Reticulocyten bij de diagnostiek van anemie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Reticulocyten bij de diagnostiek van anemie"

Transcriptie

1 Labquiz Reticulocyten bij de diagnostiek van anemie Connie Heiligers-Duckers, Philo T. Werner, Marlea E.P. van Drunen Reticulocyten zijn onrijpe erytrocyten. In deze LabQuiz wordt besproken hoe de bepaling van het aantal reticulocyten een rol kan spelen in de diagnostiek van anemie. Daarnaast is er aandacht voor nieuwe bepalingen die gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld het monitoren van therapie-effecten. Casus 1 Patiënt A, een 62-jarige vrouw, bezoekt de huisarts vanwege sinds enkele maanden progressieve vermoeidheid met inspanningsintolerantie. Bij oriënterend laboratoriumonderzoek valt een zeer lage hemoglobine(hb)- waarde op, waarop de huisarts patiënt doorstuurt naar de Spoedeisende Hulp. Er wordt een niet-acuut-zieke vrouw gezien met bleke conjunctiva. De anamnese vermeldt geen macroscopisch bloedverlies, geen verhoogde bloedingsneiging en een onveranderd defecatiepatroon. Aanvullend laboratoriumonderzoek toont onder andere een ernstige macrocytaire anemie, een verlaagd aantal reticulocyten, een trombopenie en aanwezigheid van fragmentocyten (tabel 1). Daarnaast is de waarde voor lactaatdehydrogenase (LDH) sterk verhoogd en de waarde voor haptoglobine verlaagd. TABEL 1 Laboratoriumuitslagen van patiënt A en B bepaling patiënt A patiënt B referentiewaarden* totaal bilirubine < 17 μmol/l direct bilirubine < 5 μmol/l LD < 255 U/l creatinine μmol/l haptoglobine < 0,08 <0,08 0,3-2,0 g/l CRP 8,5 3,0 < 5,0 mg/l Hb 3,0 4,2 7,5-10,0 mmol/l Ht 0,14 0,19 0,36-0,47 l/l MCV fl concentratie reticulocyten x 109/l percentage reticulocyten 1,9 45,6 0,5-2,5% trombocyten x 109/l leukocyten 5,5 17, x 109/l fragmentocyten 2+ negatief negatief directe antiglobulinetest negatief negatief negatief PT 1,0 1,0 0,9-1,2 INR APTT s * Referentiewaarden uit VieCuri MC. Vraag casus 1 Wat is uw waarschijnlijkheidsdiagnose? a Auto-immune hemolytische anemie b Trombotische trombocytopenische purpura c Vitamine B12-deficiëntie U d Diffuse intravasale stolling Casus 2 Patiënt B, een 52-jarige vrouw, wordt door de huisarts doorverwezen naar de internist vanwege een anemie. Patiënte heeft vermoeidheidsklachten en dyspnée d effort. Verder heeft zij geen klachten; er is geen macroscopisch bloedverlies. Zij is recent gediagnosticeerd met immuun trombocytopenische purpura, waarvoor zij behandeld wordt met prednison. Aanvankelijk had zij een goede respons op de therapie. Het laboratoriumonderzoek toont een macrocytaire anemie met een verhoogd aantal reticulocyten, trombocytopenie en leukocytose (zie tabel 1). Net als patiënt A heeft zij een verhoogde LDH-waarde en een verlaagde haptoglobinewaarde. In het bloedbeeld worden myeloïde voorlopercellen en sferocyten gezien. Vraag casus 2 Wat is uw waarschijnlijkheidsdiagnose? a Auto-immune hemolytische anemie b Trombotische trombocytopenische purpura c Vitamine B12-deficiëntie U d Chronische myeloïde leukemie > Antwoorden en uitleg elders in dit nummer NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A6313LQ 1

2 Antwoorden op de Labquiz Reticulocyten bij de differentiële diagnostiek van anemie Connie Heiligers-Duckers, Philo T. Werner, Marlea E.P. van Drunen Antwoord casus 1: C vitamine B12-deficiëntie Patiënt A, een 62-jarige vrouw, werd door de huisarts doorgestuurd naar de Spoedeisende Hulp vanwege een ernstige anemie. Zij had last van vermoeidheid, inspanningsintolerantie en tintelingen in de vingers. Bij lichamelijk onderzoek vielen bleke conjunctiva op. Er was geen sprake van macroscopisch bloedverlies. In het laboratoriumonderzoek werden naast een macrocytaire anemie ook een trombocytopenie en fragmentocyten (erytrocytenfragmenten) gezien. Hierbij werd gedacht aan een micro-angiopathische anemie zoals trombotische trombocytopenische purpura, waarbij erytrocyten stukslaan tegen stolsels in de microvasculatuur. De hemolyse leidt tot verhoogde waarden voor LDH en indirect bilirubine, en een verlaagde waarde voor haptoglobine. De anemie stimuleert de erytropoëse in het beenmerg, wat resulteert in een verhoogd aantal reticulocyten (onrijpe erytrocyten). Reticulocyten hebben een groter celvolume dan oudere erytrocyten, waardoor bij een verhoogd aantal reticulocyten een verhoogd gemiddeld celvolume (mean corpuscular volume, MCV) gevonden wordt. De patiënte had echter een verlaagd aantal reticulocyten, wat duidt op een aanmaakprobleem. Er werd daarom gedacht aan een vitamine B12- of foliumzuurdeficiëntie, waarbij de waarde voor het MCV eveneens verhoogd is. Een vitamine B12-waarde van < 61 pmol/l bevestigde dit vermoeden. Vitamine B12-deficiëntie leidt bij het merendeel van de patiënten tot een macrocytaire anemie en hypersegmentatie van neutrofiele granulocyten. In zeldzame gevallen worden bij patiënten ernstigere afwijkingen gezien zoals een pancytopenie, hemolyse en fragmentocyten. Vanwege de zeer diepe anemie kreeg patiënt A 2 erytrocytenconcentraten toegediend. Daarnaast werd gestart met intramusculaire vitamine B12-injecties, waarop haar VieCuri Medisch Centrum voor Noord-Limburg, Venlo. Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium: dr. C. Heiligers-Duckers, klinisch chemicus in opleiding; dr. M.E.P. van Drunen, klinisch chemicus. Afd. Interne Geneeskunde: drs. P.T. Werner, internist-oncoloog. Contactpersoon: dr. M.E.P. van Drunen (mvdrunen@viecuri.nl). klachten verbeterden en haar bloedbeeld binnen 1 maand normaliseerde. Antwoord casus 2: A auto-immune hemolytische anemie Patiënt B, een 52-jarige vrouw, kwam bij de huisarts wegens vermoeidheidsklachten en dyspnée d effort. De huisarts constateerde een anemie en een milde trombocytopenie, waarop de vrouw werd doorverwezen naar de internist. Zij had verder geen klachten en er was geen macroscopisch bloedverlies. Zij was recent gestart met prednison in verband met een immuun trombocytopenische purpura. Het laboratoriumonderzoek toonde een macrocytaire anemie, een trombocytopenie en een verhoogde LDH-waarde. Dit beeld kon passen bij zowel een verlaagde erytropoëse ten gevolge van een megaloblastaire anemie of beenmergaandoening, bijvoorbeeld chronische myeloïde leukemie, als bij een verhoogde afbraak van erytrocyten ten gevolge van hemolyse. Bij een verminderde erytropoëse is het aantal reticulocyten verlaagd, bij een verhoogde afbraak van erytrocyten is het aantal reticulocyten verhoogd. Aangezien de patiënte een verhoogd aantal reticulocyten had, was er sprake van een verhoogde afbraak van erytrocyten. Het ontbreken van fragmentocyten maakte een microangiopathische anemie onwaarschijnlijk. In het bloedbeeld werden wel sferocyten gezien, hetgeen zou kunnen passen bij een immuungemedieerde afbraak van erytrocyten. Een test die immunoglobulines en complement op erytrocyten detecteert, de directe antiglobulinetest, was echter negatief. Omdat de standaard directe antiglobulinetest geen IgA detecteert, werd materiaal verzonden voor een test met anti-iga-antilichamen. De erytrocyten van de patiënte bleken inderdaad met IgA beladen te zijn, waarop de diagnose auto-immune hemolytische anemie werd gesteld. De combinatie auto-immune hemolytische anemie en trombocytopenie leidde tot de diagnose syndroom van Evans. Patiënte werd behandeld met prednison en rituximab, waarop de anemie en trombocytopenie normaliseerden. > Voor verdieping en achtergronden, zie zoeken op A6313 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A6313A 1

