Succesindicator: Optimale leeromgeving

Transcriptie

1 PROCES KLASNIVEAU Succesindicator: Optimale leeromgeving Lees verder rubriek PROCES klasniveau, succesindicatoren ONDERWIJSTIJD, KLASKLIMAAT en KLASGROOTTE. VEILIGHEID EN VERTROUWDHEID Worden onderwijsactiviteiten ingebed in een voor deze leerlingen noodzakelijke vertrouwde/voorspelbare structuur? Zet het schoolteam niettemin, op een doordachte manier, voldoende in op voor de leerlingen nieuwe situaties en ervaringen? Voelt de leerling zich veilig? Bv. bij de mensen rondom hem (aanwezig personeel, aanwezige leerlingen ) Bv. qua positionering in de ruimte Bv. te midden van de aanwezige omgevingsprikkels SOCIALE EN FYSIEKE RUIMTE Zorgt het schoolteam voor een sociale en fysieke ruimte die de alertheid en betrokkenheid van de leerling ten goede komt? Lees verder rubriek CONTEXT, succesindicator INFRASTRUCTUUR. Bv. Is de lichtinval voor de leerling optimaal? Bv. Is de verluchting voor de leerling optimaal? Bv. Zijn er niet teveel achtergrondgeluiden die de leerling afleiden? Bv. Wordt de leerling niet afgeleid door andere leerlingen in zijn buurt? Bv. Wordt de leerling niet afgeleid door het gelijktijdig organiseren van een tweede activiteit in dezelfde ruimte? Bv. Bevindt de leerkracht zich niet te veraf om interactie met de leerling met EMB te kunnen stimuleren? Worden de activiteiten waar mogelijk aangeboden in een betekenisvolle fysieke en sociale context, die aansluit bij het leerdoel? Bv. de keuken, de snoezelruimte, de winkel, het toilet

2 TIJD Biedt het schoolteam de activiteit aan op het voor de leerling meest optimale tijdstip, in functie van diens alertheid en betrokkenheid? Houdt het schoolteam bij de duur van activiteiten rekening met de aandachtspanne van de leerling? STIMULI, MATERIALEN Maakt het schoolteam gebruik van voorkeurstimuli en vermijdt het schoolteam afkeer opwekkende stimuli tijdens activiteiten met de leerling? Gebruikt het schoolteam stimuli en materialen die aansluiten bij de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling (cognitief, motorisch, sensorisch, sociaal-emotioneel )? Gebruikt het schoolteam waar mogelijk stimuli en materialen die aansluiten bij de kalenderleeftijd van de leerling, zonder daarbij in te gaan tegen wat werkt voor deze leerling? BIJZONDERE AANDACHT VOOR ONDERSTEUNENDE TECHNOLOGIE Wordt maximaal gebruik gemaakt van ondersteunende technologie voor de leerling met EMB? Creëert het schoolteam waar mogelijk optimale randvoorwaarden om ondersteunende technologie optimaal te gebruiken? Creëert het schoolteam waar mogelijk een budget om ondersteunende technologie aan te schaffen en beschikt men vervolgens over het nodige materiaal? Is er minimaal een ICT-verantwoordelijke, samen met het multidisciplinaire team betrokken bij de uitwerking en toepassing van ondersteunende technologie voor de leerling met EMB? Is het schoolteam op de hoogte van verschillende vormen van ondersteunende technologie die leerlingen met EMB ten goede kunnen komen?

3 Heeft het schoolteam voldoende know-how om deze ondersteunende technologie succesvol in te zetten in de onderwijspraktijk? Worden het schoolteam en relevante anderen (bv. ouders) getraind? Werkt het schoolteam bij het inzetten van ondersteunende technologie volgens de cyclus van planmatig werken (beeldvorming- doelen- uitvoering- evaluatie- rapportage)? Lees verder rubriek PROCES klasniveau, succesindicator PLANMATIG WERKEN. Heeft het schoolteam een goed beeld van de mogelijkheden, beperkingen, voorkeuren, context, leerdoelen van de leerling om ondersteunende technologie optimaal te gebruiken? Bv. Motorische mogelijkheden en voorkeuren (bv. kracht, bewegingspatroon, lokalisatie punten van sterke motorische controle, houding) en sensorische mogelijkheden en voorkeuren (bv. visuele mogelijkheden, tactiele overgevoeligheid) om te bepalen welke drukknop (bv. hoofd- of handbediening, instelling drukkracht, kleur, textuur) een leerling best gebruikt Bv. Communicatieve mogelijkheden (bv. begrip ja en nee ) om als communicatieve inhoud te kunnen gebruiken van een communicatiehulpmiddel Bv. Voorkeuren en interesses (bv. communicatieve boodschappen die voldoende aantrekkelijk zijn) om een Big Mack te willen gebruiken Gaat het schoolteam doelgericht te werk bij het inzetten van ondersteunende technologie? - Bv. om communicatieve mogelijkheden van de leerling te verbeteren - Bv. om de mogelijkheden tot interactie met de omgeving te vergroten - Bv. om bepaalde vaardigheden te versterken (visuele aandacht, actie-reactie-bewustzijn) - Bv. om keuze en controle te vergroten - Bv. om betrokkenheid tijdens een activiteit te vergroten

4 - Bv. als vorm van vrijetijdsactiviteit - Bv. om bewegingsmogelijkheden te vergroten - Bv. om probleemgedrag/ongewenst gedrag terug te dringen Maakt het schoolteam gebruik van een expliciet en zorgvuldig ontworpen interventie (= strategieën, werkvormen, methoden) om de leerling te leren hoe de ondersteunende technologie effectief te gebruiken? Heeft het schoolteam hiervoor een duidelijke didactiek uitgewerkt? BV. Demonstraties die geleidelijk aan uitdoven of vertraagd gegeven worden wanneer de leerling meer en meer zelf op een schakelaar duwt Besteedt het schoolteam aandacht aan optimale uitvoeringscondities bij het inzetten van ondersteunende technologie voor de leerling? Kan de leerling met EMB zich in voldoende mate focussen, met een minimum aan afleiding, wanneer ondersteunende technologie wordt ingezet? Krijgt de leerling voldoende tijd om te oefenen in een context met voldoende aanmoediging en positieve feedback? Beschikt het schoolteam over voldoende tijd om één op één ondersteunende technologie in te zetten en het leerproces op te bouwen met de leerling met EMB? Besteedt het schoolteam aandacht aan evaluatie van het inzetten van ondersteunende technologie voor de leerling? Worden de gestelde doelen bereikt?

5 Merkt het schoolteam tevredenheid op bij de leerling bij het inzetten van de ondersteunende technologie? Draagt het inzetten van vormen van ondersteunende technologie bij tot de kwaliteit van leven van de leerling? Bewaakt het schoolteam dat de ondersteunende technologie op zich en de wijze waarop deze wordt ingezet blijven aansluiten bij de mogelijkheden en noden van de leerling? Bewaakt het schoolteam of de eventueel gekoppelde positieve bevestiging (bv. zichtbare en hoorbare reactie van de leerkracht na een druk van de leerling op de één-functie-schakelaar) voldoende aantrekkelijk blijft voor de leerling met EMB? Evalueert het schoolteam het inzetten van ondersteunende technologie in de natuurlijke dagdagelijkse omgeving van de leerling met EMB? Blijft het schoolteam zelf voldoende de ondersteunende technologie inzetten en erop reageren? Bv. een reactie op communicatieve boodschappen via een spraaktoestel