 47,54 92,24 6,02 4 De fusiegemeente telt inwoners, maar voor 279 inwoners is de deelgemeente waar ze woonachtig zijn niet gekend. De som van de deelgemeenten bedraagt bijgevolg inwoners. 5 De vorige opmerking geldt eveneens voor het aantal gezinnen: fusiegemeente telt huishoudens, maar voor 98 huishoudens is de deelgemeente niet gekend. De som van de deelgemeenten bedraagt
31 % recente woningen 2008 (bouw vanaf 2000) Aandeel in eigen gem. lager onderw Aantal werkzoekenden 2009 % langdurig wzk en laaggeschoold 2009 % wzk gezinshoofd met kinderen 2009 % wzk gezinshoofd van eenoudergezin ,10 79, ,00 15,21 5,32 GISTEL 13,12 82, ,05 16,91 5,80 MOERE 2,88 78,16 16 < 10 waarnemingen SNAASKERKE 4,35 67,35 28 < 10 waarnemingen ZEVEKOTE 11,07 70,21 12 < 10 waarnemingen < 10 waarnemingen < 10 waarnemingen < 10 waarnemingen < 10 waarnemingen < 10 waarnemingen < 10 waarnemingen Dit rapport van is een deeltje van een groter geheel. De indicatoren zijn geselecteerd in functie van meerdere gemeenten. Daar de wijken van klein zijn qua inwonersaantal zijn er soms te weinig waarnemingen voor bepaalde indicatoren. Het profiel van is aldus gebaseerd op een beperkte set van indicatoren. 31
32 Wijkprofielen Profiel deelgemeente GISTEL Gemeente Het bevolkingsaantal en het aantal huishoudens in de deelgemeente stijgen net iets minder dan in de fusiegemeente. De gemiddelde gezinsgrootte in deelgemeente ligt 1% onder het gemiddelde van de fusiegemeente. Het aandeel jongeren ligt 2,7% lager in deelgemeente, terwijl het aantal 60-plussers 3,6% hoger ligt dan in de fusiegemeente. De interne vergrijzing in de deelgemeente is gelijkaardig aan deze van de fusiegemeente. De woonstabiliteit verschilt eveneens weinig tot niet. Het aantal starters op de huisvestingsmarkt daalt lichtjes en ligt bijna 2% onder het gemiddelde van de fusiegemeente. Het aantal woongelegenheden per hectare ligt het hoogst in de deelgemeente, 23,4% boven het gemiddelde van de fusiegemeente. Het aandeel recente woongelegenheden ligt het hoogst in de deelgemeente, 18,2% boven het gemiddelde van de fusiegemeente. Het aantal kinderen dat lager onderwijs volgt in de gemeente zelf ligt 3,1% hoger in de deelgemeente dan in de fusiegemeente. Het aandeel werkzoekenden dat laaggeschoold en al langdurig werkzoekend is, is gelijkaardig in de deelgemeente als in de fusiegemeente. Het aandeel werkzoekenden dat gezinshoofd is met kinderlast, ligt 11,2% hoger dan in de fusiegemeente. Het aandeel werkzoekenden dat gezinshoofd is van een eenoudergezin ligt 8,9% hoger dan in de fusiegemeente. 32
33 Profiel Moere MOERE Gemeente Het aantal inwoners en het aantal huishoudens van Moere dalen lichtjes, waardoor deze indicatoren onder het gemiddelde van de fusiegemeente komen te liggen (respectievelijk -6,6% en -8,4%). De gemiddelde gezinsgrootte ligt iets boven het gemiddelde van de fusiegemeente (+3,7%). Het aandeel jongeren ligt er 5,8% hoger en het aandeel 60-plussers ligt er 10,5% hoger dan in de fusiegemeente. De interne vergrijzing is bijna een kwart minder in Moere dan in de fusiegemeente. De woonstabiliteit is hoger in Moere dan in de fusiegemeente (+7,4%). De daling van het aantal starters op de huisvestingsmarkt is het sterkst voelbaar in Moere: deze indicator ligt 26,5% lager dan in de fusiegemeente. Moere telt 42,3% minder woongelegenheden per hectare dan de fusiegemeente. Het aandeel recente woongelegenheden ligt het laagst in Moere: bijna drie kwart minder recente woongelegenheden dan in de fusiegemeente (-74%). Het aandeel kinderen dat in de eigen gemeente lager onderwijs volgt ligt 2,3% lager dan in de fusiegemeente. 33
Leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende RAPPORT ZUIENKERKE
Leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende 2009-2010 RAPPORT ZUIENKERKE Inhoudstafel ALGEMENE INLEIDING... 5 1 LEEFBAARHEID: DE THEORIE... 9 1.1 Afbakening van het begrip... 9 1.2 Werken aan leefbaarheid
Nadere informatieLeefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende RAPPORT ICHTEGEM
Leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende 2009-2010 RAPPORT ICHTEGEM Inhoudstafel ALGEMENE INLEIDING... 5 1 LEEFBAARHEID: DE THEORIE... 9 1.1 Afbakening van het begrip... 9 1.2 Werken aan leefbaarheid
Nadere informatieLeefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende RAPPORT DE HAAN
Leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende 2009-2010 RAPPORT DE HAAN Inhoudstafel ALGEMENE INLEIDING... 5 1 LEEFBAARHEID: DE THEORIE... 9 1.1 Afbakening van het begrip... 9 1.2 Werken aan leefbaarheid
Nadere informatieLeefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende RAPPORT MIDDELKERKE
Leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende 2009-2010 RAPPORT MIDDELKERKE Inhoudstafel ALGEMENE INLEIDING... 5 1 LEEFBAARHEID: DE THEORIE... 9 1.1 Afbakening van het begrip... 9 1.2 Werken aan leefbaarheid
Nadere informatieLeefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende RAPPORT KNOKKE-HEIST
Leefbaarheidsproject regio Brugge-Oostende 2009-2010 RAPPORT KNOKKE-HEIST Inhoudstafel ALGEMENE INLEIDING... 5 1 LEEFBAARHEID: DE THEORIE... 9 1.1 Afbakening van het begrip... 9 1.2 Werken aan leefbaarheid
Nadere informatieDemografische fiche kust
Demografische fiche kust BEVOLKING p.1 STRUCTUURCOEFFICIENTEN p.2 HUISHOUDENS p.3 GEBOORTES p.3 BEVOLKINGSPROGNOSES p.4 HUISHOUDENSPROGNOSES p.4 Structuur van de bevolking Totale bevolking 334.082 100,00
Nadere informatieInventaris van de verzameling kadastrale leggers.
BE-A0513_102344_100768_DUT Inventaris van de verzameling kadastrale leggers. Het Rijksarchief in België Archives de l'état en Belgique Das Staatsarchiv in Belgien State Archives in Belgium This finding
Nadere informatieOmgevingsanalyse Harelbeke December 2014
Omgevingsanalyse Harelbeke December 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Demografie... 5 1.1 Kenmerken bevolking (bron: Rijksregister, 01.01.2014)... 5 Bevolkingsdichtheid... 5 Leeftijdsverdeling... 5
Nadere informatieDETAILHANDEL RESOC Brugge Voornaamste resultaten Feitenfiches Kennisnetwerk Detailhandel
DETAILHANDEL RESOC Brugge Voornaamste resultaten Feitenfiches Kennisnetwerk Detailhandel ACHTERGROND 01 www.pomwvl.be Vlaanderen Winkelnota 2.0 Samenwerkingsakkoord Vlaamse Regering (AO) VVP VVSG Afstemming
Nadere informatieOverzicht - bibliotheek
Overzicht - bibliotheek Hoofdreeks : KZL: Kiezerslijsten Titel tijdschrift Bib-nr doos kiezerslijst: Aartrijke 1971 kiezerslijst: Aartrijke 1976-1978 kiezerslijst: Assebroek - 1960-1962 kiezerslijst: Assebroek
Nadere informatieDorpen in verandering de veranderende positie van lokale voorzieningen
de veranderende positie van lokale voorzieningen Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies Nisse, een dorp in verandering 1955 Nisse, een dorp in verandering 1979
Nadere informatieBelangrijkste conclusies
Gezinnen in de Stad Belangrijkste conclusies 1 Demografische cijfers Vergroening van de grootsteden en sommige centrumsteden: - Periode 2009-2014: De grootsteden Antwerpen en Gent kregen in deze periode
Nadere informatieGestella vzw. Vereniging voor familiekunde, geschiedenis, heemkunde en. volkskunde van Gistel en de parochies van het vroegere Ambacht-Gistel