3 Verdieping LabQuiz Reticulocyten bij de differentiële diagnostiek van anemie Achtergrond De ontwikkeling van erytrocyten wordt erytropoëse genoemd en vindt na de geboorte volledig plaats in het beenmerg. Een reticulocyt is het voorlaatste stadium van de erytropoëse; het is een onrijpe erytrocyt waarvan de celkern reeds is uitgestoten; een reticulocyt bevat nog wel RNA. Reticulocyten en jonge erytrocyten hebben een groter celvolume (mean corpuscular volume; MCV) dan oudere erytrocyten, wat leidt tot een macrocytair bloedbeeld als deze cellen in grote aantallen aanwezig zijn. De rijping van reticulocyten duurt ongeveer 4 dagen, waarvan 3 dagen in het beenmerg en 1 dag in het perifere bloed. In deze korte periode ondergaat de reticulocyt uitgebreide membraan- en volumeveranderingen en worden organellen, ribosomen en RNA verwijderd. 1 Erytropoëse De erytropoëse wordt gestimuleerd door het hormoon erytropoëtine (EPO) dat door de nier in respons op de zuurstofspanning wordt afgegeven aan het bloed. Bij een verlaagde hemoglobinewaarde of een verlaagd aantal erytrocyten (anemie) zal de EPO-productie toenemen en wordt de erytropoëse in het beenmerg gestimuleerd in een poging de anemie op te heffen. Door het aantal reticulocyten in het perifere bloed te bepalen, kan een uitspraak worden gedaan over de efficiëntie van erytropoëse. De beenmergrespons is adequaat bij een voldoende verhoogd aantal reticulocyten. Wanneer de anemie echter primair wordt veroorzaakt door een verlaagde aanmaak in het beenmerg vindt er onvoldoende compensatie plaats en is het aantal reticulocyten in het bloed nietafwijkend of verlaagd. Deze verlaagde aanmaak kan velerlei oorzaken hebben zoals een tekort aan de cofactoren vitamine B12 en foliumzuur, een tekort aan de bouwstof ijzer, een tekort aan erytropoëse-stimulerende hormonen (bijvoorbeeld een tekort aan EPO bij ernstig nierfalen en aan schildklierhormonen bij hypothyreoïdie), beenmergverdringing door maligniteiten of beenmergsuppressie door medicatie en infectie. Hemoglobinisatie Voor de adequate hemoglobinisatie van reticulocyten, de inbouw van hemoglobine in reticulocyten, dient voldoende ijzer beschikbaar te zijn. Dit vereist enerzijds een voldoende grote ijzervoorraad en anderzijds een adequate mobilisatie van ijzer uit deze voorraad. Bij een absoluut ijzergebrek is de voorraad onvoldoende, terwijl bij een functioneel ijzergebrek een disbalans bestaat tussen de hoeveelheid ijzer dat nodig is voor de erytropoëse en de hoeveelheid ijzer die gemobiliseerd wordt. Een directe consequentie van een te laag ijzeraanbod is een verminderde hemoglobine-inbouw. Doordat het reticulocytenstadium kort duurt, geeft de hemoglobine-inbouw in reticulocyten de actuele status van het beschikbare ijzer weer. Bepaling van reticulocytparameters In het verleden werden reticulocyten microscopisch geteld na kleuring van het ribosomale RNA-netwerk. De microscopische telling is onnauwkeurig door het relatief lage aantal (ongeveer 1000) erytrocyten en reticulocyten dat geteld wordt en door de variatie in preparatie, kleuring en visuele beoordeling. De analytische variatie van deze methode wordt geschat op 20-50%. Vanaf medio jaren 90 is de automatische telling van reticulocyten beschikbaar gekomen op hemocytometrie-apparatuur. Deze automatisering heeft geleid tot een geringere analytische en pre-analytische variatie, en een groter aantal erytrocyten en reticulocyten dat geteld wordt. Hierdoor is de nauwkeurigheid sterk verbeterd ten opzichte van de microscopische telling. Bij de automatische telling van reticulocyten wordt een combinatie van verschillende technieken gebruikt, zoals de fluorescente of chromogene kleuring van RNA, of het meten van lichtverstrooiing, weerstand en geleiding. De combinatie van gebruikte technieken verschilt per hemocytometer. De meeste hemocytometers bieden tegenwoordig de mogelijkheid om behalve het aantal reticulocyten ook andere metingen te doen, zoals van de hoeveelheid RNA, het volume, het reticulocyt-hb en de reticulocytenproductie-index (RPI). De bepaling van deze reticulocytindices berust op mathematische berekeningen en elke firma past hierbij zijn eigen technologie en algoritmen toe. Dit is de reden waarom reticulocyt-indices exclusief zijn voor iedere firma en er geen uniforme naamgeving gehanteerd wordt. Immature reticulocyte fraction De hoeveelheid RNA weerspiegelt de rijpheid van de reticulocyt en wordt gebruikt voor de bepaling van de minst rijpe fractie reticulocyten met een hoge concentratie RNA ( immature reticulocyte fraction ; IRF). De IRF geeft informatie over de mate van erytropoëse en kan bepaald worden op de meeste hemocytometers. Reticulocyt-Hb De bepaling van reticulocyt-hb, de NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A6313V 1

4 gemiddelde hoeveelheid hemoglobine per reticulocyt, is heden nog niet beschikbaar op alle hemocytometers. Reticulocyten-productie-index Op basis van alleen het aantal reticulocyten kan niet beoordeeld worden of de erytropoëse voldoende toeneemt als er een anemie is. Doordat de reticulocyten als respons op anemie het beenmerg in een vroeger rijpingsstadium verlaten, neemt de rijpingstijd in het perifere bloed toe (tabel 2). De RPI is een mathematische formule om voor dit fenomeen te corrigeren en wordt als volgt berekend: RPI = (reticulocyten (in %) x hematocriet (in l/l)) / (rijpingstijd reticulocyten in perifeer bloed (in dagen) x 0,45). Een RPI van < 2 is een aanwijzing dat de beenmergrespons inadequaat is. 2 Reticulocyten bij de differentiële diagnostiek van anemie Volgens de meeste richtlijnen en stroomschema s voor het bepalen van de oorzaak van anemie wordt primair de waarde voor het MCV of voor het ferritine bepaald. Het aantal reticulocyten kan naast de bepaling van het MCV gebruikt worden om anemie op een eenvoudige functionele manier in te delen (figuur). Een evidente microcytaire anemie duidt in de meeste gevallen op een ijzergebrek, hetgeen bevestigd kan worden door het ferritine te meten. Eventuele uitzonderingen hierop zijn bijvoorbeeld thalassemieën. Bij een normocytaire of macrocytaire anemie kan het aantal reticulocyten bepaald worden om te differentiëren tussen verlaagde erytrocytenaanmaak, waarbij er een inadequate reticulocytrespons is, en verlies of verhoogde afbraak, waarbij er een adequate reticulocytrespons is; dit werd ook getoond in de casussen. Bij een inadequate respons dienen de volgende oorzaken onderscheiden te worden: nutriëntdeficiëntie van ijzer, vitamine B12 of foliumzuur, chronische ziekte, beenmergaandoeningen, of een tekort aan erytropoëse-stimulerende hormonen bij hypothyreoïdie en nierfalen. Bij een adequate respons dient men onderscheid te maken tussen bloedverlies en hemolyse. TABEL 2 De rijpingstijden van reticulocyten in het perifere bloed bij verschillende hematocriet-waarden 3 hematocriet; l/l 0,40-0,45 1 0,35-0,39 1,5 0,25-0,34 2 0,15-0,24 2,5 < 0,15 3 rijpingstijd; dagen IJzergebreksanemie De meest voorkomende oorzaak van anemie is ijzergebrek. Anemie met deze oorzaak wordt ook wel ferriprieve anemie genoemd. Een ijzergebreksanemie ontstaat door een verminderde ijzerinname, een verminderde ijzeropname of door bloedverlies. IJzer wordt onder andere opgeslagen gebonden aan het eiwit ferritine. De hoeveelheid ferritine in bloed weerspiegelt bij gezonde mensen de ijzervoorraad; de bepaling van ferritine is een sensitieve test om een ijzertekort vast te stellen. Ferritine is echter een acutefase-eiwit; het is daardoor een minder goede marker voor de ijzerbeschikbaarheid bij patiënten met een inflammatie, een infectie of leverziekten. Een alternatieve indicator voor de ijzerbeschikbaarheid is het reticulocyt-hb. 4 Een lage waarde duidt op onvoldoende ijzerinbouw tijdens de erytropoëse hetgeen wijst op een absoluut ijzertekort (te weinig ijzervoorraad) of een functioneel tekort (onvoldoende mobilisatie van ijzer uit de voorraad). Reticulocyt-Hb is onder andere geschikt gebleken voor het aantonen van een ijzergebrek bij kinderen, 5 en voor het aantonen van een functioneel ijzergebrek bij hemodialysepatiënten. 6 Bij de interpretatie van de waarden voor reticulocyt-hb dient men er rekening mee te houden dat het reticulocyt-hb afhankelijk is van het reticulocyt-mcv. Patiënten met sommige typen hemoglobinopathieën of thalassemieën kunnen om die reden vals verlaagde waarden voor het reticulocyt-hb hebben, terwijl patiënten met een foliumzuur- of vitamine B12-deficiëntie vals verhoogde waarden hebben. 4,7 Zijn reticulocytparameters geschikt voor monitoring van therapie? Reticulocyten zijn geschikter dan erytrocyten om veranderingen in de erytropoëtische activiteit te monitoren omdat ze slechts enkele dagen in de circulatie aanwezig zijn. Hoe reticulocyten en reticulocyt-indices gebruikt kunnen worden bij de monitoring van therapie wordt hieronder uiteengezet. Behandeling bij nutriëntdeficiënties Door de lange levensduur van erytrocyten (120 dagen) zijn erytrocyt-indices minder geschikt om het effect van ijzersuppletie te monitoren. Het reticulocyt-hb weerspiegelt beter de actuele ijzerbeschikbaarheid en is daarom geschikt om kort na het starten van ijzersuppletietherapie vast te stellen of er een adequate respons is. De respons op oraal of intraveneus ijzer is al na 2 dagen zichtbaar en een niet-afwijkend reticulocyt-hb wordt na 4 dagen suppletie bereikt. 5,12 De respons van het reticulocyt-hb op de toediening van ijzer kan gebruikt worden om onderscheid te maken tussen een functioneel en een absoluut ijzertekort NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A6313V

