Voorbereidende raadsvergadering verslag

Transcriptie

1 Voorbereidende raadsvergadering verslag cluster bestuur Secretariaat: tel Datum: 7 november 2007 Aanvang: Locatie: uur Zorgcentrum Goverwelle, Gouda Verkenning Wet maatschappelijke ondersteuning, prestatieveld 4, Vrijwilligerswerk en mantelzorg soort fase De voorzitter, mevrouw Werger, leidt in dat het onderwerp op 19 september jl. in informatieve zin aan de orde is geweest. Vanavond staat een verkenning van het onderwerp op het programma. Het woord is aan de insprekers uit het veld. Mevrouw Geelink van Zorgbelang heeft de belangenbehartiging van mantelzorgers hoog op de agenda. Landelijk zijn er 1,5 miljoen mantelzorgers, waarvan in Midden-Holland. Door de vergrijzing en extramuralisering neemt het aantal mensen dat mantelzorg behoeft, toe. Belangenbehartiging van mantelzorgers is belangrijk, omdat deze groep slecht voor zichzelf opkomt. Velen beseffen niet eens dat zij mantelzorger zijn. Ook belangrijk is om te beseffen dat mantelzorgers en vrijwilligers niet hetzelfde zijn. Mantelzorgers zijn dat niet uit vrije wil, maar uit noodzaak. Een tweesporenbeleid is nodig. Mensen die mantelzorgers ondersteunen, de zogenaamde zorgvrijwilligers, hebben aanvullende scholing nodig. Ook mantelzorgers zelf hebben zorg nodig, zoals kennisvergroting, respijtzorg en lotgenotencontact. Mevrouw Noordanus van Bureau Informele Zorg, zelf vrijwilligster in de terminale thuiszorg, heeft veel ervaring met de mantelzorg. Zij benadrukt het belang van het reserveren van geld voor de respijtzorg. Zij heeft een bejaard echtpaar geholpen waarvan de hoogbejaarde man dag in dag uit voor zijn bedlegerige vrouw moest zorgen en daarbij ook de huishouding deed. Er zijn veel van dit soort voorbeelden. Deze mantelzorgers moeten in de gelegenheid worden gesteld om er af en toe tussenuit te gaan, al is het maar voor een paar uurtjes: de respijtzorg, zodat mantelzorgers af en toe ontlast worden. Zo kunnen zij hun zware taak langer volhouden. Dit is ook in het belang van de gemeente, want opvang van hulpbehoevenden in een instelling kost de gemeenschap veel meer. Mevrouw Van der Weijde van de Raad van Kerken zegt dat veel kerkelijke vrijwilligers actief zijn in de zorgverlening, in Gouda geschat meer dan Ze onderstreept hoe belangrijk ondersteuning van mantelzorgers is. De vergrijzing doet dit probleem alleen maar toenemen. Het vrijwilligersinformatiepunt voldoet niet aan de verwachtingen. Er is meer geld nodig, maar ook deskundige coördinatie. Deze vrijwilligers offeren echt niet als vanzelfsprekend hun tijd en inzet. Tijd is geld, dus met dit budget zijn de plannen gedoemd te mislukken. Is die extra eenmalig of structureel? Wethouder Suijker wijst in dit verband op de interessante brief van 9 oktober 2007 van staatssecretaris Bussemaker. Zij denkt wel dat er ruimte is voor een tweesporenbeleid voor vrijwilligers en mantelzorgers. Wel heeft zij dan een raadsbesluit nodig voor aanvullende middelen voor de mantelzorg. De nota biedt voldoende ruimte voor extra aandacht voor de respijtzorg. De financiën zijn inderdaad beperkt. Het is nog niet bekend hoe extra geld vanuit het Rijk wordt verdeeld. VRV WMO prest. 4 vrijwilligerswerk en mantelzorg.doc