Gestella vzw Overzicht bibliotheek - KZL: Kiezerslijsten Vereniging voor familiekunde, geschiedenis, heemkunde en volkskunde van Gistel en de parochies van het vroegere Ambacht-Gistel 29 augustus 17 Titel
Nadere informatieOverzicht - bibliotheek
Overzicht - bibliotheek Hoofdreeks : GBP: Genealogie BS - PR Titel tijdschrift Bib-nr doos Adinkerke - register van de BS - G 1801-1900, H 1796-1900, O 1796-1900 030/049 Adinkerke deel I : dopen 031/028A
Nadere informatieNombre de cabines de distribution dans la localité par tranche de délestage Aantal af te schakelen distributiecabines in de deelgemeente per schijf
Alveringem 135 135 Alveringem 47 47 Beveren 19 19 Gijverinkhove 12 12 Hoogstade 10 10 Izenberge 7 7 Leisele 24 24 Stavele 16 16 Anzegem 8 222 230 Anzegem 69 69 Gijzelbrechtegem 3 3 Ingooigem 43 43 Kaster
Nadere informatieaantal huishoudens % 65+ tov bevolking (2009) % <20 jaar tov bevolking (2009) (2009)
1 Inhoudsopgave 1 Middelkerke gesitueerd t.o.v. West-Vlaanderen en de kust... 4 2 Bespreking van de wijken in Middelkerke... 7 2.1 De wijken in cijfers... 8 2.2 De wijkfiches... 11 2.2.1 Wilskerke... 12
Nadere informatieStadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering
Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een
Nadere informatieLeefbaarheid is mensenwerk. Leeuwarden, 21 maart 2013 Roosje van Leer, STAMM
Leefbaarheid is mensenwerk Leeuwarden, 21 maart 2013 Roosje van Leer, STAMM Programma Wat is leefbaarheid? Krimp en leefbaarheid Ontwikkelingen op het platteland Hoe meet je leefbaarheid? Wat is van invloed
Nadere informatieDemografie SAMENVATTING
Demografie SAMENVATTING 521.701 inwoners groeiend aantal + 23.723 t.a.v. 2010 Verwachting 2035: +45.870 inwoners Bevolkingsgroei grotendeels door internationale migratie (vooral uit Oost-Europa, Nederland
Nadere informatieRAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE
RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven
Nadere informatieDe bruisende stad. Beleidskader
De bruisende stad Vlaams Regeerakkoord: Beleidskader» Werk maken van duurzame, creatieve steden» Stedelijke kernen uitbouwen tot aantrekkelijke woonkernen met een interessant cultureel, onderwijs-, verzorgings-,
Nadere informatieLokaal overleg kinderopvang Kortrijk
Lokaal overleg kinderopvang Kortrijk Inleiding: hoe kwam dit memorandum tot stand. Het Lokaal overleg Kinderopvang Kortrijk is een door het stadsbestuur erkende adviesraad. Deze is samengesteld op basis
Nadere informatieInhoudsopgave. Pagina 2
Pagina 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Indicatoren... 4 3. De kernen beschreven... 5 3.1 Aantal & Percentages... 5 3.2 Evoluties... 10 3.3 Samenvatting: De kernen beschreven... 18 4. De Regionale
Nadere informatieInleiding Demografie Inwoners Bevolkingsdichtheid Totale bevolking Leeftijdscategorieën Prognoses...
Inhoudsopgave Inleiding... 4 1. Demografie... 5 1.1 Inwoners... 5 Bevolkingsdichtheid... 5 Totale bevolking... 5 Leeftijdscategorieën... 6 Prognoses... 9 Migraties... 14 1.2 Doelgroepen... 18 Jongeren...
Nadere informatieOmgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende
Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende 1 Inleiding In deze analyse worden een aantal cijfers meegegeven die van belang kunnen zijn in het kader van de
Nadere informatieHoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?
Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Tanja Termote Sociaaleconomisch beleid, WES Van de 25.500 werkzoekenden in West-Vlaanderen wonen er 306 in en 166 in Moorslede. Maar hoe zit dat precies in uw gemeente?
Nadere informatieSamenvatting WijkWijzer 2017
Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.