5 MCV verlaagd ijzergebreksanemie thalassemie anemie van de chronische ziekte adequate beenmergrespons (RPI > 2) niet-afwijkend of verhoogd inadequate beenmergrespons (RPI < 2) bloedverlies hemolyse nutriëntdeficiëntie vitamine B12 foliumzuur ijzer anemie van de chronische ziekte beenmergaandoening tekort erytropoëse-stimulerende hormonen EPO schildklierhormonen FIGUUR Stroomschema voor het bepalen van de oorzaak van anemie. Als de waarde voor het MCV niet-afwijkend of verhoogd is, kan met behulp van de reticulocyten-productie-index (RPI) verder gedifferentieerd worden. Behalve het reticulocyt-hb kan het reticulocyt-mcv gebruikt worden om de respons op therapie te volgen. Bij succesvolle behandeling van een ferriprieve of megaloblastaire anemie zal het MCV respectievelijk toe- of afnemen. De abrupte verandering van het MCV zal binnen enkele dagen bij de reticulocyten zichtbaar zijn, doordat zij binnen 4 dagen uitrijpen. De verandering in erytrocyt-mcv vindt echter geleidelijk plaats over enkele maanden. 5 Erytropoësestimulerende therapie Succesvolle behandeling met erytropoëse-stimulerende middelen (recombinant humaan erytropoëtine, rhu- EPO) bij hemodialysepatiënten vereist een adequate mobilisatie van ijzer uit de voorraad. Wanneer de erytropoëse beperkt wordt door de aanvoer van ijzer ontstaat een functioneel ijzertekort. De klassieke indicatoren van de ijzervoorraad, de waarden voor ferritine en de transferrinesaturatie, voorspellen bij behandeling met rhu- EPO onvoldoende of een patiënt baat heeft bij extra ijzersuppletie. De waarde voor het reticulocyt-hb weerspiegelt daarentegen de actuele ijzerbeschikbaarheid en kan gebruikt worden om tijdig ijzersuppletie te starten. 5,8 De respons op ijzertherapie bij hemodialysepatiënten blijkt beter voorspeld te worden door de waarde voor het reticulocyt-hb dan door de waarden voor ferritine en de transferrinesaturatie. 9 Hoewel het reticulocyt-hb reeds is opgenomen in richtlijnen voor de behandeling van anemie bij hemodialysepatiënten, is verdere standaardisatie en meer onderzoek naar afkapwaarden nodig om deze bepaling een prominentere plaats te kunnen geven. 10,11 Engraftment na stamceltransplantatie Traditioneel wordt het aantal neutrofiele granulocyten gebruikt om het herstel van de aanmaak van bloedcellen na stamceltransplantatie ( engraftment ) aan te tonen. Bij een aantal neutrofiele granulocyten van > 0,5 x 10 9 /l spreekt men van succesvolle engraftment. Verschillende studies hebben aangetoond dat het percentage onrijpe reticulocyten, uitgedrukt als IRF, een vroegere marker van engraftment is. 2,5,14-16 Hoewel de resultaten van deze studies veelbelovend lijken, worden niet altijd significante verschillen gevonden. Inconsistente resultaten tussen verschillende studies worden mogelijk verklaard door verschillen in patiëntengroepen, methoden, definiëring van de IRF en de gebruikte afkapwaarden voor zowel de IRF als het aantal neutrofiele granulocyten. Of het berekenen van de IRF superieur is aan de bepaling van het aantal neutrofiele granulocyten voor het vaststellen van engraftment, en of de IRF gebruikt kan worden voor klinische beslisgrenzen moet nog uitgewezen worden. Referentiewaarden en testeigenschappen Vanwege de verschillende meettechnieken en het nog niet voorhanden zijn van internationaal referentiemate- NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A6313V 3

6 riaal waarop de technieken gekalibreerd kunnen worden, hanteren laboratoria eigen referentiewaarden voor reticulocyt-aantallen en -indices. Harmonisatie en het vaststellen van nationale of internationale referentiewaarden is nodig voordat resultaten uitgewisseld kunnen worden tussen laboratoria. Er is geen eenduidigheid over de invloed van het geslacht en leeftijd van patiënten op de referentiewaarden; bij neonaten kunnen hogere aantallen reticulocyten gevonden worden. 2 Referentiewaarden worden bepaald bij een gezonde populatie. De referentiewaarden voor reticulocyten zijn dus afkomstig van een populatie met een stabiel nietafwijkende Hb-gehalte. In de kliniek heeft het meten van het aantal reticulocyten echter pas toegevoegde waarde als de patiënt een anemie heeft, waarbij een verhoogd aantal reticulocyten betekent dat er een niet-afwijkende respons is. Voor inzicht in de erytropoëse moet het aantal reticulocyten dus steeds in relatie tot het Hb-gehalte bekeken worden. Een niet-afwijkend aantal reticulocyten bij een patiënt met anemie wijst op onvoldoende compensatie en is dus eigenlijk afwijkend. Verder wijst een verhoogd aantal reticulocyten bij een niet-afwijkende waarde voor Hb op compensatie bij verlies of afbraak van erytrocyten. De meeste laboratoria prefereren de rapportage van het absolute aantal reticulocyten boven een promillage ten opzichte van het aantal erytrocyten. Een verhoogd promillage reticulocyten bij een patiënt met anemie suggereert een toegenomen erytropoëse, maar kan passen bij zowel een adequate als bij een inadequate respons en is derhalve lastig te interpreteren. Het rapporteren van het promillage reticulocyten is wel van meerwaarde bij het monitoren van de beenmergrespons bij een fluctuerend plasma volume. Kosten De Nederlandse Zorgautoriteit heeft het tarief voor de bepaling van reticulocyt-aantallen per 1 januari 2013 vastgesteld op 3,42. De reticulocyt-indices worden automatisch gegenereerd bij het meten van de reticulocyt-aantallen. Valkuilen Zoals eerder vermeld dient men rekening te houden met methodeafhankelijke referentiewaarden van reticulocytaantallen en -indices. Een ander belangrijk punt is de beperkte houdbaarheid van het materiaal dat voor de analyse gebruikt wordt. De houdbaarheid van het materiaal voor het meten van verschillende hemocytometrieparameters is afhankelijk van de meetmethode en de temperatuur waarbij het bloed opgeslagen wordt. Voor de bepaling van het aantal reticulocyten varieert dit bij kamertemperatuur van h en bij 4 C van h. 18 Het reticulocyt-hb is h stabiel. 6,19 De andere reticulocyt-indices en de RPI hebben een kortere stabiliteit omdat parameters nodig zijn zoals hematocriet en celvolume die maar enkele uren bij kamertemperatuur stabiel zijn Conclusie Bij de differentiële diagnostiek van anemie is de bepaling van het aantal reticulocyten zeer nuttig om snel een onderscheid te kunnen maken tussen verminderde aanmaak en verlies of afbraak van erytrocyten. Daarnaast wordt door het reticulocyten-aantal te bepalen in een aantal gevallen een diagnostische valkuil ontlopen zodat tijdig met de juiste therapie gestart kan worden en onnodig onderzoek voorkomen wordt. Dit werd geïllustreerd in de casuïstiek. Bij patiënt A werd in eerste instantie gedacht aan een trombotische trombocytopenische purpura, die acuut behandeld zou moeten worden met plasmaferese. Het aantal reticulocyten gaf echter aan dat er primair een aanmaakprobleem was. Bij patiënt B liet het aantal reticulocyten zien dat de anemie door verlies of afbraak van erytrocyten veroorzaakt werd. Hierdoor hoefde geen belastend onderzoek naar een beenmergaandoening verricht te worden en werd verdere diagnostiek verricht naar auto-immune hemolytische anemie. In de toekomst kunnen afgeleide reticulocyt-parameters gebruikt worden, zoals reticulocyt-hb bij de diagnostiek naar ijzergebreksanemie en het reticulocyt-hb en -MCV bij het vervolgen van behandeling met ijzer, vitamine B12 of foliumzuur. > Kijk ook op 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A6313V