2 De voorzitter geeft het woord aan de raad. Voor de heer Van den Haak is het niet helemaal duidelijk wat de gemeente zelf gaat doen. Wat verwachten de mensen uit het veld van de gemeente? Mevrouw Van der Weijde verwacht een regierol van de gemeente en daadwerkelijke ondersteuning van de mensen in het veld. En een netwerkkoepel waar mensen kunnen uitwisselen over waar men mee bezig is. De waardering voor de vrijwilliger kan ook nadrukkelijker worden onderstreept, bijvoorbeeld door een vrijwilligersmarkt of een prijs voor de beste vrijwilliger van het jaar. Mevrouw Geelink verwacht dat de gemeente de mantelzorg ondersteunt. Zij vreest dat het vrijwilligersinformatiepunt (VIP) en de mantelzorg samenvloeien tot één grote pot. Maar die twee werelden moeten gescheiden blijven. De heer Mehlkopf drukt de wethouder op het hart deze twee taakvelden nadrukkelijk gescheiden te benaderen, ook al zijn er overeenkomsten. Wethouder Suijker erkent het verschil, ook in de nota. In de praktijk kan elk taakveld op eigen wijze worden georganiseerd. Mevrouw Jansen vraagt of de wethouder ook het onderscheid maakt tussen vrijwilligers, zorgvrijwilligers en mantelzorgers. Wethouder Suijker antwoordt dat zorgvrijwilligers of respijtzorgers beleidstechnisch zijn ondergebracht bij de mantelzorgers. De heer Witteman vraagt wie het eigen risico van de WA-verzekering van de vrijwilligers betaalt. Hij mist in de nota aandacht voor de respijtzorg. Zijn fractie is voorstander van het stimuleren van vrijwilligerswerk door jongeren. Mevrouw Geelink zegt dat organisaties vaak een collectieve verzekering hebben. Er wordt weinig gebruik van gemaakt. De heer Van Alphen vraagt of mantelzorgers met een uitkering vrijstelling van de sollicitatieplicht hebben. Hebben mantelzorgers voorrang in het huisvestingbeleid, als zij dichterbij de verzorgde willen gaan wonen? Wethouder Suijker antwoordt op beide vragen ontkennend. De heer De Wit is verbaasd dat het rijk van de 65 miljoen maar liefst 55 miljoen niet heeft besteed. Wat gaat daarmee gebeuren? Hij vermoedt dat veel mensen in het land mantelzorger zijn zonder het zelf te beseffen. Het geld dat is gereserveerd voor het VIP, is er toch nog wel? Wethouder Suijker heeft met mevrouw Bussemaker gesproken over dit onderwerp en haar gevraagd om het geld vrij te geven voor de mantelzorg. De staatssecretaris bezint zich daarop. Mevrouw Huisman vraagt de wethouder wat de gemeente zelf gaat doen. Zijn er voldoende financiën? Ook zij vraagt hoe mantelzorgers getraceerd kunnen worden, dat is heel belangrijk. Wat het VIP aangaat valt er nog veel te winnen. Over de WA-verzekering zal zij later nog vragen stellen. Mevrouw Geelink zegt dat bij de indicatiestelling van een zorgvrager gevraagd kan worden wie de mantelzorger is. Nu moet een zorgvrager zelf met die info komen. De eerste lijn is belangrijk, zoals de huisarts. De heer Barth vraagt welk advies mevrouw Geelink nog heeft naar aanleiding van het stuk. Hij 2

3 vraagt mevrouw Van der Weijde hoe zij tegen het VIP aankijkt. Wat moet hij zich voorstellen bij de regierol voor de mantelzorg? Mevrouw Geelink vindt heel belangrijk dat de ondersteuning goed functioneert en dat er geen vermenging optreedt met vrijwilligers. Goede zorgloketten zijn ook van belang: daar moet worden gevraagd of iemand mantelzorger is. Mevrouw Noordanus vindt het van belang dat de functies goed voor het voetlicht komen. Er zou gewacht moeten worden met de besluitvorming totdat de basisfuncties goed zijn geformuleerd. Mevrouw Van der Weijde kan zich vinden in de speerpunten zoals die verwoord zijn in de nota. Zij kan zich vinden in het advies van het adviesbureau: de ambities zijn hoog, maar de financiën laag. Mevrouw Van Reeuwijk vraagt mevrouw Van der Weijde voor welke doelgroepen het tekort aan zorgvrijwilligers wordt verwacht. Mevrouw Van der Weijde heeft daar geen zicht op. Het grote knelpunt is het vinden van jonge vrijwilligers om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. De voorzitter dankt de insprekers en gaat over tot de afronding. Op 28 november a.s. zal de Raad een meningvormend debat voeren over dit onderwerp. Mogelijke bespreekpunten daarbij zullen zijn: - Zijn vrijwilligers en mantelzorgers verschillend en hebben ze ieder een eigen benadering nodig? - Hoe signaleren we mantelzorgers? En moet er extra aandacht zijn voor het signaleren van jonge mantelzorgers en mantelzorgers van GGZ patiënten? - Moeten we jongeren stimuleren om vrijwilliger te worden en hoe moet dat dan? - Wat activiteiten moet de gemeente Gouda zelf uitvoeren op het gebied van vrijwilligersbeleid en mantelzorg? - Is er voldoende financiering en wordt deze op de juiste manier ingezet? - Heeft de gemeente Gouda een regierol in de mantelzorg wanneer de professionele geïndiceerde zorg uitvalt? Sluiting Aanwezig: mw drs L. Werger, VVD, voorzitter dhr mr H.C. van den Akker, VVD dhr H.D. van Alphen, SP dhr drs D.J. Barth, CDA mw D. Bergman, D66 mw M.E.P. Caljouw-Rooijackers, PvdA mw drs A.H.M.G. Engbers, PvdA mw drs R. Gerrits, PvdA dhr H.A. Van den Haak, D66 dhr J. van den Heuvel, PvdA mw J.C. Huisman-Mak, ChristenUnie mw R. Jansen, GBG mw E. Karman-Moerman, CDA dhr R. Kraft van Ermel, CDA dhr E.P.M. de Lange, G50+ dhr P.J. Mehlkopf, GroenLinks mw H. Niezen, GroenLinks mw W.J. Oosterom-van der Ree, PvdA mw J. van Reeuwijk-Werkhorst, VVD dhr G. Schotanus, ChristenUnie, dhr C.P.D. Thieme, GBG dhr A.W.L. de Wit, SGP 3

4 dhr R. Witteman, PvdA dhr ing. C. Wouters, G50+ Insprekers: Van de griffie: Van het college van B&W: mw A. Geelink, Zorgbelang ZHZM mw M.E.C. Noordanus-Winkler, Bureau informele zorg mw N. van der Weijde, Raad van Kerken dhr M. van Tilburg mw drs M.J.C. Suijker Pers: 2 Publiek: ± 10 Verslag: K.W. Schakel, Verslagbureau HBS 4

5 Verslagbureau HBS, 12 november