Nadere informatieBevolking. Samenstelling naar leeftijd. Regio Tielt
1 Bevolking Samenstelling naar leeftijd Regio Tielt 0-17 jarigen 18-30 jarigen 31-59 jarigen 60-79 jarigen 80-plussers Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Dentergem 1.732 20,8
Nadere informatieSociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014
in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als
Nadere informatieOmgevingsanalyse gemaakt door het Steunpunt Sociale Planning van de dienst Welzijn (provincie West-Vlaanderen)
Omgevingsanalyse gemaakt door het Steunpunt Sociale Planning van de dienst Welzijn (provincie West-Vlaanderen) Omgevingsanalyse Oostkamp Oktober 2016 Inhoud Inleiding...2 1. Bevolking...4 1.1 Algemeen...
Nadere informatieBetrokkene gemeente Sint-Kruis Totaal kantoor :
UKA Uitreikingskantoor Postcode Gemeente Betrokkene gemeente Aantal particuliere brievenbussen (update mei 25) Totaal bussen Totaal bussen (met en zonder zonder sticker sticker) Aantal betrokken brievenbussen
Nadere informatieKiezerslijsten Prov West-vlaanderen W=wijk - B=boek - D=deel - S=sectie - V=volume - AFD=afdeling - BLZ=bladzijde - K = kiesbureel B.
Kiezerslijsten Prov West-vlaanderen W=wijk - B=boek - D=deel - S=sectie - V=volume - AFD=afdeling - BLZ=bladzijde - K = kiesbureel B. no Plaats Jaartal Boekdeel Boekdeel Boekdeel Boekdeel Boekdeel 68 Aalbeke
Nadere informatieWonen in multifunctionele woonkernen
Herziening RSL2 Ontwerp 27 november 2017 Wonen in multifunctionele woonkernen Inleiding Kernnota Thema s Stadsdelen & Deelruimten Prioritaire Projecten 101 Wonen in multifunctionele woonkernen B. Bestaande
Nadere informatieDORPEN IN VERANDERING Naar nieuwe onderzoeksvragen en beleidsperspectieven
DORPEN IN VERANDERING Naar nieuwe onderzoeksvragen en beleidsperspectieven Workshop Hefbomen voor dorpenbeleid, Mensen of stenen? Bern Paret Provincie West-Vlaanderen SITUERING WEST-VLAANDEREN WESTHOEK
Nadere informatieProvincie West-Vlaanderen
Provincie West-Vlaanderen 549 997 1.336 2.130 868 1.228 1 8.592 15.701 Alveringem 50 91 141 Alveringem 45 45 Sint-Rijkers 2 0 2 Hoogstade 7 4 11 Leisele 25 0 25 Izenberge 7 0 7 Gijverinkhove 9 3 12 Stavele
Nadere informatieWoonfiche kustzone B O D E M G E B R U I K. hinterlandgemeenten. Totale oppervlakte (in km²) kustgemeenten. kustzone ,3 658,5 479,8
Woonfiche B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 De omvat de 10 (Blankenberge,
Nadere informatieSociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014
Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en
Nadere informatieRegionale woningmarkten West-Vlaanderen SumResearch Urban Consultancy
23.11.2012 6164 Studie-opzet Gemeentelijk woonbeleid Regiefunctie via Vlaamse Wooncode Taakstelling via Structuurplanning Woondynamiek op de schaal van woningmarkten 6164 Kwantitatief luik Actualisatie
Nadere informatieVerhuisplannen en woonvoorkeuren
Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of
Nadere informatieFoto van de lokale arbeidsmarkt
Regioscan West-Vlaanderen Werkt 1, Foto van de lokale arbeidsmarkt Tanja Termote sociaaleconomisch beleid, WES Er zijn tussen de West-Vlaamse regio s en gemeenten grote verschillen vast te stellen op het
Nadere informatieWijzigingen aan de West-Vlaamse gemeenten en aan hun grenzen Chronologisch overzicht
Wijzigingen aan de West-Vlaamse gemeenten en aan hun grenzen Chronologisch overzicht datum omschrijving totaal aantal gemeenten vanaf 1789 vaststelling van de gemeenten en bepaling van hun grenzen 251
Nadere informatieOVERZICHT WEST-VLAANDEREN + KOMEN-WAASTEN : DTB/GHO LAATSTE UPDATE : AUGUSTUS 2019
OVERZICHT WEST-VLAANDEREN + KOMEN-WAASTEN : DTB/GHO LAATSTE UPDATE : AUGUSTUS 2019 Aalbeke 24/09/1796-29/12/1900 5.883 4 geboorten Aarsele 04/09/1796-21/08/1901 9.493 4 geboorten Aartrijke 23/09/1796-30/12/1900