7 Literatuur 1 Ney PA. Normal and disordered reticulocyte maturation. Curr Opin Hematol. 2011;18: Piva E, Brugnara C, Chiandetti L, Plebani M. Automated reticulocyte counting: state of the art and clinical applications in the evaluation of erythropoiesis. Clin Chem Lab Med. 2010;48: Hillman RS. Characteristics of marrow production and reticulocyte maturation in normal man in response to anemia. J Clin Invest. 1969;48: Mast AE, Blinder MA, Lu Q, Flax S, Dietzen DJ. Clinical utility of the reticulocyte hemoglobin content in the diagnosis of iron deficiency. Blood. 2002;99: Brugnara C. Reticulocyte cellular indices: a new approach in the diagnosis of anemias and monitoring of erythropoietic function. Crit Rev Clin Lab Sci. 2000;37: Brugnara C, Schiller B, Moran J. Reticulocyte hemoglobin equivalent (Ret He) and assessment of iron-deficient states. Clin Lab Haematol. 2006;28: Canals C, Remacha AF, Sarda MP, Piazuelo JM, Royo T, Romero MA. Clinical utility of the new Sysmex XE 2100 parameter - reticulocyte hemoglobin equivalent - in the diagnosis of anemia. Haematologica. 2005;90: Wish JB. Assessing iron status: beyond serum ferritin and transferrin saturation. Clin J Am Soc Nephrol. 2006;1:S Buttarello M, Pajola R, Novello E, Rebeschini M, Cantaro S, Oliosi F, et al. Diagnosis of iron deficiency in patients undergoing hemodialysis. Am J Clin Pathol. 2010;133: KDOQI Clinical Practice Guidelines and Clinical Practice Recommendations for Anemia in Chronic Kidney Disease. Am J Kidney Dis. 2006;47:S Richtlijn Anemie bij Chronische Nierinsufficiëntie, voor volwassen patiënten. Nederlandse Federatie voor Nefrologie; Buttarello M, Temporin V, Ceravolo R, Farina G, Bulian P. The New Reticulocyte Parameter (RET-Y) of the Sysmex XE Am J Clin Pathol. 2004;121: Thomas C, Thomas L. Anemia of chronic disease: pathophysiology and laboratory diagnosis. Lab Hematol. 2005;11: Torres A, Sanchez J, Lakomsky D, et al. Assessment of hematologic progenitor engraftment by complete reticulocyte maturation parameters after autologous and allogeneic hematopoietic stem cell transplantation. Haematologica. 2001;86: Noronha JFA, de Souza CA, Vigorito AC, et al. Immature reticulocytes as an early predictor of engraftment in autologous and allogeneic bone marrow transplantation. Clin Lab Haematol. 2003;25: Gonçalo AP, Barbosa IL, Campilho F, Campos A, Mendes C. Predictive value of immature reticulocyte and platelet fractions in hematopoietic recovery of allograft patients. Transplant Proc. 2011;43: Imeri F, Herklotz R, Risch L, et al. Stability of hematological analytes depends on the hematology analyser used: A stability study with Bayer Advia 120, Beckman Coulter LH 750 and Sysmex XE Clin Chim Acta. 2008;397: Ermens AAM, Hoffmann JJML, Krockenberger M, Wijk EM. New erythrocyte and reticulocyte parameters on CELL-DYN Sapphire: analytical and preanalytical aspects. Int J Lab Hematol. 2012;34: Hoffmann JJML, van den Broek NMA, Curvers J. Reference intervals of extended erythrocyte and reticulocyte parameters. Clin Chem Lab Med. 2012;50: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A6313V 5

het anemieprotocol in de eerstelijn

het anemieprotocol in de eerstelijn Interpreteren en becommentariëren van uitslagen: het anemieprotocol in de eerstelijn Dr. ing. M.P.G. Leers, klinisch chemicus PAOKC Consultverlening NVKC 2013 Anemie Hb concentratie < ondergrens ref.waarde

Nadere informatie

WORKSHOP ANEMIE. een Maastrichtse aanpak. Michel van Gelder internist-hematoloog

WORKSHOP ANEMIE. een Maastrichtse aanpak. Michel van Gelder internist-hematoloog WORKSHOP ANEMIE een Maastrichtse aanpak Michel van Gelder internist-hematoloog met dan aan: Sacha Zeerleder(hematoloog, AMC) & Arno Gingele(1 e jaarsaios, MUMC) Na deze Workshop ben je ONGETWIJFELD in

Nadere informatie

Laboratoriumonderzoek bij vraagstelling/behandeling anemie

Laboratoriumonderzoek bij vraagstelling/behandeling anemie Laboratoriumonderzoek bij vraagstelling/behandeling anemie 12 februari 2013 Dr. Anja Leyte Dr. Simone Smits Anemie Anemie: Hb lager dan de ondergrens van de referentiewaarde Man: 8.5-11.0 mmol/l Vrouw:

Nadere informatie

Versie 4 Ingangsdatum: Februari 2014 Controledatum: februari 2016

Versie 4 Ingangsdatum: Februari 2014 Controledatum: februari 2016 Wijzigingen t.o.v. voorgaande versie Anemie protocol (PR-0002) Versie 4 Ingangsdatum: Februari 2014 Controledatum: februari 2016 2 Jaarlijkse revisie (mutatie 14 060) Hst. 1 Onderverdelen a.h.v. MCV verwijderd

Nadere informatie

Anemie en zwangerschap

Anemie en zwangerschap Multidisciplinair protocol Anemie en zwangerschap Auteurs: J. Kroeze, L. Scharbaai, E. Bosch, M. Nissinen, K. Schut, M. de Vries, K. Snijders, C. Nijland Datum: maart 2019 2 DOEL Uniforme afspraken tussen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

TTP. Anke te Stroet Hemovigilantiemedewerker

TTP. Anke te Stroet Hemovigilantiemedewerker TTP Anke te Stroet Hemovigilantiemedewerker Disclosure belangen spreker bijeenkomst Onderwijsbijeenkomst Kennisplatform Transfusiegeneeskunde ZO Geen (potentiële) belangenverstrengeling Naam: Anke te Stroet

Nadere informatie

Lessenreeks Hematologie. Anemie. Diagnose en Gebreksanemieën. Caroline Brusselmans & Pieter Vermeersch LAG

Lessenreeks Hematologie. Anemie. Diagnose en Gebreksanemieën. Caroline Brusselmans & Pieter Vermeersch LAG Lessenreeks Hematologie Anemie Diagnose en Gebreksanemieën Wat is Anemie? Definitie Reductie in het totale aantal RBC, de hoeveelheid hemoglobine of de RBC massa (hematocriet) verminderd zuurstoftransport

Nadere informatie

Bloedtransfusie: randvoorwaarden

Bloedtransfusie: randvoorwaarden Bloedtransfusie: randvoorwaarden It is important that a good and open channel of communication exists between the blood providers and blood prescribers that shall ensure an effective clinical interface

Nadere informatie

IJzer en Cystic Fibrosis. Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis

IJzer en Cystic Fibrosis. Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis IJzer en Cystic Fibrosis Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis Programma Inventarisatie Anemie algemeen oorzaken anemie gevolgen anemie Anemie bij CF IJzer bij CF: in het bloed in de

Nadere informatie

Richtlijn NVKC Reflexdiagnostiek bij anemie

Richtlijn NVKC Reflexdiagnostiek bij anemie Richtlijn NVKC Reflexdiagnostiek bij anemie Verboeket-van de Venne WPHG 1, Oosterhuis WP 1,2,3, Keuren JFW 4,5, Ulenkate HJLM 2,6, Leers MPG 1 1 2 3 4 5 6 Atrium Medisch Centrum Parkstad, Heerlen Werkgroep

Nadere informatie

Clinical/diagnostic scenario

Clinical/diagnostic scenario VALIDATIE VAN DE NIEUWE PARAMETER RET-HE OP DE SYSMEX XE 5000 C. Indevuyst 21/4/2010 Clinical/diagnostic scenario CAT apr. C. Indevuyst - 21/04/2010 1 Ijzercyclus N Engl J Med. 1999 Dec 23;341(26):1986-95.

Nadere informatie

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma Bloed. Presentatie: Peter Elgersma Inhoud workshop 1. Inleiding op onderwerp (bloed en lymfestelsel) 2. Onderzoek en Diagnostiek 3. Ziekten die verband houden met bloed 1. Inleiding De ontwikkeling van

Nadere informatie

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Allemaal Beestjes Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Voorgeschiedenis Vrouw, 68 jaar Diabetes type 2 (1995), hypertensie (2010), chronische nierinsuffiëntie (2012) Presentatie op de SEH In de nacht

Nadere informatie

anemie bij chronische ziekte anemie door ijzergebrek anemie bij myelodysplastisch syndroom hemolytische anemie

anemie bij chronische ziekte anemie door ijzergebrek anemie bij myelodysplastisch syndroom hemolytische anemie Labquiz IJzerdiagnostiek IJzerdiagnostiek is van belang voor het stellen van de juiste diagnose bij een patiënt met anemie. Er kunnen verschillende bepalingen worden aangevraagd, maar niet elke bepaling

Nadere informatie

Reflecterend testen in de huisartsenpraktijk. Rein Hoedemakers / Peter van t Sant Klinisch chemici

Reflecterend testen in de huisartsenpraktijk. Rein Hoedemakers / Peter van t Sant Klinisch chemici Reflecterend testen in de huisartsenpraktijk Rein Hoedemakers / Peter van t Sant Klinisch chemici Wat kunt u verwachten? Wat is reflecterend testen? Waarom reflecterend testen? Voorbeelden uit de praktijk.

Nadere informatie

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Trombocytose Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Casus 1 Vrouw, 25 jaar Laboratoriumonderzoek hemoglobine 11,2 g/dl 11,0-14,4 hematocriet 0,341

Nadere informatie

Platystele jungermannioides

Platystele jungermannioides Platystele jungermannioides Disclosure belangen spreker bijeenkomst Onderwijsbijeenkomst Kennisplatform Transfusiegeneeskunde ZO Naam: J. E. de Vries Geen (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Adviseren over specialistisch onderzoek: hemoglobinopathieën

Adviseren over specialistisch onderzoek: hemoglobinopathieën Adviseren over specialistisch onderzoek: hemoglobinopathieën PAOKC-cursus Consultverlening Ede, 19 september 2013 dr. Henk J. Adriaansen Klinisch Chemisch & Hematologisch Laboratorium, Gelre Ziekenhuizen,

Nadere informatie

Erfelijke rode bloedcelafwijkingen: diagnostiek en kliniek. A.J. (Adriaan) van Gammeren KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda,

Erfelijke rode bloedcelafwijkingen: diagnostiek en kliniek. A.J. (Adriaan) van Gammeren KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda, Erfelijke rode bloedcelafwijkingen: diagnostiek en kliniek A.J. (Adriaan) van Gammeren KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda, Casus TB, anamnese Nederlandse jongen, 5 jaar oud Blanco voorgeschiedenis Sinds 7 dagen

Nadere informatie

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44 A AAT 0,9-2,0 g/l ALAT m < 45 U/l v < 34 Albumine 35-50 g/l Albumine/kreatinine ratio m < 2,5 v < 3,5 Alkalische fosfatase 0-14 d < 248 U/l 15 d - 1 j < 470 1-10 j < 335 10-13 j < 417 m 13-15 j < 468 m

Nadere informatie

Levensbedreigende microcytaire anemie: als het niet is wat het lijkt

Levensbedreigende microcytaire anemie: als het niet is wat het lijkt 1 Levensbedreigende microcytaire anemie: als het niet is wat het lijkt Life threatening microcytic anemia: when it is not what it seems N. Jonker, F. Tjeerdsma, E.C. Dompeling en P.A. Kuiper-Kramer Samenvatting

Nadere informatie

Een onvergetelijk etentje. Dr AAM Ermens KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda,

Een onvergetelijk etentje. Dr AAM Ermens KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda, Een onvergetelijk etentje Dr AAM Ermens KCHL Amphia Ziekenhuis, Breda, patient B Vrijdag 23 december 1-jarig Marokkaans jongetje Klachten: Plotselinge ontstane icterus Vermoeidheidsklachten Lab: Hb: 4,0

Nadere informatie

nederlandse samenvatting

nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid

Nadere informatie

Onze partners Symposium Chronische Nierschade 29 oktober 2012

Onze partners Symposium Chronische Nierschade 29 oktober 2012 Onze partners Symposium Chronische Nierschade 29 oktober 2012 1 Anemie bij chronische nierinsufficiëntie Analyse en behandeling bij de oudere patient Greetje Velema, huisarts Mariëlle de Vreede, hematoloog

Nadere informatie

KLINISCHE CHEMIE. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie /H.v.I./Versie1. referentie waarden.

KLINISCHE CHEMIE. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie /H.v.I./Versie1. referentie waarden. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie KLINISCHE CHEMIE 03012012/H.v.I./Versie1 waarden bronvermelding natrium mmol/l 135-145 NVKC consensus kalium (plasma!) mmol/l 3.5-4.8 Diagnostisch

Nadere informatie

BRRRRRRRuin Serum. MMC Eindhoven 26 maart 2015

BRRRRRRRuin Serum. MMC Eindhoven 26 maart 2015 BRRRRRRRuin Serum MMC Eindhoven 26 maart 2015 Casus 1 Jongen, 2 jaar Overplaatsing uit ander ziekenhuis Sinds een week algehele malaise; minder eetlust, koorts. Eenmalig braken; bloederige diarrhee gehad

Nadere informatie

Kind met onbegrepen anemie. Matthieu Bosman, klinisch chemicus i.o. MMC Veldhoven

Kind met onbegrepen anemie. Matthieu Bosman, klinisch chemicus i.o. MMC Veldhoven Kind met onbegrepen anemie Matthieu Bosman, klinisch chemicus i.o. MMC Veldhoven Kennisplatform Transfusiegeneeskunde Regio Zuidoost, 31-03-2016 Kliniek en lab dag 1 Kind van 3 jaar komt op SEH. 3 weken

Nadere informatie

In het algemeen duidt een RPI < 2 op onvoldoende tijd of vermogen van het beenmerg om te reageren op de anemie.