Nadere informatieUw gemeente in cijfers: Blankenberge
Inleiding Blankenberge : Blankenberge is een gemeente in de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Brugge, De Haan en Zuienkerke. Blankenberge heeft een oppervlakte
Nadere informatieOmgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind
Omgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind 1 1. Wijkenindeling Onderstaande kaart toont de wijkenindeling van Beernem. 2 2. Situering doelgroep (Bron: Rijksregister, 01/01/2014) A. Bevolking naar leeftijd
Nadere informatieWonen in multifunctionele woonkernen
Herziening RSL2 Ontwerp 7 maart 2017 Wonen in multifunctionele woonkernen Inleiding Kernnota Thema s Stadsdelen & Deelruimten Prioritaire Projecten 99 Wonen in multifunctionele woonkernen B. Bestaande
Nadere informatieNOVEMBER 2014 BAROMETER
NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen
Nadere informatieAfdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies Ontwikkelingen op het platteland en de leefbaarheid en vitaliteit van dorpen
Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies Ontwikkelingen op het platteland en de leefbaarheid en vitaliteit van dorpen Frans Thissen Begrippen Voorzieningen (sociale infrastructuur):
Nadere informatieOverzichtsrapport SER Gelderland
Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl
Nadere informatieUw gemeente in cijfers: Jabbeke
Inleiding Jabbeke : Jabbeke is een gemeente in de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Brugge, De Haan, Ichtegem, Oudenburg, Zedelgem en Zuienkerke. Jabbeke
Nadere informatiePersnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010
Griet Coppé Vlaams Volksvertegenwoordiger CD&V www.grietcoppe.be Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Synthese Onze samenleving staat voor enorme uitdagingen op het vlak van zorg. De verzilvering
Nadere informatieUw gemeente in cijfers: Zuienkerke
Inleiding Zuienkerke : Zuienkerke is een gemeente in de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Blankenberge, Brugge, De Haan en Jabbeke. Zuienkerke heeft
Nadere informatie0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.
0. KENGETALLEN Brugge Midden- West-Vlaanderen Oostende Westhoek Zuid- West-Vlaanderen West- Vlaanderen Vlaams Gewest Totale bevolking (01/01/2008) 275.599 233.200 149.287 213.729 278.672 1.150.487 6.161.600
Nadere informatieUw gemeente in cijfers: Zedelgem
Inleiding Zedelgem : Zedelgem is een gemeente in de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Brugge, Ichtegem, Jabbeke, Oostkamp en Torhout. Zedelgem heeft
Nadere informatieRosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016
Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren
Nadere informatieBeter leven voor minder mensen
1 Beter leven voor minder mensen Het verbeteren van de leefbaarheid in de regio Eemsdelta is het centrale uitgangspunt van het Woon- en Leefbaarheidplan Eemsdelta. Om te kijken hoe de regio zich ontwikkelt
Nadere informatieCURA THUISVERPLEGING. Onze zorg herken je met de ogen dicht. Je voelt ze.
CURA THUISVERPLEGING 050 35 08 06 Onze zorg herken je met de ogen dicht. Je voelt ze. WIE ZIJN WIJ? Wij zijn een enthousiast team van competente thuisverpleegkundigen die zich dagelijks inzetten voor warme
Nadere informatieEconomische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud
4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,
Nadere informatieUw gemeente in cijfers: De Haan
Inleiding De Haan : De Haan is een gemeente in de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Blankenberge, Bredene, Jabbeke, Oudenburg en Zuienkerke. De Haan
Nadere informatieEmpel. Wijk- en buurtmonitor 2018
Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern
Nadere informatieBijlage 1, bij 3i Wijkeconomie
Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.