In het algemeen duidt een RPI < 2 op onvoldoende tijd of vermogen van het beenmerg om te reageren op de anemie. Mededelingen MDC-Amstelland voor (huis)artsen en verloskundigen. november 2011 MDC-Amstelland is sinds 1 juli j.l. een feit, maar hiermee zijn nog niet alle bepalingen met de daarbij behorende referentiewaarden

Nadere informatie

Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium

Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Laboratorium aanvraagformulier huisartsen - Mededeling referentiewaarden

Nadere informatie

AANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015

AANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015 AANDOENINGEN van het BLOED H.H. TAN, arts 2015 BLOED 2 RODE BLOEDCELLEN (ERYTROCYTEN ; 4,5-5,5 x 10 12 /ltr, 4-5 x 10 12 /ltr) * Vervoeren O 2 naar het weefsel * Voeren CO 2 af * Levensduur: 120 dagen

Nadere informatie

Onverklaarde anemie bij mannen: denk aan hypogonadisme

Onverklaarde anemie bij mannen: denk aan hypogonadisme Klinische les Onverklaarde anemie bij mannen: denk aan hypogonadisme Hendrik W.P.C. van de Meerendonk, G.S. (Sophie) Mijnhout en Paul H.P. Groeneveld KLINISCHE PRAKTIJK Isala klinieken, afd. Interne geneeskunde,

Nadere informatie

Referentiewaarden. KLINISCHE CHEMIE Bepaling Eenheid Leeftijd / geslacht. Referentie waarden. Bronvermelding

Referentiewaarden. KLINISCHE CHEMIE Bepaling Eenheid Leeftijd / geslacht. Referentie waarden. Bronvermelding Referentiewaarden REFER002 Referentiewaarden overzicht intern Pagina 1 van 5 KLINISCHE CHEMIE Referentie waarden natrium mmol/l 135-145 NVKC consensus kalium (plasma!) mmol/l 3.5-4.8 Diagnostisch Kompas

Nadere informatie

Terug naar de schoolbanken. Terug naar de schoolbanken September 2018

Terug naar de schoolbanken. Terug naar de schoolbanken September 2018 Terug naar de schoolbanken Leerdoelen Weten wat het verschil is tussen normaal- en referentiewaarden Het belang kennen van de kliniek van de patiënt bij een labwaarde Begrijpen dat afwijkend lab niet abnormaal

Nadere informatie

Sacha Zeerleder, MD PhD Internist-hematoloog Afd. hematologie Academisch Medisch Centrum. Block 1.4

Sacha Zeerleder, MD PhD Internist-hematoloog Afd. hematologie Academisch Medisch Centrum. Block 1.4 Sacha Zeerleder, MD PhD Internist-hematoloog Afd. hematologie Academisch Medisch Centrum Block 1.4 Bloedcelvorming: hematopoiese Pluripotent stem cell Reticulocyte Erythrocyte CMP MEP Megakaryocyte CLP

Nadere informatie

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE LABORATORIUM Concept dd 6 april 2006 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding De werkgroep bestaat uit Dieter Boswijk (huisarts, Dedemsvaart) Sjef vd Leur

Nadere informatie

Reflecterend testen. Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie

Reflecterend testen. Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie Reflecterend testen Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie Wat is reflective testing / reflecterend testen? 1. Toevoegen van testen wanneer dat nodig wordt geacht 2. Toevoegen van commentaar 3.

Nadere informatie

Post Transfusie Purpura

Post Transfusie Purpura Post Transfusie Purpura Leendert Porcelijn Immunohematologie Diagnostiek Trombocyten/Leukocyten Serologie 19 mei 2017 1 19 mei 2017 2 Serum van mevrouw Zw in Plaatjes ImmunoFluorescentie Test (PIFT) met

Nadere informatie

Myelodysplastisch syndroom

Myelodysplastisch syndroom Myelodysplastisch syndroom Dr. A.H.E. Herbers Hematoloog-Oncoloog 7 februari 2018 Myelodysplastisch syndroom Masterclass 7/2/18 Myelodysplastisch syndroom= MDS Opbouw presentatie: Meeste informatie is

Nadere informatie

BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT 2014. Sjef van de Leur Truus Derks Amsterdam, 19 maart 2015

BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT 2014. Sjef van de Leur Truus Derks Amsterdam, 19 maart 2015 BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT 2014 Sjef van de Leur SKML Truus Derks Amsterdam, 19 maart 2015 ONDERWERPEN Resultaten rondzending Malaria is meer dan parasitemie Bespreking extra preparaat en EDTA

Nadere informatie

IJzermetabolisme en Anemie

IJzermetabolisme en Anemie Achtergrond richtlijn chronisch nierfalen (volwassenen) IJzermetabolisme en Anemie Inhoud 1. IJzermetabolisme 2. IJzerkringloop 3. IJzertekort 4. Behandeling renale anemie 5. Aandachtspunten bij gebruik

Nadere informatie

Lessenreeks hematologie

Lessenreeks hematologie Lessenreeks hematologie Hemolytische anemieën Indeling Anemieën Anemie Microcytair Ret: normaal Aregeneratief Normocytair Macrocytair Ret: gestegen Regeneratief Hemolyse Acute bloeding Caroline Brusselmans

Nadere informatie

PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE

PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE Henk Wind Afdeling Immunologie Erasmus MC Woerden 30-10-2008 INTRODUCTIE PNH is het gevolg van een klonale expansie van een gemuteerde hematopoëtische stamcel. Klinisch

Nadere informatie

Interpretatie labo-resultaten

Interpretatie labo-resultaten Interpretatie labo-resultaten hematologie Sylvia Snauwaert, MD PhD Overzicht A. Trombocytopenie B. Leucocytose Bespreking casussen A. Trombocytopenie Man, 63 jaar, routinebloedafname, asymptomatisch Help

Nadere informatie

Vraag screenend laboratorium hemostase onderzoek. 2. pas maar op dat die bloedneus niet gaat groeien. 3. Griekenland, 32 C en een Hermes schotel

Vraag screenend laboratorium hemostase onderzoek. 2. pas maar op dat die bloedneus niet gaat groeien. 3. Griekenland, 32 C en een Hermes schotel Vraag 1 Een corpulente minister van financiën stapt met een koffertje op het vliegtuig naar Griekenland en is geheel toevallig bij terugkomst enige kilo s bagage kwijt. Tevens heeft hij bij terugkomst

Nadere informatie

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Ureum mmol/l 3,0 12,5 6,1 12,8 Ureum (nuchter) mmol/l 2,1 8,4 Kreatinine µmol/l 50 129 (70+0,7xL,gew,) 76 164 Glucose (nuchter) mmol/l 4,2 5,8 3,4 5,7 Fructosamine µmol/l

Nadere informatie

Hans Oolders, psychiater Anand Ramlal, internist Dag van de Inhoud PG Haaglanden

Hans Oolders, psychiater Anand Ramlal, internist Dag van de Inhoud PG Haaglanden Hans Oolders, psychiater Anand Ramlal, internist Dag van de Inhoud 28-9-2017 PG Haaglanden 1 Disclosure belangen spreker Ramlal / Oolders (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

IJzermetabolisme en Anemie

IJzermetabolisme en Anemie Achtergrond richtlijn chronisch nierfalen (volwassenen) IJzermetabolisme en Anemie Reikwijdte volwassenen met chronische nierschade stadium G3 en G4 volwassenen met chronisch nierfalen stadium G5 en G5D

Nadere informatie

Presentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal.

Presentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal. CASUS 2 Presentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal. Lichamelijk onderzoek Bleek, veel hematomen, veel bloed

Nadere informatie

Hematologische afwijkingen bij de oudere: Anemie. Prof Dr Nele Van Den Noortgate Diensthoofd Zorgprogramma voor de geriatrische patiënt UZ-Gent

Hematologische afwijkingen bij de oudere: Anemie. Prof Dr Nele Van Den Noortgate Diensthoofd Zorgprogramma voor de geriatrische patiënt UZ-Gent Hematologische afwijkingen bij de oudere: Anemie Prof Dr Nele Van Den Noortgate Diensthoofd Zorgprogramma voor de geriatrische patiënt UZ-Gent Definitie van anemie Cappellini et al. Seminar hematol 2015;

Nadere informatie

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Maligne hematologie Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Leukemie acuut AML (acute myeloïde leukemie) ALL (acute lymfoïde leukemie) chronisch CML (chronische myeloïde

Nadere informatie

Hartfalen dubieus. Hartfalen onwaarschijnlijk

Hartfalen dubieus. Hartfalen onwaarschijnlijk Referentiewaarden Klinische Chemie Datum: 01-07-2012 BLOED Naam Referentiewaarde Eenheid 1-Antitrypsine 0,80 2,00 g/l 1-Foetoproteïne (AFP) < 6,0 ku/l ACE 0 2 jaar 8 109 IU/L 3 7 jaar 12 99 IU/L 8 14 jaar

Nadere informatie

Bloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober 2014. door Joost Lips

Bloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober 2014. door Joost Lips Bloedwaarden Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober 2014 door Joost Lips Aanvraag bloedonderzoek Bloedafname Bewerking afgenomen bloed (1) Kleuren van

Nadere informatie

Anemie door aangeboren afwijkingen van het hemoglobine, ook bij autochtone Nederlanders

Anemie door aangeboren afwijkingen van het hemoglobine, ook bij autochtone Nederlanders Klinische les Anemie door aangeboren afwijkingen van het hemoglobine, ook bij autochtone Nederlanders Rienk Y.J. Tamminga, Ellis Groninger en André B. Mulder KLINISCHE PRAKTIJK Dames en Heren, In 3 verscheen

Nadere informatie

Reflecterend testen. Een kwaliteitsverbetering voor huisarts en patient. Jeffrey Keuren, klinisch chemicus i.o. Atrium Medisch Centrum, Heerlen

Reflecterend testen. Een kwaliteitsverbetering voor huisarts en patient. Jeffrey Keuren, klinisch chemicus i.o. Atrium Medisch Centrum, Heerlen Reflecterend testen Een kwaliteitsverbetering voor huisarts en patient Jeffrey Keuren, klinisch chemicus i.o. Atrium Medisch Centrum, Heerlen Overzicht Wat is reflecterend testen Casus Waardering door

Nadere informatie

Welkom. Bloedwaarden. Hematondag 3 oktober 2015. Jan de Jong, arts np

Welkom. Bloedwaarden. Hematondag 3 oktober 2015. Jan de Jong, arts np Welkom Bloedwaarden Jan de Jong, arts np Hematondag 3 oktober 2015 Laboratoriumonderzoek Programma Getallen zijn maar getallen Rol laboratoriumonderzoek Normale waarden Veel voorkomende bepalingen Lab

Nadere informatie

Practicum Laboratoriumgeneeskunde. Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert

Practicum Laboratoriumgeneeskunde. Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert Practicum Laboratoriumgeneeskunde Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert Practicum laboratoriumgeneeskunde 1. Pre-analytische fase 2. Basisprincipes celtelling 3. Labobezoek OUTCOME EFFECT MEDISCHE

Nadere informatie

Acute myeloïde leukemie in het tweede en derde trimester van de zwangerschap

Acute myeloïde leukemie in het tweede en derde trimester van de zwangerschap Acute myeloïde leukemie in het tweede en derde trimester van de zwangerschap Moderator Judith van Deursen 1st author / speaker Leonie van der Burg, fellow hematologie VUmc Co-authors Dr. M. van Marwijk

Nadere informatie

Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen

Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen Opbouw Casus Bespreking literatuur Hypothesen met betrekking tot casus Voorgeschiedenis: 1957

Nadere informatie

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 INTERLINE NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 Inleiding Leden werkgroep: Mevrouw H.P.E. (Hilde) Peters, internist-nefroloog De heer J. (Joan) Doornebal, internist-nefroloog Mevrouw M.P.E. (Ria) Couwenberg,

Nadere informatie

35 Bloedarmoede. Drs. P.F. Ypma

35 Bloedarmoede. Drs. P.F. Ypma Drs. P.F. Ypma Inleiding Bloedarmoede (anemie) is een veelvoorkomend verschijnsel bij multipel myeloom en de ziekte van Waldenström, zowel bij het begin van de ziekte als in het beloop ervan. Dit kan (ten

Nadere informatie

Critically Appraised Topic De waarde van de immature plaatjesfractie

Critically Appraised Topic De waarde van de immature plaatjesfractie Critically Appraised Topic De waarde van de immature plaatjesfractie Julie Jacobs ASO Klinische Biologie Supervisor: Dr. Marleen Van den Driessche 1 Overzicht Inleiding Trombopoiese IPF? Wat is de waarde

Nadere informatie

Medicatie geïnduceerde hemolyse

Medicatie geïnduceerde hemolyse Yvonne Henskens Diagnostic tools/conventional Lab tests Medicatie geïnduceerde hemolyse Yvonne Henskens, MCs, phd Head of units for hematology, hemostasis and transfusion Central Diagnostic Laboratory,

Nadere informatie

-deficiëntie. is echter onvoldoende sensitief om alle vitamine b 12

-deficiëntie. is echter onvoldoende sensitief om alle vitamine b 12 LabquIz Vitamine b 12 Een vitamine b 12 -tekort kan leiden tot hematologische of neurologische klachten. De bepaling van de concentratie totaal vitamine b 12 is echter onvoldoende sensitief om alle vitamine

Nadere informatie

Valkuilen bij interpretatie van HbA1c

Valkuilen bij interpretatie van HbA1c Valkuilen bij interpretatie van HbA1c In de beoordeling van de diabetescontrole van onze patiënten met diabetes type 2 speelt de uitslag van het HbA1c een belangrijke rol. Dat is ook het geval bij de beslissing

Nadere informatie

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Samenwerken in het optimaliseren van de bloedtransfusieketen Deel II: Ontwikkelen van nieuw transfusie gerelateerd onderzoek Dr. Erik

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland

Vitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland Vitamine B12 deficiëntie Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland In de periode januari 2010 tot en met december 2013 worden er in totaal 261.078 vitamine

Nadere informatie

Trombose profylaxe bij patiënten. albumine is juist? Radboud Laboratorium voor Diagnostiek

Trombose profylaxe bij patiënten. albumine is juist? Radboud Laboratorium voor Diagnostiek Trombose profylaxe bij patiënten met nefrotisch syndroom: Welke albumine is juist? Dr Miranda van Berkel Dr. Miranda van Berkel Radboud Laboratorium voor Diagnostiek Disclosure Despreker heeft Geen financiële

Nadere informatie

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven Geen (potentiële) belangenverstrengeling Azacitidine, een gekke oorzaak van crazy paving M. Roeven; M. Cruijsen; W. van der Velden, Casus

Nadere informatie

Bloed en afweersysteem

Bloed en afweersysteem Bloed en afweersysteem 2 2.1 Anemie geen klachten Anemie wordt ook bloedarmoede genoemd. Deze term is verwarrend. Er is namelijk vaak geen tekort aan bloed als geheel. Het gaat om een tekort aan hemoglobine

Nadere informatie

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Kliniek dag 0 Een zwangere vrouw van 36j (A-) wordt opgenomen

Nadere informatie

If Yes, date of informed consent: d d m m m y y y y

If Yes, date of informed consent: d d m m m y y y y In- en exclusie criteria Page 1 of 1 Patient Identification Number: Pag 1 van 6 In- en exclusie criteria Inclusion criteria Yes No 1. Getekende informed consent 2. Leeftijd van 18 jaar en ouder 3. M0-stadium

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING NIET-INGEWIJDEN

NEDERLANDSE SAMENVATTING NIET-INGEWIJDEN VOOR NEDERLANDSE SAMENVATTING NIET-INGEWIJDEN CHAPTER INLEIDING De nier heeft drie belangrijke functies in het menselijk lichaam: (1) het reguleren van de water- en zouthuishouding; (2) het verwijderen

Nadere informatie

Leverenzymstoornissen. Peter van Bommel, Dirk Bakkeren & Martijn ter Borg

Leverenzymstoornissen. Peter van Bommel, Dirk Bakkeren & Martijn ter Borg Leverenzymstoornissen Peter van Bommel, Dirk Bakkeren & Martijn ter Borg Vrouw, 30jaar komt op mijn spreekuur Na anamnese en LO sluit ik een leverprobleem niet uit. Ik vraag probleemgeoriënteerd labonderzoek

Nadere informatie

hoofdstuk één hoofdstuk twee

hoofdstuk één hoofdstuk twee Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar hemolytische foetale bloedarmoede en foetale hydrops. Hemolytische foetale bloedarmoede ontstaat door afbraak van rode bloedcellen. Foetale hydrops betreft het

Nadere informatie

Jehovah s getuigen en bloed

Jehovah s getuigen en bloed Jehovah s getuigen en bloed Als u als Jehova s Getuige geen bloed, bloedproducten en dergelijke wilt krijgen, moet u vóór de operatie bepaalde beslissingen nemen. Deze folder is bedoeld om u te informeren

Nadere informatie

De belangrijkste macrocytaire anemieën

De belangrijkste macrocytaire anemieën NHG-Standaard Anemie Van Wijk MAM, Mel M, Muller PA, Silverentand WGJ, Pijnenborg L, Kolnaar BGM. Huisarts Wet 2003:46(1):21-9. Inbreng van de patiënt De NHG-Standaarden geven richtlijnen voor het handelen

Nadere informatie

Anemie: waar beginnen we, en waar eindigt het?