Nadere informatie1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001
Bijlage bij het persbericht dd. 08/06/15: 1 Vrouwen krijgen hun kinderen in toenemende mate na hun dertigste verjaardag 1. Het geboortecijfer volgens Kind en Gezin 67 875 geboorten in 2014, daling van
Nadere informatieSTEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting
STEEKKAART 2013 - Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting DEMOGRAFIE Totale bevolking 1/1/2012 ADSEI Evolutie bevolking 2001-2011 1/1/2002-1/1/2012 ADSEI Aandeel niet-belgen in totale bevolking 1/1/2012
Nadere informatieEngelen. Wijk- en buurtmonitor 2018
Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de
Nadere informatieSociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014
Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en
Nadere informatieFACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere
Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).
Nadere informatieNOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT
NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2018 Deze kustbarometer geeft een inzicht in de evolutie van de vastgoedactiviteit en de prijzen voor appartementen aan de kust. In deze barometer bekijken
Nadere informatieThema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:
Hoe is de wijkanalyse tot stand gekomen? Monitor Hilversum Begin december 2017 is de vragenlijst Monitor Hilversum naar 10.400 Hilversummers verstuurd. In totaal werden er 109 vragen voorgelegd over uiteenlopende
Nadere informatieDE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016
DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 Inhoud Inleiding... 3 Methodologie... 3 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 5 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 6 Regionale Spreiding...
Nadere informatieEmpel. Wijk- en buurtmonitor 2016
Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern
Nadere informatieDe vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.
NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2017 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen
Nadere informatieBinnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016
Wijk- en buurtmonitor 2016 Binnenstad De Binnenstad van s-hertogenbosch is het oudste deel van de stad. Karakteristiek zijn het middeleeuwse stratenpatroon en de historische panden, de vele bijzondere
Nadere informatieUw gemeente in cijfers: Ichtegem
Inleiding Ichtegem : Ichtegem is een gemeente in de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Gistel, Jabbeke, Koekelare, Kortemark, Oudenburg, Torhout en Zedelgem.
Nadere informatieGEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018
NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2018 OVERZICHT ACTIVITEIT EVOLUTIE S1 2017 S1 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De index voor de vastgoedactiviteit
Nadere informatieWoningmarktanalyse Gooise Meren
Woningmarktanalyse Gooise Meren Op basis van WOZ en BAG gegevens Versie Kerngegevens Woningmarktanalyse Gooise Meren De in dit rapport gepresenteerde analyses zijn gemaakt met behulp van gemeentelijke
Nadere informatieMigratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015
Migratie en pendel Twente Special bij de Twente Index 2015 Inhoudsopgave Theorieën over wonen, verhuizen 3 Kenmerken Twente: Urbanisatiegraad en aantal inwoners 4 Bevolkingsgroei grensregio s, een vergelijking
Nadere informatieThema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:
Hoe is de wijkanalyse tot stand gekomen? Monitor Hilversum Begin december 2017 is de vragenlijst Monitor Hilversum naar 10.400 Hilversummers verstuurd. In totaal werden er 109 vragen voorgelegd over uiteenlopende
Nadere informatieProfielschets Oostende
Profielschets Oostende Contents Oostende in tabellen en figuren... 4 Identikit inwoner en woning... 4 Identikit inwoner... 4 Identikit woningen... 4 Inwoners in detail... 5 Bevolkingspiramide... 5 evolutie
Nadere informatieDordrecht in de Atlas 2013
in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is
Nadere informatieNoord-Limburg , , ,2
Tabel : Evolutie toeristische aankomsten (bezoekers) 3-7 Toerisme Het aantal personen dat bij alle commer ciële logiesinrichtingen tegen betaling verbleven heeft, levert voor het verblijfstoerisme twee
Nadere informatieKrimp in Fryslân. Inwonertal
Krimp in Fryslân Bevolkingsdaling, lokaal en regionaal, is een vraagstuk van nu én de komende jaren. Hoewel pas over enkele decennia de bevolking van Fryslân als geheel niet meer zal groeien, is in sommige
Nadere informatieDe kustgemeenten vergrijzen
Oostende panoramazaal CC De Grote Post 29 mei 2015 De kustgemeenten vergrijzen Niels De Luyck SumResearch Studiedag Ook de aangespoelden blijven! Woon- en zorgperspectieven van pensioenmigranten aan de
Nadere informatieWijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert
Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Ten noorden van de Binnenstad ligt de wijk Muntel/Vliert. Deze wijk bestaat uit drie verschillende buurten: de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. De wijk telt bijna
Nadere informatieHuiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen
Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud
Nadere informatieOnderzoek naar de nieuwe vrijwilliger in de sport in Ommen en Hardenberg. Rapportage 31 mei 2017
Onderzoek naar de nieuwe vrijwilliger in de sport in Ommen en Hardenberg Rapportage 31 mei 2017 Waarom dit onderzoek? Vrijwilligers onmisbaar in de sport Onderwerp staat sinds jaar en dag op de agenda
Nadere informatieKansarmoede-profiel Westhoek
1. Kansarmoede-profiel uit de Regionale Omgevingsanalyse: De Westhoek omvat alle gemeenten van de arrondissementen Diksmuide, Ieper (uitgezonderd Wervik) en Veurne (uitgezonderd de 3 kustgemeenten). Index
Nadere informatieRosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016
Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren
Nadere informatieDepot notaris H. J. Van Caillie te Oostende (1941 ). - In: Inventaris van de notariële minuten berustend op het Rijksarchief te Brugge, p
BE-A0513_102848_101897_DUT Depot notaris H. J. Van Caillie te Oostende (1941 ). - In: Inventaris van de notariële minuten berustend op het Rijksarchief te Brugge, p. 54-66. Het Rijksarchief in België Archives
Nadere informatieWerkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen
De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische
Nadere informatieOmgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore...
1 Inhoud Inleiding... 4 1. Analyse van de respons... 5 2. Kenmerken van de respondenten... 6 2.1 Deelgemeente... 6 2.2 Geslacht... 6 2.3 Leeftijd... 7 2.4 Huishoudtype... 7 2.5 Type woning... 8 3. Kwetsbaarheidsscore...
Nadere informatieThema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:
Hoe is de wijkanalyse tot stand gekomen? Monitor Hilversum Begin december 2017 is de vragenlijst Monitor Hilversum naar 10.400 Hilversummers verstuurd. In totaal werden er 109 vragen voorgelegd over uiteenlopende
Nadere informatieWaardering van leefbaarheid en woonomgeving
Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.
Nadere informatieBRUGGE. 2.2.01.01 Gemeenten en bevolkingscijfer. Vervoergebied Brugge bevolking. 276.020
BRUGGE 2.2.01.01 Gemeenten en bevolkingscijfer Vervoergebied Brugge bevolking. 276.020 62 BEERNEM 14.545 67 KNOKKE-HEIST 33.777 63 BLANKENBERGE 18.088 68 MALDEGEM 22.014 64 BRUGGE 117.025 69 OOSTKAMP 21.392
Nadere informatieWijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen
Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan
Nadere informatieEvolutie 0-19-jarigen en evolutie 65-jarigen en ouder in de gemeente Grimbergen
Tabel 1 Evolutie 0-19-jarigen en evolutie 65-jarigen en ouder in de gemeente Grimbergen Tabel 2 Aandeel (%) van de inwoners dat vindt dat er voldoende geschikte plekken voor de jeugd zijn Tabel 3 Gemiddelde
Nadere informatieEen gemeentelijk dorpenbeleid. Plattelandsacademie Leuven, 28 april
Een gemeentelijk dorpenbeleid Plattelandsacademie Leuven, 28 april Trends in de dorpen Wonen In het buitengebied neemt bevolking tot 2030 globaal toe In sommige gemeenten zal er krimp zijn Groei zal ook
Nadere informatieSessie 2. Ook in Gent: mensen komen en gaan!
Sessie 2 Ook in Gent: mensen komen en gaan! 4 sprekers 1. Gentenaars en Gentgebruikers Annelies Van Steenberge, Stad Gent 2. Intra-Europese migratie in Gent Jan Balliu, Stad Gent 3. Gent, stad voor Gentenaars
Nadere informatieSUPER SATURDAY' uit TOURS oude & jaarlingen & FONTENAY oude & jaarlingen
ZATERDAG 20 MEI 2017 SUPER SATURDAY' uit TOURS oude & jaarlingen & FONTENAY oude & jaarlingen TOURS oude & jaarse duiven dubbeling W.V.V. (http://www.w-v-v.be/) Regionaal zone A of B - provinciaal (beide
Nadere informatieToekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop
VLUGSCHRIFT Bevolkingsprognose gemeente Groningen - Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop Inleiding De omvang en samenstelling van de bevolking van de gemeente Groningen
Nadere informatieDe Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen
De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...
Nadere informatie