Anemie: waar beginnen we, en waar eindigt het? Anemie: waar beginnen we, en waar eindigt het? Geneeskundige Dagen van Antwerpen 12.09.2014 Dr. Evi Van Dyck Inhoud Epidemiologie De rode bloedcel Definitie Aanpak van anemie Ferriprieve anemie Macrocytaire

Nadere informatie

Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie

Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie Thema: Leukemie Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie Prof.dr. Hanneke C. Kluin-Nelemans Afdeling Hematologie Samenstelling van onstolbaar gemaakt bloed Bloedcellen

Nadere informatie

Foutief verhoogd vitamine B12: Pitfalls in een immuno-assay

Foutief verhoogd vitamine B12: Pitfalls in een immuno-assay Foutief verhoogd vitamine B12: Pitfalls in een immuno-assay Januari 2013 Dr. AP van Rossum (klinisch chemicus) Bronovo Ziekenhuis, Den Haag Pitfalls in de Vitamine B12 assay Aanleiding: Hypersegmentatie

Nadere informatie

Apotransferrine, een panacee voor stoornissen in het ijzermetabolisme? Margit Boshuizen

Apotransferrine, een panacee voor stoornissen in het ijzermetabolisme? Margit Boshuizen Apotransferrine, een panacee voor stoornissen in het ijzermetabolisme? Margit Boshuizen 16-05-2018 Ijzer metabolisme Transferrine Glycoproteïne, half-life 8-10 dagen IJzer transporter Bind 2 atomen Fe

Nadere informatie

Leukemie/Lymfoom Immunofenotypering. bespreking najaar 2018 Sectie IMCD 22 November 2018 Zwolle

Leukemie/Lymfoom Immunofenotypering. bespreking najaar 2018 Sectie IMCD 22 November 2018 Zwolle Leukemie/Lymfoom Immunofenotypering bespreking najaar 2018 Sectie IMCD 22 November 2018 Zwolle Woord vooraf: 1. De minimale panels zijn leidend in de beoordeling. 2. Pre-analytische fase wordt in MUSE-rapport

Nadere informatie

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 maart 2013)

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 maart 2013) Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 maart 2013) Dienstdoende klinisch chemicus #11-3510 Centrale Balie 58826 Bloedtransfusie 57672 Polilaboratorium AZU 57667 Polilaboratorium

Nadere informatie

Onverklaard ijzergebrek door Helicobacter pylori

Onverklaard ijzergebrek door Helicobacter pylori Klinische les Onverklaard ijzergebrek door Helicobacter pylori Annechien van Hove, Rob P.R. Adang en Willi H.M. van Kuijk Dames en Heren, IJzergebreksanemie is een frequent voorkomend probleem in de dagelijkse

Nadere informatie

Het hematologisch bloedonderzoek. Het hematologisch bloedonderzoek. is het onderzoek naar de bloedcellen

Het hematologisch bloedonderzoek. Het hematologisch bloedonderzoek. is het onderzoek naar de bloedcellen Het hematologisch bloedonderzoek Cris van der Meiden Dierenkliniek Van der Meiden Eerste Veterinaire Bloedbank Nederland EDUvetlab QCvetlab Het hematologisch bloedonderzoek is het onderzoek naar de Bloed

Nadere informatie

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën I N H O U D hoofdstuk 1 anemie 13 1.1 Overzicht van de anemieën 13 1.2 Congenitale anemieën 16 1.2.1 De thalassemieën 16 1.2.2 Sikkelcelanemie 19 1.2.3 Andere hemoglobinopathieën 22 1.2.4 Aangeboren membraanafwijkingen

Nadere informatie

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald 1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1. Ferritine 2. CRP 3. Kreatinine 4. Albumine De glomerulaire filtratiesnelheid

Nadere informatie

ONDERWERPEN BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT Bloedonderzoek op parasieten overzicht 2012: Bloedonderzoek op parasieten overzicht 2012:

ONDERWERPEN BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT Bloedonderzoek op parasieten overzicht 2012: Bloedonderzoek op parasieten overzicht 2012: BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT 2012 ONDERWERPEN Resultaten rondzending Kwantificeren parasietendichtheid Wat is er nog meer te zien in het bloedbeeld bij malaria Hematologische afwijkingen bij

Nadere informatie

Deelname Volgende tabel geeft voor de verschillende parameters het aantal deelnemers weer :

Deelname Volgende tabel geeft voor de verschillende parameters het aantal deelnemers weer : CELTELLING COM KB 53/2004 Staalmateriaal In maart (H/4381, H/4382) en november (H/4879, H/4880) werden telkens twee verse op K2EDTA afgenomen bloedstaaltjes rondgestuurd. De homogeniteit van de stalen

Nadere informatie

Diagnostische score van flowcytometrie in MDS

Diagnostische score van flowcytometrie in MDS Diagnostische score van flowcytometrie in MDS Marisa Westers Afdeling Hematologie, VU Medisch Centrum, Amsterdam Flowcytometrie bij MDS MDS is een maligniteit diagnose MDS heeft verstrekkende en levenslange

Nadere informatie

IgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum

IgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum IgA nefropathie Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - Het ziekteproces - De patiënt - Het diagnostische proces - De behandeling - De

Nadere informatie

STANDAARDISATIE IN DE INVESTIGATIE VAN ANEMIE

STANDAARDISATIE IN DE INVESTIGATIE VAN ANEMIE Critically Appraised Topic: STANDAARDISATIE IN DE INVESTIGATIE VAN ANEMIE Dr. H. Castryck 29 mei 2007 Inhoud 1. Definitie en epidemiologie 2. Motivatie en vraagstelling 3. Laboratoriumtesten in de investigatie

Nadere informatie

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 januari 2015)

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 januari 2015) Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 januari 2015) Dienstdoende klinisch chemicus 73510 Centrale Balie 58826 Bloedtransfusie 57672 Polilaboratorium AZU 57667 Polilaboratorium

Nadere informatie

Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Locatie Heerlen Datum:

Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Locatie Heerlen Datum: Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Locatie Heerlen Datum: 01.03.2018 BLOED α1-antitrypsine 0,90 2,00 g/l α1-foetoproteïne (AFP) < 5,8 k ACE 0 2 jaar

Nadere informatie

Op hoop van zegen Johan de Vries

Op hoop van zegen Johan de Vries Op hoop van zegen Johan de Vries Klinisch chemicus Kennisplatform Transfusiegeneeskunde 30 maart 2017 Maxima Medisch Centrum, Veldhoven Inhoud Casus 1: Het gaat goed Casus 2: Het gaat goed fout Beschouwing

Nadere informatie

Klinisch Pathologische Conferentie Papendal 2016

Klinisch Pathologische Conferentie Papendal 2016 Klinisch Pathologische Conferentie Papendal 2016 Jeroen Deegens Eric Steenbergen Afdeling Nierziekten en Pathologie Radboudumc Nijmegen Mw N 27 jaar Voorgeschiedenis 2008 Terminale nierinsufficiëntie kreatinine

Nadere informatie

Anemie met een Chinees tintje

Anemie met een Chinees tintje Anemie met een Chinees tintje Auteurs Trefwoorden A.W.T. van Lieshout, L.M. Kampschreur, J. de Jongh en H.A.M. Sinnige anemie, chelatietherapie, lood, loodintoxicatie, zink-protoporfyrine (ZZP) Samenvatting

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Chapter 9 Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 10 13 14 15 16 17 18 19 20 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 Chapter 9 122 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting Reumatoïde artritis

Nadere informatie

ONBEHEERDE AFDRUK. Kwaliteitshandboek CKHL Bijlage 4-4: Referentiewaarden en Meetonzekerheid. Pagina 1 van 10. Alleen geldig op: vrijdag 17 april 2015

ONBEHEERDE AFDRUK. Kwaliteitshandboek CKHL Bijlage 4-4: Referentiewaarden en Meetonzekerheid. Pagina 1 van 10. Alleen geldig op: vrijdag 17 april 2015 LUMC\4. Zorgondersteunend\LSH ONBEHEERDE AFDRUK Kwaliteitshandboek CKHL Bijlage 4-4: Referentiewaarden en Meetonzekerheid Versie 20 Publicatiedatum woensdag 26 maart 2014, 16:16:08 Status Gepubliceerd

Nadere informatie

Nederlandse Nierdag 2014. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum

Nederlandse Nierdag 2014. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Het ABC van IgA nefropathie Nederlandse Nierdag 2014 Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - De patiënt - Het diagnostische proces - De

Nadere informatie